Selecteer een pagina

1r

Staet ende inventaris van alle haeflijcke ende erffelijcke goederen die metter door sijn ontruijmt ende agtergelaetten bij Arien Corsten en Jacopken Anthonisse Duijser egteluijden ende sijn nu rechtelijck opgeteeckent bij Wouter Adriaen Corsten haeren zoone daer sij bij woonende is geweest ende dat tot naerrichtinghe van Corstiaen Huijberde Vassen haere dogters soone. Desen 23e jannuarij 1694.

Eerstelijk een huijs, hooff ende ackerlant daeraen gelegen, groot ontrent 4½ hont, gelegen in Groot Waspick op Vroukensvaart thusschen erffenisse vande erfgenamen van Jan Jacopsen Vader Jan gelegen noorden, Marcelis Freijssen gelegen zuijden. Streckende uijt den westen vande erven van Gerrit Bosser aff oostewaerts in tot den acker die zuijden en noorden loopvande voornoemde erfgenamen toe.

Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                 (niets ingevuld).

Ten tweeden alnoch een parseltjen ackerlant gelegen (gelegen) inde voorschreve juredicktie thusschen erffenisse vande voornoemde erfgenamen met de steden cum suis gelegen westen, Johan Freijssen gelegen oost. Streckende uijt den noorden vande erven van Jan Jacops Vader Janne erfgenamen aff zuijdewaerts in tot Aert Bommelaeren erve toe. Groot ontrent 2¼ hont. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                            (niets ingevuld).

Item alnoch ten derden een parseltje ackerlant, groot ontrent 3 vierendeel honts, gelegen inde voors juredicktie thusschen erffenissen vande Geer oost ende Jan Freijssen west. Streckende vande erven van Jan Jacops Vader Jannen erfgenamen uijt den noorden zuijdewaerts in tot den erven van Jan Freijssen toe.

Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                 (niets ingevuld).

Item alnoch ten vierden eenen acker zaeijlant, gelegen opde westzeijde van Vroukensvaert, groot ontrent 4½ hondt. Gelegen thusschen erffenissen van Adriaen van Pas gelegen noorden ende Cornelis Janssen Zeuw gelegen zuijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert, westewaerts in tot de erve vande erfgenamen van Cornelis Stevense Swart toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   (niets ingevuld).

Item alnoch ten vijffden eene binnendelle, gelegen opde westzeijde van Vroukensvaert, groot ontrent 3 hondt, gelegen in Groot Waspick thusschen erffenissen van Peeter Matheissen gelegen noorden ende Henderick Franssen gelegen cum suis zuijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert, westewaerts in tot de erve van                                                                                                          (niets ingevuld).

Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                (niets ingevuld).

verto

Item alnoch de Bloeckkens sijnde ten deelen uijt gedolven putten met noch eenige moer, gelegen op de oost zijde van Vroukensvaert thusschen erffenissen van Aert Bommelaer cum suis gelegen west en Juffrouw de Jongh oost. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch een del, gelegen op den voors cant, groot ontrent 3 hont, gelegen thusschen erffenissen van de weduwe Peeter vander Pinten gelegen noirden ende zuijden Jan Vreijssen cum suis. Streckende uijt den westen vander halver Vroukensvaert oostewaerts in tot de erven van Juffrouw de Jongh toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch een driesken, gelegen in de Geer onder Cappel, groot ontrent een hont, gelegen thusschen erffenissen vande voors erffgenamen met haer del gelegen noirden ende Adriaen Van Pas cum suis gelegen zuijden. Streckende vande erven van Cornelis Zeeuwen gelegen west ende oost de weduwe Adriaen Mertens.

Getaxeeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                              (niets ingevuld).

Item alnoch een del, gelegen inde Geer onder Cappel, groot ontrent 6 hont, gelegen thusschen erffenissen van Willem Franssen gelegen zuijden ende de weduwe Jan Aertsen Croot noirden. Streckende uijt den westen vande erven vande weduwe Adriaen Mertens oostewaerts in tot Juffrouw de Jongh haere erven toe. Getaxeeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch een buijtendelle, gelegen onder Cappel op het Staepel Eijnt, groot ontrent 6 hont, gelegen thusschen erffenissen van Adriaen Peeters Paep, gelegen west ende de gemeene stegh gelegen oost. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straedt noirdewaerts in tot de heerlijkheijt van Cleijn Waspick toe. Getaxeeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch een perseel moergroont, gelegen aenden Quekel do… inde Geer onder Cappel, gemeen ende onverdelt met de erffgenamen van Anthonis Janssen Duijser. Getaxeeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                         (niets ingevuld).

Item alnoch een halff gesedt … Arij Paulus ? bedelt op de oistense helft waer van Michiel Anthonissen Duijser met de wederhelft gelegen is west, gelegen thusschen erffenissen van het geset Willem Geldens Paens oost ende west Gijsbert Goverts. Streckende vande Her straedt aff noirde waerts in tot Cornelis Gerritse Hoefnagels erve toe. Getaxeeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van               (niets ingevuld).

Inkomende penningen

Eerstelijck staedt te ontfangen vande erffgenamen Jacop Jan Matijssen per obligatie 12 gulden 10 stuijvers 12:10:–
Van verschenen interest 8 gulden 8:–:–
Staedt te ontfangen van Wouter Adriaen Corsten over de huer vanden … … acker van t jaer 1689 de somme van 10 gulden volgens huerceel betaelt tot dese daghe toe blijckende … huerceel … … … … 10:–:–
Item staedt noch te ontfangen van Wouter Adriaen Corsten over alle de goederen van Jacop Thonissen Duijser 1689 de somme van 50 gulden blijkende … huerceel ende het jaer 1688 betaelt volgens de voors huerceel vanden 4e october 1648 (1688 ?) 60:–:–

            Imboel

Eerstelijck een bedde met den hoof peuluigh, twee oorkussens, 1 groen decken, noch 2 stucken van strouw ? tijck, 1 slapelacken, 2 heemden, 1 doos doeck int schip van Corstiaen Vassen, 2 fluwijnen, 1 quad slapelacken, 4 slaepkovels, twee blaen woocken, 1 roijen rock, 1 swarten tovel, een kovel, kleinen laekenen mantel, een swart lijffken, 1 roij rijchlijff, 1 roijen slaep … rock, eenen swarten lackenen rock

            Koper en tin

Eenen coperen kan met het schel, een tinne kom

            Houtwerck en timmerwerck

Een wageschotte kasken, 1 wageschotte kist, 1 snijback, eenen …aeck, 1 vaet van een taestel, eenioge gewicht, 1 blaenstock, 1 dissel, 1 sagh, 1 bijl, drie boerhouten, 1 wigh van plancken, 1 tooch, 1 hanghtrooken, noch 1 partije eijcken bomen int watter sonder eenighe … te doen, noch 2 eijcke boomen op den brant ende eenen gesacht ? hout, 1 vlesblock, vair stroijen korven soo groot als kleijn

            Uijtgaende schulden

Eerstelijck staedt te betaellen aen Cornelis Spranger per obligatie 200 guldens dus 200:–:–
Staedt te betaellen aen Michiel den Backer tot Cappel 1 wilcuer van 300 guldens dus 300:–:–
Staedt te betaellen volgens in … gulden van Wouter Adriaense Corsten aen hem de somme van 1350 gulden dus 1350:–:–
Ver… staedt bij Wouter Adriaen Corsten aen Cornelis Sprangers over twee jaeren verscheenen interest van 200 gulden cappitael, comt dus voor den jaren 1688 ende 1689 dus 20:–:–

verto

Noch bij Wouter Adriaen Corsten betaelt aen Michiel den Backer over verschenen interest vande willecoor den 12e september 1689 dus 15: 0: 0
Noch bij den selven Wouter Adriaensen Corsten betaelt op den 6 december 1690 over verscheenen interest vande voors willecoor 15: 0: 0
Noch bij den selven Wouter voor sijn moeder een tick gecooft op den 23e november 1689 en daer voor betaelt 3 gulden 15 stuijvers, dus 3:15:00
Noch bijden selven betaelt aen meester de Bodt van huijs ende toeleggen vant graest volgens quitantie van date den 4 gulden 10 stuijvers, dus 4:10:00
Item alnoch brenght den voors Wouter in dat hij heeft betaelt aen Willemijntjen Rijcken over leverantie van kes als andersints voords waeken …den het lijck boven aerden stondt volgens quitantie 1 gulden o stuivers 12 1:00:12
Den voors Wouter Corsten noch aen Gijsbert den Decker van 2 dagen aen decken op t huijs betaelt volgens quitantie 1 dulden 12 stuijvers, dus 1:12:00
Ende aen stroijgeld … 450 bossen is …. (niets ingevuld)  
Noch aenden voors decker van eenen dagh deckens opt voors huijs betaelt 1 gulden, dus 1:00:00
Daer gelevert 2 hondert bossen stroij comt …. (niets ingevuld)  
Noch aen Merten Sprangers van extraordinaerensen verpondingen volgens quitantie 4:00:00
Noch aen een zegel daer de ceel op geschreven is om te bidden betaelt 0: 8: 8
Alnoch brenght hij in dat hij sijne moeder gehoiden heeft naede affreckeningen wesende den 4e october 1688 tot den 16 februarij 1690 tot dat sij gestorven is dus …. (niets ingevuld)  
Item alnoch gegeven tot het proces vanden Endenest 8 gulden, dus 8:00:00
Item alnoch 2 hal vaten bier gehaelt tot Peeter den Brouwer daer sijn moeder gestorven was 5 gulden, dus 5:00:00
Noch tot den uijtvaert van Jacobken Tonis tot Grietje Willems gehaelt aen braes ende haringh bij Wouter Adriaen Corsten voor 2:14: 8
Aen beschuijt ende koeken tot Kornelia Somers ? tot den uijtvaert voors gehaelt 2:00:00
Noch aen Dierck de Kuijpers vrouw betaelt voort affleggen van sijn moeder 2 gulden 10 stuijvers, dus 2:10:00
Noch staedt te betaelen aen halff vat bier tot de uijtvaert aen Grietje Fransen is …. (niets ingevuld)  
Noch aen de dootkiest betaelt van sijn moeder de somme van vier gulden thien stuijvers, dus 4:10:00
Item alnoch soo brenght Wouter Adriaen Corsten in ses hondert dartigh gulden die hem gemackt is voor uijt van sijn moeder volgens testament daer van sijnde comt dus 630:00:00

Aldus dese opteckeningh rechten gedaen ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Frans vande Laer heemraedt ende relateert Frans Boeser sijne confrater ende selfs opgegeven bij Wouter Adriaen Corsten. Actum den 23e meij 1690 ende mij als secretaris P. Zeijlmans …

Fol. 3r

Staedt ende inventaries vande erffelijcke ende haeffelijcke goederen ende den inboel die metter door ontruijmt sijn bij Dingena Adriaensen ende Mels Gerritsen Boudewijns echteluijden ende dat tot naerrichtinghe vande voor ende naer kinderen vande voors Dingentje Adriaensen ende Mels Boudewijns. Dese opgeteckent rechten desen 17e junij 1690 met bijwesen vande voogden ende toesienders.

Eerstelijck een huijs, hooff ende delle daer aen gelegen in Groot Waspick aende kerck thusschen erffenissen van Mels Thomas Zeijlmans gelegen oost ende de stege van Michiel Matijssen Otgens cum suis gelegen west. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet noirdewaerts tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten tweedt een buijtendelle gelegen in xj½ Hoeve Groot Waspick aende kerck gelegen tusschen erffenissen vanden secretaries Peeter Zeijlmans gelegen oost ende den Armen van Waspick gelegen met het Kampken west. Streckende uijt den zuijden vande del van Henderick Franssen Boeser noirdewaerts in tot de Heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Groot ontrent vijff hont. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten derden een binnendelle, gelegen in xj½ Hoeve Groot Waspick binnen dijcke, gecomen van Thomas Wouters Zeijlmans, gelegen thusschen erffenissen vande weduwe Thomas Peeters Zeijlmans cum suis gelegen oost ende Henderick Huijbertsen ende Huijbert Jan ? Melsen Zeijlmans den teijnden den anderen gelegen west. Streckende vander halver Her straedt uijt den zuijden, noirdewaerts in tot de Kae toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch een blockeken delle gelegen in xj½ Hoeve Groot Waspick thusschen erffenissen vande weduwe Henderick Jochums gelegen oost ende de voors delle gelegen west. Streckende vande delle vande weduwe Thomas Zeijlmans cum suis uijt den zuijden noirdewaerts in tot de Kae toe. Groot ontrent 3 hont. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten vijffden anderhalve geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick in een stuck van ses geerden thusschen erffenissen van Mels Zeijlmans gelegen oost ende Frans vande Laer cum suis gelegen west. Streckende vande Kaeij sloot uijt den zuijden, noirdewaerts in ter halver Oude Maesen toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten sesden anderhalve geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick in een stuck van ses geerden, thusschen erffenissen van Huijbert Gijben cum suis gelegen west ende Jan Janssen Coenen gelegen oost. Streckende uijt den zuijden vande Kaeij sloot noirdewaerts in ter halver Oude Maesen ofte Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten sevende een parseltje moergront inden beijster van Wouter Jan Tijssen, groot ontrent 20 roeden. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

            Houtwerck

Een wageschotte kantour, een greijnen taeffeltje, een greijne geverftde kiest een trorken ? geverftden slaepbank, 12 staellen groot ende kleijn, 2 kleermanden, 2 lobdosen, 5 sch…, 2 spiegels, 1 kersdos, 1 vlesthon, 1 wageschotte kiest, 1 wageschotte kas, 1 etenskasken, een houte voetbank, 2 wageschotte kannenborden, 1 retteken, 2 lepelborden, 1 roer, 1 p…hamer, 1 troch, 1 zoutkas, 2 scherreborden, 2 kerrens, 2 melcktonnen, eenen wastob, 2 houte emmers, 1 balans met de schalen, 1 spaeij, 1 ruijffel, 1 schoep, 1 slothouw, 1 kloetstock, 1 graeft, 1 bierbon, 1 paer laersen, 2 vuercken, 1 seijsie, 2 riecken, 2 kreugens, 1 snijback, 1 ploegh, 1 eecht, 1 erdtkar, 1 wage, 1 swingelken, 1 …beugel, 1 greel, eenen ton, een kussen met de lugt, 2 …, den ponterbom, 1 schou om te varen, 1 reijtom, een haringhton, 3 tartobben, 2 wullen, noch een wieltjen, noch een seijsie

Verto

1 s…ogt, 2 teegels, 3 ael fuijcke, 3 vies fuijcken, 1 kruij…, 1 wan, 1 slaghout, 1 beugel, 1 block, 1 lanteren, 2 ve…, ontren 30 ? t vierdelen rogh in 3 vadt boekwijdt, 1 spijckerdos, 1 trecktang, 1 hamer, 1 beitel, 1 eijseren prim, 2 evegers, 1 vogelkoijken, 1 haer getouw, 1 houte spansel, 1 houte kandelaer met eijsere traeldie, 1 snij

            Tinnewerck

8 tinne schottelen, 4 tinne taefelborden, 1 mostersotteltje, 4 kommen, 1 tinnen soutvadt, 1 tinne lamp, 2 tinne bockens, 19 tinne lepels

            Koperwerck

1 kopere kan met den acker, 2 vuereijssers met kopere knobben, 1 vuerpan, 2 blaeckers, 2 kopere potten, 1 kopere snuijtter

            Eijserwerck

Eene eijseren hantbom, 1 hackmes, 2 koeckpannen, 2 hangheijsers, 2 neustels, 1 eijser daer men de kommen met jenever op set, 1 viereijser, 1 branteijser, 1 hael, 1 trechter, 1 kapmes, 1 koeckschupken, 1 aelspiedt, wat quaedt eijserwerck op solder

            Aerden en keulswerck

21 keulsche schottelen soo groot als kleijn, 3 groote keulsche kommen, 3 aerdtpotten met een theijl … schottelen, vijff a ses testen, noch 3 a 4 keulsche schottelen, 14 kannen en pinten met schelen en sonder schelen, 16 glasen, 3 bobbeltjes

3 bedde, 2 deckens, den den hooftpeulunghs, 1 perskledt, 4 oirkussens

            Linde en wollen

24 slaeplakens … 3 hemden soo mans als vrouwen, 18 fluwijnen, 9 pellen en trilledoecken, 1 lijnd, 1 doecken, 23 kovelmutsen, 31 neusdoecken, … kovels met konijnen ?, 17 nersels, 9 …, 3 nachthalsdoecken ofte nachtmantels, iet noch een deel out linden, 3 blauwe en 3 witte voorschoij, 12 dassen, 1 roijen wendel met 1 valhoedt, 1 paer roij hanschoen, 2 lapkens lindelacken samen 6½ ellen, 13¼ pont widt gekockt garen, 2 swarte sente met en broeck, 1 buijten stoft en cendt, 1 paer hanschoen, 1 goedt, vijff rocken en schorten, 2 manteltjes, 2 reijssacken, 1 silleveren eijser ?, vijff heel stucken geroeckt vles en een stuck tongh, 1 seijspeck, 1 paer mansschoen.

Gelt int sterffhuijs gevonden

Aan ducatons bevonden de nombre van 26 inde voorste kas, noch 2 heele ende 2 halffe ducatons, acht kruijsrijcke daelders, 4 drij guldens penningen drie acht ende twintighen

32 daelders, twee heel guldens, drie quaertjes aen schellinghen, 46 gulden en vier stuijvers, noch aen paeijement 17 gulden thien penningen.

            Noch int kantour van Mels Boudewijns staende inde voorcamer bevonden aen gelt

Eerstelijck aen permissiegelt bevonden 26½ schellingh, aen goudt twee pistoletten ende een halff so vooijen ?, noch 38 ducatons met vijff kruijsrijcke daelders, aen schellinghen bevonden 12 gulden 6 stuijvers, noch eenen daelder, noch 1 guldens penningen, noch een acht en twintigh, aen paeijement 4 gulden 17 stuijvers 2 penningen.

            Obligatie

Eerstelijck een obligatie op Aert Dingemans inhoudende het cappietael 300 gulden lopende interest tegens 4 gulden thien stuijvers t hondert van datte den 28e meert 1683 300:00:00
Rest van interest tot den 28e meert 1690 de somme van 67 gulden thien stuijvers 67:10:00
Noch een obligatie staende op Matijs Cornelisse Camp inhoudende het cappietael van hondert gulden van date den 25e meert 1675 100:00:00
Lopende behorelijcke interest rest van interest tot den 15e meert 1690 de somme van 35:00:00
Noch een obligatie tot lasten Adriaen Boeser inhoudende 87 gulden 10 stuijvers, dus 87:10:00
Van datte den 31 janwarij 1677 lopt interest tegens vijff ten hondert belopt tot den 31e janwarij 1690 de somme van 51:17: 8
Item alnoch het 4 paert in een obligatie op Anneken Jan Mathissen inhoudende het cappietael 125 gulden, comt voort vierde paert 31: 5:00
Compt van interest (niets ingevuld)  
Noch het sesde paert in een obligatie op Wouter Adriaen Corsten inhoudende 50 gulden, comt voor het sede paert 8: 7: 8
Compt voor interest (niets ingevuld)  
Noch staedt te ontfanghen vande Kerck van Waspick van verlopen interest 25 gulden, compt voort sesde paert 4 gulden 3 stuijvers 5 penningen 4: 3: 5

            Haefelijckelijcke goederen

Eerstelijck eenen roijen blessen ruijn, out vier jaeren

Noch een swardt merreken, out twee jaeren

            Hier volgen de beesten

Eerstelijck een roij gremel coij, noch een roij vers

Noch een roij blaer onnutighe coij

Noch 2 hockelingh, noch 2 hockeling, noch 2 kalveren, een vercken

            Winckelwaeren

Eerstelijck 26 paer grootte ende kleijne wolle kousens

Vijff paer groffe kousens, 35 pont vlas

Seventhien ponden drie vierendeel raugaren, 18 elle sersie, vijfentwintigh ellen baeij rooijen ende blauwen, 2 ellen bruijnen karij, 3½ el roots gelaecken baeij, 5 ellen villekaen, 14 ellen treventheijn ?, 5 ellen boeren sersie, 7½ el aeckesaeij, 12½ el bonne zeij, 11 ellen eijsersterck, 12 ellen geblomden diemit, 3 vierendeel aecke saeij, 11 ellen rou linde laecke, 7 ellen blaeu linde laecke, 8½ el heel blaeu kempe laecke, 12½ el swart linde laecke, veijfthien ellen geroublotte spoel, 61 elle rau spoel, 19 elle swart linde laecke, 4 elle blauw dobbelsteen, 8½ ellen blaeu cattoen, 2½ roij dobbelsteen, 12½ el witten diemit, 6 ellen geroubloot linde laecke, 7½ el soit kempe laecke, 1 el swart linde laecke, 46 ellen wiedt laecken, 1 el katthoen, 3 bast boom, 4 ellen raeux spoel, 18 stouen, 6 tensten, 125 paer klompen soo groot als cleijn, een keijneken seep, 2 stroeije hoeij, 8 spanseelen, ontrent 2 pont twijn, 6 helfters, 15 pont hant lijnde, 8 lodt zeij, een dos met ontrent twee pont speijker, een dos met ontrent een half pont steijfsel, een tonneken met krinten, suijker, kandij als anders, ontrent twee vaet teurckelse boonen, ontrent een hallef vadt erten, ontrent ½ vat gort, ontrent 4 kannen olie, noch ontrent een ¼ paert van een ton asschen, 27 half vierendeels toeback, ontrent 14 stuckenkens gelon, 7 messchen met 12 scheijen, noch wat kranen ende klosschen, ontrent 20 stuck, eenen veijsel koperen, eenige tonnematen, ontrent 20 stuckens linde lindt soo vol als half vol, 3½ boecken pampier, 40 bossen swevel, ontrent 48 boender, ontrent een pont fuijckgaren, thien houte lepels soo groot als cleijn, een half pont sack bant, annijs ende sinever, ontrent 4 kannen, twee blauwe kabel werck, 2 lege doese, noch een met wat seijlmaelden en 6 kammen, een met wat knoppen, wat peck, ontrent een ½ ton tar, ontrent 2 sacken sout, ontrent een sack kalck, noch ontrent 6 besem, noch een deel eerde werck soo potten als testen als schotelen.

Op huijden desen 17e junij 1690 comparerende voor Gerrit Zeijlmans, schout ende Frans vande Laer ende Frans Boeser, heemraden, Mariken Jansen Camp ende Jenneken Jansen Camp gesusters. Ende hebben ten overstaen ende met consent van haere vocht ende den toesiender van het weeskint van Mels Gerritsen Boudewijns ende Dingentijen Adriaensen Theuwen als dat sij voorden geheelen winckel sullen betalen int geheel tegens twee hondert twee en veertigh gulden thien stuijvers. Ende dat volgens den staedt vanden winckel hier vooren verhaelt. Actum desen datum voorss.

Fol. 5v

Den eedt gepasseert bij Jan Gerritsen Boudewijns als vocht ende Arien Aertsen als toesiender van het onmondigh weeskint van Mels Boudewijns, dat hij verweckt heeft bij Dingentijen Aderijensen Teuwen, als mede Mathijs Cornelissen Camp als vocht ende den voors Arijen Aerts als toesiender vande twee weesen van Jan Jansen Camp die hij verweckt heeft bij de voorss Dingentijen Ariens Theuwen, desen 17en junij 1690

Wij alle vooghden ende toesienders vande voorss weesen geloven ende sweren in handen vanden schout de voorss weesen voor te staen soo als een getrouw vooght ende toesiender schuldigh is ende behoort te doen.

Sullen oock geen goederen verkoopen nogh verpachten sonder konsent of toestaen vande oppervooghden ende sullen (ende sullen) altoos alle twee jaren ten vermaene vanden officier doen behoorlijcke reeckeninge, bewijs ende reliqua en omt selve te doen en willen wij niet laeten om vader, moeder, suster ofte broeder ofte om geender hande saecke soo waerlijck help ons godt almachtich ter presentie van Frans vander Laer ende Frans Boeser, hemraden, Jan Boudewijns, Aerijen Aertsen van Hassel, Mathijs Cornelissen Camp, noch lagerstandt ende onderteckent, Frans Boeser ende Frans vande Laer.

Fol. 6r

Op huijden desen 22e junij 1690 wille Jan Gerritsen Boudewijns als vocht ende Arien Aers Teuwen als toesiender van het kint van Mels Geerits Boudewijns verweckt bij Dingentijen Arsen Teuwen zaliger ende Mathijs Camp als vocht ende Arien Arsen voors als toesiender vande twee naergelate kinderen van Jan Jans Camp zaliger verweckt bij Dingentijen Ariens, met consent ende ten overstaen van schout ende hemeraden, alhier houden een erffhuijs ende int openbaer ende voor alle man ten meesten oorbaer ende profijt vande voornoemde weesen vercoopen alderhanden inboel soo beesten als peerden, stoelen, banken ende alles wat sij erffgenamen te berde sullen gelieven te brengen ende agtervolgende de conditie ende voorwaerde hier naer beschreven:

Item soo eenige geldt biedt sal gehouden wesen te blijven bij sijn woordt alles op de boete ende breuke van hondert goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer pijnen regt.

Item wil den officier wel een ander begrijpen maer wil self niet begrepen wesen ende hout het eerste, tweede en derde woordt aen sijn selfe.

Item sullen de mijnders ende koopers van eenige der selver gemijnde goederen gehouden sijnde gereet en contant gelt bij het mijnen te betalen al eer sij deselve van de werf sullen brengen ofte vervuren ende.

Item houden de kinderen ofte voogde vrij losse, elck kindt drie, is negen.

Item sullen de coopers der goederen betalen aen de heer officier voor sijn slage ofte pont geldt ideren gulden eenen stuijver.

2 tinne schotelen, Peeter de Smidt 1: 3: 0
2 tinne schotelen, Grietijen Willems 1: 3: 0
2 tinne schotelen, Mariken Hendricks 1: 1: 0
1 tinne schotel met wat rommelingh, gemijn t bij Cornelis vande Santschel 1: 1: 0
6 lepels, Frans Boeser 0: 8: 0
2 scheermessen, Schipper Huijbert 0:11: 0
6 lepels, Arien Huijbersen Koninckx 0: 9: 0
7 lepels, den jongen Buijs 0:11: 0
1 kroes met 1 tinne lamp, Cornelis vande Santschel 0:12: 0
1 kroes met een sout, Grietije Willemssen 0:14: 0
3 commen bij Marijken Jansen Camp 0:13: 0
1 aecker, Arien van Clootwijck 2: 0: 0
2 blakers met een snuijter, Marijken Jansen Camp 0:10: 0
1 ketel, Peeter de Smit 1: 7: 0
1 ketel, den selffden 2:13: 0
1 ketel, den selffden, bij Marijken Jansen Camp overgenomen 1:12: 0
1 koperen pot, Peeter de Smit 2: 7: 0
1 vierpan, bij Marijken Jansen Camp 1:11: 0
Vier ijsers, Coen Baes 1: 3: 0
1 reustel, Frans Boeser 0:12: 0
1 reusteltijen met wat rommelingh, Thijs de Bont 0: 9: 0
1 koeckpan met sijn toebehoorte, bij Marijken Camp 1: 1: 0
1 haergetou, bij Arien Teuwen 0:12: 0
1 saegh, den stathouder 0:13: 0
1 koeckpan met sijn toebehoorte, Schipper Huijbert 0: 6: 0
1 koperen kan, Jan Thonis om 3: 4: 0
1 nagelback met wat rommelingh, Hendrick Scheuren om 0: 6: 0
1 spiegel, Mariken Kamp 0:18: 0
1 spiegel met wat rommelingh, Mester Dirck 0:15: 0
2 lepel huijskens met een backpen, Marijken Camp 0:12: 0
1 spaeij met een graef en een schoep, Jan Willemsen Zeijlmans 0:18: 0
1 leck met een ruijfel, Teijs de Bont 1: 2: 0
1 biertom met twee stocken, Grietije Willems 0:10: 0
1 kannebort, Cornelis op de Santschel 0:18: 0
1 pinstock, Jan Willemsen Cloot 0: 4: 0
2 jelijeuren, Adriaen Teuwen 0:12: 0
2 jelijeuren, Mariken Hendrickx 0:12: 0
1 reckxken, Mariken Camp 0: 6: 0
1 stickscheer, Peeter Jansen Geene 0: 5: 0
1 stickscheer, Jacop Vassen 0: 7: 0
4 vuercken, den schout 0: 9: 0
4 vurcken, Peeter Geenen 0:11: 0
1 seijsie, Cornelis Cornelissen 0:12: 0
1 recht veerdigen, Mariken Camp 0: 7: 0
2 riecken, Jan de Bont 0:10: 0
1 deel rommelingh, Jan Dircken 0: 3: 0
1 block, Jan Geerden 0: 7: 0
1 roer, Peeter Huijgen 2:10: 0
1 ruijfel, Thijs Aerts 0:15: 0
1 wiel, Meester Dierck, overgenomen bij Mariken Campen 1: 5: 0
1 wiel, Arien Scheuren 1:10: 0
2 keulse schotelen, bij Gijsbrecht Zijlmans 0:12: 0
3 keulse schotelen, Heijndrick den Timmerman 0: 5: 0
2 keulse schootelen, van Clootwijck 0: 6: 0
2 lighten met den haeck, schout Giet ? 0:16: 0
1 wan, een lanteren, Heijndrick de Bont 0:14: 0
1 coppelstock, Dirck Zeijlmans 0: 3: 0
1 kas, Mariken Campen 7: 9: 0
1 kannebort, Marike Campen 1: 4: 0
1 ton, Arien Conincx 0: 7: 0
Wat raepsaet, Grietije Wilms 0:11: 0
1 warnet, Jan Gerden 0:10: 0
1 lobdoos, Mariken Danelen 0: 3: 0
1 neerslage, Adriaen de Jongh 1:15: 0
1 greel met sijn toebehoorte, Geridt den Mulder 1: 6: 0
1 swingh, Corstiaen Marcelisse 0: 8: 0
1 kist, den doven Wouter 1:12: 0
1 stoel met de rommelingh, Seger de Smit 0: 7: 0
2 reijven, Jan Teuwen 0: 2: 0
1 ton, Jan Wouters 0: 7: 0
1 tob, Mariken Campen 0: 5: 0
1 vleeston, Gijsbrecht Zijlmans 0: 4: 0
1 snijback, Hendrick de Bont 0: 5: 0
1 kreugen met een tob, Cornelis Vassen, overgenomen bij Mariken Campen 0:11: 0
1 scherbort, Neltijen den Timmerman 0: 3: 0
1 scherbort, Mariken Campen 0:12: 0
1 melckton, Frans de Kuijper 0:11: 0
1 tarton, Marike Campen 0: 6: 0
1 kerren, Neeltijen Dircken 2: 4: 0
1 potijen, Cornelis Aerden 0:15: 0
1 beijtelijen, Mariken Campen 0:11: 0
1 deel erdewerck, Melis Peeters 0: 2: 0
Erdewerck, Marike Campen 0: 1: 0
1 keren, Jan de Kuijper 0: 4: 0
1 verckensback met een tobbeken, Neltijen Dircken 0: 5: 0
1 tartob met een koeijback, Arien Teuwen 0:14: 0
1 leer, Schipper Huijbert 0:12: 0
1 ploegh, den jongen Buijs 4: 0: 0
1 sijspeck met den hoop, Jan Gerden 0:12: 0
1 leijltijen, Schipper Huijbert 0:18: 0
2 stucken gerockt vlees, den schout 0:18: 0
2 stucken gerockt vlees, den schout 1: 1: 0
1 stuck gerockt vlees, Hendrick Willemsen 0:18: 0
1 stuck gerockt vlees, den selfden 1: 5: 0
Den jongen Buijs wat rommelingh 0:18: 0
Den toagen met sijn toebehoorte, Jan de Beuijs ? 11: 0: 0
Kar met haer toebehoorte, Jan Corstiaense 3: 3: 0
1 eeght, Jan Wouters 0:12: 0
1 den schouw met sijn toebehoorte, Wouter Thonisse Snijders 4: 0: 0
1 deken Cornelis Cornelissen 0: 1: 0
1 banck, Marike Campen 0: 2: 0
2 stoelen, Thijs Aertsen 0: 4: 0
2 stoelen, Tijs Aertse 0: 7: 0
2 stoelen, Neeltie Dircke 0:10: 0
2 stoelen Mariken Hendricks 1:10: 0
2 stoelen, Marike Camp 0: 9: 0
1 reijssack, Wouter Dilis 0:16: 0
1 stoel, Peeter Geenen, over gelaten aen Govert de Wever 0: 4: 0
Een tafeltie, voor den voor cindere 1: 7: 0
1 kantoor, den schout 3: 0: 0
1 kanneke Janneke Lodewijcke 0: 4: 0
1 kist, Hendrick Wilms 4:10: 0
1 vercke, de kinderen de Hoogh 5: 0: 0
Den rogh met het vath, ider vath is … 4 penningen …, den backer  
Den moltermeulen, Jesper Reijken 0:12: 0
1 kalff, de draijende veren, Cornelis Camp om, 4 stuijvers beugelgelt 19:10: 0
1 koeij, Cornelis Camp 27:10: 0
1 melck koeij Jan de Bont, beugelgelt 4 stuijvers 26: 1: 0
2 jarighe …, Cornelis Camp, 4 stuijvers beugelgelt 10: 0: 0
1 hockelingh, den schout, beugelgelt 4 stuijvers 10:10: 0
1 hockelingh, Coen Baes, 4 stuijvers beugelgelt 4: 0: 0
1 osbich, Peeter Broubers (brouwers ?), 4 stuijvers beugelgelt 6:12: 0
1 ceuskalff, Arien Aertsen 2:10: 0
1 varreke, Cornelis Camp 3: 5: 0
1 meri peert, Wouter Dilis om 62:15: 0
1 coppelstock, den schout 0: 5: 0
Het hooij met den hoop, Cornelis Camp 7:15: 0
1 deel hoop branthout, Marike Camp 1: 0: 0
1 block Schipper Huijbert 0: 8: 0

Beloopt voor de cindere 44:10: 0
Den ontfangst bedraeght driehondert vier gulden eenen stuijver 304: 1: 0

Noch vant peert ontfanghen hondertneghen gulden twee stuijvers acht penningen, die op hodie aen Mathijs Campen als vooght sijn overgetelt.

Dit raeckt het naekint, alleen dit naevolgende goet

2 slaeplakens, Jesper Cleijs 1:17: 0
2 slaeplakens, Daneele Marie 1:10: 0
2 lakens, Peeter Jan Flip Geens 1: 6: 0
2 lakens, mr Dirck 1: 1: 0
2 lakens, Arien Huijberde 1:11: 0
2 lakens, Tijs Aertse 1:16: 0
2 slaeplakens, Janneke Peeter Tomas 0:14: 0
2 hemden, Sijken Cornelisse 0:13: 0
2 hemden, Grietie Wilms 0:12: 0
2 hemden, Arien Huijberde 0:16: 0
2 hemden, Thijs Aertse 0:13: 0
2 hemden, Schipper Jacob 0:14: 0
2 hemden, Thijs Aertse 0:14: 0
2 hemden, den selven 0:17: 0
2 hemden, mr Dirck 0:10: 0
2 hemden, Daneele Marie 0:14: 0
2 hemden, mr Dirck 0: 4: 0
2 hemden, Jan Driesen 0:14: 0
2 hemden, Handrick Wilms 0:12: 0
2 hemden, Jan Driesen 0:10: 0
2 hemden, Grietie Wilms 0: 9: 0
2 hemden, Neeltie Dircke 0:10: 0
2 hemden, Pieter den Schoenmaker 0: 9: 0
2 fluwijnen, Lijsbeth Jans 0:16: 0
2 fluwijnen, Marike Dircke 0:13: 0
2 fluwijnen, Anneke Jacobs 0:13: 0
1 fluwijn een tafellaken, Tijs de Bont, 0:11: 0
2 fluwijnen, Marike Dircke 0:14: 0
2 fluwijnen, Lijsbeth Jans 0:15: 0
2 fluwijnen, Peeter den Schoenmaker 0:15: 0
4 doecken, mr Dierck 0: 9: 0
3 doecken, Janneke Luijcus 0: 6: 0
2 doecken, Mariken Hendricks 0: 4: 0
2 servetten, den schout 0:10: 0
2 servetten, Mari Kamp 0:10: 0
  0: 4: 0
1 doeck en dassen, Peeter de Smiten 0: 7: 0
3 dassen, Grietie Wilms 0: 4: 0
3 dassen, Janneken Wilms 0: 4: 0
3 dassen, mr Dierck 1: 4: 0
1 tafellaken met 1 hemdt, Jana Ariens 0:17: 0
2 hembden, Jan Geerden 1:16: 0
2 hembden, Lisabeth Jans 1: 4: 0
1 hoet, Schipper Huijbert 0:13: 0
1 paer cousen, Jan Driesen 0:13: 0
1 broeck, den jongen Buijs 4:13: 0
1 sent, Cornelis Soethout 2: 2: 0
1 paer schoen, Jan Dircke 1: 3: 0
1 swarten sent, Pieter den Schoenmaker 2:16: 0
1 nieuwe rock, Arien den Kremer 13: 0: 0
1 roubant, Pieter den Schoenmaker 0: 7: 0
1 paer hantschoen, den kinder 0: 9: 0

Bedraeght desen ceel ende bij den vooght Jan Geerden overgetelt de somme van ses ende vijftigh gulden twee stuijvers.

Desen 21e junij 1690

Fol. 9r

Rechtelijck opteeckeninge gedaen ten huijsen van Anthonis Wouters Seijlmans van alle den inboel ende tegen sijne kindere aff gedeelt ende sijn dese naervolgende ter presentie ende ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout, Frans vande Laer ende Frans Boeser, heemrade, op den 10e februarij 1691

Eerstelijck aen Anthonis Wouters Seijlmans te deele gevallen vijff tinne schotelen, 1 wijn pint, een tinne comme met den lepel, een tinne becke, alnoch is aan Antonis Wouters bevalle het bed daer hij op slaept, met de deken daer op slaept, met twee oorkussens, met fluwijne ende de slaewplakens, met de hootpeulingh, noch een out bed met de hootpeulingh en een copere can, de kas met de kist in het camerken, het tafkeltie onder het glas, n plancke stoele ende den setelstoel, 1 kopere aker, 1 eijsere pot en vier eijsers, 1 vuerpan, 1 blaecker, 1 kandelaer, 1 oorkussen, een rooster, de schabel onder de glaes.

Laestelijck is aen Jan Theunisse Seijlmans aen bevalle een tinne schotel, een tinne soutvat, noch een uijttreckende tafel, de koeijketel, 1 hangheijser, 1 roostel, een tafeltie, een trogh.

Eerstelijck is Anthonij Seijlmans bevalle eenen tinnen pispot, noch een tinne schotel, de kist in de keuken, den hootpeulingh, 3 stoele, 2 schabelle.

Eerstelijck is aen Cornelia Thonis te deel bevalle 2 tinne schotele, een out bed met de hootpeulingh, 1 vierpan, 1 blaecker, 1 groen deke.

Eerstelijck soo is Thomas Rijcken die in houwelijck is hebbende Marike Thomas Seijlmans bevallen op 2 tinne schotele, het nieuw bed sonder den hootpeulingh ende het kannebort.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van schout ende gerechte voorts en op dato voorts. En bekenne bij alle ende ider int besonder met ons gedeelte te vrede te wese gelijck hier voore is verhaelt ende bij ons schout en gerechte geteeckent.

Fol. 9v

Rechtelijcke opteeckeninghe gedaen op den 12e meert 1691 van alle de goedere die metter doot omtruijmt bij Peeter van der Linde. Ende dese opgeteeckent tot naer richtingh vande gelijcke vrinden ter presentie van Geerit Seijlmans, schout ende Adriaen Cornelis Buijs ende Frans vande Laer, heemrade

Eerstelijck een geweij … ackerlant, gelegen in xj½ Hoeve Groot Wasb, gelegen tussen erffenisse van Cornelis Hendricks Schoenmakers met sijne acker gelegen oost ende Lambert Dircken gelegen west. Streckende uijt den noorden vanden Pispot aff tot kloosters goet toe.

Getacceert op contant gelt wert te wesen ter somme van (niets ingevuld).

            Inboel

1 pluijmen bed met den hootpeulingh, een groene deke.

            Wolle ende linde

Een swaer sent, een bruijn peijen sent ende swarte laecke wanbas, twee swarte broecke, eenen witte karsaeijen hemtrock ende 1 maelsack, 1 paer swarte kousens, 1 eenen hoet, 4 slaeplakens, 4 hemden, 7 dasse, 3 neusdoeke, een linde tafellaken, 3 paer witte cousen, 1 witte gebreijde muts, 5 aelss fuijcken met 1 kruijcken, ontrent iv kemp.

Timmerwerk en eijserwerck

1 tinnen schotel, 4 tinnen lepels, 1 boterpot, 2 buijltiens met turckse boonen, samen een … vath, 2 el siens, 1 trecktangh, een hamerken, 2 lere male, 1 sicht met den haeck, 1 riet haeck, 1 hangheijser, 1 koeckpan, 1 roostel, 1 lamp, 1 aelspit, 1 fouthengel, 1 muijseval, 1 eijsere heng, een (mes) mes, een haergetou, 1 borren.pren, 1 eijsere hengel, 1 hael, 1 tangh, 1 eijsere pot, 1 kopere cetel, ene seijsie, 1 sloothou, 1 dijckhaeck, 1 eijsere belans, 1 vuerck, 1 rieck, 1 spaeij, 1 ruijsel, 1 spaeij, een both, 1 paer leerse, 1 kleerbortel, 2 polstocken, 2 tonnekens, 2 rijven, 1 asback, 1 kistie, 4 stoele, 1 bijl, 1 paer klompen, een paer schoen, 3 keulse kannekens, 2 olie lampen een int kamerke, 4 erde potten soo groot als kleijn, 2 teste, 1 kovelboeck.

            Inkomende penningen

Noch staet te ontfange van Anneke Jans 24:16: 0
Noch staet te ontfangen van Dingeman Aerde de somme van 100: 0: 0
Noch aen gelt bevonden int sterfhuijs 4 ducartons met 6 schellingh  
Noch 28 ach ende twintige  
Noch 1 stuijver 4 duijts  

9 vaet rogh inde tonne

6 vaet boeckweijt

ende kome die oock toe

            Uitgeeft

Eerstelijck bij Cornelis Hendricks betaelt aenden brouwer uit het hert ten berijh over 3½ vate bier volgens quitantie den 5e februarij 1691 de somme van 7:10: 0
Aen de vraght vant bier 0: 4: 0
over het sterfhuijs tot den schout geweest ende toch … 0: 4: 0
Noch aen de bode betaelt die de erffgenamen ganghbaer schou… betaelt 0: 3: 0
Aen Cornelia Somers betaelt over leverantie van kaes volgens quitantie 1: 2: 0
Noch bijden selve Cornelia Hendricks aende kist betaelt volgens quitantie 4: 0: 0
Den 14e meert bij den selve bij Janneke Segere over leveringh van broot volgens quitantie 5:15: 0
Den 16e meert betaelt aen mr Bot van Luijen volgens quitantie 4: 5: 0
Den 18e meert 1691 betaelt aen Peeter den Brouwer aen bier gelevert in sijn sickte bij quitantie 2:10: 0
Den 19e meert 1691 betaelt aen de huijsvrou van mr Dircke over leveringh van sinever bij quitantie 1: 9: 0
Den selve dito betaelt aen Adriaen Huijgen van winckelwaer tot den uijtvaert gelevert bij quitantie 3: 8: 4
Moch bij den voornoemde Cornelia Hendricks betaelt aen turff en boter ende melck 1:18: 0

Fol. 10v

Op heden den 21e meert 1691 soo sijn de gelijcke vrinden ende erffgenamen van Peeter vande Linden van sijn ende meeningh te houden erffhuijs ende met contant gelt te vercoopen verscheijde schoone saecke met de kruijcke ende bed ende bult ende andere huijsraet gelijck te berde sal worde gestelt ende dat voorts op de conditie ende voorwaerde hier naer beschreven ende met contant gelt te vercoopen voor alle man dese naervolgende goederen.

verte

Eerstelijck een aelfuijck Tijs Vermijs om 0:19: 0
Een aelfuijck bij Cornelis de Bont om 0:??: 0
Den secretaris om 0:??: 0
Adriaen Willems een fuijck met de kruijck 0:12: 0
Den schout een fuijck met de kruijck 0:18: 0
Den secretaris 1: 1: 0
Hendrick Timmert een spaeij 0: 5: 0
Den secretaris 0: 5: 0
Peeter Adriaense van Gesel eenen bot 0:13: 0
Cornelis de Bont een vurck met een rieck 0: 4: 0
Frans vande Laer de beeck 0:19: 0
Willem Mouthaen een seijsie 0: 8: 0
Den schout een haergetou O:10: 0
De sicht met den haeck bij Cornelis Hendricks 0: 9: 0
Adriaen Cloot eenen riethaeck 0: 4: 0
Peeter Aerde den ketel om 0:??: 0
Mr Dirck de koeckpan met het hangeijser 0:10: 0
Frans Camp een eijsere pottie 0:13: 0
Cornelis de Bont een stuck scheer 0: 6: 0
Den kemp, Dirck Timmer om 0:14: 0
Cornelis Cornelisse 2 kanne om 0: 3: 0
… mr Dirck wat erdtwerck 0: 3: 0
Frans vande Laer wat rommelwerck om 0: 3: 0
Den schout een beijtel met de val 0: 3: 0
Willem Mouthaen de hael met de tangh 0: 3: 0
Den secretaris een paer leersen 2: 3: 0
Mr Dirck een paer schoen met de rommel 0: 6: 0
Den selven 0: 1: 0
Arien Corsten een tonneke 0: 2: 0
Cornelis Hendricks 3 kanne eens om 0: 4: 8
Hendrick de Bont 0: 2: 0
Jochum Franssen 2 lere sacken 0: 6: 0
Mr Dirck wat turckse boonen 0:12: 0
Den hoet met een tonneke 0: 1: 0
Den sael bij Frans vande Laer 0:11: 0
De deecken bij mr Dircke 3: 5: 0
Den selve een bed met de hootpeulingh 9: 9: 0
De linde broeck met 2 paer cousen bij Frans vande Laer 0:16: 0
De bijl bij Peeter Aerde 0: 7: 0
Cornelis Cornelisse eenen hemdrock 0:18: 0
Adriaen de Timmerman een swart wambas 0:19:18
De sent bij mr Dirck 2: 5: 0
De broeck bij Jan de Schoenmaker 1:11: 0
1 swarte sent bij Cornelis Cornelisse 2:10: 0
Een kousen met wat lappen bij Thijs Vermeijs 0: 9: 0
2 hembden den secretaris 4: 6: 2
Lijwaet bij Cornelia Somers  
Verte  
1 slaeplaken bij den schout 0:14: 0
Een bij Cornelia Somers 0:10: 0
Dingeman een slaeplaecken 0: 4: 0
Met wat linde 0: 4: 0
Jochum Fransen wat dasse 0: 3: 0
Den selve wat linden 0: 2: 0
1 tinne schotel bij Marie Hendricks 0: 9: 0
Hendrick Jansse 4 lepels met den boterpot 0:10: 0
Den secretaris de kist 1:10: 0
Jan Thonis Coninghs 2 stoele 0:13: 0
Cornelis Peeters stoelen 0:12: 0
Jesper Cleijse den rogh ider vat 14 stuijvers 4 penningen, bevonden 15 vaet rogh, den rogh beloopen 10:13:12
Den secretaris 8 vaet boeckweijt, ider vat 12 stuivers 4 penningen 6: 1: 12

Bevonde dat int sterffhuijs gemaeckt te hebben 65 gulden 8 penningen waer dat den schout in moet betalen 57 stuijvers ende den secretaris twalff gulden soo dat het gelt bij de gerechte is overgetelt aen de gelijcke erffgenamen 50 gulden ende drie stuijvers 8 penningen ter presentie van Geerit Seijlmans, schout ende Baeijen Melse met Frans vande Laer, heemraden, den 21e meert 1691.

Fol. 12r

Scheijdinge en erffdeelinge tussen de heer Dirk Stael ende Marike Jacobs Visser ende Frans vande Laer ende Arien Bos cum suis ter andere sijde van twalff geerde hooij ende weijlant gelegen inden polder van Groot Wasb waarin Dirck Stael ende Marike Vissers is competerende ses geerde ende de andere camparanten te wete Frans vande Laer drie geerde ende Adriaen Bos ende Jesper Kleijsen te same drie geerde sijnde ider 1½ geerde. Streckende de voorss 12 geerde vande Kaeij sloot uit den suijden tot de Scheij sloot off halver Mase toe. Ende dat voors op maniere hier naer beschreve.

Eerstelijck soo is den voornoemde Dick Stael met Marike Vissers geloot, gecavelt ende beërfdeelt op den oosten cant vande voornoemde 12 geerde, gelegen inden polder van Groot Wasb, tussen erffenis vande 6 geerde Johan de Bruijn cum suis gelegen oost ende Frans vande Laer ende Arien Bos gelegen west met de andere 6 geerde. Streckende als vooren. Maer moet dit perceel uijtreijcken aen Frans vande Laer cumsuis van dat maecken van den westen dijck 6 gulden 6 stuijvers.

Verte

In de kantlijn: Dese uijtreijcking van 6 gulden 6 stuijvers becen ick Frans vande Laer ende Arien Bos ende Jesper Cleijse ontfangen te hebben uijt handen Dirck Stael in presentie van schout ende gerechte, onder geschreven, … heemraden.

Ende sal dan voorders ider sijne dijcken onderhouden teijnde sijn lant en den sijdijck te make vande seekant aff uit den weste ider dan tot sijn perseel behoorende 6 geerde. Getacceert op contant gelt weert te wese ter somme van 900 gulden.

Item hiertegen soo is Frans vande Laer ende Arien Bos ende Jesper Cleijsen te same geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de westense 6 geerden vande voorss 12 geerden, gelegen inden polder van Groot Wasb, gelegen west en den voornoemden Stael gelegen, met de andere 6 geerden, oost. Streckende als voorss. Is getacceert op contant gelt weert te wese 900 gulden.

Aldus dese voorss deelinghe rechtelijck gedaen ende gepasseert ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout ende Johan de Bruijn ende Arien Cornelis Buijs, heemrade. En dat met hanthalm ende monde ende dat op maniere als voore is dat ider sijnen dijck tenden sijn lant moet onderhouden ende den sijdijck uijt den weste als voorts is ende voorts alle laste daer toe beloovende ider tot het sijne. Actum desen 24e april 1691 bij ons schout ende gerechte geteeckent dese dato voorss.

Fol. 12r

Op huijden den 19e meij 1691 compareerde voor ons schout ende heemraden des dorps Groot Wasb ondergenoemt in eijgene persoon Leendertie Dircxse van Nederveen weduwe van saliger Huijbert Peeters Seijlmans woonende tot Wasb voorss verclare en becende aen gemen ? te hebben gelijck sij doet bij dese van Dirck Seijlmans als oom ende vooght ende Handrick de Rooij als getrout hebbende Dircxken van Nederveen als getrout oom ende toesiender vande twee onmondige kindere te weten: Dirck Huijbertse Seijlmans ende Jan Huijbertse Seijlmans verweckt bij den voornoemden Huijbert Peeters Seijlmans ende dat met advies ende ten overstaen van schout ende gerechte in dese haer 2 onmondige kindere die sij geprocheert heeft bij den voornoemden Huijbert Seijlmans, haer overleden man, omme de voorss 2 cinder te onderhouden in eten en drincken, cleeden en reden, linden, wullen, schoen ende kousen, soo wel sieck als gesont, geene tijt van perijckelen vuijtgesondert, ter scholen te laten gaen ende haer een ambagt te laten leren soo sij kan, alles eerlijck ende deugenlijck naer …

Verte

ende vermoge op te voeden, inde gereformeerde religie ende bij foute vandien soo verbinde ick als moeder daer voor specialijck mijnen persoon ende generalijck alle mijne goederen, soo have als erve, hebbende als vercrijgende, omme de voorss cindere daer van ten volde ? onderhouden en op hare coste te bestede ende dat tot de voors cindere hare mondige dage, houwelijcke ofte geapprobeerde staet toe. Oft dat de selve hare cost eerlijck sulle coomen winnen dat ende voor alles der voorss cindere hare vaderlijcke goedere naer gelate ende metter doot ontruijmt soo als erven geen uijtgesondert alle incoomende penningen te ontvangen mitsgaders dat alle uijtgaende schulden daer tegens te betalen die alleen sijn ende blijven tot profijt ende tot laste van hare moeder voors onder expresse conditie dat de voornoemde moeder in dese de voorss haer cindere belooft uijt te reijcken als de selve tot hare mondige dage, houwelijcke ofte andere geapprobeerde staet sullen gecomen sijn tsamen ter somme van ses gulden t stuck tot xx stuijvers ende ofte eenige van dese cindere deser werelt quame te overlijden sonder wettige oor ofte ooren achter te laten soo sal het selve besterven het een cint op het ander sullen de selve penningen comen en besterven wederom op haer moeder. Ende soo sij sonder cinder quame te sterven oft quame dat sij weer quame te trouwen al hare twee cindere die sij verweckt heeft bij den voornoemden Seijlmans gehouden wese christelijck op te voeden waer voren sij verbindende soo voor het opbrengen der voorss cindere als voor de voldoeningh der voorss uitreijckingh specialijck haer huijs ende erve gestaen ende gelegen inde ambagt van xj½ Hoeven daer sij op woonende is ende generalijck alle hare andere goedere onder verpant als naer rechten, alles sonder frouden ende des toorconde gepasseert ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout ende Baeijen Melse ende Jacob Bommelaer als heemraden.

Fol. 13r

In den naem ons heere … … is amen compareerde soo voor mij Geerit Seijlmans, schout ende Peeter Thomas … en ondergeschreve heemrade van Groot Wasb in propere persoone den eersame ende seer discreten Bartholomeus de Hoogh woonende tot Geertruijdenbergh, jonghman ende toecomende bruijdegom geassisteert met Willem Meeusen de Hoogh sijnen vader ende Maria Jansen Camp, jongedogter toecomende bruijt geassisteert in dese met hare vooggt Mathijs Cornelisse Camp ende Arien Aertse Mateuse als toesinder woonende tot Wasb dese als tot confirmatie onderteeckent hebben ter weder sijde andere seijde ende verclaerde hoe dat sij leijden comparanten onderlinge met malcandere met rijpe deliberatie daer toe te voorens op gehadt ter eeren Godts hadden beraemt ende gesloten en toecomende ende wettelijck houwelijck wel aende selve te voltrecken ende solemniseren naer ordere vande H. Kercke en dat op al sulcke conditie en voorwaerde hier naer beschreven.

Inden eersten verclare den voornoemde bruijdegom geassisteert als voorss is ofte sijn vader tot onder stant te ende dit huwelijck subsidium te leggen de helft vande visserijen met sijn toebehoorte soo van want, fuijcken, schuijten ende alles wat daer aen dependeert ende daer en boven belooft hij vader een eerlijcke uitsetsel te doen aen sijnen soon te weten bed ende bult als anders daer tegens verclaert sij bruijt geassisteert met haren vooght ende toesiender als voorens in te brengen alle haere goederen haer van vaders ende moeders sijde comperterende gelegen onder de jurisdictie en is noch wel expresselijck ondersproke geconditioneert ofte het geviel dat eenige van hen beijde deser werelt qaum te overlijden sonder wettige desendenten te nate (te) laten dat dan de selve goederen sullen besterven aen de vrinde daer sij vandaen gecomen sijn sonder daer van de vrinden vande overledenen ofte de andere iets wegens daervan eenige pretens op te maken als van de goedere die sij tesamen comen te procheren. Dit verclare de voorss comparante wesen haer contract antenuptiael ende huwelijck voorwaerden willenden ende begerenden dat t selve sal werden achtervolgt ende naer sijn

verte

inhout inhouts al werden geëffectueert ende daer mets tegen te doen ofte doenden directelijck ofte indirectelijck submitterende daer voor haer persoon ende goedere aen alle Heeren Hoven, rechten ende rechteren ende alles sonder froude onder verbant van haeren persoon ende goederen. Actum dese 29e meij 1691 ter presentie en ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout ende Arien Cornelis Buijs ende Frans Boesere als heemraden.

In de kantlijn: Op huijden desen (desen) 27e october 1692 compareerden ter secretarije van Groot Waspick Sr Bartholomeus de Hoogh en Maria Jansen Camp sijne huijsvrouwe de welcke wederzeijts verclaarde doot ende te niet te doen haere huwelijcke voorwaerden hier nevenstaende desen vesoecken aende secretaris hetselfe te casseren en roijeren om verderen ons daer toe moverende ergo gecassert en geroijert desen datum vooren en bij ons wederzeijts geteijckent.

Fol. 13v

Op huijden den 2e junij 1691 compareerde voor ons ondergeteeckende schout ende heemraden van Groot Wasb ondergenoemt in eijgene persoon Arien Janssen Vaderen weduwenaer van saliger Cornelia Janssen Domen woonende tot Wasb voorss. De welcke verclaerde ende becende aengenomen te hebben gelijck hij doet bij desen van Peeter Janssen Domen als oom ende vooght ende Adriaen Huijberde Bervoets als toesiender, getrout hebbende Dingen Janssen Vaderen, als aangetroude oom en toesiender van het onmondigh dochterken van Adriaen Janssen Vaderen dat hij in echte verweckt heeft bij Cornelia Janssen Domen, sijne overledene huijsvrou omme het voorss cint te onderhouden in eten en drincken, cleeden en reeden, linden, schoen, kousens, soo wel sieck als gesont, geenen tijt van perijckel uijtgesondert ter schoole te laten gaen ende sijn voors cint een hantwerck te laten leeren naer sijne staet ende vermogen waer voorens den vader voors verbindende sijne persoon ende goederen, soo have als erve, hebbende als vercrijgende, ende dat voor de opvoedinge ende onderhoudinge van sijn voorss cint tot dat het selve sal comen tot trouwen off tot dat het sal hebben sijnen ouderdom van achtien jaeren ende dat voor het voorss cint alle sijne moederlijcke goedere naergelaten ende metter doot ontruijmt soo have als erve geen vandien uijtgesondert, alle incomende

verte

penningen te ontfangen ende alle uijtgaende schulden te betalen dit alle sijn ende blijven tot profijt ende last van hem vader voorss mits conditie dat den vader voorss daeren boven noch sal trecken alle het vrugtgebruijck vande goedere dier sijn ende aen het voorss weeskint van sijn grootmoeder aen bestorven mits dat hij moet vrijen van alle laste dat tot den huwelijck ofte ouderdom van sijn voorss cint als vooren tot den tijt van 18 jaeren waer tegens hij vader in desen aen sijn voorss cint als het comt te trouwen off tot den ouderdom van 18 jaeren gecomen is belooft uijt te reijcken de somme van hondert gulden mits dat den (den) vader heeft de kleere, linde en wollen, goude ringen als silverwerck alles tot des moeders lijve behoorende waer voor hij vader voorss is verbindende alle sijne goederen soo have als erve soo voor de uijtreijckinge als opbrengingh voorss alles onder verbant ende bedwanck van alle heere Hoven, rechten ende rechteren, alles sonder froude. Ende des toorconden gepasseert ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Adriaen Cornelisse Buijs ende Frans vande Laer, heemraden.

