Selecteer een pagina

Folio 1r
Transport oft waerborch voor den schout tot Besoijen Aert Peeterssen van Andel ende Cornelis Geeritszoon Reers tot Waelwijck.
Dezen xvijen januarij sesthienhondert ende sessen compareerden onsen secretaris van Raemsdonck als gemechtich van Charlus du Beck, ridder ende baender, Heere van Bourij, Heere van Villebon, edelman ordinaris vande camer vande Coninck van Vranckrijck ende mijn vrouwe, vrouwe Josina van Doorp, vrouwe van Villebon. Sijn huijsvrouwe blijckende bij procuratie voor schepenen in s’Gravenhage, op hem gepassert bij namen Herman Gielissen Kigillaer ende Govaert Jacobszoon van Duijnen, van date den ijen dach der maent van novembri sesthienhondert ende vijff, ons schout ende hemraders gebleken ende voorgelesen. Ende heeft vuijt crachte ende name van dijen voor tgaranderen, vrijen, waren ende claren van sekere allodiale ende leenlanden gelegen onder de jurisdictie van Besoijen, bij den voornoemde Heere ende Vrouwe van Villebon aen Aert Peeterssen van Andel ende Cornelis Geeritszoon Reers vercoecht ende tot haren behoeve gedaen. Transporteren naerder inde voorschreven procuratie daer deze mede duer getransporteert is ende brieven van transport gespecificeert, specialijcken verbonden ende verbijnden midts dezen, de lan-den die den voornoemde Heere ende Vrouwe van Villebon onder onse jurisdictie van Ramsdonk liggende hebben. Wesende vrij allodiale landen, sonder iet daerop staende dan den Heer zijn recht.
Te weeten inden iersten een stuck lants gelegen inde Cleijndonck, groot weesende vijfthien geer-den, streckende vanden gemeijnen dijck aff noortwaert op ter Maesen toe, belant volgende den vestbrieff daeraff sijnde in date den xvjen november xvc Lxxxvij. Oost Hendrick Cornelissen Brou-wers erffgenamen cum suis ende weest Thonis Cloostermans erffgenamen cum socijs.
Item noch seventhien geerden lants min een vierdendeel van een geerde, gelegen volgende den vestbrieff in date den xxen decembris xvc Lxxxviij tusschen d’erffenisse Hendrick Beijermans van Weert met sijnen consorten ten naesten aende oostsijde ende Adriaen Lambrechtszoon int selve lant aende westsijde. Streckende vande Donga aff aen Brabant, voorts noortwaert op ter Mase toe.
Item sesse geerden lants min een vierdendeel gelegen inde Hooge Donck, volgende den vestbrieff in date den xxjen martij vijfthienhondert een ende tnegentich. Streckende vander halver Dongse straet aff noortwaert op ter halver Maese toe. Belant oost den Heiligen Geest van Ramsdonck int selve weer ende weest Anthonis Cloostermans erffgenamen.
Item noch een halff weer lants gelegen inde Cleijndonck ombedeelt met Thonis Cloostermans erffgenamen, streckende volgende den veestbrieff in date den ixen augusti xvc vierendetnegentich van desselffs Thonissen erfgenamen suijderssen mergen aff aent suijt eijnde noortwaert op ter hal-ver Mase toe. Belant oost Jonker Aert van Doorp voorschreven ende west Jan Cornelis Aenssen weduwe.
Item noch een half weer lants ombedeelt met Handrick Cornelissen Brouwer cum socijs, groot het geheele weer ontrent xxiiij geerden gelegen inde Cleijn Donck, streckende vanden gemeijnen dijck aff noortwaert op ter halver Maes toe. Belant volgende den vestbrieff in date den xviijen junij xvc vijffendetnegentich, oost Aert Jan Cornelissen met sijnen consorten erve ende weest Jonker Aert van Doorp erffgenamen voorschreven.
Ende noch vijff geerden ende een vierdendeel lants gelegen inde Hooge Donck, streckende vander halver Dijcxse straet aff noortwaert op ter halver Maes toe. Belant volgende den
vestbrieff daervan sijnde van dat den xviijen decembris xvc vijffendetnegentich, oost Handrick van Weert cum socijs ende weest Jonker Aert van Doorp int selve lant.
Ende heeft hij comparant vuijt crachte ende vuijten name alsboven alle de voorschreven landen binnen onsen doorpe van Ramsdonck gelegen, met alle behoorlijcke ende gerequireerde solem-niteijten, naeden recht vande lande verbonden ende gestelt tot een speciael onderpant ende waer-borge vande voorschreven soo allodiale als leenlanden onder Besoijen gelegen ende inde voor-schreven procuratie gespecificeert. Ende heeft hij comparant noch boven dijen vuijt crachte vande voorschreven procuratie voor ‘t voorschreven vrijen, waren ende claren van allen voorcommer vande voorschreven landen onder Besoijen gelegen, verbonden ende verbijnt midts dezen genera-lijck alle des voorschreven Heere ende Vrouwe van Villebons goederen, roerende ende onroeren-de, present ende toecomende, waer die gelegen souden moegen wesen.
Voor hemraders Dirck Adriaenssen, Jan Gijsbrechtszoon ende Adriaen Joachimssen ende mij se-cretaris aldus mede condich. (Getekend) B.Joachimsz.

Folio 2r
Aenneminge ende accort van weeskind, tussen Cornelis Janssen ende Peeterken Peeters weduwe als voecht ende Jacob Jacobszoon als toesiender van haer broeders weeskinderen verweckt bij Peeterken voorschreven.
Opten xxvijen januarij 1606 compareerden voor mij Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck ende mijnen hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen, als oppervoechden van weduwen ende weesen, Peeterken Peterssen weduwe wijlen Meus Janssen met haren gecoren voecht in dezen Jan Cleijs Jacobszoon. Ende is minnelijcken overcoemen ende veraccordert in plaetse van erffde-linge met Cornelis Janssen ende Jacob Jacobszoon als voecht ende toesienders van haer vijff on-mondige weeskinderen, astergelaten bij hueren broeder Meus Janssen saliger, als dat Peerken voorschreven haer vijff kinderen sal alimenteren tot haren mondigen dagen toe, met cost ende dranck ende voorts sieck ende gesont, geenen tijt van perijckel vuijtgescheijden, sal onderhouden ende opbrengen van lijnden, wullen, cleeden ende reeden, eerlijck ende tamelijck nae haren staet ende machte. Ende sal oock de twee joncxste ter scholen laten gaen om te leeren leesen ende schrijven, soemen binnens doorps schole hout. Ende daer voor sal sij weduwe voorschreven be-houden allen het goet, soe haeff als erff, roerende ende onroerende, gout, silver, gemunt ende on-gemunt, huijs, hooff, schult ende wederschult, geen dingen ter werelt vuijtgescheijden, soo den voorschreven Meus Janssen dat metter doot geruijmt ende astergelaten heeft. Ende haren vrijen eijgen wile daer mede moegen doch welverstaende, dat sij Peeterken haer kinderen tot haren mon-digen dagen gecomen sijnde, oft tot haren houwelijcke state, elck kint sal vuijtreijcken van haer vaders besterft, tot een recognitie eens de somme van drije rix gulden welcke drije karlus gulden. Soer eenige kinderen coemen te sterven, sal besterven van deen op d’ander ende van het leste op die gerechte erffgenamen.
Item is wel expresselijcken gecondionert ende besproken bijde voechden ende toesienders voor-schreven, dat oft het gebuerden dat sij Peerken voorschreven wederom quame te herhuwen, ende gebuerden dat haren man deze kinderen hert viele ende niet en onderhiewe tgene voorschreven is, dat sij voechden ende toesienders voorschreven, met consent vande Heer als opppervoechden, haer de kinderen sullen moegen affnemen ende besteden die op haren coste salvo dus. En sullen de voorschreven kinderen oock anders niet doen tegens hare ouders dende die helpen, met haren arbeijt als deuchtsame ende gehoorsame kinders schuldich sijn ende behooren doen. Al welck voorschreven staet hebben comparanten voorss voor schout ende hemraders voornoemt malcan-deren geloeft te voldoen ende onverbrekelijk te houden. Actum ut supra ende mij secretaris mede condich. B. Joachimsz.

De tekst van 2v

Soo groot ende kleijn als deze voorschreven partijen dit stuck goedts van Huijbert Janssen Muijster aen bestorven is ende geloeffden sij comparanten dit goet Cornelis Cleijs Govaertszoon voorschre-ven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot dezen dage toe ende alle schauwen ende gebu-erlijcke rechten te onderhouden met recht daertoe behoorende.
Coram hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrechtszoon actum dezen xxiiijen februari 1606
Ende bedanckende hen partijen vol ende al betaelt te sijn van dit voorschreven goet voor hemra-ders alsboven.

Folio 3r
Opdrachte voor Aert Jan Aertszoon van Dongen
Op huijden den iersten aprilis 1606 soo compareerden Frans Geeritszoon schoutht van Ramsdonck, vuijt den name ende van wegen Pauwels Joachimszoon, borger in Dordrecht ende Peeter IJemantszoon ende heeft van hunnent wegen vuijt crachte van sekere missive bijden voor-noemde Pauwels geteijckent wesende van dato den xxen martij gepasseert voor twee getuijgen bij namen Jan Peeterszoon Weert inden Engel tot Geertruijden Berge ende Pauwels Willemszoon int bij wesen ende met wil ende consent van Adriaen Cornelissen alias Meermans, die de helft van dit goet vande voorschreven Peeter IJemantszoon ierst gecoeft heeft gehadt vuergegeven met vrijer giften soo als recht is, Aert Jan Aertssen van Dongen alsulcken erffenisse als hier nae volcht gele-gen.
Inden iersten deze erffenisse tussen Jan Segerssen aende oostsijde ende Jan Mathijs weduwe en-de erffgenamen aende westzijde inden amboecht voorschreven, streckende vander halver Ge-ijlsloot aff zuijtwaert op ter halver Berghsche straet toe. Item noch eenen acker daerteijnden aenge-legen met een delle, streckende vander voorschreven halver straet aff suijtwaert op ter halver kreeck toe, Wouter Thijs erffgenamen gelegen aende oijstsijde ende Jan Geerits kijnderen aende weestsijde.
Item noch negen geerden lants gelegen aende Dieffdijck inden Amboecht voorschreven gemeen met Adriaen Peeter Gijben ende Adriaen Peeters weduwe bedeelt opten weesten kant, int geheel weer streckende vanden halven sloot aff die aende zuijtsijde vanden Dieffdijck leijt zuijtwaert op ter halver kreeck toe, Cornelis Peeters erffgenaemen com socijs gelegen oost ende het leengoet weest, met allen sijn schauwen ende leijdinge daertoe met recht behoorende ende geloeffden den schout voorschreven ende Adriaen Cornelissen Nelemans vuijt crachte alsboven Aert Jan Aertssen van Dongen dit voorschreven goet ende erffenisse te vrijen ende te waren na den lantrecht ende allen voorcommer aff te doen.
Coram hemraders Dirck Adriaenssen, Jan Meussen ende Jan Adriaen Gijsbrechtszoon, actum ut supra.
Ende bekenden Adriaen Cornelissen Nelemans voor schout ende hemraders als boven, voor de helfft van dit voorschreven goet dat hij van Peeter IJemantszoon gecoeft heeft gehadt van Aert Jan Aertssen van Dongen vol ende al betaelt te weesen. Actum ut supra.

Los vel betrekking hebbende op bovenstaande akte
Dat Frans Geritssen schouteth tot Raemsdonck als de u edele tot mijnen gevalle, met namen PauweIs Iochense van Dordrecht ende Pieter IJemantsen ende so vele wilt doen ende giften ende eijgenen, Aert Ian Aertssen van Dongen in alsulcke lant gelegen opde Bergen na verwijsens brieff die ick hen mede gegeven heb, die welcke hij .. sal ende so wij met Aert Janszoon overcomen sijnde salt lant seeker is dus daet so v.le ende setten hen int lant ende wij daer van ende geven u edele last off wij dat hoghenwoordich ward dan tis ons soer angelegen aldaer te comen dit doende sulc ob groote vrientschap dan des toircondt van mijn
Pauwels lochesse onderteijckent presentie Peeterssen Weerdt inde Engel achter die Kerk
Pauwel Willensen Schoenmaker mijn Ionisse Pouel tsegenwoordich acten dese xjxen
meert 1606.
het hant merck van Pauwel Iochenssen van Dordrecht

Folio 3v
Eodem anno et die compareerden Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck als oppervoecht vuij-ten name ende vuijt crachte van seker billetken, in plaetse van procuratie, hem verleent vande erffgenamen Peeter Peeterssen de Wever saliger, geschreven ende onderteijckent bij Handrick vander Vliet, vuijten name van voechden ende toesienders weesende van date den xxen martij 1605 ons hemraders gebleken ende voorgelesen ende gaff vuijt crachte van dijen over met een verleij soo als recht is heer Jan van Gressen onsen pastor oft sijnen erfflijven een huijsinge metten erve daeraen gelegen in onsen amboecht voorschreven gecomen van Pieter Peeterssen de Wever saliger. Streckende vander halver Bergerscher straet aff noortwaert op totten iersten dwersloot toe, teijnden den hoff Reijer Jacobszoon erffgenaemen gelegen oost ende Adriaen Gerit Sijmonssen gelegen weest. Met allen het geene datter inden voorschreven huijse nagelvast ende eertvast is achtervolgende de coopceel daervan sijnde van date den xxvjen martij 1605. Ende geloeffden Frans Geeritszoon deze erffenisse te vrijen ende te waren naden lantrecht, behalven vijfthien stuij-vers erffrente jaerlijcks daervuijt gaende die de Heeren vande Catroijsen daerop sijn eijsschende, ende anders met die den cooper tot sijnen last hout ende gebuer rechten daertoe staende. Coram hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen

Folio 3v
Ten selven dage compareerden heer Jan Gressen pastoor tot Ramsdonck, ende heeft geloeft ende verwillecoort soo als recht is, duechdelijcken schuldich te sijn ende te betalen, Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck als oppervoecht, inden naem ende ten behoeve van Handrick vander Vliet met sijnen consorten als voechden ende toesienders vande weeskijnderen oft erffgenaemen Peeter Pieterssen de Wever saliger, de somme van hondert ende tzestich rix gulden, ende die te betalen op twee termijnen, te weten de helft gereet te weeten den xxvjen martij 1605 volgens de coopceel daervan zijnde ende dander helfft van nu over een jaer naemptelijk anno sesthienhondert ende ses vol ende al betaelt. Prosederende vuijt coope van sekere hoffstadt ende huijsinge, daervan de gifte op huijden date voorschreven ierst, is gepasseert. De welcke hij hier onder is verobligeerende ende voorts alle sijne andere goederen hebbende ende vercrijgende tot dat den iersten penninck metten lesten vol ende al betaelt zal sijn. Actum ut supra, hemraders quibus ut supra.

Ende bekende Frans Geerits inden name ende tot proffijte als voore ontfangen te hebben van heer Jan van Gressen pastoir voorschreven, de somme van tachtentich rix gulden, te weeten de gerech-te helft van deze voorschreven penningen voor hemraders quibus ut supra.

Los briefje bij bovenstaande akte
Ick Hendrick vander Vliet laet aen wer luiden weten aen den schoutent van Raemdonck dat ghij laet verchij? ende elcken laet tot te sijnen helpen soo ver als daer wat is ende schiet daer wat over dot dat banvaert tot profijt van de weeskinderen
Gheschreven den xx dach van marte dusent (sestienhondert doorgestreept) seshondert ende vijf ondertechkent bij mombaer ende toesiender ten kennisse sijn mercken.

Folio 4r
Opdrachte ende transport voor Jan Cornelissen Nobel gedaen van Joost Sebrechtszoon van Gilsse cum socijs.
Opten xijen junij 1606 compareerden voor Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck ende hemra-ders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen, Joost Sebrechtszoon van Gilssen als voecht resper-fuve(?) in dezen van zijn ses susters, die hij hierin mede vervinck ende hem daervoor sterck ma-kende, midts beloeftenisse niettemin van sijn susters, bij namen Maijken, Anneken, Achtken, Elisa-betgen, Constantie ende Pirijntken, volcomen procuratie over te seijnden binnen xiiij dagen aen schout ende hemraders voorschreven. Ende heeft van haren twegen ende vuijt crachte voorschre-ven ende oock sijn selffs gedeelte in desen, over gegeven met vrijer giften soo als recht is, Jan Cornelissen Nobel achtalff geerde lants gelegen inde Hooge Donck. Streckende van der halffver Keij aff noortwaert op ter halver Maes toe. Adrijaen Janssen Bernieren oft sijn erffgenaemen gele-gen oostwaerts ende Jan Vas Wouterssen int tzelffde land westwaerts. Ende beloeffden hij voor-schreven comparant ende vuijten name alsboven, den voorschreven Jan Cornelissen Nobel dit voorschreven lant te vrijen ende te waren naden lantrecht ende allen voorcommer aff to doen.
Actum ut supra, hemraders quibus supra, mij secretaris present. (Getekend) B. Joachimsz

Verclaerden Frans Geeritsz schout voor heemraders voorschreven dit voorschreven goet drije sondrechtszen geboden gegeven te hebben, offer ijemant iet opte seggen hedde met oude brieven contributien ende anders maer niemant middeldertijt gesproken te hebben.

Joost Seberechtszoon van Gilsse voor hem selven ende Adriaen Jacobszoon Wijngaert mede vuij-ten name ende van wegen Joost Seberechtszoon susteren, bekennen van deze achtalff geerde lants Kier boven geroert van Jan Cornelissen Nobel vol ende al betaelt te sijn, den ierste penninck metten lesten, volgens sekere quitantie mij gebleken wesende van date den xiijen junij 1606 ende was onderteijckent Joost Sebrechtszoon van Gils ende Adriaen Jacobszoon Wijngaert. Quod attes-tor. (Getekend) B. Joachimsz.

Dese procuratie van Joost Sebrechtszoon is schout ende hemraders gebleken opten xiiijen julij 1606 ende was gepasseert tot Breda opt stadthuijs voor notaris ende secretaris met twee getuijgen der voorschreven stede Arinea van date den vijfthiensten Junij 1606.

Folio 5r
Gifte voor Anthonis Geeritszoon Smit.
Op huijden dezen viijen julij 1606 compareerden in haren propien persone Aentken Huijben, Dirck Ruttenssen weduwe ende Jacob Jacobszoon Timmerman haeren schoonsoen ende gecoren voecht in dezen. Ende hebben tzamen overgegeven met vrijer gifien soo als recht is, Anthonis Geeritszoon Smit een huijs metten erve, gestaen oft gelegen inden Meulenpat tot Ramsdonck, met alle sijn gebuerlijcke rechten, steginge ende weginge, schauwinge ende leijdinge daermet recht toe-behoorende breder inde coopcel van date den xxvjen januarij 1606 gementioneert. Ende geloeffden sij comparanten den voorschreven Anthonis Geeritszoon Smit dit voorschreven goet te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen. Actum ut su-pra.

Folio 5r
Willecor voor Aentken Huijben voorschreven
(doorgestreept)
Eodem anno et die compareerden Anthonis Geeritszoon Smit voor hem selven, ende heeft geloeft ende verwillecort soo als recht is, deuchdelijcken schuldich te weesen ende te betalen Aentken Huijben, Dirck Ruttenssen weduwe, de somme van seven hondert ende vijff gulden, den gulden gerekent tot xi, grooten Vlaems. Spruijtende vuijt coope van een stede metten erve daer aen gele-gen, inden Meulenpat, breeder volgens der coopcel. Ende inde gifte op heden date van dezen ge-passeert, ende die te betalen in vijff termijn dagen, waervan de vier bedragen jaerlijcx een hondert ende vijftich rix gulden, ende den vijffden ende lesten termijn dach, een hondert ende vijff gelijcke guldende. Te weten alle meijdagen eenen termijn, waervan den iersten geweest is meijdach voor-schreven, ende soo voort alle meijdagen totter volder betalinge toe. Voor welcke jaerlijckxe betalin-ge hij Anthonis Geeritszoon verbijnt allen dit voorschreven goet, met allen het gene daerop staet oft bevonden zal woorden, tot dat den iersten peninck metten lesten betaelt zal sijn. Ende off sij wedu-we voorschreven hier noch niet genoch aen en hadde, soo verobligeert hij Anthonis Geeritszoon voorschreven hier voor noch alle sijne andere goederen generalijck hebbende en vercrijgende waer die gelegen oft bevonden souden moegen woorden. Hemraders quibus ut supra. Actum ut supra.

Den vide junij 1610 soo bekende Jacob Jacobszoon ende Berbil Jans haer quvit betaelt te sijn ende Herman Janszoon cum sosijs.

Opten vijffendetwintichsten julij 1607 heeft Anthonis Cornelis als voecht van zijn dochter Dingenken betaelt die tweeden peij daer dezen willecor aff spruijt, te weeten een hondert ende vijftich rix gul-dens aen Jacob Jacobsz met zijn consorten.

(kantlijn:)
Geroijert omdat den wilceur ten vollen ende al betaelt is den vijen junij.
Den iijen paije is voldaen aen hande vande erffgenamen van Aentken Dirck Rutten vuijt wijsens die drie quijtantien daeraff sijnde.
Den xvij Augustij 1609 soo bekende Jacob Jacobs voor sijn selven, Herman Janszoon voor sijn selven ende oock mede voor Tuenis Dircken erffgenamen, Berbel Jans voor haer selven betaelt te sijn voor den vierden termijn weesende hondert daerdeel. Present Berhout Joachimszoon ende Cornelis Meliszoon ende meer andere.

Op dit goet aen dander sijde gementioneert heeft Aentken Dirck Ruttenssen weduwe op dach ende datum voorschreven hondert ende vijftich rix gulden van Anthonis Geeritszoon Smit ontfangen, in presentie van schout ende hemraders voorschreven quod attestor. (Getekend) B. Joachimsz

Folio 5v
Affleggingen van twee veertelen erffrogge bij Jan Anwenmeels tot Oijsterhout aen ons heijligeest.
Ick Frans Geeritszoon richter inden Amboecht tot Ramsdonck ende met mij als hemraders inden amboecht voorschreven Dirck Adriaenssen, Jan Meussen, Willem Wouters, Jan Gijsbrechts ende Handrick Janssen Buijs met onse heijligeestmeesters Adriaen Joachimssen Buijs ende Adriaen Franssen als representerende tgeheele doorp, na vermoegen van consuentie ende tot meeste prof-fijte van dien. Doen condt ende kennelijck alien den genen die diese onse letteren sullen sien oft hooren, lesen, kennen ende lijden midts dezen dat Jan Cornelissen Anwemels tot Oijsterhout over-midts der somme van een ende vijftich rix gulden eens t’stuck tot xx stuijvers Brabants gerekent die wij kennen van hem gehadt ende ontfangen te hebben ende daeraff wij ons houden voor content ende vermuecht affgelost ende gequeten heeft van sijns vaders wegen twee veertelen rocx erffelijck onquijtbare chijns verpandt aen ende op ettelijcke goede gelegen onder Oijsterhout voor-schreven navolgende de constitutie brieff die wij den voorschreven Jan oock mede over hebben gegeven, waerom wij den voorschreven Jan Cornelissen Anwemels sijn vader, oft sijne nacomelin-gen vande voorgeruerde twee veertelen rogge erffelijck metten vercoope van ettelijcke jaren heb-ben quijtgeschouwen ende schelden quijt midts desen ende geloven hem sijn nacomelingen oft be-sitteren der voorschreven goeden daeraff nimmermeer namaels ijet teijssen te doen oft laten eijs-schen bij ons selven oft ijemanden anders van onsen twegen inden recht oft daerbuijte in eeniger voegen oft manieren. Ende daervoor verbijnden wij tot eenen sekeren onderpande allen ons heij-ligeeste goeden vercregen ende te vercregen geen vuijtgescheijden, waer die gelegen oft bevonden moechten woorden. In kennisse der waerheijt hebbe is Frans Geeritszoon richter ende schout voor-schreven dese letteren over mij ende mijne hemraders besegelt alsoo sij geenen gemeijnen noch eijgen segel en gebruijcken. Actum desen xvijen julij 1606. Mij secretaris present. (Getekend) B. Joachimsz.