In de kantlijn: op den 29e jannuarij 1709 compareerde ter secretarije als… Jan Jochemse de Bruijn in huwelijk hebbende Geertruij Adriaense Vaderen, weeskint in desen den welcken bekende in sijne voorschreven qualiteijt ontfangen ende voldaen te wesen vande neffenstaende geinducioneerde hondert gulden die de vader mijne voorschreven vrou … in desen ten vollen heeft voldaen. Actum desen datum utsupra.

Mijn subst secretaris … ? de Bruijn

Fol. 14r

Rechtelijcke opteeckeninge gedaen vande goederen van Heijltie Janssen Bogaert die sij metter door ontruijmt ende achtergelaten sijn dese naervolgende ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout. Actum desen 27e october 1691.

Verte

Eerstelijck een huijs, hoff ende den werff, gelegen in xj½ Hoeve Groot Wasb, tusschen erffenisse van Jan Janssen gelegen met sijn stede cum suis oost ende Wouter Dilisen vanden Heuvel west. Streckende vande halve Her straet uit den suijden noortwaerts in tot de delle van Cornelis Emmen toe. Getacceert weerdigh te wesen ter somme van 500 gulden.

Ten tweeden alnoch eenen acker saeijlant gelegen inde voorss jurisdictie tussen erffenisse Adriaen Cornelis Buijs gelegen west ende Mels Seijlmans gelegen oost. Streckende uijt den suijden vande waijen weij vande Voshoolen noortwaert in tot der halver Heer straet toe. Getacceert weerdigh te wesen ter somme van 100 gulden.

            Inboel

1 silvere eijser, noch in gelt bevonden int sterffhuijs 18 gulden 19 stuijvers, noch in gelt bevonden int sterffhuijs ter somme van 144 gulden 12 stuijvers, comt vande stede van Steven Fransen vande bier 37 gulden op desen post, van Steven Fransen bijde gelijcke vrinden geremitteert 10 gulden soodat het blijft 27 gulden.

Lestelijck een bed met den hootpeulingh, voorcussens, noch 1 linde kusse met veren gevult, een deecken, 1 paer gestreepte gordijne. Samen getacceert op contant gelt wert te wesen ter sommme van (niets ingevuld).

            Linde en wollen

 2 blau rocken, 1 grauwen voorschoot, 1 geblomden bors rock, 1 grauwen rock, 1 swarte schort, 1 linden schort, 1 grou stoffen manteltien, 1 swart stoffen manteltien, 1 swarten kovel, 1 katij moffken, 3 blau voorschooij, 1 witten slob voorschooit, 8 vrouwe hembden, 8 slaeplakens,

Verte

26 doecken soo sack als anders, cleijn ende groot, 1strooij hoet, 15 kovelmutsen, 8 kussensloven, 2 lanteen, 3 hantdoecken, 1 leren geltbeurs.

            Tin eijser koper

4 tinne schotelen, 1 tafelbort, 2 tinne komme, 2 tinne lepels.

            Koper

1 koperen ketelten, 1 schuijmspaen.

            Eijserwerck

1 hael, 1 tan, 2 vouthengel, 1 kapmes, 1 lengh hael, een hangeijser, 1 aelspit, 1 vurel ?, 1 stooff, 1 hengh, eenen duijn.

            Aerdewerck

2 tapkannen, 2 boterpotten, noch eenen met wat vet, een tonneke met wat boonen, 1 pint.

            Houtwerck

1 trogh, 2 kist, noch een eijken tafeltien, een etenstroor, 3 stoelen, 1 witte mandeke, 1 muijseval, 4 houte tafelborde.

1 paer schoen, 1 paer muijlen, 1 fles, 1 sponderul hoot met den worden ?, 1 olikanneke, ontrent 1 pont vlas, noch 12 pont garen tot den wever.

Den inboel in alles getacceert op 36 gulden.

Hier volgt de deelinge gedaen vande inboel geleijt in ses hoopen ofte loten te weten:

Eerst is te deel gevallen aen de weese van Andries Bogaerts eenen grouwen stoffen mantel, 1 paer schoen, 12 muss, 1 blau schortkleet, 2 kovelmutsen, 2 neusdoecken, 2 kussenslooven, 1 slaeplaken, 1½ el, 2 spoel, een fles, een hengh, 1 duijm, 1 aelspit ende sijn dese voorschreve goederen aen de weduwe ter hant gestelt voor haer kinderen om rede dat het de cindere van doen hadden met toe staen van schout ende gerechte.

Aen de cindere (aen de cindere) van Grietie Fransen va is te deel gevallen 2 kussens slooven, 1 hooftkussen, 1 slaeplaken met een hemt, 4 doecken, 2 mutsen, 1 swarte schort, een swart manteltienl 1 koperen keteltien, 1 bierkan, 1 lepel, 1 paer witte cousen, 1 kleermant, 1 strooen hoet, 1 vollepel, 1 hael, 1 eijken etenstroot, het gelt vande weescindere van Grietie Fransen is voor ebbelingh ?? Marens ende Frans Barens ontfangen bij Anneke Franssen, is ter somme van15 gulden 16 stuijvers dat daer voor haer paert te goede quam boven de schulden ende bij Marten Barens haer derde paert selffs ontfangen.

verte

Den trogh vande weescindere van Andries Franssen is gemeijnt bij Vas Adriaense om ? gulden thien stuijvers ende de penningen bij den vooght ontfangen. Den kran ? met den hengh gemeijnt bij den secretaris om 7 gulden bij den vooght Steven ? Fransen ontfangen. Voor de weese 25 gulden 18 stuijvers. Den eijsere pot is gemeijnt int gemeen bij de weduwe Andries Franssen om 16 stuijvers, het silvere eijser int gemeen is gemeijnt bij Adriaen Franssen om 48 stuijvers. De gordijnen gemeijnt bij Cornelis Aerden 1 gulden. Het kussen is gemeijnt den secretaris om 17 stuijvers, 3 stoelen gemeijnt bij Adriaentie Franssen om 10 stuijvers.

Uitgeeft van dootschulden bedraegt volgens vijff distincte quitantie ter somme van 18 gulden 19 stuijvers. Aen den schout ende secrataris betaelt voor meijlgelt 32 schellingen op maken vande staet. Noch bij de erffgenamen soo hier als verschoten 40 stuijvers 4 penningen. Aende schepens betaelt 19 gulden 10 stuijvers. Aende boden betaelt 6 stuijvers. Aen Jan Huijberde Both 3 gulden 4 stuijvers voor sijn paert sat sijn grootmoeder aen sijn vader voor sijn vadersgoet belooft hadde. Steven Franssen aen den schout betaelt voor de weesen van Andries Franssen 9 gulden. Noch van Marta Marens ontfangen 2 gulden, voor de weesen van Grietie Franssen 2 gulden. Noch aenden secretaris betalet 4 gulden voor het maecken en registreren vande staet als het uijtmaecken tesamen volgens reglement. Noch de gelijcke vrinden aent affleggen betaelt 2 gulden 3 stuijvers 2 penningen.

In de kantlijn: Ick ondergeschreven wed Andries Franssen bekenne vande vooght ontfangen te hebben ter somme van 25 gulden 18 stuijvers volgens dese quitantie hier gemeijnt met noch aen gelt eenen gulden 18 stuijvers 3 duijten mackende de voors somme 25 gulden 18 stuijvers. Bedanke hem voor sijne goede betalingh. Actum desen 13e jannuwarij 1692. Dit hantmerck selfs gestelt bij Adriaentje Jansen de Vries in presentie van mij … P. Zeijlmans

verte

Den … gepasseert bij Steven Fransen als vooght vande vijff onmondighe weescindere van Dries Franssen die hij verweckt heeft bij Adriaentie Janssen ick ondergeschreven vooght vande voorss weesen geloven ende sweren in handen van onsen officier van Wasb voorss weesen voor te staen als mijne eijge cindere ende van mijne ontfangh altijt te doen des versocht sijnde vande officier te doen behoorlijcke reeckeningh, bewijs etc reliqua ende geen erffgoederen te vercoopen sonder vooren weten ende en consent vande officier als oppervooght en voorts meer te doen dat als een getrouwe vooght schuldigh is en behoort te doen soo waerlijck moste Godt Almachtigh helpen. Actum desen 7e october 1691 ter presentie van Adriaen Buijs ende Frans vande Laer, heemraden, lager stont ende was onderteeckent Steven Franssen.

Los vel 1

Wij ondergeschreven als … … van Groot Waspick (… van Groot Waspick) bekenne ontfangen van Steven Fransen de somme van twee stuijvers ennen penning van lant en huijs toecomende de … dood van Frans Driessen ende Andries. Actum desen 10 december 1692. Gerit …

Los vel 2

Ontfangen bij mij ondergeschreven door handen Steven Frans als voogt vande kinderen van Dries Franss soo van het afnemen vanden eedt, vertuijgtgelt vande kinderen als anders. Actum desen 27 october 1691.

Ende aende secretaris betaelt … schrijven vanden … 12 stuijvers.

G. Seijlmans, schout, 1691

Los vel 3

Ick ondergeschreven als borgemeester … … van ordinans ende opter ordinaris verpondingh van Groot Waspick voorden jaere 1690 bekenne ontfangehen te hebben van Steven Fransen als vocht vande kinderen van Dries Fransen de somma van seven stuijvers thien penningen van jaer verpondingh vanden ackers. Actum onderteckent desen 25e febrewarie 1692. Adriaen Berthouts

los vel 4

Ick ondergeschreven becennen ontfang te hebben uijt handen van Steven Fransen de som van ses gulden tien stuijvers ende dat van een lanthuer over … van 4 geerden minn een vierredeel dat Steven Fransen voor de weeduw van sijn brooer saliger gehuert heeft voor het jaer 1692 van Gijsbert Elemans. Actim onderteeckent oop den 8e december 1692. Gijsbert Elemans 1692

In de kantlijn: somma van 6 gulden ?

Los vel 5

Ick onderschreven Adriaentje Janss weduwe van Dries Franss bekenne ontvangen te hebben door handen Steven Franss de somme van ses gulden op mindering van het gene mij van mijne mans moeder is aenbestorven. Actum desen 13e juni 1692.

Dit merck + gestelt bij Adriaentje Jans in presentie van mij Jan van Tichel

Los vel 6

Ick ondergeschrevenen bekennen ontfangen te hebben vuijt handen van … Steven Fransen de soemme van 7 gulden 16 stuijvers den 8e desember ende dat van turf de weduwe van Dries Fransen die hoij gelt heft ende in t jaer 1692. Dierc Jansen Rupper ?

Fol. 16r

Scheijdinghe ende erffdelinghe tusschen Merten Dingemans ende Johan Dingemans van dese naervolgende goederen. Gedaen ende gepasseert desen 8e december 1691.

Item inden eersten soo is Merten Dingemans geloodt, gecavelt ende beërfdelt op eenen halven acker zaeijlant gelegen in xj½ Hoeven Groot Waspick, onverdeelt met Johan van Tichelen, gelegen tusschen erffenisse van Wouter Dielissen vanden Heuvel oost ende Melis Pieterschen west. Streckende uijt den noirden vander halver Her straedt zuijdewaerts in tot de Oude Vaert toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                          150 gulden.

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemden Merten Dingemans geloodt, gecavelt ende beërfdelt op een ackerken met het bos daer aen gelegen, gelegen tot Raemsdonck inden Vlaeijkens, tusschen erffenissen van Thonis Peeters cum suis oost ende de erffgenamen van Jan Jochums cum suis west. Streckende uijt den

Verte

noirden vande Flaeijkens straedt zuijdewaerts in tot den halven Geijl sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                      25 gulden.

            Peeter Janssen als vooght

Item hier tegens soo is Johan Dingemans bij hem selve getrocken sijnen broeder geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker saeijlant met Peeter Janssen Brouwer met den geerden daer aen gelegen in Hendrick Luijten Ambacht tusschen erffenissen van Cornelis Dielissen vanden Heuvel gelegen vanden acker met het driesken daer aen gelegen oost ende Arien Bos west. Streckende uijt den noorden vanden halven sloot van Dingeman Aerden stede suijtwaerts in tot de voorss Johan Dingemans sijn Geer toe. Den Geer gelegen tusschen erffeniss van de Kerck van Raemsdonck gelegen oost en west Jan Gielen cum suis. Streckende uijt den noorden vant voornoemde driesken tot de Oude Vaert toe. Getacceert op contant gelt werdigh te sijn ter somme van                                                                                         250 gulden.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout, ende Adriaen Cornelis Buijs ende Frans vande Laer, hemrade. Ende dat met alle serviteijten daer van outs opstaende. Actum desen 8e december 1691.

Fol. 16v

Scheijdinghe ende erffdelinghe tusschen Johan Dingemans ende Meerten, gebroeders, ende Johan van Tichel wegens haere acker ende is als volgt:

Item inden eersten soo is Meerten Dingemans geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de oostense helft van eenen acker saijlant, gelegen in 11½ Hoeve Groot Wasb tusschen erffenis van Wouter Dielise vanden Heuvel oost ende Johan van Tighel west. Streckende uijt den noorden van der halver Her straaet suijtwaerts in ter halver Oude Vaert toe, getacxeert op                                                                                         150 gulden

Item soo is Johan van Tichele geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de westense helft vande voornoemde acker gelegen 11½ Hoeve voorss, tusschen erffenis van Meerten Dingemans voorss gelegen oost met de wederhelft ende Melis Peeters west. Streckende uijt den van der halver Her straet suijtwaerts in tot de Oude Vaert toe, gewerdeert                                                                                                                        150 gulden

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen met hanthalm ende monde ende sal ider het sijn onderhoudende met sijn schouwen ende dijcken teijnde het sijn behoorende ende daer van outs toe staende. En verders met alle naebure laste. Ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout, ende Adriaen Cornelis Buijs ende Frans vande Laer, hemrade. Dese dato voorss.

Fol. 17r

Scheijdinge ende erffdeelinge tussen de gelijcke erffgenamen van Meerte Aertse van Gesel ende Maijke Wouters van Riel van alle haere goedere voor recht gedeelt op den 28e januarij 1692.

Eerstelijck soo is Lambert Freijsen geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de halve steede vande voornoemde van Gesel ende dat op manieren als volgt: eerstelijck op het voorhuijs met de opcamer met de helft vande kelder aen het suijen eijndt met het noordense gebent ende de westense helft vande koeijstal ende de suijdense helft vande perstal met westenseijde vande werft ende den hoff ende de westense helft van het (van het) ackerlant. Ende moeten malcanderen wegen en stegen soo int huijs als kelder ende int agterhuijs ende de werft als ackerlant. Ende de laste halff en halff die daer op staende. Getacxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                      100 gulden.

Item alnoch ten 2e soo is den voornoemden Lambert Freijse geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen mergen boster, gelegen in Groot Wasb,onbedeelt met de erffgenamen van Jan Anthonisse Snijder, gelegen tusschen erffenis Gijsbert Jansen Coninghs gelegen west en oost de erffgenamen van Thonis Jansse Snijder. Streckende uijt den suijden vande erffgenamen van Thonis Snijder noortwaerts inter halver Her straet toe met het oostense paert vande dijck. Is (niets ingevuld) gulden.

Item alnoch ten 3e soo is den voornoemden Lambert Vreijse geloot, gecavelt en beërfdeelt op 1½ geert hooij en weijlant, gelegen inden polder van Groot Wasb, gelegen (gelgen) tusen erffenis vande cindere van Adriaen Meertens west ende Adriaen Antonisse Cuijl oost, in een stuck van 7½ geerde, onverdeelt met Thonis Ockers. Streckende uijt den suijden vande Kae aff noortwaert in ter Oude Mase toe. Getacxeert op 140 gulden.

Item hier tegens soo is Anthonis Peeters Ockers geloot, gecavelt ende beërfdeelt op 1½ geerde en een derde paert van een ½ geerde hooij als weijlant, gelegen inden polder van Groot Wasb, in een stuck van 7½ geerde, onbedeelt met Lambert Vreijsen cum suis, gelegen oost Adriaen Teunisse Cuijl ende west de cindere Adrien Meertens cum suis. Streckende uijt den suijden vande Kae aff noortwaert in ter halver Oude Mase toe. Getacxeert op                                                                                                                  140 gulden.

Item alnoch een buijtedelle, gelegen in Groot Wasb, gelegen ten oosten Meester de Bot ende de erffgenamen van Maeijken Vreijssen west. Streckende uijt suiden vander halver Her straet noordewarts in ter Oude straet off de Heeren van Cleijn Wasb toe. Is getacxeert op                                                        50 gulden.

Item alnoch ten 3e soo is Tonis Peeters Ockers geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker saeijlant, groot 3½ hont, gelegen in Sgravelduijn Groot Wasb tussen erffenis vande weduwe Steven Swarten suijden ende Maeijken de Bont noorden. De erffgenamen van Truijcken Janssen Vaders oost ende west Joost Janssen. Getacxeert op contant gelt                                                                               100 gulden.

Item alnoch ten 4e soo is Thonis Peeters Ockers geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een buijte delle, gelegen onder Sgravelduijn Cappel tussen erffenis van Jacob Janssen van Hamet oost ende west Maeijken Freijsen. Streckende uijt den suijden vander Ouder Vaert vande dijck noordewaert in tot Nederveen Cappel toe.                                                                                                                                         100 gulden.

Item alnoch hier tegen sijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt de gelijcke cindere ende erffgenamen van Adriaen Meertens op de halve ste van Meerten Adriaense van Gesel ende dat op manieren hier nae beschreven. Eerstelijck de keuke met de geut, de noordense helft vande kelder en het suidenste gebent en de oostense helft vande koeijstal en de noordenste helft vande peertstal met de oostenste helff vande werff ende de hoff ende de oostenste helff vande acker ende den werff aen beijde sijde van het huijs. Sal ider tegens sijn gebenden moghen beplanten ende moeten maelcandere wegen en stegen soo int huijs als vant erff.   100 gulden.

Item alnoch soo sijn de gelijcke cindere van Adriaen Meertens geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker saeijlant, gelegen in Sgravelduijn Grrot wasb tussen erffenis van Mels Thomas Seijlmans gelegen noorden ende Hooffmans suijden. Streckende uijt den westen vande erve vande erffgenamen Denis Peeters de Haen oostwaert in tot de cant van Willem Jacobs toe. Getacxeert op contant gelt ter somme van 60 gulden.

Item alnoch ten 3e soo sijn de gelijcke cindere ende erffgenamen geloot, gecavelt en beërfdeelt op een binnendel gelegen inde Geer tussen erffenis vande Armen van Wasb suijden en de erffgenamen van Peeter Jochums Berthouts noordewaerts. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert tot …vande schout ende secretaris ten westen toe. En neemt dese de tot hare laste een roeij dijck teijnde den boster ofte op den westen cant met de erffgeanamen van Jan Anthonis Snijders.                                        50 gulden.

Item alnoch ten 4e soo sijn de gelijcke cindere en erffgenamen van Adriaen Meertens geloot, gecavelt ende beërfdeelt op 14½ geerde en een derde paert van een halve geerde hooij en weij, gelegen inden polder van Groot Wasb, in een stuck van 7½ geerde onverdeelt met Thonis Ockers cum suis. Streckende uijt den suijden vande Kae sloot aff, noortwaerts in ter halver Oude Mase toe. Getacxeert op ciontant gelt weert 140 gulden.

Item houden de gelijcke vrinden int gemeen haer paert int gemeijn bos met Aentie Bastiaensen cum suis. Ende den inboel is bij de gelijcke vrinden gedeelt. Ende is ider met sijn paert te vreden.

Aldus dese goedere rechtelijck gedeelt ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout ende Baeijen Melse ende Adriaen Cornelisse Buijs, heemraden. En dat met hanthalm ende monde sopo dat ider sijn goet met contributie ende dijcke moet aenveerden tot het sijn behoorende. Actum desen 28e jannuarij 1692.

Fol. 18v

            …

Vant tgeene op het errffhuijs van Huijbert den Smidt is gemaeckt bedraegt 54 gulden 3 stuivers.

Fol. 19r

Scheijdinge ende erffdeelinge tussen de gelijcke kinderen ende erffgenamen van Adriaen Cornelissen Camp ende Neltjen Bens zaliger ende is als volgt:

Eerstelijck is Cornelis Adriaense Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het huijs, hooff ende werff, gelegen in xj½ Hoeven Groot Waspick thusschen erffenissen vande weduwe Henderick Jochums gelegen oost ende west de weduwe Thomas Zeijlmans in sijn leven secretaris met haere kinderen. Streckende uijt den noirden vander halver Her straedt zuijdewaerts in tot den Pispot toe. Met conditie dat Hendrina Adriaense Camp hout vrij wooninge inde voorcamer ende het vierde paert inden hooff ende dat voor haere leven lanck. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                             40 gulden.

Item alnoch ten tweeden soo is voornoemde Cornelis Adriaense Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op eenen halven acker zaeijlant, onverdelt met de kinderen ende erffgenamen van Johan de Bont, gelegen in xj½ Hoeven Groot Waspick, onbegrepen der maetten, gelegen tusschen erffenissen van Adriaen Janssen de Jongh gelegen oost ende west vanden heelen acker de erffgenamen van Jan Gijben. Streckende uijt den zuijden vande Oude Vaert ofte dwars geeren noirdewaert in tot der halver Pispot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                         170 ? gulden.

Item alnoch ten derden soo is den voornoemden Cornelis Adriaense Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op binnedellen, gelegen inden polder van Groot Waspick, thusschen erffenissen vanden Kercken delle oost ende west de weduwe secretaris met haer kinderen. Streckende vanden Kaeij sloot uijt den noirden zuijdewaert in tot den halven Her straadt toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 560 gulden.

Item hier tegens soo is Frans Adriaense Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtighe helft in achtalve geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdelt met de anderen van Johan de Bont, gelegen thusschen erffenissen vande erffgenamen van Eijltje Fiers cum suis oost ende west den … Frans Camp cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Kaeij sloot noirdewaerts in tot den halven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van             600 gulden.

Item alnoch ten tweede soo is de voornoemde Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte vierde paert in achtalve geerde hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van (niets ingevuld) gerdt, tussen erffenissen vanden voornoemden Camp met de kinderen Thomas de Bont oost ende west de erffgenamen van Merten Aertse van Gesel. Streckende uijt den vande Kaeij sloot noirdewarts in tot den halven Scheij slot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                          300 gulden.

Item alnoch ten derden soo is den voornoemden Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het lant gelegen aende Dussen, groot ontrent 2 mergen, gelegen thussen erffenissen vanden heer schout lants aende Dussen oost ende west de erffgenamen Dingeman Peeters. Streckende uijt den zuijden vanden ondervoedt vanden dijck noirdewaerts in tot den eerste wetterghange toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                 400 gulden.

Item alnoch ten 4en soo is Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het halff bosken, gelegen in Groot Waspick theijnden de delle van Henderick Franssen, onverdelt (onverdelt) met de erffgenamen van Jan de Bondt, gelegen tussen erffenissen van Gerrit Zeijlmans, schout, oost ende Peeter Janssen Brouwer west. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straedt noirdewaert in tot de delle van Hendrick Frans toe. Getacceert … (nihel ?) ende moet Frans Camp tot egalisatie van sijne lootte (uijt ) uijtreijcken aen Cornelis Camp ter somme van                                                                                                        25 gulden.

In de kantlijn: Ick ondergeschrevene Cornelis Adriaensen Camp bekenne ontfanghen te hebben uijkt handen van Frans Adriaensen Camp ter somme van 25 gulden in desen tegenstaende post vermelt ende bedanck hem van sijn goede betaellinghe. Actum desem 28en december 1693.

Item hier tegens soo is Hendrina Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op drie geerden hoij ende weijlant, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, onverdelt met Huijbert Artsen van Hasselt, gelegen tussen erffenissen van Cornelis Camp ende de erffgenamen Steven Boeven coms oost ende west den voornoemde Camp. Streckende uijt den vander halver Oude straedt noirdewaerts in tot den halven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                 800 gulden.

Item alnoch ten tweeden soo is de voornoemde Hendrina Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het lant aende Dussen van outs genaemt Den Kleijnen Blaastaedt ?, gelegen thusschen erffenissen van Sijmen Janssen oost ende west den Armen van Waspick. Streckende uijt den zuijden vande wettering noirdewaerts in tot Willem Gielen lant toe.

Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                        300 gulden.

Item hier tegens soo is Huijbert Aertsen van Hasselt die in huwelijk is hebbende Marieken Adriaensen Camp, gelodt, gecavelt ende beërfdelt op drie geerden hoij ende weijlant, gelegen Heerelijckheijt van Cleijn Waspick in een stuck van ses geerden, onverdeelt met Hendrina Adriaensen Camp die de andere drie geerden hier vooren ten deelen gevallen is. Gelegen thusschen erffenissen Cornelis Camp cum suis oost ende west. Streckende uijt den zuijden vander halver Oudt Straedt noirdewaerts in tot der halver Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                        800 gulden.

Item alnoch ten tweeden soo is Huijbert Aertsen van Hasselt gelodt, gecavelt ende beërfdelt op eenen acker zaijlant, gelegen in Groot Waspick, tussen erffenissen van Maeijken Janssen Buijs oost ende west de kinderen Eijken Tijssen ende Adriaen Buijs. Streckende uijt den zuijden vande erven vande weduwe Tomas Lassen noirdewaerts in tot der halver Her straedt toe. Ende moet daet voors goet uijt reijcken aen Cornelis Adriaensen Camp tot egalisatie van haer lotten ter somme van 80 gulden ende sijn dese bovens goederen daerenboven getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                         400 gulden.

In de kantlijn: Ick ondergeschrevene Cornelis Adriaensen Camp bekenne van desen neffenstaende uijtreijckingh voldaen te wesen van Huijbert Aertsen van Hasselt met de somme van tachtentich gulden, ergo geroijeert desen 29e december 1693.

Aldus dese delinge rechtelijck gedaen met handtalm ende monden ende dat op conditie dat den eenen op den anderen sijn lodt niet meer en heeft te pretenderen dan voorschreven staedt. Ende sal ider sijn lotten aen verden met alle wegen, stegen, dijcken, dammen, contrabutien ende alle andere naburen rechten met recht daer toe behoorende ende van outs daer toe staende ende behoorende zijn. Waer op sij alle malkanderen sijn op vertijdende ende vertegende soo als recht is. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout, ende Adriaen Cornelis Buijs ende Dierck Janssen Zeijlmans, heemrade ende mijn als secretaris present ende kennelijck. Actum desen 16e december 1692.

 P. Zeijlmans

Fol. 20v

Leijst uijt het schultboeck van Hendrik Fransen Boeser. Het welcke hij voor sijn kinderen heeft geschooten ende gescheijde jaeren. Gelijck hieronder gespecificeert staedt ende bij hem selfs werdt verclaerde in presentie van Gerrit Zeijlmans, schout, ende Hendrik Jansen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraeden. Desen 30e december 1692. Ende is als volgt:

Eerstelijck op den eersten april 1668 gehouden aen Huijbert Cornelisse Rijcken de somma van driehondert gulden doen hij sij schip koft, dus 300: 0: 0  
Item alnoch int jaer 1683 ende 1685 den voornoemden Rijcken van mijn hoeij gehadt voor (niets ingevuld) gulden veerthien stuijvers. Uit het boeck gereeckent, dus 99:14: 0
Noch heeft Handrick Fransen gecooft een partijken hoij van Maerten Aertse Dolck voor Huijbert Rijcken dar op schuldigh gebleven 31 gulden tien stuijvers dat ick Handrick Fransen heb moeten betaelen 31:10: 0
Noch heb ick betaelt voor hem aenden schout volgens de borghtocht van dato den 12e september 1689 ter somma van hondert vijftigh gulden, dus 150: 0: 0
Item als noch int jaer 1691 gestiert aen mijn dochter Janneken Hendrick tot Rotterdam ter somma van vijfhien gulden, dus 15: 0: 0

            Hier volght tgeene Adriaen Boeser raeckt

Eerstelijck int jaer 1675 heeft Frans Hendricksen Boeser geleent van Adrijaen Boeser ter somma van negenentwintigh gulden tien stuijvers doe Hendrick Franse schip verbrandt was soo dat hij het voor Hendrick Franse heeft betaelt 29:10: 0
Item selve jaer 1675 soo heeft Adrijaen Boesert van hijm Heindrick Fransen gehadt perraten bos vande achtalve geerde droogh hoij sonder vasten koop gemaeckt te hebben maar een weijnigh te vooren heeft Cornelis Joghemsen naer gevraeght ende die souwer mij … twee en veertigh gulden voor gegeven hebben 42: 0: 0
Noch heb ick Hendrick Fransen Boeser borgh gebleeven voor een oblijgatie die den stadthouder op Adrijaen Boeser is hebben inhouden vier hondert gulden dient voor memorie  

Hier volght t geene Frans Boeser raeckt

Eerstelijck aen Frans Boeser gegeven 18 ducatons maeckende ter somma van 56:14: 0
Noch aende selve gegeven ser somma van 15: 0: 0

            Hier volght t geene Johannis Boeser raeckt

Eerstelijck aen Johannis Boeser betaelt volgens oblijgatie ter somma van 150 gulden, dus 150: 0: 0
Item alnoch bij mijn aen Johannis Boeser betaelt ter somma van hondert vijftigh gulden, dus 150: 0: 0

            Hier volght dat geene Jan Veenes heeft gehadt

Eerstelijck heb ick Hendrick Franse Boeser gegeven aen Jan Veenes int jaer 1688 ter somma van twee hondert en sesendartigh gulden, dus 236: 0: 0
Hier op aen mijn weederom gegeven 25 gulden, dus 25: 0: 0

Aldus deese dingen rechtelijck geschiedt bij ons schouth ende gerechten voornoemt. Deesen datum voorschreven.

Fol. 22r

Staedt ende inventaris vande erffmeubele goederen van Jacob Huijbertsen de Bruijn ende Marieken Gerritse wettelijcken houwelijckse luijden ende metter doot ontruijmt bij Jacop Huijbertsen de Bruijn. Voors gedaen ende opgeteckent desen 8e ende negensten … october 1692 ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout, ende Dieck Janssen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden.

Eerstelijck een huijs, hooff ende den werff met de schuer ende de del, gelegen in Schrevelduijn Groot Waspick thuschen erffenissen van Jan Corstiaensen gelegen west ende Adriaen Scheuren gelegen oost ende de weduwe Steven Swarten zuijden ende de Her straedt noirden. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                         (niets ingevuld).

Ten tweeden de delle gelegen voort huijs gecomen van Peeter Swarten, gelegen inde voors jurisdictie thussen erffenissen van Adriaen Schouten gelegen oost ende Peeter van Son west. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                                                   (niets ingevuld).

Item alnoch ten derden een buijten dellen gelegen op den westen cant van Vroukensvaert in Groot Waspick thussen erffenissen van Adriaen de Bruijn gelegen noirden ende Jacop de Bruijn erffgenamen met haer andere delle gelegen zuijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert in tot erve van Peeter van Son toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                         (niets ingevuld).

Item alnoch ten vierden een buijtendelle, gelegen in (in) Sgrevelduijn Groot Waspick thusschen erffenissen van Tomas ende Aert Bommelaeren gelegen oost ende Lambert Diercken gelegen west. Streckende uijt den zuijden vanden halver Her straedt noirdewaerts in tot de Heerelijckheijt van Cleijn Waspick toe, groot ontrent 5 hont. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                    (niets ingevuld).

Item alnoch ten vijffden seven een halve geerden, gelegen inden polder van Groot Waspick op den westen cant vande Zeijl, thussen erffenissen vande polders 4 geerde gelegen oost ende west Maeijken van Pelt cum suis. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                       (niets ingevuld).

Item alnoch ten sesden ses geerden hoij ende weijlant gelegen in Cleijn Waspick onverdelt in twaelff geerden met de weduwe van Domien vander Liedt, gelegen thussen erffenissen vande weduwe Johan Sprangers oost ende west Johan de Bruijn cum suis. Streckende uijt den zuijden vande heerelijckheijt van Groot Waspick noirdewaerts in tot den Scheijsloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van    (niets ingevuld).

Item alnoch ten sevenden ses geerden inden Ravensboom, gelegen onder Cleijn Waspick thussen erffenissen vande erffgenamen van Johan Sprangers gelegen west ende Johan de Bruijn oost. Streckende uijt den zuijden vanden Heerelijckheijt van Groot Waspick noirdewaerts in tot Scheepsdiep toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                            (niets ingevuld).

Item alnoch ten achsten vijff geerden en 1¼ geert inde sevendalve geerde, gelegen in Cleijn Waspick thussen erffenissen van Adriaen van Pas west ende pastoirs lant oost. Streckende uijt den zuijden vande heerelijckheijt van Groot Waspick noirdewaerts in tot int Elant ofte den grindt toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                              (niets ingevuld).

Item alnoch ten 9en drie geerden lants, gelegen tot Zuijdewijn Cappel, in een stuck van ses geerden, onverdelt met de kinderen van Jan Lauwereijssen cum suis, gelegen tussen erffenissen van de weduwe Peeter vander Pinten gelegen oost ende de erffgenamen van Jan Wouters gelegen west. Streckende uijt den zuijden vande Oude straedt noirdewaerts in tot den Scheijsloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           (niets ingevuld).

Item alnoch ten thienden een halve buijtendelle, gelegen in Zuijdewijn Cappel, tussen erffenissen van Adriaen den Bleijen gelegen west ende Jacop Huijbert Geldens erffgenamen gelegen oost, groot wordt halff drie hont. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten elffden een halve buijtendelle, gelegen in Sgravelduijn Cappel opden oosten kant vande Nieuwe Vaert tussen erffenissen vanden waeterganck noirden ende zuijden de kinderen van Adriaen Wouterssen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                    

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten twaelffden een paertijken moer, gelegen onder Lon, gemeen met Catelijn Gerritssen. Getacceert op                                                                                                          (niets ingevuld).

Item alnoch ten 13e vier geerden lants, gelegen tot Raemsdonck int Ba… wer thussen erffenissen van Dierck Waelwijck gelegen oost ende Jan Klaessen kinderen west. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                               (niets ingevuld).

Item alnoch ten 14e eenen acker zaeijlant met de bossen ende hoijlant, gelegen tot Raemsdonck op de Bergen tussen erffenissen van Dierck Waelwijck west ende de kinderen van Kornelis Tijssen oost. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         (niets ingevuld).

Item alnoch ten 15e een acker zaeijlant, gelegen onder Raemsdonck int Broeck gelegen weest Jan Huijberden Zeijlmans, oost Adriaen Ansen kinderen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch het schiep met de bodt met sijn appendentie ende dependentie. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                          (niets ingevuld).

Het hoij inde schuer ontrent 20 voldens

1 voijer ? toemaet

stijff soo bossen riedt

item alnoch eenen aeck met sijn bo…s

1 schauw

noch bevonden 3 schultboecken, 5 busseltjens pampieren bijeen gebonden.

            Inboel die int huijs is bevonden

Eerstelijck 1 nieuwe beddeteijck

Drie grootte bedden, 1 kleijn ende hooftpeulingh, 4 oirkussens, 4 deckens, 1 paer gestreepte gardijnen.

            Linde ende wollen

Eerstelijck schep en in huijs bevonde 16 paer slaeplakens, noch drie paer slaeplakens, 21 manshemden, 28 ellen wiedt linde lacken, 14 dassen, 2 reijssacken, 8 neusdoecken, 9 paer fluwijnen, 3 pelle taeffellakens, 6 crebbekens taeffellackens, 5 serrevetten, 1 swarten en … sent, 2 bruijn senten, 2 wambesen, 1 hemtrock met siellevere knoppen, 2 swarten broecken, 1 roij onderbroeck, 2 hoij, 2 paer schoen, een paer meullen, 2 paer swarten kousens

            Kooper

Staedt tot Delft 1 kooperen waskeetel, met noch 2 grootten kooperen, 1 kleijnen kooperen ketel.

            Int huijs bevonden

3 kooperen ketels, 2 koperen pannekens, 2 koperen vierpannen, 1 koperen lepel, 1 veijsel, 1 kooperen ketel, schep, 2 kandelaers, 1 schuijmspaen, 1 blaecker.

            Tinnewerck

2 waetterpotten, 1 steckbecken, 1 spoubecken, 2 schottelen, 2 taelftelborden, 12 tinne lepels.

            Eijserwerck

4 eijsere potten, 3 rostels, 2 haellen, 1 vlesrick, 1 aelspiedt, 1 asschup, 1 kapmes, 1 hangeijser, 1 fouthengel, 1 branteijser, 1 koeckpan, 1 strijckeijser. 1 trechter, 8 vi…ocken, 1 rieck, 1 bodt, 1 asschup, 3 kluijster slootten, 3 klerstocken, 1 tangh.

            Inboel die tot Gertruijdenberge inde kisten sijn bevonden. Sijn dese naervolgende.

Eerstelijck inde kist tot bancken bevonden 18 fluwijnen, 13 tinne schotelen, 6 tinne taeffelborden, 2 tinne waeterpotten, 2 tinne zoutvaet, 9 lepels, 1 spoubecken, 2 kommen, 2 kooperen snuijters, 2 ringen, 2 keulse schottels, 16 slapelakens, 36 servetten, 15 taeffellackens, 13 kintsdecken, 2 nachtmantels, 1 fluwijn met kindergoet, 1 sulpen kovel, 1 roijen wendel, 6 sackdoecken, 2 kussens, 1 spiegel, 1 kistkledt.

            Hier volght het goet dat inde kiestken Artus Verhaegen is bevonden. Eerstelijck:

31 mansheemden, 17 slapelakens, 18 fluwijnen, 4 taeffellakens, 7 servetten, 3 tinne taeffelborden, 2 tinne schotelen.

            Houtwerck

Eerstelijck 3 nieuwe grijne dellen en een halff inde schure, eenen zeijlgangh, 1 grootte beeddeplanck, 4 grootte eijcke plancken, noch 2 voorde deur, noch ontrent 2 voeder ? groff hout, op den dorsvloer 5 a 6 oude plancken, 3 hou…, 2 voeder hout inden temsthoeck ? stijff een volder temst, 200 mut saedt, 7 a 8 luijcken, 50 bossen stroij, 1 oude planck vanden …, 2 wageschotte kassen, 1 pars, 3 borstel, 1 schuijer, 2 kiesten, schep, 1 laij, 1 … wercktaeffeltjen, 1 vieren taeffeltjen, 1 vieren ettenstoorken, 1 kannenbort met koper haecken, 1 bladt ofte taeffel met twee sgragen, 2 schabellen, 1 kruijtdosken, 1 trogh, 2 blecke lampen, 2 spiegels, 2 flessen, 1 karren, 3 melcktonnen, 1 wastob, 3 tartobben, 2 achoofftobben, 1 melckemmer, 2 waetteremmers, 2 temst en 3 vlesblocken, 1 vlesbom, 1 reckeken, 2 groote leren, noch 2 kleijn, 9 stoellen, 3 torffmanden, 2 korven, 1 polstock, 1 achooffton, 1 klaeistock, 6 greijne plancken, 2 vleskuijpen, eenen nijser, 6 rijven, 2 vims, 1 lech, 3 beijlen, 2 dissels, 1 hackmes … een houten hackbackeken, 1 naegelback, 1 lanteren, 1 torffton, 1 kleijn ton, 1 asijnstop, 2 dorsvlegels, 1 roij, 1 snijback, 1 snij, 2 lijnde ider 6 vadem, 4 beugels.

            Keulse schottelen

15 keulse schottelen, 12 taeffelborden, 12 kannekens soo groot als kleijn, 20 pont vlas, 19 pont garen, 12 hespels met garen.

            Zilleverwerck

Zeven silleveren becker, 1 silleveren bel, 2 silleveren lepels, 72 sillevere knoopen, 2 silleveren messen, …, een goude naelt, een kerckboeck met sillevere sloten, een perlemoerboeck van Jacob de Bruijn, 1 silleveren oude riem met 2 sillevere haecken, 1 schakel kettingh, drie dich, 3 sillevere slutels, 1 silleveren geladen kettingh.

            Noch int schiep bevonde

3 bedden, 2 deckens, 2 hooffpeulinghs, 1 oorkussen, 6 keulse schotelen, 4 kannen, 2 stoellen, 3 keulse taeffelborden, 2 stoellen, 3 tinne lepels, 1 leoj, 1 koeckpan, 1 hangeijser, 1 taeffel, 1 kaslaeij, 1 peperdos, 1 tangh

            speck en vles ende haeff

3 melckkoij, 2 hockelingh, 2 kallever, 1 vercken, 3 stucke speck, 2 stucke gerockt vles, 1 tonneke boter …

            inkomende penningen int schiep bevonden

Item een koij ende een kalff 33: 0: 0
1 sack aen schellingen 325:10: 0
52 achtentwintighe compt 72:10: 0
21 daelder compt 31:10: 0
9 guldens penningen comt 9: 0: 0
Paeijement 0: 4: 0
Aen dubbeltjes 117:12: 0
60 daelders 90: 0: 0
7 rijckedaelders 17:10: 0
8 ducatons 25: 4: 0
Aen schellinghe 20: 2: 0
Noch aen schellinghe 292:16: 0

            Het gelt in huijs bevonden

Hondert elff ducatons 349:13: 0
7 sulverijnen a 15 gulden 15 stuijvers is 120: 5: 0
1 ducaet a thien gulden 10 stuijvers is 15: 5: 0
1 franse cron 4:12: 0
32 daelders  48: 0: 0
somma  

Item staedt te ontfanghen per obligatie van datte den 24e janwarij 1688 tot lasten Sijmen Diercke vander Hoeven woonende tot Delft ter somme van 135: 0: 0
Noch staedt te ontfanghen per obligatie van date den 4en meert 1679 van Adriaen Michielsen van Iersel tot Sgravenmoer ter somme van 340 gulden cappietael dus 340: 0: 0
Comt den verlopen intrest ter somme van  
Staedt te ontfanghen per obligatie op Jacopa Bouhansen van datte den 25e meert 1679 ter somme van driehondert gulden cappietael dus 300: 0: 0
Comt den intrest tegens vijff ten hondert ter somme van 180: 0: 0
Tot den 25e meert 1692 toe is dan soo wijt 12 jaeren  
Staedt te ontfanghen per obligatie van datte den 16en meij 1660 van Sijmen vanden Broeck ter somme van 125 gulden met behoren intrest vandien tegens vijff vant hondert dus 125: 0: 0

Den 28e augustus 1692 tot den 15e september gelevert bij Jacob de Bruijn aen Jan vander Hoeven voor 101 gulden 10 stuijvers aen hoij ende hier op ontfangen 72 gulden blijkt bij de reeckeningh, rest noch suijver ter somme van 29:10:0  
In de kantlijn: dese tegenstaende 29 gulden 10 stuijvers bijde weduwe de Bruijn ontfangen  
Staet te ontfangen vande heer Graeff Steenboeck inden Haegh over gelevert hoij vant jaar 1687 ende 1688 ter somme van twee hondert gulden als blijkt bijde reeckeningh dus 200: 0: 0
Staet te ontfangen van haer excelentie van Brederode 1663 den 6e october 7 voeder a 15 gulden 105: 0: 0
Den 8e dito 6 voeder 90: 0: 0
Den 9e november 8 voeder 120: 0: 0
Den 10e dito 150 bossen stroij a 5 gulden is 7:10: 0
   1664 hare excelentie  
Den 17e september gelevert 5 voeders 15 gulden 52:18: 0
Den 18e dito gelevert 6 voeders 63: 0: 0
Den 22 october gelevert 8 voeder 84: 0: 0
   1665  
Den 5e meert te leven 2 voeder a 11 gulden 22: 0: 0
Den 13e dito 4 voeder 44: 0: 0
Den 14 dito 3 voeder 33: 0: 0
17 dito een voeder stroij 4: 0: 0
15 april 5 voeder 55: 0: 0
Dito 1 voeder stroij 4: 0: 0
   1670  
Aen sijn excelentie van Brederoede gelevert den 13 december een voeder a 12 gulden dus 12: 0: 0
   1671  
Den 4e junij gelevert 3 voeder a 12 gulden dus 36: 0: 0
Den 12e dito 2 voeder hoij a 24: 0: 0
   1667  
Aen sijne heer van Brederoede gelevert 3 voeder a 10 gulden is 30: 0: 0
Dito 200 bossen stroij 3-10 a 7: 0: 0
   1771  
Den 16e meert gelevert aende heer van Brederoede 5 voeder a 12-10 stuijvers 62:10: 0
Den 19e dito 400 bossen a 4 10 stuijvers 18: 0: 0
Den 18e april vier voeder a tot 50: 0: 0
Den 9e junij 1½ voeder 18:15: 0
Dito 300 bossen stroij a 4-10 14: 0: 0
  Tot hier toe de reeckeningh over gelevert  
  Den 26e september een voeder 12: 0: 0
Den 3e october 1 voeder 12: 0: 0
Den 9e october 1 voeder 12: 0: 0
Den 16 dito a 2 voeder a 12 gulden 24: 0: 0
  Tot hier toe de reeckeningh over gegegeven importeert 927 gulden 15 stuijvers  
  Den 9e december gelevert 3 voeder a 12 gulden 10 stuijvers 37:10: 0
14 dito 400 bossen stroij a 5 gulden 20: 0: 0
Dito gelevert 3 voerder hoijs a 12 10 stuijvers is 37:10: 0
Daer moet Jochum 1 voeder van hebben  
   1672  
Den 18e meert gelevert 2 voeder hoij a 13 gulden is 26: 0: 0
Den 19e dito 200 bossen stroij a 5 gulden 10: 0: 0
Den 4e april 5 voeder a 13 gulden 65: 0: 0
Den 6e meij gelevert 67 bossen stroij 3: 7: 0
  Reecekeningh overgelevert van 212 gulden 7 stuivers  
   1676  
Den 28e januarij gelevert 7 voeder a 12 84: 0: 0
Den 4e februarij ontfangen 16 ducat:  
Den 13e dito ontfangen 4 ducatons  
7e meert gelevert 7 voeder a 12 84: 0: 0
   1681 De frele van Brederoede  
Den 25e october bij Jochem gelevert twee voeder a 14 gulden 28: 0: 0
Dito 200 bossen stroij 9: 0: 0
Den 21e november 9 voeder 126: 0: 0
   1682  
Den 6e januarij gelevert 4 voeder a 14 is 56: 0: 0
Dito 200 bossen stroij 9: 0: 0
Den 29e april 150 bossen stroij 6:15: 0
Den 15e meij 1 voeder hoij … 100 bossen stroij 19: 0: 0
Den 25e meij 400 bossen stroij 20: 0: 0
Den 26e meij gelevert 1 voeder hoij 14: 0: 0
Den 27e dito 1 voeder hoij 14: 0: 0
Den 15e junij gelevert 1 voeder 14  
Dito 100 bossen stroij 5: 0: 0
Den 4e december 2 voeder a 11 gulden 22: 0: 0
   Sgravenhagh  
   1661  
Den 28 meij mr Daneel Jansz coop van haver affgereeckent van dese 10 voeder hoijs blijft mij noch schuldich 59 – 7 stuijvers 59: 7: 0
Den 30e april gelevert 2 voeders hoij a 12 gulden 24: 0: 0
Den 2e meij 1 voeder hoij a 12 gulden 12: 0: 0
Den 9e november ontfangen 10 silveren ducatons  
   1662  
Den 15e julij gelevert aenden backer inde huerkoets 1 voijer hoij a 7: 0: 0
Den 10e augustus gelevert 4 voeder hoijs  
Den 5e september ontfangen op reeckeningh ses silveren ducatons  
   1664  
Op dese bovengestelde tijt soo heeft mijn broeder Adrian de Bruijn gebrocht een schip hoij te vracht tot Brussel voor 36 gulden ende … mijn gele gar staen ende heeft gelooft aen Cosijs 14 voeder hoij ider voeder thien gulden die mijnen broeder moet goet doen, heeft op reeckeningh van sijn vracht genoten 13 gulden  
Hier tegens sal Adriaen de Bruijn sijn reden is brengen. Adriaen de Bruijn verclaert het voorss hoij geloft te hebben met consent van Jacob de Bruijn selffs present tot Brussel, sijnde het welck Jochum de Bruijn soone van Jacob de Bruijn is kennende  
   Hagh  
   1666  
Den 15e februarij gelevert aende Cornedt ? van Brecht onder de compagnie van Ondijck 1 voeder hoij a 16 10 stuijvers 16:10: 0
Den 11e meert aende Corneldt Brecht 1 voerder hoij 15: 0: 0
Den 11 april ontfangen 20 gulden  
Den 12e meert 1667 noch ontfangen 6 gulden  
   1666  
Den 9e april gelevert aen Isack de Koersier opde kallevermeerten 1 voeder hoij 14: 0: 0
Den 4e meij 100 bossen stroij 4:10: 0
Op reeckeningh ontfangen 13 gulden, rest noch 5 gulden 10 stuijvers  
Inde maendt september gehadt voor drie stuijvers …edt  
   1676  
Den 7e meert gelevert aende Hertogen Hunners 235 bossen stroij ideren hondert 4 gulden 5 stuijvers  
   1677  
Den 12e ende 13e augustus gelevert aen Hendrick Jansz vijff voijer a 10 gulden 50: 0: 0
Den 30e dito ontfangen 12 ducatons 40 gulden 19 stuivers  
Den 11e october aen Hendrick Jansz 4 voeder hoij 40: 0: 0
Den 9e november ontfangen 40 gulden  
   1676  
Inde maent augustus gegeven ons Maria Jacobs huijsvrouw van Jacob Abrahams de somme van 30 ducatons om daer aen te binden de haer van haer goet.  
Den 26e september 1677 noch geleent aen ons Maria Jacobsz de somme van 32 ducatons  
   1684, 1685 ende 1686  
Dese drie jaren als noch gebruijckt de vier geerde in Backx Wer bij Frans Brouwer sonder huer te maecken  
   1677  
Inde maent augustij soo heeft den secretaris van Waspick van mijn door abuijs eenen ducaton in sijnen sack gesteecken ten huijsen van Gieltje Zeijlmans die daer sonderlings kennisse van heeft ende sij selffs mijn hefft geseijt  
   1683  
Inde maent meert gehuere ende gebruijckt de vier geerde in het Backx Wer bij Frans Brouwers ende dat voorde somme van 60 gulden ende den dijck staet mede te maecken ende te onderhouden maer het hout blijft aen mijn, dit voor memorie  
Staet te ontfangen van Nijs Jansz van Hasselt over dcoop van een koij ter somme van 27 gulden thien stuijvers  
   Incomende penningen vande lantpachten  
Over inde ses ½ geerde heeft Peeter de Snijder tot Waspick gehuert een blocxken om te weijde voor (niets ingevuld)  
Over de hout int selve lant heeft gehuert Dirck Valentijn aende Loonschen dijck voor (niets ingevuld)  
Noch int selve lant heeft gehuert de soon van Cornelis van Gorp van Cauwen sloot tot den Scheij sloot toe voor (niets ingevuld)  
Overdiep inde ses geerde heeft gehuert Thonis (Thomas ?) Jan Sijmons vant Diep aff tot den Grintel ? toe voor (niets ingevuld)  
Int selve lant over den Grintel ? tot de Scheijsloot toe heeft gehuert den glaes kramer inde Vrijhoeven voor (niets ingevuld)  
Het lant vande 6 ½ geerde is gehurt bij Adriaentje Koijmans voor (niets ingevuld)  
   Cappels  
Inde ses geerde het voorsteblocxken heeft in huer (niets ingevuld)  
Het achterste block int selve lant heeft in huer Hendrik den Meulder op den Nieu Vaert voor (niets ingevuld)  
Item alnoch Overdiep inde voors ses geerden heeft in huer Gerrit Jansz inde Spranghse straet voor (niets ingevuld)  
De helft vande delle inde Zuijdewijn heeft in huer Peter de Schoenmaecker inde Spranghse straet  
De halve delle opde Nieuwe Vaert heeft in huer Adriaen Jansz de Looper voor (niets ingevuld)  
Het gerechte virde part in Backx Wer is gepacht bij Frans Brouwers voort jaer 1692 voorde somme van (niets ingevuld)  
Item alnoch eenen acker zaeijlant tot Raemsdonck opde Bergen is gepacht bij (niets ingevuld)  
Noch eenen acker int Broeck is voort jaer 1692 gepacht bij (niets ingevuld)  
   Vuijtgaende schulden  
Inden beginne vande maent october 1683 geladen van ons Anneke de Bruijn ende Frans Brouwers woonende tot Raemsdoncq op het veer achtien ofte negentien voerder hoij, ider voerder vijff gulden vijftien stuijvers daer van is het gelach geweest twee kannen wijn halff te corten  
Den 7e november 1683 gesonden aen ons Anneken achtien ducatons  
Dese selffde reijs als noch gelade van Frans Brouwers achtien voerder hoij, ider voijer vijff gulden seven stuijvers, den wijn cop, twee kannen wijn hallff te corten ende is oock het kaeijgelt bij mijn betaelt vijff schellingen is ider voor de helft  
Staet te betalen aen de hele ende halve verpondinge aen Johan de Bruijn vant jaer 1674 over de landerijen van Cleijn Waspick beloop ter somme van 45:18: 0
Staet te betalen aen Jan de Bruijn ende Cornelis Peter Melsz over rste vande verpondinge vant jaer 1689 ter somme van In de kantlijn: dese post aende Bruijn voldaen 9: 0: 0
Staet noch te betalen vande delle van Huijbert Jansz Rijcke In de kantlijn: desen insgelt voldaen 9:18: 0
Int schip geladen van Meerten Mutssaerts seven geerden hoij, ider geerde (niets ingevuld)  
Noch int schip geladen vande advocaet Sprangers 34 voerder, ider voerder tot 7 gulden 5 stuijvers ende voort slecht hoij gereeckent 6 gulden, desen post bij de weduwe ? voldaen  
Staet te betalen aende vrouw int Jagertjen volgens Jacob de Bruijns eijgen hant over geleent gelt ter somme van 66: 0: 0
  Naerder staet die ter secretarije is overgebracht  
Staet te betalen aen Nijs Jansz van Hasselt over vuijt reijckeningh van sijn vrouw moeders goet ter somme van vijfftich gulden met den intrest vandien  
Staet noch te betalen aen Nijs Jansz over leverantie van 13 voertels roggen ende een voertel boeckwijt is vercocht  
Staet noch te betalen aen Nijs Jansz de huer van sijn vier geerde ende sijn part inde thient ende dat voorden tijt van twee jaren comt ter somme van (niets ingevuld)  
Hier op ontfangen vande bo… 63 gulden  
Staet noch te betalen aen Leendert Verharen de vuijtreijckeningh van sijn vrou moeders goet ter somme van vijfftich gulden met den intrest vandien  
Staet te betalen aen Cornelis de Bont volgens sijn boeck als borgemeester vant jaer 1692 van Groot Waspick vande oirdinarisse verpondinge, samen ter somme van 22:10: 0
Staet noch te betalen voornoemde de Bont over reste vande verpondinge van Cleijn Waspick vanden 9e meert 1692 ter somme van 0:10:12
Staet noch te betalen aenden voornoemde de Bont de extraordinarisse verpondinge vanden eersten februarij 1692 in Cleijn Waspick vande Bruijns goederen ter somme van 6:11:12
Staet noch te betalen het consent vanden eersten julij 1692 aende voornoemden de Bont ter somme van 26:11:12
Staet noch te betalen aenden voornoemden de Bont de oirdinarisse verpondinge over Cleijn Waspick 1692 ter somme van 31: 7: 0
Dese bovenstaende posten van Cornelis de Bont sijn altemael voldaen door de weduwe Jacob de Bruijn  
Staet te betalen aen Gerrit Boeser de verpondinge vant jaer 1692 ter somme van 24:11:10
Noch de extraoirdinarisse verpondinge vant jaer 1692 ter somme van 11:12:14
Staet te betalen aen Peter Jansz Vassen wegens sijn hare volgens afreeckeningh 117:13: 0
Staet te betalen aen Catelijn Gerritsz volgens afreeckeningh 160:09: 0
Maer daer moet afgetroecken worden een halff jaer huer ende heeft sjaers gewonnen 45 gulden  
Staet te betalen aenden Cornelis van Raemsdoncq van overboecken van sijn goet vijff posten zegelde dus 2: 0: 0
Den 13e november Adriaen Paens gedaen … Adriaen van Irssel, comt hem daer voor 3 gulden 13 stuijvers 3:13: 0

Fol. 31r

Staet ende inventaris van alle erffgoederen als haeff ende imboel soo als die beseten is geweest bij Thomas Rijcke ende Marike Thonis zaliger sijn vrou alhier op den 6e november 1692. Soo als volgt:

Eerstelijck een geert lants, gelegen boven Kerck in een stuk van acht geerden, bedeelt op de oosten kant met Handrik Fransen cum suis 400: 0: 0
Item alnoch 1½ landeke tot Sgravenmoer. Streckende van Sgravelduijn aff tot de Sgravenmoersse vart toe 100: 0: 0
Item een koij ende een kalff 33: 0: 0
Noch 2 vaerbeesten, 1 halff peert, samen 75: 0: 0
Noch een witte gestreeptten mantelken 15: 0: 0
4 rocken, soo blaeu root als anders, getauxeert op 15: 0: 0
1 boeck met silvere sloot, 1 groen toes ? met 2 silvere kettiens, 1 gouwen hoch met eenen silbere haeck, 8 paer slaeplakens, 5 servetten, 6 tafellakens, noch 1 tafelken, 13 fluwijnen, 10 vrouhemden. Getauxeert op 36: 0: 0
1 deel kijndergoet, 2 witte voorschoij, noch 1 witte voorschoot, 11 neersteltjens, 1 swarte seijen neusdoeck, 2 swarte seijen kovels, 1 seijen voorschoot, 6 paer voormouwe, 14 slaepkovels, 8halfdoecken, 3 witte hantschoen, getauxeert op 8: 0: 0
1 bed met sijn toebehoorten, noch 1 bed, noch ontrent 22 ellen witt lijnden laken, noch ruijm 1 ell witt lijnden laken, noch 3½ ell witt lijnden laken, 2 hemden, 1 paer bratten voor mouwen, getauxeert op 15: 0: 0

            Houtwerk

1 korv, 2 romtonnen, 1 turfftonneken, 1 cleijn meeltonneken, 2 banken, 1 wagen, 1 greel met het tuijch, 1 lucht met het bussen, 1 karburrie met de spil ende schoenen, 4 stoelen met 1 kijnder stoeltjen, 1 hangende teroicken, 1 kas, 1 tafeltje, 2 kannenborden, 1 recken, 1 lepelbort, 2 kelteltjens, 1 kouperen kan, 1 eijsere pott, 1 koeckpan met 1 eijser, 1 spinewiel, 1 hael, 1 vuureijser, 1 tangh, 1 schuijmspaen, 1 kouperen stamper, 1 boterteijl, 1 emer, getauxeert samen op 27:16: 0
6 tinne schotelen, 3 tinne tafelborden, 9 tinne lepels, 1 soudtvatt, 1 tinne scheel, 1 seijsie, 1 sicht, 1 pluckhaeck, 1 riek, 1 vurck, 2 rijven, ontrent 4 voijre sgraboum versse hoij, ontrent 3 vimmen rogh, ontrent 6 vaet boeckwijtt, noch een deel stroij, getauxeert op 35: 0: 0
Ontrent 3 vaet haver  

Staet noch te betaelen aen Arien van Pas ende Roijen (Baijen ?) Frans 30: 0: 0
Staet nog te ontfangen van verscheijde luij 22: 0: 0
Noch is goet 94: 0: 0
Noch aen dootschult betaelt 30:17: 0
Noch aen rou gecocht 7: 2: 0

1 wastob, 1 herringh ton, 1 seeff, 1 spaeij, 1 eijsere kettingh, 2 boter potten, 1 kanneken, 1 stopken, 2 witte tafelborden.