Folio 6r
Eerffdelinge tusschen Cornelis Segerssen Buijs ende Jan Cornelissen Nobel.
Opten xiijen julij 1606 compareerden voor schout ende hemraders Dirck Adriaenssen, Jan Meussen ende Willem Wouterssen, Jan Cornelissen Nobel ende Cornelis Segerssen Buijs. Ende hebben tzamen met haren vrijen eijgen wil een stucxken lants gebloeck ende geerffdeelt, gelegen binnen den amboecht van Ramsdonck, teijnde Cornelis Segerssen voorschreven stede. Streckende van Lijsken Peerhuijben Dirxken aff noortwaert op totten halven Schausloot toe. Wel verstaende den Jan Cornelissen Nobel sal hebben ende behouden nu ende ten eewigen dagen het noorden bloock, ende Cornelis Segerssen het suijden bloock naest sijn huijs gelegen. Midts conditie dat Jan Corne-lissen voorschreven over dit goet voorschreven niet en sal stegen oft wegen, is nochtans geconditi-oneert ende wel expresselijcken ondersproken, dat Cornelis Segerssen jaerlijcx eens sijn hoij over Jan Cornelissens goet sal moegen schep nemen. Ende daer voor sal den voorschreven Jan Corne-lissen Nobel wederom sijn hoij vuijtenbreij over den voorschreven Cornelis Segerssens goet moe-gen voeren, soodat niet besaijt en woort. Voorts is noch geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproken bijden voorschreven Nobel oft het gebuerde dat hij afflijvich woorden ende sijn goet alsdan onder sijn kijnderen gesplisdeelt woorden. Alsoo dat dit blocklant voorschreven tussen Cor-nelis Segerssen en hem geerfdeelt aen een van sijn kinderen alleen quame te vallen, dat alsdan dat voorschreven blocklant blijvende geerffdeelt als voorschreven staet, het asterste over het voortste ende het voortste over het asterste sal mogen stegen ende wegen, nu ende ten eewigen dagen als dat behoort ende lant recht bij ons is. Welverstaende dat ijeder oock sijn schauwen ende leijdinge voor sijn goet soot geerfdeelt is sal moeten houden. Geloeffden sij comparanten dese erffdeelingen ende alle voorschreven conditien te houden voor goet ende van weerden, onder het verbant van haere persoonen ende goederen geen vuijtgescheijden, al sonder arch oft list. Hemraders quibus ut supra, actum als boven mij secretaris present. (Getekend) B Joachims 1606
(kantlijn.)
Copie hier uijt gegeven aen Dirck Mathijs Otjens op den 18e september 1664.

Folio 6v
Gifte oft makinge van Adriaen Wirckenssen aen onse heiligegeest tot Ramsdonck mettte kerck aldaer.
Op heden desen xvijen julij 1606 compareerde voor schout ende hemraders inden amboecht tot Ramsdonck, Adriaen Wirckenssen cloeck ende gesont, volcomen van memorij ende verstande, ende heeft vuijt sijnen vrijen eijgen wil, onbedwongen oft verleijt van ijemanden anders soo hij seijde ende verclaerde, gegunt, gegeven ende gemaeckt. Gunt, geeft ende maeckt onwederroepelijck midts desen onse Heiligeest ende onse kercke van Ramsdonck, oft tot haren behoeve ijeder eens thien rix gulden. Nae sijn doot vuijte gereetste goederen ende daerenboven noch gebacken te woorden, tot proffijte van de armen, een viertel rogge, al sonder arch oft list begerende van mij se-cretaris, dit aldus beschreven te woorden geschiet ten huijse van Frans Geritszoon schout, in pre-sentie van Dirck Adriaenssen, Jan Meussen ende Willem Wouterssen, hemraders ende Adriaen Franssen heijligeestmeester, met beijde de secretarissen quod attestor. (Getekend) B. Joachimsz 1606

Folio 6v
Vrij gifte ten behoeven vanden Ouden Polder, Frans Dircxssens erffgenamen.
Desen xxjen julij 1606 compareerden voor schout ende hemraders inden amboecht van Rams-donck, den eersamen Goetschalck Mathijssen voor hem selven ende als man ende voecht van Cathalina Franssen sijn huijsvrouwe, Geerit Franssen oock voor hem selven ende mede als voecht met Joost Aertszoon als toesiender van wegen de weeskijnderen Peeter Franssen, Maijken Jacop Stappaers oock voor haer selven als mede voor haer weeskijnderen, met den voorschreven Godtschalck Mathijssen haeren gecoren voecht in dese. Ende gaven over met eender vrijer ghiften soo als recht is, Dirck Adriaenssen ende Cleijs Michielssen, poldermeesters van den Ouden Polder ende tot behoeve van dien, een block lants gelegen aende Hank binnen onsen doorpe voorschre-ven, genoempt Den Omhoeck. Soo groot ende cleijn dat aldaer gelegen is, met allen schauwen ende gebuer rechten daertoe met recht behoorende. Ende geloeffden die voorschreven comparan-ten dit selve block lants te vrijen ende te waren naden lantrecht.
Gedaen voor hemraders Jan Gijsbrechtszoon ende Handrick Janssen Buijs ende mij secretaris present. (Getekend) B. Joachims 1606

Folio 7r
Willecor Frans Dircxssen erffgenamen ten Berch
Handrick Janssen ende Cleijs Michielssen.
Eodem anno et die compareerden Handrick Janssen Buijs ende Cleijs Michielssen ende hebben geloefft ende verwillecort soo als recht is, deuchdelijcken schuldich te wesen ende te betalen de erffgenamen van Frans Dircxssen de somme van tachtentich rix gulden. Den gulden gerekent tot twintich stuijvers het stuck brabants. Spruijtende ter cause ende vuijt coope van een block lants breeder inde gifte gementioneert, op heden date van desen gepasseert ende die te betalen binnen acht ofte xiiij dagen na date van desen. Ende daerenboven hebben sij erffgenamen voorschreven noch besproken dat haer moeder Anneke Peeters, weduwe wij len Frans Dircxssen vrij sijn sal voor dit jaer in het geertgeelt van vier geerden lants, die sij noch heeft leggen inden Ouden Polder boven inde gifte gementioneert. Ende bij faulte van betalinge soo verbijnden sij comparanten hier voor dit voorschreven goet hare persoonen ende eijgen goederen, geen vuijtgesondert waer die gelegen oft bevonden mochten woorden. Dus geloeffden schout ende hemraders wederom haer comparanten vuijten name ende van wegen den Polder voorschreven te indimneren, costeloos ende schadeloos te houden van haer beloeftenissen aende erffgenamen van Frans Dircxssen voorschreven gedaen, hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrechtszoon. Actum ut supra.

Folio 7r
Vrij gifte voor Jan Franssen ende Adriaen Franssen sijnen broeder.
Opten ijen augustie 1606 compareerden Jan Andriessen den Jongen voor hem selven ende oock mede vervangende in desen sijnen swager Adriaen Thonissen tot Baertwijck. Jacob Govaertszoon voor hem selven. Thomas Janssen oock voor hem selven, ende Berthout Joachims secretaris voor Jan Berthoutszoon sijn bestevader. Ende oock mede voor Jan Adriaenssen Reijnen daer hij hem sterck voor maeckte. Midtsgaders oock voor den eersame Meester Hans de Hooge surgijn binnen Breda volgens sekere procuratie van date den xxxen junij 1606, gepasseert voor Melis Janssen no-taris ende sekere getuijgen aldaer. Ende hebben tzamen ende ieder bijsonder overgegeven met vrijer gifte soo als recht is, vuijt laste ende crachte als boven aen Adriaen Franssen ende Jan Franssen gebroeders, alsulcke vier geerden lants, als sij comparanten in qualite voorschreven heb-ben leggen inden amboecht van Ramsdonck, met den voorschreven Adriaen Franssen ende sijnen broeder ombe(sic)bedeelt gemeen. Streckende van beneden den Dieffdijck aff suijtwaert op totte Nieuwe Varte toe, oft in alder voegen en manieren haere voorsaten dit goet beseten ende gebruickt hebben. Jan Adriaen Peerhuiben kijnderen met haren erve gelegen aende oost sijde ende Willem Buijssen int voorschreven lant aende weestsijde. Met sijn gebuer rechten, schauwen ende leijdinge daermet recht toebehoorende ende gelooffden sij comparanten vuijten name ende van wegen voorschreven den voornoemde Adriaen Franssen ende Jan Franssen gebroeders dit voorschreven goet te vrijen ende te waren naden lantrecht_ Hemraders Dirck Adriaenssen ende Willem Wouters-sen, actum ut supra mij secretaris present. (Getekend) B. Joacimsz
Transport voor Adriaen Thonissen opt Veer.

Folio 7v
Op heden desen xxxen octobris 1606 compareeerden voor schout ende hemraders nabeschreven tot Ramsdonck, den eersamen Cornelis Adriaenssen Reus inwoonder tot Sgravenmoer als ge-mechtich van Cornelis Huijbrechtszoon, soo voor hem selven als inden name ende in desen ver-vangende ende hem sterck makende voor Lijsken Huijbrechts¬dochter zijne suster, ende Bastiaen Joachimssen beijde woonende te Gouda. Midtsgaders Adriaen Dircxssen van Hulten inden name en als voecht van Anneken Vassendochter, weduwe van wijlen Dirck Janssen van Hulten zijne moeder, blijckende bij procuratie voor Borgemeesters, schepenen ende raet der stede Geertruiden berge opten achtsten aprilis 1606 gepasseert, met het voorschreven stads segel besegelt in groe-nen wassche ende onderteijckent J van Mansdale, ons schout ende hemraders gebleken ende voorgelesen. Ende heeft vuijt crachte ende name van dien overgegeven met vrijer giften soo als recht is Adriaen Thonissen de hem van alsulcken stuck lants ombedeelt genaempt Brennielant (Brenineland), als sij comparanten hebben leggen op het Veer, mette erffgenamen van Sijmon Lemmens saliger, met Dilis Vassen gemeen streckende vande Buijtendijcxssen dwerssloot aff tot-ten dwerssloot vande aenwas van Maijken Thonisdochter lant toe, den Kercken sloot west ende Adriaen Thonissen den Jongen oost. Met sijn schchauwen (sic) leijdinge ende gebuerlijcke rechten daarmet recht toe behooren. Ende geloeffden Cornelis Adriaenssen Reus den voorschreven Adri-aen Thonissen vuijte naeme ende crachte als boven dit voorschreven goet te vrijen ende te waren naden lantrecht ende allen voorcommer aff te doen al sonder fraude. Actum ut supra, hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrechtszoon. (Getekend) B. Joachims secretaris

Folio 8r
Inventaris van alsulcke haeffelijcke goederen, imboel ende huijsraet midt sijn alle erffgoederen met-te incoomende ende vuijtgaende schulden als Cornelis Huijbrechtszoon saliger metter doot geruijt ende astergelaten heeft ende gelijck Baelken Dircxdochter huijsvrouwe vande voorschreven Cor-nelis saliger die met Thonis Cornelissen haren gecoren voecht in desen, tegens haer twee soenen Huijbrecht ende Wouter Thijs haer behoutson, met Jan Adriaen Claessen haeren assistent in desen, als voechden ende toesienders van haer ander susteren ende broeder, op dach ende datum onder-geschreven int bij wesen van schout ende hemraders als opervoechden geloot ende geerffdeelt hebben.
Inden iersten vande erffelijcke goederen. De weduwe Baelken Dircxdochter is bij blinde lotinge ge-vallen op het huijs metten erffe gelegen inde Molenpat, met noch een blocxken lants beijde vrij we-sende gelegen in Engelant.
Hier tegen zijn de voorschreven weeskijnderen gelodt ende geerffdeelt op een block lants gelegen int Brock tegen Adriaen Franssen. leder met den commer daerop staende te weten derthien pont groot min eenen gulden.
Alle andere incomende ende vuijtgaende schult sullen partijen tzamen schieten ende genieten.
De haeffelijcke goederen, huijsraet ende imboel sijn bij blinde lotinge gecavelt ende geerffdeelt in voegen ende manieren als hier naer beschreven staet.
De weduwe voorschreven is gevallen op dese nabeschreven goederen, inde ierste op Wouter Ma-thijssen bonte koe, noch een koeijken genoempt den Braber, eenen stier, een swart kalff, eenen koperen kandeler, het minste bedde, de spaentste deken, twee kussens, een tafelken, een tenne-schotel, een ketelken, eenen eemer, twee vande beste melcktonnen, een nieuwe kiste, vijff stoelen, drije paer lakenen, twee fluwijnen, xiiij vuijcken, het quaetste vogeltauwe, de beste lerssen, een schiere bort, vijff voeder hoijs , de helft vande bleckelinge.
Hiertegens zijn de weeskijnderen geloot ende gevallen bij blinde lotinge als voors staet op de goe-deren hier naer beschreven.
Inden iersten op Baelkens bonte koe, een versse van haer ierste kalff, een hockelinge versse, een root kalff, de minste tenneschotel, het beste bedde mette haren deken, twee kussens, een tresoir-ken, een ketelken, de beste tenneschotel, eenen eemer, de kerne, eenen koperen pot, vijff stoelen, drije paer lakenen, twee fluwijnen, xiiij vuijcken, het beste vogeltau, de quaetste lerssen, vijff voeder hoijs, de helft vande bleckelingen.
Ende sooer noch eenich goet boven dit voorschreven bevonden woort ende hier niet gespecificeert in staet, sullen de weeskijnderen tegen haer moeder mogen deijlen halff ende halff. Voort is conditie dat allen het tauwe, de schutvisserije aengaende soo schuijten als netten, taen, ketel ende dierge-lijcke blijft noch ombedeelt, gelijck ooc doet ettelijcke grint die sij in pachting hebben van Michiel Mathijssen schout tot Waspijck. Dat sij altzamen sullen gebruijcken, ende de lasten malcanderen helpen dragen soo dat behoort, ende hebben de voorschreven partijen met de arbiters Jan Adriaen Claessen die de minute van desen tot vastich ter presentie ondergeschreven hebben geteijckent, hier mede vertegen den eenen op des anderen gedeelte ende haer bedanck der goeder deijlinge. Gelovende deste t’onderhouden ende tachtervolgen op een pease van tzestich gouden realen te verbueren ende die te gaen nae peijnen recht.
Aldus geschiet ende gepasseert voor Frans Geeritszoon schout, Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen als hemraders opt xiijen octobris 1606, mij secretaris present ende mede condich. (Gete-kend) B. Joachims

Folio 8v
Eodem anno et die compareerden voor Frans Geeritszoon schout tot Raamsdonck, Dirck Adri-aenssen ende Jan Meussen als hemraders ende oppervoechden, Huijbrecht Cornelissen sone van Cornelis Huijbrechtszoon saliger ende Wouter Mathijs Wouterssen als man ende voecht van Lijntken Cornelis dochter saliger voorschreven, met Jan Adriaen Claessen haren assistent in dezen, als voechden ende toesienders van haar vaders ende moeders vijff onmondige weeskens haer susters ende broeder genaempt de vier dochteren Erken, Nanneken, Janneken ende Peeterken Cornelis gesusters, met noch eenen soone genoempt Adriaenken. Ende hebben de voorschreven kijnderen van schout ende hemraders als oppervoechden aengenomen, ende geloeft int bij wesen van haer moeder Baelken Dircxdochter met Anthonis Cornelissen haren gecoren voecht in desen, gelijck sij aennemen ende geloven midts desen haer voorschreven susteren ende broeder op te brengen tot dat het iongste kijnt mondich wesen sal, ende die te alimentenren met cost ende dranck, cleden ende reden, eerlijck ende tamelijck na haeren staete, sieck ende gesont geene tijt van prijkel vuijtgescheijden. Ende daervoor zullen sij comparanten geswagers genieten de bladinge van alle erff ende haeffelijcke goederen, huijsraet ende imboel, als sij op dach ende datum voor-schreven van haer moeder voorschreven gedeijlt hebben. Achtervolgende de voorschreven deij-lingen ende den inventaris daer bij gevoecht, dan sullen tvoorschreven erffgoet enen groot moeten houden, gelijck sij oock sullen moeten doen alle haeffelijcken goederen, huijsraet ende imboel. Dan dese haeffelijcke goeden bij schout hemraders ende ende(sic) goede mannen voorschreven geestimeert wesende op een hondert ende thien rix gulden, is haer comparanten geconstienteert soe het geviele dat sij de sommige veraliemeerde ofte vercoften tot haren schonste dat sij sindts tellende de voorschreven somme aen haer susteren ende broder als het iongsten kijnt mondich wesen sal vrij sullen wesen resternierende niettemin haer kijnts deel inde voorschreven somme, soo wel als in het erffgoet. Ende bij faulte dat sij comparanten dese aenemingen niet en voldeden in heel oft in deel, sullen sij hiervoor te parade haren persoenen ende goederen hebbende ende ver-crijgende, geen vuijt gesondert, waer die gelegen oft bevonden moechten woorden. Hemraders quibus ut supra. Actum ut supra.

Compareerden alnoch ten voorschreven dage in presentie als boven, Joachim Wijtenssen ende geloeffden vuijt sijnen vrijen eijgen wil, Baelken Dircx ioncxste dochterken genaemt Peeterken te alimenteren in cost en dranck tot sijnen mondigen dage toe, soo verde Godt Almachtich hem ende zijn huijsvrouwe tzame soo lange int leven gespaert. Mij secretaris present. (Getekend) B Joa-chimsz 1606

Folio 9r
Adriaen Adriaenssen Lange, Lambrecht inden Salm
Opten xiijen octobris 1606 compareerden Lambrecht Peeter Lambrechtszoon borger tot Geertruij-den berch, ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, Adriaen Adriaenssen den Langen een halff stuck lants. Soo groot ende cleijn ende in alder manieren als het selve goet Lambrecht voor-schreven aenbestorven ende van sijn voor ouders gecomen is, gelegen int Broeck aster Cornelis Adriaenssen Meijen. Streckende dese erffenisse van Cornelis Adriaenssen Meijen voorschreven erve aff met t noorden eijnt suijtwaerts op ter halver Kae toe. Gelandt aende oistsijde ten naeste Adriaen Adriaenssen den Langen voornoemt ende aende westzijde d’erffgenamen van Cornelis Adriaenssen. Ende dat met sijnder schauwen ende gebuerlijcke rechten van stegen en wegen daer met recht toe behoorende. Ende geloeffden Lambrecht voorschreven, Adriaen Adriaenssen den Langen dit voorschreven goet te vrijen ende waren naden lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen

Folio 9v
Michiel Mathijssen schout tot Waspik
De erffgenamen van Schalk Dircxssen
Op heden den xviijen octobris 1606 compareerden ter eenre sijde Godschalk Franssen die in desen mede vervinck Jacob Thonissen zijnen swager, Dirck Adriaenssen Kop als man ende voecht van Truijken Stevenssen zijn huijsvrouwe die in desen mede vervinck Maijken Stevenssen zijnde huijs-vrouwen suster. Jan Cornelissen vande Corput voor hem selven mede vervangende sijn broederen ende twee nichten Anneken ende Truijcken Cornelisdochter, wesende altzamen vrienden ende erffgenamen van Godtschalck Dircxssen saliger, verclaerden al mede geen erffgenamen van dier zijde meer te weten. Ten andere sijde compareerden als vrienden ende erffgenamen van Maergrietken Godschalcx huijsvrouwe voorschreven saliger, Jan Adriaen Claessen, Cornelis Jans-sen van Breede ende Adriaen Geeritszoon Sijmons ende haer voorts streck makende voor geheel haren stock. Cornelis Franssen ende Jan Adriaenssen Fijnenbuijck haer oock tzamen sterck ma-kende ende vervangen in desen haren stoeck. Rosier Coomanssen als man ende voecht van Maeijken Jan de Leuwsdochter sijn huijsvrouwe voor hem selve ende in desen mede vervangende Desterken Janssen sijnde hun vrouwen suster. Handrick Adriaenssen Timmer als man ende voecht van Neltken Peeterssen voor hem selven ende in desen mede vervangende Dingenken ende Wil-lemken Meusdochter met Anthonis Janssen van Gilsse sijnen oome. Dirck Adriaenssen hemraet hem sterck makende voor Adriaen Govaertszoon ende Anthonissken Govaertsdochter saliger ende Cornelis Janssen van Roosendael voor hem selven ende hem sterck makende voor sijn susteren ende broeders ende hebben tzamen ende ijeder bijsonder over gegeven met vrijer giften soo als recht is Michiel Matthijssen schout tot Waspijck, eenen acker saijlants gelegen tot Ramsdonck ontrent de Oude Schansse streckende van tHeren straet aff suijtwaert op tot Michiel Mathijssens voorschreven erve toe, Peeter Joachimssen erfgenamen met haren erven gelegen oost ende Mar-chelis Willemssen met sijnen erve weest. In alder voegen ende manieren als Godtschalck den voorschreven acker gebruickt ende beseten heeft met alle gebuerrechten van stegen ende wegen daermet recht over oft toe behoorende. Ende gelooffden sij comparanten vernoempt Michiel Ma-thijssens desen acker te vrijen ende te waren naden lantrecht, al sonder arch oft list, hemraders Dirck Adiaenssen ende Jan Meussen.

Folio 9v
Op heden dezen xven decembris 1606 compareerden Adriaen Thoonissen als schoonsoen van Dirck Quirijntssen ende heeft hem borch gestelt als principael sijnen persoen ende goederen heb-bende ende vercrijgende geen vuijtgesondert, voor sijnen vader Dirck Quirijntssen voorschreven ende dat voor het voeldoen van sijn vaders contributie ende alle andere gebuer lasten die hem van tdoorpts wegen ten last zullen geleijt woorden ende oock voor het misbruijck oft hem sijn vader misbruic inde reconstiliatie hem bij hare hoocheden vergunt ende verleent opten xxvjen septembris 1606. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrechtszoon.

Folio 10r
Eodem anno et die, compareerden de voorschreven erffgenamen alnoch ende hebben over gege-ven met vrijer giften soo als recht is, Marcelis Willemssen een huijs metten erve daaraen gelegen met allen het geene int voorschreven huijs nagelvast ende eertvast is, gelegen inde oude Schans-sen tot Ramsdonck. Marcelis voorschreven selffs met sijnen erve gelegen aende oist sijde, Peeter Adriaenssen Vender met sijnen huijs ende erve aende weestzijde. Streckende van Tseeren straet aff suijtwaerts op tot Jan Matheussens erve toe, met alle gebuer rechten ende contributien soo Goedschalck Dircxssen dat bewoont ende beseten heeft, midts dat den voorschreven Marcelis Willemssen vuijt dat voorschreven erve jaerlijcks sal blijven gelden iij stuivers per jaer sonder meer ende geloeffden de voorschreven erffgenamen den voorschreven Marcelis Willemssen dit voor-schreven goet te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen dage toe. Hemraders voorschre-ven.
(doorgestreept.)

Fol. 10r
Eodem anno et die, compareerden Marcelis Willemssen ende heeft gelooft ende verwillecort soo als recht is schuldich te wesen de voorschreven erffgenamen van Goetschalck Dircxssen ende Maergrietken sijn huijsvrouwe saliger altzamen de somme van een hondert twee ende vijfftich gul-den xiij1/2 stuijvers. Te betalen in drije termijnen te weten, (er tussen geschreven:) “nu terstont opde veste twee ende vijfftich rix gulden xiij½ stuijvers ende de resterende hondert gulden in twee termij-nen”, meij toecomende vijftich rijns gulden 1607 ende der resteren vijftich rix gulden te weten die volle betalinge meij dach daer naestvolgende anno 1608 verbijndende daervoor desen voorschre-ven goederen daer desen willecor affspruijt ende voor alle sijne andere goederen soo haeff als erff hebbende ende vercrijgende geen vuijtgesondert tot dat den lesten peninck metten iersten betaelt zal sijn. Hemraders. voorschreven.
Het gerechte dordepaert oft Lij½ gulden iij½ stuijvers van desen willecor sijn ten voorschreven dage betaelt in kennisse voorschreven.
Den tweeden peij daer dezen willecor affspruijt heeft Marcelis Willemssen betaelt aen handen Bert-hout Joachims, Jan Adriaenssen Claessen ende Jan Adriaen Fijnenbuijtk. Te weten vijftich rix gul-den opten xxxjen maij 1607, hier aen heeft Mercelis gecort x stuijvers voor gebrande wijn.
Den lesten peij ofte volle betalinge daer den willecor aff spruijt heeft Marcelis Willemssen betaelt opte xxven junij 1608.

Folio 10r
Erffdelinge vande voorschreven erffgenamen van Goetschalck Dircxssen saliger.
Op dach ende datum voorschreven compareerden in proprien personen boven aen dander sijde bij haer namen ende toenamen genomineert ende vuijtgedruck de gerechte erffgenamen van Godtschalck Dircxssen saliger ter eener sijde. Compareerden alnoch ter andere sijde, alle de voor-schreven erffgenamen bij haer namen ende toenamen oock aen d’ander sijde genomineert van Margrietken Peetersdochter saliger huijsvrouwe bij haren leven vande voorschreven Godtschalck Dircxssen. Ende hebben gesamenderhant overgebracht haer erffdeelinge van alle de astergelaten goederen, soo renten, obligatie, schultbrieven soe wel vuijtgaende als incomende schulden, als sij erffgenamen voorschreven vande voorschreven Schalck ende sijn huisvrouwe gedeijlt hebben.
Inden iersten sijn de vrienden ende erffgenamen gesamenderhandt van Godtschalck Dircxssen gecavelt ende geerfdeelt op een obligatie van vijffendetwintich rix gulden luijdende op Adriaen Wou-terssen tot Wasspijck, teen op een obligatie van een hondert ende ses rix gulden luijden op Jan Dircxssen oock tot Waspijck.
Item op een obligatie van Liij gulden luijdende op meester Adriaen woonende oock aldaer, noch op een obligatie van een hondert ende negenendevijftich rix gulden luijdende op Adriaen Wijtenssen oock tot Wasspijck.
Item noch op een brieffken van xiiij gulden luijdende op Cornelis Franssen mede erffgenaem van Grietmeij en.
Item noch op een obligatie van vijftich gulden luijdende op Dirck Schoenmakers tot Ramsdonck.
Item op een huerceel van Jan de Cuijper tot Waspijck van acht rix gulden.
Item noch op ettelijcke andere incomende schulden als onder opte obligatie van Adriaen Wouters-sen geschreven staet.
Inden iersten van Peeter Adriaenssen Vende met den coop van sijn stede tzamen xxvj gulden x stuivers, van Michiel Mathijssen vande coop van eenen acker hondert rix gulden, van Marcelis Wil-lemssen vande coop van het huijs Lxxvj gulden v stuijvers. Noch van het erffhuijs xxxv gulden x stuivers, dies moeten sij erffgenamen voorschreven Kier wederom affbetalen vuijtgaende schulden xLvij gulden.
Item hier tegen zijnde vrienden ende erffgenamen altzamen van Margrietken Peetersdochter voor-schreven gecavelt ende geerfdeelt t’erst op een obligatie luijdende op Adriaen Janssen Bogaert van hondert rix gulden, noch op een obligatie luijdende op Wouter Wouterssen tot Waspijck van twee hondert rix gulden ende twalff voorden intrest. Noch op een obligatie van hondert ende ses gulden luijdende op Huijch Peeterssen tot Waspijck.
Item op een schult brieffken luijdende op Peeter Adriaen Vender van lanthuer van xxij gulden.
Item noch op ettelijcke incomende schulden, als opde obligatie van Adriaen Janssen Bogaert ge-schreven staet terst van Michiel Mathijssen schout van Waspijck vuijt coop van eenen acker, compt haer noch hondert rix gulden. Van Marcelis Willemssen vande coop van het huijs Lxxvj gul-den v stuijvers, dus sullen sij erffgenamen vernoemt hier wederom aff moeten betalen, vuijt gaende schulden de somme xLvij gulden.
Voorts is bijde voorschreven erffgenamen gecondioneert ende merckelijcken ondersproken dat oft het gebuerden datter eenige obligatien oft schultbrieven waren daer mist verstant in ware gebruickt oft tot haer penningen niet en conden comen, dat de voorschreven erffgenamen altzamen malcan-deren die schade sullen helpen dragen ende het een soo goet maecken als het ander, met noch alle andere schulden die naemaels noch op soude moegen rijsen, daermen voor date van desen niet van geweten heeft als naer behooren. Ende hebben vertegen de voorschreven partijen hier mede den eenen op des andere gedeelte ende haer bedanckt der goeder deijlingen, gelovende dese te onderhouden ende tachtervolgen op een pene van vijftich rix gulden te verbueeren ende te gaen na peijnen recht. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen ende mij als secretaris. (Gete-kend) B. Joachims
(kantlijn.)
van het erffhuijs oock de somme van xxxvj gulden dico 36 gulden.

Folio 11r
Gifte oft donatie van Willem Wouterssen aen onsen Heiligengeest tot Ramsdonck van twee ende een halff geerde lants int Molenweer.
Inden naem ons Heeren amen. Op heden desen xxiiijen novembris 1606 compareerden voor Frans Geeritszoon schout ende richter inden ambacht van Ramsdonck, Dirck Adriaenssen ende Jan Meussen hemraders inden selven amboecht, den eersamen Willem Wouterssen mede hemraet ende out kerckmeester van onsen doorpe voorschreven, als man ende voecht vande eerbare An-neken Jansdochter sijn wettige huijsvrouwe, aensiende ende aen¬merckende dat op deser werelt niet sekerder en is als die doot ende niet onsekerder als die ure der selver. Gesont van lichame en-de sijn vijff sinnen over al wet machtich wesende ende gebruijckende, gaende, staende, eetende ende drinckende, heeft vuijt liberaelheijt ende zijnen vrijen eijgen wille, daertoe ombedwongen oft verleijdt van ijemanden soo hij seijde. Ende verclaerden gegunt, gegeven ende gemaeckt, gunt, geeft ende maeck midts desen onwederroepelijck ende eewelijck met vollen recht, nae zijnder comparants huijsvrouwe doot terstont aente veerden onse Heiligengeest tafele van Ramsdonck, den eersamen Adriaen Franssen onsen geswooren Heijligeestmeester present zijnde. Ende accep-terende tot des voorschreven Heiligengeest behoeve alzulcke twee ende een half geerde oft mer-gen lants als hij comparant met zijn huijsvrouwe binnen onsen doorpe voorschreven ontrent de kercke heeft leggen, in een weer lants van achtien geerden.
Waervan de voorschreven kercke met haren erve gelegen is oost ende Jan Geeritszoon erffgena-men west, streckende wander Dongen aff cent zuijteijnde noortwaert op ter halver Masen toe. Met sijn gebuerrechten, schauwen, leijdinge, dijcken ende dammen, steginge ende weginge daermet recht over ende toe behoorende. Midts conditie ende besproken voorwaerden, dat hij comparant soo lange zijn huijsvrouwe Godt Almachtich op deser werelt gesparen zal, altijts gebruijcken zal in plaetsse vande dardalff geerde doorgaende lant, negen geerden gelegen inde voorschreven xviij geerden te weten maer vande dijck aff aster de kerck voorschreven totte Kul toe. Ende daer voor zullen de voorschreven Heiligeestmeesters wederom gebruijcken tot des Heijligengeest behoeve dese voorschreven derdalff geerde lants voorts overal binnen ende buijten salvo, dus sal ijeder naer zijn lant de contributie betalen gelijck zij tot noch toe gedaen hebben ende naer zijn gebruick den dijck ende schauwen onderhouden. Actum ut supra, hemraders quibus ut supra ende mij secretaris present.
(getekend) B. Joachimsz

Folio 11v
Aneminge in plaetsse van erffdeelinge van Dingeman Segerssen Buijs saliger onmondich weeskijnt verweckt bij Janneken Janssen zijn wettige huijsvrouwe.
Compareerden voor Frans Geeritszoon schout inden amboecht van Ramsdonck, Dirck Adri-aenssen ende Handrick Janssen Buijs hemraders inden selven amboecht, als oppervoechden van weduwen ende weesen Janneken Jansdochter, weduwe wijlen Dingeman Segerssen Buijs met Lauwereijs Martenssen haren oom ende gecoren voecht in desen. Ende is minnelijcken overcomen ende veraccordeert, in plaetse van erffdeeling met Seger Handrixssen Buijs bestevader ende Cor-nelis Segerssen zijnen oudtsten soene als voechden ende toesienders, van het onmondich wees-kijnt, astergelaten bijden voorschreven Dingman Segerssen zijnen broeder, nu onlancx dezer werelt overleden. Als dat Janneken Jansdochter haer onmondich weeskijnt genaempt Lijntken Dinge-manssen tot zijnen mondigen dagen toe, sal opbrengen ende alimenteren in cost ende dranck, cleeden, reeden, van schoen, coussens, linden ende wullen. Ende voorts alles doen gelijck een goede moeder haren kijnde toestaet ende behoort te doen, geenen tijt van perijkel vuijtgescheijden, nae hare sace alteijt ende machte soo dat behoort.
Ende sal oock gehouden wesen het voorschreven kijnt te laten leeren leesen ende schrijven, soo men binnen doorpts schole is houdende. Ende daervoor sal sij weduwe voorschreven behouden allen het goet, niet ter weerelt vuijtgescheijden, waer dat gelegen oft bevonden moecht woorden, soo wel vuijtgaende als incomende schulden, gelijck Dingeman Segerssen saliger dat metter doot geruijmt ende astergelaten heeft. Ende haren vrijen eijgen wille daermede mogen doen, wel-verstaende dat Janneken Jansdochter haer onmondich weeskijnt tot zijnen mondigen dagen ge-comen sijnde oft houwelijcken staete. Daertoe versoecht zijnde eens tot een recogintie van zijn va-ders goet sal vuijtreijcken de somme van vijff ende twintich rix gulden, den gulden gerekent tot xx stuijvers t stuck. Ende bij alduren dat het voorschreven weeskijnt afflijvich woordt zullen de voor-schreven xxv gulden gedeijlt woorden bijde gerechte vrienden ende erffgenamen van tsvaders zij-de, naden rechte van Zuijtholland.
Ende bij faulte van de voldoeninge vande voorschreven penningen verbinde is Janneken Janssen hier voor mijnen persoen ende goederen, geen vuijtgesondert remintierende (remitteren) tot dien eijnde van alle benefitien van riechten die mij tot voordeel ende mijn weeskijnt oft zijne erffgenamen hinderlijck of preniditrabel souden mogen weesen, om haer daer aen te mogen verhalen met al-zulcken recht alst haerlieden believen ende goetducnken zal besonderlijck een ijeder hier zijn recht.
Actum dezen xiiijen decembris 1606, hemraders ut supra, mij secretaris present ende mede con-dich. (Getekend) B. Joachimsz

Folio 12r
Maijken Peeterssen Boequet.
Compareerden opten xxiijen decembris 1606 voor Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck, hem-raders Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrechtszoon. Den selven Jan Gijsbrechtszoon geauthori-seert ende gedenomineert weesende, in absentie van Jan Franssen sone van Frans Geeritszoon schout voorschreven, door den voorschreven schout die daer toe gemechticht was bij procuratie voor notaris Berthout Joachimssen residerende tot Ramsdonck ende sekere getuijgen gepasseert opten xxen decembris 1606 voorschreven, vande eerbare Maijken Hermanssen woonende tot Geertruidenberge, weduwe van wijlen Frans Meussen ende Janneken Franssen hare dochter met Corstiaen Janssen vander Made harenden gecoren voecht in dezen, de voorschreven Maijken Hermanssen mede als last ende procuratie hebbende van Bartholomeus Franssen haren soen. Ge-passeert voor Melis Janssen openbaer notaris residerende beijde tot Breda ende sekere getuijgen opten xijen decembris anno voorschreven, ons schout ende hemraders de twee voorschreven pro-curatien gebleken ende voorgelesen. Ende heeft hij Jan Gijsbrechtszoon voorschreven, vuijt crach-te ende name van dien overgegeven met vrijer giften soo als recht is, aen d’eerbare Maijken Her-manssen van Coennegraft, weduwe van wijlen Peeter Wouterssen Boequet woonende tot Geer-truijdenberge, een stucxken hoijlants groot ontrent twee geerden ende een vierdendeel, luttel min oft meer gelegen tot Ramsdonck voorschreven aster de kercke int Molenweer, gemeen mette erffge-namen van Cornelis Pauwelssen saliger, molder aldaer. Streckende vande dijck aent zuijt eijnde noortwaert op totte Kil toe, oft in alder voegen ende manieren haerlieden dat competeert ende bij Frans Bartholomeussen haren man ende vader respective saliger astergelaten is, met sijn schau-wen ende gebuer rechten daer met recht toe behorende. Ende geloeffden hij comparant vuijt den name ende crachte alsboven dit voorschreven goet te vrijen ende te waren na den lantrecht. Hem-raders ut supra actum als boven. Berthout Joachimsz

Folio 12r
Compareerden eodem anno et die, Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck voor Dirck Adri-aenssen sijnen stadthouder ende Jan Gijsbrechtszoon mede hemraders ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, vuijt crachte van seke procuratie op hem gepassert bij Melis Janssen open-baer Notaris tot Breda ende sekere getuijgen opten viijen decembris 1606, ons hemraders gebleken aen Berthout Joachimszoon onsen secretaris (tot Ramsdonck doorgestreept) ende dat van wegen meester Jan de Hooge, chijrurghijn der stadt Breda alzulcke vijfftalff geerde lants, als hij meester Jan voorschreven heeft leggen int Meuleweer int Veen (int Molenweer doorgestreept) met Aentken Adriaen Schouten tot Ramsdonc gemeen. Streckende vande Kreck aff suijtwaert op totter Donga toe, oft soo groot ende cleijn hem dat competerende is met zijn gebuer rechten, ende geloeffden hij schout voorschreven, den voorschreven Berthout Joachimssen dit voorschreven goet te vrijen en-de waren na den lantrecht. Hemraders ut supra.

Folio 12v
Opten xxvjen martij 1607 compareerden voor Frans Geeritszoon schouteth inden amboecht van Ramsdonck, hemraders Jan Gijsbrechts met Handrik Janssen Buijs, den eersamen Meus Jan Meussen voor hemselven, Geeraert Janssen sijn broeder met Seger Janssen sijnen oom ende voecht, als naecolingen ende erffgenaemen van Jan Meussen haeren vader saliger ter eenre. Lijntken Adriaenssen met Jacob Janssen Buijs haeren oom ende gecoren voecht in desen, mede vervangende oock in desen haere suster Maijken Adriaenssen als nacomelingen ende erffgenamen van Lesken Martenssen, huijsvrouwe als sij leffden vande voorschreven Jan Meussen ter andere sijden. Ende alzoo sij sekere geschil ende different metten anderen waeren hebbende, deen van sijn vaders besterft, dander van sijn moeders, het dorde van vercoeft goet waer van den vader Jan Meussen met Lesken sijn huijsvrouwe tot haeren proffijte de peninge geint ende genoten hadden, soo sijn sij met den anderen duer tusschen spreken van schout ende hemraders vernoemt, minne-lijcken overcomen ende veraccordert, in voegen ende manieren nabeschreven, op een peijnen van vijftich gulden dier vuijtscheijt te verbueren ende die te gaen nae peijnen recht.
Inden iersten sal Meus Janssen gemeten vuijt het gemeijn goet, voor de aeneminge van sijn moe-ders besterft het sij in gelt oft goet soo sij dat sullen accorderen (kantlijn.) volgens de aeneminge voor den voorschreven schout ende hemraders tot Ramsdonck gepasseert den xe october 1?.086(?) eens de somme van xxv gulden. Ende daerenboven noch een koe oft een bedde son-dermeer, ende Geeraert Janssen sijnen broeders sal van gelijcken voor aff van het gemeijn goet hebben ende genieten voor twee geerden binnendijcx lant, die sijn vader Jan Meussen van sijn moeder oft bestevaders goet vercoft hadde ende de peningen daervan geint als voorseijt is, eens de somme van negen pont groote Vlaems ende twee rix gulden sonder meer. Behalven noch dat den selven Geraert Janssen sal genieten sijn gerechticheijt in seven ende twintich rix gulden hem van gelijcke competerende ende de voorschreven erffgenamen kennelijk genoech is.
Waermede hij hem met Seger Janssen sijnen oom ende voecht behalven sijn vaders besterft van alle voorgaende actien haer wel te vreden sijn houdende soo sij seijden ende verclaerden. Ende de twee dochters sullen hebben voor aff vangelijcken voor haer vaders besterft alsoer meij ent geen aneminge en is geweest, twee de beste hockelinge oskens waer mede sij, met Jacob Janssen hae-ren gecoeren voecht haer oock te vreden sijn houdende nu ende te eewigen dagen. Alwelcke voor-schreven goeden ende geloeffde penningen de voorschreven erffgenamen ende kijnderen van Jan Meussen ende Lesken sijn huijsvrouwe saliger, sij malcanderen vuijt het gemeijn haeffelijck goet oft bedeelt erffgoet haer bij den selven Jan Meussen ende sijn huijsvrouwe astergelaten, sullen moeten goet doen onder verbantenissen als voorschreven. Hemraders als boven mij secretaris present. (Getekend) B. Joachimsz

Folio 13r
Op heden desen xxvjen martij 1607 sijn voor Frans Geeritszoon schouthet tot Raemsdonck, Jan Adriaen Gijsbrechtszoon met Handrick Janssen Buijs hemraeders inden selven doorpe voorschre-ven in haeren propren persoenen gecompareert, de gerechte erffgenaemen van Jan Meussen me-de hemraet als hij leeffde ende Lesken Martenssen zijn huijsvrouwe, de voorschreven Jan Meus-sens twee voorsoenen, Meus Janssen ende Geeraert, met haer voechden te weten met Jan Adri-aen Gijsbrechtszoon als voecht van Meus Janssen als hij noch onder voechdeschap stont ende Seger Janssen als voecht van Geerit Janssen sijn susters soen. Lijntk Adriaenssen met Jacob Janssen Buijs haeren oom ende gecoren voecht mede vervangende Maijken Adriaenssen haere suster als wettige voorkinderen van Lesken Martenssen huijsvrouwe vande voorschreven Jan Meussen. Ende hebben gesaemenderhant aengebrocht haer erffdeijlinge vande erffgoederen hem-lieden asstergelaeten bij haerlieder vader ende moeder voorschreven.
Inden iersten is Meus Janssen met Geeraert sijnen broeder bij blinde lotinge gecavelt ende geerfdeelt op vier perceelen lants, vrij behalven sijn gebuer rechten ende contributien oft bij aldus dat daerijet meer op soude moegen comen van leen, renten oft anders, sullen sij malcanderen moeten vrijen nu ende ter eeuwigen dagen (kantlijn: ende daerniet tegen moegen doen oft doen oft doen (sic) inden rechte oft daerbuijten in eniger manieren onder verbantenisse als nae rechte) t’ierst een weijen gelegen aende kerck soo die aldaer gelegen is.
Item eenen acker aende schutskoije streckende vander halffver Geijlsloot aff totter halffver kreck toe.
Item eenen acker soo groot ende cleijn als die rode hoeven gelegen is.
Item een halff weerken lants gelegen met Geeraert Janssen sijnen soen gemeen, streckende van-der halffver Bersscher straet aff ter halffver Kil toe. Ende alsoo dese vier parcelen lants beter be-vonden woorden dan de twee dochters gedelte sullen sij die metten iersten moeten vuijtreijcken vijff ende twintich gulden sonder meer. Ende is Lijntken Adriaenssen met Maijken haer suster hier te-gens bij blindelotinge gecavelt ende geerfdeelt op het huijs mette schuere ende lant met vierdalve gulden daervuijt jaerlijks is gaende soe de selve opte Bergen gelegen is.
Item alsoo de voorschreven erffgenamen noch hebbben een geert lants luttel min oft meer staet noch onder haer vieren te parten ende deijlen gelijck oock doen alle haeffelijcke goederen, koij, kalif, bedt, butt, twee veertelen erffs rogs op eenen persoen tot Donghen woonende, schult ende wederschult hoe die oock soude moegen wesen oft waer die bevonden souden moegen woorden, die sij malcanderen sullen moeten helpen dragen nae behooren, behalven noch dat sij malcanderen bij accorde toe hebbe geseijt, deene van sijn moeders besterft ende d’ander vande vader ende an-ders volgens tvoorschreven accorde, oock op date van desen gepasseert.
Ende hebben vertegen die voorschreven partijen hier mede den eenen op des anderen gedeelte ende haer bedanckt der goeder deijlinge geloevende dese tonderhouden ende tachter volgen op een pene van vijftich gouden roijalen, te verbueren te gaen na pejnen recht.Actum ut supra presen-tibus ut supra mij secretaris present. (Getekend) B. Joachimsz 1607

Folio 13v
Transport voor Jan Adriaen Willemssen opt Veer.
Dezen ijen aprilis sesthienhondert ende seven compareerden voor Frans Geeritszoon schout inden amboecht van Ramsdonck ende met hem als hemraders Dirck Adriaenssen ende Handrick Jans-sen Buijs, Merten Adriaens Clauaertszoon woonende tot Ramsdonck als gemechte van Dirck Sij-monssen van Theijlingen tot Geertruijden berge. Vuijtwijsens sekere procuratie op hem gepasseert voor borgemeesters, schepenen ende raet der stede Geertruijdenberge voornoemt, weesende van date den xxiiijen februarij anno voorschreven ende met des voorschreven stadts segel besegelt, in groenen wassche, onderteijckent J van Mansdale. Ons schout ende hemraders voornoemt geble-ken ende voorgelesen ende heeft vuijt crachte van dien, over gegeven met vrijer giften soo als recht is, Jan Adriaen Willemssen oock woonachtich tot Ramsdonck, alsulcken dordepaert oft ge-rechticheijt, van een plecxken lants als hij constituat binnen onsen doorpe heeft leggende, groot int geheel ontrent eenen mergen ombegrepen der juster moeten.
Streckende vander Dongscher straet aff ter halver Kil toe, oost gelegen Seger Handricxssen Buijs ende weest Adriaen Geerit Thonissen met Adriaen onder den Wijngaert eertijdts grint geweest zijn-de, als hem constituant voor den dordepaert met Lijon Graesbeck als man ende voecht van Lijsbeth Joosten van Teijlingen zijns constituants moeijken, voor de resterende twee dordepaerten is compe-terende ende aenden voorschreven Jan Adriaen Willemssen vercoecht, welcke twee dordepaerten den voorschreven Merten Adriaenssen vuijt den name vande voorschreven Lion oock midts desen is overgevende aenden selven Jan Adriaen Willemssen met vrijer giften soo als recht is. Presenti-bus schout ende hemraders als boven ende dat oock mede vuijt crachte van sekere procuratie op hem gepasseert voor de magistraet van Dordrecht wesende van date den xen februarij anno voor-schreven besegelt met des stadt segel onderteijckent J. van Lijnden.
Ons schout ende hemraders oock gebleken ende voorgelesen, ende dat met zijn schauwen, gebuer rechten ende contributien, ende geloeffden den voorschreven Meerten Adriaenssen vuijt crachte als boven, den voornoemde Jan Adriaen Willemssen deze voorschreven drije dordendeelkens lants te vrijen ende waeren na den lantrecht. Actum ut supra, hemraders ut supra.
Ende bekenden den voorschreven Lion Graesbeck van dit voorschreven goet vol ende al betaelt te weesen van Jan Adriaenssen Staessen, met de somme van een hondert ende drije rijcx gulden, als bleeck bij sijne quitantie met zijn eijgen hant onderteijckent weesende de dato anno 1607 19e maij.
Vangelijcken bekenden oock bij zijne quitantie Dirck van Teijlingen vol ende al betaelt te weesen van Jan Adriaenssen voorschreven, met de somme van eenende vijftich gulden, x stuijvers, we-sende zijne quitantie de dato viijen septembris anno 1607 concordat hec in substantia cum ut supra, originali quod attestor. (Getekend) B. Joachimsz 1607
Transport voor Meus Janssen met Geeraert Janssen zijnen broeder.