Aldus desen staet rechtelijck overgebrocht ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans ende Jacob Dommelaer, heemraden. Desen datum ut supra.

Fol. 32v

Huijden den 19e januarij 1693 compareerde voor Gerrit Zeijlmans, schout, Cornelis Peeter Melssen, Frans Boeser, Dirck Zeijlmans ende Jacob Bommelaer, heemraden, den eersamen Thomas Rijcken als in huwelijck gehadt hebbende Maria Theunis Zeijlmans waer bij den selven Rijcken verweckt heeft twee kinderen genaemt: Maeijken ende Aert Thomasen Rijcken. De welcke hij op heden van Theunis Theunisen Zeijlmans als voocht vande voors kinderen heeft aengenomen voor haer moederlijcke goederen. Ende dat ten overstaen als voren ende in manieren hier naer volgende te weten:

Eerstelijck belooff den voors Rijcken als vader vande voors twee kinderen de selve op te voeden, in kost en dranck, soo siek als gesont als mede wollen ende linden en alles wat sij kinderen hebben te beschaffen, als mede de selve ter schoolen te laten gaen soo des behoort om te leeren lesen ende schrijven ende selve kinderen bequaem gecomen sijnde om een hantwerck ofte ambacht te leeren. Sal den vader het selve moeten laten doen daer sij haren kost mede konnen winnen ende belooff den voors vader dat wijders, als sij tot haren mondigen dage ofte huwelijcken staet gecomen souden mogen wesen, aen ider kint vuijt te reijcken de somme van vijftich gulden, bestervende van het een op het ander en bijde stervende opde naeste vrinden ab intestato mettet palm boeck en silverwerck staende op den staet geteeckent. Ende sal den vader het selve bewaren maer oft het gestolen worden is conditie dat den vader niet sal hebben op te brengen maer hem metten … …. Dit alles voor der kinderen moederlijcke goederen vuijtgenomen dat den vader als sij tot haren mondige dage ofte huwelijcke staet gecomen sullen wesen aen haer een vuijtselsel sal geven naer sijne staet. Voor en tegen dit alles sal den vader hebben ende behouden in vollen eijgendom alle de goederen bij hem ende sijn huijsvrou achtergelaten soo haeff als erff, huijsraet, gout, silver, gemunt als ongemunt vuijtgenomen voren staet gespecificeert. Als mede alle vuijtgaende schulden ende incomende penningen die alle sullen sijn ter proffijte ende schade vanden vader voors. En off de kinderen eenige goederen quame aen te besterven is bedongen dat de vader de bladingh sal behouden tot haren mondigen dagen van alle tgeene voors is. Verbinden partijen hare persoonen ende goederen stellende de selve ten bedwanck van alle Heeren Hoven, banken, rechten ende rechtere, … Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen voors, datum ut supra.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspik Bastiaen Fransen Boeser voor sijn selven, Tomas Jans Zeijlmans voor sijn selven, ende als innestaende ende de rato caverende voor Maeijken Meeuwis ende Teunis Jans Zeijlmans, Pieter Crap in huwelijk hebbende Maria Teunis Zeijlmans voor sijn selven ende als innestaende ende de rato caverende voor sijn swager Geerit Teunis Zeijlmans, Jan Jacobs Vader weduwenaer van Cornelia Theunis Zeijlmans als innestaende ende sig sterkmakende voor sijne kinderen met namen Teunis en Jan Jans Vaders ende laetstelijk Jan Verwiel als in huwelijk hebbende Janneke Cornelis Zeijlmans voor sijn selven ende als innestaende ende de rato caverende voor Hendrik Klinkpenning als in huwelijk hebbende Anna Zeijlmans, Gijsbert Cuijpers in huwelijk hebbende Geertruij Zeijlmans, Teunis Clasen Hoevenaer in huwelijk hebbende Adriaentje Zeijlmans, Dingena Zeijlmans ende laetstelijk voor Arien Cornelis Zeijlmans. Alle vrienden ende erfgenamen ab intestato van zaliger Maria Teunis Zeijlmans ofte desselfs kinderen bij haer in huwelijk verweckt bij Tomas Rijken hier nevens genoemt met name Maeijken ende Aert Tomasse Rijke. Ende bekende gesamentlijk ende ider in het bijsonder in hare qualiteijt te vollen voldaen ende betaelt te sijn van Tomas Rijke voornoemt van soodanige uijtreijkinge als den voornoemden Tomas Rijken ingevolge de nevenstaende acte van aenneming of uijtkoop gehouden was te doen aen sijne kinderen ofte de naeste vrinden ende erfgenamen vandien. Ende verclaren wij dienvolgens op den voornoemden Rijken uijt hoofde vande voornoemde sijne kinderen zaliger of wat hoofde dan ook soude mogen sijn niet meer te pretenderen te hebben onder wat pretext het ook soude mogen sijn. In teijken der waerheijt is dese bij ons alle ten registere onderteijkent in Waspik desen veertienden september xvijc en negentien. Bastiaen Fransen Boeser. Dit ist merk van Tomas Jans Zeijlmans selfs gestelt. Pieter Krab, Jan Vaders. Dit ist merk van Jan Verwiel selfs gestelt. In kennisse van mij, J. Zeijlmans, secretaris, 1719.

Fol. 33v

Staet ende inventaris gemaeckt opden 29e januarij 1693 van alle de erffgoederen ende meubele goederen die de erfgenamen van Aert Adriaens Bommelaer ende Dingentje Jansz Teeuwen metter doodt hebben ontruijmt. Ende is als volgt:

Eerstelijck een huijs, hooff ende het ackerlant, gelegen boven op Vroukens vaert, groot ontrent negen hont, gelegen tusschen erffnisse van Anneken Jan Anthonisz gelegen noorden ende de weduwe Thomas Bommelaer suijden. Streckende vuijt den oosten westwaers vande Geer af tot den wal van Gerrit Baes toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                               

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten tweeden ontrent eenen halven mergen moervelden, gelegen onder Groot Waspick gelegen tusschen erffnisse vande erffgenamen van Coen Jansz gelegen noorden ende Dingeman de Bont zuijden. Streckende vuijt den westen vanden gemeenen weeght aff oostwearts in tot Willem Zeijlmans erve toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                       

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten derden eenen halven dries, gelegen onder Sgravelduijn Cappel, gemeen met de weduwe Thomas Bommelaer, gelegen tusschen erffnisse van Willem Fransz van Ammelroij gelegen noorden ende Peeter Buijs zuijden. Streckende vande Geer af vuijt den westen oostwaers in tot juffrou de Jong … beijsters toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten vierden een del, gelegen onder Groot Waspick tusschen erffnisse de weduwe vander Pinten gelegen suijden, Adriaen Peetersz Paep gelegen noorden. Streckende vuijt den westen oostwaers tot den beijsters van Willem Huijberden toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      (niets ingevuld).

Item alnoch ten vijffden twee halff binnendelle, gelegen onder Groot Waspick, onbedeelt met de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer tusschen erffnisse Jan Freijssen gelegen noorden, de watergangen suijden. Streckende wt den westen oostwaers in tot den bijster van Willem Huijbertsz toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                           (niets ingevuld).

Item alnoch ten sesten een binnendelle, gelegen op den westen kant van Vroukens vaert, tusschen erffnisse de weduwe van Thomas Bommelaer suijden. Streckende vuijt den oosten westwaers in totten erffnisse van Huijbert Aertsz Cuijl ? toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten sevenden een binnendelle, mede gelegen opden weste kant van Vroukensvaert tusschen erffnisse Adriaen Peetersz Paep gelegen noorden, Aert Wessels suijden. Streckende vuijt den oosten westwaert in tot de erffnisse van Lendert Scheurs toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                            (niets ingevuld).

Item alnoch ten achsten een binnen delleken, gelegen opden westen kant van Vroukensvaert, onbedeelt met de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer tusschen erffnisse de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer gelegen noorden, suijden Gerrit Baese cum suis. Streckende wt den oosten westwaers in totter erffnisse van Jan Willemsz Kloot cum suis toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   (niets ingevuld).

Item alnoch ten negenden eenen bijster, gemeen ende onbedeelt met de weduwe Thomas Bommelaer tusschen erffnisse Willem Jacobsz ? gelegen ten westen, Huijbert Aertss Cuijl ten oosten. Streckende vanden dijck vuijt den noorden suijtwaers int tot de delle van Baese toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                          (niets ingevuld).

Item alnoch ten thienden een vierde paertgen van een moer blocxken, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert, tusschen erffnisse de kinderen van Pasman gelegen ten suijden, Bastiaen van Esch ten noorden. Streckende vuijt den westen oostwart in totte erffnisse van Wouter Adriaen Corsten toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten elffden twee vijffde parten van een stede mede gelegen onder Waspick tusschen erffnisse de kinderen van Peeter Jochumsz gelegen suijden, Commerken Jochum Aerden ten noorden. Streckende vander halver Her straet aff vuijt den oosten, westwaert in totte erffnisse van Meerten van Gijsel toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                               

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten twaelffe een halff buijtendijcxse delle, onbedeelt met Anneken Jan Matheusz, gelegen onder Cappel tusschen erffnisse Anneke Vissere gelegen ten oosten ende de stege gelegen ten westen. Streckende vande Her straet vuijt den suijden en noortwarts in tot de Oude Straet toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                          (niets ingevuld).

Item alnoch ten derthienden een halff buijtendijcxse delle, gelegen onder Groot Waspick tusschen erffnisse Meerten Dolk gelegen ten oosten, de kinderen van Mels Dircxsz gelegen ten westen. Streckende vander Her straet aff vuijt den suijden noortwarts in totte Oude straet toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                               (niets ingevuld).

Item alnoch ten veertienden een half buijtendijcxse delle, gelegen onder Groot Waspick, onbedeelt met de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer tusschen erffnisse Jan Corstiaensen gelegen ten oosten, Jacob de Bruijn ten westen. Streckende vanden dijck vuijt den suijden noortwarts in tot de Oude straet toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten vijftienden een halff binnendijcxse delle, gelegen onder Groot Waspick, onbedeelt met Huijbert Aertsz Cuijl tusschen erffnisse Adriaen Horenmannen ? ten oosten, Mathijs Kampen gelegen ten westen. Streckende vanden dijck vuijt den suijden, noordewarts in totte Kaa toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                          (niets ingevuld).

Item alnoch ten sestienden drie geerden lants, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, onbedeelt met de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer tusschen erffnisse Peeter van Son ten westen Huijbert Driesen cum suis. Streckende vande Kaa vuijt den suijden, noortwart in tot de Scheij sloot toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                              (niets ingevuld).

Item alnoch ten seventiende drie geerden lants, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, onbedeelt met Jan Thomas Rijcken tusschen erffnisse Mels Thomas Zeijlmans ten westen, Jacob Kievits cum suis ten oosten. Streckende van Scheepsdiep vuijt den suijden, noortwarts in tot de Scheijsloot toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                  (niets ingevuld).

Item alnoch ten achtienden ses geerden lants, gelegen in Cleijn Waspick, boven Kerck, in en stuk van twalff geerden, onbedeelt met de erffgenamen van Jacob de Bruijn tusschen erffnisse …ltjen Sprangers gelegen ten westen, Frans Boeser gelegen ten oosten. Streckende vandse Oude straet vuijt den suijden noortwarts in tot het Scheepsdiep toe. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld).

Item alnoch ten negentienden noch eenige moerveldekens, gelegen aende suijtsijde vande Santschel achter Sgravenmoer, onder Waspick, onbedeelt mette weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van       (niets ingevuld).

Item noch ten twintighsten een veldike ofte een boske, gelegen onder Waspick achter Huijbert Vassen, onbedeelt met de weduwe van Thomas Adriaensz Bommelaer. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                          (niets ingevuld).

Item alnoch ten een en twintighsten acht hont lants gelegen aende Dussen onder Munsterkerck, van outs genaemt Den Bosch Geus ?, tusschen erffnisse Lendert Verharen gelegen ten westen, de heer van Dussen ten oosten. Streckende vuijt den noorden van teen endt tot het ander toe lanck.

            Imboel van bedde ende bult

Drie bedden met de hooffpeulingh ende vier deckens, 3 hooffkussens.

            Lijnwaedt

5 neerseltjens, 12 slaepkovels, 6 hantegen, 6 hooffdoecken, 3 mutssen, 11 dassen, 12 paer slaeplakens, 28 kussensloven, 8 tafellakens, 8 hantdoecken, 15 manshemden, 10 vrouwenhemden, 2 stucxkens, triel lanck 9 ½ ell, 1 stucxken linden laken lanck 14 ½ el, 10 pont garen, noch 1 stuckxken linden laken lanck 16 ½ el, acht halsneusdoecken, 1 nachtmanteltjen.

            Wollen kleederen

Eerstelijk 1 swarten rock, 1 paerssen rock, twe swarte manteltjens, 1 sloffe ende turcxse, 1 blaencken laecken rock, 1 roijen luerbaeijen rock, 1 bruijnen laeckenen rock, 1 paer kousen, 1 paer muijlen, 1 swarte sent, 1 swarte broeck, 1 swart wambas.

            Tinnewerck

6 tinne schotelen, 1 tinne mosterschoteltje, 1 tafelbort, 2 tinne beckers, 1 tinne soutvadt, 1 pispot, 1 tinne pint, 14 tinne lepels.

            Koperwerck

3 koperen aeckers, 1 koperen trechter, 2 schuijmspaen, 1 blaecker, 4 kopere ketels, noch 1 kaeijen, 1 koperen kandelaer.

            Eijserwerck

1 eijsere pot, 1 vuurschup, 1 vleesriek, 1 kapmes, 1 lenghael, 1 strijckeijser, 1 rostel, 1 deel out eijserwerck, 2 seijsis, 1 spaeij, 2 rieken, 1 ruijfel, 4 vurcken.

            Gelaeijwerck

4 tafelborden, 6 schotelen, 1 blecke lamp 1 kulse kom, 2 keulse kannekens.

            Aerdewerck

8 aerde potten, 4 aerde kannen.

            Houtwerck

1 kas, 1 spiegel, 1 tafeltjen, 8 stocken, 2 melcktonnen, 2 wielen, 1 schabel, 1 scherbort, 1 lepelbort, 1 ress, 1 soutdos, 3 haspels, 1 wagen met de swingh ende haenklippels, 1 paer hoijleeren, 1 paer aertleeren, 1 krengen, 1 snijback met 2 snijen, 1 koeijback, 2 tobben, 1 was tob, 1 echt, 1 ploegh, 2 greel met de tomb, 1 paeijmandeken, 3 palnken hockens, 1 reijsen hocken, 2 horden, 1 boterteijl, 3 emmers, 1 slaepbank, 1 trogh.

            Haafflijcke goederen

3 koijen, 2 kalleveren, 1 peert

3 vierde parten speck, 3 stucken gerockt vlees, 1 deel worts.

            …

aen gelt int sterfhuijs bevonden 450 gulden  
staet te ontfangen op Jan Adriaensz Schep per obligatie van dato den 17e meert 1672 ter somme van 50 gulden. Staet tegens vijf gulden ten hondert dus 50: 0: 0
Verschenen intrest 46:10: 0
Staet te ontfangen op Jochem de Bruijn per obligatie van dato den 3e december 1673 ter somme van 100: 0: 0
Staet te betalen van intrest 34:10: 0
Van Gijsbert Anthonisz Paens ter somme van 80 gulden dus 80: 0: 0
Verlopen intrest 24: 0: 0
Staet te ontfangen per obligatie op Leske Jan Matheusz van dato den 20 december 1673 ter somme van 25 gulden, loopt intrest tegens 6 ten hondert 25: 0: 0
Staet te ontfangen van Peter de Haen per obligatie van dato den 22e januarij 1664 ter somme van 16 gulden comt dus 16: 0: 0
Intrest te ontfangen 12: 0: 0
Staet te ontfangen vant dorp van Waspick per obligatie van dato den 24e meij 1673 ter somme van 200: 0: 0
Staet te ontfangen van Thonis Jansz Teeuwen per obligatie van dato 1 junij 1675, 50 gulden, loopt intrest tegens 6 ten hondert 50: 0: 0
Staet intrest te ontfangen ter somme van 39: 4: 0
Staet te ontfangen per obligatie op Peeter de Haen ter sommen van 50 gulden van dato den 11e junij 1659, loopt intrest tegens den penning 16 ? 50: 0: 0
Staet te ontfangen van intrest ter somme van 20: 0: 0
Staet te ontfangfen van Gijsbert de Ruijter per obligatie van dato den 23e april 1681 ter somme van 200: 0: 0
Staet te ontfangen van intrest  
Staet noch vanden selven te ontfangen volgens sijn eijgen hant ter somme van 272: 0: 0
Staet noch te ontfangen per obligatie op Peeter Claessen ter somme van 120 gulden van dato den 26e april 1677, loopt intrest tegens ses ten hondert 120: 0: 0
Comt den intrest tegens ontrent 34 guldens 34: 0: 0
Staet te ontfangen ofte brenght in Adriaen Hendricxsz Meulder het geen hij tot huwelijcks … is tegens ter somme van 356: 6: 0
Staet te ontfangen ofte heeft Adriaen Bommelaer voor sijn huwelijck … … de verjaringe … voor 100 gulden dus 100: 0: 0
Noch den Dries hondert 35 guldens dus 135: 0: 0
Ende den wagen, ploegh ende echt met den greel hem belooft voor sijn trouwen dienst aen sijn eorders gedaen  
Noch ontfangen van een har ? tot loon ter somme van 11: 0: 0
Noch ontfangen van Jacobus Bommelaer van hoij 12: 0: 0

Fol. 39v

Huijden den 20e februarij compareerde voor Gerrit Zeijlmans, schout, Cornelis Peeter Melssen ende Jacob Bommelaer, heemraden, den eersamen Adriaen Bommelaer ende Adriaentje Willemsz soo ende dienstmaeght vande naer naergelaten weduwe van Aert Aertsz Bommelaer. De welcke verclarde met solemneelen eede haer bijden … … als dat den bovengeschrevn staet bij haer op opgegeven is oprecht opgegeven sonder ietwas hars wetens vorswegen ofte achter gehouden te hebben het sij van erffgoet ofte imboel, gelt, gout, silver, gemunt ofte ongemunt, tgeene belove ? te come ten proffijten vande gelijcke erffgenamen van Aert Aertsz ende Dingentje Jansz. Verclarde mede Gijsbert den Ruijter ende Jenneke sijn huijsvrou met Arien Hendricxsz Meulder als dat bij haer geene penningen ofte ietwas anders den gemeenen boel rakende is vorswegen ofte agtergelaten. Soo waerlijck moesten haer alle Godt Allemachtich helpen. Datum ut supra. Present ut supra.

Fol. 40r

Staet ende opteeckeningh gedaen van erff ende meubele goedere die metter doot ontruijmt sijn bij Jan Bastiaense de Greeft op den 1e januarij 1693 gedaen ter overstaen van Dirck Janssen, heemraet

Eerstelijck een huijs, hoff ende de schuer, gelegen in Sgravelduijn Groot Wasb tussen erffenis van Huijbert Pouwels Seijlmans gelegen oost ende west den gemeenen wegh. Streckende vanden halven weegh uijt den noorden, suijtwaerts in tot den acker vande voornoemde Seijlmans ende de voornoemde weduwe haer erve toe. Getacxeert op contant gelt wert te wesen                                    seshondert ende tien gulden         610: –

Item ten 2e eenen acker saeijlant gelegen in 11½ Hoeven Groot Wasb, groot ontrent 5 hont, gelegen tussen erffenisse de cindere van Cornelis Peeters oost ende Wouter Dilise west. Streckende uijt den noorden vanden halven Her straet, suijdewaerts in tot den hlaven sloot toe. Getacxeert op contant gelt wert te wesen ter somme van seven hondert en vijftich gulden                                                                                        750: –

Item den 3e eenen bester, gelegen in Sgravelduijn Groot Wasb tussen erffnis van Wouter Dilise west ende de erffgename Cornelis Peeters oost. Streckende uijt den noorden vande halve sloottenden acker, suijdewaerts in tot den Vijffhoeck toe. Getacxeert op contant gelt wert te wesen hondert gulden.              100: –

Item alnoch een blocxken moer in Sgravelduijn Cappel wert te wesen                                     50: –

            Havelijcke goedere

Een coeij, 1 bed, 1 deken, 2 kussens.

            Coperwerck

1 jopere cetel, 1 copere pot, 1 schuijmspaen.

            Tinnewerck

1 tinne schotel, 7 tinne lepels, een wiegh, 1 trogh, 1 tartob, 1 creuge, 1 wateremmer, 1 etenstroor, 1 glase cas, 2 cisten, nogh een ander troorken, 1 mulckton, een cleermant, 1 korffken, 1 maeijmandeke, 1 lepelbort, 1 tangh, hael, hangheijser, 1 branteijser.

Staet noch te ontfangen tot Loon op lant op de Verentse Hoeff vier gulden. Staet noch te ontfangen van Celis Coninghs drie gulden. Staet noch te ontfangen van Jan Jacobs tien gulden.

            Uijtgaende schulde

Staet te betalen aen den meulder van Raemsdonck over gelevert coren ter somme van 2 gulden.

Staet te betalen aen Gerrit Boeser borgemeester van Raemsdonck acht gulden.

Staet te betalen aen Peeter den Brouwer over reperatie vande schuer vier ende dartigh gulden

                                                                                                                                                     34: –

Fol. 41r

Op heden den 19e februarij 1693 soo wil den vooght ende den toesiender vant onmondigh weescint van Adriaen Hendrickse Moulder in echten verweckt aen Maijken Adriaense Bommelaer ten overstaen van schout ende gerechten alhier houden erffhuijs ende int openbaer voor alle man ten meesten oorbaer ende profijt vant voornoemde weescint vercoopen alder handen schoonen imboel van stoelen, banke, koper, tin ende voorte alles wat te berde sal come ende dat achtervolgens de conditie ende voorwaerde hier naer volgende.

Item wie eenigh gelt biet die sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebot alles op de boete van hondert goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer penen recht.

Item wil den heer officier wel een ander begrijpen maer wil selfft niet begrepen wese ende hout het eerste, tweede en 3e woort aen sijn selve.

Item sullen de mijnders ende coopers van eenige der selver goedere gehouden sijnde de selve gereet contant bij het meijnen te betalen aleer sij de selve vande werff sullen brengen ofte vervuren en sullen aenden officier betalen 1 stuijver vande gulden op gelijcke boete als voore.

Eerstelijck een wiel, gemeijnt bij Adriaen Willemse 0:17: 0
Noch een wiel, gemeijnt bij Adriaen Conincks 1:16: 0
Eenen aker met den blaker, bij den selve 2: 0: 0
Een ton met saet, bij Arien den Meulder 0: 7: 0
Een wastob, bij Adriaen Wilms 0:14: 0
1 copere cetel, bij Adriaen Bommelaer 1: 0: 0
1 ketel, den secetaris 0: 6: 0
1 cetel, bij Jan Stevens 5:10: 0
3 ceulse schotelen, bij Adriaen Bommelaer 0: 3: 0
1 tinnen beker, bij Tijs den Timmer 0: 6: 0
1 tinnen soutvat, bij den Meulden vanden Vrijhoeven 0: 6:12
7 lepels, bij Adriaen Bommelaer 0:15: 4
1 tinne schotel, bij Adriaentie Wilms 0:14: 0
1 rustel, den schout 0: 3: 0
1 vierde paert speck met den pont, ider pont 0: 3: 4
Noch eenigh speck ende vlees met den pont, bij de Leeu 0: 3: 4
Noch gerockt vlees, den secretaris, ider pont 0: 2: 6
1 bockmant, bij Adi Bommelaer 0: 3: 4
1 peesen rock, de Ruijter 4:10: 8
1 rock, Lijsabet Sebreghts 0:14: 5
1 manteltie, Dirck den Cuijper 1:14: 0
1 broeck, Jan Corsten 1: 3: 0
1 paer tvanten, bij Jan Corsten 0: 4: 0
1 paer muijlen, Peeter Boeser 0:12: 0
1 paer cousens, bij Jan de Leeu 0:11: 0
1 swarte schort, Tijs Vermijs 0:11: 0
Wat ga garen met den pont, ider pont, 11 pont bij Adriaentie Wilms 0:11: 0
1 paer slaeplakens, bij den schout 2:11: 0
1 covelmuts, bij Adriaen de Ruijter 0: 7: 0
2 lakens, Jacob Dolck 1:11: 0
1 taeffellaken, Jan de Leeu 0: 4: 0
1 taeffellaken, Tijs Vermijs 0:12: 0
1 paer fluwijnen, Jan Calff 0:11: 0
1 paer fluwijnen, Adriaen de Ruijter 0:19: 0
1 paer fluwijnen, Jan Peeters van Raemsdonck 0:17: 0
Wat nieuw laken met de el ielff stuijvers, langh 8½ el, Jan Calff 0:11: 0
1 hem, Gijsbert de Ruijter 0:11: 0
1 laken, 1 fluwijn, Jan Peeters van Raemsdonck 0:10: 0
1 hembt, Gijsbert de Ruijter 1: 1: 0
1 hemt, Jan Corsten 0: 6: 0
1 hemt, Jan Corsten 0: 4: 0
1 tafellaken, den Meulder Vrijhoeven 0:14: 0
1 tafellaken, den selve 0:17: 0
1 tafellaken, Tijs Vermijs 0:17: 0
Alnoch 2, den selve 0:19: 0
1 sante neusdoeck, den schout 0:13: 0
2 fluwijnen, Arien Comm–ken 0: 7: 8
Nachtmantel, neus di a di, de Ruijter 1: 0: 0
1 hant 1 hant, de van Pas 0: 2: 0
1 hemt, bij Cetelaer 0:13: 0
Verscheijden mutse, Tijs Vermijs 0: 5: 0
Wat linde doecken, Toen van Dommele 0: 2: 0
1 hemt, bij Lowies de Sanons 0:12: 0
1 den selve 0: 5: 0
1 hemt, Adriaen Wilms 0:12: 0
Plancken stoel, Jan Calff 0:10: 0
1 biesenstoel, den selven 0: 4: 0
1 biese stoel, selven 0: 3: 0
1 crengen, Adriaen Bommelaer 1: 9: 0
1 bed met de cussens, Adriaen Bommelaer 26:16: 0
De coeij, Gieltie 31: 0: 0
Den righ met het vat, Cornelis Camp, ider vat 1 gulden 4 stuijvers, 26 vaet 1: 4: 0
3 veurcen, Cornelis Peeter Melssen 0: 7: 0
Den boeckweijt met den vat, iden 1: 4: 0
Den Meulden Vrijhoeven 6½ vat  
De haver, Adriaen Berthouts, ider vat, vijff vaet 0:15: 8
De cers boonen ider vat 1: 4: 8
Peeter Domen twee vaet min een …  
Het vat raepsaet, Adriaen Bommelaer 1:11: 0
De turcese boonen, de can, den Meulder 0: 5: 0
Het out merike, …Jan de Bruijn  
Het stroij met het 100 ider hondert  
De ruijter, het hooij met den toemaet int middelste gebent, den secretaris 5: 0: 0
Het ander hooij met den 1000, ider ses gulden 2½ de Ruijter is 15: 0: 0
Bij Adriaen Bommelaer hooij gehadt voor het weescint 2: 0: 0
De Ruijter 100 strooij gehadt 2: 2: 0
Het hooij gelijck gelevert ter somme 145:12: 0
En int gelijck betaelt aende verteringh, salaerise als verpondinge ter somme hondert een en tsestigh gulden acht stuijvers tien penningen, soo dat in gelt voor het weescint blijft 22: 3: 6
onder den schout is voort wicint ? in gelt ter somme van vijff hondert acht gulden negentien stuijvers ses penningen 508:19: 6

Fol. 42v

Compareerde voor ons hier ondergeschreven schout ende schepene der ambachtheerlijckheijt Groot Wasb op dato hier onder uijt gedrukt d’eerbare Marij Geerits nu weduwe wijlen Jacob de Bruijn ende genomineerde vooghdesse over haer vier onmondige bij den voornoemde de Bruijn uijt sijne derden houwelijcke aen den selve Maria verweckt vier cindere ter eenre. Joachim de Bruijn, Dingena de Bruijn, huijsvrou van Frans Brouwers mits haren man innecontie, Nijs Jansz van Hassel in sijn huwelijck gehadt hebbende Pieternel de Bruijn zaliger, vooght over de selve cindere bij hem verweckt, Sinjoor Leendert Verharen als man ende vooght van Maria de Bruijn, Anthonij van Son getrout sijnde met Baldina Verster dochter van Anneke de Bruijn ende sinjoor Johannes Schoonhoven, stathouwer van Sgravenmoer als oom ende voogt over de drie minderjarighe cindere vande … weu Anneke de Bruijn uijt Jan de Coninck verweckt. Alle kinderen in deze ende cintscindere vande voornoemde Jacob de Bruijn ende Adriaentie Jacobs (moet zijn Jochums, zie een tiental regels lager) zaliger ter tweeden sijde.

Adriaen ende Willem de Bruijn voor haer selven enden eersten voorden tweeden de rato caveernde voor soo veel de minderjarighdijt soude connen obsteren, meede kinderen vanden voornoemde Jacob de Bruijn in sijn tweeden houwelijck verweckt aen Adriaentien Peeters Brouwer ter derden sijden. Weesende de voornoemde tweede en derden comparanten alle mede erffgenamen ende condividenten vanden voornoemden de Bruijn, haren vader ende ijder een selven voonoemden moeder zaliger te kennen gegeven hoe dat tusschen den eersten, tweeden ende derden comparanten ijder uijt haren hooffde ende in vooringhe qualiteijten off andersints apparentie was differenten, geschillen ende oneenicheden te ontstaen over de erffenisse, scheijdinge ende deijlinge den goederen, effecten bijden voornoemde Jakop de Bruijn met sijnen voornoemden respective twee overlede huijsvrouwen ende d’eersten comparanten soo in als buijten gemeenschap beset ende naergelaten sijnde daer uijt niet anders dan groote rusie, verweijderinge ende onvermeijdelijck langh diserige ende processe souden ontstaen tot soo veere dat die m van jaeren niet en souden komen te enden geëijndigt omme allen selven voor te komen ende sulcken schaden te verhoeden soo ist dat de voornoemde comparanten waeren ende versprocken gelijck sij doen bij desen alle

(Vanaf deze regel ontbreken er steeds een of meerdere woorden in een zin. Blijkbaar was het origineel niet goed te lezen. )

de verschillen ende dispueten die over d’erffprotie (er ontbreken een of meerdere woorden) ende de welcke bij ider vande comparante totte naerlatenschap vanden voornoemde Jakop de Bruijn, Adriaentie Jocheums ende Adriaentjen Brouwers ofte andersins hebben verleden ende gesubmiteert gelijck sij verclaerden absolutelijc te verblijven ende submiteerende (er ontbreken een of meerdere woorden) bij deesen (er ontbreken een of meerdere woorden) uijtspracke (er ontbreken een of meerdere woorden) van Andel, schout van Besoijen, Anthonis Timmers, secretaris tot Sprangh, Adriaen de Bruijn, president schepen tot Cleijn Waspick, Maria Gerritz … tot Geertruijdenbergh ende Johannes Brouwers, president schepen tot Raemsdonck die den comparanten weeder sijtsche presentie over ende weert hooren sullen wel ende rijpelijck (er ontbreken een of meerdere woorden) ende naer sulckz indien eenighe (er ontbreken een of meerdere woorden) over sommige (er ontbreken een of meerdere woorden) tussen de (er ontbreken een of meerdere woorden) persoonen moeste (er ontbreken een of meerdere woorden) arbiter tot haer te mogen kiesen ende als dan doen over soodanighe decisie ende uijtspracke te doen als de voornoemde arbiters ede rijper orbite in goede gemoet ende konsientie, oordelen ende bevinden sullen te behooren belovende hier over te (er ontbreken een of meerdere woorden) ende uijtspracke gesamentlijck ende ider in sijn particuleeren (er ontbreken een of meerdere woorden) in alle (er ontbreken een of meerdere woorden) ende leen te sullen naerkomen ende achtervolgen daertegens ofte eenich (er ontbreken een of meerdere woorden) vandien te doen ofte doen in rechten ofte doen buijten (er ontbreken een of meerdere woorden) reuniuceerende van alle (er ontbreken een of meerdere woorden) die tot verb (er ontbreken een of meerdere woorden) over te doend uijtspacke soude konnen ofte mogen werden geëcogiteert en spesialijck vanden regel dicterende dat generalijck renunciatie niet en validere tensij dat spesialijck voor goet te vrede sijnde hare comparanten over de (er ontbreken een of meerdere woorden) uijtspracke goetwillighlijck voorden hooghen raede ofte hoven van Hollant laten condemneren tot den sijnde constitueernde toe. N… van (niets ingevuld) ende N…(er ontbreken een of meerdere woorden) bijde (er ontbreken een of meerdere woorden) voorden op gemetten hoogen raden ende hove deene omme de codemnatie versocken ende de andere doer (er ontbreken een of meerdere woorden) te consenteeren (er ontbreken een of meerdere woorden) voor godt ende aengena. te (er ontbreken een of meerdere woorden) souden (er ontbreken een of meerdere woorden) desen aengaende bijde voornoemde geconstitueerende sal werden gedaen ende verricht ondert verbant als naer echt. Presentie ende overstaen Adriaen Cornelis Buijs ende D Jansen Zeijlmans, hemraden ende mijn als secretaris Peeter Zeijlmans die de minute deses beneffens de (er ontbreken een of meerdere woorden) hebben geteeckent. Desen 11e februarij 1693.

Fol. 43v

            Copie

Uit cragte ende vermogens seeckere compromissie op ons ondergestelt arbiters voor schout ende gerechten van Groot Waspick op den xje februarij 1693 gepasseert bij Maria Geerits weduwe wijlen Jacop de Bruijn voor haer selven en als gestelde voogdesse over hare mindere jarige vier kinderen uijt de voornoemde Jakop de Bruijn verweckt ter eenre. Jochem ende Dingena de Bruijn, de kinderen van Pieternel de Bruijn, Leendert Verharen als man ende voocht van Maria de Bruijn, Antonis van Son Geertruijt [moet zijn getrout, BG] sijnde met Baldina Versterre ende Peter Johannes van Schoonhoven, stadthouder tot Sgravenmoer als oom ende voocht over de drie minderjarige andere kinderen vande voornoemde Anna de Bruijn uijt Jan de Conninck verweckt. Alle kinderen in deze ende kintskindere vanden voornoemden Jacob de Bruijn ende Adriaen ende Willem de Bruijn meede kinderen vanden voornoemden Jakop de Bruijn in sijn tweeden houwelijck verweckt aen Adriaentien Peter Brouwer ter derden sijden, wesende de voornoemde tweede ende derden comparanten. Allen medeerffgenamen ende condividenten vanden voornoemden de Bruijn ende ijder voor der selver moeder zaliger. Soo verklaren wij vermogens de magt ons bij de selven compromisse gegeven voor onse uijtspracke ende decisie voor eerst dat Leendert Verharen als getrout hebbende Maria de Bruijn, Fransoos Brouwers als getrout hebbende Dingena de Bruijn ende de vier minderjarige kinderen van Denijs Jansz van Hassel verweckt bij Pitternella de Bruijn over presentie pretensie van noch resterende moederlijcke goederen onder hen allen eens uijt desen gemeenen boedel sullen trecken ende ontfangen de somme van twee hondert ende vijfftigh guldens tot vergelijckinge vant geene Jochem de Bruijn ende Jan Coninck over dier gelijcke pretentsie voor desen gemaeckt van haren vader ende schoonvader soude mogen hebben getrocken sonder dien aengaende eenigh … genomen ofte cerdere prtensie sal mogen werden gemaeckt tot lasten vande andere kinderen ofte weduwe vanden voornoemden Jakop de Bruijn op voorgeven dat bij dito Jochem de Bruijn ende Jan de Koninck int leven van haren vader ende schoonvader wrespective ietwas meer ofte min van smoeders wegen soude mogen wesen ontfangen ofte geproffiteert.

Ten tweeden dat de twe kinderen van Adriaentie Brouwers uijt den voornoemden Jakop de Bruijn geprocueert over de baten ende vruchten die der selver vader van haer grotvaderlijcke aenbestorven goederen soude mogen hebben geproffiteert ende aen meublen genoten eens uijt desen boedel sullen trecken de somme van ses hondert gulden ende daer en boven sullen de selve kinderen voort moeders goet als noch geniten, hebben ende behouden de helft van 6 ende halven geerden lants onder Ramsdonck genaemt de Zeijlvcamp met noch de somme van ses en sestigh gulden vijff stuijvers eens vande gelijcke kinderen van Jakop de Bruijn ende dat in voldoeninge van haere moeders goet. Sullende ider kint sijn gerechte elffde paert sijnde ider 6 gulden promptelijck aende selven twee kinderen van Adriaentie Brouwers moeten voldoen met dien verstaende dat dese voorss alle schulden, bekommernisse ende borrghtochte off andersints van hare grootvader Pieter Brouwers souder eenige mogten comen te openbaren. Ten derden verclaren wij orbiters dat de weduwe Jakop de Bruijn voor legaet behouden ende geniten sal de twee geerden lants bij haer inde houwelijck voorwaerden bedongen met noch 300 vijff en twintigh gulden aen gereede gelden midts dat daer mede sullen sijn ende blijven gemotificeert het gesustineerde dat de gestupuleerde drie duijdsent gulden volgens belofte ten houwelijck volgens het contrackt bij Jakop de Bruijn niet soude wesen in gemeenschap gebracht ende dat oock met eenen vernietight sullen blijven en gemortificeert de ses hondert vijf en tnegentigh gulden xvi stuijvers 8 penningen bijde meergenoemde de Bruijn boven drie duusent gulden in dicstiate posten ende selffs register geanneteert ende gestustineert in gebracht te sijn. Verclaren ende arbiteren mede dat de kinderen vande naergenoemde de Bruijn bij de weduwe indesen verweckt ten aensien alimentasie penningen daer van bijde houwelijcke voorwaerden wert gewach gemaeckt sullen terecken ende genieten uijt den gemeenen boedel de somme van twee hondert en vijfftigh gulden eens. Arbitueren wijders dat de Lourens ende Wouter Hendrick Coninck voor kinderen van Maria Geerits weduwe in desen voors in plaetse van hen vaders goet uijt desen boedel sullen ontfangen ende proffiteeren twee derde parten in 6 hondert en veertigh gulden Cappel geprocedeert bij verhoopige vande halve stede tot Sgravenmoer met drie jaren intrest te geven vier ten hondert jaerlijckx gereeckent tot dato desen ende voortss gelijcken intrest te continueeren totte voldoninge toe

Verte

Inde dootschulden bij secrtaris Adriaen de Bruijn opt schultboeck begroot op vier hondert seven gulden 18 stuijvers 8 penningen sal de weduwe betalen een hondert gulden ende t resteerende ten lasten vande gelijcke kinderen van Jakop de Bruijn. De salarissen van schout ende gerechten opt inventariseren van desen boedels goederen ende andere affaires over t beslechten en redden vanden selven boedel, vocatien der arbiteren ende alle t gene verders tot noch toe ende vervolgens tot de finale voltreckinge ende sluijten der affaires daer toe ende aende pendeerende uijt den gemeenen boedel werden betalt de tweede geerden lants staende houwelijck aengecoght sal d’eene gerde vandien aende weduwe Jakop de Bruijn ende d’andere geert aende kinderen van Jakop de Bruijn blijven gelijck oock alle andere erffgoederen vande sijde vande weduwe staende houwelijck off anders aengecomen bij haer alleen in eijgendom sullen werden behouden houdende de respective kinderen oock aen haer allen de verdere erffgoederen bij houwelijcke voorwaerde buijten gemeeschap gelaten ende van haren vader op hen gesuccedeert, het schip, gout, silver, gemunt ende ongemunt, meubelen, actien in en uijtgaende schulden tsij alreede bekent off onbekent soedanigh die soude mogen weesen, sijn ende blijven gemeen, te weten den helft voor de weduwe ende dander helft voorde respective kindere. De kleederen, linnen ende wolle ende ten lijve vande weduwe behoorende blijfft ten behoeven vande weduwe ende die vanden overledenen ten behoeven van hare kinderen. Schip sal naer dese proclumatie publijcq aenden meest biedende off hoogste mijnende werden verkocht ten overstaen van schout ende gerechten van Waspick ten huijsen vanden schout ende werden Adriaen de Bruijn ende de weduwe Jacop de Bruijn gequalificeert de verkoopinge waer te nemen ende overdracht van dien te doen bijden ende ijder int bijsonder. De mubelen ende haeffelijcke goederen sullen gestelt werden in twee eguale deelen ende bij loten getrocken den helfft voor de weduwe ende dandere kinderen. Ende t gene ondeelbaer is ende vereijst oordeel van ons arbiters vercoght te moeten worden sullen de penningen dar van mede voor deen helfft bij de weduwe ende de wederhelfft bij de kinderen werden geproffeteert. Wert verstaen dat het silver ende gout, ongemunt sijnde gecomen van Adriaentien Jochems ende Adriaentien Brouwers respective ende voor soo veel noch onder desen boedel des wegen is in wesen is kinderen vanden eersten ende tweeden bedde vrijstaen ijder t sijne van iders bedde ofte hooffde gecomen mogen nae haer neemen midts betalende ten behoeven vande weduwe voor deene helfft ende gelijcke kinderen de ander helfft. De getaxeerde penningen volgens de gemeenschap om rederen de gelijcke kinderen van Jakop de Bruijn sullen aende weduwe Jakop de Bruijn restitueren promttelijck een somme van drie hondert seven gulden xvi stuijvers 8 penningen over verschoten doot schulden. Is ten lasten van ider kint 28 gulden.

Aldus gedaen, gearbitreert, uijtgesprooken ende gedecideert bij ons ondergestelde arbiters ende behouden wij ons de optie omme off de eenige duijsterheijt in den offte dander pont sou mogen resideren te allen tijden de inderprtatie daer van te doen aen ons als mede over dispiten of cappilatien ofte pretensien buijten desen bij deen ofte dander erfgenamen te moveren souden mogen ontstaen de selve bij ons te werden gedesuneert ende absoluut affgedaen daer mede ijder sal moeten nemen volcomen contentement sonder daer tegen te doen ofte te doenden in rechten ofte daer buijten. Actum was enden geslooten den 18e februarij 1693 ende uijtgesprocken den 21e meert 1693. Was geteeckent.

Fol. 45r

Scheijdinge ende erfdeelinge tusschen de erffgenamen van Jakop de Bruijn vanden eersten, twede ende derde bedden met namen Jochum Jakops de Bruijn, Sr Lenardus Verharen die in houwelijck is hebbende Maria Jakops de Bruijn, ende Denijs Janssen van Hasselt die in houwelijck gehat heeft Pieternella Jakops de Bruijn voor hare kinderen die sij samen verweckt hebben ende Frans Brouwers die in houwelijck is hebbende Dingena Jakops de Bruijn ende Sintjor Johannes van Schoonhoven als vocht vande minderjarige kinderen van Anna Jakopts de Bruijn ende Antonis van Son die in houwelijck is hebbende Baldina Versterren ende Willem Jakopt ende Adriaen Jakopts de Bruijn kinderen vanden tweede bedden ende Maria Gerritssen weduwe Jakopts Huijberts de Bruijn voor haere mindejarige kinderen die sij in eecten verweckt heeft bij Jakops Huijberts de Bruijn vanden derden bedden ende alle kinderen ende erfgenamen van Jakop de Bruijn ende sijne drie respectieve vrouwe van alle de erffgoederen die hij de Bruijn metter doot heeft ontruijmt. Sijn als hier naervolgendt gedaen ende gepasseert desen 28 mert 1693 ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende de … Janssen Zeijlmans.

Scheijdinge ende eerffdelinge als voocht eerstelijck soo is Engelina Jakops de Bruijn gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het huijs, schuer, del ende den hoff gelijck het selven op Vroukensvaert in sijne lemiet scheijdinge gelgen is. Gelegen tusschen eerffenissen van Adriaen Hendricksen Schuer ende Vroukensvaert oost ende west Jan Corstiaentsen ende Huijbert Kuijl, suijden de weduwe Steven Swarten, noirden de dijck. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                            

                                                                                                                                                    1000

Dit voorss loot moet uijt rijcken aen Adriaentien de Bruijn vijfftigh gulden tien stuijvers ende Jochum de Bruijn 50 gulden tien stuijvers ende aen Huijbert de Bruijn 50 gulden 10 stuijvers, aen Adriaen Jakopts den jongsten 15 gulden 10 stuijvers. Comt samen te monteeren 100 ses en sestigh gulden.

Item hier tegens soo is Adriaentien Jakopsen de Bruijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt op ¼ paert vijff ende een quartier geerde lants, in een stuck van 6½ geert, onbedeelt met Jochum de Bruijn en Adriaen Otgens cum suis, gelegen in Cleijn Waspick ende een ¼ paert in een delle aende wiel in Groot Waspick. Het lant gelegen tussen erffenisse vant pastors lant oost, Adriaen van Pas cum suis gelegen west. Streckende vande Oude straedt uijt den suijden noirtwarts in ten deelen doort EElant tot den Scheij sloot toe. Ende de delle gelegen tusschen erffenisse van Aert ende Thomas Bommelaeren eerffgenamen oost ende west Lambert Dircken. Streckende uijt den suijden vander halver Heer straet noortwarts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    833

Ende moet dit loot ontfangen van Engelina Jakops de Bruijn ter somme van 50 gulden 10 stuijvers tot egalisatie van haren lotten.

Item alnoch soo is Adriaentie ende Huijbert de Bruijn den Jongsten gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het resterende vierde paert inde delande wil tesamen Ende moetten aen Jochum de Bruijn uijt rijcken tot egalisatie van sijn lot hondert 15 gulden                                                                                                      115

In de kantlijn: ick ondergeschreven secretaris van Waspick bekenne dat voor mij is gebleecken in qee van Jochum de Bruijn waer mede hij bekent van dese uijtrijckinge van 115 gulden voldaen te sijn volgens quitantie van dato 31 meert 1693. Als substituut secretaris de Bruijn.

Jochum de Bruijn sal hebben 2 dellen een van Peeter Swarten met noch den noordensche del daer bij sijne haere scheijdinge gelegen tussen erffenisse vanden suijdensche delle Heer straet suijden ende Adriaen (niets ingevuld) oost ende west Peeter van Son ende noorden Adriaen de Bruijn, borger van Sgravenhagen ende Peeter de Bont ende Vroukensvaert lant oost vande noordensche del ende west Peeter van Son voorss. Getacceert werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                      833

Ende moet dit tegen staende loot ontfangen van Engelina Jakops de Bruijn ter somme van 50 gulden 10 stuijvers tot egalisatie van haere lotten.

Item hier tegens soo is Huijbert Jacopssen de Bruijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt op ¼ in 5¼ geerde lants in Clijn Waspick ende ¼ paert inde den aenden wiel in Groot Waspick. Het lant gelegen in een stuck van 6½ geert, onbedeelt met Jochum de Bruijn ende Adriaen Otgens cum suis, gelegen tusschen erffenisse vande pastoorslant oost ende Adriaen van Pas cum suis gelegen west. Streckende uijt den suijden vande Oude straet noirdewaerts in tot den deellen doorst Elant tot den Schij sloot toe. Ende de dellen gelegen tussen erffenisse vande eerffgenamen van Thomas ende Aert Bommelaers oost ende Lambert Dircken west. Streckende uijt den suijden vande halve Heer straet noirdewaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                            833

Ende moet dit lot ontfangen van Engelina Jakops de Bruijn 50 gulden 10 stuijvers tot egalisatie van hare lotten.

Item hier tgens soo is Adriaen Jakops de Bruijn den Jongsten geloot, gecavelt ende beërfdeelt op ½ paert in vijff ende een quartier geerde lants, in een stuck van 6½ geerde, onverdeelt met Jochum de Bruijn en Adriaen Otgens cum suis, gelegen in Cleijn Waspick tusschen erffenissen vande pastoors lant oost ende Adriaen van Pas cum suis est. Streckende uijt den suijden vande heerlijckheijt van Clijn Waspick noirdewaerts in ten deelen doort Elant tot den Scheij sloot toe.ende de delle het vierde paert gelegen in Groot Waspick aende wiel bij Tijs Jan Huijgen gelegen tussen erffenissen vande de erffgenamen van Thomas ende Aert Bommelaeren oost ende west Lambert Direcken. Streckende vander halver Heer straet uit den suijden noirden in tot Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                             833

Diet lot moet trecken van Engelina Jakops de Bruijn 15 gulden 10 stuijvers van Adriaen Jakops de Bruijn den Outsen 35 gulden tot egalisatie van haere lotten.

Item hier tegens soo is Frans Brouwers die in houwelijck is hebbende Dingena Jakops de Bruijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt op twee geerden lants, gelegen inden Ravensboom, in een stuck van 12 geerde, onbedeelt met Lenardus Verharen, gelegen in Klijn Waspick thussen erffenissen van Juffrouw Sprangers west ende het weeskint van Johanna de Bruijn oost. Streckende uijt den suijden vande Oude straet noirdewaert in tot het Cappels Diep toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van           833

Desen post moet ontfangen van Adriaen Jakopsen de Bruijn den Outsten 99 gulden 13 stuijvers en een derde paert van eenen stuijver. Alnoch van Leendert Verharen ter somme van 133 gulden en een derde paert van een gulden tot egalisatie van haren lotten.

Iten hier tegens soo is Willem Jakops de Bruijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt op 2 geerde lants, in een stuck van 12 geerde van outs genaemt den Ravensboom, onverdeelt met Frans Brouwers cum suis, gelegen tussen erffenisse van Juffrouw Sprangers west ende het weeskint van Johanna de Bruijn oost. Streckende uijt den suijden vande Oude straet ofte van Groot Waspick aff noirdewaert in tot het Cappels Diep toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                      833

Desen post moet ontfangen van Adriaen Jakops de Bruijn den Outsten 99 gulden 13 stuijvers en een derde paert van eenen stuijver. Alnoch van Leendert Verhaeren ter somme van 133 gulden en een derde paert van een gulden tot egalisatie van sijne lotten.

Item hier tegens soo is Sr Lendert Verhaeren geloot, gecavelt ende beërfdeelt op op twee geerden lants gelegen in Klijn Waspick, in een stuck van 12 geerde van outs genaemt den Ravensboom, onverdeelt met Willem Jakops de Bruijn cum suis, gelegen tussen eerffenisse van Juffrouw Sprangers gelegen west ende het weeskint van Johanna de Bruijn oost com sues. Streckende uijt den suijden vande heerlijckheijt van Groot Waspick aff noirdenwaert in tot het Cappels Diep toe.

Inde plaste van deese 2 dellen soo is Leendert Verhaeren bedeelt op het 4e paert in 5¼ geerde, gelegen in Klijn Waspick thussen eerffenisse vanden pastoor erffgenamen gelegen oost ende weest Adriaen van Pas cum suis. Streckende doort Elant tot de Scheij sloot toe.

Item hier tegens soo is Denijs Janssen van Hassel geloot, gecavelt ende beërfdeelt op ten behoeven van sijne kinderen die hij in echten verweckt aen Pieternella Jakops de Bruijn op anderhalve geerde hooij ende weijlant, gelegen in Clijn Waspick, in een stuck van 12 geerde, onbedeelt met de weduwe Jakop de Bruijn cum suis, gelegen tussen erffenisse van Juffrouw Sprangers oost ende west Johan de Bruijn cum suis. Streckende uijt den suijden vande Oude straet ofte Groot Waspick aff noirdewaerts in tot den Schij sloot ofte Oude Maese toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    833

Dese post moet ontfangen van Adriaen Jakopsen de Bruijn den Outsten 33 gulden.

Item hier tegens soo sijn de gegelijcke kinderen van Anneke Jakops de Bruijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt op op anderhalve geerde hooij ende weijlant, gelegen in Klijn Waspick, onverdeelt met de weduwe Jakop de Bruijn cum suis, gelegen tussen erffenisse van Juffrouw Sprangers oost ende west Johan de Bruijn cum suis. Streckende uijt den suijden vande heerlijckheijt van Groot Waspick noirdewaerts in tot den Schij sloot ofte Oude Maese toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                       833

Dese post moet ontfangen van Adriaen Jakopsen de Bruijn den Outsten 33 gulden.

Item hier tegens soo is Adriaen Jakops de Bruijn den Outsen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtighe helft van seven ende een halve geert lants, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 12 geerden, onverdeelt met de eerfgenamen van Jakop Hendricx cum suis, gelegen tussen erffenissen vanden eerfgenamen van Leendert van Pelt weest ende oost de sijl vanden waterinden. Streckende uijt den suijden vanden Kaeij sloot noirdewaerts in tot den Scheij sloot ofte Oude halver Maese toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                      833

Desen post moet uijt rijcken aen Adriaen Jakops de Bruijn den Jongsten 35 gulden ende aen Frans Brouwers 99 gulden 13 stuivers en een derde stuiver, aen Willem de Bruijn 99 gulden 13 stuijvers en een derde stuijver. Aen Denijs Jansen van Hassel ten behoeven sijne kinderen van Pieternella de Bruijn 33 gulden, aende gelijcke kinderen van Anneke de Bruijn 33 gulden. Maeckt samen 400 gulden. Ende staet desen uijt reijckinge ider tegens sijnen post genoteert.

Item noch is conditie dat niemant de goederen off sijne bedeelde sal mogen aenverden voor aleer de uijtreijckinge heeft voldaen. Actum desen 21e meert 1693. Coram G Zeijlmans, schout, Frans Commersen ende Frans Boeser, hemraden.

Aldus soo sijn parthijen alhier rechtlijck voor recht op vertijt ende verteght soo als recht is met handt alm ende monden sonder dat de een op den anderen sijn loot iet weghs heeft te pretenderen anders als voorss staedt ende dat wel verstaende dat ider sijne lotten moet onderhouden van schouwen, leijen, cijnsen, dijcken, dammen ende anderen naerbueren rechten met recht van outs tot ider sijn lodt behoorende. Sonder dat den eenen op den anderen sijn lodt iets verders heeft te eijssen als voorss staet. Present ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Cornelis Peeter Melsen ende Jakop Bommelaer, hemraden. Desen 22e meert 1693 ende was ondertecken. P Seijlmans, secretaris, G Seijlmans, schout, Cornelis Peeter Melsen, Jakop Bommelaer, Maria Gerrits de weduwe Jakop de Bruijn, Jochum de Bruijn, Leenaerdus Verharen, Willem de Bruijn, Adriaen de Bruijn, Antonis van Son, A de Bruijn door last van mensr van Schoonhoven, Denijs Jansen van Hassel.

Fol. 47v

Scheijdinge ende erffdelinge tusschen Adriaen Aertsen van Hasselt ende sijn drie kinderen verweckt aen Pieternella Huijbertsen de Bruijn met namen Huijbert Adriaensen van Hasselt, Hendrick Jansen de Bont die in houwelijck is hebbende Janna Adriaensen van Hasselt ende Maria Adriaensen van Hasselt geassisteert met Adriaen de Bruijn, borger van Sgravenhagen als vocht ende Johan Arissen van Hasselt als toesiender alle kinderen vanden voornoemden Adriaen van Hasselt ende Pieternella de Bruijn voorss. Gedaen ende gepasseert desen 20e april 1693.