Folio 14r
Eodem anno et die voor schout en hemraders voorschreven compareerden Handrick Janssen Buijs mede hemraet als gemechtich van Adriaenken Dircxdochter, weduwe wijlen Jan Aertszoon Timmerman, met Dirck Janssen haeren soene soo voor sich selven, als oock haeren gecoren voecht in desen voor deene helft ende Jacob Willemssen als vader ende toesiender van Ja-cobmijntken Jacobs zijne dochter daer de voornoemde wijlen Jan Aertszoon in sijnen leven voecht aff was, voor d’andere helft blijckende bij procuratie op hem gepasseert voor de magistraet van Geertruijden berge, wesende van date den xxxen martij anno voorschreven met des stadts segel besegelt in groenen wassche ende onderteijckent J van Mansdale, ons schout ende hemraders geblecken ende voorgelesen. Ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, vuijt crachte van dien Meus Jan Meussen ende Geeraert Janssen sijnen broeder als erfgenamen van saliger Jan Meus-sen haren vader, alsulcken sesthien geerden block lants, soo groot ende cleijn de selve gelegen sijn binnen onsen doorpe op de Bergen. Seger Janssen met sijnen lant gelegen oostwaerts ende Joost Aertszoon Buijs met sijnen lant ende erve gelegen weestwaerts. Streckende vander halver GeijIsloot aff suijtwaerts op totter halver krecken toe, met sijne schauwen, contributien ende gebuer rechten. Ende geloeffden den voorschreven Handrick Janssen Buijs den voornoemden Meus Janssen met Geeraert Janssen, sijnen broeder dit voorschreven goet, vuijt crachte vande voor-schreven procuratie, breder vuijtwijsen der selver te vrijen ende te waren na behoren. Actum ut supra presentibus
Ende bekende de vercooperen inde voorschreven procuratie vanden coop van dit voorschreven lant vol ende al betaelt te zijn.
(kantlijn.)
Den xvijen mert 1620 soo is dit goet bij Adriaen Conincx ende Jan Cleijszoon hemraders getauxert op 400 gulden d’enhelft gereet ende danderhelft over een jaer.

Folio 14v
Op heden desen xjen aprilis 1607 soo heeft Jan Wouterssen van Adriaen Cornelissen den gerechten bestorven voecht ende Willem Adriaenssen als toesiender van Jantken Janssen, Aentken Janssen ende Judich Janssen zijne drije weeskijnderen met decreet ende advijs van Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck ende Dick Adriaenssen met Jan Gijsbrechtszoon hemraders als opper-voechten aengenoemde te alimenteren zijne drije voorschreven weeskijnderen in cost ende dranck ende te onderhouden in cleeden, reeden, schoenen ende coussen, linden ende wullen ende voorts in alles den voorschreven kijnderen noodich weesende, eerlijck na zijnen staet, ende mede ter scholen te laeten gaen geduerende dese aneminge den tijt van vier ierstcomende jaren sonder lan-ger ende dat voor alle de haeffelijcke goederen geen vuitgesondert schult ende wederschult den voorschreven weeskijnderen van Jacob Adriaenssen haere moeder saliger astergelaten dan oft het gebuerde dat Godt verhoeden wil, ende hij middelertijt dese kinderen met zijn Goddelijcke gave quamete visiteren soo sullen zij die costen oft lasten vande erffgoederen daer haeren vader die voorschreven vier jaeren lanck de bladinge ofte jaerlijcks incomen maer aff en sal genieten, mal-canderen helpen dragen, voorts is conditie dat den vader zijne voorschreven kijnderen oft haere erffgenamen na d’ixpuratie vande voorschreven vier jaeren sal moeten vuijtreijcken de gerechte helft van alle erffgoederen haer bij haer moeder saliger astergelaten ende hierna gespecificeert vrij van renten, contributien, somma in alles.
Inden iersten het halff huijs metten erve soo die gelegen is op de Bergen, streckende vande Her-straet aff ter halver krecke toe, welcke voorschreven huijs den vader voorschreven middeler tijt oock zal moeten onderhouden van nottelijcke repoiratie tot sijnen lasten. Item de hell van achttalff geerden lants streckende van tvoorschreven huijs totte Kil toe.
Item noch de helft van een geerde lants gelegen inde Donck teijnden dit voorschreven lant. Item noch de helft van eenen acker gelegen in de Schanssen met de helft van het veldeken daerteijnden aengelegen.
Item de helft van een ackerken gelegen teijnden de Rosmolen, streckende van voorschreven moe-ten totten Dieffdijck toe.
Item een halff block lants gelegen int Veen ende alsoo den vader dat lant vercoft heeft ende soo den coopman sijnen coop staet sullen sijn kijnderen de helft vande penningen daervan comende genieten.
Item ende ten lesten sullen de voorschreven weeskijnderen van gelijcken genieten met haeren va-der haer gerechticheijt in de vier jaeren in Maijken Jacobs besterft haer nichte, tzij in gelt oft goet na behooren. Alles sonder arch oft list. Hemraders ut supra ende mij secretaris present. (Getekend) B. Joachimsz 1607

Folio 15r
Op heden dezen vjen julij 1607 compareerden Claes Adriaenssen met Joachim Adriaenssen Ac-kerman van Oisterhout als voechden ende toesienders van Aert Domissen ende Sijken Ackermans kijnderen, ende hebben over gegeven met vrijer giften soo als recht is, Willem Adriaen Ackermans-sen alzulcken hoijlant als de voorschreven weeskijnderen int Veen tot Ramsdonck gelegen hebben, ombegrepen der juijster maten. Streckende vander Krecken aff zuijt waert op ter halver Nieuwer Vaerten toe. Mathijs Willemssen gelegen oost ende Jonker Carel van Benten weest. Met zijn schauwen ende leijdinge ende gebuerrechten daermet recht toe behoorende midts conditie, dat Willem voorschreven de voorschreven weeskijnderen dit lant noch ses jaeren wederom sal laeten volgen midts conditie dat sij hem wederom sullen restitueren, soo veel peningen als hij daervoor betaelt heeft, met behoorlijcken intrest ende geloeffden de voorschreven voechden ende toesien-ders den voorschreven Willem Ackermans dat goet te vrijen ende waeren nae den recht vanden lande. Hemraders Dirck Adriaenssen die Jan Gijsbrechtsen zijnen mede hemraet in dezen ver-vinck, mij secretaris present.
Ende bekenden de voorschreven voechden ende toesienders vanden voorschreven Willem Adri-aenssen Ackermans voldaen te wesen met de somme van een hondert ende tachtentich gulden voor de voorschreven weeskijnderen schout ende hemraden voorschreven.
Anneken Aert Thonisdochter met Claes Ariaen Dircxszoon haeren voicht bekenden van Willem Ariaens Ackerman vernucht ende gecontitueert te wesen van deenhelft vant voorschreven lant dat sij binnen den tijt vande voorschreven vj jaeren weder voorden gecoften prijs mochten aenvangen blijckende bij contract in date den xijen april 1617 geschreven bij Wilbort Jan Wilbortszoon ende seckere getuijgen onderteijckent waer aen schijnt dat sij haer gecontikteren met v gulden x stuijvers in gelt ende voorgaende gedaene diensten als noch dat hij sijn leven lank haer noch sal doen. Ac-tum den iijen februarij 1618 quod attestor Cornelis Meliszoon.
Op huijden desen 23 junij 1618 soo bekenden Anneken Aertdochter met Claes Ariaen Dircx haeren voicht van Willem Ariaen Ackerman haerer oom van Jonas Aertszoon haeren broeder saliger, van-de bovengeschreven actie ten vollen ende al betaelt ende gecontititeert te wesen voor haer lieder aller nacomelingen. Actum als boven present G van Luchtenberg, hemraders Coninck ende Freven (?)
Claes Ariaen Dircx hantmerk dito versoeck van Anneken ter attestore Mandemackers

Folio 15v
Inventaris van alsulcke goederen als Cornelis Gijsbrechtszoon, Maijken zijn achtergelaten weduwe met zijn weesen meter doot geruijmpt ende astergelaten heeft, niet ter weerelt vuijtgescheijden, ten versoecken van Joachim Joosten als gerechten bestorven voecht. Adriaen Franssen als toesiender vande voorschreven Cornelis Gijsbrechtszoon weeskijnderen ende Maijken Stevenssen weduwe voornoempt met Jan Stevenssen haren broeder ende gecoren voecht in desen. Ende Berthout Joachimssen vangelijcken haren assistent ter presentie van Frans Geeritszoon schout, Dirck Adri-aenssen ende Handrick Janssen Buijs hemraders ende oppervoechden van alle weduwen ende weesen
Actum opte xxjen junij 1607
Inden iertsten
Een halff stede soo die selve gelegen is pten weesten kant, te weeten de schuere metten erve dae-raengelegen geestimeert bij schout ende hemraders op — VC gulden.
Item een half weer lants gecomen van Jacob Raessen soo groot ende cleijn tzelve gelegen is geestimeert op — ijc gulden.
Item de ander helft van dit voorschreven half weer lants gecomen van Bastiaen Gijsbrechtszoon geestimeert op — xLviij gulden.
Item een vierdepaert op Roelkens Hoocht gemeijn gelegen met Dingenken Gijben, geestimeert met de helft in Metken Segers bos nefkens Roelkens Hoocht tsamen deze twee perceelen op — jc iij gulden.
Item van Sijmkens alnoch gecomen een vierdendeel valet xLix — gulden.
Item alnoch een vierdepaert in eenen halven acker gecomen van Truijken Ackermans gelegen op Ackermans Hoocht geestimeert xlviij gulden.
Item ende ten leste het vierde paert inden Hoogen Werff geestimeert Lxij½ gulden.
Haeffelijcke goederen beestialen
Drije peerden mette spanninge daertoe dienende van greelen wagen ende ploegh, etcetera. Tza-men koijen mette verssen, vijff, drije hockelinge beesten, vijff melck kalveren, een vercken, deze voorschreven goeden zijn tzamen geestimeert op — iijc gulden.

Folio 16r
Imboel
Bedt, butt, pot, ketel, linden ende wullen tot haren mans lijve haer ende haerder lcinderen toebe-hoorende geestimeert op — jc
Incomende penningen
Van achttien vieertelen geersten xxvij gulden.
Item van hoeffnagelen rest — xj gulden x stuijvers.
Item noch van Panemen van hoij xx gulden x stuijvers.
Vuijtgaende schult
Aen Dingen Gijben haer schoon moeder als reste vande stede ende huerlant Lix gulden.
Item aen Adriaen Franssen van vier half vaten hier met de kiste voor den overleden Cornelis ver-noemt tzamen xv gulden.
Item aen Dingen Jan Bancken noch iiij gulden.
Item noch als reste dat Adriaen Franssen compt vande coop vande half stede vij1/2 gulden. Item noch aen bodeloon vande knecht ende het jonckwijfftzamen xx gulden.
Supera dese vuijtgaende schult affgetrocken aende incomende, mette prijseringe van het lant woort bevonden der goederen vande weduwe voornoemt mette weesen noch weerdich te weesen xiijc Lij gulden.
Item sooer noch eenige incomende schult oft vuijtgaende namaels woort bevonden sullen partijen die tzamen ontfangen ende betaelen nae behooren.
Weduwe wijlen Cornelis Gijsbrechtszoon

Folio 16r
Eodem anno et die soo heeft Maijken Stevenssen met Jan Stevenssen haren broeder ende ge-coren voecht in dezen, ter presentie mede van Berthout Joachimssen van gelijcken haren assistent, volgens den voorschreven inventaris voor schout ende hemraders voorschreven, aengenomen haer vier onmondige weesen verweckt bij den voorschreven Cornelis Gijsbrechtszoon saliger, van Joachim Joosten als voecht Adriaen Franssen als toesiender vande voorschreven vier weeskin-deren. Ende dat met decret ende advijs van die vande gerechte voornoemt als oppervoechden, te alimenteren de vier voorschreven kinderen in cost ende drank, te onderhouden in cleeden, reeden, van schoen, coussen, linden ende wullen, geenen tijt van perijkel vuijtgescheijden, binnen doorpts ter scholen te laeten gaen om te leeren leesen ende schrijven ende voorts in alles den voorschre-ven kijnderen noodich weesende, eerlijck ende tamelijcken na haeren staet ende conditie gedu-erende deze aneminge, so lange voor het joncxste kint mondich weesen sal. Ende dat voor alle de goederen die de weduwe vernoempt behouden sal, beijde haeff ende erve, schult ende weder-schult, de voorschreven weesen bijde afflijvicheijt van haren vader astergelaten, niet ter werelt vuijtgesondert volgens den voorschreven inventaris.
Onder conditie dat de voorschreven moeder haere kijnderen tot haren mondigen dagen gecomen zijnde, zal moeten vuijt reijcken vrij de parceelen van lanten hier na volgende. Inden iersten een half wer lants gecomen van Jacob Raessen soo dat gelegen is.
Item de ander helft van dit voorscheven lant gecomen van Bastiaen Gijsbrechtszoon.
Item alnoch de helft van Metken Segers bos, streckende vande Vlaijkens straet aff tot Joachim Peeterssen goet toe ende sal dit voorschreven goet sterven van het een kint op het ander ende van het leste opde gerechte erffgenamen.
Item ende ten lesten heeft de moeder alnoch geloft ijeder kijnt ten houwelijcken staete gecomen wesende, eens te geven een koe oft een bedde, oft in plaetse van dien daervoor dico twalff rix gul-den sondermeer. Al sonder argelist ende hebben partijen vertegen hier mede te vreden te zijn op een peen van tzestich gouden roijalen, te verbueren te gaen na peijnen recht. Hemraders ut supra. Actum als boven quod attestor. (Getekend) B.Joachimsz

Folio 16v
Inventaris van de astergelaten haeffelijcke ende erffelijcke goederen niet ter werelt vuijtgescheijden van wijlen Huijbrecht Cornelis Kornen, nu onlancx deser werelt overleden bevonden in zijnen streffhuijse (sic) binnen onsen doorpe van Ramsdonck ten versoecke van Wouter Adriaenssen als voecht, ende Huijbrecht Janssen Bosser met Anthonis Cornelissen als toesienders van zijn asterge-laten weeskijnderen. Nanneken Anssen den voorschreven overledens astergelaten weduwe met Seger Janssen haeren voecht, oock mede in presentie ende ter begeerten van Frans Geeritszoon schout Dirck Adriaenssen ende Jan Gijsbrecht hemraders als opervoechden van alle weduwen ende weesen ende mij ondergeschreven Berthout Joachimssen secretaris hiertoe versoecht opten xxvjen junij 1607.
Inden iersten
De huijsinge metten erve streckende vande Weteringe aff totten totten (sic) tweeden sloot toe, geestimeert bij gissinge van schout ende hemraders voornoempt op xvjc gulden.
Item het sestendeel streckende vande voorschreven tweeden sloot aff totten Vaert toe geestimeert op — xL gulden .
Item seven deelen in een block lants genoempt de Heijninge streckende vande eenen dijck totten anderen geestimeert op — ijc xxv gulden.
Item het achtendeel int hoijlant streckende (doorgestreept: een block lants gelegen in Engeland) vande voordijck zuijtwaert totter halver dwarssloot toe geestimeert op — xx gulden.
Item een block lants gelegen in Engelant streckende van Grelkens thuijn aff totte water toe geesti-meert op — jc Lx.
Item het vierdendeel in Cornelis Dircxssen Groeijen stede streckende van Wouter Peeterssen weije aff ten water toe, geexstimeert op — jc L gulden.
Item een halff vierdendeel inde Breij streckende vande weijen aff noortwaert totte Weteringe toe — xv gulden.
Item noch een parceelken lants gemeijn met Wouter Peeterssen ende zijn broeders geestimeert op — vj gulden.
Item een halff block lants gelegen int Geijl streckende vande Vlaijkens straet aff suijtwaert op over den dijck tot Peerken Geerten erffgenamen goet toe — jc xx gulden.
Item anderhalff geerde lants gelegen inden Ouden Polder met Jan Wouterssen cum suis gemeijn, streckende vander Berssche straete aff aent zuijt eijnde noortwaert op ter halver Maessen toe — jc xx gulden.
Item een vierdendeel in een stuck lants gelegen inden Ouden Polder streckende vande dijck aen tzuijteijnden totte Kil toe geestimeert op — L gulden.
Item een achtendeel in Ameris Weer streckende vande Herstraet aff aent noort eijnde totter Berchsscher straet toe oft soo partijen contrarie cunnen bewijsen — xL gulden.
Item een half stuck lants streckende vander halver Heij aff zuijtwaert op ter halver Vaert toe — L gulden.
Haeffelijcke goeden incomende ende vuijtgaende schult
Drije koijen geestimeert op — Lxxv gulden, drije kalvere — vj gulden, vijff hockelinge
Beesten — Lx gulden, een vercken — iij gulden.
Item ontrent tzestich fuijcken soo goet als quaet met haer toebehoorte van netten ende kruijcken geestimeert — Lx gulden.
Item een vijffdendeel in een stegen met een ruijvogel net ende poecknet soo dat is geestimeert op — vj gulden.
Item de schuijt, het vogeltauwe mette lerssen — xxiiij gulden.
Item twee bedden met zijn toebehoorte daertoe dienen van deken, lakens etcetera geestimeert op — L gulden.
Item noch alderhanden imboel van huijsraet soo coperewerck, eertwerck, houtwerck, bet, bult ende ten cortsten geseijt, al watter noch in huijs soude moegen wesen ende hierboven niet gespecificeer-ten staet geestimeert op — Lxv gulden.
Incomende ende vuijtgaende peningen oft leggende gelt.
In den iersten
Van Jan Huijben ten Berch vijftich gulden verschenen nu 1sten jan(uarij) lestleden ergo — L gulden.
Item noch bij obligatie van Thonis Adriaenssen van Riel tweeendedertich gulden ergo — xxxij gul-den .
Item een erff rentken van eenen gulden jaerlijckx op Cleijs Adriaenssen Bossers goet, maeck eens — xiiij gulden.
Item noch ontrent drije hondert gulden luttel min oft meer liggende oft gegraven gelt bij gissinge, soo het bevonden sal moegen bij de weduwe voornoemt met voecht ende toesienders van haer wees-kijnderen ergo — iijc gulden.
Onproffijtelijcke oft vuijtgaende schulden.
Aende moniken vande Catroisen tot Ramsdonck gewoont hebbende jaerlijcks drije rix gulden staende op den acker voor haer doore valet t’capitael hier aff — xLij gulden.
Item thien stuijvers jaerlijcks luttel min oft meer aen Joost Aertszoon Buijs ten Berch staende opt goet van Jan Wouterssen gemeijn op de Bergen.
Totalis de vuijtgaende schult affgetrocken aen de proffijtelijcke incomende peningen oft het ge-weerdeert goet blijft het selve goet suijver bij gissinge weerdich te zijn — iijm ijc xxxij
guldens. (3.032)

Folio 18r
Eodem anno et die hemraders quibus supera et pretore, compareerden Nanneken Anssen naegela-ten weduwe van Huijbrecht Cornelissen saliger met Seger Janssen haeren voecht, ende heeft met advijs ende decreet, van schout ende hemraders als oppervoechden, aen¬genomen van Wouter Adriaenssen als voecht, Huijbrecht Janssen Bosser met Anthonis Cornelissen haeren assistent en-de als toesienders haer vijff onmondige weeskijnderen, tot dat het joncxste mondich is, ende waer-van het oudtste kint nu maer ontrent xij jaeren out is. Ende sal sij weduwe haere kijnderen tot hae-ren mondigen dagen toe moeten onderhouden, in cost cost (sic) ende dranck, van linden, wollen, schoen, coussen, sieck ende gesont, geenen tijt van perijkel vuijtgescheijden, eerlijck ende tame-lijck na haeren staet ende conditie oock binnen doorpts ter scholen te laten gaen, gelijck een goede moeder toestaet ende dat behoort te doen. Ende daervoor sal sij Nanneken Anssen weduwe voor-schreven behouden allen het gelt ende goet, schult ende wederschult, niet ter weerelt vuijtgescheij-den volgens de voorschreven inventaris midts conditie dat zij haer weeskijnderen vuijtreijcken sal, het ioncxsten kint tot zijnen mondigen dagen gecomen weesende eens de somme van seven hon-dert rix guldens sonder meer oft ettelijcke spurien van goederen ende elck een koe en bed met sijn toebehoorten. Soo weerdich weesende gelijck die inden voorschreven inventaris gespecificeert ende bij schout ende hemraders geweerdeert staen.
Ende sullen de voorschreven weeskijnderen oft erffgenamen haer daermede moeten laten conten-teren. Voorts soer eenich kint oft kinderen middelertijt comen te sterven sullen de voorschreven seven hondert rijns gulden oft het goet soo weerdich wesende, ende de voorschreven koe ende bedde, erven ende besterven na raet, oft porties gelijck, van het een kint op het andere ende van het leste op de gerechte erffgenamen, al sonder argelist, waer mede partijen hebben vertegen ende bekenden minnelijcken overcomen ende wel te vreden te zijn, gelovende deze tallen tijden tonder-houden ende naer te comen, op een boete van vijftich gouden roijalen te verbueren ende te gaen na peijnen recht.
Hemraders als boven, actum ut supra, quod attestor. (Getekend) B. Joachimsz 1607

Folio 18v
Transport voor Cornelis Govaert Claessen van Gilssen.
Op heden dezen xxen septembris anno 1607 compareerden Berthout Joachimssen voor hem sel-ven, mede voor ende met Aentken Aen Schouten zijn meije ende haeren gecoren voecht in dezen ende gaven gesamenderhant over met vrijer giften so als recht is, vuijtgescheiden de contributie, Cornelis Govaert Claessen woonende tot Gilssen opten Haensberch, alsulcke vijttalff geerde lants als sij tsamen hebben leggen, ombedeelt int Moelen Weer opten oosten kant, mede oock ombe-deelt int Moelen Weer opten van Leeuwerck eijcx. Streckende vande halver Kreck aff suijtwaert opter Nieuwer Vaerten toe, met sijn schauwen ende gebuer rechten daermet recht toebehoorende. Ende geloeffden sij comparanten den cooper voorschreven dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den recht vanden lande. Hemraders Dirck Adriaenssen, Mathijs Wouterssen ende Le-naert Roelossen.

Folio 18v
Cleijs de Bosser met Adriaen Adriaenssen Langen zijn broeder.
Op heden dezen xxviijen julij 1607 compareerden Michuel Adriaenssen Swaen voor hem selven, Cornelis Joosten Visser oock voor hem selven ende als man en voecht van Maijken Adriaenssen Claesdochter ende gaven tzamen over met een verlij, Cleijs Adriaenssen Bosser ende Adriaen Adriaenssen Langen zijnen broeder, alsulcke half weer lants als sij comparanten hebben leggen binnen onse dorpe van Ramsdonck inde Werffcampen, gemeijn met Aert Peeterssen Smit, groot twelff geerden ende een vierden. Streckende vander halver Kil aff noortwaert op ter halver Maes-sen toe, die Catuijsers met haeren erve gelegen oost ende ende derffgenamen van Wouter Mathijs-sen weest. Met sijn schauwen, leijdinge, steginge ende weginge, mette contributie daer jaerlijcks vuijtgaende ende daerenboven noch drije rix gulden jaerlijcks, die den cooperen allen jaere van ge-lijcke sullen moeten betaelen, vuijtwijsens brieffe daervan zijnde. Ende geloeffden den vercooperen de coopers dit voorschreven goet te vrijen ende te waren ende alle verschene pachten tot dezen dage toe aff te doen na den lantrecht.
Hemraders Dirck Adriaenssen ende Mathijs Wouterssen.
Ende bekendende de vercooperen van dit voorschreven goet betaelt te weesen van de helft met de somme van drije hondert seven ende veertich gulden thien stuijvers. Hemraders ut supera.
(kantlijn.)
Dese verlije van drije rijns gulden tjaers volgens den originalen constitutie brieff, in date den vierde november anno xvc seven en tseventich is gelooft ende gegeven volgens dop-schrift vanden voor-schreven gecasserden brieff bij de voichten ende toesienders van Claes Adriaenszoon Bosser weeskijnderen, waer van leste betaelinge is in mijn presentie gedaen aen Henrick Henricxzoon de Hoich den xxvijen october 1613 Cornelis Melissen secretaris.
Tselffve is in andere register en niet te vinden daerom hier in memorie (…gekriebel) blijckt bij haer quitantie.
Ende bekende verschenen vercoopers ten vollen ende al betaelt te sijn den lesten penninck mette iersten voor haer ende haeren.

(Los briefje betrekking hebbende op bovenstaande akte)
Ick Michiel Ariaenssen vanden Berch kenne ontfangen te hebben vuijt handen van Claes Ari-aenssen ende Ariaen Ariaens Langer beijde woonachtich tot Raemsdonck den somme van twee hondert rijns gulden min vijff rijns gulden ende dat van coop van lant gelegen inden Werffcampen dat Claes Ariaenssen ende Ariaen Ariaens voirschreven van mijn Michiel Ariaenssen gecooft heb-ben vuijt wijssens den coopseedulle daert van sijnde. Hier van bedancken ick Michiel Ariaenssen voirschreven vool ende al betaelt te zijn den eersten paeij metten lesten maens desen xxijen junij 1609
Michiel Ariaensen Swaen

Folio 19r
Op heden deze ijen augusti anno 1607 compareerden voor Frans Geeritszoon ende hemraders on-dergeschreven, Wouter Adriaenssen ende Adriaen gebroeders voor haer selven ende gaven over met vrijer giften soo als recht is, Janneken Janssen weduwe wijlen Dingeman Segerssen,
alsulcke veerthien geerden als sij hebben leggen binnen den amboecht van Ramsdonck, inde Ac-ker. Frans Adriaen Peeterssen met sijnen erve oost ende Jonker Charolus van Benten met zijnen erve weest. Streckende het binnendijcx lant van het noorden eeijnde vande iersten buijtendijcxsse dwerssloot aff over den Dieffdijck totten iersten dwersloot ende dan voorts vande Dieffdijck het gerechte dordendeel van het weer, totter halver Krecke toe, soe sij dat van haeren broeder saliger Jan Adriaenssen gedeijlt hebben. Frans Adriaenssen oost ende Aert Janssen weest. Met sijn schauwen, leijdinge, steginge ende weginge, mette gebuer rechten daermet recht toebehoorende. Ende geloeffden sij comparanten voorschreven de voorschreven weduwe, dit voorschreven goet te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende alien voorcommer affie doen. Hemraders Dirck Adri-aenssen ende Mathijs Wouterssen

Folio 19r
(doorgestreept.)
Eodem anno et die compareerden Janneken Janssen weduwe voorschreven, met Berthout Joa-chimssen haeren gecoren voecht in dezen ende heeft geloeff ende verwillecort soo als recht is, deuchdelijck schuldich te weesen, Wouter Adriaenssen ende Adriaen sijnen broeder, twee hondert sessendeertich gulden spruijtende vuijt coopte van ontrent veertien geerden lants, breeders vuijt wijsens de gifte op date van desen gepasseert ende geloeven haer de voorschreven somme te be-taelen op drije termijnen, waervan den iersten verschijnen sal 8e jan(uarij) sesthienhonderd sessen ende den tweeden 1ste jan(uarij) 1607 daernaest volgende, te weeten alle jaeren hondert rix gulden ende de resterende sessendeertich rix gulden 1ste anno 1608, te weeten de volle betaling. Ende bij faulte van quade betaelingen soo verbijnt ende verwillecort sij weduwe voorschreven met haeren voecht vernoemt, hier voor dit voorschreven goet ende alle haeren anderen goederen, beijde haeff als erffve, geen vuijtgesondert om haer daer aen te moegen verhaelen na den lantrecht. Hemra-ders ut supra
Eodem anno et die bekenden de gebroeders voorschreven, voorschreven schout ende hemraders voorschreven ontfangen te hebben twee hondert rix gulden te weten de twee iersten termijnen. Op-ten xxiiijen augusti 1608 compareerden Wouter ende Adriaen gebroeders ende bekenden vol ende al van deze willecor betaelt te zijn den iersten peninck met den lesten voor mij als secretaris. (Gete-kend) B. Joachimsz

Folio 19v
Op heden dezen ven septembris anno 1607 compareerden voor Jan Frans Geeritszoon schout tot Ramsdonck ende hemraders ondergeschreven, Frans Wijnantszoon van Alphen voor sich selven, mede als last ende procuratie hebben van Anthonis Peeter Wijnantszoon als voecht met Phlips Janssen als toesiender van Gijsbrechten, Maijken ende Anneken, onmondige kijnderen wijlen Wij-nants Gijssebrechtszoon. De voorschreven procuratie gepasseert voor Adriaen Jan Joosten ende Cornelis Cornelissen Janssen, schepenen in Alphen die de selve procuratie met hunne eijghe nae-me ende signatuere hebben onderteijckent opten ijen september 1607, noch leger stont inde voor-schreven procuratie quod attestor van Asten als substituijt, in absentie vande clerck. Ende heeft vuijt crachte van dien overgegeven met vrijer giften soo als recht is, aende generale erffgenamen van Cornelis Janssen tot Ramsdonck, alsulcken weer lants als zijnen vader saliger aenden voor-schreven Cornelis bij sijnen leven vercoft heeft gehadt.
Streckende het voorschreven lant van sloot buijten den dijck aff, aster de Ramsdoncxsse kercke door de Werffkampen ter halver Maessen toe gelegen aldaer neffens Geerkens Sijl, Cornelis Claessen int selven lant gelegen west ende Truijken Melissen op den selven Sijlkant oost. Met
zijn contributie ende gebuer rechten, ende geloeffden den voorschreven Frans de voorschreven geeneraele erffgenamen, tvoorschreven goet te vrijen ende waren na den lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Mathijs Wouterssen

Folio 19v
Eodem anno et die, compareerden de geeneraele erffgenamen van Cornelis Janssen, inden iertsten Jan Corneliszoon Timmerman voor sijn selven, Berthout Joachimssen secretaris voor Ja-cob Jacobszoon Timmerman, Frans Geeritszoon schout met Dirck Adriaenssen als voechden van Meus Janssen weeskijnt genoemt Peeter Meussen, met het gedeelte van Peeter Bastiaenssen in Engelant. Daersij mede voechden ende toesienders aff zijn, Anthonis Adriaen Huijbrechtszoon als man ende voecht van Janneken Meussen. Ende hebben gesaemender hant overgegeven met vrij-er giften, soo als recht is, ijeder sijn gedelte aen Cleijs Michielssen mede erffgenaem, daer zij op gedeelt zijn van Cornelis Janssen voorschreven haeren neve, gelegen aster once kercke van Ramsdonck neffens Geerikens Sijl, Cornelis Claessen ten Berch int selve lant gelegen weest ende Melis Cornelissen weduwe oost. Streckende vanden Buijtendijcxsse dwerssloot affnoorwaert opter halver Maessen toe. Met sijn gebuerrecht van contributien ende anders ende geloeffden de voor-schreven comparanten ijeder voor sijn selven ende vuijt den naeme als boven te vrijen ende te waeren nae de lantrecht. Hemraders als boven.

(Los vel behorende bij bovenstaande akte)
Compareerde op heden desen tweeden dach september anno 1607 voor schepenen hier onderge-noempt Adriaen Jan Joosten als voicht van Maeijken Wenden Wijnandt Ghijssbrechts, Frans Wij-nants voir sijn selven, Anthonis Peter Wijnandt als voicht Philips Janssen als toesiender van Ghijssbrechten, Maeijken ende Anneken, onmondighe kijnderen wijlen Wijnandts Ghijssbrechten, ende hebben ad lites geconstitueert ende volle procuratie gegeven Frans Wijnandts Peter Cornelis den haeren omme en tot behoeffe te giften, hoven ende te erffven Cornelis Paep Jan van alsulcke weer lants geleghen inde Weercampen achter de Raemsdoncxe kerck des voorgenoemde sterffgenamen gerechticheijt also Wijnandt Ghijssbrecht aende voorgenoemde Cornelissen ten an-deren tijden heeft vercocht, vuijtwijssens sijne bescheijde daer aff sijnde, midts jaerlijcx betalende de lasten daer op staend, alles tot lastinghe des voirschreven erffgenamen ende dies belovende de voirschreven constivanten voir goet vast ende va…gestenten te houden, alles desens aencleeff. Aldus gedaen voor Adriaen Jan Joosten enden Cornelis Cornelis Janssen schepenen in Alphen die desen met hunne eijghe namen ende signature hebben ondertekent jare ende daghen als boven. Quod attestor van Asten als substituijt in absentie vanden clerck
Bij mij Adriaen Jan Joosten. Bij mij Cornelis Corneliss Janssen.

(Los briefje betreffende bovenstaande akte)
Ick Wijnant Ghijsbrechtsen bekenne ontfange te hebben uet handen van Cornelis Janssen de somma van achten vijfftich rijns gulden ij stuijvers, ende noch Lxiij rijns gulden die hij mij daer op beleent hadde, waer voor dat hij gebruijt hadde drie jaeren uet wijssens de obligaeijssen die Cornelis Janssen noch onder hem heeft ende belueffts is, ende noch den wijnt van xviij gulden ende noch mij geint ijxx rijns gulden x stuijvers van een jaer gebruijck ende x stuijvers mij Franssen gemijnt tekenen een hondeert ende vijfften gulden omtrent tcoop coemende van een vercocht stuck lants geleghen achter de Raemsdoncksse kerck met malcaender vercocht te hebben int jair 160(9?) waer van dat is Wijnant Ghijsbrecht bekenne te voile betaelt te zijn van Cornelissen Janssen ende beloeve hem in het tselve lant te hoeve ende te, vesten ende waren nu tot Bamisse ije. st..enden de a.n 160(9?) als hij den selven gegeven te hebben Cornelis Aerden zijn gerechtiche deel .ghen mijn hondert ende xxv rijns gulden sonder bedroght oft liste ende voorts so verbijnt hij Wijnant hier voor alle zijn goederen die hij onder de bancke van Raemsdonck heeft liggen int presentvan Cornelis Janssen de Haij ende Adriaen Peeterssen Janssen gechreven opten xijen junij 160(9?) ende als vrij goet Bij mij Wijnant onder teckent

Folio 20r
Transport voor Jan Adriaenss van Buuel
Op heden dezen xxen septembris anno 1607 compareerden Matheus Janssen Smit van Sgraven moer ende gaff over met vrijer giften zoo als recht is, Jan Adriaenssen van Buuel woonende t-Oisterhout, alsulcken ontrent vier loopensaet lants, weijnich min oft meer, als hij Matheus heeft lig-gende binnen onsen doorpe van Ramsdonck int Veer. Streckende dit voorschreven lant vander Nieuwer Vaerten aft gelijck alle nabueren noortwaert opter halver Krecken toe, oost gelegen met haeren erve onse Heilige Geest ende weest Lemmen Jan Lemmenszoon van Gilsse. Met zijn schauwen, leijdinge ende contributie daermet recht toe behoorende ende geloeffden den voor-schreven Matheus Janssen, Jan Adriaenssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waeren nae den lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen, Mathijs Wouterssen ende Lenaert Roeloffszoon.
Lambrecht Jan Lambrechtszoon.

Folio 20r
Eodem anno et die, compareerden Adriaen Vrancken tot Gilsse ende gaff over met vrijer gijften soo als recht is, Lambrecht Jan Lambrechtszoon een vijffdendeel in Mathijs Hancuenen geer, on-bedeelt gelegen inden Leegen Weech. Streckende van Jonker Karel Rouwellen geeren aff, weest-waert opt totten Leegenwech toe, den voorschreven Lemmen Janssen met zijnen erve gelegen noortwaert ende d’erffgenamen van Adriaen Thonisse opte Hoochvaert suijtwaerts. Met zijn schauwen ende gebuer rechten van contributie daermet recht toebehorende ende geloeffden Adri-aen Vrancken tot Gilssen den voorschreven Lemmen Janssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waeren nae den recht van lande. Hemraders ut supra.

Folio 20r
Jonker Carles de Ruijelle
Item ten voorschreven dage compareerden Lemmen Janssen van Gilsse ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, Jonker Charel die Ruijelle een vijffdendeel ombedeelt in Mathijs Hancuenen geer, gelegen inden Leegen Wech. Streckende van hem Jonker Chaerlis erve aff aent oosteijnde weest waert op totten Leegen Wech toe, den voorschreven Lemmen Janssen met zijnen erve gele-gen noortwaert ende d’erffgenamen van Adriaen Thonissen met haeren lant ende erve gelegen suijt waert. Met zijn schauwen ende leijdinge mette contributie daermet recht toebehoorende ende ge-loeffden den voorschreven Lemmen Janssen, Jonker Charles de Ruijelle te vrijen ende waeren nae den lantrecht. Hemraders ut supra.

Folio 20v
Transport voor Jan Adriaenssen de Beer ten Rijen.
Op heden dezen xxen septembris anno 1607, compareerden Waelwijck Adriaenssen van Sgraven-moer ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, Jan Adriaenssen de Beer ten Rijen alzulcken perceel lants als hij Waelckwijck Adriaenssen binnen onsen doorpe van Ramsdonck liggende heeft inde Oorden. Streckende vande Vaert aff tot Oisterhout toe, gemeijn met Joost Hanneke Recken aende oostzijde int selve lant gemeijn weestwaarts d’erffgenamen van Peeter Scherders t’Oister-hout. Soo groot ende cleijne tzelve hem competerende is, ombegrepen der juijster maeten, met zijn schauwen ende gebuer rechten daermet recht toebehoordende mette contributie. Ende geloeffden Waelwijck Adriaenssen, Jan Adriaenssen de Beer dit voorschreven lant te vrijen ende waeren nae den lantrecht.
Hemraders Dirck Adriaenssen, Mathijs Wouterssen ende Lenaert Roeloffszoon,

Folio 20v
Op heden dezen xven octobris anno 1607 compareerden Dielis Vassen van Sgravenmoer voor hem selven, Adriaen Lambrechtszoon als voecht van Sijmon Lambrechtszoon sijn broeders saliger weeskijnderen, mede oock voor Adriaen Adriaenssen Cuijl als man ende voecht tegenwoordich van Maijken Peeters zijn huijsvrouwe. Ende gaven over met vrijer giften soo als recht is, Fredrick Adri-aenssen de helft van een bloxken lants, soo groot ende cleijn tzelve gelegen is binnnen onsen am-boecht van Ramsdonck ende hij Fredricks voorschreven dat gebruickt heeft nu sekere jaeren. Op den Kercken sloot aende oostzijde streckende van zuijnden eijnde vande straet sloot noorde waert op tot Adriaen Clauwaerts erve toe, met allen schauwen ende gebuerlijcke rechten daertoe met recht behoorende, den Kerckensloot gelegen weest ende Adriaen Adriaen Peeter Conincx den Jongen oost. Ende geloeffden de voorschreven comparanten, Fredrick Adriaenssen vuijt crachte voorschreven, dit voorschreven goet te vrijen ende te waeren onder verbantenissen van haeren persoenen ende goederen nae den lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Lenaert Roelofs-zoon. Actum ut supra.
Ende bekenden de voorschreven comparanten voor haer ende haere mede consorten op dach ende datum voorschreven, van Fredrick Adriaenssen van dit voorschreven lant vol ende al betaelt te sijn den iersten penninck metten lesten.
Actum ut supra, presentibus ut supra.

Folio 21 r
Eodem anno et die et hemraders voorschreven, compareerden Adriaen Thonissen ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, Fredrick Adriaenssen de helft van alsulcken stuck lants ombedeelt, genaempt Brenijelant als hij comparant heeft leggende op het Veer, met hem Fredrick Adriaenssen gemeen, streckende vanden buijtendijcxssen dwerssloot aff totten dwerssloot vande aenwas van Maijken Thonisdochter lant toe. Den Kercken sloot weest ende Adriaen Adriaenssen oost, met zijn schauwen ende gebuer rechten daermet recht toebehoorende.
Ende geloeffden den voorschreven Adriaen Thonissen, Fredrick Adriaenssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waeren nae den recht vande lande. Actum ut supra presentibus ut supra.
Ende bekenden Adriaen Thonissen ten voorschreven dage presentibus ut supra van Fredrick Adri-aenssen van dit voorschreven goet vol ende al betaelt te wesen.
Waerborchschap van Jacob Franssen T’oosterhout.

Folio 21r
Opten xijen novembris 1607 compareerden voor Frans Geerits schout oft stathouder in absentie van Jan Franssen sijnen soen, Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouterssen hemraders als opervoech-den van alle weesen, Jacop Franssen ende Petronella sijn huijsvrouwe woonende T’oosterhout voor haer selven, mede vuijt den naem ende als last hebbende van Godtschalck Thonissen sijnen swa-ger ende sijnder huijsvrouwen broeder woonende Teteringen onder Breda, alle vrienden ende erffgenamen van Godtschalck Dirckssen onse nabuer als hij leeffden alst blijckt inden iersten aen-de certificatie gepasseert voor de magistraet tot Breda voorschreven opten lesten dach octobri int jaer 1606, ten tweeden aende waerborchschap die Jacob Franssen T’oisterhout voor schepens gepasseert heeft opten xen novembris 1606 ons hemraders gebleken ende voorgelesen welcke waerborchschap oft stede metten erve daerin gementionert hij Jacob Franssen met sijne huijs-vrouwe voor haer selven ende sijnen swager oft broeder voorschreven midts dezen is opdragende ende stellende in handen van schout ende hemraders voorschreven als oppervoechden om oft het gebuerde soer noch namaels ijemant quame den voorschreven Schalck Dircxssen erve na be-staende als sij comparanten oft haeren broeder voorschreven haer daeraen te mogen verhalen met alsulcken recht als haer beleven ende goetduncken sal behoudelijck een ijeder hier sijn leges ende gerechtichen soo ist dat wij de voorschreven comparanten consenteren ende toelaten haer gedeel-te te lichten daersij bij lotinge op gevallen zijn, ende bekenden den hij Jacob Frans voor Schout en-de hemraders voorschreven ende ten voorschreven dage met Petronella zijn huijsvrouwe, van Berthout Joachimssen secretaris tot Ramsdonck aen wien sij dit besterft vercoft hebben gehadt voor haer selven ende Godtschalck sijnen broeder tot Teteringen ende haerder beijder nacomelin-gen vol ende al betaelt te weesen den iersten peninck met den lesten ende dat met de somme van twee hondert rix gulden daervan hij Jacob Franssen voorschreven met sijnen swager moet betae-len allen onraet dier opgevallen is ende noch op soude mogen comen als voorschreven staet. Ac-tum ut supra presentibus quibus ut supra
(kantlijn.)
T’orconden hebben dit in presentie als boven onderteijckent Jacob Franssen hantmerck

Folio 21v
Lambrecht Adriaenssen met Handrick Janssen Buijs
Op heden dezen xxixen decembris 1607 compareerden Handrick Janssen Buijs ende gaff over met vrijer giften soo als recht is Lambrecht Adriaenssen vijff geerden lants ende een halff met een doordendeel van een vierden deel van een geerde ombedeelt met Anthonis Cornelissen
ende Jan Franssen schout gelegen binnen onssen voorschreven dorpe. Streckende aent zuijtden eijnde aff van Brabant noortwaert op ter halver Maessen toe, Hendrick Beijermans cum suis gele-gen oost ende Adriaen Lambrechtszoon met zijnen lant ende erve int selve weer gelegen weest, met sijn schauwen ende nabueren rechten daermet recht toebehoorende mette waerborge daerop staende ende voorts in alder voegen ende manieren als hij comparant dat metten recht van Aert Peeterssen cum socijs ontfangen heeft ende geloeffden hij Handrick Janssen, Lambrecht Adri-aenssen dit goet ander te vrijen ende waeren nae den lantrecht. Hemraders Adriaen Janssen Hoe-venaer met Mattijs Wouterssen.