Eerstelijck soo is Adriaen van Hasselt geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het huijs, hooff ende bos ende weijde, gelegen op Vroukensvaert in Groot Waspick thussen erffenissen Adriaen Peetersz Paep noirden ende Adriaen Huijbertsen Seijlmans ten deelen noirden, suijden Cornelis Cornelis Clouwers. Streckende uijt den westen vande vaert aff, oostewaerts op ten deelen met een stelt met den hooff tegens de erven van Adriaen Seijlmans ende dan voorts tot de erven van Willem Seijlmans toe. Met sijne dijcke ende nabueren rechten daer toe behoorende. Contant gelt werdigh ter somme van                                                                600

Item alnoch soo is Adriaen Adriaensen van Hasselt gelot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalve geerde hoij ende wijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 6 geerde, onverdeelt met Johan de Bruijn cum suis. Streckende vanden Kaij sloot tot den Scheij sloot toe. Ende tussen erffenisse van Sint Jar ? Dirken Stael cum suis west ende Niels ? Seijlmans oost. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   300

Item alnoch ten derden soo is voornoemde Adriaen van Hasselt gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een 1/3 paert inden beijser van Jan de Kuijper, bedelt opt noirden eijnt vanden waterganck aff, suijdenwaerts op tot den dwars sloot toe. Tussen Jan Boeseren oost ende de eerffgenamen van Aert Bommelaeren west. Ten deelen ist gecomen vanden secretaris Peeter Seijlmans den Ouden. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                    10

Item alnoch ten 4den soo is den voornoemden Adriaen van Hasselt gelot, gecavelt ende beërfdeelt op 1½ hont acker lant, gecomen van Janneken Thomas, gelegen in Groot Waspick tussen erffenisse vanden Armen van Waspick noirden ende suijden Maria de Bont. Streckende uijt den westen vande eerffgenamen van Jan Michilsen de List, oostewaerts tot de eerffgenamen van Willem Jakops cum suis. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                  50

Item alnoch ten 5e ontrent drie hont ackerlant, gelegen inde Geer onder Kappel thussen erffenissen van Peeter de Bont ten noirden ende Anna Jan Matijsen zuijden. Streckende uijt den westen vande Geer sloot ooste, noirdewaert op tot de Hoeff van Heukelum toe. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                      150

Item alnoch ten 6en een halve thurff del, onverdeelt met Cornelis Cornelis Clouwaerts, gelegen in Groot Waspick thussen erffenisse van Peeter vander Pinten zuijden ende ten noirden Janneken Fijnenbuijck. Streckende uijt den westen van Vroukensvaert af, oostewaerts op tot de Hoeff van Heukelum toe. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                         10

Item alnoch ten 7e een binnendel, gelegen binnen op Vroukensvaert kant in Groot Waspick thussen erffenisse van Cornelis Hendrickssen Schoenmackers ten suijden ende de weduwe van Peeter vander Pinten noirden. Streckende uijt den westen van Vroukensvaert af, oostewaerts op tot de erven van Willem Huijberden Seijlmans toe. Getacceert op kontant gelt werdigh te wesen ter somme van                            100

Item hier tegens sal Huijbert Adriaenssen van Hasselt hebben een geerde lants, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 16 geerden, onbedeelt met Cornelis de Bont cum suis. Oost de erffgenamen vande heer Volbergen ende west Lijsbeth Sijlmans. Streckende uijt den suijden vande Kaij sloot af, noortwaerts op tot den Scheij sloot ofte Oude Maese toe. Getacceert op                                                      200

Item alnoch ten tweeden sal Huijbert Ariessen van Hassel hebben de halve delle vanouts genaemt Den Brembos, gelegen in Groot Waspick, onbedeelt met de erffgenamen van Aert Bommelaren cum suis. West de erffgenamen van Mels Dircksen, oost Maarten Dolck. Streckende uijt den suijden vande Oude straet ofte Klijn Waspick toe. Getacceert op                                                                                                           50

Item soo sal Hendrick de Bont hebben een geert lants, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 16 geerde, onbedeelt met Cornelis de Bont cum suis. Oost de erffgenamen vande heer Volbergen ende west Lijsbeth Sijlmans. Streckende uijt den suijden vande Kaij sloot aff, noortwaerts op tot den Scheij sloot ofte Oude Maese toe. Getacceert op                                                                                                  200

Item is noch geconditioneert dat de verpondingen pfte laste staende opde vaste goederen sullen uijt den gemeenen boedel betaelt worden tot den eersten janwarij 1693 ende dan voorts ider van sijn gedeelde goet.

Item als noch is geconditioneert ofte eenige swarighlijck quamen te openbaren wegens den Eijndenest beloven malkanderen te condemneren coosteloos ende schadeloos te houden ider naer sijn bedeelte.

Aldus dese dellinge rechtelijck gedaen ter presentie ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Adriaen Jansen Seijlmans ende Frans vande Laer, hemraden. Ende dat op conditie hier vooren verhaelt dat ider sijne perseelen moer onderhouden in dijcken, dammen ende contrabusi van outs daer toe behoorende soo dat den eenen den anderen op sijn loot sijn vertijdende ende vertegende soo als voors staet. Desen datum voorsz.

Fol. 48v

Scheijdinge ende erffdelinge thussen de kinderen ende erffgenamen van Jan Janssen Kamp ende Dingena Adriaensen Teuwen met namen Bartolomeus de Hoogh die in houwelijck is hebbende Mariken Jansen Kamp ende Jan van Grevenbroeck die in houwelijck is hebbende Jojane Janssen Kamp ende Matijs Cornelis Kamp als voogt ende Adriaen Adriaensen van Hasselt als toesiender van het onmondigh weeskint van Mels Boudewijns ende Dingena Adriaenssen Teuwen. Ende dat op manieren hier naer beschreven.

Eerstelijck soo is Johan van Grevenbroeck geloot, gecavelt ende beërfdeelt op op het huijs met hooff, gelegen is Sgravelduijn Groot Waspick thussen erffenisse van Mels Sijlmans oost ende west Coenraet Baes. Streckende uijt den suijden vander halver Heer straet, noirdewaerts in tot den halven sloot tussen de del ent huijs toe.

Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                700: 0

Item alnoch ten 2e soo is den voornoemden Johan van Grevenbroeck gelot, gekavelt ende beërfdeelt op de gerechte helft vande dellen achter sijn huijs gelegen inde voorss juredicktie. Thussen erffenisse vande gemeen stegen van Keijsers erffgenamen west ende oost de dellen van Mels Sijlmans. Streckende uijt den suijden vanden sloot teijnden het huijs, noirdewaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                  300: 0

Item hier tegens soo is Bartholomeus de Hoogh gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechte helft vande voorsz dellen, gemeen met den voornoemden van Grevenbroeck, gelegen tussen erffenisse vande gemeen stegen van Keijsers erffgenamen west ende den stadthouder oost. Streckende vanden sloot uijt den suijden vanden hooff aff, noirdewaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                          300: 0

item hier tegens soo is Mathijs Cornelisse Camp in qualitijt als vocht voorsz ende Adriaen Aertsen van Hasselt als toesinder van het onmondigh weeskint van Mels Boudewijns ende Dingena Adriaensen van Hasselt geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de groote dellen, gelegen Beneeden Kerck inden polder. Thussen erffenisse van Hendrick Huijbertsen west ende Peeter Aerden cum suis oost. Streckende uijt den vander halver Heer straet noirdewaert in tot de Kaij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van    950

Item alnoch een blocxken dellen, gelegen inde voorsz jureducktie waer op den voornoemden vocht is bevallen voor het weeskint van Mels Boudewijns, gelegen thussen erffenissen vanden groot dellen gelegen west ende oost de weduwe Hendrick Jochums. Streckende vande dellen van Peeter Aerden cum suis uijt den suijden, noirdewaerts in tot de Kaij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van  250

item alnoch ten 3e soo is den voornoemden vocht ende toesinder oover het voorsz weeskint gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de buijtendellen achter Hendrick Frans Boeser, gelegen onder Groot Waspick tusschen erffenisse vande Armen van Waspick gelegen west ende den secretaris oost. Streckende uijt den suijden van Hendrick Franssen Boeser sijn delle noirdewaert in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe.

Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            700: 0: 0

Item alnoch is den voornoemden vocht bedeelt voor het voornoemde weeskint op ander halve geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 6 geerden, onverdeelt met Gerrit Peeters cum suis, gelegen thussen erffenissen van Steven Boeven kinderen west ende de erffgenamen van Jan Loenen oost. Streckende uijt den suijden vande Kaij sloot noirdewaerts in tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            400: 0: 0

Item alnoch ten 5e soo is den voornoemden vocht ten behoeven vant weeskint van Mels Boudewijns ende Dingentje Adriaensen van Hasselt gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op 1½ geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 6 geerden, gemeen met Johan de Bruijn cum suis. Streckende uijt den suijden vanden Kaij sloot, noirdewaerts in tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 500: 0: 0

Ende moet dier voorsz weskint tot egalisatie van sijne portij uijtrijcken aen Johan van Grevenbroeck ende Bartolomeus de Hoogh ider 50 gulden. Die wij bekenne vande vocht ontfangen te hebben in presentie van Gerrit Seijlmans, schout ende Adriaen Buijs ende Dirck Seijlmans, hemraden.

Item houdende gelijcke vrinden int gemeen een obligatie op Aert Dingemans erffgenamen inhoudende 300 gulden cappitael.

Noch een op de erffgenamen van Tijs Jansen Camp inhoudende 100 gulden.

Noch een obligatie op Adriaen Hendrickx Boeser inhoudende 87 gulden 10 stuijvers.

Noch ± ¼ paert inde obligatie van Anna Janssen Thowen inhoudende int geheel 125 gulden.

Item alnoch een obligatie op Wouter Adriaen Korsten in houdende 50 gulden cappitael waer in komt de kinderen.

Seste paert komt blijve de voorsz obligatie int gemeen voorde 3 kinderen.

Aldus de deelinge rechtelijck geschiet op conditie dan een ider het sijne waer op hij bedeelt is sal aenverden met alle wegen, stegen, schouwen ende ander naebueren rechten daer toebehoorende gelijck Bartolomeus de Hogh ende Johan van Grevenbroeck moeten betalen ider voor de helft de sijns die hare del aende Kerck van Waspick schult is. Ter presentie van Gerrit Seijlmans, schout, Adriaen Buijs ende Dirck Seijlmans hemraden. Desen 21 april 1693.

Fol. 49v

Scheijdinge ende erffdelinge tusschen Lambert Commeren ende Jakop Commeren ende Huijbert Peeters Timmerman die in houwelijck is hebbende Truijken Commeren. Alle kinderen ende erffgenamen van Commer Lamberts ende Marijken Cornelis Buijs, echteluijden. Gedaen ende gepasseert desen 7e janwarij 1694

Eerstelijck soo is Lambert ende Jakop Kommeren gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op de steden ende het ackerlant daer den voornoemden Lambert ende Jakop Kommeren op woonende sijn, gelegen in Groot Waspick tussen erffenisse van Dingena de Bont cum suis oost ende Cornelis Dielissen vanden Heuvel west. Streckende uijt den noirden vander halver Heer straet, suijdewaerts in tot de erve vande weduwe Thunes Klaveren toe. Getacceert op contant gelt ter somme van

                                                                                                                                                      400

Item hier tegens soo is Huijbert Peeters Timmerman gelot, gecavelt ende beërfdeelt op 100 gulden in gelt.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen met hant alm ende monden, hierop vertijt ende vertegen als voorsz staedt dat ider sijne loten moet onderhouden met alle wegen, stegen als van outs ende de contrubutie van outs daer toe staenden sonder dat den eenen op den anderen sijn loot iets verders heeft te pretenderen. Present ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Cornelis Camp ende Adriaen Seijlmans, hemraden.

Fol. 50r

Scheijdinghe ende erffdelinge tussen Huijbert Gijsberts Conincx ende sijne kinderen die hij verweckt heeft bij Mariken Sijmensen Bol. Ende dat op manieren als hiernaer beschreven.

Item inden eersten soo is Huijbert Gijsberts Conincx geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechte helff vande steden daerden voornoemde Huijbert Gijsberts Coninx in woonende met de halve delle daer aen, gelegen thussen erffenissse vande weduwe Johan Otgens oost ende west de erffgenamen van Dirck Tijssen Otgens. Streckende vander halver Heer straet uit den suijden, noirdewaerts in tot de Kaa toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 

                                                                                                                                              400: 0: 0

Item alnoch eenen ½ acker saeijlant, gelegen voor sijn huijs, gelegen in Twaelftalve Hoeve Groot Waspik tussen erffenisse van Peeter Jansen west ende sijne gelijcke kinderen oost. Streckende uijt den noirden vander halver Heer straet, suijdewaerts in tot den Voshoolen toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   500

Item hier tegens soo is Antonij Huijberts Conincx gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op het gerechte ¼ paert van het huijs ende de dellen daer aen behoorende, gestaen ende gelegen inden voorsz juredictie ende eggende ende erende als vooren gestaen ende gelegen inde voorsz juredictie. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                200

Item hier tegens soo is Mariken Huiberden Conincx geloot, gecavelt ende beërfdeelt op get gerechte ¼ paert inde voorsz stede. Streckende als vooren. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                      200

Item alnoch soo is Adriaen Huijberden Conincx ende Antonie ende Scetien ? ende Mariken Conincx gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de ander helff vanden … acker daerde vader de ander helff van heeft, op den oosten kant daer den voornoemde Huijbert Gijsberts de andere helff van is compiteerende. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                           50 ?

Aldus dese delinge rechtelijck gedaen ende gepasseert ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout, Dirck Seijlmans, comprimessen ? ende gerechte alhier ende dat met hant alm ende monden soo tot ider perseel is staende. Actum desen datum voorsz, desen … meert 1694.

Fol. 50v

Op huijden den 5e meert 1694 heeft Antonij Tijsz Conincx als vooght ende Dirck Woutersz Phare als toesinder vanden kinderen van Arien Tijss Conincx die hij verweckt heeft bij Anna Woutersz Phare haren eer gedaen om voor de weeskinderen te doen soo als getroude voogden ende toesinders schuldigh sijn te doen soo waerlijck moeste haer Godt allemachtigh helpen.

Actum desen datum voorsz.

Fol. 50v

Staet ende inventaris van alle de goederen van Adriaen Matijssen Conincx ende Anna Woutersz Phare, echteluijden tgeene sij staende houwelijck bessetten hebben. Rechtelijck opgeteeckent ten overstaen van Antonie Tijsz Koninck als vocht ende Dirck Woutersz Phare als toesinder to naer rechten vande wesen. Desen 5e mert 1694

Eerstelijck een schip met de boedt ende sijne andere toebehoorte van boms, anckers, kabels, touwen ende andere scheepsgereetschap daer toe behoorende. Werdigh ontrent                                       1500

Ten 2e een ¼ paert in een huijs, hoff ende ackerlant ende driessen ende weijvesden, gelegen onder Sgravenmoer, groot int geheel 8 hont. Gelegen tussen erffenisse van Servaes Vermuelen noirden ende de straet oost ende west de Sgravenmoerse vaert. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                      250

Item alnoch ten 3e de ¼ paertien lange vertel, gelegen onder Sgravenmoer, groot ontrent 5 hont, gelegen tussen erffenisse van Johan de Smidt noirden ende Adriaen den Meulder suijden, de Oude vaert oost ende west de Wiel straet. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                      25

Item alnoch ten 4e het vierde paert in een korte vertel, gelegen onder Sgravenmoer, groot ontrent 4 hont, gelegen tussen erffenisse van Jesken Peeter B…cken ten suijden, ten noirden den secretaris Arnout Kuijpers tot Sgravenmoer, den Dongen dijck west, de Wiel straet oost. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                     25

Item alnoch ten 5e eenenbijster gelegen onder Groot Waspick, groot ontrent 1 hont, gelegen tussen erffenisse vanden Armen van Sgravenmoer suijden ende noiden Antonie Couters, de Sgravenmoerse vaert west ende oost den Elff mergen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                   18

Item alnoch het ¼ paert in een landeken, gelegen onder de voorz juredicte, groot ontrent 1 hont, gelegen tussen erffenissen vande weduwe Jan Koenen noirden ende de erffgenamen van Peeter Jassen Wijgers suijden ende de secretaris Rous oost ende den Sgravelduijn sloot west. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                    18

Item alnoch get 16e paert in het bos met Jakop Witte cum suis, gelegen onder Groot Waspick, tussen erffenisse sij suijden ende Adriaentien Dircken Waelwijck noiden ende Jan Heijblommen west. Getacceert op contant gel werdigh te wesen ter somme van                                                                                                  15

Item alnoch het 4e paert in een hont bossen, gelegen inde voorsz juredicte tussen erffenisse ?eij suijden ende den secretaris Rous noorden. Getacceert op contant gel werdigh te wesen ter somme van      14

            In contante penningen

Eerstelijck bevonden in schip volgens seggen vande weduwe negen en dertigh hondert gulden dus

Item staet alnoch te ontfangen vande heer Riebeck 315 gulden, 1 stuijver dus

            Bedde

Int schip twee bedde mede hooftpulings, 4 deckens, 3 oorkussen                                               36

5 paer slaeplakens, 5 paer kussensloven, 14 manshemden, 8 dassen, 4 taffelakens, 6 servetten, 6 jackens doecken                                                                                                                                          30

een sersie, de nieuwe sent, een sersie sent, een rodts gelackelen hemtrock met silvere knop, een sersie broeck, 3 dosijn silvere knoope tot eene hemtrock                                                                        36

            Tinnewerck

6 tinne schotelen, 8 tinne lepels, 1 waterpot, 1 paer gordijnen met het (niets ingevuld), 2 kuper keetels, 1 eijsere pot, 1 schuijmpsaen ende eenen kandelaer, 1 coperen (niets ingevuld) daer men de schootelen op set, 4 keulse kanne met scheellen, 9 gelaijen schootelen ende 7 taffelborden, 1 vier eijser, 1 lanteern, 1 santlooper, 1 hangheijser, een rasp, 1 koeckpan, 1 hangeijser, 4 stoopkens, 1 kapmes, 1 duerslagh, een roer        30

Op den voorsz staet hier vooren geroert soo heeft de voorsz weduwe hare kinderen aengenomen voor haer vaderlijcker goederen vanden voornoemden vocht ende toesinder midts conditie dat de voornoemde weduwe hare kinderen moet opbrengen soo wel sieck als gesont in kleede, reeden, linden ende wollen ende te onderhouden soo wel sieck als gesont, ter schollen te latten gaen ende doen leeren leesen ende schrijven naer haeren staet. Ende daer en boven belooft sij moeder aen ider kint uit te keeren voor vaderlijcke goederen ter somme van elff hondert gulden ende ider kint een bedde met sijn toebehoortd als sij gecomen sullen weesen tot haren mondigen dagen ofte houwelijcke staet ende van het een kint op het ander besterven en het laets stervende sal het op vrinden besterven naer lantricht. Waervooren sij is verbinden haer persoon ende goederen, weesende present als toecoemende. Beloovende oock de voornoemde weduwe aenstonts ofte ten vermaenen van Tonis Tijsz Coninck al aen gestelde vocht te stellen voor voorsz uijtreijckinge sustisante couse ende borgen den voorsz vocht, schout ende gerechten genoch sijn stellende verders te onderpant mijne persoon ende goederen ten bedwanck en execusie als nae rechten. Sonder daer tegens ietwes te doen ofte gedogen, gedaen te sullen worden. Alle onder renuntiatien soo den eenen als den anderen compiteerende. Present ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout Cornelis Camp ende Dirck Seijlmans, hemraden. Desen 5e meert 1694. Borge Louwerens

Verte

Vermuelen ende Dirck Wouters Pharo die dese aennemingh medt neffens schout ende gerechten hebben geteckent. Desen datum voors. Laureijs Vermeulen, D Seijlmans.

Fol. 51v

Scheijdinghe ende erffdellinghe thussen Lesken Zeijlmans weduwe vande overleden secretaris Thomas Zeijlmans ter eenre ende Cornelis ende Peeter Aerde Schoenmackers ten andere seijde. Vande goederen die sij met den anderen gemeen hebben ende hier onder uijt gedruckt als volght:

Item inden eersten soo is de voornoemde Leijbeth Huijberts Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op een halve delle, gelegen inden polder van Groot Waspick, daer den voornoemde weduwe de wederhelft is compieterende, gelegen thussen erffenissen van Cornelis Adriaensen Camp gelegen oost ende Cornelis Hendrick Schoenmackers cum suis weest. Streckende uijt den zuijden vanden halver Her straedt noirdewaerts in tot de Ka toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                               (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Cornelis ende Peeter Aerde Schoenmacker gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het sesde paert in eenen acker zaeijlant met de veldekens daer aen behoorende, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick, onverdeelt met de voornoemde Cornelis ende Peeter Aerden, thussen erffenissen van Huijbert Pouwelsen Zeijlmans oost ende Matijs de Bont cum suis west. Streckende uijt den noirde vande erve vande weduwe Jan Bastiaensen zuijdewaerts in tot de Oude vaert toe. Getacceert op contant gelt (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voors Cornelis ende Peeter Aerden gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het sesde paert in een binne delle, gelegen inden polder van Groot Waspick daer haer de ander paerts in sijn toecomende, gelegen thussen erffenisse van Cornelis Hendrick Schoenmacker cum suis oost ende het weskijnt van Mels Boudewijns cum suis weest. Streckende uijt den zuijde vander halver Her straedt noirden in tot de delle vant voors weskijnt toe. Contant get                                                                                 (niets ingevuld)

Aldus gepasseert ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dirck Janssen Zeijlmans ende Cornelis Camp, heemraden. Ende sal ider het sijne aenverde met sijn lasten daer van outs op staende. Actum desen 27e julij 1694.

Fol. 52r

Contrackt thussen de weduwe Thomas Bommelaer ende haer zoon Jacop Thomassen Bommelaer

Compareerden voor ons ondergeschreven schout ende gerechten des dorps Groot Waspick ondergeschreven de eersamen Adriaenien Meusen weduwe wijlen Thomas Adriaensen Bommelaer woonende onder juredicktie van Groot Waspick voorsz de welcke verclaerde wel ende deugdelijck schuldigh te wesen aen ende ten behoeven van haeren zoon Jacop Thomassen Bommelaer de somme van vijff ende twintich gulden jaerlijcks spruijtende over verdient loon ofte huer de welcke sij weduwe voors aende voor gemelten haeren zoon jaerelijck tot een huer heeft gelooft. De huer ingegaen den 27e augustus 1684 naert overleijden van mijn man zaliger ende sal komen te eijndigen bijt trouwen van mijnen son ofte tot die tijt toe dat ick Adriaentje Meusen sal komen te sterven ende verclaere ick Adriaentje Meusen voorsz dat den voornoemden Jacop Bommelaer mijnen son tot desen dagen toe wel ende loffelijck ende danckelijck mijn heeft gedient als eenen trouwen knecht behoort ende schuldigh is te doen. Ende belooft sij weduwe voors wanneer thaer eenighsients doenlijck is devoors huere te voldoen aen haeren voors zoonen ende te betaellen dan met dien verstanden soo en sal den voornoemde Jacop Bommelaer niet vermogen de voors hueren op te eijsschen dan met believen van sijn voors moeder maer sal de selve betaelinghe staen ten willen ende kennen vande voors weduwe ten waere bij overleijden vande voors weduwe de welcke dan haere erffgenamen de meer gemelte huere gehouden wesen prontelijck te voldoen sonder de laeij ofte uijtstel er sij eenighe goederen sullen mogen roeren ofte dellen waer voren ick weduwe voors verbinde, voort geen voors is, mijne persoon ende alle mijne goederen, soo roerende als onroerende, omme de onbetaelde huern daer aen te verhaellen, present als toecomende, submitterende de selve ende de … vandien onder verbant als naer rechten ende renoncierende van alle exceptie die dese handerlijck ? mochte wesen. Aldus gepasseert desen 27e julij 1694, ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Cornelis Peeter Melsen, heemraedt ende relateert Dirck Janssen Zeijlmans sijnen confrater ende mijn secretaris present ende kennelijck P. Zeijlmans, secretaris.

Fol. 52v

Rechtelijcke opteeckeninge gedaen ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Cornelis Camp ende Dirck Jansz Zeijlmans, heemraden. Van allen den imboel ende den winkel die metter doodt sijn ontruijmt bij Thonis Thonis Zeijlmans ende Marieke Claessen Couwens, echteluijden. Ende dat tot naerrichtinge van weesen desen eersten september 1694

Eerstelijck een bedt met den hooffpeulingh met twee deckens, twee oorcussens. Met noch een bedt met huijl gevult met de gordijnen ende boven het cleetje. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 30: 0: 0 0: 0
Item alnoch twee swartemanteltjes, noch eenen grauwe fossen manteltje. Getauxeert op 11: 0: 0 0: 0
Een turckxen rock, getauxeert op 5: 0: 0
1 seijen voorschort, getauxeert op 1:10: 0
1 hoet, getauxeert op 1: 0: 0
1 swarten sent, getauxeert op 2: 0: 0
5 paer slaeplakens, getauxeert op 6: 0: 0
7 vrouwenhemden, getauxeert op 9: 0: 0
2 manshemden, getauxeert op 2: 0: 0
11 kussen slooven, getauxeert op 3: 0: 0
2 servetten, 2 tafellakens, getauxeert op 1:10: 0
19 nerseltjes, getauxeert op 1:10: 0
Noch wat ontcijvit, getauxeert op 1:10: 0
8 halsneusdoecken, getauxeert op 1: 0: 0
16 kovelmutsen, getauxeert op 1: 0: 0
Wat kijndergoet, soo wollen als lijnden, getauxeert op 3: 0: 0
Noch vijff vierendeel linden, getauxeert op 1: 0: 0
2 ronde neusdoecken en 2 witte voorschoij, getauxeert op 2: 0: 0
4 paer hantschoen ende wat ander quaet linden, getauxeert op 1: 0: 0
linden, getauxeert op 1: 0: 0
3 voorschij, een paer schoen, 1 paer muijlen 1:10: 0
Het keuls goet, getauxeert op 4: 0: 0
4 tinne schotels ende eenen waterpott, getauxeert op 6: 0: 0
1 spiegel, 1 kannebort, het recken 2: 0: 0
1 kist 2: 0: 0
 1 spinwiel, 1 etenstreroir 2: 0: 0
1 tafeltjen, getauxeert op 1: 0: 0
6 stoelen, getauxeert op 1: 5: 0
1 hangheijser, tangh, hael, schup, 1 fouthengel, 1vuereijser 2: 0: 0
1 kopere ketel, 1 panneken, schuijmspaen ende de schoor 2: 0: 0
1 tinne kom 0: 4: 0
1 slaeijkorf, de laeij, 1 kapstock ende lanteren 1:10: 0
1 schoukleet 0: 6: 0
1 wastob, noch 7 ander cleijn tonnekens, 1 wateremeer, op 2: 0: 0
2 korven en 2 mandenkens 1: 0: 0
4½ el rauw linden, op 1:11: 0
12 ellen spoel, getauxeert op 3: 0: 0
6 ellen blaeuw servet 1: 4: 0
9 ellen witten spoel 2: 5: 0
3½ el linde, getauxeert op 1: 8: 0
3 ellen blaeue cattoen, op 1: 1: 0
2 ellen 3 vierendeel blaue cattoen 1: 4: 0
13 ellen blaeu linden 3: 5: 0
11 ellen linden, getauxeert op 5:10: 0
2 ellen 1 half geblomde cattoen 1:10: 0
1½ ell blaeuw cattoen 1: 1: 8
5 ellen blaeuw dobbelsteentjens 2:10: 8
4½ ell dobbelsteentjens 1:11: 8
5 ellen swart linden ider el 7 stuijvers 1:15: 0
8½ ell bruijn cattoen 1:12: 0
1 stuck diement 2:10: 0
Noch 4 ellen diement 0:16: 0
4 ellen witten diement 0:16: 0
4½ ell geblomt linden 1: 7: 0
Den turff ende boonstaecken, getauxeert op 4: 0: 0
2 kistjens int een wat prillen, getauxeert op 3: 0: 0
4 ellen boome seij 1: 0: 0
Noch eenen nerseltjens 1: 0: 0
3 kijnder rijftlijven 2: 0: 0
6 sacken 0: 8: 0
wat lijnden lint, getauxeert op 0:10: 0
Het viasellen lint op 1: 5: 0
Watt geloc ?, getauxeert op 2: 0: 0
T bijs en seij 2: 0: 0
Aen kammen 1: 2: 0
Knopen v…hoij 0: 8: 0
Aen haeken en oogen 0:12: 0
Aen nestels 0: 4: 0
Was doskens met nalden ende ander rommelwerck 0:12: 0
6 doosen met sajet ende gijm… ende seper ? 2: 0: 0
Den rijs, getauxeert met het krijt 0:10: 0
De boenders, swavelstocken, swartel doosen ende gespen ende koper ringen 1: 0: 0
De sijsie met de sch… en 3: 0: 0
De winkelbank 2:10: 0
2 boecken met silvere sloot met noch een ander boeck 3: 0: 0
Het silverwerck, getauxeert bij den silversmit op 24:17: 8
Sijnde eenen halve 3 kettingh en twee goude ringen, 1 silvere lepel, 1 silvere fluijt, 1 silvere naelt, 26 silvere knopen 6: 0: 0
Aen gelt bevonden inden boedel ter somme van 39: 8: 0
1 eijsere pott 0:12: 0

Fol. 53r

Verclaerde ick ondergeschreven Anna Swaens weduwe Claes Willemsz aen genomen te hebben van schout ende gerechten van Groot Waspick de kinderen van Thonis Thonis Zeijlmans die hij in echt verweckt heeft aen Mariken Claessen Cauwens, sijn huijsvrou. Ende dat voor den tijt van twee jaren ende dat voorde goederen ende penningen in desen bovenstaende staet vermelt omme te onderhouden in eten, drinken, kleeden, reden, linden, wullen, schoen, kousen, soo wel siek als gesont, geene tijt van peerijkel vuijtgesondert ende ter schoolen te laten gaen inde twee jaren. Dese bovenstaende bestedinge gedaen bij schout ende gerechten om reden dat de voochden ontwillich waren ende met den boel ofte kinderen niet wouden te doen hebben. Rechtelijck bij het ondergestelde relaes van Dirck Jansz Zeijlmans kan blijcken. Aldus gedaen ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Cornelis Camp ende Dirck Jansz Zeijlmans ende Frans Boeser ende Frans vande Laer, heemraden. Actum desen 25e september 1694. Ende mij secretaris present ende kennelijck.

Fol. 54v

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen de weduwe Jan Aertsz met hare naer kinderen ende tusschen de voorkinderen van Jan Aertsz van Tichel. Die hij in echten verweckt heeft aen Janneken Servaessen met namen Jan Jansz van Tichel ende Adriaen Jansz van Tichel ende Lijsbeth ende Mariken Jansz van Tichel. Vam alle hare erffgoederen soo als volgt:

Eerstelijck soo is Adriaentjen Cornelisz Konincx gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op twee parten in het huijs, gelegen in xj½ Hoeven Groot Waspick tusschen erffenisse van Steven Fransz west ende Cornelis Abramsz oost. Streckende vander halver Her straet vuijt den noorden zuijtwaerts in tot d’erve vande erffgenamen Steven Boeven toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                       400: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is de voorsz weduwe gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op den geer, gelegen onder Hendrick Luijten Ambacht tusschen erfenisse vande Kerck van Raemsdoncq west ende oost den Geer van Vas Jacobsz. Streckende vuijt den noorden vande erven van Dingeman Aerde zuijtwaert in tot d’Oude vart toe. Getauxeert op contant gelt                                                                                            380: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Adriaentjen Cornelis Konnincx gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op eenen halven geer, gemeen ende onbedeelt met Adriaentien Franssz weduwe Adriaen Vassen Muijser, gelegen tussschen erffenisse d’voornoemde weduwe west ende de erffgenamen van Steven Boeven oost. Streckende uijt den noorden vande erven van Steven Fransz ende d’erffgenamen van Steven Boeven gelegen zuijdewaerts in tot d’Oude Vart toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van                  160: 0: 0

Item alnoch soo is d voornoemde weduwe gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op een derde paert inden halven acker, onverdeelt met Jan Jansz van Tichel, gelegen in xj½ Hoeven voorz tusschen erffenisse van Wouter Dielissen vanden Heuvel oost ende Melis Peetersz west. Streckende vuijt den noorden vander halver Her straet zuijtwaerts in tot der halver Oude vart toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van                                                                                                                                              125: 0: 0

Item alnoch ten vijffden soo is de voornoemde weduwe gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op den imboel met de incomende penningen ende vuijtgaende schulden.

Item hier tegens soo is Jan Jansz van Tichel gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op twee paerten inde halven acker, gelegen in xj½ Hoeven voorz, onverdeelt met de voornoemde weduwe, tusschen erffenisse van Wouter Dielissen vanden Heuvel oost ende Melis Peetersz west. Streckende vuijt den noorden vander halver Her straet zuijtwaerts in tot der halver Oude vart toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van                                                                                                                                              250: 0: 0

Item alnoch soo is Adriaen Jansz van Tichel gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op op een derde paert in het huijs ende hooff, gemeen met de weduwe voorsz. Streckende ende eggende ende erende als bij de weduwe hare post geroert staet. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van      200: 0: 0

Item alnoch soo is Adriaen, Lijsbeth ende Marieken Jansz van Tichel gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op den acker ende het veldeken voor Huijben Gijben, gelegen in xj Hoeven voorsz, gelegen tusschen erffenisse vande wedywe Adriaen Vassen Muijser oost ende west Adriaen Bos. Streckende vuijt den noorden vander halver Her straet zuijtwaert in tot de Oude vart toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van    200: 0: 0

Item alnoch heeft Lijsbeth ende Mariken gelodt te weten Lijsbeth een koij ende Mariken gelt ende dat tot egalisatie van haren loten.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen met hant alm ende monde soo dat ider het sijne moet aenveerden met alle schouwen, leijen, schoren ende contrabutie ende wegen ende stegen daer van outs toe behoorende. Soo dat den eenen op den anderen sijn lodt geen verder pretentie meer is hebbende als voorsz staet. Als alle enelijck met de borghtochte vande kinderen ende Jan de Bondt. Actum desen 15e october 1694. Ten overstaen van Dirck Jansz Zeijlmans ende Cornelis Camp, heemraden.

Fol. 56r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Cornelis Jansz Seeuw ende de weduwe Adriaen Mertens ende de erffgenamen van Adriaen Jansz Pasman met namen Jan Aertsz Pasman ende Willem Aertsz Pasman ende Adriaen Anthonisz Pols die in huwelijck is hebbende Maria Adriaensen Pasman inde qualiteijt als erffgenamen van Meijken Freijsen in haer leven getrouwt hebbende gehadt Adriaen Jan Tijsen ende nu metter doodt ontruijmt bij Maeijke Fraeijsen. De selve alhier voor recht aengebrocht ende gedeelt. Desen eersten december 1694.

[de kinderen Pasman worden in het onderstaande deel Potmakers genoemd]

Eerstelijck soo is Cornelis Jansz Seeuw gelodt, gecavelt ende beërfdeelt opde halff delle bij Hans den Ruijter opden oostenkant waer van Freijsken Adriaensen de westense hefft in heeft. Gelegen de heel dell tusschen erffenisse vande weduwe Thonis Ockers oost ende Hendrick Huijbertsz cum suis west. Streckende vuijt den zuijden vande dries van Adriaen de Jongh noortwaert in tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Ende moet ider sijnen dijck voor onderhouden ende sullen malcanderen de sloot achter door helpen graven ende de stegen van beijde de dellen eenen groot moeten helpen maecken ende voor twee jaren malcanderen wegen ende stegen. Ende moet Cornelis Jansz Seeuw vuijt reijcken aen Jan Adriaens Potmaecker ter somme van vijff en tseventich gulden ende dat tot egalisatie van hare lotten. Ende ofte het geviel dat den voorsz Seeuw binnen dito ende een jaer niet en betaelden sal intrest te betalen tegens 4 ten hondert.

Getauxeeret op contant gelt                                                                                                 100: 0: 0

In de kantlijn: Den neffenstaende som van vijff ende tseventich gulden met den verloopen intrest die Jan Potmakers most hebben van neffenstaende post is voldaen met de voors ende verschenen intrest. Desen 8e november 1705 ende bij mij Jan Potmakers geteeckent.

Item alnoch ten tweeden soo is Cornelis Jansz Seeuw geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte derde part inde del aende wiel van achteren aff te meten heel de breette van Cleijn Waspick aff vuijt den noorden zuijtwaert in tot het … van Arien Anthonisz Pols toe. Met het gerechte derde part inden dijck aende west eijnde ende moeten malcanderen wegen ende stegen ter Her straeten toe. Dese delle gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Aseiaen van Clootwijck oost ende west Jan Corstiaensz.

Getauxeert op contant gelt                                                                                                   3 gulden

Item alnoch soo is Cornelis Jansz Seeuw bedeelt opde oostehelft vande dell tot Cappel.

Getauxeert op                                                                                                                       100: 0: 0

Item alnoch soo is Cornelis Jansz Seeuw bedeelt op het gerechte seste part inde 7½ geert in Cleijn Waspick, onverdeelt met Cornelis Hendricksz cum suis. Getauxeert op                                           400: 0: 0

Item hier tegens soo is Freijsken Adriaensz gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de westense helff van de delle bij Hans den Ruijter daer Cornelis Jansz Seeuw de oostense helff hier voor bijde deekinge is bevallen. Gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick tusschen erffenisse van Cornelis Jansz Seeuw met de wederhelft gelegen oost ende Hendrick Huijbertsz Schoenmaeckers gelegen west. Streckende vuijt den zuijden vande dries van Adriaen de Jongh noortwaert in tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Ende dat met den dijck voort … aenden westen kant. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen                                  100: 0: 0

Ende moet dit lodt vuijt reijcken aen Jan Adriaensz Potmackers ter somme van vijf en tseventich gulden tot egalisatie van haer loten. Ende ofte sij tusschen dito ende een jaer niet en betaelden sullen den voors intrest betaelen tegen 4 percent ten hondert.

In de kantlijn: Dese neffenstaende uijtreijcinge van vijff ende tseventigh gulden met den intrest verscheene tot dato deses toe bekenne ick ondergeschreven ten vollen voldaen en betaelt te wesen. Desen 9e julij 1707. Willem Adriaensen Potmaeckers.

Item alnoch soo is Freijsken Adriaensz gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het voorste eijnt vande dell bij Thijs Jan Huijgen vande straet af tot het part van Adriaen Thonis Pols toe, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Adriaen van Clootwijck oostende Jan Corstiaensz westen ende dat met den dijck aende oosten kant.                                                                                                                                              3 gulden

Item alnoch soo is Freijsken Adriaens gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op westense helff van een delleken, gelegen onder Sgravelduijn Cappel tusschen erffenisse van Cornelis Jansz Seeuw met de wederhelff oost ende Corstiaen de Seeuw west. Streckende vuijt den suijden vanden teen vanden dijck af noortwaerts in tot Nederveen Cappel toe. Ende moet dit voorsz

In de kantlijn: Dese neffenstaende uijtreijckinge van dertigh gulden met den intrest tot dato deses toe bekenne ick ondergeschreven ten vollen voldaen en betaelt te wesen. Desen 9e julij 1707. Dit is het hantmerck gestelt bij Frijssken Adriaensen

lodt ontfangen van Cornelis Jansz Seeuw tot egalisatie van har loten ter somme van 30 gulden. Ende is noch conditie soo den voornoemde Seeuw van nu in een jaer niet en betaelt sal intrest betalen tegens 4 percent ten hondert. Getauxeert op                                                                                                        100: 0: 0

Item alnoch ten 4en soo is Freijsken Adriaensz gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte seste part van 7½ geerde, gelegen in Cleijn Waspick, onverdeelt met Cornelis Hendricksz Schoenmaeckers cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Johan de Bruijn cum suis oost ende de erffgenamen van Mels Jansz Crollen cum suis west. Streckende vuijt den suijden van Sgravelduijn Cappel noortwaerts in tot de Scheij sloot toe. Getauxeert op                                                                                                                       400: 0: 0

Item hier tegens soo is Adriaen Anthonisz Pols gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op op het gerechte derde part inde delle bij Thijs Jan Huijgen inden midden vande dell waer van Cornelis Jansz Seeuw is gelegen inde selve dell noirden ende Freijsken suijden, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick tusschen erffenisse vande weduwe Adriaen van Clootwijck oost ende Jan Corstiaensz west. Met het derde part vanden dijck inden midden.                                                                                                                                              3 gulden

Item alnoch ten tweeden soo is Adriaen Anthonisz Pols gelodt, gecavelt ende beërfdeelt opde west delle, gelegen opde westsijde van Vroukensvaert, buijtendijcx tusschen erffenisse van Mels Zeijlmans noirden ende de kinderen van Seijken Teeuwen zuijden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaerts in tot de delle van Peeter van Son toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen te somme van                                                                                                                                              200: 0: 0

Item hier tegens soo is Jan Adriaensz Potmaeckers borger ende porter tot Amsterdam gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op (het) het gerechte seste part in 7½ geerde lants, gelegen in Cleijn Waspick, onverdeelt met Cornelis Hendricksz Schoenmaeckers cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Johan de Bruijn cum suis oost ende de erffgenamen van Mels Jansz Crol cum suis west. Streckende vuijt den suijden heerlijckheijt van Sgravelduijn Cappel noortwaerts in tot de Scheij sloot toe. Getauxeert op                        400: 0: 0

Aldus soo sijn de voorsz partijen alhier rechtelijck op verteijt ende vertegen den tot des anders proffijt soo als recht is sonder dat den eenen op dea anders loten ofte gedeelten eenige verdere actien ofte pretentien meer is hebbende ofte behoudende anders dan voorsz staet. Maer verclaren bij desen ge.lijck te renoncheren ? Ende sal een ider tsijn aenveerden met alle wegen, stegen, dijcken, dammen ende andere naeburen rechten die daer met recht sijn toebehoorende. Alles onder verbant ende bedwanck als naer rechte. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout, Dirck Jansz Zeijlmans, heemraet. Ende relateert Cornelis Peeter Melsz sijnen confrater.

Fol. 59r

Rechtelijcke opteeckeninghe gedaen van alle de erffgoederen ende imboel, gout, silver, gemunt ende ongemunt, soo have als erve tgeen Adriaen van Pas ende Hendricxken Adriaensz Baes, echteluijden samen hebben beseten ende gepossideert ende metter doodt ontruijmt bijde voornoemde Hendricxken Baes. Ende desen staet ende inventaris tot naer richtinge vande vrinden. Desen 26e november 1694. Ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Dirck Jansz Zeijlmans ende Cornelis Peter Melsen, heemraden

Eerstelijck huijs, hooff ende ackerlant van Cornelis Jan Wijten, groot ontrent ses hont, gelegen in Groot Waspick op de westsijde van Vroukensvaert, tusschen erffenisse van Corstiaen Vassen suijden ende noorden Adriaen van Pas cum suis. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaert in tot d’erve van Govert Paens toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van (niets ingevuld)

Item alnoch ten 2e de halve stede van Adriaen Jan obb Baes met het part inde andere helff, groot int geheel 11 hont, gelegen tusschen erffenisse vanden voornoemden van Pas met d’andere stede zuijden ende Maeijke Peeter Thomas ende Peeter de Haen cum suis gelegen noirden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaert op tot den Wal toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van     (niets ingevuld)

Item alnoch eenen mergen ackerlant gecomen van Huijbertjen Peetersz, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent ses hont, gelegen tusschen erffenisse van Huijbert Hoohsen oost ende de erffgenamen van Jan Rombouts west. Streckende vuijt den noorden vande gemeene stege ofte vande erve vande kinderen van Peeter Jochumsz aff zuijtwaert in tot den acker vande weduwe Geerit Peetersz toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van                                                                            (niets ingevuld)

Item alnoch eenen dries gecomen van Maeijken de Bont, gelegen in Groot Waspick opde west seijde van Vroukensvaert, groot ontrent 2½ hont, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen Peetersz Paep zuijden ende Peeter Matheusz noorden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaert in tot de erve van Cornelis Abrahamsz toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van (niets ingevuld)

Item alnoch 2 vijffde parten met noch een 4e part in het 3 vijffde part in een moer delle, gelegen in voorsz juridictie, onverdeelt met Coenraet Baes cum suis, groot int geheel ontrent 11 hont, gelegen tusschen erffenisse van Aert ende Thomas Bommelaer noorden ende Cornelis Seeuw cum suis zuijden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaert in tot de erve van Mels Thomasz cum suis. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch de heff in een buijtendelle met het vierde part vande andere helff, gemeen met Coenraet Baes, gelegen in Groot Waspick, groot int geheel ontrent vijff hont, gelegen tusschen erffenisse van Cornelis Eunen oost ende Adriaen Meerstens cum suis west. Streckende vuijt den suijden noortwaert in tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een geerdt lant min een halff vieren deel, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt in een stuck van 16 geerden, gelegen de heel 16 geerden tusschen erffenisse vande Heer Volbergen oost ende west de weduwe vanden secretaris cum suis. Streckende vuijt den suijden vanden Kaeij sloot noortwaert in tot de Scheij sloot toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een binnen delle, gelegen inden polder van Groot Waspick, groot ontrent 6 hont, gelegen tusschen erffenisse van Cornelis de Seeuw oost ende Coenraet Baes west. Streckende vuijt den suijden vander halver Her straet noortwaert in tot de Kaa toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van   (niets ingevuld)

Item alnoch ander halve geerde lants in Cleijn Waspick, gemeen en onverdeelt in een stuck van ses geerde, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen de Bruijn cum suis west ende oost. Streckende vuijt den suijden vande heerlijckheijt van Groot Waspick tot het Cleijn Elant toe. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van                                                                                                           (niets ingevuld)

Item alnoch twee geerden lants, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, gemeen met de weduwe vande secretaris cum suis. Streckende vanden Oude Gantel tot het Cleijn Elant toe, gelegen tusschen erffenisse van Geerit Zeijlmans, schout, cum suis west ende oost de erffgenamen van vande Kieboom. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch een binnen delle, gelegen opde Nieuwe vaert Cappel, gelegen opde westseijde, tusschen erffenisse van Corstiaen de Seeuw suijden ende Jacob van Meuwen huijsen noorden. Streckende vuijt den westen vande vaert af oostwaerts in tot de Quackel toe. Groot ontrent vijff hont. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van                                                                            (niets ingevuld)

Item alnoch ontrent ander halve hont ackerlant, gelegen onder de voorsz juridictie tusschen erffenisse van Corstiaen de Seeuw suijden ende de erffgenamen van Cornelis van Tilburgh noorden. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van                                                                     (niets ingevuld)

Item alnoch het derde part in twee drieskens onder Cappel op Willem van Gents vaert, onverdeelt met Jan Anthonisz van Pas cum suis. Getauxeert op contant gelt weerdich te wesen te somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch een dries, gelegen onder Cappel inde Geer ende hier aen onsen Armen gemaeckt. Dient voor memorie.

            Inkomende penningen

Eerstelijck de inkomende penningen die int sterffhuijs sijn bevonden bedragende in alles in kontante penningen 922: 9: 8
Item alnoch een obligatie op Adriaentjen Meusen van datto den 5e meij 1694 in cappietael 100 gulden, loopt intrest 4 gulden 15 stuijvers per hondert dus 100: 0: 0
Item alnoch een obligatie tot last van Hendrickxken van den Hoeck het cappietael 100 gulden, intrest 5 gulden ten 100 van datte den 28e april 1688, dus 100: 0: 0
Item alnoch een obligatie op Adriaentjen Meusen het cappietael 50 gulden, interest als haer voorgaende, van datte den 22e september 1694, dus 50: 0: 0
Item alnoch een obligatie tot lasten van Michiel Dingeman Lochten t cappietael 100 gulden, interest 5 gulden, van datte den 10e junij 1692 100: 0: 0
Noch een obligatie op den selven van 100 gulden cappietael, van datte den 2e meij 1692, loopt van interest 5 gulden per hondert, dus 100: 0: 0
Item alnoch een obligatie tot lasten van Cornelis Janssen Schouten tot Raemsdonck van 100 gulden kappietael, loopt interest tegen 5 ten hondert van dato den 8e october 1691, dus 100: 0: 0
Noch een obligatie van hondert gulden cappietael ten lasten van Thonis van der Nadt ? waer op aff gelost is 25 gulden, blijft 75 gulden van date den 18e februarij 1693, loopt interest tegen 4 ten hondert, dus 75: 0: 0
Item alnoch een obligatie ten lasten den Armen van Waspick van 100 gulden cappietael van datte den 1en janwarij 1674 tegen 5 gulden t hondert, staedt den 1e janwarij 1695 van interest te betaellen 35 gulden, dus 135: 0: 0
Item alnoch een obligatie ten lasten van den Armen van Waspick van 362 gulden 3 stuijvers cappietael waer op is verschenen van interest ses jaeren tegen 5 gulden t hondert is samen 470:15: 0

            Anders ontfanck

Eerstelijck staedt te ontfanghen vande voochden vant weskijnt van Adriaen Ockers voort houden van Marieken Ockers den tijt van 2 jaere, het jaer 1693 ende 1694 ter somme van 63: 0: 0
Noch verschot daer aen gedaen 5:11: 0
Item staedt noch te ontfangen van Adriaen Willemsen Putman over huer van ackerlant vant jaer 1687 als staedt te reeckenen ontrent 14: 0: 0
Den 1e december 1694 van Mels Melsen van Driel ontfanghen over leveranties aenden Armen 22 gulden 2 stuijvers, dus 22: 2: 0
Noch van Peeter Domen van een paert ontfanghen 6: 0: 0
Item staedt te ontfanghen van Jan de Bruijn over leverantie van rogge 15: 5: 0
Staedt te ontfanghen van Jenneken Jost Korsten over lanthuer vant jaer 1687 ontrent 13 a 14 gulden, dient voor memorie  
Staedt te ontfangh vande erffgenamen vanden Langen Adriaen ontrent 2 gulden 10 stuijvers, memorie  
Staedt te ontfanghen vande erffgenamen van Jan Aerden 32 gulden, dient voor memorie  
Staedt te ontfanghen vande weduwe Cornelis Thonis 40 gulden over leverantie van hooij, dient voor memorie  
Staedt te ontfanghen van Anthonis Bossers ? ontrent 6 gulden, memorie  
Schouts Thonissen Jan 2 vaedt rogge gelevert  
Thonis Woutersz oock 2 vaedt rogge  
Staedt te ontfanghen de huer vanden acker vant jaer 1694 van Mels Melsen is 20: 0: 0
Staedt te ontfanghen van Jan van Pas 4: 0: 0
Staedt van van Adriaen Putmans te ontfanghen 4: 0: 0
Noch vanden selven ontfanghen 4: 0: 0
Ontfanghen van Seijken Dierck Wouters 18: 0: 0
Staedt van Jan Scheppen te ontfanghen 12 gulden 10 stuijvers ende noch vermits wat tersch??? 12:10: 0
Noch staedt te ontfanghen tgeen Peeter de Roij van Melsen over heeft gehouden 0:16: 8
Noch staedt te ontfanghen van Thonis Huijbert Conincx 3:10: 0
Staedt noch te deelen aen pachten ? de wij  
Te ontfanghen tgeene Gerrit Baes mijn van Pas gemaeckt heeft  

            Uijtgeeft

Staedt het boeck met Frans de Roij ? aende contrabutie te betaellen maer daer is noch eenigh gelt tegen te ontfangen  
Aen Peeter Zeijlmans ende Wouter Dillisen het moelen gelt betaelt 1: 8: 0
Staedt te betaellen aen de weduwe vanden secretaris  
Staedt te betaellen den uijtvaert aen van Passen  
Aen van Pas betaelt tot Cappel aent gelagh ende aende taccatie 10:12: 0

            Haeffelijcke goederen

Eerstelijck een peert, wert ontrent 36: 0: 0
Een koeij, werdt 30: 0: 0
Een vers van 2 jaer 30: 0: 0
Een hockelingh 20: 0: 0
2 bedden met den hooftpeulingh, 4 oirkussens, 1 nieuwe ongevuelde tijck, noch eenen gevulden hooftpeulingh, 2 deckens, eenen reijssack, 2 paer gordijnen, 1 taeffelkleedt  
1 wagen, ploech, echt met sijn toebehorten ende kan, samen op 6: 0: 0
1 fercken 10: 0: 0

2 grel, een wan, eenen snijback, een korenvadt, eenen tartob, eenen kopeijback, 1 fercken back, eenen rieck, 3 vurcken, 1 seijsie, 1 sicht, 1 mieshaeck, 1 schoep, 1 krengen, 1 tarvadt, 1 swingh, 1 erbeugel, 2 ponter tauwen ende den bom, 1 vleskuijp, 1 karn, 3 melcktonnen, 1 melck ember, 1 watterember, een scherrebordt, 1 bottertonneken, 1 lepelbordt, 1 tonnebanck, 1 tooftton, 1 wastob, 9 stoelen, 1 schabel, 2 taefeltjen, 1 kantour, 1 wageschottekist, 1 kasken, 2 kapstocken 1 kannebort, 1 naeijmand, 1 korffken, 1 botterkorf, 1 soutdos, 1 laeij 1 spinwiel, 2 klerborstels, 9 schielderijen, 1 toogh, een suij.

            Tinnewerck

8 tinne schottelen, 3 taeffelborden, 1 rondt vaedt, 1 mostertpot, 1 pispot, 1 botterpot, 13 tinne lepels, 1 spiegel.

            Koper

1 koeijketel, 2 handtketels, 1 schuijmspaen, 1 vierpan, 2 koopere kannen, 2 eijsere potten, 1 fout hengel, 1 koeckschuep, 3 assschuppen, 1 vleswerck,1 rostel, 1 hangeijser, 1 strijckeijser, 2 elspodt ?, 1 lengh, 2 paellen, 1 kapmes, een lanteren, 2 koopere lampen, 1 …, 2 viereijsers, 1 tangh, 1 kaeijleck, 2 korskorven, 2 deellen, 2 bossen geschel, de kemp, 1 fles, een gals.

            Keulswerck

19 keulsche schottelen soo groot als kleijn, 9 taeffelborden, 6 kommen, 1 mostertpodt, 3 kannen met schellen, 5 kannen sonder schellen, 2 beijltjes, 2 speijkerborden, 1 sagh, een hamerken.

30 vaedt boeckweijt op solder gewant, 6 vaedt min een quaertier saedt, ontrent 2 vaedt giers, 1 vadt kenninghsaedt, noch een del boeckweijt ongewantdt, ontrent vijff ende twintich vimmen rogh, ontrent 11 vimmen haver, ontrent 10 duijsent hoeij in huijs.

Het hoeij voorde deur ontrent 20 duijsent, noch wat erreten ende persbonen int straeij, ontrent 3 voeder torff, ontrent 100 bossen sluijch ?.

            Hier volght het linde dat aen Passen is bevallen

Eerstelijck 16 kussensloven, 14 slapelakens, 7 taeffellakens, 2 servetten, 16 ellen qiedt leijnde lacken, 2 mael laecken, 4 neusdoecken.

Hier volght het leijvedt ? dat aen de kinderen van Adriaen Ockers is bevallen. Is dit naervolgens.

Eerstelijck 13 heemden, 8 slapelakens, 8 fluwijnen, 3 taeffelackens, 1 servedt, 3 leijnde doecken, 8 ellen wiedt leijnde lacken, eene maelsack, 1 paer schoen, 1 moff, 8 neusdoecken sonder kandt, 3 paer voormouwen, 9 kovels, 2 witte kappen, een witte voorschot, 1 seije voorschot met den kovel, 2 nesels, 1 nachtmantel, 2 blau voorschoeij, 2 neusdoecken, 1 sersien borsrock, 1 roeije roedts gelackenen borsrock, 1 sersien rijghlijff, 1 swarten grijnen rock, 2 paer swarte hantschoen, 1 blaeu vas?stoffe rock, 1 paer swarte kousen, 1 roeij roeckeken, 1 swarte ??? mantel, een paer goude bellen, een muedts met goude stuckekens.

Item alnoch is aende weskinderen van Adriaen Ockers bevallen op een obligatie tot lasten van onse Armen inhoudende het cappiel drie hondert twee ende tsestich gulden drie stuijvers van datte den 29e augustus 1675.

Ende heeft Johan Ockers aan Peeter de Roeij uijt gereijckt op de obligatie alsoo die soo veel hooger is als de roeij sijn obligatie sijn ter somme van 59 gulden 18 stuijvers

Hier volght het linde dat aen Peeter de Roeij is bevallen.

Eerstelijck 13 heemden, 8 slapelakens, 9 fluwijenen, 2 taeffelakens, 1 servedt, 2 lijnde doecken, 8 ellen wiedt lijnde laeken, 1 maelsack, 1 witte kovel, 8 kovelmutsen, 1 tes, 1 seijen kovel, 1 neusdoeck, 3 neusdoecken, 1 nachthalsdoeck, 1 witte schela ?, 1 paer kousen, 4 paer voor mouwen, 3 nerseltjes, 2 rocken, 2 neusdoecken, 1 leijtschen ??? mantel met een schort, 1 rijghlijff, 1 swarte schort, 1 blauwen rock, 1 sesie manteltjen, 2 scheeleken, 1 paer schoen, een testament met sillevere slot, een sillevere eijser, eenen swarten toep.

Hier tegens soo is Peeter de Roeij bedelt op een obligatie tot lasten vande weduwe Thomas Bommelaer inhoudende het cappietael 100 gulden. Met noch een obligatie tot lasten vande voornoemde weduwe inhoudende 50 gulden. Noch een obligatie tot lasten vande weduwe Wouter Janssen in houdende 100 gulden cappietael.

D. Zeijlmans

Hier volgen de penningen ha?ve? ider int sterffhuijs heeft ontfanghen

Eerstelijck aen Coenraet Baes volgens accort betaelt 300: 0: 0
Hier heeft Adriaen van Pas tegens ontfanghen vant geleent gelt 300: 0: 0
Noch aen Coenraet Baes vant geleent gelt betaelt 39:19: 0
Noch aen Peeter de Roeij ende Johan Ockers betaelt voorde wesen van Adriaen Ockers tot egalisatie vande obligatie 156: 1: 0
Daervan heeft Peeter de Roeij de eene helft gehadt ende Johan Ockers de ander helft voorde wesen  
Noch bij van Passen ontfanghen tot egalisatie van haer obligatie ter somme van 38:15: 0
Noch bij van Passen ontfanghen 4: 5:10
Noch bij de Roeij ende (ende) Ockers elck de helft ontfanghen 4: 5:10
Noch bijde selve ontfanghen 9: 5: 0
Hier tegens heeft van Pas ontfangen 9: 5: 0

Aldus attesteren ende verclaere ick Adriaen van Pas niet anders te wetten ofte ick hebben mijnen staedt wel tenrechten overgebrocht ende verclaere anders van geenen inboel te wetten ofte van leijviedt ? ofte penningen als in desen staedt vermeldt staedt. Soo gemunt noch te ongemunt als hier voren staedt uijtgetrocken ende over gebrocht is soo waerlijck helpt mijn Godt allemachtich den eedt aff geleijdt ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Cornelis Peter Melsen ende Dierck Janssen Zeijlmans, heemraden. Desen 19e februarij 1695.

Aldus desen staedt te vollen aen ider van ons voldaen desen 24e februarij 1695 soo van de penningen als de obligatie soo dat wij op Adriaen van Pas niet meer hebben te pretenderen. Actum datum als boven bij … neffens schout ende gerechten geteeckent.

Jan Peetersen Ockers, Cornelis Peeter Melsen, Peter … de Roij

In de kantlijn: bekenne wij onder geschreven met maelkanderen gereckent te hebben wegens desen staedt ende met maelkanderen in alles aff gedaen soo dat wij op maelkanderen niet meer en hebben te pretenderen wegems desen staedt. Actum desen 2e februarij 1696.

Corstiaen de Seeuw, Antonie vander Nat, Jan van Pas, Dit ist hantmerk gestelt bij Cornelis Janssen Schouten, … Jan Ockers den Jongen, Peter … de Roij.

Fol. 64v

Schijdinge ende erffdelinge tussen Adriaen van Pas ende Coenraet Adriaensen Baes ende Johan Ocker ende Peeter de Roeij als vocht vande kinderen van Adriaen Ockers ende Peeter de Roeij voor sijn selven als erffgenamen van Hendricksken Adriaenssen Baes in haer leven huijsvrouwe van Adriaen van Pas voors

Eerstelijck soo is Adriaen van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het huijs met den hooff ende het ackerlandt daer hij wondt ende dat soo het hem van Kes Jan Wijtten erffgenamen is aen gecomen ende dat is hem de helft belooft omdat bijde goederen aenstons soude delen alsoo hem de andere helft is toecomende ende dat met haer laste daer toe staende.                                                                          900: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ses hondt ackerlant gelegen in Sgraveduijn Groot Waspick tussen erffgenissen van Huijbert Kuijl oost ende de erffgenamen van Jan Rombouts weest. Streckende vande stede van Peeter Thomas uijt den suijden nordewaerts in tot de erve van de kinderen Peeter Jochimus toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 500: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaen van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent drie hondt landt, gelegen op den weesten kandt van Vroukensvaert in Groot Waspick tussen erffenissen van Adriaen Peeters Paep suijden ende Peeter Theuwen norden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvaert westewaerts in tot de erve van Cornelis Abrahamsen cum suis toe.                                  150: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de delle inden polder van Groot Waspick, gelegen tussen erffenissen van Cornelis Janssen Seuweuns oost ende Coenraet Baes cum suis weest. Streckende uijt den norden vande Kaa aff suijdenwaerts in tot der halver Herstraet toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                               300: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een gerdt min een half vierendeel, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdelt in sestien gerden. Gedaen met handt alm ende monde ende sijn hier rechten voor recht op vertijt ende vertegen soo dat ider sijne gedelte ofte paerte sal aenverden met de laste vande contrabutie ende deijcken ende dammen van outs daer toe stande. Sonder dat den eenen op den anderen sijn lodt eenigh verder recht ofte poetentie men is hebbende ofte behoudende als voorn staet. Aldus gedaen ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Cornelis Peter Melsen ende Dirck Janssen Seijlmans, hemraden. Desen 19e februarij 1694

In de kantlijn: dese per abus

Deze laatste alinea is doorgestreept

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaen van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een geerdt min een half vierendeel, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdelt in sestien gerden, gelegen tussen erffgenissen vande heer Pellegrun oost ende Peter Buijs cum suis west. Streckende uijt den suijden vande Ka sloot nordewaerts in tot den Schij sloedt toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                              150: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op twee gerden landts, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van ses gerden, bedeelt midde inde ses gerden – – – – – -, gelegen tussen erffnissen vande erffgenamen (vande erffgenamen) van vande Kiebom oost ende de schouts erffgenamen cum suis weest. Streckende uijt den suijden vanden Oude Gantel aff nordewaerts in tot het Eelandt toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                            

                                                                                                                                              190: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de veldekens op Willem van Geents vaert waer van Jochim Hendrick Gielen is gelegen van het een veldeken norden cum suis ende van dander Jan Aerts Potmackers suijden ende Maeijken Mertens norden. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                            50: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op anderhalft hondt ackerlant, gelegen op den oosten kant vande Niewe vaert onder Cappel, gelegen tussen erffnissen Corstiaen Corten de suijden ende norden de kinderen van Cornelis van Tilborgh. Streckende vander halver vaert uit den westen tot de erve van Anna Visseren toe. Contant gelt ter somme van

                                                                                                                                              100: 0: 0

Ende moet den voornoemden van Pas vande kindere van Adriaen Ockers ende Peter de Roij ende Coenraet Baes ontfangen tot egalisatie van haer lotten ter somme van 150 gulden eens gelt, is voor Coenraet Baes 75 gulden ende beloven te voldoen binnen 3 eerstcomende wecken.

In de kantlijn: Bekenne wij ondergeschreven van dese neffenstaende uijtreijkinge voldaen te wesen met de somme van 150 gulden. Desen 2e februarij 1696.

Jan van Pas, Corstijaen de Seeu, Antonie vander Nat.

Item hier tegens soo is Coenraet Adriaenssen Baes, Johan Ockers, Peeter de Roeij als vogden voors ende de Roeij voor sijn selven gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de helft ende het achtste paert int pannenhuijs met het lant daer aen gelegen, gelegen onder Groot Waspick op Vroukensvaert, tussen erffenissen van Adriaen van Pas ende Govert Paens cum suis suijden ende Peeter de Haen norden. Streckende uijt den oosten vande Vroukensvaert in tot de erve van Cornelis Cornelis Clauwaerts toe.                                  700: 0l 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde erffgenamen ider in haere qualiteijt gelodt, gecavelt ende beërfdelt op (op) anderhalve gerde landts, gelegen in Clijn Waspick, onverdelt is ses gerde met Coenraet Baes cum suis, gelegen tussen erffnissen vand’erffgenamen van Jacob de Bruijn cum suis weest. Streckende uijt den suijden van de heerlijckheijt van Groot Waspick tot het Elandt toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           600: 0: 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde erffgenamen gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechte helft ende een 8e paert inde delle bij Mels Diercksen met het hocken inde delle van Cornelis Embrechts daer neffens aen gelegen, ock als in de delle voors gelegen tussen erffenissen van Cornelis Embrechts met sijn delle oost ende de weduwe Geriet Janssen cum suis weest. Streckende uijt den suijden vande erve van Merten Dolck nordenwaerts in tot Clijn Waspick toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van       60: 0: 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde erffgenamen gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op twee vijfde paerten inde moerdel ende een vierde paert in het derde vijffde paert, de hel gelegen tussenerffenissen van Aert Bommelaer norden cum suis ende Cornelis Janssen Seuwe  cum suis suijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert westewaerts in tot den gront vanden stathouder toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                        70: 0: 0

Item alnoch soo sijn de degelijcke vrinde gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op op een delle, gelegen op den westen kant van Cappelse vaert binnen dijck, gelegen tussen erffgenissen van Coost Corsten de Seuw gelegen suijden ende norden Jacop Nieuwenhuijsen. Streckende uijt den oosten vander halver vaert weestewaerts in tot den Quekel sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van  80: 0: 0

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monde ende ende sijn hier rechtelijck voor recht op vertijt ende vertegen soo dat ider sijne gedelte ofte paerte sal aenverden met de laste vande contrabutie ende dijcken ende dammen van outs daer toe stande. Sonder dat den eenen op den anderen sijn lodt eenigh verder recht ofte proetintie men is hebbende ofte behoudende als voorn staet. Aldus gedaen ten overstaen van Geriet Seijlmans, schout ende Cornelis Peter Melsen ende Dirck Janssen Seijlmans, hemraden. Desen 19e februarij 1694.

Fol. 67v

Scheijdinghe ende erffdelinghe tussen Johan Ockers als vooght vande wesen van Adriaen Ockers ende Geriet Seijlmans, schout als oppervooghden van alle wesen ende Peeter de Roeij ter ander sijden. Ende dat van de goederen die haer aengecomen sijn door doden ende overlijden van Anthonie Baes ende Hendrick bren (Hendricxken) Baes. Ende sijn als volght:

Sersteen soo is Peeter de Roeij gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de delle op de Nieuwe vaert tot Cappel gelegen op den weesten kant van Kappelse vaert, tussen erffgnissen van Jacop Nieuwenhuijsen gelegen norden ende suijden Corst Corsten de Seuw. Streckende uijt den oosten vander halver vaert westewaerts in tot den Quekel sloot toe. Getaccert op                                                                                100: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden de Roeij gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de buijtendelle, gelegen voor Mels Diercksen in Groet Waspick thusschen erfenissen van Cornelis Embrecht met sijn delle oost ende de wedewue ende Geriet Jans erffgenamen weest. Streckende uijt den vande erve van Merten Dolck toe. Met noch het paertie in Cornelis Emmen del aent suijde eijndt ende de stege te gebruijcken als van outs. Getaccert op contant gelt                                                                                                              900: 0: 0 [sic]

Item hier tegens soo is Jan Ockers ten behoeven vande wesen van Adriaen Ockers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op twee gerden hoeij ende weijlandt, gelegen in Clijn Waspick, tussen erffenisen vande erffgenamen van Jacop de Bruijn off Adriaen de Bruijn cum suis weest. Streckende uijt den suijden vande heerlijckheijt van Groet Waspick nordewaerts in tot het groet Elandt toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                        100: 0: 0

Ende moet Johan Ocker als voeght uijt reijcken aen Peeter de Roeij tot egalisatie van haer lotten ter somme van 150 guldens. Vermoedelijk zijn hier enkele bedragen door elkaar gehaald

In de kantlijn: Bekenne ick Peeter de Roij van dese neffenstaende uijtreijckinge voldaen te wesen van Jan Ockers den Jongehen met 150 gulden. Hier mede dese uijtreckingh geroijert ende gecasseert. Desen 6e janwarij 1700.

Aldus dese delinge rechtelijck gedaen met hant alm ende monden soo dat ider met sijn lotten ofte gedelte ofte partasie is te vreden ende geconsentert ende sal ider het sijne aenverden met de contrabutie ende lasten ider tot het sijne behoorenden. Soo dat den eenen op den anderen sijn lodt niets verders heeft te pretenderen als voors stadt. Ten overstaen van Geriet Seijlmans, schout ende Cornelis Peter Melsen ende Hendrick van Tilborgh, hemraden. Desen 22e februarij 1694.

Fol. 68v

Erffdelinge gedaen tussschen Conraet Adriaensen Baes ter eenre ende Peeter de Roeij voor sijn selve ende meede als vooght beneffens Johan Ockers als vogden van de minderjarighe kinderen van zaliger Adriaen Ockers ter andere sijde. Vande goederen die bij haer looten sijn bevallen soo van zaliger Anthonis Baes als van Hendricxken Baes zaliger. Als voght:

Ten eersten soo is Coenraet Baes bevallen op het pannenhuijs ende ackerlandt daer aen gelegen voor soo veel als hij uijt den hooffde van Anthonis Baes ende Hendricxken daer in waeren gerechtight. Soo dat hem Baes in de heel stede is competeerende. Streckende vande straet aff weest tot het las Cornelis Clouwwn toe. Oost Peeter de Haen ende suijden Adriaen van Pas.                                                         350: 0: 0

Ten tweeden soo is den voors Baers bevallen op de voors gerechtigheijt in een moer delle, gelegen op Vroukensvaert kant binnen op den weesten kandt. Soo dat hem Baes inde heele delle is toe behoorende. Oost Vroukensvaert, stadthouder weest ende Aert Bommelaer norden ende suijden Cornelis Seuwen cum suis.

Eerstelijck soo is Peeter de Roeij voor sijn selven ende hij de Roeij ende Jan Ockers als noch den bevallen als voren het paert Thonis Baes ende Henderina Baes zaliger op het als in Clijn Waspick sijnde anderhalft ghert, onbedelt in ses gerden met Conraet Baes ende Jan Willemsen Cloot, oost Jacop de Bruijn, weest Adriaen de Bruijn cum suis. Streckende van Waspick aff norden in tot het Clijn Elandt toe.                100: 0: 0

Ten tweeden soo sijn de voors erffgenamen bevallen op een delle, ghelegen op den Capeelsche Vaert kant, binnen oost de vaert ende weest de Quekel, suijden Corst Corsten de Seuw, norden Jacop Nieuwenhuijsen cum suis. Getaccert op                                                                                             (niets ingevuld)

Ten derden soo sijn de erffgenamen bevallen op een buijtendelle, gelegen in Groet Waspick, buijten dijckx, oost de stege, weest Gheriet Janssen, norden de Oude Straet, suijden de Her straet.

                                                                                                                                                80: 0: 0

Hier op moet Coenraet Baes uijt rijcken tot egalisatie vande paeerelen een hondert en een en twintigh gulden vijftien stuijvers.

Dese bovenstaende uijtreijckinghe aen ons ondergeschrevenen voldaen. Den 2e februarij 1696 doorhanden Coenraet Baes.

Doende verdere van mijn broer Jan geteckent beij meij Jan Ockers den Jongen.

Aldus dese delinghe rechtelijck gedaen met handt alm ende monden soo dat ider met sijn lotten ofte gedelte off partagie is te vrede ofte geconsentert ende sal een ider het sijne sal aenverden met de contrabutien, lasten ider tot het sijn behordende. Soo dat den eenen op den anderen sijn lodt nidts verders heeft te pretenderen als voors staet. Present ende ten overstaen van Gereit Seijlmans, schout ende Cornelis Peeter Melsen ende Hendrick van (van) Tilborgh, hemraden. Desen 22 februarij 1695.

Fol. 69v

Staet ende inventaries gemaeckt op den 15e meert 1695 van alle erffgoederen ende inboel tot Grietjen Boeser weduwe Adriaen van Clootwijck. Ten overstaen van Geriet Seijlmans, schout ende Dierck Jans Seijlmans ende Frans Boeser, hemraden

Eerstelijck soo is de halve stede met Frans Boeser, gelegen in Groet Waspick, thusschen erffenissen van Geriet Seijlmans, schout, cum suis ende Matijs Cornelis Camp weest. Streckende uijt den norden vander halver Her straet suijden waerts in tot de ackers toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                              700: 0: 0

Item alnoch een halft gert ende een sesde paert van ½ gert in 7 gerden, gelegen inden polder van Groet Waspick, tusschen erffenissen vanden Armen oost ende de erffgenamen van Adriaen Camp cum suis weest. Streckende uijt den suijden vande Kaa sloot nordenwaerts in tot den Schijsloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                             (niets ingevuld)

Item alnoch een gerde landts, gelegen inden polder van Groet Waspick, onverdelt in ses gerden, met Geriet Seijlmans, schout, cum suis, gelegen tussen erffenissen van Lambert Diercken oost ende weest Adriaen de Bruijn cum suis. Streckende uijt den suijden vande Kaa sloot, nordewaerts in tot den Schij sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                               200: 0: 0

Item alnoch een gerde landts, gelegen in Clijn Waspick, in een stuck van ses gerde, gemeen met den schout van Baertwijck cum suis, gelegen tussen erffenissen van het Gasthuijs van den Bergh oost ende de erffgenamen van Hendrick van Giels weest, Streckende uijt den suijden vande Heerlijckheijt van Groet Waspick nordewaerts in tot den Schij sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van        400: 0: 0

Item alnoch een gerde landts, gelegen in Clijn Waspick, in een stuck van van ses gerden, gemeen met Geriet Seijlmans, schout, cum suis, gelegen tussen erffgenissen van Geriet Seijlmans, schout, cum suis weest ende Leijsbedt Seijlmans oost. Streckende vande suijdensen Diepen nordewaerts in tot den Schij sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                              200: 0: 0

Item alnoch een buijtendelle, gelegen in Groet Waspick buijtendijckx bij Tijs Jan Huijgen, gelegen tussen erffenisse van Jan Boeser cum suis oost ende Cornelis Janssen Seuw cum suis weest. Streckende uijt den suijden vande halver Her straet nordewaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 200: 0: 0

Item alnoch een acker achter de stede van Seijberten, gemen met de suhn, gelegen in grot Waspick tussen erffenissen van Sienior den Sadelmaecker tot Breda gelegen weest ende Han Boeser ende weduwe Jan Buijs oost. Streckende uijt den suijden vande acker van Jan Boeser nordewaerts in tot den dries van Jan de Bruijn toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                       200: 0: 0

Item alnoch eenen acker in de Brede Plack, gelegen in Groot Waspick tussen erffenisse van den secretaris oost ende den schout weest. Streckende uijt den suijden vande erve van Wouter Ruijckhaver cum suis nordenwaerts in tot den acker van Frans Boeser cum suis toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           250: 0: 0

Item alnoch een vierde paert in eenen acker saeijlant. Gelegen Benede Kerck, onverdelt met Frans Boeser cum suis, gelegen thussen erffenissen van Huijbert Pouwelsen Seijlmans oost ende Matijs Camp weest. Streckende uijt den suijden van graffelijckheijt gronden nordenwaerts in tot der halver watterganck toe. Getaccert op                                                                                                                         100: 0: 0

Item alnoch het derde paert in een veldeken.

            Inkomende penningen

Eenen rijcksdalder 2:10: 0
Staet te ontfangen van Frans Boeser ontrent 7: 0: 0

            Haftelijcke goederen

Eerstelijck een koeij 40: 0: 0
Een vers 30: 0: 0
2 kallever 4: 0: 0
Een peert vercoft voor 60: 0: 0
Het vaellen 20: 0: 0

Ontrent thien duijsent hoeij  
Ontrent 5 vertellen rogh  
Ontrent 3 vier delen boeckwijt  

Thien paer slapelakens, 8 paer fluewijnen, 4 servetten, 8 taeffelakens

Thien pont garen ende vlas

Twintigh ellen widt lijnde lacken

2 bedde, vier deckens, 4 kussens, eenen reijssaeck

            tenne scottels

2 schottels, 5 taeffelborden, 1 botterpodt, 1 saeutvaet, 1 lamp, 1 kom, 9 lepels, 1 poperk, panneken, 1 tenne pispot.

            Kopper

1 sagh, 1 dissel, 2 schaven, 1 kapmes, 1 hacmes, 4 kettels, een koper kamacker, 2 potten, eenen eijsere podt, 1 schuijmspaen, eenen eijsere hamer, 1 beijl, eenen reustel, 2 hangeijsers, 1 hael, 1 aelspedt, een strijckeijser, 1 vier eijser, 1 tangh, lamp bleck, 1 spiegel, een martelaer boeck, aerdewerck, 2 potten, deurslagh.

            Keuls werck

Noch een stop, een oli kenneken, 2 schottelen, 1 witte kom, 1 taeffel pordt, 1 botter scholtien, 1 witten kan met een schel, noch een blou kanneken.

            Hout

Een kas, een trocken, 1 kantoor, een taeffeltien, 1 kofferen, 6 stoelen, eenen trogh, een keren, noch een koeijke …, 3 melcktonnen, eenen waeteremmer, eenen wastob, 1 houten taeffeltien, klermant, 1 lepelbordt, 1 boterstel, 1 stroeijenvadt, 1 stroeije korf, 2 wille, 1 werckkussen, een half vercken, 1 stuck gerockt vles.

Frans Boeser.

Fol. 71v

Staedt ende inventaris van alle de goederen die metter doot sijn ontruijmt bij Seijken Cornelis Wijtten ende den inboel. Ende bij Willem de Ruijter over gebrocht ten overstaen van Geriet Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Seijlmans ende Frans Boeser, hemraden. Desen 15e meert 1695.

Eerst een huijske op den dijck aen de Kerck vaert                                                  (niets ingevuld)

Een schuijdt met het seijl, getacceert voorde helft                                                               12:10: 0

2 bedde, 1 decken, 2 kussens, 2 gordijnen, 1 paer slapelackens, 3 paer fluweijnen, 2 eijserpotten, 2 stoelen, 2 koper ketels, 1 rustel, 2 fouthengels, 1 flesricken, 1 tangh, 1 hael, 1 koeckpan, 1 hangeijser, 1 kasken, 1 keer, 2 kisten, 1 speigel, 1 wastob, 1 klermandt, 1 lockmant, 1 naeijmant, een heel vercken, thien a 12 pont vedt, 1 wiel, 1 beijl, 1 seijsie, 1 haergtouw, 1 hacmes, 1 trecktangh, 1 poptangh, 1 uijsel… ende eenen pluckhack, 1 ruijfel, 1 fles, 8 pont garen, 2½ pont flas.

            Inkomende penningen

242 ducatons, 6 drie guldens, maeckt samen 780: 6: 0
Aen goeij schellingen 141: 9: 0
Aen guldens, 15 gulden, dus 15: 0: 0
Aen dubbelties 300: 0: 0
Aen enkels stuijvers 28: 4: 0
Noch aen gelt bevonden 31:15: 0
Noch in gel 141: 0: 0
   
Voort weskint aen eginge prublen moet de vader uijt reijcken eenen gulden 16 stuijvers, dus 1:16: 0
Noch wat rommelwerck voort weskint, ontrent 2: 0: 0
Dit gelt moet de vader aent weskint uijt reijcken, het speck bij Willem haer vader gecooft om 4: 0: 0
Voor Annekens paert  
Noch is Anneken opt beddeken, het beste, bevallen met de deckens. Noch is aent weskint bevallen 1 ketel met eenen eijseren podt  
Voor de schuijt sal Willem uijt reijcken aen sijn dochter 12 gulden thien stuijvers, dus 12:10: 0
Noch is Anneken bevallen 2 paer slapelackens ende noch eenigh qua ander prillen  

Bekenne ick ondergeschreven van mijn vader volgens desen staedt voor mijn moeders goet voldaen te wesen met de somme van seven hondert 39 gulden 3 stuijvers. Maer houdt het huijs noch ider de helft. Actum desen 6e april 1697.

Diet hantmerck selfs gestelt bij Peter Dingemans Otgens in presentie van mijn secretaris P. Zeijlmans

Fol. 72v

Scheijdinge ende erffdelinghe tusschen Hendrick Backx enden Jan Thonissen Seijlmans van haer huijs, hooff, brouwerijen ende het ackerlandt. Soo als volght voor recht aen gebrocht desen 13 junius 1695

Eerstelijck soo is Hendrick Janssen Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de opkamer met de kelder ende de keucken met het achterkamerken ende de geut ende het gebijnt naest de keucke ende de helft int gebeijnt naest de koeij waer van hij de helff heeft naest het voorsten aen. Ende hout ider sijn paert inden koijstal ende de taffelinghe boven de koeij ende de perstal. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van     (niets ingevuld)

Item alnoch ten 2en soo is den voornoemden Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op het voorsten gebeijnt vande brouwerij uijt den westen, oostewaerts in tot het paert van Jan Thonis Seijlmans toe. Item alnoch het achtersten eijnt int brouhuijs uijt den weesten vant paert van Jan Thonis Seijlmans oostewaerts in tot soo wijt als den euseldrop komp. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de helft vant ackerlant op den suijden kant, gelegen tussen erffenissen van de weduwe Thomas Bommelaer suijden ende Jan Thonissen Seijlmans norden, Streckende vande Geer aff uijt den oosten, weestewaerts in tot den werff achter t huijs toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                 (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op (op) het gerechte vierde paert inden acker op den nordenkant, gelegen tussen erffenissen van Jan Thonis Seijlmans met sijn vierde paert gelegen suijden ende Cornelis Janssen Seuw gelegen noiden ende streckende uijt den oosten vanden Wal aff westewaerts in tot den hooff toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de drie paerten inden hooff uijt den oosten weestewaerts in tot het paert inden hooff van Jan Seijlmans toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                           (niets ingevuld)

Houden de vrinden int gemeen het hoofken theijnden de peertstal, ider sijn gerechtigheijt. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Jan Thonis Seijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de nerkamer met de ganck ende moet vooruit wegen ende stegen. Is getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Seijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op de helft van het gebeijnt naest de koeijstal met sijn paert inde koeijstal ende het 4e paert boven de koeijstal ende peerstal. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Seijlmans bedelt op het paert int brouwhuijs vant voorts gebijnt aff het middelsten gebijnt tot de twee spar toe int achtersten gebijnt van Backxsen toe, dus       (niets ingevuld)

Item alnoch soo is Jan Thonis Seijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het vierde paert inden acker, gelegen tussen erffenis van Hendrick Backx gelegen suijden ende norden. Streckende uijt den oosten vande Geer aff weestewaerts in tot den hooff van Hendrick Backx toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                          (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Seijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het paert inden nordensen hooff vant paert van Hendrick Backx aff uijt den oosten tot de vaertkant toe. Ende moeten maelkanderen wegen ende stegen vande acker ende den hooff ende op den werft ende int achterhuijs. Maer int voorhuijs moet ider over het sijne wegen ende stegen. Ende het dack ider boven sijn paerten onderhouden.

Aldus gedelt met hant als ende monden soo soo dat den eenen op den anderen sijn paert niet meer heeft te pretenderen als voors stadt ende meot ider de kontrabutie betallen naer advenant sij daer in gerechtigh sijn. Present ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Seijlmans ende Cornelis Peeter melsen ende Lendert Verharen, hemraden.

Fol. 74r

Scheijdinge ende erffdellinge thusschen de gelijcke vrinden van Adriaen Anthonis van Pas op mannieren hier beschreven. Actum den 23e jannewarij 1696

Eerstelijck soo is Jan Thonis van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de halve stede, verdelt met Maeijken Korsten de Seuw, gelegen in Groot Waspick, thusschen erffenissen van Corstiaen Vassen zuijden ende Coenraet Baes norden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert weestewaerts in tot de erven van Govert Paens toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch soo is Jan Thonis van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op eenen halve acker zaeijlants, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 3 hont, gelegen tusschen erffenis van Cornelis Janssen ende Anthoni vander Nadt ende Michiel Lochten met de wederhelft oost ende de erffgenamen van Jan Rombouts weest. Streckende uijt den zuijden vande stede van Peeter Thomas nordenwaerts in tot de erven van Peeter Jochums toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                          (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonissen van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een binnendelleken, gelegen op Willem van Gent vaert op den weestenkant, thusschen erffenis van Jan Aerts Potmackers zuijden ende norden Corstiaen Mutsaert cum suis. Streckende uijt den oosten vander halver vaert westewaerts in tot Jan Dingemans erven toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van     (niets ingevuld)

Item alnoch soo is Corstiaen Cornelis Zuw gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent anderhalff hont ackerlant, gelegen onder Cappel op den oosten kant vande Vroukensvaert, gelegen thussen erffenissen van Cornelis van Thilborgh norden ende zuijden Corstiaen de Zeuw. Streckende vander halver Nieuwe vaert aff oostewaerts totde dwars ackers toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Anthonis vander Nadt gelodt, gecavelt ende beërfdelt op d resterende paerten inde voors del, gelegen thusschen erffenis als vooren, gemeen met Cornelis Janssen aende selve del. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    (niets ingevuld)

Bovenstaande alinea is doorgestreept.

Aldus dese deelinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monden soo dat een ider sijn paertagie sal aen verde met de dijcken, lasten, waterloopen ende contrabutien. Soo dat den eenen op den anderen sijn lodt niet meer en heeft te pretenderen anders als voors staedt. Ende is ider met sijn gedelte te vreden ende geconsenteert. Actum desen 23 jannewarij 1696. Ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Zijlmans ende Hendrick van Thielborgh, hemraden.

Bovenstaande alinea is ook doorgestreept.

Fol. 75r

Scheijdinghe ende erffdellinghe thussen de gelijcke erffgenamen van Leijntien Adriaenssen van Gijsel. Soo ende gelijck als hier volght. Actum desen 24e Jannewarij 1696

Eerstelijck soo is Joris Willemsen en Jacop Cornelissen van Dongen ende Adriaentie Gerrits Dolck gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den hoogen acker van Peeter Tomas ende dat ider voor een derde paert volgens de testamenten daer van sijnde gepasseert voorden notaris Mels Gerrits. Gelegen thusschen erffenissen van Peeter Haenen zuijden ende de nordenschen ackers inde Grieffiers Bancken norden ende streckende uijt den oosten vanden erven van Marij Peer Thomas westewaerts in tot het Walleken toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                              290: 0: 0

Item hier tegens soo is Jan Gerrits Dolck gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den acker voor Hendrick van Grevenbroeck, gelegen thusschen erffenis vande erffegenamen van Jan Dingemans cum suis oost ende Jan Willems Cloot weest. Streckende uijt den norden vande erven van Hendrick van Grevenbroeck zuijdenwaerts in tot Lambert Frijsen erven toe. Ende sal in ider bede voor de verpondinghe betallen 1 stuijver 4 penningen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            150: 0: 0

Akte is doorgestreept

Hier gaat de akte van folio 74 r weer verder.

Item alnoch ten vijffden soo is den voornoemden Jan Thonis van Pas gelodt, gecavelt ende beërfdelt op twee geerden lants, gelegen in Clijn Waspick, bedelt int midden van ses gerden met de weduwe vanden secretaris cum suis, gelegen thusschen erffenissen van Juffrou vanden Broeck cum suis oost ende de schoutinne van Waspick cum suis weest. Streckende vanden Hantel nordewaerts in tot het Clijn Elant toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Maeijken Corsten de Zuew gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechten helft inde stede van Adriaen van Pas, gemeen en onverdelt met Jan Thonissen van Pas, gelegen in Groot Waspick thusschen erffenis van Corstiaen Vassen zuijden ende Coenraet Baes norden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert weestewaerts in tot de erven van Govert Paens toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                             (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Engeltien Corsten de Zuew gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een driesken, groot ontrent drie hont, gelegen in Groot Waspick op den weesten kant Vroukensvaert thussen erffenis van Adriaen Peeters Paep zuijden ende Peeter Matheus norden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert weestewaerts in tot de erven van Cornelis Abrahamsen toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                               (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Cornelis Janssen Schouten ende Michiel Dingemans Lochten ende Anthonie vander Nadt te samen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een geerdt min een halft vierendel, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 16 geerden, gelegen thusschen erffenis van Johan de Bont cum suis oost ende Peeter Buijs cum suis weest. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot nordewaerts in tot de Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                 (niets ingevuld)

Item alnoch ten tweeden soo sijn de voornoemde Cornelis Janssen Schouten ende Michiel Dingemans Lochten ende Anthonie vander Nadt te samen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een binnen dellen, gelegen in Groot Waspick in den polder thusschen erffenis van Coenraet Baes weest ende Cornelis de Zeuw cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet noerdewaerts in tot de Kaa toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch ten derden soo is den voornoemden Cornelis Janssen Schouten ende Michiel Dingemans Lochten ende Anthonie vander Nadt te samen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op eenen halven acker zaeijlant, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 3 hont, gelegen thusschen erffenis van Jan Thonis van Pas weest ende Huijbert Sosen oost. Streckende uijt den zuijden vande stede van Peeter Thomas nordenwaerts in tot de erven van Peeter Jochums toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Cornelis Janssen Schouten gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het 9e paert in een delleken, gelegen op Willem van Gents vaert, gemen met vander Nadt, thusschen erffenis van Jochum de Groot zuijden ende Jan Aerts Potmaeckers norden. Streckende uijt den oosten vander halver vaert westewaerts in tot Jan Dingemans delle toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van       (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Anthonis vander Nadt gelodt, gecavelt ende beërfdelt op opde resterende paerten inde voors del, gelegen thusschen erfenis als vooren, gemeen met Cornelis Janssen inde selve del. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         (niets ingevuld)

Aldus dese deelinghe rechtelijck gedaen met handt alm ende monden soo dat een ider sijn paertagie sal aen verden met de dijcken, lasten, waeterloopen ende contrabutien. Soo dat den eenen op den anderen sijn lodt niet meer en heft te pretenderen anders als voors staedt. Ende is ider met sijn gedelte te vreden ende geconsenteert. Actum desen 23 jannewarij 1696. Ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Zijlmans ende Hendrick van Thilborgh, hemraden.

Fol. 77r

Scheijdinghe ende erffdellinghe thusschen de gelijcke erffgenamen van Leijntien Adriaenssen van Gijsel. Soo ende gelijck als hier volght. Achtum desen 27e Jannewarij 1696

Eerstelijck soo is Joris Willemsen en Jacop Cornelissen van Dongen ende Adriaentien Gerrits Dolck gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den hoogen acker van Peeter Thomas ende dat ider voor een derde paert volgens den testamente daer van sijnde gepasseert voorden notaris Mels Gerrits. Gelegen thusschen erffenissen van Peeter Hanen zuijden ende de nordenschen ackers inde Grieffiers Bancken norden ende streckende uijt den oosten vanden erven van Marij Peer Thomas westewaerts in tot het Walcken toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                              290: 0: 0

Item hier tegens soo is Jan Gerrits Dolck gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den acker voor Hendrick van Grevenbroeck, gelegen thusschen erffenis vande erffgenamen van Jan Dingemans cum suis oost ende Jan Willems Cloot weest. Streckende uijt den norden vande erven van Hendrick van Grevenbroeck zuijdenwaerts in tot Lambert Freijsen erven toe. Ende sal in ider bede voor de verpondinghe betallen 1 stuijver 4 penningen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            150: 0: 0

Item hier tegens soo sijn de gelijcke kinderen ende erffgenamen van Peeter Gerrits Dolck ende de kinderen van Adriaen Gerrits Dolck te samen bedelt op den halven beijster met den acker daer theijnde aen, gelegen thusschen erffenis van Mathijs Jan Huijgen cum suis gelegen (gelegen) oost ende Matijs Remijs weest. Streckende uijt den zuijden vande stede ofte erven van Hendrick van Grevenbroeck aff nordewaerts in tot de erve van de kinderen van Adriaen Dolck toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                              120: 0: 0

De kinderen van Peeter Gerrits Doclk sullen voor haren contrabutie aennemen 12 penningen ende de kinderen van Adriaen Dolck 14 penningen. Noch sullen de kinderen van Adriaen Gerrits Dolck voor haer erffdeel hebben het paert inden bewijster met de erffgenamen van Jost Willemsen Wever.

Item hier tegens soo is Mathijs Remijs gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het thinde paert in twaelf gerden, gelegen in Clijn Waspick, onverdelt met Johan de Bruijn, Pieter Buijs cum suis. Streckende uijt den zuijden vande heerlijckheijt van Groot Waspick af nordenwaerts in tot het Schep Diep toe, gelegen thussen erffenis van Juffrouw vander Lidt cum suis oost ende de weduwe Govert vander Hoeven weest. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 200: 0: 0

Item alnoch soo is Matijs Remeijs bedelt op het paert inden beijster dat Johan Dolck gebruijckt heeft, onbedelt met den voornoemden Remijs, gelegen in Groot Waspick voors. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                        10: 0: 0

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met handt alm ende monden ende verclaren wij erffgenamen ider met sijn paertagie te vreden te wesen ende den eenen op den anderen sijn lodt niet mer en heeft te pretenderen als voors staedt als dat ider het sijne sal aen verden met de lasten daer op staende. Present ende ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Lenaerdus Verharen, hemraden.

Fol. 78r

Staedt ende inventaris gemaeckt tot Adriaentje Meusen weduwe Thomas Bommelaer van alle de goederen die sij metter door hebben ontruijmt. Rechtelijck opgeteckent tot naerrichtinghe vande wesen. Gedaen ten overstaen Gerrit Seijlmans, schout ende Hendrick van Thilborgh ende desen 31 jannewarij 1696

Eerstelijck een huijs, hooff en het ackerlandt daer aen gelegen, gelegen op Vroukensvaert in Groot Waspick, groot ontrent 6 hont, gelegen thusschen erffenis van Hendrick Backx norden ende de weduwe Adriaen Mertens zuijden. Streckende uijt den weesten vande graft aff oostewaerts in tot de erven van Nicolaes de Wit toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         

                                                                                                                                              600: 0: 0

Item alnoch ten tweeden 3 hont ackerlant, gelegen inde voors juredicktie thusschen erfenis van Nicolaes de Wit weest ende de Geer oost. Streckende uijt den norden vande erve van Hendrick Backx zuijden zuijdenwaerts in tot de erve van de weduwe Adriaen Mertens toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                      200: 0: 0

Item alnoch het steken daer Jan Scheppen in heeft gewont, groot ontrent 4 hont. Corstiaen Jans de Zeeu zuijden ende dese erffenisse norden. Streckende uijtten westen vant Walleken oostewaerts in totte Geer toe. Getacceert op                                                                                                                       300: 0: 0

Item alnoch 6 hont ackerlant, gelegen ten norden de voors stede en weest Adriaen Bommelaer, Streckende ende eggende als voren. Getacceert op                                                                              400: 0: 0

Item alnoch eenen acker saeijlant, groot ontrent 4 hont, gelegen inden Endenest waer neggens weest is gelegen Gijsbert de Ruijter ende Jan Boeser oost, norden Hendrick Wouters cum suis ende kinderen van Corstiaen Cok uijt suijden. Getacceert op contant gelt                                                       200: 0: 0

Item alnoch eenen halve dries inde Geer met Gijsbert de Ruijter, ontrent int geheel 4½ hont, gelegen onder Cappel thusschen erffenis van Peeter Buijs zuijden ende Willem Vassen van Ammelroij norden ende Seijken weest ende Juffrouw de Jongh oost. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van        100: 0: 0

Item alnoch een binne delle, gelegen opden westenkant van Vroukensvaert, groot ontrent 3 hont, gelegen thusschen erffenis van Willem Franssen van Ammelroij cum suis norden ende suijden de erffgenamen van Aert Bommelaer. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert westewaerts in tot de erve van Jan Willems Cloot cum suis toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 100: 0: 0

Item alnoch een binne delle, gelegen op den selve kant, groot ontrent 3 hont int geheel, gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaer, de voors del norden ende Coenraet Baes zuijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert westewaert in tot Jan Willems. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                            25: 0: 0

Item alnoch eenen beijster, gelegen in Groot Waspick bij Cleijn Poukers huijsken, onbedelt met de erffgenamen van

Deze bovenstaande zin is doorgestreept

Item alnoch eenen binne delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert, groot ontrent 3 hont, gelegen thussen erffenis van de waeterganck zuijden ende Gijsbert de Ruijter norden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert westewaerts in tot de erven van Huijbert Aerts Cuijl toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                    200: 0: 0

Item alnoch een halve binne delle, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert, onverdelt (onverdelt) met Gijsbert de Ruijter, groot int geheel ontrent 3 hont, den waterganck zuijden ende Jan Freijsen norden. Streckende uijt den westen vander halver Vroukensvaert oostewaert in tot de erven van Willem Huijberden Zeijlmans toe. Getacceert                                                                                                      70: 0: 0

Item alnoch eenen beijster, gelegen in Groot Waspick bij Kleijn Poukers huijsken, onverdelt met de erffgenamen van Aert Bommelaer, groot 5 hondt, gelegen thussen erffenis vande weduwe vanden secretaris cum suis oost ende de erffgenamen van Thomas Wouters Zeijlmans west. Streckende uijt den zuijden vande waterganck aff nordewaerts in tot der halver Her straet toe. Getacceert op                        10: 0: 0

Item alnoch een halve buijten del, gelegen onder Waspick thussen erffenisse Jan Corstiaen oost ende weduwe Jacop de Bruijn weest uijtten suijden vande wiel norden in tot Cleijn Waspick toe. Getacceert op (niets ingevuld)

Item alnoch 3 geerden hooij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, gemen mette erffgenamen van Aert Bommelaer thussen erfenisse Huijb Dries Hoevenaer cum suis oost ende Peeter van Son west. Streckende uijtten suijden vanden Ka sloot aff norden in ter halver Oude Mase toe. Getacceert op        600: 0: 0

Item alnoch een moerveldeken opden oosten kant van Vroukensvaert, onverdelt met Willem Jacop Jan Rijssen ende Aert Bommelaeren erfgenamen cum suis. Getacceert op                              (niets ingevuld)

Item alnoch eenen gront gelegen onder Waspick theijnde Sgravenmoer, gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaer, gelegen thusschen erffenis van Adriaen Ceelen weest ende Jan Ceellen oost, groot ontrent 23 roeden. Getacceert op                                                                                              (niets ingevuld)

Item alnoch eenen gront, gelegen inde voors juredicte, gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaren voors, groot ontrent 25 roeden, gelegen thusschen erffenisse van Dierck Janssen Zeijlmans weest. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    (niets ingevuld)

Eerstelijck de inkomende penningen

Eerstelijck in kontante penningen bevonden int sterffhuijs 65: 3: 2
Staedt noch te ontfangen van Gijsbert den Decker over de huer vanden acker 7: 0: 0
Staedt noch te ontfangen van Adriaen Driessen tot Sprangh over lantpacht ter somme van 4: 0: 0
Staet te ontfangen vande kinderen van Jan Thomas Bommelaer ende van Adriaen Stoffelen over borghtoght ter somme  
Nog aen penningen int sterffhuijs bevonden 5:13: 0
Staet noch te ontfangen van Jan Scheppen over huijshuer ter somme van  
Staet noch te ontfangen van Jan Thonis Zeijlmans over huer vanden acker 10: 6: 4
Staet noch te ontfangen van Jan Scheppen insgelijck vanden selve acker 10: 6: 4

Uitgaende schulden

Item staet te betalen over reste van lanthuer aende kinderen van Adriaen Ockers ter somme van 29: 0: 0
Staet noch te betalen aende erffgenamen van Jan vander Pinten, ontrent 28: 0: 0
Staet te betalen aen Peeter de roij een obligatie van hondert gulden 100: 0: 0
Met noch een obligatie van vijftigh gulden aenden selve de Roeij, dus 50: 0: 0
Staedt noch te betallen de dootschulden, is samen ter somme van, volgens quitantie  

1 swart manteltien, 1 sersie manteltien, 1 blauwe lackenen rock, eenen grenen, 4 roijen luer baijen rock, 1 paer vrouweschoen.

Bedde ende hooffpeulinghs

Eerstelijck 2 bedde metde hooffpeulinghs daer onder een leijnden, 2 deckens, 4 orkussens, paer gordijnen, 3 slapelackens, 30 vrouwhemden, 2 manshemden, 25 kussensloven, 11 taeffelakens, 16 handoecken, 1 swarten roumantel, 1 broeck, wiedt lijnden lacken 12½ ellen, ongebleckt linde lacken 12 ellen, 13 slaepmutsen vrouwe, 7 nerseltjens, 3 nacjtmanteltjes, 9 sackneusdoecken.

Tenne werck

Thien tenneschottelen, 6 taeffelborden, 1 tennebecker, 2 tennewaeter potten, 4 tenne kommen, 2 tenne mosterpotten, 1 tenne botterpot, 5 tennesoutvatten, 14 tenne lepels, 3 tenne beckers, garen 13½ pont.

Koperwerck

1 koopere kandelaer, 2 koopere kannen, 2 koopere ackers, 2 koopere pannekens, 3 kopere ketels klijn en groot, 1 vier pan, 3 koopere potten, 2 hallen, 2 reustels, 2 fouthengels, 1 koeckpan, 1 hangheijser, 1 viereijser, 1 tangh, 1 schup, 12 houten taeffelborden, 5 tenne schotelen, 5 boter schotteltien, 2 keulse kommen, 3 lanteren, 3 beckers, 1 lamp, 1 kleerborstel, 1 paer schaellen ende de balans, 1 seijsie, 1 paer getouwe wannen, 1 snijback met de snij, 2 leeren, 1 asback, 2 tourffmanden, 1 voeijermant, 1 vlegel, 1 teuff kruegen, 3 helpers, 1 houte schoen, 1 duer nijt, het out huijsken, 1 mantelstock, 1 botterteijl, 1 botter emmer, 1 meulckschotten, 4 pollepls.

Een wageschotten kas, 1 etterstrot, 1 trogh, 1 slaepbanck, 1 kist, noch 1 kleijn kisjen, 1 kleermant, 1 naeijmant, 1 ettenkist, 2 taffels, 1 spinwiel, 1 torffton, 1 keren, 1 korenvadt, 1 watteremmer, 8 stoelen, 2 seven, 1 kanep, 2 melcktonne, schouwers, 1 ham, 2 sijen speck, 1 melckemmer, 1 watob, noch wat erdewerck van toften ende potten, 2 forken, 2 riecken, 2 pluckhacken, 1 keskoffken, een testament, 1 spigel, 1 lepelbordt, 1 keijback, 1 tertob, 1 spaeij, 1 scheijselschup, 1 graeft, 1 leck boeckweijt, rogh, persbonen, erten, haver, 2 koeij, 1 kalffvers, 2 hockelingh, ontrent 13 dusent pont hoij, ontrent 4 a vijff voedere turff, stroij ontrent, 1 vleskuijp, 2 deilen, eenen pot met vedt, 1 pot met gesouten bonnen, 1 melcktonneken, 2 schuijnspaen, 1 koppers blacker.

Aldus dese opteckeninghe rechtelijck gedaen op den lesten jannewarij 1696 ten overstaen van Gerrit Seijlmans, schout ende Adriaen Cornelissen Buijs ende Hendrick van Thilborgh, hemraden ende mijn secretaris present ende kennelijck.

Fol. 81r

Dellinghe vanden inboel tot de weduwe Thomas Bommelaer ende dat tot naerrichtinghe vande vrinden ende wesen. Desen 15e meert 1696

Eerstelijck is aende wesen van Jacop Commeren ende Jan Bommelaer wesen bevallen:

Den trigh, een vleston, quaet sest, een scholdes, 1 stoff, 5 houten taeffelborden, 2 kaijkorffkens, 4 muijseval met een hamerken, 1 kaeijmelck emmerken, noch een sest, den testament, 2 schildereijkens, 1 scherrebort, 1 streijckeijser, 1 klijn kisten, 1 kleermant, 1 torffton, 1 schabelleken, 1 knaep, 1 vlesblock, 1 trocken, 1 taeffeltien, 1 kiest, een roeij rijghlijff met een blouwen pluijmen, noch tien slapelakens, 12 vrouwehemden, thien fluewijnen, een tenne schottel voor de kinderen van Janneken, allen de grootse, noch voor de gelijcke wesen 3 tenne schottelen, 2 taefelborden, 1 becker, 2 soutvat, 1 mosterpot, 1 kom, 1 waterpot, 4 lepels, 1 kanschel, de koeijketel, spiegel ende tangh, 1 kraen, 1 kopere kan, 2 reustels, 2 fouthengels, 1 kerssnuitter, 1 viereijser, 14 hantdocken ende servetten, anderhalff eel widt linde laken, roulinde laecken ontrent 4 ellen, 14 slapkovels, 5 nuesdocken, 4 nerseltjens, garen ontrent 6 pont, 2 leeren, den snijback, de sij, het haergetouw, de krughen, de bannen uuerck, 1 ham met een sijen, een stucken speckt, 2 stoellen, 1 planck met een biesen, 2 olliestoepen, meolie, 1 gellen pispot, roeijen pispot, 2 schottelen, 2 botter schotteljes kuls 4 testen, gepeckelde kan, 2 stopkens, roij kan, 1 blou kanneken.

Noch voor de gelijcke erffgenamen 1 graef, een bleckelingh schup, een ruijffel, een melck thon, een koren vadt, noch voor de wesen alleen wat bon staecken ende ander branthout ende riedt.

Fol. 81v

Op huijden desen 17e meert 1696 soo wille Jacop Bommelaer als voght vande kinderen van Jan Thomas Bommelaer ende Thomas Jacops als toesinder vande voors weesen ende noch Jacop Bommelaer als voght vande wesen van Anneken Thomas Bommelaer ende Jacop Commeren als vader ende toesiender van sijne weesen ten overstaen van schout ende hemraden alhier houden erffhuijs ende int openbaer voor alle man ten meesten orbaer ende proffijt vande voornoemde weesen vercoppen: 1 koeij en kalff, dengende vers, eenen 2 jarigh os met 2 kalleveren ende alderhanden in boel van bed, bult, stoellen bancken, kooper ende eijserwerck, linde ende wolle ende verders alle het geene bij de voornoemde voochden te berde sal werden gebracht. Ende dat achtervolgens de conditie ende voorwaerden hier naer beschreven:

Item wie eenigh gelt biedt sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt alles op de boeten ende breuken van hondert goude reael te verbueren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer peijnen regt.

Item wil den heer officier wel een ander begrijpen maer selff niet begrepen wesen ende hout het eersten, tweeden en derden wort aen hem selfen.

Item sullen de mijnders ende koopers van eenige der selleveren gemijnde goederen gehouden sijnde de selve geredt contant bij het mijne te betallen al eer sij deselve van de werff sullen brengen ofte vervieren ende sullen voorden offecier betallen 1 stuijver vanden gulden op boeten als vornoemd.

Item houden de vrinden drie lossen aen haer selve.

Eerstelijck den secretaris een branteijser om 0:18: 0
Een schottel met vier testen bij Jacop Bommelaer 0: 2: 4
Drie kulse schottelen bij Mareijken Berevoets 0: 4: 0
Een haer getouw bij Jacob Bommelaer om 0: 6: 0
2 pispotten om bij Jacop Bommelaer om 0: 2: 0
1 kleermant bij Jacop Bommelaer om 0: 5: 8
1 paer slapelakens bij den schout om 1: 6: 0
1 paer slapelakens bij Jan Thonis Seijlmans 1: 5: 0
1 paer slapelakens bij janneken Peeter Thomas om 1: 5: 0
2 vrouwe hemden bij Wouter Adriaen Corsten om 1:10: 0
2 slaepelakens bij Jacop Dolck 1: 3: 0
2 hemden bij Wouter Adriaen Corsten om 1:18: 0
2 hemden bij Jacop Bommelaer 2: 4: 0
2 slaepelakens bij Jacop Dolck om 0:18: 0
2 fluewij (wij)n Janneken Luijkas 0:12: 0
2 fluwijnen bij Jan de Leuw om 0:15: 0
2 fluwijnen bij Pieter Janssen Genen 0:13: 0
2 fluwijnen bij den selve om 0:15: 0
2 servetten bij Thonis van Dommelen 0:13: 0
1 fluwijn met een servet bij Jan Vos om 0:10: 0
2 hemden bij Jacop Dolck 0:13: 0
2 hemden bij Pieter Janssen Genen om 1:13: 0
1 servet bij Wouter Adriaen Corsten om 0: 8: 0
1 serrevet ende wat ander prullen bij Janneken Luijkas om 0: 7: 0
2 hemden bij Pieter Janssen genen om 2: 2: 0
1 fluwijn bij Jacop Dolck om 0: 8: 0
1 lappen linden lacken bij Gijs de Wever 0:10: 0
2 kovelmutsen en een nersel bij Gijsbert de Ruijter om 0: 4: 8
1 nersel ende 2 kovelmutsen bij Sijken Josten om 0: 6: 0
3 kovelmutsen bij Piter Janssen Genen O: 5: 0
1 rijghlijff ende eenen schot bij Jan Corsten om 1: 2: 0
War rouwlinde laecken bij Juffrouw Veltelen 1:16: 0
Wat garen bij Wouter Adriaen Corsten om 2:10: 0
1 gronen rock bij Huijert Cuijl om 3:10: 0
Eenen beijbel bij Jan Thonis Zeijlmans 1:10: 0
1 tinne schottel bij Marken Hendricksen 0:12: 0
1 tinne schottel bij Cornelis Aerde om 0:16: 0
1 tinne schottel bij Mariken Hendricksen 0:10: 0
1 mosterpot bij Jan de Leuw 0:10: 0
1 kom met een soutvat bij Jacop Bommelaer 0: 8: 0
2 taeffelborden bij Mariken Hendricksen 0:11: 0
1 tinne becker bij Juffrouw Voltelen 0: 9: 0
1 waeterpot bij Jacop Bommelaer om 0:14: 0
1 kers snuitter ende 4 tinne lepels bij Mariken Hendrick om 0:13: 0
1 rustel met eenen fouthangel bij Dierck Zeijlmans om 0: 7: 8
1 rustel met eenen fouthangel bij Dierck Zeijlmans om 0:10: 0
2 seven bij Jacop Bommelaer 0:11: 0
5 houten taeffel borden bij Pieter Buijs om 0: 3: 0
1 serrebort ende een eijservasl bij Gus de Wever om 0: 7: 0
1 stopken met een kan bij Jacop Bommelaer om 0: 6: 0
2 keulse kanne met een melckemmerken bij Gus de Wever 0: 2: 4
1 kiestien bij Jochum Franssen 0:12: 0
1 spiegel bij Jacop Bommelaer 1: 5: 0
1 kopere kan bij Jan Thonis Zeijlmans 1:12: 0
1 kopere ketel bij Jacop Bommelaer 6:18: 0
1 taeffeltien bij Huijbert Peeters den Holstijnder 0: 5: 0
Wat sijspeck bij Dierck Zeijlmans om 4 stuijvers het pont 2: 2: 0
1 schouwer bij Pieter Fijenbuijck ider pont 4 stuijvers 16 penningen 2: 2: 0
1 fles cuijp bij Jacop Bommelaer om 2: 0: 0
1 wan bij Thonis van Dommelen 0: 7: 0
1 snijback met de snij bij Jacop Bommelaer 1:11: 0
1 leerken bij Dierck Janssen om 0:16: 0
Noch 1 leerken bij Thomas Reijcken om 0:16: 0
1 krengen bij Cornelis Bastiaenssen om 1:13: 0
1 bedt bij Jan Thonis Zeijlmans om 12:10: 0
Den trogh bij Jacop Bommelaer 3: 4: 0
De twee stoellen bij Jenneken Vassen 0:15: 0
De kiest bij Jacop Bommelaer 2:12: 0
Het stroeij met den hondert, gemeijnt bij Cornelis Willemsen Swaert ende is for 2: 3: 0, 2 hondert comt 4: 6: 0
Noch 1 vat branthout met riet ende boenstaecken, gemeijnt bij Peter Fijnebuijck 3:17: 0
De echt bij Jacop Bommelaeren om 0:17: 0
de ploegh bij Jacop Bommelaeren om 5:10: 0
De eertkar bij Jacop Bommelaer 10: 5: 0
Noch een eght, gemeijnt bij Jan Scheppen om 0: 3: 0
1 brijn blaer koeij bij den schout om 36: 0: 0
Noch een blaer veers bij Jan Scheppen 32:10: 0
Den roeijen oos bij Hendrick van Grevenbroeck 19: 5: 0
Noch een kalff bij Jacop Bommelaer 7: 0: 0
Den toorff bij Peeter Fijnebuijck de twee manden voor 0: 5: 0
1 graeft ende een bleckelingh schup bij Peeter de Muelder 1:16: 0
De grote kist van Jacop Bommelaer bij Hendrick van Grevenbroeck 1:12: 0
1 het heck bij Jacop Bommelaer 1: 4: 0

Den rogh gecooft bij Jacop Commeren met de vat ider vat 16 stuijvers

Den boeckwijt bij den secretaris om 12 stuijvers 8 penningen het vadt, 8 vaet

De haver bij Dierck seijlmans om 10 stuijvers het vadt, drie vaet

De persbonen bij den schout om 13 stuijvers 8 penningen het vadt, 2 vaedt brenden ?

Fol. 84r

Scheijdinghe ende erffdeelinghe tusschen Adriaen Berrevoets, Adriaen Vaders ende Peeter Domen. Van soodanighe goederen als sij samen int gemeen hebben leggen alhier in Groot Waspick. Gedaen ende gepasseert desen 19e meij 1696

Eerstelijck soo is Adriaen Berrevoets als getrout hebbende Dingetie Janss Vaders gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het 3 hont vande geheele breete vande steede uijten oosten, west in totten dijcken boom toe ende moet van Peeter Domen trecken 83 gulden 3 stuijvers. Peeter Domen suijden ende weest ende Adriaen Vaders noorden.

Item is de selven nogh beërdeelt op het derde paert van Jan Wouterss acker op den oostenkant.

Noch is den selven gecavelt op de helft van een del op de weeste kant van Vroukensvaert met Adriaen Vaders.

Item hiertegens soo is Adriaen Vaders gelodt ende beërfdelt op de voorss andere helft vanden dell aende suijtt sij.

Item alnoch een gerechte derde paert vande breete inde stede van sijn vader aende noort sijde.

Item hiertegens soo is Peeter Domen als getrout hebbende Neeltie Janss Vaders beërffdeelt op het huijs en erve totten dijck off erve van Bervoets in en voorts met 3 hont vande stede aen de suijtsijde vande ackewr van Koen Baes oost in totte Geer toe en moet aen Bervoets uijtreijcken

                                                                                                                                               83: 3: 0.

Item alnoch een helft in Peeter Thomas delleken waer van hem de wederhelft is kompiterende en moet een halff weijdijck maken vanden dijck vande del van Adriaen Vaders en Bervoets. Aldus soo sijn paertijen vertijt en vertegen met handt alm ende monden ende sal eenider het sijne aenverden met alle wege, stegen, schouwen ende naerbueren rechten. Ter presentie van Gerrit Seijlmans, schout, Dierck Seijlmans en Frans Boeser, hemraden, desen 19e meij 1696.

Fol. 85r

Rechtelijcke opteckeninghe (ghe) gedaen tot Adriaen Berrevoets ende Catarina Janssen van Ribben van alle de erff ende meubele goederen die metter doot sijn ontruijmt ende naergelaten bij Adriaen Huijberde Berrevoets. Desen 21e junij 1696

Eerstelijck een huijs, hooff, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick thusschen erffeniss van des dorpsdijck weest ende Adriaen Cornelissen Buijs oost. Streckende uijt den noorden vant kerck hoff aff suijdewaerts in tot Jan Wouters erve toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch eenen acker saeijlant, gelegen in Sgravelduijn Waspick thussen erffenis van Cornelis Camp oost ende de erffgenamen van Adriaen de Jongh weest, groot ontrent 2½ hont. Streckende uijt den norden vande erffgenamen van Cornelis Camp suijden waert in tot Cuijpers Leij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                               (niets ingevuld)

Item alnoch noch eenen acker saeijlant gelegen Boven, achter de steden van Peeter Domen, sijnde het gerechte derde paert, groot ontrent 1¼ hondt, gelegen thussen erffenisse van Adriaen Vaders noirden ende Peeter Domen suijden. Streckende uijt den weesten vande erven van Peeter Domen tot de Geer toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                         

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch ontrent 2 hont ackerlant, gelegen boven inde Ruijcht, gelegen thussen erffenissen van Adriaen Vaders wwest ende oost Willem Huijberde Seijlmans. Streckende uit den noorden vande erve van Willem Seijlmans aff suijdewaert in tot de erve vande erffgenamen van Aert Bommelaer toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                      (niets ingevuld)

Item alnoch een halff delleken met Adriaen Vaders bedeelt op den noorden kant, gelegen binnen opden weesten kant van Vroukensvaert thussen erffeniss van Johan de Bruijn norden den voornoemden Vaders inde selve del suijden. Streckende uijt den westen vande erve vande weduwe Thomas Seijlmans, in sijn leven secretaris, oostewaerts in tot der halver Vroukensvaert toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                               (niets ingevuld)

Item alnoch een paerte inde Twee Bomles del, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert.

Item alnoch een partijken moer, gelegen aen Sgravelduijn in Groot Waspick, gemeen met Jan Woutersz kinderen tot Cappel ende Hans Meulders cum suis.

Item alnoch een partijken moer, achter Jan Laveren, gemeen met de voornoemde erffgenamen mede gelegen in Groot Waspick.

Eerstelijck een peerdt, een koeij, een hockelingh vers, 1 kalf.