Folio 21v
(doorgestreept.)
Eodem anno et die compareerden Lambrecht Adriaenssen ende heeft gelooft ende verwillecort soo als recht is deuchdelijcken schuldich te wesen Handrick Janssen Buijs de somme van vijff
hondert twee gulden thien stuijvers ( kantlijn: procederende vuijt coope van sekere lant waer van de gifte op huijde date voorschreven voor schout ende hemraders gepasseert is) te betaelen op vijff meij dagen bedragende tjaers elcken peij de somme een hondert gulden thien stuijvers waervan den iersten verschenen is meij dach anno 1607 ende soo voort alle meij dagen tot dat den iersten peij metten lesten betaelt zal sijn ende bij foulte vande jaerlijcxse betalingen soo heeft Lambrecht Adriaenssen hiervoor verobligeert zijnen persoen, dit voorschreven goet ende voort alle sijne andere goederen hebben ende vercrijgende. Hemraders quibus ut supra.
Ende bekenden Handrick Janssen ten dagen voorschreven vande iersten peij van dit voorschreven lant betaelt te sijn. Hemraders als boven, quod attestor (Getekend) B. Joachimsz 1607
Opten xen novembris 1608 bekenden Handrick Janssen van Lambrecht Adriaenssen den ijen paeij te weeten, hondert gulden thien stuijvers ontfangen te hebben.
Henrick Janssen bekent van dezen wilceur ten vollen ende al betaelt te sijn den lesten penninck metten ersten van Lambert Adriaenszoon in mijn presentie Cornelis Meliszoon. Actum den xxviijen september anno 1600 ende elff daerom gecasseert.

Folio 22r
Vrij gifte voor Jan Stevenssen.
Compareerden op heden dezen ven januarij anno 1608 Jan Franssen schouthet van onsen doorpe van Ramsdonck vuijt cracht van sekere procuratie op hem gepasseert voor borgemeesters, sche-penen ende raet der stede Geertruidenberge, van date den lesten decembris anno 1607 besegelt met des voorschreven stadts segel onderteijckent J van Mansdalen ons hemraders geblecken ende voorgelesen Anthonis Joosten Bouwenssen als man ende voecht van Anneken Aertsdochter ende Claes Loijssen als man ende voecht van Maijken Aerts dochter kinderen ende erfgenamen van wijlen Aert Handricxssen Brouwer met Neltken Henricx Brouwersdochter weduwe van wijlen Dirck Adriaenssen Brueren henne moije (kantlijn: met Bethout Joachimssen secretaris, haren gecoren voecht in dezen) ende gaffven over met vrijer giften soo als recht is Jan Stevenssen alsulcke twee stucken lants als sij comparanten binnen onsen dorpe binnen ende buijtendijcx hebben leggende. Deen genaemt (kantlijn: Molenaerslant ombedeelt, streckkende vande gemeijne dijck aff nortwaert op ter halver Maessen toe. Frans Dirckssen … toe) oft het vierdendeel in het Groot Bloock ende het ander genoempt Brouwers Lant streckende vanden Omhoeck aft tot Meuwen wech met sijn schauwen ende gebuer rechten daer met recht toebehoorende ende voorts in alder voegen ende manieren als tvoorschreven lant haer constituant van Aert Handrixssen Brouwer bij sijne afflij-vicheijt aengecomen oft bestorven is. Ende geloeffden hij Jan Franssen schout, (kantlijn.) ende Neeltken Handricxssen voorschreven henne … met Berthout Joachimssen haeren gecoren voecht in dezen. Jan Stevenssen vuijt crachte als boven dit voorschreven lant te vrijen ende te waren nae den lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouters ende mij secretaris present.

Folio 22r
Vrij gifte voor Anthonis Adriaen Huijbrechtszoon erffgenaemen
Compareerden opten xxvjen februarij anno 1608 voor Jan Frans Geeritszoon scholthet tot Ramsdonck ende hemraders ondergeschreven den eersamen Michiel Mathijssen scholthet tot Waspijck ende gaff over met vrijer giften soo als recht is Janneken Meussen weduwe wijlen Antho-nis Adriaen Huijbrechtszoon ende sijne gerechte erffgenamen generaleijck eenen acker saijlants gelegen tot Ramsdonck voorschreven bij de Oude Schansse streckende van Tsheeren straet aff suijtwaert op tot Michiel Mathijssen voorschreven erve toe oost gelegen met haeren erve Pieter Joachims erffgenamen ende weest met zijnen erve Marcelis Willemssen met sijn schauwen, leij-dinge, steginge ende weginge mette gebuer rechten daermet recht toebehoordende voorts inder voegen ende manieren als Michiel Mathijssen die metten rechten vande erffgenamen van Godtschalck Dircxssen ontfangen heeft dat zijn ende zijn soens goet daer asster leggende over den voorschreven acker sal stegen ende wegen nu ende ter eewigen dagen ende geloeffden hij Michiel Mathijssen scholthet voorschreven de voorschreven weduwe ende erffgenamen dezen voorschre-ven acker te vrijen ende waren na den lantrecht.
Hemraders Dirck Adriaenssen ende Anthonis Cornelissen, actum ut supra.

Folio 22v
Eodem anno et die compareerden de weduwe van Anthonis Adriaen Huijbrechtszoon met Jacob Jacobszoon Timmerman haeren gecoren voecht in dezen ende de erffgenamen generalijck van Anthonis Adriaen Huijbrechtszoon voorschreven ende hebben geloeft ende verwillecort soo als recht is deugdelijcke schuldich te weesen Michiel Mathijssen scholthet tot Waspijck de somme van twee hondert ende vijftich rix gulden, procederende vuijt coope van eenen acker waervan de gifte op huijden date voorschreven voor schout ende hemraders gepasseert is, te betaelen op vier licht-misdagen, waervan een hondert gulden verschene is lichtmis lestleden anno 1608. Ende soo voorts alle lichtmissen daer naest volgende vijftich gulden tot dat den iersten peninck metten lesten betaelt zal zijn ende bij faulte van quade betalingen soo hebben zij comparanten hier voor verobligeert hae-ren persoenen, dat goet ofte acker daer deze willecor aff spruijt ende voorts alle hare andere goe-deren hebbende ende vercrijgende niet ter wereld vuijtgesondert. Hemraders quibus ut supra.
Ende heeft Herman Janssen Nussenborch mede erffgenaem voor schout ende hemraders geloeft dezen voorschreven willecor te voldoen ende Janneken de weduwe van Anthonis Adriaen Huij-brechtszoon ende zijne mede erffgenamen daeraf altijts te indenneren, costeloos ende schadeloos te houden. Actum ut supra, hemraders quibus ut supra.
Op heden dezen vijen martij anno 1608 compareerden Michiel Mathijssen scholthet voorschreven ende bekenden vanden iersten peij duer de willecor aff spruijt van Herman Janssen betaelt te sijn.

Den xiiijen mert 1610 soo bekende Michiel Tijssen voor mij Cornelis Meliszoon van Herman Jans-sen ontfangen te hebben vijftich rijns gulden op deze wilceur.

Folio 22v
Ten voorschreven dage compareerde Janneken Meussen weduwe wijlen Anthonis Adriaen Huij-brechtszoon met Jacob Jacobszoon haren gecoren voecht in dezen ende generale erffgenamen van Anthonis Adriaenssen voorschreven ende gesamenderhant over met vrijer giften, soo als recht is, Herman Janssen Nuijsenborch haren mede erffgenaemen alzulcken acker saijlants als sij met-ten rechte date voorschreven van Michiel Matijssen scholthet tot Waspijck ontfangen hebben, gele-gen met sijn reegenooten steginge ende weginge voorts in alder voegen ende manieren als Michiel Mathijssen scholthet voorschreven duen aende generale erffgenamen mette weduwe voorschre-ven overgegeven heel. Ende geloeffden deweduwe voorschreven met de erffgenamen van Antho-nis Adriaen, Heiman Janssen mede erffgenaem deze acker altijts te vrijen ende te waren nae den lantrecht. Hemraders quibus ut supra.

Folio 23r
Op heden dezen xixen aprilis 1608 compareerden Adriaen Jan Jacobszoon van Oosterhout, ende gaff over met vrijer gifte soo als recht is, Adriaen Claes Janssen als voecht met Jan Peeter Mar-tenssen als toesiender van Cornelis Adriaen Lemmens weeskijnderen. Ende dat ten behoeve vande voorschreven weesen een parceelken lants, soo groot ende cleijn, tzelve binnen onsen doorpe van Ramsdonck gelegen is inde Oorde. Streckende vande Daem vande Rijens goet aff aent noorden eijnde suijtwaert op totter onder Dongen toe. Geerit Lauwereijs van Oisterhout met zijnen erve gele-gen oost ende Adriaen Loijen aende weestzijde. Voorts in aldervoegen ende manieren als Adriaen Jan Jacobszoon t’voorschreven lant tot noch toe gebruickt ende beseten heeft, met sijn schauwen ende leijdinge, mette gebuer rechten daermet recht toebehoorende. Ende geloeffden hij Adriaen Jan Jacobszoon, de voorschreven voecht ende toesiender, ten behoeve vande voorschreven weeskijnderen, dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht. Hemraders Dirck Adriaenssen, Jan Gijsbrechtszoon ende Anthonis Cornelissen.

Folio 23r
Eodem anno et die, compareerden Adriaen Clauaertszoon ende gaf over met vrijer giften soo als recht is, Adriaen Thonissen sijnder huijsvrouwen voorsoen eenen riethil ofte aenwas tegenwoordich. Streckende van noordenssen oft noortweestenssen dwarssloot aff van Fredrick Adriaenssen lant ter halver Dongen toe, Kercke lant gelegen weeste ende Adriaen Adriaenssen met sijnen erve oost. Voorts in alder voegen ende manieren als Adriaen Clauaertszoon dit voorschreven lant tot nochtoe beseten ende gebruickt heeft, met zijn schauwen ende leijdinge daermet recht toe behoorende. Ende geloeffden hij Adriaen Clauaertszoon, Adriaen Thonissen voorschreven dit lant te vrijen ende waren nae den lantrecht. Hemraders als boven.

(Los briefje behorende bij bovenstaande akte)
Ick Adriaen Claeuwertssen bekenne ende belijde wel ende te volle deuchdelijck betaelt te weesen van Adriaen Tonissen van het rietlant het welck ick hem met mijnen vrijen eijgen wil vercoft hebbe. Der toirconden soo hebben ick Adriaen Claeuwerts dese quitantie met mijn eijghen hant tot vasti-cheijt ondertekent. Desen xiijen december anno 1609
Dit is het hantmerck van Adriaen Claeuwaertszoon
(doorgestreept.)

Folio 23r
Ten voorschreven dage compareerde Adriaen Thonissen, ende heeft geloeft ende verwillecort soo als recht is, Adriaen Clauaertszoon sijnen oom, te betaelen een hondert ende vijffendetwintich rix gulden, spruijtende van eenen riethil ofte aenwas. Waervan de gifte voor schout ende hemraders op heden dezen voorschreven dage gepasseert is te weeten, nu thien pont groote Vlaems ende thien stuijvers gereet. Ende de resterende penningen oft volle betalingen van heden, dat van dezen over een jaer onder verbantenisse van deze voorschreven goederen, daer dezen willecor aff spruijt. En-de voorts alle zijne andere goederen hebbende ende vercrijgende. Hemraders quibus ut supra.
Ende bekenden Adriaen Clauaerts in mindernis van dezen willecor ontfangen te hebben thien pont groote Vlaems thien stuijvers. Ende dat voor den iersten peij.
(kantlijn.) quit den i???? mert 1610 also blijcken bij quitantie daer van geroijeerd.

Folio 23v
Op heden dezen xxvjen aprilis 1608, soo heeft Maijken Adriaenssen, weduwe wijlen Adriaen Pee-terssen Conincx met Adriaen Wirckenssen haren gecoren voecht in dezen, medt decret ende advijs van die vande gerechte als opervoechden, aengenomen hare drie kijnderen die zij verweckt heeft gehadt van Adriaen Peeterssen haren man voorschreven, van Adriaen Adriaenssen Conincx als voecht met Cornelis Corneliszoon haren voersoen als toesiender der voorschreven hare drie kijn-deren te alimenteeren, die selve in cost ende dranck ende te onderhouden in cleeden, reeden, schoenen ende caussen, lijnden ende wollen sieck ende gesont geenen tijt van perijkel vuijtge-scheijden tot dat het joncxste kijnt seventhien jaren oudt weesen sal. Binnen dorpts ter scholen te laeten gaen het knockhouwers ambaecht te selve hare kijnderen te leeren mette coopmanschap daerzij kennisse aff heeft. Voorts in alles de voorschreven kijnderen te onderhouden, haer noodich weesen, eerlijck ende tamelijck nae haren staet ende conditie.
Oock is conditie dat oft het gebuerden, dat Godt verhoeden wil, dat een vande twee joncxste kijn-deren oft alle beijde eer sij seventhien jaren out zijn als voorschreven staet quamen te sterven. Soo sal de weduwe voorschreven van ijeder kijnt eens hebben ofte genieten van hare
goederen, oft in gelt vijftich rix gulden sonder meer salvo. Dies heeft de weduwe voorschreven
wederom beloft, oft het gebuerden dat Lesken de dochter middelder tijt quame te houwen eer het
ioncxste kint seventhien jaren out is, dat sij de selve haer gerechticheijt in haer kijntsdeel ofte va-ders goet sal laeten volgen ende bewijsen ende sal sij weduwe voorschreven hier voor genieten ende jaerlijcks gebruijcken ende proffiteren de jaerlijxsse bladinde ofte incomen der voorschreven haere kijndere vaders goederen ende voor tallen haren andere goederen soo sij met malcanderen dat gelodt ende gedeijlt hebben.
Ende mette gerede peningen sal sij oock het onvrij goet vrije maken, somma dat sij de voorschre-ven hare kijnderen, haer erffgoet na de seventhien jaeren wederom vrij sal moeten leveren van contributie ende in alles nae behooren. Ende sullen de voorschreven goederen soo middeler tijt eenige kinderen comen te sterven, erven ende besterven na den rechte van Zuijt Hollant al sonder arch oft list.
Hemraders Anthonis Cornelissen, Mathijs Wouterssen ende Handrick Janssen Buijs, met mij secre-taris present ende aldus mede condich. Alles op peijne als na rechten.

Folio 24r
Inventaris van alsulcke haeffelijcke ende erffgoederen als Grelken Jacosdochter, huijsvrouwe van Claes Cornelissen binnen onsen doorpe van Ramsdonck overleden, haere weeskijnderen metter doot geruijmpt ende astergelaten heeft in haren sterfthuijse bevonden.
Inden iersten in huijs, comende bij de vuere bevonden: 1 hael, 2 tange, 1 ront brant ijser, 1 han-ckijser, eene roostel, eenen vouthengel, acht stoelen.
Int schip: eenen quaden ketel met ettelijcke rommelinge, het schip met sijn want, twee bedden,
ij quade bultkens met dit int schip is, twee hoot puelincx, drije cussens soo goet als quaet, twee
dekens, seven paer slaep lakens, drije ketels, eenen koperen pot, ettelijck eerdewerck, vijff
tenneschotelen, twee sansveren, vijff kommen, twee emmers, een kerne met haer toebehoorte, een melck tonne, twee quade tonnekens, twee kisten deen nieuwe, een quade taeffel, xx ellen lijn-delaken.
Cleeren vande overlede:
Twee rocken; eenen swarten ende eenen staelblauwen, twee swarte lijffens, een huijcke, ses vrouwen hemden, ettelijcke halsdoecken ende mutsen, een stucxken fijn lijnwaet van ontrent xxj ellen, een tresoirce, een hanck tersoirce, eenen troch, eenen meerslach, twee sijen speck, vier schouwerij, drije koeijen, twee kalveren, ettelijck hoij daertoe, ontrent x of xij pont garens, seven hoenderen, een quaet spinrock wiel.
Erfgoeden
Het huijs metten erve, soot binnen onse voorschreven doorpe gelegen is, noch tot Sgravenmoer een kort veertelken. Noch aldaer een parceelken in een bos.
Incomende penningen:
Van Jan Claessen broeder van de voorschreven Claes Cornelissen ontrent x pont groot, noch van Cornelis zijn broeder ontrent xxv gulden vande voorschreven stede. Sijn noch vuer peijen te betae-len bedragende drije hondert ende ontrent xxx rix gulden.
Item is de vracht hoijs noch te betaelen, daer het schip tegenwoordich mede te Bergen leijt bedra-gende ontrent xx pont groot d’welck wederom moet comen als het schip los is, al sonder argelist.
Aldus geinventariseert ter woonplaetssen vande voorschreven overlede Grelken Jacobs¬dochter, ter presentie van Gijsbrecht Jacobszoon met Handrick Janssen ende Jan Adriaenssen Cluijter als voechden ende toesienders vande voorschreven weeskijnderen.
Mede inde tegenwoordicheijt van Dirck Adriaenssen als hemraet ende stadthouder in absentie van-de schout des dorpts voorschreven, die bij den selven daertoe geauthoriseert was ende in dezen mede vervinck. Handrick Janssen Buijs ende Anthonis Cornelissen sijne mede hemraders. Actum dezen xxvijen februarij anno 1608 mij secretaris present ende aldus mede condich. (Getekend) B. Joacimsz 1608.

Folio 24v
Eodem anno et die pretore et hemraders quibus supera. Compareerden Claes Comelissen ge-weesene man ende voecht van Grelkens Jacobsdochter saliger, ende heeft met advijs ende decret van schout ende hemraders voorschreven als oppervoechden, aengenomen van Gijsbrecht Ja-cobszoon met Handrick Janssen ende Jan Adriaenssen Cluijter als voechden ende toesienders van sijn ses weeskijnderen, die hij verweckt heeft gehadt bij de voorschreven Greltken Jacobsdochter die selve kijnderen te alimenteren, in cost ende dranck, cleeden ende reeden van schoen ende coussen, sieck ende gesont, geenen tijt van perijckel vuijtgescheijden, binnen doorpts ter scholen te laten gaen.Eerlijck ende tamelijck nae zijnen staet ende conditie gelijck eenen goeden vader toe-staet ende behoort te doen, tot dat het joncxste kijnt mondich weesen sal. Ende sal hij Claes Corne-lissen daervoor behouden allen het gelt ende goet, schult ende wederschult, niet ter werelt vuijtge-scheijden. Volgens den voorschreven inventaris midts conditie dat hij sijne weeskijnderen vuijtreijc-ken sal, het joncxste kijnt mondich weesende, de somme van ses pont groote Vlaems eens, dats te weten ijeder kijnt een pont. Ende sooer middelertijt eenige kijnderen afflijvich woorden, sullen de voorschreven peningen erven ende besterven van het een kint op het ander ende van het leste op de gerecht erffgenamen. Item is conditie oft den vader van deze kijnderen qaumen te herhouwen ende de voorschreven weesen bij de stieffmoeder verdrukt ende verstooten woorden, dat bij sulcken gevallen den voecht mette toesienders, ende dat met decret ende advijs vande schout en-de hemraders als oppervoech-den, hem sijnen kijnderen sullen moegen affnemen ende besteden die zijnen cost soo dat behoort, al sonder arglist. Waermede partijen hebben vertegen ende beken-de minnelijcke overcomen ende wel te vreden te zijn, gelovende deze tallen tijden te onderhouden ende na te volgen op een pene van tzestich gouden Roijalen, te verbueren ende te gaen nae peij-nen recht. Hemraders quibus ut supra. Actum als boven mij secretaris present. (Getekend) B. Joa-chimsz 1608

Folio 25r
Vrij gifte voor Buijs Bastiaenssen ende Wouter Janssen
Compareerde Cornelis Govaertszoon van Baertwijck als man ende voecht van Digna Adriaenssen sijne huijsvrouwe voor sich selven, mede vuijt den naem ende van wegen Jooris van der Voort sij-nen schoen vader als blijck bij sijn eijgen hant van date den xijen junij anno 1608, ons schout ende hemraders ondergeschreven geblecken ende voor gelesen. Ende gaff over met vrijer gifte soo als recht is, Buijs Bastiaenssen ende Wouter Janssen voor haer ende hare nacomelingen, alsulcke vijff geerde lants als hij leggende heeft binnen onsen doorpe. Streckende vander halver Geijlsloot aff noortwaert op totter halver Kille toe. Bedeelt aende weeste kant in Peerken Heijn de Bonts Weer, Adriaen Willemssen Haenscam mette Heijligeest int serve lant gelegen oost, ende dat met sijn schauwen ende nabueren recht, daermet rechte toebehoorende. Ende geloeffden hij Cornelis voor-schreven mede vuijt den name alsboven, den voorschreven Buijs met Wouter Janssen dit voor-schreven goet te vrijen ende te waren naerden lantrecht. Actum den xxen junij 1608. Hemraders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouterssen.
Ende in sonderheijt heeft hij Cornelis Govaerts hier voor verobligeert ende verbonten, een stuck lants gelegen tot Cappel ontrent den Blancken Wiel ende voorts alle sijne andere goederen hebben-de ende vercrijgende, geen van dien vuijtgesondert tzij waer die gelegen ofte bevonden moechten woorden, om haer daer aen te moegen verhalen met alsulcken recht als haer believen ende goet dunken sal. Actum ut supra, presentibus ut supra.

Folio 25r
Vrij gifte voor Adriaen Aertszoon ten Berch inden Bonten Gos.Op heden dezen xviijen julij anno 1608 compareerden voor Jan Frans Geerits schouthet tot Ramsdonck Anthonis Corneliszoon ende Mathijs Wouterssen hemraders, Bartholomeus Bartholomeussen met Adriaen Jacobszoon Vinck, ijeder voor sich selven ende mede vuijt den naem ende van wegen Geeraert Adriaenssen Been borger der stede Dordrecht, oock vuijt den name van Mr. Adriaen van Muijsenbroeck licentraet inde rechten, als te samen testamentaire voechden van Aert Jacobszoon vander Merwede als blijckt bij sekere procuratie op haer comparanten gepasseert voor Jan Vekemans notaris ende getuijgen tot Dordrech residerende van date den xven julij anno voorschreven, ons hemraders voorschreven geblecken ende voorgelesen. Ende hebben overgegeven vuijt crachte van dien met vrijer giften soo als recht is Adriaen Aertszoon vander Merwede resorner der stadt Geertruijdenberge, ijeder voor haer selven twee sestepaerten van een dordepaert in een achte paert. Ende noch vuijt crachte vande voorschreven procuratie, twee sestepaerten van een doordepaert in een achtste paert vande lande tot Ramsdonck gelegen, gecomen van Rijer Jacobszoon, den voorschreven Aert Jacobs-zoon ende wijlen zijnen broeder Adriaen Jacobszoon vander Merwede, aengecomen bij doode ende overlijden van wijlen Alit Jacobsdochter haerlieder grootmoeder saliger. Met sijn schauwen ende nabueren rechten daermet recht toebehoorende. Ende geloeffden sij comparanten voor haer sel-ven ende mede vuijt den name ende crachte als boven den voorschreven Adriaen Aertszoon dit voorschreven goet te vrijen ende te waren na den lantrecht. Actum ut supra, hemraders alsboven.

(Los briefje)
Ick ondergeschreven attestere voer de gerechte waerheijt dat ick Cornelis Goevaerst met Dingen Adriaensen sijn huijsvrou over geeft dat gelegen is tot Raemsdonck gelijck Jenneken Gover? mijn husvrou gedaen heeft geen wraeck meer over te doen nou oft tot geenen dagen Batter Cornelis ende Dingen haren vrijen wil moeijen doen vertonen den xij Junius 1608
Joris vander Voort, vorster tot Weerenhout (Wernhout) ende dies moet Adriaen Dingen bruer heb-ben alt hijt van doen heeft de somme, van vijfentwintich gulden tot een gedenckenis van Adriaen Gijben sijen vader saliger. Actum als boven
Vrij gifte voor Cornelis Cornelissen Buijs.