Inkomende penningen

Eertelijck aen permissie schellinghe bevonde ter somme van 129: 1: 0
Noch 18 reijdaelders, maeckt 45: 0: 0
Drie quaerts, is 4:17: 8
Noch quaeij schellinge 22: 5: 8
Noch aen dubbelties ende enckeltiens 3:14:12
Aen goeij schellinghe 10: 4: 0
Twee ende eenen halven ducaton, is samen 7:17: 8
4 gulden penningen, is 4: 0: 0
38 stuijvers penningen ende een 4 stuijvers, is samen  1: 8: 0
somme 225: 8: 8
Noch aen gelt bevonden 12: 0: 0
Noch aen gelt bevonden  10: 3: 8
  247:12: 0
Staedt te ontfangen van Hendrick van Grevenbroeck ontrent 200: 0: 0
Staedt te ontfangen van Peeter Domen per obligatie In de kantlijn: dese obligatie bevallen aende erfgenamen van Dingentien Janssen Vaders 100: 0: 0
Comt noch van Peeter Domen vande uijtreijcken vande dellinge In de kantlijn: dese post is bevallen aende erffgenamen van Janssen Vaders 101: 7: 0
Stadt noch te ontfangen de huer vande halff del van Hendrick van Grevenbroeck vant jaer 1696 ter somme van 5:10: 0
Staedt noch te ontfange per obligatie op de weduwe Claes Thonis op Willem van Gentsvaert 50: 0: 0
Met noch een jaer intrest tot 2: 0: 0
Staedt noch te ontfangen van Arnoldus Ophorst over gelent gelt 60: 0: 0
Staedt noch te ontfangen over gelent gelt van Willemken Snijder ter somme 3: 0: 0
Staedt nocg te ontfangen over gelent gelt van Adriaen Janssen van Ribben 6: 0: 0
Comt noch volgens quitantie vande jaere 1696 van dato den 12e meij over verschot aen 14 graven vande sloot vande geert van Juffrouw vander Liedt dat op de lopende hier gecort moet worden In de kantlijn: dese somme voldaen aende gemeen erffgenamen door Cornelis Tuenische Seijlmans met de somme van 6:17: 8 6:17: 8
Noch vande huijt van bestien ontfangen dat int eerffhuijs geslacht is 1:10: 0

Bedde ende huijsraet

Twee veren bedde met een duijllen bedde met hooft peulingh, 3 oircussens, 3 deckens, 1 paer gordijnen, 1 kerckboeck, 14½ slapelakens, 1 blou tavellacken, 21 fluewijnen, 19 laeskledt, 4 trille taeffellakens, 1 schouwkeedt, noch 4 linden deecken, noch 3 sachnuesdoecken, laecken tot 4 hemden ongenijdt.

Tinne werck

4 tinne schotelen, 16 tinne lepels, 1 tinne boeterpot, 2 tinne moeties, 1 tinne kom, 1 kopere vierpan, 1 kopere kan met de aecker, 1 kopere schuijmspaen, 1 kopere temst, 1 panneken, 3 kopere ketels.

Eijser werck

2 haellen, 2 ruestels, 1 hengh, 1 koeckpan, 1 koeckschup, 2 aelspet, 1 kapmes, 1 fouthengel, 1 assschup, 1 viereijser, 1 tangh, 1 strijckeijser, 1 perscher, 1 eijsere pot, 2 elsies, 2 seijsies, 1 sicht met den haeck, 1 haergetouw, 1 rustel, 1 spaij, 1 deel out eijserwerck.

Hout werck

3 wageschotte kassen, 1 grijne ettens speijnt, 1 wageschotte kist, 1 witte greijne opslagende taffel, 1 trogh, 1 geverde opslaggende taffel, noch 1 grijne taeffel, 1 eijsslee, 1 wagenschotte taeffeltien, 1 hanghtrorken, 1 korff, 1 naeijmant, 1 lockmant, 1 kleerborter, 1 spiegel, 1 wiel, 1 verken daer men den vloer met veght, de schellen met het gewicht, 1 wil, 1 karen, 3 melcktonnen, 1 scherrebort, 1 boeter tell, 1 wastob, 2 wateremmers, 1 reecken, 1 kannebort, 1 lepelbort, 7 stoelen, 1 kleijn schabbelken, 4 vuercken, 1 rieck, 1 torfftobbeken, 1 stoff, 1 blecke lamp.

1 wagen met sijn toebehoorten, 1 kar, 1 karkussen, 1 grel, 1 ploegh, 1 grooten krengen met het radt sonder spiel, ontrent een duijsent hoij, ontrent 60 bossen stroeij, noch 2 a 4 qua tonnen, 1 stroeijen vadt, 1 lantteren.

Keuls werck

4 keulse schottelen, 8 boeter schotteltiens, 14 taeffelborden, 10 kannekens daer onder 2 met scheelen, 2 kommeken, 6 erde schoetteltiens, 2 duerslagen, testen, 3 botterpotten, 1 pot met wat vedt, 1 nieuw schouw.

Rogge en boeckwijt

Eerstelijck 21 vadt rogge, 8 vadt boeckweijt, 46 raep koeck, 2 sacken, het seijl vande schuijt, de stickscheer met een schuijtenboom.

Deijlinghe vande inboel ende leijviet ?

Eerstelijck soo is aen de erffgenamen van Dingentien Janssen Vaders bevallen nieu lacken tot 2 hemden, 7 slapelakens.

Is aen weskinderen van Matheus Janssen bevallen 1 slapelaken, 1 fluewijn, 1 blou taffellacken, 1 miesboeck, moch stucken wiet lijnde laecken, ontrent een el.

Fol. 88r

Op huijden desen 26e junis 1696 soo wille de gelijcke vrinden ende erffgenamen van Adriaen Berrevoets ende Dingetien Janssen Vaders houden erffhuijs ten overstaen van schout ende gerechten alhier ende voor alle man vercooppen ten proffijt vande voornoemde erffgenamen ende wesen van Matheus Janssen Vaders. Eerstelijck een schoonen swarte kolde vielle merie met het vuellen daerbij, een koeij, een vers, een kalff, 1 wagen, kar, ploegh, greel als anderen inboell soo als die bijde voornoemden vrienden te berde sal werden gebrocht. Ende dat achtervolgens de conditie ende voorwaerden hier naer beschreven:

Item wie eenigh gelt biedt sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt alles op de boetten ende breuken van hondert goude reaellen te verbueren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer peijnen regt.

Item will den heer officier wel een ander begrijpen maer wiell selffs niet ende hout het eersten, 2en en derden wordt aen hem selfven.

Item sullen de mijnders ende coopers van eenighe der selleveren gemijnde goederen gehouden sijnde de selve geredt ende contant te betaellen all eer sij deselven van de werff sullen brenghen ofte vervueren ende sullen voorde offecier betaellen 1 stuijver vanden gulden op gelijcke boetten als vornoemd.

Item houden de vrinden van Dingentie Vaders drie kossen aen haer selve.

Eerstelijck het goet dat de gelijcke erffgenamen aengaet

Eerstelijck het nieuw bedt bij Cornelis Cornelis Thonis Seijlmans 21: 0: 0
Het kar kussen met de licht bij Cornelis Thonis om 0:18: 0
De slede bij Cornelis Thonis Seijlmans om 5:10: 0
De kar sonder raeij bij Peeter Domen om 4:10: 0
De wagen bij Cornelis Thonis Seijlmans om 16: 0: 0
De koeij bij Adriaen Vaders 43: 0: 0
Het kalff bij Adriaen Vaders 3: 5: 0
Het peert bij Gerrit Seijlmans, schout, om 144: 0: 0
De ploegh bij Cornelis Thonis Seijlmans om 0:15: 0
De schouw bij Peeter Janssen Geenen om 20: 0: 0
Noch eenen bom bij Dierck Seijlmans 2:10: 0
Noch bij Jost van der Hoeven een vers gecooft, comt daer van 7: 0: 0

Hier volght het goet dat de gelijcke erffgenamen van Dingetie Janssen Vader aen gaet

Den torff gemijnt bij Catelijn Janssen Ribben om 2: 8: 0
Het grel bij Peeter Boeser om 1:10: 0
2 kussens bij Pieter Janssen Geenen om 1: 2: 0
Een roeijen luer met een kussen bij Jacop Dolck om 2: 7: 0
1 blouw decken bij Adriaen Vaders om 4:17: 0
1 bedt met den hooftpeulingh bij Pieter Janssen Geenen om 7: 2: 0
Den grooten keetel bij Adriaen Vaders om 2:11: 0
Het greel bij Coenraet Baes 0: 2: 0
De suijcken met 3 kruijcken bij Huijghen Peeters om 1: 0: 0
De pontertouwen bij Adriaen Vaders om 0:10: 0
De koeckpan bij Stoffel Peeters om 0: 7: 0
De naijmant bij Jenneken Scheppen 0: 4: 0
1 haergetouw bij Hendrick van Grevenbroeck 0:13: 0
1 boeterteijll ende eenen ruster bij Adriaen Vaders om 0:15: 0
1 rustel bij Peeter Domen om 0:13: 0
Een kopere panneken met een kapmes bij Pieter Janssen Geenen om 1: 0: 0
Een kannebordt bij Pieter Janssen Geenen om 0:11: 0
1 trogh bij Thonie Huijberden Coninch om 5:15: 0
7 lepels bij Pieter Janssen Geenen om 0:13: 0
De sicht met de haeck bij Adriaen Vader om 0: 7: 0
Een meulck ende eenen vieshouwer Jenneken Scheppen om 0: 7: 0
Een stroijen vadt bij Jacop Dolck om 0: 3: 8
1 viereijser bij Adriaen Vaders om 0:10: 0
1 hackmes ende den rickhack bij Pieter Janssen Geenen om 0:12: 0
1 tonneken bij den scholmeester van Raemsdonck om 0: 7: 0
1 kopere kan bij Adriaen Vaders om 3: 5: 0
2 tinne schottels bij Adriaen Vaders 1:17: 0
1 stop bij Jan Willemsen Kloot om 0: 2: 0
1 tems ende de botterlepel bij Huijh Peeters om 0: 5: 0
1 deurslagh bij Pieter Janssen Geenen 0: 2: 0
1 kanne wasser bij Thonie Konnincq 0: 3: 0
Wat eerde werck bij Thonie Conincx 0: 3: 0
Een boeterpot met een kan bij Stoffel Peeters om 0: 3: 0
1 graff met de bot bij Jan Kalff 0: 4: 0
Een eust bij den secretaris 0: 6: 0
Een spiegel bij Marijken Vader om 0:11: 0
Wat keuls goet bij Stoffel Peeters 0: 3: 0
2 pintjes bij Thonie Conincx 0: 3: 0
1 keuls botterschotteltien bij Peeter Boeser 0: 2: 0
6 taeffelborden bij Jenneken Scheppen 0: 3: 0
Adriaen Vaders 6 stoelen 0:12: 0
2 botter schottelties bij Adriaen Vaders 0: 4: 0
1 schottel bij Adriaen Engelenbergh 0: 3: 0
1 schottel bij Stoffel Peeters 0: 2: 0
1 witte kan bij Lendert Verhaeren 0: 2: 8
1 torffmant bij Lendert Verhaeren 0: 3: 8
1 seijsie bij den secretaris 1: 2: 0
Noch een seijsie bij Peter de Smidt 0: 8: 0
Peeter Janssen Geenen den torff om 3: 0: 0
Vercken bij Peeter Domen 0: 8: 0
Adriaen Vaders den acker 1:18: 0
1 melckthon bij Adriaen Vaders 1: 2: 0
1 sest ende wat ander prullen bij Segerde Smidts 0: 8: 0
1 schuijt en boom bij Willem de Ruijter 0: 7: 0
1 karen bij Jan Kalff 1: 0: 0
1 vleston bij den scholmeester van Raemsdonch 0:14: 0
1 deurken bij Petere Domen 0: 3: 0
Noch Peeter Domen de haell 1: 6: 0
1 koeijback Willem Mouthaen 0: 6: 0
Maeijken Vaders 2 sacken 0:12: 0
1 taeffeltien bij Maeijken Vassen 0:13: 0
1 ton met wat rommelwerck bij Kornelis Kamp om 0: 3: 0
1 kasken off een ettenstror bij Willem Mouthaen om 0: 5: 0
1 taefeltien bij Maeijken Vaders 1:11: 0
Het hout int gebeent bij Pieter Geenen 3: 0: 0
Het kasken int voorhuijs bij Seeger de Smit 1: 0: 0
De helft vant saedt … inden hooff bij Pieter Janssen Geenen 2: 0: 0
Het hoij bij Maeijken Vaders 1:18: 0
Het stroeij bij Peteer Woutersz ter somme 1: 5: 0
   
Bij Adriaen Vaders als voght ontfangen voor de kinderen van Matthijs Janssen Vaders ontfangen 21:14: 0
Noch voor deselve kinderen ontfangen 5: 2:12
Noch bij den vocht ontfangen 9: $: 6
Alnoch voor de wesen ontfangen 5: 9: 0

In de kantlijn: Bekenne voorde helft voldaen te wesen van dese uijtreijkingh door Adriaen Vaders met 20 gulden 15 stuijvers. Desen 25e julij 1699. Geerken ? Matthijsse.

In de kantlijn: Bekenne ick ondergeschreven voor mijn ende mijn broeder voldaen te wesen met de somme van. Deze zin is doorgestreept.

Bekenne ick Marta Vaders van dese bovenstaende uijtreijckinghe voldaen te wesen van Adriaen Vaders met 20 gulden 15 stuijvers soo dat hij mijn van desen staedt te volle heeft voldaen. Actum Waspick desen 18e junij 1702. Marta Vaders.

Noch bij Adriuaen Vaders ontfangen voorde kinderen van Hendrick Janssen Vaders 21:14: 0
Noch bij de selve Vader voorde voors kinderen ontfangen 5: 2:12
Noch bij Adriaen Vaders ontfangen voorde bovengeschreven kinderen 9: 4: 6
Alnoch bij de voornoemde Vaders ontfangen voorde voors kinderen 5: 9: 0

In de kantlijn: Bekenne van dese neffenstaende uijtreijckingh voldaen te wesen voor mijn ende mijn broeder met de somme van thien gulden ende thien stuijvers. Actum Waspick desen 25e julij 1699.

Hendrick Vaders

Fol. 90v

Scheijdinghe ende erffdellinghe tusschen de kinderen van Johan Huijberts de Bont ende Aeltje Cornelis Camp met namen Cornelis Janssen de Bont, Peeter ende Jan Jansen de Bont ende Mathijs ende Hendrick ende Dingena de Bont. Alle kinderen ende erffgenamen van Johan de Bont ende Aeltje Cornelis Camp voors. Ende dat van alle de erffgoederen haer bij haer ouders voornoemt metter doot ontruijmt. Gedaen ende gepasseert desen 11e  februarij 1697

Eerstelijck soo is Cornelis Jans de Bont ende Mathijs Jans de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op vijff geerden ende een vierendeel ende een halff vierendeel ende een sestiende paert van een geert, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van verthien een halleve geerde waer van Johannis Coninch int selle stuck met een vierde paert is gelegen weest ende Bastiaen Huijbers Vassen cum suis gelegen oost. Streckende vande Kaa sloot aff noirdewaerts in tot den halleven Scheij sloot ofte Oude Maese toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                               780: 0: 0

Item hier tegens soo is Peeter Janssen de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op 2 en eenen halven mergen ende een halff hondt, gelegen onder Eetten, in seven mergen, overdelt met het Geestelijck Cantoir ende de weduwe Wouter Huijberden Zeijlmans, gelegen thussen erffenis van Lendert Kolijn gelegen suijden ende het lant van Naut Hulsen ? noirden. Streckende uijt den weeste vande onwetse stegge tot de oostense betteijninge toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                     780: 0: 0

Item hier tegens soo is Jan Janssen de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op een huijs, hoooff ende de erven daer hij tegenwoordigh in woonende is, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick, thussen erffenis vande weduwe Thomas Zeijlmans, secretaris, gelegen weest ende Hendrick de Bont oost. Streckende vande hallever Her straet uijt den noorden zuijdewaert in tot den Piespot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           780: 0: 0

Item hier tegens soo is Johan de Bont noch bedelt op het halff bosken met Frans Adriaens Camp, gelegen voort huijs van Seger de Smidt.

Item hier tegens soo is Hendrick Janssen de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het huijs daer hij tegenwoordigh in woonende is ende dat soo iegenwoordighh in sijn timmerasie staet. Ende sijn mies vooren over het erff van Jan de Bont ende de plaets om te leggen, gelegen thussen erffenis van Johan de Bont oost ende Gieltie Willems de Graeff weest. Streckende uijt den noirden vander halver Her straet zuijdewaerts in tot de erven van Jan de Bont toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 600: 0: 0

Item alnoch soo is Hendrick de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op de westensche helft vanden acker, gelegen in Groot Waspick thussen erffenis van Cornelis Adriaensen Camp oost ende west Gerrit Peeters cum suis. Streckende uijt den noirden vande erven van Jan de Bont zuijdewaerts in tot de erven van Adriaen de Jongh toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                          180: 0: 0

Item hier tegens soo is Cornelis Janssen de Jongh die in huwelijck is hebbende Dingena de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtige helft van seven ende een halleve geerde, gelegen over Scheepsdiep in Cleijn Waspick, gelegen thussen erffenis vande heer Sasborgh weest ende het Leijtslant oost. Streckende uijt den van Scheeps diep aff noirdewaerts in tot den halleven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                        700: 0: 0

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monde soo dat eenen op den anderen sijn paert niet meer heeft te preetenderen als voors staet maer nemdt ider het sijne aen met sijn contrabutie ende lasten van outs daer op staende. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Hendrick van Thielborgh, hemraden.

Fol. 92r

Scheijdinghe ende erffdellinghe tussen Hendrick Janssen de Bont ende Cornelis Adriaensen Camp van eenen acker zaeijlant, gelegen in Groot Waspick. Gedaen ende gepasseert desen 11e februarij 1697

Eerstelijck soo is Hendrick Janssen de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op den westensche helft van eenen acker zaeijlant, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick thussen erffenis van Gerrit Peeters cum suis weest ende Cornelis Adriaens Camp oost. Streckende uijt den noirden vande erven van Johan de Bont zuijdewaerts in tot de erve van Adriaen de Jongh toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                        168: 0: 0

Item hier tegens soo ois Cornelis Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op den oostensche helft vanden voors acker, gelegen inde voors juredicktie, thussen erffenis van Adriaen de Jongh oost ende Hendrick de Bont weest. Streckende uijt den suijden vande erven van Adriaen de Jongh tot de erven Jan de Bont noirden. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                              168: 0: 0

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monde soo dat den eenen op den anderen sijn paert niet meer heeft te pretenderen maer moet ider het sijne aen verden met sijn contrabutie ende lasten van outs daer op sijn staende. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Hendrick van Thielborgh, hemraden.

Fol. 92v

Scheijdinghe ende erffdellinghe tusschen de gelijcke kinderen van Thomas Bommelaeren ende Adriaentje Meusen. Van alle haere erffgoederen die sijn metten doot hebben ontruijmt ende naergelaeten sij als volght:

Eerstelijck soo is Jacop Bommelaeren gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het halff huijs, hooff ende het halff acker lant daer aen gelegen. Ende dat volgens testament. Gelegen op den noirden kant, gelegen Boven op Vroukensvaert thusschen erffenis van Jan Tonis Zeijlmans gelegen zuijden ende Hendrick Backx noirden. Streckende uijt den weesten vanden Vroukensvaerts greppel aff oostewaerts in tot den acker van Niecolaes de Widt toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                400

Item alnoch soo is Jacop Thomas Bommelaer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op eenen halven acker ontrent 1½ zaeijlant, boven inde Ruijcht in Groot Waspick, gelegen tusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans weest ende de Geer oost ende noirden Hendrick Backx ende zuijden de weduwe Adriaen Mertens. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                            100

Item alnoch soo is Jacop Thomas Bommelaer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent 2 hont lants int Aut Steken, gelegen in Groot Waspick voors aende zuijden kant waer van Kornelis Janssen de Zeuw is gelegen zuijden ende Jan Aerts Schep int selve lant norden. Streckende uijt den weesten vanden hallever Vroukensvaert grieppel aff oostewaerts in tot de Geer ofte de Wal toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                  150

Item alnoch soo is Jacop Thomasse Bommelaer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte twaelffde paert over de Leijen in het ackerlant, gelegen thusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans weest ende Jan Aerts Schep oost. Streckende uijt den noirden vande weght aff zuidewaerts in tot de Leij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                              20

Item alnoch een halven dries, gelegen onder Capel, gemen met Gijsbert de Ruijter, gelegen thusschen erffenis van Pieter Buijs zuijden ende Willem Franssen van Amelroeij noirden. Streckende vanden Geer sloot aff oostewaerts tot de Hooff van Heukelem toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                        80

Item alnoch soo is Jacop Thomas Bommelaer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een binnen delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert thusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans ende de erffgenamen van Aert Bommelaer zuijden ende noirden Jan Jacops cum suis. Streckende uijt den oosten vander hallever Vroukensvaert weestewaert in tot de erven van Jan Willemsen Cloot cum suis toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                100

Item hier tegens soo is Jan Aerts Schep gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte vierde paert inden acker van outs genaemt Den Meulder, gelegen thusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans oost ende Claes de Wiedt weest ende Hendrick Backx noirden ende de weduwe Adriaen Mertens zuijden. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                              75

Item alnoch soo is Jan Aerts Schep gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent 2½ hont int Out Steken, gelegen thusschen erffenis van Jacop Bommelaer zuijden ende Jan Thonis Zeijlmans noirden. Streckende uijt den weesten vanden halleven Vroukensvaert grieppel oostewaerts in tot den Wall toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                200

Item alnoch soo is Jan Aerts Schep gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechte helft op een twaelffde paert over na inden acker over de Lij, gelegen thusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans weest ende Jan Boeser oost. Streckende vanden stege uijt den noirden aff zuiden in tot de Leije toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                              100

Item alnoch soo is Jan Aerts Schep gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een geerde hoeij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, onverdelt met Jacop Commeren kinderen ende Gijsbert de Ruijter cum suis, gelegen thusschen erffenisschen van Peeter van Son weest ende Huijbert Dries cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot aff noirdewaerts in tot den halleven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    200

Item hier tegens is Jacop Commeren, als in huwelijck gehadt hebbende Anneken Thomas Bommelaer voor sijne kinderen bij haer in echten verweckt, gelodt, gecavelt ende beërfdelt op twee geerden hoeij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, onverdelt met Jan Aerts Schep ende Gijsbert de Ruijter cum suis, gelegen thusschen erffenisschen van Peeter van Son weest ende Huijbert Dries cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot aff noirdewaerts in tot den halleven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    400

Item alnoch soo is den voornoemden Jacop Commeren in sijne qualiteijt voors gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent 2 hont ackerlant, gelegen boven inde Ruijcht, thusschen erffenis van Jan Thonis Zeijlmans zuijden ende Adriaen Bommelaer noirden. Streckende uijt den westen vander halver Vroukensvaert grieppel aff oostewaerts in tot de Geer toe. Gelegen thusschen erffenisschen van Peeter van Son weest ende Huijbert Dries cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot aff noirdewaerts in tot den halleven Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                     150

Item hier tegens soo is Jan Thonis Zeijlmans, die in huwelijck is hebbende Marieken Thomassen Bommelaer, gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op het halff huijs met den halleven hooff ende het halff ackerlant daer aen gelegen. Ende dat volgens testament. Gelegen op den zuijden kant, boven inde Ruijcht thusschen erffenis van weduwe Adriaen Mertens zuijden ende Jacop Bommelaer met de wederhelft noirden. Streckende uijt den weesten vanden halleven Vroukensvaerts grieppel oostewaerts in tot den acker van Claes de Wiedt toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                    400

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op ontrent 2½ hont ackerlant, gelegen Boven inde Ruijcht, thusschen erffenis van Jan Scheppen zuijden ende Jacop Commeren noirden. Streckende vander hallever Vroukensvaerts grieppel uijt den weesten, oostewaerts in tot de Geer ofte de Wall toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                150

Item alnoch soo den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het vierde paert van den Meulders acker, gelegen Boven in Sgravenduijn Waspick thusschen erffenis van Jan Aertse Schep weest ende Jacop Bommelaer oost met den houtwas vanden Wal voor altijt. Streckende uijt den weeste vande erven van Hendrick Backx noirden in tot de erven van de weduwe Adriaen Mertens toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                            75

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het 4e paert inden acker over de Lijen, gelegen thusschen erffenis van Gijsbert de Ruijter weest ende Jacop Bommelaer oost. Streckende uijt den noirden vande stege aff zuijdenwaerts in tot de Lij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                             (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het vierde paert in noch eenen acker zaeijlant, mede gelegen over de Lijen, gelegen tusschen erffenis van Jan Aerts Schep gelegen oost ende west. Streckende als het bovenstaende. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   100

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een binnen delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert thusschen erffenis vande waetterganck ofte Peeter de Bont weduwe zuijden ende Gijsbert de Ruijter noirden. Streckende uijt den weeste vande erve van Huijbert Aerts Kuijll oostewaert in tot der hallever Vroukensvaert toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   150

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtighe helft van twee binne dellekens, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert, gemeen ende onverdelt met Gijsbert de Ruijter, gelegen thusschen erffenis van den watterganck zuijden ende Jan Tijssen noirden. Streckende uijt den weesten vander hallever Vroukensvaert oostewaerts in tot de erven van Willem Huijberden Zeijlmans toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                             100

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een halff delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert, gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaeren, gelegen thusschen erffenis van Coenraet Baes zuijden ende Jacop Bommelaeren noirden. Streckende uijt den oosten vander hallever Vroukensvaert westewaerts Jan Willemsen Cloot cum suis.                                                                                                                                                        50

Item alnoch soo is den voornoemden Jan Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op een halff beijsterken, gelegen in Sgravenduijn Waspick, gemeen ende onverdelt met de erffgenamen van Aert Aerts Bommelaere, gelegen thusschen erffenis vande weduwe Thomas Wouters Zeijlmans gelegen weest. Streckende uijt den noirden vander hallever Her straet tot hallever Waetterganck toe. Getacceert         5

Item alnoch eenen beijster daer theijnde aen gelegen houden de voors int gemeen ende is gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaeren                                                                                             10

Item alnoch houden de vrinden int gemeen de buijten del bij Thijs Jan Huijgen, gemeen met de erffgenamen van Aert Bommelaeren, gelegen thusschen erffenisschen van Jan Corstiaensen oost ende de weduwe Jacop de Bruijn weest.

Fol. 96v

Op huijden den 6e meert 1697 compareerden voor ons ondergeschreve schout ende gerechten van Groot Waspick Jacop Thomassen Bommelaer als vocht kindere van Jan Thomassen Bommelaer ende Willem Jacopsen als toesiender vande wesen van Anneken Jacopsen. De wellcke sijn renoncieërende over alle de goederen de welcke de wesen vanden voorss boedel soude mogen comen te competeren ende dat om redenen dat ons schout ende gerechten van Groot Waspick is geblecken soo veell schuldigh ende lasten volgens bortochte die ten lasten vande voors wesen waeren streckende als anders ons genochsaem vertont dat wij dat ons niet willen moeten ende gehad daer van sijn renonsieërende ende laeten de selleve ten proffijtten vande voors boedel.

Aldus dese dellinge rechtelijck gedaen met hant alm ende monden soo dat ider gedelte moet aenvaerden met sijn dijcken, dammen, contrabutie ende andere lasten met recht van outs daer toe behoorende. Te vrijen ende te waeren naer den recht vanden landen voorts als behoort. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Hendrick van Thilborgh, hemraden. Actum desen 6e meert 1697.

Fol. 97r

Scheijdinghe ende erffdellinghe thussen de gelijcke kinderen van Frans vande Laer ende Adriaentje Jochumsen Poets, die sij te samen in echten verweckt hebben, van alle effelijcke goederen soo die bij Frans vande Laer sijn naegelaetten ende metter doot ontruijmt. Gedaen ende gepasseert desen 30e meert 1697. Soo als volght:

Eerstelijck soo is Jochum Franssen vande Laer geloodt, gecavelt ende beërfdelt op het huijs ende hooff daer den voornoemden Frans vande Laer bij sijn leven in placht te wooonen, gelegen in Groot Waspick tusschen erffenis van Commer Franssen vande Laer met het legh erff, Adriaen Cornelis Zeuw cum suis deen theijnden den anderen gelegen weest ende Dierck Janssen Zeijlmans gelegen noost. Streckende uijt den noirden vander hallever Her straet zuijdewaerts in tot de erven ofte het hoofken vanden secretaris Peeter Zeijlmans toe. Ende moet diet huijs ende het leegh erff te samen ider de helft inde contrabutie betaellen. Ende ofte het gebeurde dat het leegh eerff woirde betimmert ende daer eenige beswaringhe quamen te vallen sullen sij comparanten maelkanderen insgelijck moeten helpen draghen. Noch is conditie dat het legh erff tot gerieff van haer bijden moet houden eenen weeght tot gerieff van haer bijde van derthien voet bredt vanden muer van out huijs aff te meette weestewaerts in. Ende moet den hooff rechtuijt geredt worden voldens de rede vande hooff van Adriaen de Zeuw. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen

                                                                                                                                                      800

Item alnoch soo is Jochum Franssen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op drie geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van twalff geerden op den westen kant in ses geerden met Commer Franssen, sijenen broeder. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot noirden in tot den Scheij sloot toe. Dierck Staellen int sellever stuck oost ende den Aermen van Waspick weest. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                          900

Item hier tegens soo is Arnoldus vande Laer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op drie gerden min een vierdendeel, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 13 geerden, bedelt op den weesten kant, gelegen thusschen erffenis vande erffgenamen van Cornelis den Ruijmen cum suis oost ende Peeter Wouters cum suis weest. Streckende uijt den vande Kaa sloot aff noirdewaerts in tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                      800

Item alnoch soo is Arnoldus vande Laer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op een halleve buijten dellen, gelegen in Sgravenduijn Groot Waspick, onverdelt met Jan Boeser cum suis, gelegen thusschen erffenis vande erffgenamen van Eltje Siers weest ende de kinderen van Gerrit Janssen den Barevoetsen, boer van Cappel, cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vanden binne berm aff noirdenwaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                        50

Item hier tegens soo is Commer Franssen vande Laer gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het legh erff, gelegen als vooren. Streckende vande huijsinghe van Jochum Franssen uijt den oosten weestewaerts in tot dorps dijck ofte erven toe. Uijt den noirden vanden dijck ende Her straet aff zuijden in tot de erven van Adriaen Cornelis Zeuw cum suis toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                    600

Item alnoch soo is den voornoemden Commer Frans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op drie geerden hoeij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, bedelt op den weesten kant in ses geerden, in een stuck van twalff geerden, gelegen thusschen erffenis van Dierck Staellen oost ende Aermen van Waspick weest. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot aff noirdewaerts in tot de Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                            900

Aldus dese dellinge rechtelijck gedaen met handt alm ende monden soo als voors staet met die conditie dat ider sijn paert moet aenverden met de contrabutie, wegen, stegen, dijcken, dammen ende andere naerbueren rechten met recht daer toe behoorende. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Hendrick van Thilborgh, hemraden.

Fol. 99r

Scheijdinghe ende erfdelinghe thusschen de erffgenamen van Adriaen Huijberden Berrevoets ende Dingetien Janssen Vaders van alle erffelijcke goederen die sij metter doot hebben ontruijmt. Gedaen ende gepasseert desen 3e apriell 1697.

Eerstelijck soo is Pieter Janssen ende Catelijn Janssen Rubben gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de rechtighe helft vant huijs op den noosten kant met den hooff. Streckende vande erve van Aert Hendricxsen Wever cum suis zuijdenwaert in tot de erven van Jan Wouters Verschueren toe. Item is conditie dat dese vrinden sullen hebben voor haer paert het voorhuijs met de opcamer ende de kelder. Maer moetten malkanderen den middelwecht helpen onderhouden. Ende moet ider boven het sijn het dack onderhouden. Ende magh ider tegen sijn paerten timmeren soo wijt het haer is compieterende. Ende leggen dese vrinde op den oosten kant als andere wegingh moete sij malkanderen wegen ende stegen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   

                                                                                                                                                      300

Item alnoch soo is Peeter Janssen Geenen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtighe helft van eenen acker zaeijlant met den beijster daer aen gelegen, bedelt op den weesten kant, gelegen in Sgravenduijn Groot Waspick thusschen erffenis vande erffgenamen van Adriaen Aerts de Jongh weest ende de erffgenamen van Dingentien Janssen Vaders oost. Streckende uijt den noirden vande erven van Cornelis Campen erven aff zuijdewaerts in tot Cuijpers Lij toe. Ende moet ider den dijck theijnde het seijn onderhouden ende moet malkanderen dwars stegen ende wegen. Ende moet desen acker wegen ende stegen over het erff van Cornelis Camp voor ter Her straeten uijt. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 200

In de kantlijn: Ende moet het lot uijtreijcken aen Cornelis Thonis Zeijlmans ter somme van twintich gulden tot egalisatie van haer lotten. Bekenne ick ondergeschreven van desen neffenstaende uijtreijckinghe voldaen te wesen door handen Pieter Janssen Geenen. Desen 3e februarij 1699. Cornelis Tuunus Selmans

Item hier tegens soo is Cornelis Thonis Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op gerechte sesde paert inden acker achter het huijs van Peeter Domen. Is lanck seven ende vertigh roeijen ende vijff voet vande Geer aff uijt den oosten te meetten tot de erven van Peeter Domen toe. Warvan Adriaen Vaders is gelegen noirden ende Peeter Domen zuijden. Ende moet Pieter Janssen Geenen ende Cornelis Thonis Zeijlmans aende weduwe Adriaen Berrevoets uijtkeren tot egalisatie van haer lotten uit keeren vertich gulden. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                              90

Item hier tegens soo is Catelijn Janssen Rubben gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte sesde paert in Jan Wouterkens acker, gelegen op den oosten kant in Sgravenduijn Cappel tusschen erffenis van Adriaen Vaders weest ende de erffgenamen van Aert Bommelaeren zuijden, Willen Huijberden Zeijlmans cum suis noirden. Ende moetten malkanderen wegen ende stegen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   100

Item alnoch soo is Catelijn Janssen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het vierde paert in een binne delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert waer van Adriaen Vaders is gelegen inde selleve del noirden ende zuijde. Streckende uijt den oosten vander hallever Vroukensvaert weestewaerts in tot de erven vande weduwe vanden secretaris toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van   50

Item alnoch soo is de voornoemde Catelijn Rubben bedelt met ontrent 25 roeijen inde Twee Bomkens ? del, gemeen ende onverdelt met Adriaen Vaders ende Peeter Domen, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert                                                                                                                      memorie

Item hier tegens soo is Adriaen Vaders gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het sesde paert in Jan Wouters acker, gelegen Boven is Sgravenduijn Cappel thusschen erffenis van Catelijn Janssen Rubben oost ende Adriaen Vaders met sijn ander lant weest. Streckende vande erven van Aert Bommelaeren uijt den zuijden ende Willem Zeijlmans noirden. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 100

Item alnoch soo is Adriaen Vaders gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte vierde paert paert in een binne delleken, gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert bedelt op den noirden kant waer van Jan de Bruijn noirden ende de weduwe Adriaen Berrevoets zuijden. Streckende uijt den oosten vander hallever Vroukensvaert weestewaerts in tot de erven vande weduwe vanden secretaris toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                  50

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaen Vaders gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtighe helft van eenen acker zaeijlant, gelegen in Sgravenduijn Waspick thusschen erffenis van Peeter Janssen Geenen ende Cornelis Thonis Zeijlmans weest ende Cornelis Camp oost. Streckende uijt den noirden vanden erven van Cornelis Camp aff zuijdewaerts in tot de Cuijpers Lij toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                   200

En moet aen Peeter Domen uijt keren 35 gulden 14 stuijvers ende aen Jan Jacobs 35 gulden en 14 stuijvers

In de kantlijn: Bekenne ick ondergeschreven van dese uijtreijckinghe voldaen te wesen, desen 25e julij 1699. Peeter Domen.

In de kantlijn: Bekenne ick Jan Jacops bekenne vande 35 gulden 14 stuijvers voldaen te wesen in dese neffenstaende uijtreijckingh vermelt door Adriaen Vaders. Actum desen 28e desember 1699.

eende aen Hendrick ende Jan Hendricxsen Vaders 35 gulden 14 stuijvers

In de kantlijn: Ick ondergeschreven bekenne van desen neffenstaende uijtreijckingh voor mij ende mijn broeder ten volle voldaen te wesen. Actum desen 25e julij 1699.

Ende aen Willem Franssen van Amelroeij 35 gulden 14 stuijvers

In de kantlijn: dese neffenstaende uijtreijckinghe aen mijn ondergeschreven voldaen door Adriaen Vaders, desen 28e desember 1699. Joannis Willems van Ammelroeij.

Ende aen Maeijken Jansen Vaders 35 gulden 14 stuijvers

In de kantlijn: Francus Tiellemans bekent voor sijn moeder voldaen te wesen van desen 35 glden 14 stuijvers. Actum desen 28e desember 1699.

Ende aen de weeskinderen van Matheus Janssen Vaders 35 gulden 14 stuivers.

In de kantlijn: Gerritje Mateussen bekent voot den helft van desen 35 gulden 14 stuijvers voldaen te wesen, desen 25e julij 1699.

In de kantlijn: Marta Vaders bekent van dese helft van 35 gulden 14 stuijvers voldaen te wesen. Actum Waspick desen 18e meij 1702

Item alnoch hier tegens soo is Peeter Domen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte sesde paert inden acker achter sijn huijs gelegen thusschen erfenis van Cornelis Thonis Zeijlmans noirden ende Peeter Domen zuijden. Ende moet aende ses erffgenamen uijtkeren ider 12 gulden 17 stuijvers. Is volgens uijtreijckinghe getacceert op                                                                                                           90

In de kantlijn: Bekenne wij ondergescreven van desen neffenstaende uijtreijckinghe voldaen te wesen met de somme van 12 gulden 17 stuijvers. Actum desen 6e apriel 1697. Joannes Vaders en Hendrick Vaders.

In de kantlijn: Jan Jacops ende Francus Tiellemans bekenne van Peeter Domen wegens haer uijtreijckinghe voldaen te wesen, desen 28e december 1699.

Ich ondergeschreven bekenne desen bovenstaende uijtreijckinghe voor mijn paert voldaen te wesen met de somme van ses gulden 8 stuijvers 8 penn. Actum desen 25e julij 1699. Geertie Matteussen.

Adriaen Vaders bekent van desen bovenstaende ujtreijckinghe voldaen te wesen met de somme van 12 gulden 17 stuijvers, desen 25 julij 1699.

Marta Vaders bekent van dese bovenstaende uijtreijkingh voldaen te wesen van Peeter Domen met 6 gulden 8 stuijvers 8 penningen.

Item hier tegens soo is Jan Jacobs gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het half huijs van Adriaen Berrevoets op de keuken ende de geut met de weestensche helft inde gebijnt ende de stallinghe ende den hooff. Ende moet ider het ack ende de weght tegen het sijn onderhouden. Ende moet aen de voors ses erffgenamen uijtrijcken ider 53 gulden ses stuijvers.                                                                                                         300

In de kantlijn: Geeritje Matheusen bekent voior de helft vande 53 guldens ses stuijvers voldaen te wesen met 26 gulden 13 stuijvers hier met haer paert op voldaen. Actum desen 25e julij 1699.

In de kantlijn: Adriaen Vaders als voght bekent van Marta Gerrits paert voldaen te wesen door Jan Jacops, desen 28e desember 1699.

In de kantlijn: Noch het paert voor Adriaen Vaders. Datum voors. Geteckent bij mij Adriaen Vaders.

In de kantlijn: Ick ondergeschreven Peeter Domen bekenne van Jan Jacops voldaen te wesen met 53 gulden 6 stuijvers. Actum desen 28 december 1699.

In de kantlijn: Jan Willem van Amelroeij ende Francus Tiellemans bekent der voor haer paert van dese neffenstaende uijtreijckingh van Jan Jacops voldaen te wesen, desen 28e december 1699.

Bekenne wij ondergeschreven door handen Jan Jacops ontfangen 53 gulden ses stuijvers over uijtreijckinghe vant huijs voor haer paert. Actum desen 6 apriel 1697. Johannes en Hendrick Vaders.

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monden soo dat ider het sijne moet onderhouden met sijn schouwen ende contrabutie ende dijcken tot ider perseel behoorende. Soo dat ider het sijn sal aenverden met sijn lasten als voors staet ende sijn verders renonciërende sat den eenen op den anderen sijn lot niet meer heeft te pretenderen als voors staet. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Coenraet Baes, hemraden. Desen datum voors.

Marga Vaders bekent van Adriaen Vaders voldaen te wesen wegens de uitreijckinghe van Jan Jacops wegens het halff huijs met 26 gulden 13 stuijvers. Actum Waspick, desen 18e meij 1702.

Fol. 102v

Scheijdinghe ende erffdellinghe thusschen Hendrick Huijberts Schoenmaeckers ende Dingena (de) Huijberts de Bont van eenen acker zaeijlant die sij te samen hebben leggen in 11½ Hoeven Groot Waspick. Gedaen ende gepasseert desen 26e april 1697.

Eerstelijck soo is Dingena de Bont gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de gerechtighe helfft van eenen acker die sij gemeen was hebbende met Hendrick Huijberden voors ende dat op de westensche helft, gelegen thusschen erffenis van Jacop ende Lambert Commeren west ende Hendrick Huijberden met de wederhelft oost. Streckende uijt den noirden vander hallever Her straet zuijdewaerts in tot de erven vande erffgenamen van Aert Dingemans toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van   450: 0: 0

Item hier tegens soo is Hendrick Huijberts Schoenmaeckers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de oostensche helft vanden voors acker, gelegen inde voors juredicktie, gelegen thusschen erffenis vande voornoemde Dingena de Bont met de andere helft weest ende Peeter Janssen Brouwer ende Lambert Diercken cum suis den theinden den andere gelegen oost. Streckende uijt den noirden vander hallever Her straet zuijdewaerts in tot de erven vande erffgenamen van Aert Dingemans toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           450: 0: 0

Aldus dese goederen rechtelijck gedelt met hant alm ende monde mits conditie dat ider de helft vande contrabutie moet betaellen van outs daer op staende ende behoorende. Ende moet ider den dijck thijnde het sijne onderhouden. Soo dat wij anders niet op maelkanderen dies halleven hebben te pretenderen als voors staet. Maer wij sijn elck met ons gedelt te vrede ende geconsenteert als voors staet. Present ende ten overstaen van Dierck Janssen Zeijlmans ende Leonaerdus Verhaeren, hemraden, desen 26e apriell 1697.

Fol. 103r

Scheijdinghe ende effdellinghe thusschen Peeter Wouters Verschuren ende Jan Wouters Verschuren ende Jan Janssen van Tichelen die in huwelijck is hebbende Adriaentje Wouters Verschuren. Van alsulcke goederen als volght:

Eerstelijck soo is Peeter Wouterssen Verschueren gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het westensche derde paert inden beijster met den weestensche dries, gelegen thusschen erffenis van Cornelis Thonis Zeijlmans (Zeijlmans) gelegen weest ende Jan Wouter Verschuren gelegen oost. Streckende uijt den noirden vanden halleven waeterganck zuijdewaerts in tot den acker toe. Item alnoch op het gerechte derde paert inde twee eerste blocken vant ackerlant naest Kampen. Noch op het block naest den Kerck padt achter naest den sijck met oock den dijck naest den Kerck padt met oock den dijck aenden padt over den dijck inde midden. Met noch de gerechtighe helft int veldeken theijnden den acker op den oosten kant. Streckende ter hallevers Kuijpers Leij toe. Miets dat diet paert sall hebben het derde paert vanden dijck ende straedt daer voor aen gelegen ende dat aenden westen kant. Ende sall ock diet paert inde kontrabutie betaellen 1 stuijver 4 penningen. Sijn dese voors persellen getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van       225

Item hier tegens soo is Jan Janssen van Tichel gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het oostenschen derde paert inde beijster met de twee oostenschen driessen van het steghken aff. Streckende uijt den noirden vanden halleven waetterganck aff zuijdewaerts op tot de veldekens ofte korte maete toe. Miets dat hij sal voorde twee eerste blockens inden midden vanden acker ende het achtersten ende de dijck naest Kampen ende over den dijck naest den dijck. Item alnoch soo is Jan Janssen van Tichel bedelt op den het veldekens. Streckende uijt den zuijden vande ackers aff tot Kuijpers Leije toe, gelegen thusschen erffenis van Cornelis Camp oost ende Peeter Aerts Kuijl weest. Noch bedelt op het derde paert vanden dijck ende straedt, gelegen inde midde ende voor aen behoorende. Ende moet inde contrabutie betaellen 1 stuijvers 2 penningen. Item alnoch is den voornoemden van Thichell bedelt op het halff steedeken, gelegen tot Raemsdonck, onverdelt met de voornoemden van Thiechelen ende met sijn dijcken, dammen ende contrabutie die daer toe staen ende hooren. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                       225

Item hier tegens soo is Jan Wouter Verschueren gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het middelste derde paert inde beijster met de steghdeken, met den dries daer weest aen gelegen, gelegen thusschen erffenis van Peeter ende Jan Janssen van Tichel oost. Streckende uijt den noirden vande halleven waeterganck zuijdenwaerts in tot den acker toe. Item alnoch op het gerechte derde paert in het ackerlant inde 2 eerste blockens op den oosten kant neffens den Kerck pat, het blockxken naest den dijck inde midden ende de dijck oock inde midden ende het lant over den dijck naest Kampen. Noch op de gerechtighe helft van het veldeken theijnde den acker op den weesten kant. Streckende vande ackers aff tot Kuijpers Leij toe. Ende moet diet paert onderhouden het derde paert vanden dijck ende straet daer aen gelegen opden oosten kant. Ende moet diet paert inde kontrabutie betaellen 1 stuijver 2 penningen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                      225

Vanden stegheingh ende wegin voor alle de goederen die wij nu van den watergangh tot Kuijpers Leij toe voor eerst soo houden wij dan een steegh in het weestense velt inde beester vanden watergangh af suijdewaerts op tot de driesen toe. Op den breeten van veerthien voeten waer over dat het alles sall moeghen steggen ende wegen wat dat aende selffde stee oodt heeft ghehoort ofte ons ouders oout in haere eijghendom ghehadt hebben. Ende voorts als b… dat daer van outs sijn recht toe gehat heeft om over het goet seijnen weght te hebben dese steegh samen laten leggen daer se nu laet vande watergangh af seven ofte acht roeijen tot tenden de Quebbe ende als dan soo samen se voort moeten houden lanscht den oostense sloot alles op de bretten van veerthien voeten. Alnoch soo stelle wij vast wat aerden dat daer ooijt sall komen uijt den halven sloot aen dieijen kant naest den stegh dat er altijt gebruijckt sal moeten woorden om de steegh te onderhouden. Noch soo beschaijijen wij well een spra… dat den eijgennaer van dat velt aenden westen kant vande voornoemde steegh hem noeijt sall verstouten eenighe gaten ofte grieppen te maecken op geen ses voeten … aende steegh op den boete van vijff hondert gulden ten aren dat sij meer innemen woude dat de brette van veerthien voeten. Alnoch soo is het de manieren ende een vast alwie sal moeten hlepen maecken ende onderhouden. Alnoch soo leggen wij dan voort de steegh voor op den weestense dries dwars over om alsoo naer den hooff ende naer het ander steghken toe te reijen, oock al op de bretten van veerthien voeten als dan soo nemen voort voor de steegh het out steghken van de beesters aff tot den ackers toe. Ende als dan soo houden wij weder om voor een dwarssteegh opte twee oostense driesen tot den Kerck pat toe, veerthien voeten breet, behalven de slooten ofte grippen. Ende men sal altijt de ree nemen volgens den sloot die daer oosten den weest loebt tussen de ackers ende de driesen te weten tusschen onsen acker ende de driesen tot den Kerck pat toe. Nogh soo stellen wij oock vast alle dat houdt dat daer ooijt wast op het out steghken dat daer suijden ende noerden lobt altijt sall moeten blijven tot behoeft vande gemene steegh en voorders soo sall hem een ider moeten behelpen op het ackerlant ten waere dat de ghene die daer aen het altersen block over springht van Kampen naest den Kerck padt dat die daer tussen het altersen ende middelste block sal moghen houwen en spoorken dwars op ider de helft nu voorsders omde de veldekens te gebruijcken saemen die het ackerlant heft naest den dijck over den dijck tenden den pat moeten laeten leggen een spoor breeten omdaer over in ende uijt de veldeken tenden den acker sall altij moeten houden eenen dam waer over dat de ander altijt oock sallen moghen stegen ende wegen. Dit is nu aengaende het goet dat daer met hoort ende sijn recht toe heef tmaer seven ofte acht roeijen steegh tot tenden den Quebbe afte naemaelen sullen komen te vallen voor soo eenen gemeenen wegh dat al wat dat men daer overbrengen wil niemant het minste daer met en hebben tegen te leggen. Alnoch soo leggen wij tenden dit algemeijn stegh van sesthien voeten breet techt oosterwaerts aen over het middelste veelt waer over het oostenschen altijt oock sal moghen reijen en jaghen wat dat hem belieft. Noch soo beschaijen we well eexpresselijck dat de geene die op het middelste velt sellen komen te vallen altijt sellen moeten houden houwen voor haer ende die het oostense heeft sall oock altijt moeten houwen een schoor ende daer het schoor leet wij weder om vande steegh inde beester aen ende maecken gemeijn gelijck wij dees seeven ofte acht roeijen over den waetergangh hebben ghedaen alle de stege die wij gelet hebben vande bester aff tot den ackere toe te weten den dries aende westenkant van het out steghken voor dwars het out steghken suijden en noirden de twee oostense driesen lansts de ackers alles breet veerthien voeten op den driesen tot den Kerck pat toe.

Wij houden voor goet ende maken alles bondigh wat wij hier voor vast ghestelt hebben behalleven dat die op het middelste velt bedelt vallen dat die hem sul van dess seven ofte acht roeijen ghemen steghe in over den Waterganck aff tot de gemeen steeghen tenden den bester toe. Te weten op de driesen ende het out steghken voor volgens soo die het middelsten heeft ende sal dan over de stegh die daer in het westense leet waer over het ander sijnen wegh altemael heeft eeuwigh niet moghen reijen noch jaghen ten sij met konsent ende toelaten. Ende sal het middelste oock noot gheen ander hoeven te steghen ofte weghen dan allen het ostense met sesthien voeten breeten voor dwars over. Alles sonder aergh ofte list in oorconde van desen soo hebben wij dit altemael met onse eijghen handen onderteeckent op den 4e junius 1697. ter Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Leonaerdus Verhaeren ende Frans Boeser, heemraden.

Fol. 105v

Copie

Obligatie voor het weeskijnt van Adriaen Hendrickxsen Meulder inde Vrijhoeven

Wij schouteth, heemraden ende regeerders den ambachts heerlijckheijt Sgravelduijn Groot Waspick dese onderteeckent hebben bekenne bij desen wel ende deugdelick schuldich te wesen aen ende ten behouve van Aert Janssens Siers, stadtsmetselaer binnen Breda, de somme vanvijf hondert carolus guldens tot twintich stuijvers stuck hollants ter saeke van gheleent ghelt ende oude ghedaen pennijngh ons ondergeteeckende bij den voornoemden crediteur ten doene ende dienste vande Heijligeest des dorps Groot Waspick ten dancke gheleent ende in goede specie aen ghetelt omme daer mede aff te quiten seecker twee obligatien als den schoutete van Doevere ende ende Caterin met Jacobus Bommelaeren t saemen op den gemelden vijf hondert thien gulden belovende de voorseijde somme van vijf hondert guldens capitael wederom te sullen restitueren aenden voors Aert Janssens Siers ofte wel aen den thoonder deser van huijden date xvije meij 1676 met vijf en twintich guldens daer bij voor een jaer intrest die inghevolghe langher onderhoudinghe vant voors capitael ende dogh met believen vanden crediteur sal blijven den intrest continueren totte volle restitutie ende effectuele affquittinghe dien op ghemelte somme pro rate tot naercomminghe ende in voldoeninghe vant gheene alle des Armen effecten ende incompste ende wijders specialicke onsen perticuliere persoonen ende goederen deself submitterende van alle sheerens hoeven, wetten, rechten ende in sonderheijt de indicature van mannen vande hoeve ende hooghe vierschaere van Suijthollant. In oorconde soo hebben wij desen met onse ghewonnelijck singnature onderteeckent tot Waspick voornoempt op den xvije meij 1675 ende mij secretaris present ende was onderteeckent P. Seijlmans, secretaris, Aris Joh Seijlmans, Mt  Seijlmans, Thomas Bommelaer, Coenraet Baes, Arien Anthonissen van Pas ende … de Ruijtere.

Fol. 106r

Lijste vande goederen van het weescint van Gijsbert Adriaensen Conincks. Den 15e jannarij 1698. Ende soo het op het erffhuijs is vercoft.

Den wan bij Hendrick Bacx om 0:10: 0
Het bed bij den secretaris om 10: 5: 0
Een turffton met een masse ? kas bij Jan Cloot om 0: 4: 0
Een kannebort bij Coenraet Baes 0: 8: 8
Een taffel bij Stoffel Peeters de Hoogh om 0: 8: 8
Eenen bijbel bij Dirck Seijlmans om 3:14: 0
Wat veren bij de schoutin om 0:14: 0
2 boecken bij de schoutin om 1: 1: 0
Een hemt met een lake bij Jan Cloot om 0: 6: 0
Eenen swarten voorschoot mijneke om 0: 6: 0
Wat out lijvet bij de armmeesters om 0: 6: 0
2 slaeplakens, Marcelis Conincks om 0: 6: 8
2 lakens bij Govert den Wever om 0: 5: 0
2 hemden bij Marcelis Conincks om 0: 4: 8
Wat out lijvet bij Dingena Seijlmans om 0: 8: 8
Bij den secretaris wat out lijvet om 0:17: 0
2 hemden bij Govert den Wever om 0: 2: 0
Een deken bij Dirck Elemans om 0:11: 0
2 moukens bij Peeter Sprangers 1: 4: 0
Eenen spiegel bij Jan Driesen om 0: 5: 0
2 tinne schotele bij Peeter Sprangers om 1:18: 0
En vierpan, Marcelis Conincks om 0:18: 0
Een borstel, kapmes, den selve 0: 3: 8
Eenen copren pot bij den schout om 2:16: 0
Eenen trogh bij Dingena Seijlmans om 1: 6: 0
Adriaentie Conincks, den rock om 3: 0: 0
Marcelis Coninks 2: 1: 8

Aldus dit erffhuijs gehouden op dat voorschreve ten overstaen Geerit Seijlmans ende Leenaert Verhaere, Dierck Jansse Zeijlmans, heemraden.

Fol. 106v

Rechtelijcke opteeckeninge gedaen ten overstaen van schout ende heemraden van Groot Waspick Gerit Seijlmans, schout ende Dirck Seijlmans ende relateert Adriaen Buijs sijne confrater tot Jan Hendricks Bles, desen 16e junij 1698

Vooreerst een huijs met den hoff ende erff, gelegen Boven in Sgravelduijn Groot Waspick. Getacceert op contant gelt                                                                                                                       150 gulden

Item alnoch ontrent een hont lant, gelegen inde selve jurisdictie tussen erffenis vanden schout alhier oost ende de weduwe vande overleden schout west ende Kuijpers Lij zuijden ende noorden de weduwe van Thomas Seijlmans cum suis. Getacceert weert te wesen op                                                          55 gulden

In gelt                                                                                                                                            150

3 getouwe daer van een vercoft                                                                                                       9

3 bedden soo goet als quaet

16 kammen, 1 trogh, 1 kas, 1 etenstroot, 1 tafeltie, 3 tenne schotele, 2 ijsere potte, 1 koeij ketel, 2 spoelwiele, een strijckijser, een hael met de tangh en vierijser, een ruestel, een vleesrieck, een koeckpan, 8 tinne lepels, een melck eemer, 1 watereemer, 1 teemst, een seeff, 1 leer, een hackmes, 1 bijl, 1 hamer, 1 vierpan, 1 kleermant, 3 stoelen, de schale, 3 snotters, 1 paer borstels, 1 vurck, eenen rieck, een pluckhaeck, 4 paer slaeplakens, 4 oorcussens, 3 paer fluwijnen, 3 hemden, 3 slaepcovels, 1 mantel, 1 rock, een paer gespen met het silveren ijser ende aaen Hendricke overgegeven, 1 keren met haer toebehoorte, 1 kist met een spiegel,

een koeij ende noch een van                                                                                                 25: 0: 0

achtien gulden                                                                                                                        18: 0: 0

4 keulse schotels, 2 trille taffellakens

aen garen voor ons schout en schepenen van Groot Waspick ondergenoemt                      6: 0: 0

noch aen garen                                                                                                                        5: 8: 0

is aen Hendricke bevallen t best bed                                                                                       5: 0: 0

3 fluwijnen, 2 oorcussens, een deecke, 4 slaeplake, noch aen Hendricke bevalle 6 kammen, een riet, het groot getouw is aen Hendricke bevalle met het groot wiel, noch aen Hendricke bevalle 4 tinne lepels, noch 4 tinne schotels, een mulckeemer met den teemst, 1 ketel met de vuerpan, een copere lamp, een hanghijser, een koeckpan, een vierijser, een vleesrieck, een vouthengel, 2 keulse schotele, noch de kern, een quae bus.

Comt Hendrick Janssen Bles vande 150 gulden van het contant gelt ende negen gulden van het vercochte getou ende 18 gulden vande vercocht veers. De oncosten vande uijtvaert aff getrocke soo dat het weescint van sijn vader comt ter somme van veertigh gulden tien stuijvers.

De koeij gecoft bij Jan Bles voor                                                                                        24 gulden

comt het weescint noch vande helft vant gaere buijte de deelingh                                         5:14:0

soo dat Jan Bles moet uijtreijcke ter somme van                                                                  46: 4: 0

Fol. 107r

Eerfdeelinge tussen Jan Bles ende sijne soon.

Vooreerst soo is Jan Bles bedeelt opde suijdense camer vande huijsinge tot den schorsteen toe met den solder daer boven. En moeten maelcandere toe maken. Ende met het dack onderhouden boven.

Item soo is den voornoemden Bles beloot, gecavelt ende beërfdeelt op den westense cant van ontrent 1 hont lant, gelegen inde kleijn Bre Pleck waervan Hendrick Bles is gelegen oost.

Item hier tegens soo is Hendrick Bles geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de oostense helft vant voors lant vande ander helft waervan is gelegen weest ende Jan Bles.

Fol. 107v

Staet ende inventaris gemaeckt tot de overlede vrou van Jan Bastiaense de Greeff op den 4e julij 1698

Een huijs met het erff, alnoch eenen bijster teijnden haeren vercofften acker, groot ontrent (niets ingevuld), een moer veldeke op de west sij van Willem van Gens vaert op de suijtsij van de straet, een koeij.

Een wagenschotte kas, een boterteijl ende de maet, een kist, 5 stoelen, 1 cleermant, een kern, 2 tonnen, een wiel, een vurck, 1 teemst, 1 kleermant, een etentroor, 1 hael, 1 tangh, 1 koeckpan met het ijser, een schuijmspaen, 1 lepelbort met 6 lepels, een tinne schotel, elff ceulse schotels, 4 taffelborde als ceuls, een kopere ketel, 1 isere pot, eenen watereemer, 9 elle linde lake, noch 25 ellen, een bed peulingh en 2 dekens, noch een linde peulingh, 4 lakens, 3 hemden, een gordijn met het kleet, 7 neersels, 9 covelmutsen, eenen neusdoeck, 2 paer mouwen, 2 vrongen, een paer muijlen, een paer schoen, 2 kammen enn met het decksel op de cam, 4 aerde potte, een corffken, 5 aerde schelen, een soutpot met decsel, 2 glase kleekens, een spiegel, een bijl, eenen sersie mantel met eenen tiekentijnen mantel, eenen blauwen stoffen rock met eenen bruijnen rock, eenen blauwen cattoenen voorschoot met den slob, een paer oude couse grau, eenen sijen kovel.

Fol. 108r

Erffhuijs gehouden tot de weduwe Jan Bastiaense de Graeff op den 9e julij 1698

Eerstelijck 3 tafelborden bij Hendrick Dircx om 0: 2: 0
2 schotels bij Jan Bont om 0: 1: 8
2 keulse schotels bij Gijsbert Stenhoven om 0: 2: 0
4 keulse comme bij Verharens om 0: 4: 0
3 boterschotels bij Hendrick Dircxse 0: 3: 0
3 boterschotels bij Mari Basen om 0: 3: 0
3 keulse schotels bij Jan Grevenbroeck om 0: 6: 0
3 schotels bij Hendrick Dircxsen om 0: 6: 0
1 kewulse schotel bij Hendrick Lucasse om 0: 1: 0
1 wit teijltie bij Jan Grevenbroeck 0: 2: 0
1 kan bij Heijltie Adriaensen om 0: 4: 0
War erdewerck bij Gijsbert Steenhoven 0: 1: 0
6 tinne lepels bij Tomas Conincks 0:12: 0
Een deel aerde werck bij Teuntie Conincks 0: 5: 0
2 aerde potten bij Hendrick Dircxse om 0: 1: 0
4 potten bij Antonij Conincks 0: 2: 8
Een schuijmspaen bij Wouter Segere 0: 6: 0
Een korff met de hespels, Frans Camp 0: 1: 4
Een koeckpan met het ijser, den schout 0: 7: 8
Boterlepelmet de teijl, Antonij Conincks 0:11: 8
Een hael bij Cornelis Camp om 0:13: 8
Het vierijser, tangh, Hendrick Dircxse 0: 4: 0
Het wiel bij Hendrick de Bont 2: 0: 0
De grasenkas, Jan Grevenbroeck 0: 4: 0
Eenen koper ketel, Peeter den Brouwer 2: 6: 0
1 koperen pot, Cornelis Hendricks 2:11: 0
Een wateremer, Wouter Segers 0:12: 0
Een kleermant, Antonij Wouters 0: 6: 0
1 schilder bij Marij Base 0: 2: 8
Een tonneke, Jan van Dun om 0: 5: 0
Een ton bij Jan Seijlmans 0: 5: 0
De kern, Joris Kalff 1: 5: 0
Een etenstroor, Antonij Conincx 0: 5: 8
Een spiegel, Verharen 0: 6: 0
Een kruijwagen, Cornelis Hendricks 0:10: 0
Een bijl, Wouter Segeren 0: 9: 0
Een paer schoen ende muijlen, Lijsbet Peeters 0: 2: 0
2 stoelen, Stoffel Peeters 0: 4: 0
2 stoelen, Seger den Smit 0: 4: 0
2 gardijne, Frans Camp 0:17: 0
2 schotelbancke, Jan Dircke 0: 3: 0
2 gordijnen, Peeter Hendricks 0: 3: 8
Pluckhaeck met vurcke, Jan de Bont 0: 4: 8
9 elle min een ½ vierendeel linde leake bij Pieternel Seijlmans d el 0: 6:10
Wat rommelwerck, Jan Dircke 0: 2: 4
Een kas bij Leendert Verharen 1: 2: 0
Een deke, Lijsabet van Water 0: 8: 0
Een hoofpeulingh, Hendrick Lucas 0: 2: 8
Het bed bij Giel Gijsberts 9:10: 0
De deken, Jan Kalff 0:14: 0
Eenen sersie mantel, Mari Base 2:10: 0
Een mantel. Arien Peeters 1:16: 0
Eene rock met couse, Hendrick Lucas 0: 5: 8
2 lakens, Leendert Verharen 1: 4: 0
Een laken, Jan Vos O:12: 0
2 hemden, Jan Dircken 0:14: 0
Een hemt, Hendrick Lucas 0: 4: 0
De kist, Leendert Verharen 7: 7: 0
De koe, Peeter Hoevenaer 20:10: 0
Een stoel, Huijgh Peeters 0: 3: 0

Is op het erffhuijs gemaeckt in alles ter somme van een ende tsestigh gulden negentien stuijvers ses penningen ende sijn aen Peeter den Brouwer over getelt op reeckeningh. Ter presentie van Geerit Seijlmans, schout ende Leendert Verharen ende Arien Buijs ende mijn secretaris present. Dato als voors.

Fol. 109r

Rechtelijcke opteeckeninge gedaen bij schout ende gerechte tot Jan Jansse ende Jenneke Boudewijns tot naerichtingh van haer weesen die sij in echte verweckt heeft bij Jesper Cleijsen de Graeff, haren eersten man saliger. Gedaen ende gepasseert desen 9e apriel 1698 ten overstaen van Geerit Seijlmans schout Adriaen Buijs.

Voor eerst een huijs, hoff met de schuer, gelegen in Groot Waspick tussen erffenis vande Kerck stege oost ende Dirck Seijlmans west. Streckende uijt den noorden suijtwaerts in tot de Kerck stege toe. Getacceert op contant gelt                                                                                                                                 1400

Noch een gedeelte in een moerdel, gemeen met Cornelis Camp com suis, gelegen op den weste cant van Vroukensvaert. Wert getacceert op contant gelt de somme van                             (niets ingevuld)

Inboel van houtwerck

Eerstelijck een geschildert grijnen kaske, getacceert op 3: 0: 0
2 eijcken tafelkens op 1:10: 0
Een kannebort 2: 0: 0
9 aerden kannekens soo goeij als quae op 0:15: 0
11 tinne schotele, getacceert op 9: 0: 0
2 tafelborden, een soutvat ende den boterpot ende den pispot, getacceert op 2: 0: 0
 25 tinne lepels, getacceert op 2: 0: 0
4 schilderijen, samen 0:12: 0
2 copere candelaers 1: 0: 0
7 kerckboecken 0:10: 0
1 fles ende een bierglas 0: 1: 0
1 strijckijser 0:12: 0
1 borstel, 4 blompottiens, een ceuls soutvat, 4 keulse schotele met noch 5 rub schotel, 7 tafelborden, getacceert op 3: 0: 0
Een capstock, 2 spiegels, 2 borstels, een viermant, een corfken, een leij, een rocxken, een lanteren, een lepelbort, te samen wert 2: 0: 0
Twee copere ringen, 2 blakers, eenen coperen doorslagh, een schuimspaen, een vierpan, een coper schotel, 3 kopere ketels, te samen op 2:10: 0
Noch 2 kopere kannekens, getacceert op 2:10: 0
Noch een grijne tafel op 1: 0: 0
Een schabel, 12 stoelen op 2:10: 0
3 kisten, 2 sitte kussens, 3 naeijmanden, 2 cannen, te samen op 1:10: 0
2 spinwielen, een rijssack 4: 0: 0
3 fouthengels, 2 rustels, een borenpriem, een aelspit, een vleesrieck, een trechter, een blecke lamp, een hael, 1 tan, 1 schub, een saegh, 1 vierijser, een lat, 1 kaet pan, den draeijer vande slijpsteen, te samen op 3: 8: 0
Een snepnet 1:10: 0
2 bedde met de hooffpeulingh, een linde bed, 3 dekens, 2 kussens, een paer gordijne, getacceert op 25: 0: 0
7 paer slaeplakens 11:10: 0
14 kussens sloppen 6: 0: 0
3 lindehantdoecke met 6 servetten 4: 0: 0
3 trille tafellakens met pelle 4: 0: 0
Een mertcorff met een ander korffken met de soutton, noch een ander ton, een kern, noch 3 vurcken 1: 0: 0
Den winckel, getacceert op 13: 0: 0
De trogh 2: 0: 0

Incomende penningen

De huer vande schuer 1696

de huer vande schuer 1697

de huer vande schuer ende kamer aen Gijsbert van Stelhoven                                           30: 0: 0

staet te vontfangen vande opcamer                                                                                       10: 0: 0

uijtgeeft

staet te betalen aen de erffgenamen van Frans vander Laer   225: 0: 0
Staet te betaelen aen Huijbert van Hassel volgens obligatie 104: 0: 0

Fol. 110r

Rechtelijcke opteckeninghe gedaen op de 11e apriel 1698 ten huijsen van Jacop Commeren ende Gielleken Dingemans Ophoeck. Ter presentie ende overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Leonardus Verhaeren, heemraden. Tot naerrrichtinghe vande weduwe ednde haere weesen

Eerstelijck een huijs, hooff ende ackerlandt, gelegen in xj½ Hoeven Groot Waspick met den halleven acker daer aen gelegen, gelegen thussen erffenis Cornelis Diellissen vanden Heuvel gelegen west ende Dingena de Bondt oost. Streckende uijt den noorden vander hallever Her straedt zuijdewaerts in tot de erven van Dingen Tonis Classen toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van             350: 0: 0

Haeffelijcke goederen

Een pert, t weikoij

Houtwerck

Eenen wagen, 2 hoij leren, de pontertouwen, 2 teurff leren met een swinge met de panklippels, een echt, 1 ponterbom, 2 miesplancken, 1 rieck, 5 vorcken, 1 deurslagh, 1 karen met haer toebehoorten, 2 meulcktonnen, 1 botterteijl, 1 seijsie, 1 spaeij, 1 grel, 1 …, 1 snijback, 1 wan, een temsmant, 1 dorsflegel, 1 trogh, 1 roer, 1 seff, 1 wiel, 1 lanteren, 1 keulse schottelen, 1 kopperen ketel, 1 eijseren pot, een sicht, 1 hael, 1 kapmes, 1 koppere kan, 7 tinne lepels, 1 tinne schottel, 1 koeckpan, 1 hangheijser, 1 rostel, 1 fouthengel, 8 dassen, 1 kleermant, 8 neusdoecken, 2 hemden, 1 tangh, 8½ pont garen, 2 slapelakens, eenigh slecht kindergodt, 2 bedde waer van een sonder hooffpeullingh, 1 oirkussen, 2 deckens, 3 kannekens met 1 olistopken, 1 koffiepodt, 4 testen, 1 nageldos, 1 hackmes, 1 beijl, 1 naeijmandt, wat quaeij touwen met 3 helftens, 1 kast, 1 kiest, 1 wigh, 1 houte winckelbanck, 1 sendt, 1 hemdtrock, 1 llinde kel, 1 paer schoen, 1 paer kousen eenen goedt, 5 stoelen.

Inkomende penningen

Int sterffhuijs bevonden in contante penningen 48 gulden 13 stuijvers 8 penningen

Uijtgaende schulden

Fol. 110v

Conditie ende voorwaerden waer naer den voochden vande kinderen naer gelaten door Jacob Commeren willen vercoopen alle de haeffelijcke ende meuble goederen die in het sterffhuijs sullen bevonden werden ende te berde werden gebrocht ende sullen vercooft werden met gereedt gelt ende sullen coopers betaellen tot vantsoen penningen voor den officier van ider gulden 1 stuijver waer haer eenider kan reguleren.

Eerstelijck een paer teurff leren bij Leendert Verhaeren 2:14: 0
1 botterschottel bij Hendrick Willems 0: 3: 0
3 schottelen, gemijnt bij Gijsbert van Stelhoven 0: 2: 8
1 botterteijl, 1 vouthengel bij Jochem Frans 0: 4: 0
1 rostel, 1 kapmes bij Jan Zeijlmans 0: 6: 0
2 kannen bij Peeter Janssen Brouwer 0: 1: 4
4 tinne lepels bij Peeter Aerden 0: 5: 8
1 kopperen kan bij Jan Zeijlmans 3: 0: 0
1 korf bij Peeter Buijs 0: 8: 0
1 bijl Jories Kalff 0:10: 0
1 erbeugel bij Jan Zeijlmans 0: 7: 0
1 spaeij bij Adriaen Cuijl 0:10: 0
2 vorcken bij Jories Kalff 0: 6: 0
Wat out eijserwerck bijt out Kalff 0:10: 0
1 kopperen ketel bij Peeter Aerden 0:18: 0
De ponter touwen bij Verhaerens 0: 8: 0
1 grel gemijnt bijt jongh Kalff 2: 5: 0
De kemp bij Peeter Janssen de Jongh 0: 7: 0
1 roer bij Adriaen van Strien 2: 8: 0
1 seff bij Grietje Zeijlmans 0: 5: 0
1 seijsie bij Jan Zeijlmans 0: 7: 0
1 schern bijt out Kalff 0:13: 0
1 koffiepodt met den olistop 0: 3: 8
1 karen bij Hendrick Willems 1:16: 0
1 waetter ember, Jan Zeijlmans 0: 5:12
1 meulckemmer bijt out Kalff 0:11: 0
Den trogh bijt out Calff 3:12: 0
De kiest bij Adriaen van Strien 2:16: 0
Den wagen bij Dierck Zeijlmans In de kantlijn: van de wagen komt Lambert Pouwels 5 gulden 13 stuijvers 4 penningen 17: 0: 0
1 echt bij Kornelis Rokus 0: 3: 0
1 spangesken ? bijt out Kalff 0: 2: 8
1 wam bij Jacob Bommelaer 0:18: 8
1 grel bij Adriaen Cuijl 0: 4: 0
1 paert bij Hendrick Huijberden 71: 0: 0
1 roij koijken bij Peeter de Smiedt 17: 0: 0
1 bonte koij bij Dirck Janssen Zeijlmans 13: 0: 0

verte

De bonstaeken ende het houdt bij Jochum Franssen 2: 7: 0
De snijback bij Lambert Commeren 0: 8: 0
Den mishoop bij Peeter Melsen Zaeijlmans om 4: 5: 0

Den ontfang op het erffhuijs gehadt bedracht in alles ter somme van hondert drie ende vijftich gulden achthien stuijvers acht penninghen. Ende penninghen aende vocht ende toesiender over geteldt.

Aldus dese staedt ofte erfhuijs gedaen ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Leonardus Verhaeren, heemraden. Desen 21e april 1698 ende mijn als secretaris present ende kennelijck, P Zeijlmans, secretaris.

Fol. 111r

Op huijden desen 19e februarij 1699 soo willen Dingena de Bondt weduwe Johan Otgens ten overstaen van schout ende gerechten alhier houden erffhuijs ende indt openbaer voor alle man ten meesten oirbaer ende proffijt vercoopen alder handen inboel, soo peerden als beesten, stoelen en banckem ende alles wat de voornoemde Dingena de Bondt te berde sal laetten brengen. Alles achtervolgens de conditie ende voorwaerde hier naer beschreven. Alles opden boeten ende breucken van hondert goude reaellen te verbueren, goet van goude ende swaer van gewicht, te gaen naer peijnen recht.

Item wil den heer officier wel een ander begrijpen maer wiel selfs niet begrepen wesen ende hout het eerste, tweede en derde wordt aen hem selleven.

verte

Item sullen mijnders ofte coopers van eenige der selleveren gemijnde goederen gehouden sijn geredt contant te betaellen al eer sij deselven vanden werff sullen moghen verbrenghen ofte vervoeren.

Item sullen de coopers der goederen betaellen aenden heer offecier voor sijn slagh ende pondtgelt op ider gulden eenen stuijver.

Eerstelijck een spienwiel bij Jan Janssen Snijders om 0: 8: 0
Een verckensback bij Hendrick Huijberts Schoenmaeckers om 0: 7: 0
Den krengen met den kielmant bij den secretaris 1: 4: 0
Den kemp bij Peeter Spranghers 2: 0: 0
De taeffel bij Otgens meijt om 1: 0: 0
1 grel ende ton bij Hendrick de Bondt 1:16: 0
De vleston bij Tijs Vermijs 0:10: 0
1 koperen podt bij Meester Jannen 2:10: 0
1 keren bij Jan Janssen Snijders om 1: 5: 0
1 meulcktonnen bij Jories Calff 1: 4: 0
De lanteren bij Hendrick van Thielborgh 0:14: 0
Den deurslagh bij Cornelis de Bondt 1:14: 0
De seuijsie met haer getouwen bij Jacop Janssen Vassen 1:13: 0
2 stoellen bij Adriaen Jans Nouwens 1: 0: 0
De pontertouwen bij Jan Janssen van Tichel 0:12: 0
De hael bijde meijt om 0:11: 0
Den ember bij Cornelis de Bont 0:14: 0
Den flegel bij Adriaen Janssen Bosser 0: 5: 0
De koij bij Kornelis de Bondt 42: 0: 0
1 kalff bij Adriaen Janssen 5: 2: 0

Aldus dese vercoopinghe rechtelijck gedaen ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Pieter Buijs ende Hendrick van Thielborgh, heemraden. Ende de penninghen aende preadvocaedt Otgens overgetelt. Desen 19e februarij 1699 ende mijn als secretaris present ende kennelijck P. Zeijlmans, secretaris.

Fol. 112r

Compareerde voor schepen naergenoemt Jan Hendrickx van Hapert den welcken bekent dat de heeren regenten van Waspick aen hem comparant hebben aenbesteedt de twee soonen naergelaten bij Jan Bastiaenssen de Greeff ende Maria Jans sijne huijsvrouwe was, met name Huijbert ende Sebastiaen, omme de selve te alimenteeren ende tonderhouden in cost ende dranck, sieck ende gesont, cleeden ende reeden, soo van linden als wollen, alles naer hennen staet totter tijt ende wijle ider der selve sal sijn gecomen tot den ouderdom van twintich jaeren. Tot verseeckeringh van welck onderhout hij comparant verclaert specialijck te verbinden sijne huijsinge mette erven daer aen behoorende, groot ontrent dartigh roeden, gestaen ende gelegen aende Leijsen Hoeck tot Oosterhout, Geerit Dammers huijs oost, Willem Verrijt west, Jan van Bommel com suis zuijden ende de erfgenamen van Jan Hulstmans noortoost. Ende verders generalijck sijn persoon ende goederen, hebbende als vercrijgende.

Ende is mede gecompareert Peeter Henricx Docquers den welcken verclaerde hem voor het naercomen van tgeene voorsz te stellen borge als pricipael onder renunciatie der benefitie orduis et execussionis. De borgen naer reghten competeerende hem vanden inhouden deser volcomentlijck onderright houdende. Verbindende daer vooren mede sijne persoon ende goederen, hebbende als vercrijgende. Actum den 8e november 1698. Present Cornelis van Vorsel, relateert Goris Brouwers, schepenen van Mevrouw d’abdisse ende princesse van Thoir in haeren Oude Hove tot Gilsse. Collate concordat. C.V. Vorssell, substituut secretaris.

Bekenne wij ondergeschreven van Peeter den Holstijnder als vooght der voorsz kinderen aengenomen te hebben ende de erffenisse ofte naerlatenschap vande selve bij haere ouders naergelaten ontfangen te hebben. Ende sullen deselve nogh als sij twintigh jaeren out sijn ende van ons schijden laten maecken ende geven en goet kleet tgeen inde voorsz borgtoght vergeeten is. Ter presentie van Gerrit Seijlmans, schout, Dierck Seijlmans ende Leonardus Verharen, heemraden. Desen 9e november 1698. Pieter Hendrick Dockers. Dit merck + selfs gestelt bij Jan Hendricx van Hapert.

Fol. 112v

Op huijden desen 8e november 1698 compareerde voor ons ondergeschreven schout ende gereghten van Groot Waspick Adriaentjen Janssen Cloot ende Janneken Tijssen Kamp ende Willemijn Tijssen Kamp de welcke verclaerde ende bekende aengenomen te hebben het onmondigh doghterken van Jan Bastiaenssen de Greeff ende Mariken Janssen met naemen Johanna Janssen de Greeff vande vooght ende toesiender. Ende dat omme te onderhouden metten drincken, kleeden, reeden, linden ende wollen, ter schoolen te laten gaen ende een eerlijck hantwerck te leeren naer sijn staet. Ende te onderhouden soo wel sieck als gesont geenen tijt van perijkel uijtgesondert tot het voorschreve kint sal gecomen wesen totten ouderdom van twintigh jaeren. Waer vooren de voorsz aennemers sullen genieten in aenstonts ter somme van twee hondert vijftigh. Maer als het voorschreve kint tot sijne mondigen dagen ofte twintigh jaeren out geworden sal wesen sullen moeten uijtsetten met een pack goede kleeren naer sijnen staet. Ende tot naerconiminge ende voldoeninge der voorsz opvoedinge ende onderhoudinge soo stelt hem Mattijs Cornelis Camp als borge principael. Waer vooren hij stelt tot onderpant principaelijck sijn persoon ende alle sijne andere goederen, soo roerende als onroerende, present als toecomende, geen vandien uijtgesondert. Alles onder verbant ende bedwanck als naer reghten bijden borgh ende aennemers geteeckent. Desen datum voorsz, ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Leonardus Verhaeren, heemraden ende mijn secretaris.

Ten selve daege aenden schout, secretaris ende schepene betaelt over verteeringh ende sallaris vande erfgenamen ende bo…en int sterffhuijs ende besteedingh vande kinderen gevallen samen ter somme van 57 gulden 15 stuijvers.

Aen Peeter Janssen Brouwer betaelt ende aen Adriaen de Jong ter somme van 10 gulden 10 stuijvers waer meden haer penningen vol ende al sijn uijtgegeven ende erfrecht soo dat den Brouwer nogh te cort comen aende kinderen 15 gulden.

Fol. 113r

Schijdinghe ende erffdellinghe thusschen de weduwe ende kinderen van Michiel Berten Vles met namen Hendrick van Grevenbroeck die in huwelijck is hebbende Adriaentjen Michielsen Vles, Herreman Reniersen die in huwelijck is hebbende Jenneken Michielsen ende Sijmen Louwerijssen die in huwelijck is hebbende Anneken Michielsen ende Adriaen Janssen die in huwelijck is hebbende Marieken Michielsen ende Anneken Adriaense Jonckers weduwe Michiel Berten voors.

Eerstelijck soo is de voornoemde weduwe bedelt op de gerechtighe helft vande stede met de helft inde buijtendel, gelegen onder Sgravelduijn Groot Waspick. Getacceert op contant gelt          200: 0: 0

Item alnoch soo is de voornoemde weduwe gelodt, gecavelt ende beërfdelt vierde paert van Lambertjes acker gelegen inde voors juredicktie tusschen erffenisse vanden secretaris ende Jan Boeser gelegen noirden ende Dierck den Cuijper zuijden. Streckende uijt den weesten vande stede van Denis Peeters de Haen oostewaerts in tot den acker van Dierck Lenders erffgenamen toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                          36: 0: 0

Item hier tegens soo is Hendrick van Grevenbroeck gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de zuijdensche del buijtendijckx, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick voors thusschen erfenissen van den voornoemden Grevenbroeck met sijn andere del zuijden ende noirden Dierck Janssen Voegers. Streckende vanden haleven Sgravelduijn sloot uijt den weesten, oostewaerts in totden halleven buijtendijcksen dwarsloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                              200: 0: 0

Ende moet den voornoemden Grevenbroeck aende weduwe ende vier kinderen uijtkeren ter somme van 60 gulden tot egalsatie van sijn lodt.

Item alnoch soo sijn de vier kinderen Hermanus Rijniersen ende Sijmen Louwerijssen ende Dinghen Michielsen [sic wordt niet in de kop van de akte genoemd] met twee paerten gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op drie paerten in Lambertjes Acker, gelegen tussen erffenis van Peeter Zeijlmans, secretaris, ende Jan Boeser noirden ende zuijden Dierck Janssen Voegers. Uijt den weesten vande stede van Denis Peeters de Haen oostewaerts in tot de erve erffgenamen Dierck Lenders toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           107: 3: 0

Item alnoch sijn de voornoemde 3 kinderen bedelt op stede van Sijken Berten, groot ontrent 3 hondt, gelegen in Groot Waspick tusschen erffenis vande kinderen van Sijken Berten zuijden ende noirden Bastiaen Vannes. Streckende vande stede van Denis Peeters de Haen uijt den weesten oostewaerts in to het Walleken toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                              225: 0: 0

Item hier tegens soo is Dingentje Michielsen Vles geloodt, gecavelt ende beërfdelt op de halleve stede van haer vader daer haer moeder de andere helft in is competeerende. Eggende ende erende als de andere helft.                                                                                                                                              200: 0: 0

Item is noch conditie dat Hendrick van Grevenbroeck met geen incomende penningen ofte uijtgaende schulden die op den boedel mochten weesen niets en heeft te doen.

Aldus bekent Adriaen Janssen ten vollen van Dingena Michielsen Vles voor sijn paert voldaen te wesen.

Aldus dese dellinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monde soo dat den eenen op den anderen sijn lodt niet meer heeft te pretenderen als voors staedt maer is ider met sijn ijgen looten te vreden ende geconsenteert. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden. Desen 28e meert 1699 ende mijn als secretaris present ende kennelijck P. Zeijlmans, secretaris.

Fol. 114r

Staet ende inventaris gemaeckt opden 26e augustus 1699 tot Jenneken Stevens. Van alle erff ende meubele goederen. Ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dirck Janssen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden

Eerstelijk een huijs, hoff ende ackerlant, gelegen in Sgravelduijn Groot Waspick tusschen erffenisse van Cornelis Jans Seeuw zuijden ende Geeriken Meertens noirden ende west de graeffelijckheijt van Hollant ofte dorps weecht ende oost Peeter Doomen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 400: 0: 0

Item alnoch eenen acker zaeijlant met de beijster, gelegen inde voors juriedictie, groot ontrent drie hont. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            150: 0: 0

Item alnoch eenen halven mergen moergronden, gelegen onder Groot Waspick voors, gemeen met de Armen van Sgravenmoer tusschen (niets ingevuld). Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                30: 0: 0

Item alnoch een percheel moergrondt gelegen onder de voors juriedictie, groot ontrent anderhalff hont, gemeen met Peeter Swarten erffgenamen tusschen erffenisse van (niets ingevuld)

Getacceert op                                                                                                                         20: 0: 0

Item alnoch een binnen delle gelegen boven op Vroukensvaert opden westen kant, groot ontrent drie hondt, de erffgenamen vande weduwe van Jacob de Bruijn noirden ende Jan Corstiaens zuijden ende de vart oost ende Huijbert Cuijl west. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van    200: 0: 0

Item alnoch een perceeltjen moergront onder Groot Waspick, groot ontrent een halff hont, gemeen met de erffgenamen van Hendrick van Giels cum suis. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                                  5: 0: 0

Item alnoch het thiende part in negen geerden, gelegen onder Cleijn Waspick ende getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                        300: 0: 0

Item alnoch anderhalve geerde hoij ende weijlant, gelegen onder Cleijn Waspick, onverdeelt met den schout ende sijn susters ende broeders cum suis, gelegen tusschen erffenisse vanden schout cum suis oost ende de erffgenamen van Eeltje Sprangers. Streckende vuijt den noirden vande Scheij sloot zuijtwaerts in tot het zuijdense diep toe. Getacceert op contant gelt werdigh                                                      300: 0: 0

Item alnoch anderhalve geerde hoij ende weijlant, gelegen onder de heerlijckheijt van Nederveen Cappel, onverdeelt met Wouter van Tilburgh, in een stuck van ses geerden, opden westen kant, tusschen erffenisse vande weduwe van Claes van Tilburgh oost ende west (niets ingevuld). Streckende vande heerlijckheijt van Sgravelduijn Cappel vuijt den zuijden, noordenwaerts in tot de Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                        400: 0: 0

Item alnoch ontrent drie hont ackerlant, gelegen onder Sgravelduijn Cappel, tusschen erffenisse vande weduwe Claes van Tilburgh noorden, Jan Aerts Geenen zuijden ende de vart oost ende Merten Dolcken cum suis west. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                    200: 0: 0

Item alnoch anderhalf hont gelegen onder Sgravelduijn Cappel, tusschen erffenisse van Peeter van Campen west ende Bastiaen Jacobs oost ende Anna van Tilburgh noirden ende zuijden de Endenest. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                             100: 0: 0

Incomende penningen

Vuijtgaende schulden

Noch eenen wagen, agter sonder raij, 6 stoelen, 1 trogh, 1 kist.

Cornelis seijt hem de kas ende tafel toe te comen.

De twee bedden verclart Cornelis en Maria haer toe te comen met haer toebehoorten.

4 kopere ketels, 1 vierpan, 1 kopere melckkan, 2 kopere schuijmspaen, 2 copere schaeltjens, 1 kopere temst.

Tot hier toe getauxeert op thien gulden

Linden

7 paer lackens, 3 vrouwenhemden, 1 dozijn slaepkovels, 6 neerseltjens, 4 poaer kussensloppen, 2 tafellakens                                                                                                                                                10: 0: 0

tinnewerck

12 tinne schotelen ende 3 tafelborden, 1 pispot, 20 lepels, 1 soutvat, 1 mosterpot, 1 lamp, 1 spiegel, 1 lanteren, 2 bijbels, 1 kist, 1 korff, 1 wiel, 1 tafeltjen, 1 cleermant, 1 kern met haer toebehoorten, 1 melckemmer, 1 wateremmer, 2 seven, 1 hael, 3 eijsere potten, 1 viereijser, hael ende tangh,1 hangeijser, 1 … koeckpan, 1 vleesriek, 1 fouthengel, 1 kapmes, 1 scheer, 1 leerbortel, 1 strijckeijser.

Tot hier toe getauxeert op                                                                                                      16: 2: 0

4 boterschoteltjen, 1 keulse schotel, 6 kannekens.

Eerdewerck, verscheijde rommelingh.

3 vimmen rogh, ontrent 4 duijsent hoij, 4 voeder torff, 8 vat bockweijt.

Tot hier toe op                                                                                                                        23: 3: 0

Fol. 115v

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen de gelijcke kinderen van Steven Cornelis Swart met namen Cornelis ende Jan Stevens ende Mariken Stevens Swart ende Cornelis Stevens Swart als voocht voor het weeskint van Wouter Stevens Swart ende Peeter Ariens Scheur die in huwelijck is hebbende Anneke Stevens Swart ende Pleun Groenevelt in huwelijck hebbende Adriaentje Stevens Swart. In echte verweckt bij Jenneken Arien van Tilburgh

Eerstelijck soo is Cornelis Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een huijs, hooff met den acker daer aen, gelegen … boven in Sgravelduijn Groot Waspick thussen erffenisse van Cornelis Jans Seeuw gelegen suijden ende noorden de weduwe Thonis Ockers ende west … Maes ende oost Peeter Doomen. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op                                                                400: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemde Cornelis Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een ackerken over de Leij met de beijster, groot ontrent twee hont, gelegen thussen erffenisse van Gijsbert de Ruijter noorden ende Jacob Jan Tijs zuijden ende oost de Armen alhier. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                                                                                                           150: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Cornelis Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen halven …? Moergronden, gelegen onder Groot Waspick, gemeen ende onverdeelt met den Armen van Sgravenmoer. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                         30: 0: 0

Item hier tegens soo is Cornelis Stevens Swart als voocht ten behoeven van het weeskint van Wouter Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalve geerde hoij ende weijlant, gelegen onder Nederveen Cappel, tusschen erffenisse vande weduwe van Niclaas van Tilburgh oost ende Huijbert Coenen west. Streckende vuijt den zuijden vande Oude straet noortwaerts in tot de Scheijsloot toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                                          400: 0: 0

Item alnoch soo is de voornoemden voocht ten behoeven van het weeskint geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een partjen in Ambachts Hoeven gront, gemeen met de kinderen van Peeter Swarts cum suis, west de weduwe vande secretaris tot Waspick. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                                                                                                                                  4: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden voocht geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het cleijn bijsterken, gelegen onder Groot Waspick waer van de erffgenamen van Hendrick van Gils sijn gekegen noirden. Getauxeert op                                                                                                                                                  3: 0: 0

Bijden voocht bedeelt aen …schap voor het weeskint voornoemt het pretentie vant versterff van Jenneken Stevens ter somme van veertigh gulden soo dat de voornoemde weduwe niet meer op die goederen heeft te pretenderen maer comen den voocht desen penningen van het weeskint te goede.

Item hier tegens soo is Mariken Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het thiende part inde negen gerden onder Cleijn Waspick, gelegen tusschen erffenisse vande erffgenamen van Adriaen Ockers oost ende west Cornelis Hendricxs cum suis. Streckende vande Oude straet vuijt den zuijden noordwaart in tot Juffrouws Weijde toe. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen                                                  300: 0: 0

Item alnoch is de voornoemde Mariken Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op op het thiende part in een buijtendell, gelegen onder Sgravelduijn Cappel tusschen erffenisse Wouter de Kadt oost ende west de weduwe van Peeter vander Smits. Streckende vuijt den zuijden vande Her straet tot de Oude straet toe. Getauxeert op contant gelt                                                                                                     20: 0: 0

Noch het thiende part inde Moelenbank ofte haer gerechtigheijt.

Item alnoch soo is Mariken Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen halven acker met den halven bijster over de Lewij, gemeen ende onverdeelt met Pleun Groenenvelt, tusschen erffenisse den Armen zuijden ende Cornelis de Zeeuw noorden ende den kam oost. Getauxeert op contant gelt 75: 0: 0

Item alnoch sso is Mariken Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op 3 part inde turffdell, gemeen met Ari den Wever cum suis, opden oosten kant van Vroukensvart, noch de verb…den gront, noch haer gerechtigheijt inde Elff Mergen. Samen getauxeert op                                                         20: 0: 0

Item hier tegens soo is Peeter Adriaens Scheur geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker zaeijlant, gelegen opde Nieuwe vart, groot drie hont, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Claes van Tilburgh noorden, zuijden Aris Geenen ende west … ende oost de vart. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                                                                                                 200: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is Peeter Adriaens Scheur geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een lot moer onder Loon, gelegen noorden Jan Dircxs Smits met de wederhelft, noch een lodt moer aende Blaeiwe ? Kaeijwech, moervelt bij Adriaen Putmans waer van Adriaen Cornelis Joris ? is gelegen noorden. Getauxeert op contant gelt                                                                                                                                        200: 0: 0

Item alnoch soo Peeter Adriaens Scheur geloot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalf hont ackerlant, gelegen onder Cappel opde Nieuwe vart tusschen erffenisse van Bastiaen Jacobs oost ende west Peeter van Kampen ende noorden Anna van Tilburgh ende suijden de Oude Lije. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                                                                                                      100: 0: 0

Item hier tegens soo is Jan Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalve geerde aenwas, gelegen onder de heerlijckheijt van Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, onverdeelt met den schout alhier, gelegen tusschen erffenisse van Geerit Zeijlmans, schout oost ende de erffgenamen van Eeltjen Sprangers west. Streckende vuijt den noorden vanden Scheijsloot zuijtwaert in tot het zuijdense diep toe. Getauxeert op                                                                                                                       300: 0: 0

Item alnoch is den voornoemden Jan Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op den halven bijster met Peeter Swarten kinderen, gelegen onder Groot Waspick. Getauxeert op contant gelt 20: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Jan Stevens Swart geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de zuijdense del, gelegen onder Cappel op Willem van gents vart, tusschen erffenisse Govert vander Printen zuijden ende Willem Pasman oost ende de vart west. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van         50: 0: 0

Item hier tegens soo is Pleun Groenenvelt geloot, gecavelt ende beërfdeelt op een binnendelle, gelegen onder Groot Waspick opden westen kant van Vroukensvart tusschen erffenisse vande weduwe van Jacob de Bruijn noirden ende zuijden Jan Cornelis Dubbelduijten ende Huijbert Cuijl west. Streckende oostwaert op tot der halver Vroukensvart toe. Getauxeert op                                                                              200: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemden Pleun Groenenvelt geloot, gecavelt ende beërfdeelt opden halven acker over de Leij met den halven beijster, gemeen ende onverdeelt met Mariken Stevens Swart. Streckende alst har. Getauxeert op                                                                                       75: 0: 0

Item alnoch soo is Pleun Groenenvelt geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de noordense dell op Willem van Gens vart, gelegen thussen erffenisse van Jan Stevens zuijden. Getauxeert op contant gelt werdigh te wesen op ter somme van                                                                                                                   50: 0: 0

Aldus soo hebben partijen ider op sijn lodt hier op ende vertegen met halt alm ende monde ende moet ider sijn looten onderhouden met sijne contributie ende lasten van outs daet toe behoorende ende sijn dijken, dammen ende straeten. Maer is noch conditie ofte eenige naer colandien ? op eenige vande voors looten quamen te vallen dat sij malcanderen sullen helpen ende dragen. Ter presentie ende overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dirck Janssen Zeijlmans ende Adriaen Buijs, heemraden. Desen 2e october 1699 ende mijn als secretaris, P. Zeijlmans.

Fol. 118r

Staet ende inventaris vande weeskinderen van Jochum de Bruijn verweckt bij Jacomijntje Peeters Zeijlmans, echteluijden. Overgebrocht den 24e september 1699

Inden eersten 5 tinne schotel, 2 tinne waterpotten, 3 1 tinne boterpotten, 4 tinne tafelborden, 5 2 tinne beeckers, 6 1 tinne mosterpotten, 3 copere candelars, 3 kopere ketels, 1 kopere pot, 1 kopere scheel, 1 kopere schuijmspaen, 1 kopere bedtpan, 1 kopere blaker, 2 kopere snutters, 2 eijsere roostels, 1 eijseren vouthengel, 1 eijseren pot, 14 geleij schotels, 5 geleij tafelborden, 1 geleij com, 7 geleiejen commen, 7 cleijn geleijen schotelen, 4 geleijen kannen, 3 tinne kanscheelen, 1 kannebort, 1 bedt met een hooffpeulingh, 2 kussens, 14 tinne lepels, 1 hackmes, 9 slaeplakens, 10 oorflowijnen, 5 tafelakens, 6 hantdoecken, 13 gedobbelde tafelakens, de kas, de kist, de tafel, 2 glasen vlessen, 1 spinwiel, 1 strijckeijser, 1 spiegel.

Fol. 118v

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen de kinderen ende erffgenamen van Jochum de Bruijn met namen Peeter, Sijken, Adriaentje, Jan, Anneken ende Leendert Verharen als gecoren voocht in desen in absentie vande bloet oomen ende Dirck Zeijlmans als toesiender voor Grietjen ende Elisabeth de Bruijn, onmondige kinderen vande voors Jochum de Bruijn verweckt bij Jacomijntje Peeters Zeijlmans, echteluijden. Compareerden Dirck Peeters Zeijlmans voor Sijken de Bruijn in haer absentie. Den 25e september 1699.

Eerstelijck soo is geloot, gecavelt ende beërfdeelt den voornoemden Peeter ende Jan de Bruijn op een buijtendelle, groot ontrent vier hont, gelegen opden westen kant van Vroukensvart tegen over de weduwe van Jacob de Bruijn tusschen erffenisse de Her straet suijden, noirden Adriaen de Bruijn den Ouden. Streckende vuijt den oosten vander halver Vroukensvart kant ende twee suijdense dellekens strecken tot de erve vande weduwe van Peeter de Bont ende Adriaen Scheuren ende west de stege van Peeter van Son. Wel verstaende op conditie dat den voornoemden Peeter ende Jan de Bruijn neemt tot haeren last eenen wilceurbrieff van 500 gulden cappitael staende op drie geerden lants de welcke Adriaentjen van Andel daer op eijschende is. Als is conditie of den voornoemde Peeter ende Jan de Bruijn de voors dellekens vercoopen soo het dan minder quam te gelden als de 500 gulden cappitael sullen de mindere penningen gelijckelijck bij moeten leggen ende gelden. Meer sullen oock de over penningen gelijck genieten.

Item alnoch soo is geloot, gecavelt ende beërfdeelt Peeter ende Jan Jochums de Bruijn op een hoijpleijt, soo als reijt ende zeijlt met sijn cabels, anckers, want met alle sijn toebehoorten.

Item hier tegens sijn geloot, gecavelt ende beërfdeelt Sijken, Adriaentjen ende Anneken de Bruijn op drie geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, onbedeelt met Cornelis Kamp, tusschen erffenisse Gijsbert Elemans gelegen oost ende Lendert Verhagen gelegen west. Streckende vander halver Oude straet vuijt den suijden noordwarts in ter halver Oude Maese toe.

Item is noch conditie dat Adriaentjen de Bruijn sal trecken vuijt den gemeenen boedel 31 gulden 8 stuijvers om reden haer daer toe moverende.

Item hier tegens soo is geloot, gecavelt ende beërfdeelt Grietjen ende Elisabeth Jochums de Bruijn op eenen acker zaeijlant met de veldekens daer aen, gelegen aende de twee wielen tusschen erffenisse de erffgenamen van Maeijken Peeters aent veldeken gelegen ende de erffgenamen van Meerten Ariens Turck west, aende acker gelegen oost de erffgenamen van Meerten Turck (ende) ende west de weduwe van Thomas Zeijlmans, secretaris. Streckende vuijt den noorden vander halver Her straet suijdewart in tot den Sgravelduijn sloot toe. Moet dit loot ontfangen van Peeter ende Jan de Bruijn de somme van drie hondert gulden ende moeten de voornoemde Peeter ende Jan de Bruijn noch aende vijff voornoemde kinderen vuijtreijcken de somme van een hondert twee en veertigh gulden thien stuijvers dewelcke sij met haer vijffen gelijckelijck moeten genieten.

In de kantlijn: Bekenne ick ondergeschreven ontfangen te hebben van Jan Jochemse de Bruijn mij part inde nevenstaende 300 guldens en mijn 1/5 part inde voorschreven hondert tweeënveertig guldens. Dit hantmerk is door Margrietje de Bruijn selfs gestelt.

In de kantlijn: Dese is hier Michil Maes volght hier onder.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarij van Groot Waspick Sijken de Bruijn, Cobus Schouten, Grietjen de Bruijn ende Jan de Bruijn de welcke de rato is kaverende voor Arnoldus Dous ende Elisabeth Jochums de Bruijn, alle pretendenten vande (vande) voorsz uijtreijcking emoriteerderde de voorsz twee posten ter somme van vier hondert tween veertigh gulden tien stuijvers de welcke bekende gesamentlijck ider in sijne qualiteijt hier van voldaen te wesen door onse broeders Pieter ende Jan de Bruijn. Soo wat wij verclaren ende bekenne niets meer te pretenderen te hebben. Desen 2e julij 1710.

Aldus rechtelijck gedaen bij blinde looten hier op vertijt ende vertegen met alle wegen, stegen, schouwen, dijken, dammen ider tot sijn loot behoorende. Soo dat deen op den anderes loot geen recht is meer hebbende noch behoudende. Als is noch expresselijcke geconditioneert dat Grietien ende Elisabeth vuijt den gemeenen boedel sal worden besteedt om te leeren naeijen ende school te gaen tot den tijt dat het jonsten kint sal wesen twintich jaer. Aldus gedaen ter presentie ende ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dirck Janssen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden. Desen 25e september 1699.

Fol. 120r

Den 15e jannuarij 1700 soo hebben wij ondergeschreven schout ende gerechten van Groot Waspick, te weten Gerrit Zeijlmans, schout ende Dirck Jans Zeijlmans ende Leonardus Verharen, heemraden, den staet gemaeckt.

Eerstelijck een huijs ende hooff, gelegen in Groot Waspick bij Willem Jacobs.

Negen kannen, twee spoelwielen, een weeffgetou, een kas, 2 melcktonnen, 1 trogh, 1 etensteroir, 2 kaeij tafeltjens, 1 eijseren pott, 1 tinne schotel, een scheer haem met de banck, de schelen met gewicht, 1 hael, ende viereijser en tangh, 1 strijckeijser, 1 zoutdos, 1 cleerborstel, 1 spiegel, 4 slaeplakens, 3 kussensloven, 1 maelsacken, 1 spinwiel, ontrent 4 vaet haver, 5 stucks gerockt vleesch, 1 botelteijl, een hockelingh, 15 gulden, 2 bedden, 1 paer gordijnen, de spoelpijpen, ontrent 2 duijsent pont hoij, ontrent 50 bossen haverstroij, 1 seeff, 1 kopere lamp, 1 tartob, 1 decken.

Fol. 120r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen de weduwe Vas Jan Hendricxs Bles ende haren schoonsoon Hendrik Jans Bles, is als volght. Desen 23e jannuarij 1700 ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dirck Jans Zeijlmans, heemraden

Eerstelijk soo is Cornelia bedeelt op het ersten ?huijs tot den schorsteen toe met het goet daer in staende.

Item het getou aenden Paep gemaeckt is bijde gerechten in arest genomen ende bij provitie bijde gerechten toegestaen dat Hendrik daer op wercken moet soo lang dat de gerechten goet vinden sullen.

Hier tegens soo is Hendrik Jans Bles bedeelt op het achterste keukentjen aen het achterhuijs noorden in. Met noch een deel rommelwerck van huijs raet. Getauxeert op 15 gulden.

Het lijvedt voorden helft getauxeert op                                                                                    4: 0: 0

Fol. 120v

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Adriaen Jacobs ende Meeus Jacobs op manieren hier naer beschreven. Gedaen ende gepasseert desen 29 jannuarij 1700.

Eerstelijck soo is Adriaen Jacobs geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte seste part inde stede van sijn ouders ende die soo groot ende kleijn als die in hare hoeffslagh gelegen is in Groot Waspick tusschen erffenisse vande erffgenamen van Adriaen Clasen west ende oost de erffgenamen van Willem Jans Buijs cum suis. Streckende vuijt den noorden vanden erven vande erffgenamen van Aert Dingemans cum suis zuijtwaert in tot de heerlijckheijt van Raemsdonq toe.

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaen Jacobs gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte seste part vanden acker inde Kleijn Hoeff, gemeen met den voornoemden Adriaen Jacobs cum suis, gelegen onder de jurisdictie van Raemsdonq, gelegen tusschen erffenisse vande erffgenamen van Cornelis Thijs west ende de Hoeff oost ende Jochim Jans noorden ende Dielis van Gasel ? cum suis suijden.

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaen Jacobs geloot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte seste part in het cleijn hooffken, gelegen onder Raemsdonq tusschen erffenisse vande erffgenamen van Steven Boeve west ende oost ende zuijden ende de Her straet noorden.

Item hier tegens soo is Meeus Jacobs bedeelt op een roij hooij ende moet Adriaen Jacobs aenden voornoemden Meeus Jacobs daer en boven noch vuijtkeeren tot egalisatie vanden voornoemde looten ter somme van 25 gulden. Welcke Meeus Jacobs bekent van Adriaen Jacobs ontfanghen te hebben ende voldaen te wesen.

Aldus deze deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dirck Jans Zeijlmans ende Peeter Buijs, heemraden Desen datum voors.

Fol 121r

Staet ende opteeckeninge vande goederen van Jan Adriaens Dolck ende sijn overleden huijsvrouw Pieternelle Jans Swalp. Gedaen desen 22e meert 1700 ten overstaen van schout ende gerechten die dese hebben onderteeckent

Eerstelijck het gerechte derde part met haer dries inde stede van Jan Swalp, gelegen in Groot Waspick, onbedeelt met Seger ende Adriaen Swalp cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Adriaentje (niets ingevuld) oost ende west Hendrik van Grevenbroek. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                            (niets ingevuld)

Noch 2 bedden, een lijnden met een ander goet bedt, 2 deckens ende haer toebehoorten. Getauxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                       (niets ingevuld)

Met noch een swart manteltje, 2 stoffe rocken, 6 slaeplakens. Met noch eenen cleijn lijnwat.

1 koij met 1 kalff.

Fol. 122v

Op huijden desen datum voors compareerde Jan Ariens Dolck den welcken verclarden aen genomen te hebben van Seger Swalp als voocht in desen sijn dochter Janneken Jans Dolck omme te onderhouden in eten ende drincken, cleeden ende reeden, linde ende wollen, soo wel seick als gesont, geene tijt van pereijkel vuijtgesondert ende dat voor haer moederlijcke goederen mits dat hij vader belooft vuijt te keeren aen sijn kint als het tot sijnen mondigh dagen gecomen sal wesen sal vuijtkeeren tot een vuijtsetsel, voor sijn moeders goet, ter somme van vijfftien gulden. Ende off het gebeurde dat het voors kint quam te sterven voor sijn mondige dagen soo sal dit vuijtsetsel gedeelt worden bijde gelijcke vrinden. Present ende ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout, als oppervoocht. Dirck Jans Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden. Desen datum voors.

Fol. 122r

Scheijdinghe ende erffdellinghe tusschen Wouter Backx ende Hendrick Wouters van Waspick over seckere acker ende moervelden achter de stede daer sij woonen. Ende dat soo als volght:

Eerstelijck soo is Wouter Backx gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op de westensche helft, de lengte van 24 roeijen, met de weght te …

Item hier tegens soo is Henderick Wouters bedelt op de oostensche helft, is lang als vooren.

Item alnoch is Wouter Backx geloodt, gecavelt ende beërfdelt op de oostensche helft tot den dijck ofte pael toe, zuijden in.

Item hier tegens is Henderick Wouters met de helft gelegen weest.

Ten derden soo is Wouter Backx beërffdelt ten zuijden van het voors paert op den weesten kant soo weijt het ackerlant zuijden in dient.

Hier tegens is Henderick Wouters bedelt op den oosten kant ende de buijten velden sullen gebruijckt werden ende gedelt soo het tot noch toe is gebruijckt.

Aldus gedelt ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout en Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Berrevoets, heemraden. Desen 4e meert 1700.

Fol. 122r

Naerder metinge gedaen vande voors goederen

Aenden eersten pael uijt den zuijden is Wouter Backx weest to den 2e pael toe ende Hendrick Wouters oost. Ende is aent zuijden eijnt ider bret tusschen de paellen 2 roijen ende eenen halleven voet. Aenden tweede pael theijnde den dijck is ider haer paert een kerken ? voet bret, ider haer paert 2 roeden op het eijnt.

Aenden derden pael uijt den zuijden is bedelt Henderick Wouters op den weesten kant ende Wouter Backx op den oosten kant, ider haer paert bret 2 roeden vijff voet ende eenen halleven, met den kerkpadt.

Ende aenden vierden pael uijt den zuijden is ider haer paert bret met den kerkpadt 1 roijen ses voet ende drie duijmen.

verte

Vanden vierden pael noirdenwaerts in is Henderick Wouters bedelt op den oosten kant ende Wouter Backx op den weesten kant ende is ider haer paer paert breedt tot den padt toe 2½ roij ende drie duijm ende alles gemeeten met Putsche maeten.

Aldus gemeeten rechtelijck ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende relateert Jacop Berrevoets sijnen confrater ende mijn als secretaris present ende kennelijck. Desen 23e meert 1700.

Fol. 122v

Scheijdinghe ende erffdellinghe tusschen Jan Aerts de Jongh ende Adriaen Commerschen Brievingh ende dat wegens haevelijcke goederen die hem van sijn suster Sara Commersen sijn aenbestorven

Item inden eersten soo is Jan Aerts de Jongh gelodt, gecavelt ende beërfdelt op alle de goederen hem van sijn vader saliger aen bestorven ende soo hij die staende huewelijck met Sara Commersen besetten heeft, gelegen in Groot Waspick als elders. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van       400: 0: 0

Ende moet diet lodt uijtkeren tot egaliesatie van haere looten ter somme van twee hondert gulden en thein gulden aen Adriaen Commersen de welcke sijn voldaen in presentie van schout ende heemraden hier ondergeschreven.

Item alnoch soo is Adriaen Commersen Brievingh gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de helft in 3 vierde paerten inde delle voor Matijs den Timmerman onder Cappel, gemeen en onverdelt met Adriaen Conink ende Commerken Thonis die het andere vierde paert is competeerende, gelegen thusschen erffenis vande weduwe Peeter de Bondt gelegen oost ende de gemeen stege west. Streckende vander hallever Her straedt uijt den zuijden noirdewaerts in tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                                                                   100: 0: 0

Verte

Item alnoch is den voornoemden Adriaen Commersen Brievingh gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het vierde paert in een moervelt, gelegen onder Sgravelduijn Cappel, gemeen en onverdeelt met Adriaen Huijberden Conincx cum suis ende Jan Backx west ende Danel Andriessen cum suis oost. Streckende vander hallever Her straedt uijt den noirden zuijdewaerts in tot de Hoeff van Heuckelum toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                                                                 40: 0: 0

Aldus dese goederen rechtelijck gedelt met handt alm ende monde soo dat ider het sijne moet aenverden met sijn lasten van outs daerop staende ende tot ider lodt behorende. Ende moet Johan de Jongh tot sijnen lasten nemen alle de schulden daer sijn en boedel mede belast mochte wesen. Waer vooren hij sijnen swager Adriaen Commersen bevrijdende ende instaende rato caverende voor alle naer collandie dier schier ofte moeghen opden boedel mochten wesen. Ende verders sal ider sijne loten aenverden met de lasten daer op staende ende dijcken ende dammen tot ider perseel behoorende. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Berrevoet, heemradt ende mijn secretaris. Desen 2e september 1700. P. Zeijlmans, secretaris.

Fol. 123v

Staedt ende inventaris gemaeckt tot Marcelis Coninx ende Geertruijt Henderickx, echteluijden. Ende dat van alle haeffelijcke als erffelijcke goederen ende inboel, de goederen bij Marcelis Coninx sijn met der doot ontruijmt. Gedaen ende gepasseert desen 24e november 1700. Ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Berrevoets, hemraden.

Eerstelijck het gerecht 3 paert inde huijsinge met den hooff op het kerckhooff. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                             (niets ingevuld)

Item alnoch het gerechte 8 paert in Schuijsen ? werff, gelegen tot Raemsdonck. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                             (niets ingevuld)

Item alnoch eenen halleven hooff met de weijde, gelegen tot Raemsdonck op Schuijssel. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 130: 0: 0

Item alnoch de helft in een moerken met Joachim Franssen, onverdelt met de erffgenamen van Jenneken Loepen ? Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                (niets ingevuld)

Haeffelijcke goederen

Twee koijen met een kalff

2 bedden met den hooffpeulinghs, een decken, 4 oircussens, een vercken ? inden p…

Linden ende wolle

25 ellen wiedt linde lacken, 7 paer slapelakens, 20 fluwijnen, 3 taeffelakens, 3 manshemden.

Tien en kooper

3 tinne schotels, 3 tinne taeffelborden, 19 tinne lepels, 2 kopere ketels, 1 vierpan, 3 eijsere potten, 3 fouthengels, 2 reustels, 2 haellen, 2 tanggen, 2 lengh haelen, 1 koeckschup, 1 eijseren lepel, 1 koeckpan, 1 branteijser, een hangh eijser, eenen bodt, een lantaren.

Houtwerck

1 kas, 1 kapstock, een scherrebordt, een kiest, 2 ettenstroren, 2 wijllen, 5 stoellen, 2 spinwielen, 1 kackstoel, 1 taeffel, 1 kapmes, 2 schottel…kens, 2 melcktonnen, 4 hoeijvurcken, 1 pluckhaeck, 1 korven, 1 strijckeijser, 2 bieshaecken, 1 kaesmant, 1 korff, 1 waeter ember, 1 vleston, 1 spiegel, 7 gelaije schotelen, 10 gelaije taeffelborden, 10 gelaije boterschoteltjes, 3 kommen.

Erdewerck

2 aerde schotelen, 3 aerde potten, 1 aerde kan met een stopken, 1 deurslagh, 4 testen, 1 aerde potje met vedt, 8 viesfuijcken, de …, 4 aelfuijcken, 6 kruijcken, een segen, 1 viesmes, 1 mant, 1 viesbeugel, 1 tartob, 1 halff lenck ?, een slephaer, 1 planck, 1 trogh, 2 seijsien, 4 houte taeffelborden, de botterteijl met den temst, 2 kaij kiesten, 1 roer, 7 kannekens, 1 soutvadt, ontrent voor 2 koij hoij, 3 voeder teurff, 1 sloot, 1 haergetouw, 1 schuijt met het zeijl.

Uitgaende schulden

Aen Reijnier Custers staedt te betaellen                                                                               90: 2: 0

Fol. 124r

Staedt vande goederen die aende kinderen van Maercelis Conincx sijn bevallen uijt den voors staedt.

Eerstelijck is aen Adriaen ende Huijbert ende Theuntjen Maercelissen Conincx te del gevallen het beste bed met 2 oircussens, 1 decken, 2 thienne schottelen, 1 koeckpan, 1 beijl, 1 tangh, 1 seijsie, eenen riethaeck, 1 kapstock, 1 lepelbordt, 1 koperen panneken met 1 strijckeijser, 7 tinnen lepels, 1 eijsere podt, 1 kopere ketel, 2 vuercken, 1 vuerck, 1 kiest, 1 scherrebordt, 1 bodt, 4 keulsche schotelen, 5 taeffelborden, 6 botterschotteljes, 1 kom met een pint, 1 hael, 1 wouthengel, 1 lenghaelen, 1 schuijmspaen, 1 roestel, 1 kaeij stopken met 2 kannekens, eenen temst, 1 kesmandtken, 2 houte taeffelborden, 1 strijckeijser, 1 haren, vier fuijcken, 2 aelfuijcken, 3 kruijcken, het swardt koijken met het kalff, seven slapelakens, 5 fluwijnen, 1 spienwiel, 1 halff serken, 3 stoellen, 1 verckeken.

Dese voors dellingh rechtelijck gedaen bij Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Berrevoets. Desen 2e december 1700. Ende mijn als secretaris kennelijck P Zeijlmans, secretaris.

Fol. 124v

Staedt ende invertaris vande winckel ende inboel ende alle inkomende penningen die Marieken Janssen van Thichel ende Adriaentjen Huijghen de Hoogh samen in haer leven besetten hebben ende nu met den doot ontruijmt bijde voors Adriaentjen Huijghen. Desen optecckeninghe gedaen ende gepasseert tot naerrichtinghe van haer vrinden. Ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Berrevoets, heemraden. Desen 14e december 1700. Dat haer de vrinden van Adriaentjen Huijghen desen met recht hebben doen leveren.