Folio 25v
Op heden dezen xixen septembris 1608 compareerden Anneken Jansdochter, weduwe wijlen Adri-aen Janssen Roijl met Handrick Janssen Buijs haren gecoren voecht in deze ter eenre voor de een helft. Jan Cornelis Roel Lambrechtszoon als man ende voecht van Maijken Jansdochter, Handrick Bouwenssen als man ende voecht van Peeterken Jansdochter, Huijbrecht Willemssen als voecht van Lesken Jansdochter zijnder moeder, Cornelis Janssen voor hem selven. Willem Peeterssen als man ende voecht van Neltken Willemsdochter ende Maeijken Jansdochter met Jan Frans Geerits-zoon schout ende haren gecoren voecht, weesende altesamen erffgenamen van Adriaen Janssen Roijl voorschreven ende hebben gesamenderhant met vrijer giften overgegeven soo als recht is Cornelis Cornelissen Buijs, een huijs metten erve gelegen op ‘t Veer, breeders vuijtwijsens de coop-ceel welverstaende dat Annekenen tgebruick vande camer haer leven lanck behout. Streckende dit voorschreven erif aent suijden eijnde vande Poelsloot aff noortwaert op totten Watersloot teijnden Jan Peeterssen cooltuijn toe, met noch voort de stege vande voorschreven Watersloot aff tot over de Veerssestraet toe. Adriaen Janssen Hoevanaer met sijnen huijs ende erve gelegen weestwaert ende Jan Adriaen Staessen oo waert, met sijn schauwen, leijdinge, steginge ende weginge mette nabueren rechten daer met recht toebehoorende. Voorts in alder voegen ende manieren als Adri-aen Janssen Rioijl voorschreven, met Anneken zijn huijvrouwe dat beseten hebben. Ende ge-loeffden de voorschreven comparanten den cooper dit voorschreven goet te vrijen ende waren nae den lantrecht, hemraders Dirck Adriaenssen, Mathijs Wouterssen en Anthonis Cornelissen.
(kantlijn.) Transport

Folio 26r (doorgestreept.)
Eodem anno et die compareerden Cornelis Cornelissen Buijs ende heeft geloeft ende verwillecort zoo als recht is deuchdelijck schuldich te weesen Anneken Janssen, weduwe wijlen Adriaen Jans-sen Rioijl ende alle zijne erffgenamen geeneralijck vande somme van elff hondert ende vijftich gul-den, spruijtende vuijt coope van het huijs metten erve op tVeer gelegen. Waervan de gifte op huij-den date voorschreven gepasseert is, ende de voorschreven penningen te betalen op drije termij-nen. D’een doordendeel gereet op de gifte ende de resterende op twee ierstecomende jaren daernaest volgende. Ende bij foulte vande jaerlijcxe betalinge soo verbijnt hij Cornelis Cornelissen Buijs hiervoor dit voorschreven goet ende voorts alle zijne andere
goederen hebbende ende vercrijgende tot dat den lesten penninck metten iersten betaelt zal sijn.
Hemraders alsboven.

Folio 26r
Opten xxvjen septembris bekenden de erffgenamen voorschreven ontfangen te hebben van Corne-lis Cornelissen Buijs, de somme van een hondert eenendetnegentich gulden xiij stuijvers j oort ende dat tot volle betalingen vande iersten peij daer dezen willecor affspreckt.
Mij secretaris present Berthout Joachimssen.

Folio 26r
Op ten xxjen november 1609 soo bekende de erffgenamen van Adriaen Janszoon Riool ontfangen te hebben van Cornelis Cornelissen de somme van een hondert 91 gulden xiij stuijvers j oort weesende den tweede termijn present den schout Cornelis Meliszoon.

Folio 26r
Vrij gifte voor Anneken Jansdochter, weduwe wijlen Adriaen Janssen Rioijl
Eodem anno et die compareerden de erffgenamen van Adriaen Janssen Rioijl generalijck ende hebben over gegeven met vrijer giften zoo als recht is Anneken Janssen, weduwe wijlen Adriaen Janssen Rioijl alsulcken vierdendeel van een breij als sij hebben leggen binnen onsen voorschreven doorpe met haer weduwe gemeijn. Streckende vande Asterdijck aff totte Weteringe toe. Nanneken Anssen met haere erve gelegen westwaert ende Wouter Peeterssen oostwaert. Met sijn schauwen ende leijdinge, steginge ende weginge mette nabueren rechten daermet recht toebehorende. Voort in alder voegen ende manieren als Adriaen Janssen Rioijl mette voorschreven weduwe dit voor-schreven goet gebruickt ende beseten hebben. Ende geloeffden sij comparanten den cooper dit goet te vrijen ende waren na den lantrecht, hemraders voorschreven.
(doorgestreept:)

Folio 26r
Ten dage voorschreven compareerden Anneken Jansdochter, weduwe wijlen Adriaen Janssen Rioijl met Handrick Janssen haren gecoren voecht in deze, ende heeft geloft ende verwillecort soo als recht is deuchdelijck schuldich te weesen allen de erffgenamen van Adriaen Janssen Rioijl ha-ren overleden man saliger de somme van tzestich rix gulden, te betalen op drije termijnen Deen derdedeel nu gereet op de gifte, ende de resterende twee derdendeelen op twee ierstcomende ja-ren daernaest volgende. Spruijtende deze voorschreven penningen van een vierdendeel van een Breij waervan de gifte op heden date van dezen gepasseert is. Ende geloeffde sij Anneken met haren voecht voorschreven de voorschreven erffgenamen deze penningen te betalen op termijnen als voorschreven staet onder verbantenisse als na rechte, hemraders als boven.
Ende bekennen sij erffgenamen vande iersten peij van dat goet voldaen ende betaelt te zijn.
Actum presentibus ut supra.
Opten xxijen november 1609 soo bekende die erffgenaemen van Adriaen Janszoon Reool den tweeden paeij ontfangen te hebben van Anneken Jans.

(kantlijn)
Opten xxiiijen decembris 1611 soo bekende de erffgenamen van Adriaen Janszoon van deese wil-ceur ten vollen ende al betaelt te sijn naemptelijck Jan Cornelis Roel Lemmens, Pierken Jans, Les-ken Jans ende Adriaen Franszoon vuijten namen van Mae…
Den 19 januarij 1610 bekende Peeter Adriaens vuiten naeme Anneken Jans ontfangen te hebben ii jc Lxxxiij gulden vj½ stuijver present mij Cornelis Meliszoon
Den xij februarij 1612 soo bekende Peeter Adriaenszoon vuijten naeme van Anneken Jans hoen-moeder sijn van Cornelis Cornelisse Buijs dezen wilceur ten vollen ende al betaelt heeft mijn pre-sentie Cornelis Melis.
Quijt den xxiiijen december 161 . in mijn presentie ende betaelt in handen voorschreven.

Folio 26v
Vrij gifte voor Jan Stoffelssen
Eodem anno et die compareerden de generale erffgenamen van Adriaen Janssen Rioijl ende heb-ben met vrijer giften overgegeven soo als recht is, Jan Stoffelssen het vierdendeel inde Donck ge-comen van Adriaen Janssen Rioijl voorschreven streckende van Joachim Peeterssen goet affaent zuit eijnde, noortwaert op totte Kercke lant toe. Joachim Peeterssen met zijnen lant ende erve gele-gen weest ende Jan Stoffelssen met sijnen lant ende erve selffs gelegen oostwaerts met sijn schauwen, leijdinge, steginge ende weginge mette nabueren rechten daermet recht toebehoorende. Ende geloeffden de voorschreven comparanten dit goet den cooper te vrijen ende waren nae den lant recht, hemraders quibus ut supra

Folio 26v
Ten voorschreven dage compareerden Jan. Stoffelssen ende heeft geloeft ende verwillecort soo als recht deuchdelijcken schuldich te weesen de erffgenamen van Adriaen Janssen Rioijl de som-me van vier hondert ende twalff rix gulden spruijtende vuijt coope van het vierdendeel inde Donck, toebehoort hebbende Adriaen Janssen Rioijl voorschreven, waervan de gifte op heden ,date van dezen gepasseert is. Te betalen op drije termijnen, deen dordendeel gereet, nu op de gifte, ende de resterende penningen op twee ierstcomende jaren daernaest volgende ende bij foulte vande jaerlij-cxe betalinge soo verbijnt hij Jan Stoffelssen daer voor dit voorschreven goet ende voorts alle zijne andere goederen hebbende ende vercrijgende tot dat den iersten penninck metten lesten betaelt zal zijn, hemraders voorschreven.
Van deze willecor heeft Jan Stoffelssen ten voorschreven dage in presentie vande hemraet aen voorschreven erffgenamen den ieisten peij betaelt.
De gerechte erffgenamen van Adriaen Janszoon Reool bekenden van Jan Stoffelen den tweede termijn ontfangen te hebben die verschoten was 1609, present Frans Geeritszoon ende Jan Frans-zoon schout, actum den xxviij februarije 1610.
(kantlijn)
Quijt den xxiiijen december 1610 in handen vande erflgenamen voorschreven den daerom gecas-seert.

Folio 27r
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Cleijs Adriaenssen de Bosser ter eenre ende Cornelis Andriesen als voecht met Adriaen Adriaenssen Langen als toesiender van sijne vijff weeskijnderen als gerech-te omen ende succederende inde goederen van saliger memorien Dingenken Andriesen huerder moeder opten xxiijen septembris 1608.
Inden iersten soo is Cleijs Adriaensen geloot, gecavelt ende geerffdeelt op het goet gelegen op de Made, met Brieningen Acker gelegen tot Ramsdonck. Item behout hij Cleijs voorschreven alnoch alle schult ende wederschult metten leggende ofte gereede penningen zoo Digna voorschreven sijne huijsvrouwe daer vuijt gestorven is. Ende noch alle costen ter oirsaecke van deze erffdeelinge totten schout souden moege gemaeckt weesen met het rechtloon van dien. Daer hij sijne weeskijn-deren tot allertijt aff moet bevrijen. Welverstaende nochtans datter noch tzeventich gulden schulden ombedeelt blijven, waervan zijne weesen ofte hare voechden de helft zullen moeten betalen. Item blijft noch onder haer commuij ende ombedeelt, het huijs metten erve daer Cleijs Adriaenssen te-genwoordich in woont. Item blijft alnoch ombedeelt tusschen de vader ende sijne kijnderen ontrent tnegentich rix gulden die hem noch incomen van Aspers tot Dordrecht van het ejken bos t’Sgra-venmoer soer wat aff compt. Item sal hij Cleijs Adriaenssen oock behouden den geheelen imboel van huijsraet, soo linden als wollen, bedt, bult, pot, ketel, stoelen, bancken, hoij, strije, torff ende hout, peerden ende beesten met ter werelt van dien vuijtgesondert, midts dat hij sijne weeskijnderen oft hare voechden binnen jaers voor haer deel sal vuijt reijcken ende betalen,
eens de somme van ijc xviij gulden x stuijvers. Item de voorschreven weesen met haer
voechden sijn gecavelt ende geerfdeelt op het lant rode Werffkampen, soo groot ende cleijn dat aldaer gelegen is, met noch een stuck ‘ants genoempt De Breije. Dus moeten sij Cleijs Adriaenssen haren vader vuijtreijcken vangelijcken binnen jaers xv gulden, ende daerenboven noch betaelen aende vercooper van t’voorschreven Werfkampens lant eens een hondert gulden sonder meer, al sonder arch oft list. Waer mede partijen hebben vertegen ende bekenden minnelijcken overcomen, gelot, gecavelt, geerffdeelt ende wel te vreden te weesen, gelovende deze tallen tijden t onderhou-den ende na te volgen op een pease van tzestich gouden roijalen te verbueren te gaen nae peijnen recht, hemraders Dirck Adriaenssen, Handrick Janssen Buijs, Mathijs Wouterssen ende Anthonis Cornelissen, actum ut supra.

Aldus affgerekent met den anderen in presentie van Dirck Adriaensen ende Anthonis Cornelissen als hemraders tot Ramsdonck ende als secretaris quod attestor. (Getekend) B Joachimsz 1609

(kantlijn)
Opten xxijen aprilis anno 1609 soo heeft Cornelis Andriessen met Adriaen Adriaenssen Langen
als voecht ende toesiender van Cleijs de Bossers weeskijnderen, affgerekent met den selven
Cleijs de Bosser van het gene hij voor sijne kijnderen verschoeten ende betaelt heeft, ijeder bijson-der soo ende gelijck als volcht ende hem voor betalinge moeten strecken aende twee hondert achtien guldens x stuijvers die hij Cleijs sijne kinderen in deze erffdeelinge geloeft heeft vuijt te reijcken voor den imboel.
Inden iersten heeft hij Cleijs Adriaenssen betaelt van mondcost van sijn joncxste kijnt aen Adriaen Janssen den Braber op de Made de somme van xLij gulden.
Noch heeft hij Cleijs gegeven Maijken sijn dochter getrout hebbende Jan Adriaen Maessen xxxiij gulden.
Item noch heeft hij betaelt van Adriaen sijns sons montcost ende van schoelgaen tzamen xij gulden.
Item noch heeft hij gegeven van Andries zijnen soens montcosten xx gulden x stuijvers x stuijvers.
Item noch heeft hij Cleijs voorschreven verschoeten voor deze rekeninge, aen schoenen, cous-sens, linden ende wollen tzamen xi gulden ix stuijvers.
Item noch vient hij Cleijs de Bosser aen sijn selven vijfthien guldens, die hem sijn kijnderen geloeft hadden vuijt te reijcken van dat haer gedeelte beter was dan de zijn supera xv gulden Item heeft hij Cleijs de Bosser noch betaelt aen Cornelis Andriessen met Adriaen Adriaenssen Langen voech-den voorschreven de somme van L guldens supera totalis jc Lxxxiiij gulden.
Rest noch sijn kinderen te betalen xxxiiij gulden x stuijvers.
Memorie. Adriaen Claeszoon heeft in Werffcampensche lant ge..deel meer gewerckt hij in sijn va-ders besterftines heeft dan Andries sijne broeder ende daerom heeft Andries de twee paerten deelen, present Adriaen Adriaenszoon ende Cornelis Meliszoon.

Folio 27v
Opten xxiiijen novembris anno 1608 compareerden de geenerale erffgenamen van Adriaen Jans-sen Rioijl, Jan Franssen schout als oppervoecht van Maij de m..oste..ke suster voor haer selven, Peeter Adriaen Maessen mede als voecht van Anneken Janssen weduwe wijlen Adriaen Janssen Rioijl voorschreven. Ende hebben gesamenderhant overgegeven met vrijer giften soo als recht Jan Peeterssen schiptimmerman woonende opt Veer, alsulcken riethil oft aenwas als sij gehait hebben, teijnden den voorschreven Jan Peeterssen erve gelegen opt Veer. Aende noortzijde van Versse straete streckende vande voorschreven Jan Peeterssen erve aff aent zuijt eijnde noortwaert opt ter halver Dongen toe. Adriaen Peeterssen Conincx erffgenamen gelegen oost ende Adriaen Seegers-sen Buijs met zijnen lant ende erve weest met zijn nabueren rechten daermet recht toebehoorende. (kantlijn: Met de Veersse strate te onderhouden daerbij gelegen ende) voorts inder voegen ende manieren gelijck hij Adriaen Janssen bij sijnen leven, dit oo schreven goet gebruijckt ende beseten heeft. Ende geloeffden sij comparanten den cooper dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht, hemraders Dirck Adriaenssen, Handrick Janssen Buijs ende Anthonis Cornelis-sen. Actum supera.
Ende bekenden de voorschreven erffgenamen in presentie voorschreven van Jan Peeterssen van dit voorschreven goet vol ende al betaelt te zijn.

Folio 27v
Eodem anno et die compareerden Adriaen Franssen als man ende voecht van Nanneken Gijbens-sen, ende gaff over met vrijer giften soo als recht is, Jacop Peeter Huijbrechtszoon alsulcken ge-rechticheijt ofte gedeelt, inden iersten als hij Adriaen Franssen gedeelt is geweest in Gijb Seegers-zoon schuere metten erve daeraen gelegen.
Item noch sijn gedeelte in Ackermans Acker soo veel ende soo luttel als hij inde voorschreven goe-den vangelijck gedeelt is geweest met sijn schauwen, leijdinge ende nabueren rechten daeimet recht toebehoorende ende geloeffden hij Adriaen Franssen, Jacop Peeterssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waren naden lantrecht, hemraders voorschreven.
(kantlijn.)
Te weeten het dordendeel inde helft opten westen kant gelegen.

Folio 28r
Opten xxixen novembris anno 1608 compareerden Cleijs Michielssen voor hem selven met vervan-gende in dezen Jan Cornelissen Timmerman sijnen swager ter eenre zijde, Jacop Jacobszoon Timmerman oock voor sijn selven, mede in dezen vervangende Peeter Bastiaenssen sijnen swager ende daerenboven noch voor Meus Janssen sijn swagers weeskijnderen ende gaven gesamender-hant over met vrijer giften soo als recht is Seger Janssen Bogaert alsulcken huijs metten erve als sij gedeijlt hebben gehadt van Cornelis Janssen haren swager gelegen tot Ramsdonck ontrents de Schansse streckende van tzuijden eijnde aff vande halven dwerssloot van Seger Janssen goet aff noortwaert optotte Oue Kae toe. Govaert ?vaerden kijnderen met haren erve gelegen oost ende Joachim Wijtenssen met sijnen lant ende erve aende weest zijde met sijn schauwen ende nabueren rechten daer met recht toebehoorende. Voorts inder voegen ende manieren gelijck sij dat van haren swager voorschreven gedeijlt hebben ende geloeffde sij comparanten den cooper voorschreven dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht, hemraders Dirck Adriaenssen die in dezen mede vervinck Mathijs Wouterssen sijnen mede hemraet.

Folio 28r
Vrij gifte voor Adriaen Adriaenssen den Ouden Waelwijck
Compareerden op heden dezen xxvijen februarij anno 1609 den eersamen Buijs Bastiaenssen, als procuratie hebbende van Cornelis Janssen van de Werck schiptimmerman tot Geertruijden berge sijnen swager, wesende de voorschreven procuratie van date den xxven februarij anno voorschre-ven gepasseert voor Berthout Joachimssen openbaer notaris bij den hove van Hollant geadmitteert ende sekere getuijgen ons hemraders ondergeschreven geblecken ende voorgelesen ende heeft hij Buijs Bastiaenssen vuijt crachte van dien over gegeven met vrijer giften soo als recht is, Adriaen Adriaenssen Waelwijck den Ouden alsulcken acht geerden lants als de voorschreven Cornelis Janssen vande Werck sijnen swager gemeijn ende ombedeelt leggende heeft gehadt met hem Waalwijck Adriaenssen tot Ramsdonck inde Cleijn Donck genaempt den Kerckwech, weesende tzamen een weer lants van sesthien geerden. Streckende vander halver Killen aff noortwaert op ter halver Maessen toe, Seger Janssen cum suis gelegen aende weestzijde ende de moniken van Santroisen aende oistzijde, ombegrepen der iuster maten, soo groot ende cleijn gelijck tzelve lant aldaer gelegen is ende haer van hare ouders aengecomen is ende als hij constistuant breeders vuijtwijsens de coopcedulle van date den xijen februarij anno voorschreven aenden selven Wael-wijck Adriaenssen met sijn schauwen ende nabueren rechten heeft vercoft ende geloeffden hij Buijs Bastiaenssen vuijt crachte voorschreven den voorschreven Waelwijck dit voorschreven goet te vrijen nae den lantrecht, hemraders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouterssen.

Folio 28v
Overdrachte ofte transpoort van een obligatie voor Cornelis Janssen vande Werck ten Berch.
Eodem anno et die compareerden den eersamen Adriaen Adriaenssen Waalwijck (Adriaenssen doorgestreept) den Ouden ende bekenden voor hemraders ondergeschreven getransporteert te hebben ende transporteerende midts dezen aen Cornelis Janssen vande Werck schiptimmer¬man ende borger der stede Geertruijdenberge een obligatie van seventhienhondert eenendetzestich gul-den xij stuijvers, twee oort spreckende op Adriaen Marcelissen oock schiptimmerman tot Sgra-venmoer, procederende vuijt coope van moer breeders vuijtwijsens de selve obligatie bij den voor-schreven Adriaen Marcelissen scuffs onderteijckent wesende van date den xxijen januarij anno voorschreven vuijt welcke voorschreven obligatie den voorschreven Cornelis Janssen ontfangen sal voor de cooppenningen van zijn lant. (kantlijn: waervan de gifte op heden date van dezen voor schout ende hemraders tot Ramsdonck gepasseert is) de somme van een duijsent rix gulden soo vrij gelte op termijnen vuijtwijsens de coopcelle bij haer beijden ende sekere getuijgen geteijckent dats te weeten nu Bamis toecomende driehondert rixuldens, ende twee Bamissen daernaest vol-gende ijeder Bamis vangelijcke drije hondert rix gulden ende den vierden ende lesten Bamis ter volle betalinge een hondert rix gulden. Ende geloeffden hij Waelwijck Adriaen voor hemraders offer eenige duijsterheijt inde voorschreven obligatie viel alsoo dat hij Cornelissen voorschreven op sijn voorschreven termijnen niet betaelten woorden dat hij die tot allen tijde hem goet doen sal onder gelijcke verbantenisse als de voorschreven obligatie mede brengt, al sonder arch oft list. Hemra-ders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouterssen, mij secretaris present ende aldus mede condich. (Getekend) B. Joachimsz secretaris

Folio 28v
Vrij gifte voor Cleijs Janssen Nobel
Op heden dezen xiiien mert anno 1609 compareerden Seger Janssen vuijt crachte van sekere pro-curatie op hem voor de magistraet van Geertruidenberg gepasseert, van date den xvjen martij anno voorschreven ondertekent Jan van Mansdale ende besegelt met des voorschreven stadtssegel bij de eersamen Willem Janssen schiptimmerman zoo voor sich selven als vuijten name ende als last hebbende van Dingna Willemsdochter, weduwe Jan Cornelissen sijne moeder hem daer voore sterckmakende ende gaff hij Seger Janssen vuijt den name van dien over met vrijer giften soo als recht is Cleijs Janssen Nobel onsen nabuer een stuck lant genoempt Jennekens Huevel ghelegen binnen onsen voorschreven dorpe buijten ende binnendijcx.
Het binnendijcx lant streckende van Peeter Joachimssen erve aff aent zuijt eijnde noortwaert op tot Aert Aertszoon coltuijn toe. Ende het buijtendijcx lant streckende vande voorschreven Aertken Aertszoon lant aff aent zuijt eijnt noortwaert op totter halver Dongen toe. Jan Aen Gijben schout tot Baertwijck met sijnen erven gelegen oost ende Jan Dirck Janssen Buijs weest met sijn schauwen ende leijdinge steginge ende weginge ende gebuer rechten daermet recht behoorende ende ge-loeffden hij Seger Janssen vuijt crachte vande voorschreven procuratie den voorschreven Cleijs Janssen Nobel dat voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht, hemraders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouterssen.

Folio 29r
Eodem anno et die hemraders voorschreven ende vuijt crachte vande voorschreven procuratie, compareerden alnoch Seger Janssen voorschreven ende heeft overgedragen transporteert alsulcken twee rix guldens tsiaers als Digna Willemsdochter hebbende is op de huijsinge van Aert-ken Aerts ende gestaen op den voorschreven Jennekens Houel breeder volgens den constitutie brieff faervan sijnde aende voorschreven Cleijs Janssen Nobel overgegeven. Hemraders voor-schreven

Folio 29r
Compareerden alnoch ten voorschreven dage Seger Janssen voorschreven oock vuijt cracht van-de voorschreven procuratie vuijt den name van Willem Janssen schiptimmerman, die inde voor-schreven procuratie mede vervinck sijne susters, den selven Seger Janssen noch voor sich selven, Geerit Janssen voor sich selven ende Cleijs Adriaenssen Bosser oock voor sic selven ende hebben gesamender hant overgegeven met vrijer giften soo als recht Adriaen Adriaenssen Langen een vierdepaert in een weer lants gelegen int Lechlant teijnden Adriaen Peeterssen, te weten ombedeelt inde helft want voorschreven weer .. den voorschreven Adriaen Adriaenssen Langen de weestense helft scuffs toebehoorende ende Meus Willemssen met Ja.. R. met haren lant ende erve gelegen aende oosten cant, streckende van Adriaen Peeterssen voorschreven erve aff suijtwaert op totte Vaert toe met sijn schauwen ende leijdinge, steginge ende weginge mate gebuer rechten daer met recht toebehoorende ende geloeffde de voorschreven comparanten ijder voor sich selven, Adriaen Adriaen Adriaenssen (sic) Langen dit voorschreven goet te vrijen ende te waren na den lantrecht, hemraders voorschreven

Folio 29r
Eodem anno et die compareerden Jan Adriaen Geeritszoon van Bommel schouthet in Luijenam-boecht ende heeft vuijt crachte van procuratie op hem gepasseert voor de magistraet van Geertrui-denberch van date den xiiijen januarij anno voorschreven onderteijckent Mansdael met des voor-schreven stadts segel besegelt bij Willem Janssen schiptimmerman voor sich seven ende Cornelis Janssen als man ende voecht van Maijken Jansdochter, de selve tzamen noch vervangende ende hen sterck makende voor Nelleken Jansdochter henne suster, overgegeven met vrijer giften soo als recht is alsulcke twee geerden lants als sij constituanten gemijn ende ombedeelt hebben leggen-de gehadt met den voorschreven Seger Janssen in Baxweer Streckende op ende neder met het voorschreven lant voorts met sijn schauwen ende nabueren rechten daermet recht toebehoorende ende geloeffden hij Jan Adriaenssen schout voorschreven vuijtcrachte vande voorschreven procu-ratie Seger Janssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht, hemraders voorschreven.

Folio 29v
Eodem anno et die ende vuijtcrachte vande voorschreven procuratie heeft Seger Janssen als daertoe geauthoriseert weesende van Willem Janssen schiptimmerman voor sich selven ende Cor-nelis Janssen als man ende voecht van Maijken Jansdochter de selve tzamen noch vervangende ende hen sterck makende voor Neltken Jansdochter hare suster overgegeven met vrijer giften soo als recht is, Jacob Peeter Huijbrechtszoon alsulcken perceelken lants als sij gemeijn ende ombe-deelt hebben leggende meth hem Jacop Peeterssen op de Vlaijkens. Streckende van Joachim Vonderen erff aff, noorwaert op ter halffver Vlaijkens straet toe ende noch haer vies de paert in het bosken met zijn schauwen ende nabueren rechten daermet recht toebehoorende ende geloeffden hij Seger Janssen vuijt crachte vande voorschreven procuratie Jacop Peeterssen dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht Hemraders Dirck Adriaenssen met Mathijs Wouters-sen.

Folio 29v
Op heden dezen xiiijen mert anno 1609 compareerde Cleijs Janssen Nobel ende heeft geloeft
ende verwillecoort soo als recht is deuchdelijcken schuldich te weesen Digna Willemsdochter we-duwe wijlen Jan Cornelissen ten Berch, de somme van vijff hondert rix gulden procedeerende vuijt coope van Jenekens Huevel met twee rix guldens erffrente staende op Aert Aerts huijs breders t’uijtwijsens den consitutie brieff daervan sijnde, waervan de guite ende transport voor schout ende hemraders ondergeschreven ten voorschreven dage gepasseert is. Te betalen de voorschreven vijff hondert guldens op drije Kerssemis dage waervan den iersten ge[asseert is ende soo voort alle Kerssemisse totter voller betalinge toe ende bij foulte vande jaerlijcxse betalinge soo verbint hij Cleijs Janssen hier voor dit voorschreven lant ende voorts alle sijne andere goederen hebbende ende vercrijgende tot dat den iersten penninck metten lesten betaelt zal sijn. Hemraders voorschre-ven.
Cleijs Janssen Nobel heeft desen wilceur ten vollen ende al betaelt in handen vande voornoemde vercoopers blijckende bij coopseel op dorse geschreven dat sij bekennen den lesten penninck met-ten ersten ontfanghen te hebben vande voornoemde cooper daerom gecasseert. Actum den xvjen october 1615, Mandemaeckers secretaris.

Folio 30r
Vrij gifte voor de weduwe van Adriaen Wouterssen Mandemaker opt Gat.
Op heden dezen ven aprilis anno 1609 compareerde Commer Bastiaenssen ende gaff over met vrijer giften soo als recht is Maijken Cornelisdochter weduwe wijlen Adriaen Wouterssen Mande-maker de helft van het werffken metten hoff, Pierssen toebehoort hebbende gelegen opt Gat, Cleijs de Bosser met sijnen lint ende erve gelegen aende weestzijde ende de voorschreven weduwe met haren erve selffs aende oostzijde, voorts soo groot ende cleijn met sijn schauwen ende nabueren rechten als den voorschreven Pierssen dat bij sijnen leven gebruijckt ende beseten heeft. Ende ge-loeffden Commer Bastiaenssen de voorschreven weduwe dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den lantrecht ende allen voorcommer aff te doen. Hemraders Dirck Adriaenssen ende Mathijs Wouterssen.

Folio 30r
Vrij gifte voor Quirijn Bastiaenssen
Eodem anno et die compareerde Wirck Geeritszoon ende gaff over met vrijer giften soo als recht is Quirijn Bastiaenssen sijnen swager de helft van het huijs mette schuere in Engelant, gecomen van sijnder huijsvrouwen vader metten erve daeraen gelegen. Soo groot ende cleijn als hij Wirck Geeritszoon daerop voor sijn portie gedeelt is geweest, met sijn nabueren rechten daermet recht toebehoorende ende geloeffden hij Wirck Geeritszoon sijnen voorschreven swager dit voorschre-ven goet te vrijen ende te waren ende allen voorcommer aff to doen dier op commen mach tot de-sen dage toe nae den lantrecht. Hemraders voorschreven.

Folio 30r
(doorgestreept) Willecor voor Wirck Geeritsz
Ten voorschreven dage ende hemraders alsboven compareerde Quirijn Bastiaenssen ende heeft geloeft ende verwillecort soo als recht is deuchdelijck schuldich te weesen Wirck Geeritszoon sijnen swager de somme van acht hondert rijns guldens spruijtende vuijt coope van een half huijs en een half schuere metten erve daeraen gelegen gecomen van sijnder huijsvrouwen vader in Engelant waervan de gifte op heden gepasseert is daervan te betalen nu tweehondert guldens gereet ende van heden date van dezen over een jaer vangelijck twee hondert rix guldens ende soo voorts alle jaeren tot dat den iersten penninck metten lesten betaelt zal sijn onder verbantenisse van dit voor-schreven goet ende voorts alle sijne andere goederen hebbende ende vercrijgende geen vuijtgesondert Actum ut supra
Opten vjen aprilis anno voorschreven bekende Wirck Geeritszoon twee hondert rijns guldens voor deze iersten peij van Quirijn Bastiaenssen ontfangen te hebben mij secretaris present
B. Joacimsz.
Den xxiijen september anno 1612 soo bekenne Wierick Geertszoon voor mij Cornelis Meliszoon secretaris dat Crijn Bastiaenszoon eenen wilceur ten vollen ende al betaelt heeft voor haer alder nacomelinghen daerom gecasseert ende geroijeert ten dage voorschreven.

Folio 30v
Vrij gifte voor Handrick Dielissen
Op heden dezen xxiijen aprilis anno 1609 compareerden Peeter Joachimssen tot Waspijck ende gaff over met vrijer giften soo als recht is Handrick Dielissen sijnen swager alsulcke vierdendeel lants ombedelt als hij heeft in de Wijnbergen. Streckende aent noorden eijnde vande GeijIsloot aff suijtwaert op ter halver Broecxken toe gelijck Joachim Peeterssen erve sterck gelegen aende oost-zijde, met Jacob Peeterssen gelegen met zijnen lant ende erve aende weestzijde, voorts in alder voegen ende manieren gelijck hem dat is compeeterende met sijn schauwen ende nabueren rech-ten daermet recht toebehoorende ende geloeffden hij Peeter Joachimssen sijnen voorschreven swager dit voorschreven goet te vrijen ende te waren nae den Utrecht. Hemraders Dirck Adri-aenssen met Anthonis Cornelissen.
(doorgestreept)

Folio 30v
Willecor voor Peeter Joachimssen
Ten voorschreven dage compareerde Handrick Dielissen ende heeft geloeft ende verwillecort soo als recht is deuchdelijck schuldich te weesen, Peeter Joachimssen sijnen swager de somme van twee hondert rix guldens procedeerende vuijt coope van een vierdendeel lants gelegen op de Wijn-bergen waer van de gifte op heden date voorschreven gepasseert is. Daervan te betalen vijftich rix guldens Bamis leste den anno 1608 ende Bamis daernaest volgende vangelijcke vijftich rix guldens ende soo wort alle Bamissen tot dat de voorschreven twee hondert rix guldens vol ende al sullen betaelt sijn, onder verbantenisse van zijnen persoon ende voorts alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende geen van dien vuijtgesondert.
Hemraders voorschreven ende mij als secretaris. (Getekend) B. Joachimsz.
Ten voorschreven dage heeft Handrick Dielissen sijnen swager Peeter Joachimssen betaelt op dezen willecor een hondert rix gulden. Presentibus ut supra.
Peeter Joachimszoon bekent van desen wilceur ten vollen ende al betaalt te sijn den lesten penning metten eersten blijckende bij sijn eijgen hant ende quijtantie van date den xxiiijen october 1610 daerom geroijeert.

Folio 31r
Waerborch.
Op huijden desen vijen junij 1610 compareerden Jacob Jacobszoon als man ende voicht Maijken Jansdochter, Berbel Jansdochter huijsvrou van Peeter Bastiaenszoon voor haer selffven, Jan Hen-ricxszoon als man ende voicht Janneken Meusdochter ende Herman Janszoon Nusenborch als man ende voicht van Truijken Adriaens, de suster van Tuenis Adriaenszoon die getrout heeft ge-hadt de voirnoemde Janneken Meusdochter (kantlijn: ende noch vervangende derfgenaemen van Balt Tomas ende Sael Saelijliszoon erffgenaemen ende Cornelis Tomaszoon erffgenaemen daer hij hem sterck voor maeckt,) alle gerechtich te weesen inde achtergelaten goederen van Aentken Huijbrechtsdochter, weduwe wijlen Dierick Rutten saliger ende hebben gesamenderhandt ider in sijn voorschreven qualite tot waerborch gestelt (s)pecialijcken haere huijsen, erffven ende andere erffgoederen ende generalijcken alle haere goederen eenen tijt van ses eerst coemende jaeren, ten eijnde offer imante opt huijs ende erffve daer Adriaen Adriaenszoon competeert ende Tuenis Cor-nelissen vuijten naeme Tuenis Geritszoon Smit van Aentken Huijbrechten gecoft ende metten recht ontfanghen heeft. Actum dit tot vasthicheijt ider onderteijckent.
Dits Jacob Jacobszoon hantmerck. Dits Berbel Jansdochter deur hantmerck, absentie van haren man, Cornelis Melis haeren gecooren voicht in desen. Jan Handrick Handricx. Herman Janssen van Nuyssenbourch.
Dits Jacob Jacobszoon hantmerck, deur ontlastinghe Dierick Adriaenszoon den gerechte voicht van Peeter Meuszoon, welke ontlastinghe hij op hem nempt ende Dierick Adriaenszoon daer van sal imdenneren ende reeckeninghen Peeter Meuszoon aff sal doen, naerbehoren waer van hij eerst daecht daer rekeninghe aff sal doen ende voirts daer mede gerechte sal etc. voorseggende als op-pervoigden
(kantlijn.)
Ten voorschreven dage soo heeft Adriaen Adriaenszoon selven den eersten termijn betaelt vanden wilceur daer dese waerborch aff spruijt.

Folio 31v
Op huijden deesen xxijen december 1610 soo heeft Cornelis Cornelis Buijs, Jan Stoffelen ende Peeter Adriaenszoon Maes vuijten naeme van Anneken Jans sijn schoenmoeder, den lesten termijn die sij heden de gerechte erffgenaemen van Adriaen Janszoon Reool schuldich waeren van coop van erffenisse breder vuijtwijsens den wilceur ende register daer van sijnde, onder de haere geleijt niemant de selffe te lichten, ten sij stellen selven te borgen voor eenighe pretense schulden, alreede nu weesende als noch naemaels souden moeghen voirtcoemende, op eenighe vande voorschre-ven vercoste goederen van haer daer aen te moeghen garanderen voor schouth Jan Franszoon. Hemraders Dirck Adriaensz ende Tuenis Cornelissen
(doorgestreept)

Folio 31v
Ten voorschreven daege compareerden Jan Cornelis Roel Lemmenszoon ende heeft voor sijn self-fven als oick voor Lesken Jan Wilmszoon tot waerborch gestelt, Cornelis Cornelis Buijs, Jan Stoffe-len ende Peeter Adriaenszoon Maes vuijten naeme van Anneken Jans sijn schoenmoeder, een stuck lants groit ontrent drie leupensaet geleghen inde Oord binnen onsen amboichte voorschreven van de voorschreven Cornelis Cornelis Buijs ende Jan Stoffelen ende Peeter Adriaenszoon vuijten naeme voorschreven daeraen te moegen verhaelen van alsulcke schulden. Actum creditum nu weetende ofte naemaels noch souden moeghen voirtcomen opte vercooft ende achtergelaeten goederen wijlen Adriaen Janszoon Reool haeren broeder, voor hemraders voorschreven.
Alsoo niemant opte voorschreven goederen en heeft weten te pretenderen soo heeft Jan Cornelis Roel Lemmenszoon versoicht dese waerborch zo te casseren.
Actum den vjen januarij 1614 quod attestoir Mandemaekers secretaris.

Folio 32re (doorgestreept)
Ten voorschreven daege compareerde Lesken Jans met Huijbert Willemszoon Cant haeren soon ende voicht ende gelooft timdemneeren, costeloos ende schadeloos te houden, Jan Cornelis Roel Lemmenszoon van alsulcke waerborche als den voorschreven Jan Roel Lemmens ten voirschre-ven daege voor (doorgestreept: mij geloeft heeft) schouth ende gerechte gelooft heeft, ten eijnde ofte op haer portie ende gedeelt van Adriaen Janszoon Reool haeren broeders, eenighe schulden voirt quaemen verbindende daer voirens haere goederen soo haeff als erffve present ende toeco-mende soo waer die geleeghen ofte bevonden souden moeghen weesen remincherende van allen benificien van rechten die haer ofte haeren gecoiren voicht (kantlijn: in sulxe ende den voorschre-ven Jan Cornelis eenichsins in dit soude moegen weesen voor hemeraders voorschreven ende noch bij haeren voecht tot vasticheijt onderteijckent.
Dits Huijbert Willemszoon Cant hantmerck als gecooren voicht in desen.
Willem Peeterszoon als man ende voicht van Nelken bekende van Jan Cornelis Roel Lem-menszoon, Leesken Willems, Peerken Jans ontfanghen te hebben van ider xxv gulden, xv stuijvers ende dat vuijt saecke van dat sij den ijen, iijen ende laesten termijn ontfanghen hebben in Ariaen Janszoon achtergelaeten goederen waer in sij aff sijn gepasseert, ende alsoo sij de selffde hebben gesubstiteert ten gerechte ende gerechte hem hebben geweesen dat Peeter Willemszoon soude ontfangen tnegentich gulden, waer inne sij meenen elck haer continigent betaelt te hebben ende dat de reste Marij meij moet betaelen. Actum den 2(?) junij 1611 mij present Cornelis Melis.
(kantlijn)
gecasseert alsoo binnen den voirschreven tijt . aert . is gecompeteert soo hebben partijen versocht tselffde te casseren den vjen junij 1614 Mandemackers secretaris.

Folio 32v
Op huijden desen xxiiijen decembris 1610 compareerden Peeter Michielszoon ende heeft Cornelis Cornelissen Buijs, Jan Stoffelen ende Peeter Adriaenszoon tot behoeft Anneken Jans sijn schoen-moeder tot waerborge gestelt, eenen acker saeijlants gelegen achter Peeter Adriaenszoon Gijben stede, eenen tijt van twee jarene ende dat ter oirsaecken off eninghe verhaelen schulden ofte eenighe andere erffgenamen voirtquaemen die op haere gecofte goederen die sij van de erffge-naemen van Adriaen Janszoon Reool gecoft hebben ende haer ten vollen betaelt te hebben als gelooft. Peerken Jansdochter wedue wijlen Henrick Bouwenszoon met Bouwen Henricxszoon hae-ren soon ende gecoiren voicht in desen, Peeter Gielen van sijne waerborge timdemneeren, coste-loos ende schadeloos te houden ende heeft verbonden gelijck sij doet bij desen haere steede ende erffhuijse daer sij op woint gelegen tot Oosterhout aende Waetersteech om den voorschreven Pee-ter Gielen daer aen te moegen verhaelen van alsulcke schaden, costen int echten die hij voor haer geduerende dese waerborchte soude moegen lijden onder verbant ende bedwanck van allen rech-ten ende richteren, voor hemraders Dierick Adriaens ende vervangende Tuenis Cornelissen.

Toegevoegd: Ende alsoo niemant en is gecompareert binnen den voorschreven tijt en iets te pre-tenderen opte voorschreven goederen, soo heeft versoicht Cornelis Henricks voor hem ende voor sijn lusters ende broers te casseren.
Actum den vjen jannuarij 1614
Mandemackers secretaris.

Folio 33r
Op huijden desen viijen mert anno 1611 compareerden Dierick Lauwereijs Tijszoon, Mathijs Jans-zoon ende Bastiaen Janszoon alle saemen onse ingesetenen ende nabueren van onse dorpe voor-schreven, looffwerdich van naeme ende fame ende hebben ter instantie ende requisitie van Geerit Franszoon getuijcht, verclaert bij solemneelen eede soo recht is geafformeert tgene hier naer volcht. Inden eersth tuijcht ende verclaere Dierick Lauwereijszoon als dat hij deponent vanden voorschreven requirante heeft gehuert twelff geerden lants gelegen in de Hoich Donck, streckende vander halffver Kil aff ter waeter, twee jaeren lanck waer van een is gepasseert ende noch een resteert, te bruicken tsiaers voor xL guldens, alle jaere te betaelen Sinte Mertens dach. Item den voorschreven Tijs Janszoon ende den voorschreven Bastiaen Janszoon verclaeren op eede als vooren als dat sij desponenten vanden voorgenoemde rerquirante hebben gehuert … veldeken eenen tijt van drie eerst coemen jaeren, te gebruijcken tsiaers voor xiij gulden ende die
koeweij ingelijck drie eerstcoemende jaeren tsiaers voor Lxxiij gulden (kantlijn: waer inne den
requirante den voorschreven tijt lanck den dijck moet onderhouden) waer inne coempt de wedue van Jan Cornelissen tvierdepaert vande voorschreven Lxxiij gulden gemerckt timer vierdepaert. Inde helft competeert eindende deponent hier mede haere depositie die sij verclaeren des noijt sijnde meermael te sertificeren alles sonder arch ofte list, present den schout en hemraeders Die-rick Adriaens ende Henrick Janszoon.
Kantlijn:
bijede de perceelen gelegen op ‘t Veer

Los briefje
Ick Peeter Jochimssen bekenne mids deze mijnder quitantie vol ende al betaelt te wesen van Handrick Dielissen, mijnen swager, van alsulcken gerechte vierdendeel inde Wijbergen als hij aen sijnen voorschreven swager vercoft heeft gehadt, bedanckende over sulcx hem van sijn goede betalingen begeerende dat den secretaris Cornelis Melissen believen sal de willecor te dooden in kennisse soo hebbe is Peeter Joachimssen deze mijne quitantie Berthout Joachimssen notaris doen schrijven ende selffs neffens hem onderteijckent.
Actum dezen xxiiijen octobris anno 1610 Peeter Joachaemsse, B. Joachimsz 1610
Los briefje
Noch zoe bekenden de gelijcke erfgenaemen ontfangen te hebben den tweeden paeij die versche-nen was den 19en octobris sesthienhondertnegen in presentien Frans Geeritssen schout ende Jan Franssen

Folio 33v leeg
Folio 34r leeg
Folio 34v leeg

Folio 35r
Op huijden desen xij meert 1616 soo heeft Aert Hendricxs muelder aengenomen het naergelaten weeskint van Huijbrecht Cornelissen, Jan Huijbrechtssen om te leeren malen met den moolen ende ander hantwerck dat dit knechten dat machtich is van Wouter Mathijssen als voocht ende Aert Hee-re als toesinder van Jan Huijbrechts. Ende dat voir eenen tijt van drie eerstcomende jaren, waer van het eerste weesen zal meij toecomende in dit selve jaer ende vuijtgaende int jaer als men schrijft 1619 den eersten meij. Hier van soo heeft Aert Hendricx bedongen van Wouter Mathijsen in dese drie jaren eens die somme van xxiiij gulden, in het eerste halff jaer soo heeft Aert Hendricxsen bedongen twee pont ende het ander half jaer ooc twee pont als men schrijt 1617 1e mei, ende dan dander helfft ofte (doorgestreept: weder twe pont ende and jaren) jaren ende zal Wouter niet meer geven, dan moet Wouter Mathijssen de cnegtken ceen ende reen en die eerste twee jaer ende voirts het ander jaer. Soo moet Aert Hendricxssen Jan Hijbrechts twee paer schoen, twee hemden ende voirts soo can Aert Hendricxs dit knegtken noch wel duerft doen hier voir dese somme van penningen die Wouter Mathijssen heeft gelooft als voorschreven is, ende moet Aert Hendricx hier voor houwen des drie jaren lanck, sijeck ende gesont, ghenen tijt van perijkel wtgescheijden ende hebben wij Aert Hendricx ende Wouter Mathijssen die acoort laten beschrijven ende met ons name ende hantmerck onderteckent in presensse van Jacop Jacops ende mij secretaris tot Raamsdonck.
Acturm desen xij mert 1616.
Dit is merck van Aert Hendricxs, Wouter Mathijssen

Folio 35v leeg
Folio 36r leeg
Folio 36v leeg
Folio 37r leeg

Aantekening op folio 37v
Item de helft van Metken Segers Bos streckende vande Vlaijkens straet aff tot Joachim Peeterssen goet toe, midt conditie (dat zij Roelkens Hooch is behoudende voor haer vrij eijgen goet soo voor-seijt is.
Ontfangen voor Handrick T..zineren ses gulden drije stuijvers een oort, hier van verteerten bier.