Eerstelijk inden winckel een sticklijff, werdigh 2:15: 0
Een stuck blouw sloot, wert 4:15: 0
15 ellen wiedt linden 7:10: 0
9½ el rouwlinde 3: 0: 0
26½ el swart linde lacken 11: 1: 0
12 ellen ½ gel catoen 6: 5: 0
18 ellen bruijn linden 3: 3: 0
4 ellen en een halff witten sloeff 1: 2: 8
6 ellen blouw linden 2: 2: 0
77 ellen rau linden 22: 1: 8
Aen kousen te samen 38: 9: 8
Aen vlaas te samen 37: 0: 0
7 seijen doecken 4: 2: 0
Noch aen galon, catoen en seij 34: 5: 0
Noch aen twijn, peper, sout, kaes, stoellen, banken, een kas, mel, gort, stroijen, hoeijen, besen ende boenders en tinw…, maten, schalen ende gewicht, teurff en hout, boter en vedt en vles. Alles met den kleijnen getacceert bedraegt 91: 0: 0
15 ellen perkan 7: 4: 0
21 ellen ster meijntjes 7: 7: 0
29 ellen pledts 11:10: 8
2 ellen koren saeij 2: 4: 0
6 elle saeije stoff 4:10: 0
86 ellen sersie en een 4endeel 77:12: 8
11 ellen sersie de dan en een ½ 4endeel 12: 0: 8
5 ellen  
8 ellen salie stoff 9: 0: 0
51 ellen en een 4endeel sersie 38: 5: 0
6½ el bruijnen strep 1:19: 0
16½ el blauwe strep 9: 2: 8
1½ el floers 0:12:18
19 ellen groen strep katoene 7:12:14
7 ellen tjek ? strep 6:12: 0
7 ellen swarten krep 3: 3: 0
2½ el bombasijen 2:17: 8
2 ellen demedt 0: 6: 8
2¼ el bruijne linde 1: 5: 0
2½ akesaij 1: 8: 8
11½ el lacken 16: 3: 0
12 ellen geblomt kattoen 6: 0: 0
33 ellen akesaeije streep 13: 0: 0
2½ el voes 3:10: 0
12 ellen stoskens 5: 8: 0
12½ ellen gedobbelt stent catoen 4: 7: 0
28 ellen luer baeij 17:10: 0
   
Dese staedt vanden winckel beloop int geheel 533:14: 2
Aen wiedt gelt bevonden int sterffhuijs 100:11: 8
Aen duijten bevonden 38:13: 0
Staedt van alle incomende penningen te ontfanghen volgens het schultboeck 542:10:10
Staet alnoch een obligatie te ontfanghen van Peeter Aerden 100: 0: 0
Van interest verscheijden nu … 4: 0: 0
De incomende penningen met den winckel enbde obligatie brenghen op in alles  
Compt de gel… noch van Marieken van Tichelen over verkoop vant bed 10: 0: 0

Uitgaende schulden

De erfgenamen van Adriaentje Huijghen staen schuldigh over winckelwaeren volgens boeck 109: 0: 0
De uijtgaende schulden belopen in alles volgens per tien ente verken ? ter somme van ses hondert 29 gulden, dus 629: 0: 0
Aen schout, secrtaris ende schepens met hetgeene de erffgenamen verteert hebben, samen 68: 0: 0
De dootschulden bedragen vier en vijftig gulden 54: 0: 0
De quaeij schulden bedragen hondert 20 gulden de waer van den schout haer erffgenamen deselffs heeft gepresenteert 120: 0: 0

In de kantlijn: Verclaerden den schout Gerrit Zeijlmans dat hij de erffgenamen van Adriaentje Huijghen rechtelijck heeft aengesegt dat sij de helft vande qua schulden souden aennemen, die tot antwoort gaven dat sij het een sonder het ander niet en … te ontfanghen. Kompt de erffgenamen noch buijten de quaeij schulden volgens uijtreckeninge te ontfanghen naerde doot van Marieken van Tichel hondert seven en twintich gulden

Den eedt affgeleijdt bij Marieken Janssen van Tichelen ende verclaert desen staedt soo gerechtich over gebrocht te hebben ende haer swetens niet verswegen te hebben. Den eedt afgeleijt aen Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Frans Boeser, heemraden. Desen 22e jannewarij 1701.

In de kantlijn: compareerde ter secretarije van Groot Waspick de gelijcke erffgenamen van Adriaentje Huijgen en bekennen vande nevenstaende staet en inventaris vande erffgenamen van Maria van Tichel voldaen en betaelt te sijn, den lesten penning met den eersten. Uijtgesondert de quaaij schulden. Des t’orconde soo hebben wij desen onderteijckent, desen 9e november 1711.

Dit hantmerk heeft Jan Cornelis Visser selffs gestelt.

Dit merk heeft Teuntje Peters de Hoog huijvrou van Jan Adams self gestelt.

Dit merk heeft de huijsvrou van Arien Koning selfs gestelt als innestaende ende voor de verder erffgenamen.

Vas Peeters de Hoogh als innestaende voor de verdere erfgenamen.

Fol. 125v

Staet vande goederen van Adriaentie Huijgen dat aen de kinderen van Machiel ? Conincx is bevallen. Gepasseert ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout en Dirck Janssen Zeijlmans ende Jacob Bervoets, heemraden, desen 9e desember 1702

Eerstelijck een slapelaken, drie hemden, een triellen tafelaken, noch een quaet hout, een fluwijn, 4 neersteltiens, 3 slaepkovels, drie roudoeken, enen blauwen slob, een paer swarte kousen, een swarte voirschoot, een sersienschort, een paer socken, een roije apenrock, een paer hantschoenen, een swarte schort, een swart manteltie, voor sillevere eijser bij bellen.

Dochter ontfangen voor haar eenen gulden.

Fol. 125v

Scheijdinghe ende erffdelinge tusschen de gelijcke erffgenamen van Jan Thonis Snijders ende Heijltje Janssen wettege huewelijcke luijden. Soo van alle hare erve als volght:

Eerstelijck soo is Jan Janssen Snijder gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het half huijs, onverdeelt met de weduwe Huijbert Vossen die de andere helft is competerende met de kruijthoff streckende uijt den westen vande weght af oostewaerts in tot de aelbese hegh toe. Met het vierde part in het ackerlant behorende (behoorende) aen de halve stede behorende, onverdeelt met de weduwe Huijbert Vossen. Streckende uijt den westen het huijs vanden halve weght tusschen de schuer oostewaerts met het ackerlant tot het Walleken toe. Waer van Corstiaen Marcelisse met het part is gelegen zuijden en noorden van heel den acker Govert

verte

Paens. En moet diet lot inde contrubutiue betalen 1 stuijver en onderhouden aen dijck een halve roij inden noirden bijster sijnde de tweede halve roij uijtten westen. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           100: 0: 0

Item hier tegens soo is Corstiaen Marcelissen die in huewelijck is hebbende Heijltie Janssen Snijders gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het schuerken ten suijden vande voornoemde stede met de helft vanden dijck tot de voornoemden stede behorende. Met noch het 4e part int ackerlant met de andere helft onverdeelt met de weduwe Huijbert Vossen en Jan Janssen Snijders. Gelegen diet schuerken tusschen erffenisse van Jan Janssen Snijders noorden en suijden de erffgenamen van Bommelaer cum suis. Streckende uijt den den westen vanden halven schoersteen vant huijs oostwaerts in met 4e part in het ackerlant tot het Walleken toe. En moet dit part inde contrubutie betalen 1 stuijver en neemt mede tot sijne last een halff roij dijck vanden bijster sijnde doostensche halft roij. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van        100: 0: 0

Item hier tegens soo is Willem Janssen Snijders gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de helft van Sgravenmoersche lant, gemeen en onverdeelt met de weduwe van Huijbert Vossen die de andere helft is compiterende. Gelegen tusschen erffenisse de graeffelijckheijt suijden en Anneken Rijken noorden. Streckende uijt den westen vande halever Sgravenmoersche vaert oostewaerts in tot den Sgravenduijn sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                     50: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden Willem Janssen Snijder gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de halve delle, gemeen met de wegh daer toe behorende met de weduwe Huijbert Vossen, gelegen onder Groot Waspick thusschen erffenissen vande (vande) heere vande graeeffelijckheijt suijden en noorden (en noorden) Thomas Rijcken cum suis. Streckende uijt den westen vanden Sgravenduijn sloot oostwaerts in tot de erve van Thomas Rijcken toe. En moet dit lot de derde half roij uijt den oosten maken vanden (vanden) bijsterdijck. Diet lot getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                 50: 0: 0

Item hier tegens soo is Peeter Janssen Stockermans die in huewelijck is hebbende Maeijken Janssen Snijder gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op het 4e part inden buijten acker, gelegen onder Groot Waspick, onverdeelt met Wouter Ruijckhaver en Hendrick Janssen Snijder, gelegen heel den acker tusschen erffenis van den gemeenen weght oost en west de gebuer velde. Streckende uijt den noorden vande Wal tot de erve vanden schout cum suis toe int zuijden. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 50: 0: 0

Item alnoch een queb met de weduwe Huijbert Vossen met een driesken daer aen gelegen onder Groot Waspick voors gelegen tusschen erffenisse vande graeffelijckheijt zuiden, noorden Willem Janssen Snijder, oost Janneken weduwe Huijbert Vos en west. En moeten dese twee loten mede contrubutie betalen 3 duijten en dienen desen parten tot haren last de halft roij dijck uijt den oosten. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                            50: 0: 0

Item hier tegens soo is Hendrick Janssen Snijders gelot, gecavelt ende beërfdeelt op den selven bijster, gemeen en onverdeelt met Lambert Vrijsen, gelegen onder Groot Waspick tusschen erffenisse vande weduwe Gijsbert Conincks west ende oost Hendrick Aertsen Oubol en Meerten Kampersie deen theijnden den anderen. Streckende uijt den noorden vander halver Her straet, suijdenwaerts in tot Hendrick Oubollen toe. Ende moet dat inden dijck onderhouden den oostenschen roij teijnden den beijster gelegen. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                        50: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden Hendrick Janssen Snijder gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part inden acker buijten, onverdeelt met Peeter de Smit en Wouter Ruijchaver cum suis, gelegen onder Groot Waspick tusschen erfenise van den weght oosten, west de gebuer velde. Streckende uijt den noorden tot het Walleken ofte de erve vanden schout cum suis toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                             50: 0: 0

Ende moeten desen parten inde contrubutie betalen ses duijten.

Item hier tegens moet Thomas Janssen Snijders gemeten van Hendrick Janssen Snijders tot egalisatie van haer loten ofte voor sijn part ter somme van hondert gulden dus                                       100: 0: 0

Aldus de deelinghe hier rechtelijck gedaen met hant alm ende monde en bekent den eenen dan den anderen sijn part soo over te geven met sij termetijtten daer toe staende soo als voors staet. Aldus dese deellinge gedaen ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout en Dirck Janssen Zeijlmans en relateert Pieter Buijs sijnen confrater. Desen 26e november 1702.

Fol. 127r

Staet vande goederen die vercocht sijn tot Jan Corsten op den 17e jannewarij 1702

Eerstelijck eenen tinne pispot bij Bastiaen Sprangers om 0: 9: 8
Twee tinne tafelborden bij Rijnier Kosters 0:14: 0
Een lepelbort bij Matijs Camp 0: 8: 0
Een tinne becken bij Hendrick Wouters om 0:18: 0
1 tinne schotel bij den selven 0: 7: 0
1 reustel bij Rijnier Koster 0:12: 0
Twee keulsche schottelen bij Hendrick Wouterssen om 0: 8: 0
Noch twee keulsche schottelen bij Jan de Leeuw om 0: 8: 0
Noch een schottel met een kleerborstel ende wat andere poullen bij Lijsbet Dricken Remijs om 0: 5: 0
Twee schottelen bij Hendrick Luijkassen om 0: 1: 8
Een stopken met een kanneken bij Jan de Smit 0: 6: 8
Een vierpan bij Rijnier Kosters 1: 0: 0
1 spiegel bij Janneken Peeter Tomas om 0: 4: 0
Een sack met een bor bij Rijnier Kosters om 1: 2: 0
Ketel bij Hendrick Huijberde Schoenmakers 5:15: 0
Een tafeltie bij Janneken Peeter Tomas 0: 4: 8
1 bijl met een dissel bij Jan Grevenbroeck om 0:16: 0
1 snick bij Hendick Wouters om 1: 5: 0
Twee evegaers met een snijmes bij Tonie van Dommelen 1: 2: 0
1 saegh bij Jan de Leeuw om 0:12: 0
2 schaven met een bor bij Hendrick Wouters 0:13: 0
1 boor bij Jan de Bruijn om 0: 4: 0
2 bijtels en 3 boren Jacobus vanden Broek 0:17: 0
3 schaven met een hamerken bij Piet de Schoenmaker om 0: 7: 0
Noch wat rommelwerck bij Piet de Schoenmaker 0:13: 0
3 toghnagels bij Peeter de Seeuw 0:12: 0
Een tafeltie bij Jan de Leeuw om 0: 5: 0
Rieck en sight bij Pieter Buijs om 0: 3: 0
2 seijsens bij Tonie Konincks om 0:10: 0
Een krengen rat bij Hendrick van Waspick om 0: 6: 0
1 hoijback bij Wouter Tonis Snijders 0:14: 0
1 kannenbort bij Hendrick van Waspick 0:19: 0
1 saegh bij Jan Willemsen Cloot 0: 7: 0
1 snijback met de snij bij Sebrecht Otterdijck om     1:11: 8
1 plankenstoel bij de schout van Clijn Waspick om 0: 7: 0
1 setel stoel bij Jan Scheppen om 0: 3: 0
1 schaeffbanck bij Hendrick van Waspick om 0: 8: 0
1 trogh bij Jan Aerts Dolck 2: 0: 0
De groote kas bij Jan de Leeuw om 1: 4: 0
1 klijn kasken bij Hendrick van Waspick 0:12: 0
Een etenstroer bij Janneken Peer Tonis 0:13: 0
1 kiest kantoor bij Hendrick Wouters om 0:15: 0
1 kist bij Hendrick Wouters om 0:12: 0
1 koij bij Hendrick Wouters om 12: 0: 0
De veers bij Sebreght Otterdijck 14: 5: 0
Het hooij bij Huijbert Swarte en Peeter Buijs om 4 gulden 5 stuijvers het duijsent, is gebleeken 2500, is in gelt 10:12: 8
Den rogh met het vat is gecoght bij Rijnier Kuijsters, het vat 18 stuijvers  
Het mis bij den secretaris 3: 5: 0
57 gulden 7 stuijvers bij Peeter Buijs verantwoort  
Den 22e februarij 1700 van Buijs vant voors gelt ontfangen 19 gulden 11 stuijvers 14 penningen  

Vuijtgeef vande schult van Jan Corsten

Aen de weduwe van Peteer de Bont betaelt 5: 0: 0
Aen Huijbert Peeterssen Timmermann betaelt 16:10: 0
Aen Sebrecht Ottersdijck betaelt 1:16: 0
Aen Rijnier Kosters betaelt 12:15: 0
Aen Jan de Smit betaelt 1:17: 0
Aen Hendrick Wouters betaelt 1: 0: 0
Aen Gerrit Boeser betaelt 1:12: 0
Aen Anneken Denis en Peeter den Decker voor het afleggen 1: 4: 0
Aen Peeter Haenen betaelt 0:16: 0
Aen Huijbert Willemsen Swart 1: 1: 0
Aen Cornelis Stevens Swart 0:12: 0
Aen Artus Sterrenborgh 1:17:10
Aen den soon van Hendrick Luikas 0:18: 0
Aen Jacob Bommelaer 0:10: 0
Aen Wouter Adriaen Corsten 0:11: 0
Aen Peeter de Seeu betaelt 1: 0: 0
Voor het maken vande kist aen Hendrick Wouters voor planken van de kist van Jan Corsten 2: 2: 0
Aen meester de Bot van kerckenrecht betaelt 4: 5: 0
Aen den schutter betaelt 0:11: 0

Aldus dier erffhuijs gehouden opden 17e jannewarij 1702 ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout ende Dirck Janssen Zeijlmans ende Pieter Buijs, heemraden ende mijn secretaris Peeter Zeijlmans. Desen datum voors.

Fol. 129r

Aenneminghe van Jan den Dragonder sijne kinderen

Op huijden desen 4e februarij 1702 compareerde voor ons ondergeschreven schout en gerechten des dorps Groot Waspick ondergenoemt in eijgen personen Jan Tonis Dragonder weduwenaer van Marieken Adriaenssen van Gesel, wonende tot Waspick voors. Verclaren ende bekende aengenomen te hebben gelijck hij dat bij desen van Peeter Adriaensen van Gesel oom en vooght van desen onmondige kinderen verweckt bij de voornoemde Marieken Adriaensen van Gesel en dat met advies ende ten overstaen van schout en gerechten in dese sijne ses voornoemde kinderen die hij geprosiequeert heeft bij Marieken Adriaenssen voornoemd zaliger voors omme sijne kinderen te inderhouden in eten en drinken, kleden en reden, linde en wollen, schoen en koussen, soo wel sieck als gesont geenen tijt van perijkel uijtgesondert, ter schoolen te laten gaen en haer een ambacht te laten leeren naer sijnen staet en vermogen en eerelijck en deughdelijck opte voeden. En sal aen ider van sijne kinderen uit te reijcken tot een uijtsetsel als sij tot haren mondige jaren gekomen sulen wesen ofte huewelijck ofte andere geapprobeerde staet toe, ter somme van dertien gulde ider en dat voor de voors kinderen haere moederlijcke goederen, alle in komende penningen te ontfangen en alle uijtgaende schulden te betalen die alle sijn en blijven tot personen proffijt van Jan Tomas [sic] Dragonder voors. En ofte eenighe vande voors kinderen quamen te sterven sullen de penningen besterven van het een op het ander voor welk voors somme en opvoedinghe vande voornoemde kinderen ick Jan Tonis Dragonder ben verbindende alle mijne goederen hebbende en vercrijgende, egeen vandien uijtgesondert. Present ende ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout en Dirck Janssen Zeijlmans en Cornelis de Bont, heemraden.

Fol. 129r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Mels Thomas Zeijlmans en sijn kinderen die hij in echte verweckt heeft bij Willemken Geerden Boudewijns met namen Peeter Melsen Zeijlmans, Grietie Melse Zeijlmans de weduwe Corstiaen Vassen en Thomas Adriaensen Molenschot die in huwelijck is hebbende Anttonetta Melsen Zeijlmans ende weduwe Johanna Melsen Zeijlmans voor geattesteert met Peeter Melsen Zeijlmans voogh in dese. Is als volght en dat voor haer moederlijcke goederen

Eerstelijck soo is Mels Thomas Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op achtdalve geerde hooij ende weijlant, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van 15 ? geerden, bedeelt op den oosten kant waervan gelegen is west Peeter zeijlmans cum suis int selleve stuck met de wederhelft ende oost Tijs Camp en Adriaen Bommelaer deen teijnde den anderen. Streckende vande heerlijckheijt van Groot Waspick uijt den suijden, noordenwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van          (niets ingevuld)

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemden Mels Thomassen Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalve geerde anderhalf sestiende part, gelegen in een stuck van 12 geerde, onverdeelt is ses geerden op den oostenkant, gelegen in Clijn Waspick tusschen erffenisse vande erffgenamen van Eijltie Sprangers gelegen west int selve stuck oost de weduwe … Gijsbert de Ruijter deen theijnde den anderen. Getacceert op                                                                                                                                  (niets ingevuld)

Item alnoch ten derden soo is Mels Thomasse Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de delle met den hooff gelegen in Groot Waspick binnedijckx tusschen erffenisse van Adriaen de Jongh gelegen oost en Jan Dircken Schoenmakers ende Wouter Janssen Gijben gelegen west. Streckende uijt den zuijden vande halleve Her straet noordewaerts in tot de Kae toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van         (niets ingevuld)

Item alnoch is den voornoemden Mels Thomas Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een buijten delle, gelegen in Groot Waspick buijtendijckx tusschen erffenisse van Coenraet Baes gelegen oost ende west Jan Kalff Eune ? Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet af noordewaerts in tot de heerlijckheijt van Clijn Waspick toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van  (niets ingevuld)

Item alnoch ten vijffden soo is den voornoemden Mels Tomas Zeijlmans gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de hoeckdel, gelegen op den westen kant van Vroukensvaert in Groot Waspick tusschen erffenisse van Jan vander Punten noorden en zuijden de erfgenamen van Adriaen Jan Matijsse. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukensvaert westwaert in tot de dellen van Peeter van Son toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                            (niets ingevuld)

Item alnoch ten seden soo is den voornoemden Mels Tomas Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker zaeijlant gelegen in Groot Waspick boven inde Rught tusschen erffenisse van Dirck den Kuijper noorden ende zuijden de erffgenamen van Maerten van Gijsel. Streckende uijt den oosten vande erve van Willem Jacob Jan Tijssen westenwaerts in tot de stede van Denis Peeter de haene steden toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch ten sevenden soo is den voornoemden Mels Tomasse Zeijlmans geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker zaeijlant gelegen boven in Groot Waspick inde Griffiere bancken, groot ontrent 2½, gelegen tusschen erffenis vande kinderen van Mels Dircken oost ende west Lambert Frijssen. Streckende uijt den zuiden vande erve van Peeter Domen noordewaerts in tot de erve van de erffgenamen van Peeter Jochemssen Berthouts toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van       (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Peet Tonnisse Zeijlmans geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtige helft inde sevendalleve geerden hooij ende weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick daer Johanna Zeijlmans de andere helft is compiterende, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Tijs Willemsen cum suis west ende oost Tomas Moleschot cum suis. Streckende vanden Kaa sloot af noordewaerts op tot den Schij sloot toe. En moet dit lot ontfangen van Adriaen Lips 7 gulden thien stuijvers en is getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item hier tegens soo is Magrita Melsen Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de helft vande sestalleve geerde hooij ende weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt met Tomas Moleschot, gelegen tusschen erffenisse van Peeter Zeijlmans cum suis west ende oost de weduwe Corstiaen Vassen cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot af noordewaerts in tot den Schij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch soo is de voornoemde Magereta Melsen Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een halve geerden hooij ende weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, bedeelt opden oosten kant in 3 geerden, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen Zeger gelegen westwaerts ende oost Adriaen de Bruijn cum suis, Streckende vande Kaa sloot uijt den zuijdewaert en noordewaerts in tot den Schij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      (niets ingevuld)

En moet diet lot ontfangen van Adriaen Lips 32 gulden 10 stuijvers.

Item hier tegens soo is Tomas Adriaenssen Molenschot gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtige helft van sestallen geerde hooij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt met Magrita Melse Zeijlmans, gelegen tusschen erffenisse van Peeter Melse Zeijlmans cum suis west ende oost de weduwe Corstiaen Vassen cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sllot noordewaerts op tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen                             (niets ingevuld)

Item alnoch soo is den voornoemden Tomas Adriaensen Moleschot gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een halleve geerde hooij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, bedeelt opden oosten kant in drie geerden, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen Zeger west en Adriaen de Bruijn cum suis oost. Streckende uijt den zuijden vanden Kaa sloot af noordewaerts op tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                        (niets ingevuld)

Ende moet dit lot ontfangen van Lipsen 32 gulden 10 stuijvers.

Item hier tegens soo is Adriaen Lips ten behoeve van sijn cinderen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op ses geerden hooij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuk van twaelf geerden, bedeelt opden noostenkant waer van Jan de Bruijn cum suis oost. Streckende uijt den suijden vande Kaa sloot af noiordewaerts op tot den ??? Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van  (niets ingevuld)

Ende moet det lot uijtreijcken aende gelijcke vriende so als voors staeten bij ider lot is aengeteeckent.

Item hier tegens soo is Johanna Tonissen Zeijlmans weduwe Johan Melsen Zeijlmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtighe helft van sevendalve geert hooij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt met Peeter Melsen Zeijlmans, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Tijs Willemsen gelegen cum suis west en Thomas Moleschot cum suis oost. Streckende uijt den suijden vanden Ka slott af noordewaerts op tot den Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van          (niets ingevuld)

Ende moet diet lot ontfangen van Adriaen Lips 7 gulden 10 stuijvers.

Ende moeten de gelijcke vrinden uijtreijcken aen Mels Tomassen Zeijlmans tot egalisatie van hare loten ter somme van 75 gulden.

Aldus gedaen dese deelinghe rechtelijck gedaen met hant alm ende monde ende sal ider sijne lote aenveerde met de contrabutie en lasten en dijcken en dammen van outs daer toe staende. En is ider met sijn gedeelt te vreden en geconsenteert soo den een op den anderen sijn lot nie meer heeft te pretenderen. Present ende ten overstaen van Geerit Zeijlmans, schout en Dirck Janssen Zeijlmans en Pieter Buijs, heemraden. Desen 22 februarij 1702. Ende mijn secretaris present ende kennelijck.

Fol. 131r

Contract tusschen Adriaen Lieps sijne kinderen en is als volght:

Op huijden desen 22e februarij 1702 compareerde voor ons ondergeschreven schout ende gerechten van Groot Waspick sr Adriaen Lieps, brouwer ende borger binnen Breda de welcke is sederende ende overgevende sijn gedelte ende eijgenschappen de geenen hem Lieps sijn competerende inden boedel van Mels Thomassen Zeijlmans ende Willemken Geerden Boudewijns sijne overlede huijsvrouwe ouders, soo van landerijen ende inboel, gout, zillever, gemunt ende ongemunt de geene hij sedeert ende overgeeft in vollen eijgendom aen sijne drie kinderen in echten verweckt bij Johanna Melsen Zeijlmans met namen: Mels Adriaensen Lieps, Johannes Adriaensen Lieps ende Rombout Adriaensen Lieps. Miets conditie dat de voornoemde Adriaen Lieps, vader voorschreven, sal trecken de ???vruchten ende jaerlijcksche inkomsten vande goederen tot de kinderen haeren mondigen daghen ofte huwelijck ofte andere geapprobeerden staete toe. Ende blijft hij vader voorschreven gehouden de voornoemde sijne drie kinderen op te brengen in eeten en drincken, kleden, reden, linden ende wollen, soo wel sieck als gesont, geenen tijt van preijckel uijtgesondert, ter schollen te laten gaen ende een ambacht laten leren naer sijne staet. Ende ofte het quam te gebeuren datter eenige vande drie kinderen quamen te sterreven soo sullen de voorschreven goederen besterven van het eene kint op het ander tot het lesten toe. Ende ofte het quam te gebeuren dat alle de voornoemde kinderen quamen te sterreven soo sullen de goederen weder om besterven aende kant daer sijn van daen gekomen sijn. Ende beloven ick Adriaen Lieps diet kontrackt van waerde te houden ende doen houden al waert schoon datter eenighe kontrakten hier tegens mochten wesen die dese cinderen mochten wesen houden dese kontrackte voor goet vast, bondigh ende van waerden. Ende tot naercominghe ende voldoeninghe van dese contrackten soo verbinde ick Adriaen Lieps mijn persoon ende goederen, alles onder verbant ende bedwanck als naer rechten. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Pieter Buijs ende Dierck Janssen Zeijlmans, heemraden. Ende mij present ende kennelijck Peter Zeijlmans, secretaris.

Fol. 131v

Contract tussen dHr Vedrines rentmeester tot Geertruijdenbergh en dHr borgemeester Verhooff.

Op huijden desen 17e april 1702 compareerde voor ons Gerard Zeijlmans, schout, Dirck Janss Zeijlmans en Frans Boeser, heemraden, de heer en meester Vendrines, rentmeester vande Domeijnen ende Geestelijcke goederen van wegen sijn koninckelijcke maijesteijt van Groot Britangien over het quartier van Geertruijdenbergh mitsgaders penninckmeester vanden A…iker polder ter eenre ende de heer Antonij Verhooff, burgemeester der stadt Geertruijdenbergh en heemraet vanden selven polder ter andere zijden. De welcke verclaarden met malkanderen, nopende de substitutie ende het overnemen van het voorss penninckmeesters ampt, over komen ende veraccordeert te sijn in voegen end manieren als hier volght:

Eerstelijck dat den voornoemden heer tweede comparant in alle getrouwigheijt den naem vanden voornoemden heer eerste comparant het selve penninckmeesters ampt sal bedienen ende waernemen voorden tijt van drie achtereenvolgende jaeren, ingaende met den 1e meij 1702 en wederom uijtgaende met den 1e meij 1705.

Wijders sal den gesubstitueerde penninckmeester naerstelijck ende met goede ordre de dijckschoten yder op sijn behoorlijcken tijt invorderen en ontfangen aende betaelders vandien goede ende deugdelijkcke quitantien geven. Mitsgaders aende crediteuren ende alle die gene die op den polder te eijschen ende te pretenderen hebben d’ordonnantie van dijckgraef en heemraden, mitsgaders quitantie vanden eijschende crediteuren. Goede ende promte betalinge doen. Voornamentlijck sal bij hem oock sorge moeten gedragen worden dat niet alleen alle jaers den intrest vande cappitalen tot lasten vanden polder staende maer oock de salarissen van dijckgraef en heemraden en andere polders bediendens precijs op de verschijndagen werden betaelt, op pene dat de schade niet op de polder nochte den penninckmeester privativelijck maer op hem gesubstitueerde penninckmeester sal redinderen ?.

Den gesubstitueerde penninckmeester sal alle jaren op den eersten maendagh in meij de polders reeckeninge gereet moeten hebben mette documenten daer toe specterende in behoorlijcke forme geschreven en geëxtendeert om die als dan aende gecommitteerde van sijn maijesteijt ende de presente dijckgraef, heemraden en in gelanden te presenteren ende den ontfangen en uijtgave tot sijnen laste te verantwoorden, sonder dat hij sijn voorss principael met eenige de minsten verstanten sal mogen belasten.

Den selven sal oock geenige posten met debit quitantie in sijne uijtgifte vermogen te brengen en voorts sigh ontrent het penninckmeesters ampt d’invorderinge der ommeslagen als anders mits uijtgesondert, moeten gedragen ende naercomen alle tgeent bijden rade van sijn konnincklijcke maijesteijt en den dijckstoel albereijts is en noch verder sal geordonnnert ende geresolveert worden.

Verder sal den selven gesubstitueerde binne ses weken ofte uijterlijcke drie maenden naer het opnemen ende sluijten van yder jaerlijxe reeckeninge in baren gelden aenden voornoemden penninckmeester Vedrines principael moeten goet doen en uijttellen soodanige administratie ofte collectloon als in den uijtgeef vande selve reeckeninge den penninckmeester over het innen vande dijckschoten en andere polders penningen wert geleden.

Item noch de hondert gulden voor tractement voorde biljetten te publiceren twintich gulden en voor papier en port van brieven sestien gulden als mede vijftigh gulden voor het schrijfloon vande polders reeckeninge blijvende de resterende thien [sic moet veertien zijn] gulden voorden gesubstitueerde ofte die hij tot het schrijven van deselve reeckeninge sal gebruijcken. En of het quamen te gebeuren dat bij onse souvereijne heere wierden verstaen dat de polders reeckeninge door ymant anders wierden geschreven soo sal den gesunstitueerde penninckmeester voor sijn tractement van twee hondert gulden tien guldens nevens het schijfloon aen sijn principael moeten uitreijcken, mits dat de gesubstitueerde penninckmeester daer van jaerlijcks sal afhouden voor sijn moeijte vande bedieninge, verschot van biljetten, uit te senden publicatie, gelt, port van brieven als anders te doen de somme van twee hondert gulden eens gelt. Het overwerck gelt ende des ses gulden vacatie die opt doen vande reeckeninge aenden penninckmeester werdt toegeleijt als mede karrevrachten sal blijven aen den gesubstitueerde voorde jaerlijcxe teeringe die den penninckmeester nevens de andere regenten vanden polder dragen moet. En of het quam te gebeuren dat den gesubstitueerde penninckmeester meer hadde uijtgegeven als ontfangen soo sal dien intrest van het slot der reeckeninge komen tot voordeel vanden gesubstitueerde penninckmeester.

Voor dese bedieninge ende administratie sal den gesubstitueerde ten genoegen van dijckgraef en heemraden vanden E…polder onder alle behoorlijcke administratie vande benificien, de borgen andersins naer rechten competerende.

Is verder geconditioneert dat in cas de voornoemde contractanten ofte een van de selve dit geconvinieerde niet mochte komen op te seggen voorde maent januarij 1705 soo sal dit accoort verstaen werden voor noch andere drie jaren stilswijgende te wesen geprolongeert, alles nochtans onder dese reserve dat hij gesubstitueerde sigh buijten klachten sal hebben te houden. Ende in cas het mochte komen te gebeuren dat den penninckmeester Vedrines met permissie van sijn genadigen heer het penninckmeesters amt voors aen ymant quam te transporteren ofte selfs soude willen bedienen ofte dat oock binnen den tijt van dit contract een van beijde de contragenten quamen te overlijden, soo sal in soodanigh een vande voorss gevallen met het eijndigen van t jaer int welcke den rentmeester Vedrines het transporteren ofte selfs te willen bedienen van het penninckmeesters ampt sal hebben bekent gemaeckt ofte dat oock een van beijde de contragenten in een vande drie jaren met doode moeten afgaen dit contract komen te cesseren. En sal den voornoemden borgemeester Verhooff sonder eenige de minsten contradictie ofte oppositie gehouden wesen daer van de desisteren en met den voornoemden Vedrines sijne erffgenamen ofte oock gesuccedeerde en geauthoriseerde binne drie maenden naer t uijtgaen van t jaer in welcke den afstant ofte transport ofte wel selfs bedieninge in manieren als vooren is gedeminicieert ? ofte een beijde contragenten overlijden mochten te liquideren ende te suijveren ende dit contract in alle sijne pomcten ? moeten presteren tot soo wijt dat de reeckeninge naer behooren is gesloten. Ende daer mede te desisteren, sonder dat dien aengaende eenige verdere pretensien sullen konnen gemaeckt worden.

Voort blijft den gesubstitueerde oock gehouden een maent voort expiteren vant laetste jaer van sijne bedieninge de leggers, man en andere boecken, papieren en chartres tot het penninckmeesters schap vande polder behoorende, soo als hij deselve becomen heeft gelijck mede die gene die hij geduijrende sijne administratie van het gemelte penninckmeesters ampt sal vergaderen, aenden penninckmeester ofte desselfs successeur ofte gesubstitueerde oprechtelijck over geven onder behoorlijcke acte van descharge reserverende den voornoemden penninckmeester Vedrines. Bij dese oock de faculteijt omme ten alle tijden als hem sulcx gelieven en goet duncken sal acces ende toegangh in het comptoirs vanden substituijt penninckmeester te mogen hebben en van alles viesie, copije of extract te mogen nemen sonder eenigh het minste tegenseggen vanden voornoemden sunstituijt penninckmeester.

Ten laetste sal den voornoemden gesubstitueerde gehouden sijn ‘tallen tijden op het begeren van sijn voornoemde principael bij geschrifte aenden selven te laten weten wat van consideratie bij de dijckstoel ende ingelanden ontrent den polder ende ommeslagh sal werden geordonneert en gedaen. Belovende den gesubstitueerde wijders … in allen deelen ontrent de voorss sijne bedieninge te sullen gedragen, als een eerlijck administrateur ende gesubstitueerde betaemt te doen.

Tot naerkoninge van alle tgene voorss staet verbinden partijen contragenten over en weder haer respective persoonen en goederen gene daer van uijtgesondert. Stellende die ten bedwangh en executie van allen rechten ende rechteren ende specialijck den hoogen rade van Hollant. Te vrede sijnde haerlueden in de inhouden deses bij den selven hoogen rade in Hollant oock goet willighlijck tot kosten vanden gebrekigen te laten condemneren. Daer toe wederroepelijck constituerende Lambert Vijschuijten, Jacob de Vos en Abraham Helcaert van Wouw, alle procureurs voorden voornoemde hoogen raden te samen en yder van hen int bijsonder soo omme de voorss condemnatie versoecken als daerinne te consenteren respective belovende voors goet vast en van weerde te sullen houden en doen houden alle tgene bij deselve procureurs daerinne sal werden gedaen en verricht onder gelijck verbant als boven.

Aldus gedaen ende gepasseert in Groot Waspick ende bij schout ende schepenen ondertekent op dato voorss ende was ondertekent: P Vedrines, A. Verhooff, G. Zeijlmans, schout, D. Zeijlmans, Frans Boeser.

Fol. 134r

Lijst ofte staet vande erffgenamen van Huijbert Vassen van date den 2e junij 1702

Voor eerst twee kisten, twee kassen, een trogh, een tafel, vier ketels, een kopere kan, een vier pan, twee ijsere potten, 8 keulse schotelen, twee roostels, een hangh ijser, drie lengh halen, twe lampen, ses keulse kannekens, dertien tinne lepels, ses tinne schotels, twee tinne kommen, een tinne soutvat, een kopere kandelaar, een koekpan, een hael, een tinne kroesken, een ijsere schupken, acht stoelen, een recken, vijf mandekens, een keerne, een melck ton, een boter ton, een wastob, twee kruij wagens, een water emmer, een hant veger, vier kerckboecken, een wiel, vijf keulse tafelborden, ses aerde tafelborden, een brandijser, een tangh, een lanteern, een seijseij, een hackmes, een kilmant, een block, een vijser, een rieck, een vurck, ontrent een voeder turf met ontrent een hondert mutsaert, een vat haver, twee vat rogh, acht paer lakens, vijf paer kussensloven, 6 trillen tafellakens, drie trillen handoecken, een bed, een deken, met twee sacken, twee lepelborden, noch eenigh ander aerdewerck, noch een gedeelte van huijs met een schuer voor het huijs, met den hoff en ontrent twee hont ackerlant achter het huijs, een kleijn driesken achter de schuer met de dellen daer aen gelegen onder S’Gravemoer. Streckende vande S’Gravelduijn sloot uijt den oosten, westwaerts in tot den vaertcant toe. Noch in gelt bevonden 77 gulden 10 stuijvers.

Hiertegens staet te betalen de dootschult ende de dorpslasten met het gemael, hooien gelt ende besaeijtgelt. …

Van dit gelt aenden impost gegeven ƒ 10: 9: 6
Betaelt aen Jan de Leeuw vande kist 3:10: –
Betaelt aen Adriaen Smits vande verpondingen dan 1701 tot S’Gravemoer 1:13:14
De schout, schepenen, bode en den schutter haer lieden salaris betaelt 22: 0: –
Betaelt aan’t gelach met de vrienden ende het gerecht  1:14:10
  38:18:14

Deelinge van het linden als andere goederen dat aende kinderen van Aert Huijbertse Vos is bevallen als volght:

Drie slaeplakens, 2 fluwijnen, 1 tafellaken met een hantdoeck, 1 tinne schotel, 1 tinne soutvat, 4 tinne lepels, 1 wageschotte kasken, 1 kopere kan, 1 roosteltje, 1 fouthengel, den kleijnen krengen met 3 manden, een pintje, 1 blauwe schotel, 1 tafelbort, een koffieschoteltje, een stoel, 1 lepelbort, een psalmboeck.

Het gene aende wesen van Mariken Huijberden Vos is bevallen is als volght:

Drie slaeplakens, 2 kussenslopen, 1 tafellaken, 2 tinne schotels, 1 tinne lepel, 1 blicke lamp, 1 koeck schupke, 1 fouthengel, 1 brant ijser, 1 lengh hael, 1 ijsere pot, 1 groote krengen, 1 seijsij, 1 rijff, 1 lockmant, 2 keulse schotelen, 1 tafelbort, 1 bierkan, 1 selleken, een racksken, 2 stoelen, 1 ijsere pot.

Het wiel int gemeen bij Jan Vos 12 stuijvers 0:12: –
Een emmer bij den schout om 0:11: –
Een mutsaert, gecocht bij Jan Vossen ontrent 54 om 1: 0: –
Dat gelt moet Cornelis en Aert en Maria haer wesen trecken.  
Den turf is int gemeen vercocht, ende gecocht bij Cornelia Vossen voor 4: 0: –
Noch het bed int gemeen gecoft bij Cornelia Vos om 6: 5: –
Noch wat out lijnwaet, gecoft bij Cornelia Vos om 1: 3: –
Twee vat rogh bij Jan Vossen, het vat 17 stuijvers is 1:14: –
Een vat haver bij Jan Vos gecocht om 0: 7: –
Noch wat los hout bij Jan Vos gecocht inde schuer om 1:16: –
  17: 8: –
   
Fol. 135r 17: 8: –
Een sack bij Gijsbert de Wever 0: 8: –
Een sack bij Jan Vossen 0:11: –
Noch int gemeen de stoop met de kan bij Jan Vos 0: 2: –
Een duerslagh met een schotel bij Anna van Nes 0: 3: 8
Een boter teijl met de testen bij Jan de Leeuw 0: 1:12
Een emmerken bij Jan de Leeuw 0: 3: –
2 potten bij Tonij van Dommelen 0: 3: –
Bij Jan Vos een essen boomken om 1:10: –
Het gemeen gelt bedraeght 20:10: 4

In de kantlijn: alle dese posten sijn deur gedaen.

Het goet vande wesen van Aert Huijberts Vos op het erffhuijs vercocht is op den 21e junij 1702 als volght:

Eerstelijck een tinne schotel bij den schout om 0: 6: 8
4 lepels bij Cornelia Vos om 0: 8: –
1 soutvat bij Jan Vos 0: 6: –
1 slaeplaken bij den secretaris om 1: 0: –
1 slaeplaken bij meester Erents om 1: 6: –
1 slaeplaken bij Cornelia Vos om 1:10: –
2 fluwijnen bij Cornelia Vos om 1: 2: –
1 tafellaken met een hantdoeck bij Jan Vos 0:16: –
Het kasken is gecocht bij Jacob Bommelaer 1:12: –
De kopere kan bij Cornelis de Bont 2:10: –
De reustel en vouthengel bij Cornelia Vos 0: 5: –
Een kleermant bij Dirck de Kuijper 0: 6: 8
Noch een mandeken bij Dirk Zeijlmans 0: 5: –
De kielmant bij Jan Vos om 0: 4: –
Een schuijer wagentje bij Jan Vos 0:10: –
Een blauwe schoteltje met een tafelbort en koffie schoteltje bij Cornelia Vos 0: 8: –
Een psalm boeck bij Dirck Zeijlmans om 0: 2: –
Een stoel met een lepelbort Geert de Wever 0: 7: –
Een pintje, gemijnt bij den schout 0: 2: –
  13: 6: 0

verto

Het goet dat voorde wesen van Marike Huijberde Vos is vercocht is dit naervolgende:

Eerstelijck een tinne schotel bij Cornelia Vos om 0: 5: 8
Noch een tinne schotel bij Cornelia Vos om 0: 8: –
Een schottel met een tafelbort bij Jan Janss Snijder om 0: 4: –
Noch een schotel met een lepel bij deselve 0: 5: –
De trogh bij Jan Vos om 1:11: –
Een koper keteltje bij Jan Vos om 0: 9: –
Noch een koper keteltje bij Cornelia Vos om 0:16: –
Een koeckschop met de lenghael bij Adriaen Bommelaer om 0: 4: –
Een lamp met een snel bij Gerrit de Wever 0: 5: –
Een brantijser bij Cornelia Vos 0: 5: –
Een ijsere pot bij Cornelia Vos om 0:18: –
De grootte kruijwagen bij Jan Vos om 1: 2: –
De seijsij met de rijf bij Jan Vos om 0: 5: –
Een lockmande bij Jan Scheppen om 0: 3: –
Een bierkan bij Adriaen Bommelaer 0: 3: –
Eenracksken bij Cornelia Vos om 0: 2: –
Een ijsere pot bij Corstiaen Marcelis 0: 8: –
2 stoelen bij Jan Janss Snijder om 0: 9: 0
  8: 2: 8

In de kantlijn: alle dese posten sijn deur gedaen.

Noch comt de wesen van Aert Vos van dat int gemeen vercocht is ƒ 3:18: –
Noch de kinderen van Maria Vos van dat int gemeen vercocht is 3:18: –
Ende voorde wesen aenden schout, schepenen en secretaris en schutter voor haer salaris betaelt 5 gulden 8 stuijvers vandit onderstaende gelt  
Noch voor de wesen van Aert int sterffhuijs vant gemeen gelt ontfangen 7:14: –
Ende voorde kinderen van Maria insgelijck 7:14: –
Noch voorde wesen samen ontfangen 0:13: 4

Soo dat de wesen haer gelt bedraegt 40: 7: -, daer moet Aert en kinderen voor af hebben 4: 4: 8. Blijft samen te delen 36:12: 8, berusten onder Jan Vos.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout, Cornelis Janss de Bont ende Adriaen Bommelaer, heemraden. Desen 21e junnij 1702 ende mijn secretaris present Cornelis de Bondt.

Fol. 136r

Erffhuisceel van Jan Corstiaensen Dubbelduijn en sijnen soon Jan Janssen.

Op huijden desen 20e october 1702 soo wielle den voocht ende toesiender van het weskijnt van Jan Adriaen Marcelis in echte verweckt bij Adriaentje Janssen Dubbelduijn, ten overstaen van schout ende heemraden alhier tot Groot Waspick, houden erffhuijs ende int openbaer voor alle man ten meesten oirbaer ende proffijt van het voors weskijnt vercoopen 2 melckkoeijen, 2 kalleveren, 1 swarte kolde merie ende een vullen bed, buldt, stoelen, bancken ende alderhande andere huijsraedt, rogh ende boeckweijt, hoij ende stroij ende alle het geene bijde voochde te berde sal werden gebracht ende dat achtervolgende conditien ende voorwaerden hier naer beschreven.

Item wie eenigh gelt biedt die sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt alles op de boeten ende breucken van hondert goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer peijnen recht.

Item wil den heer officier wel een ander begrijpen maer wil selfs niet begrepen wesen ende hout het eerste, tweede ende derde wordt aen hem selleven.

Item sullen de mijnders ende coopers der sellever gemijnde goederen gehouden sijnde de selleve gereet ende contant bij het mijnen te betalen aleer sij deselleve vande werff sullen mogen brengen ofte vervueren ende sullen voorden officier betaellen 1 stuijver vanden gulden op gelijcke boete als vooren ende den elpen alees tot lasten vanden cooper.

Item houden de vrienden vier lossen aen haer selleven.

Eerstelijck een eijseren podt bij Marcelis Adriaen Marcelis 1: 6: 0
1 kopere ketel bij Beijens om 0:18: 0
1 melckton bij Marieken Danelsen 0:12: 0
Eenen aker met 3 schotelen bij Beijens om 0:17: 0
Een melckton bij Adriaen Vermeijs 0:13: 0
1 melckton bij Jestken Verhagen om 0:10: 0
1 hamer bij Marieken de Bruijn 1:17: 0
1 koeckpan bij Dierck Vijferen 0: 6: 0
1 branteijser ende scher bij Jan Thonis Zeijlmans 0: 6: 0
1 hangheijser bij Sijmen den Backer 0: 8: 0
1 hael ende tangh bij Adriaen de Schutter 0: 9: 0
1 beijl bij Peeter Boeser 0:12: 0
1 sef ende boterteijl bij Marie de Bruijn 0: 7: 0
1 waster ember bij Peeter Buijs om 0: 8: 0
1 soutdos met eenen oude kan bij Huijbertje Danelse 0: 5: 8

verte

Wat quat eijserwerck bij Dierck Jans Zeijlmans om 0:14: 0
Een snij met den back bij Adriaen Vermeijs 0: 8: 0
Den wan bij Jacop Bommelaer 0:15: 0
2 greel, 1 ton bij Dierck Zeijlmans 0: 5: 0
Den karsael bij Hendrick Huijberden 1: 8: 0
Den wastob bij Dierck den Kuijper 0: 5: 8
3 kruijcken bij Dierck Janssen Zeijlmans 1: 0: 0
3 sichten bij Pieter Buijs 0:10: 0
Een swingh met de hanghklieppels bij Dierck Wouters Zeijlmans 0:18: 0
Eenen block bij Dierck Janssen Zeijlmans 0:12: 0
Wat quaet eijserwerck bij den selleven 0: 5: 0
Een eerbeugel en wat ander eijserwerck bij Rijnier Cuijsters 1:16: 0
Een paer lersen bij Willem Mouthaen 0: 1: 0
De kist bij Truijken Adriaensen 0:10: 0
2 stoelen bij Adriaen Per Gielen 0: 1: 0
Een paer lersen bij Beijens om 2: 0: 0
Een tarton bij Adriaen Huijberden Zeijlmans om 0: 9: 8
De ploegh bij Jan Theunen Pouwels 2:14: 0
Den waghen bij Tijs Vermeijs 0: 9: 8
Den teurff leren bijden secretaris 1:10: 0
De kar bij Hendrick Janssen Schoenmackers 5: 4: 0
Den trogh bij Peeter Classen Corp 1: 0: 0
Eenen swarten rock bij Abraham Backer om 4: 0: 0
1 swarten broeck bij Marcelis Adriaensen Marcelis 2: 8: 0
Eenen hoet bij Jan Carrelsen 1: 7: 0
Eenen hemtrock bij Lijsbeth Coenen 1: 6: 0
Eenen hemtrock bij Henderick den Wever 1:13: 0
5 dassen bij Jan Aerts Dolck 0: 8: 0
5 dassen bij Marcelis Adriaensen 0: 8: 0
2 slapelakens bij Liesbeth Diercken 0:12: 0
2 hemden bij Adriaen Vermeijs 0:17: 0
2 hemden bij Liesbeth Coenen 0:18: 0
1 hempt bij Marieken den Naeijster 0:17: 0
1 semenbroeck bij Corstiaen Marcelis 0:17: 0
2 vertelen rogh bij Peeter den Meulder, ider vertel 3: 4: 0
Sijmen Janssen van Liesvelt, den rest op solder, ider vertel In de kantlijn: 1 en ses vierdelen ende anderhalff vadt 2:10: 0
Het tarvadt bij Peeter Buijs 0: 4: 0
Het hoij bij den schout ider duijsent 4 gulden 5 stuijvers dus elff duijsent hoij 4: 5: 0
Vier verdelen rogh bij Peeter den meulder, per vertel 3: 3: 0
verte  
Den mouwen rogh Sijmen van Liesvelt tot 13 vertelen en per vadt ider vertel 3: 4: 0
Peeter den Meulder 8 vertel boeckweijt ende den vadt, ider vertel 3: 2: 0
Eenen slagh stroij bij Tijs Vermeijs 1:17: 0
Eenen slagh stroij bij Jan Jonker 1:16: 0
Den aerk bij Dierck den Kuijper 4:10: 0
De koij bij Peeter Domen om 11: 0: 0
De jongh koij bij Reijnier Cuijsters 15: 0: 0
Den var bij Beijens om 1:16: 0
Het swarte vers bij Peeter de Roij om 4:10: 0
De merie is gecoft bij Gerrit Melsen om 65: 0: 0
Het vuellen bij Gerrit Melsen Crol om 36: 0: 0
Het boeckweijtt en stroij bij Adriaen Pouwelsen 1: 5: 0
Het grun op den acker die oost ende west lopt onder Cappel bij Peeter Boeser om 4: 0: 0
Een vadt ende een vierde vadt saet met de vadt bij van Liesvelt, ider vadt 1: 6: 0
50 mutsaert bij Sijmen van Liesvelt 0:19: 0
Het grunonder Waspick bij Jan Dolck 5: 5: 0
Den anderen acker onder Cappel het grun ende pejen bij Peter Buijs 4: 0: 0
De pontertouwen met de mant bij Dierck Zeijlmans om 0: 7: 0
Noch 2 stoelen bij om 0:13: 0
Den toemart bij Reijnier Cuijsters 3:15: 0
Noch van Mutsert ontfanghen 0:19: 0

Bij Marcelis Adriaen Marcelissen ontfanghen uijt handen van Jan Bouwens twee hondert twee endertich gulden 19 stuijvers 8 penningen. Het welck hem Jan Corstiaensen in bewaringh hadde gegeven.

verte

Bij Marcelis Adriaensen Marcelissen ontfanghen van Peeter Adriaensen Meulder van Cappel van den rogh ende boeckweijt 47 gulden 8 stuijvers 8 penninghe, dus 47: 8: 8
Van Sijmen van Liesvelt vanden rogh ende raepsaet ende mutsaert bij Marcelis Adriaensen ontfanghen 60 gulden 18 stuijvers 4 penningen, dus 60:18: 4
Noch den slagh stroij aen Marcelis Adriaensen goet gedaen van Jan Joncker tot 1 gulden 16 stuijvers, dus 1:16: 0
Vandt geene op erffhuijs gemackt is op den 20e october 1702 aen Marcelis Adriaen Marcelis over getelt twee hondert 33 gulden, 17 stuijvers 8 penningen in presentie van Gerrit Zeijlmans, schout, Peeter Buijs ende Dierck Janssen Zeijlmans ende mijn secre. Desen datum voors. 233:17: 8
Bij Marcelis Adriaensen ontfanghen het geene Jan Janssen Dubbelduijn aen Mels Melsen verdient hadde tot 7:16: 8
Bij Marcelis Adriaensen ontfanghen van Marieken Ambachten weduwe Jacop de Bruijn  overde penningen die Jan Corstiaensen haer in bewaringh hadde gegeven ter somme van 88 gulden 18 stuijvers, dus 88:18: 0

Fol 138r

Staet ende inventaries wegens Sijken Jochumse de Bruijn wed Johan Bastiaensen Drimmelaer zaliger. Aen gebrocht desen 12e december 1702 soo als volght:

Eerstelijck een praem met haer toebehoorte. Getauxeert werdig te wesen            (niets ingevuld)

Item alnoch in gelt                                                                                                                100: 0: 0

Item alnoch eenen pot ende ketelken.

4 lepels, 3 paer slapelakanes, 6 fluwijnen, wert                                                       (niets ingevuld)

4 taffelakens, 4 manshemden, werdt                                                                       (niets ingevuld)

Twee hempt rocken met sillevere knoppen, wert                                                     (niets ingevuld)

2 rocken, eenen nieuwen met eenen ouwen en 4 broecken soo goij als kaij, wert (niets ingevuld)

3 paer kousen, 1 paer schoen, eenen hoet, wert                                                     (niets ingevuld)

twee gouwe knoppen, 2 sillevere knoppen ende boeck                                          (niets ingevuld)

2 sillevere penningen, een gouden rinckeken ?, 6 dassen                                      (niets ingevuld)

uijtgaende schulden

staedt noch te betaellen aen Adriaen Schouten over coop vande praem                          100: 0: 0

Aldus desen staedt rechtelijck gemaeckt ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Cornelis de Bont ende Dierck Janssen Zeijlmans sijnen confrater. Desen datum voors.

Fol. 138r

Op huijden desen 12e december 1702 compareerden voor Gerrit Zeijlmans, schout, Kornelis Janssen de Bont ende relateert Dierck Janssen Zeijlmans sijnen confrater, heemraden, de eersamen Sijcken Jochumsen de Bruijn als in huwelijck gehadt hebbende Johan Bastiaensen Drimmelaer waerbij de voors Sijcken de Bruijn geprocrequert heeft een dochterken genaemt Johanna Janssen Drimmelaer de welcke sij op heden heeft aengenomen van Abraham Bastiaensen Drimmelaer als voocht ende Dierck Peeters Zeijlmans als toesiender van het voors weskijnt ende dat voor sijn vaderlijcke goederen inden staedt vermelt ende dat ten overstaen

verte

als voorschreven. Te weten eerstelijck belooft sij moeder voorschreven van haer voorschreven weskijnt op te brengen ende te voeden ende alimenteren in kost ende dranckals kleeden ende reeden, linden ende wollen, sowel sieck als gesont geenen tijt van preijkel uijtgesondert ende alles wat het selleven van doen ende moghen hebben t selven ter schollen te laten gaen soo dat behoort omme het selleve haer kint te laten leren lesen ende schrijven ende het selleve kint bequaem geworden sijnde als dan een hantwerck te laten leeren naer haeren staedt omme sijn kost mede te konnen winnen ende verders belooft sij moeder voorschreven aen het voorschreven haere weskijnt tot sijne mondigen dagen ofte andere staeten gecomen sal als dan aen haer voors weskijnt uit sal keren voor sijn vaders goet eens ter somme van ses carolus guldens. Ende tot naerkominghe in voldoeninghe van alle tgeene voorschreven is soo verbint sij moeder voorschreven haer persoon ende goederen. Stellende de selleve ten bedwanck van allen heeren hoven, rechten ende rechteren etc. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van schout ende heemraden voorschreven. Desen datum ut supera.

Dit handtmerck (liggende anker) selfs gestelt bij Abraham Bastiaensen Drimmelaer.

Fol. 139r

Staedt ende inventaris vande erven, hoeff ende inboel van Wouter Adriaen Corsten met der doot ontruijmt ende naergelaten tot naerrichtinghe vande wesen, is als volght:

Eerstelijck een huijs, hooff ende ontrent 3 hont ackerlant, gelegen boven opde oost zijde van Vroukensvaert thusschen erffenis van (niets ingevuld)

Item alnoch ten tweede drie hont ackerlant, gelegen inde dwars ackers, oost de Geer ende west de voornoemde stede ende zuijden Adriaen Bommelaer ende noirden Peeter Domen.

Item een turfdel, gelegen in de Geer, groot ontrent ses hont, oost den bester van Juffrouw de Jongh, weest Fresken Adriaensen, suijden de eerfgenamen van Willem Fransen, norden de eerfgenamen van Jan Aertsen Croot.

Item een deel met de driesken teijnden de Geer, oost de Juffrou als vooren, weest de straet, suijden Jan Freijsen, noorden Antonie vander Punten.

Item een quaet veelt, gelegen in de Geer.

Item drie blockens moergrondt, gelegen op den Vaertkant, groot ontrent drie hondt.

Item ontrent een half hondt moer bedelt in blockens, gelegen aen den oosten kandt van de nieuwevaert.

Item ontrent acht hondt van acker landtbosken, seijnde gelegen onder Loon op de achterste hoeve.

            Inboel

Twee bedden met drie dekens en ses kussens, twee paer laeckens, met noch ontrent dertigh ellen ongeblijckt laecken, met noch acht pont gaeren, noch drie hemden met eenen sendt, met een broeck, met een hemtrock, met twee paer cousen, een paer schoen, met een hoedt, noch twee tauelakens, met drie fulwijnen, vier dassen.

            Kooper

Twee koperen ketels, twee koperen kannen, twee koperen aeckers, een koperen schuijmspaen, eenen koperen kandelaer, een koperen vierpan.

            Tien

Vijf tennen schootelen, twee tennen soutvaeten, een tennen koom met een kroesken, een tennen lamph, met een tennen booter pot, eenen tinnen piespot, eenen mosterpoot, een half tennen pintken, drie tinnen lepels.

            Eijser

Een hael met een lengh hael, eene fouthengel, een tangh, een vuer eijser met het schupken, drie eijseren potten, een pan, een hangh eijser, een eijseren lamph, een paer hachten met de slooven, drie beijlen, en hackmes, twee eeulgers met een boot, eene reijtoom, eenen looph met een sloot van een roor, met een sack pastool, met noch eenigh rommelderij van eijserwerck soo kaij, snijen en seijses en sichten en haecken met het welck daer in de wiegh leijdt,

            ‘tHoutwerck

Een kas, twee kisten, een kanneboort, een recken, een soudtdoos, eenen spiegel, eenen trogh, twee spijkerbacken, een etensteroor, een keeren, twee mulcktonnen, een half tonneken met honinck soo het afgedaen is.

Noch twee tonnen met een kinneken en een achten delken. Met twee tobben en een backen, met eenen aelback, acht stoelen, een booterteijl met drie houte lepels, een tavel met eenen tavelvoet, drie bieplancken, een lepelbort, twee belansen, een paer schaelen, vijftien tiendt gewicht, twee wielen, eenen wagen met sijn toebehoorte, een hoogen kaar, met een aertkaar sonder raije, een ploegh met een kouter en erbugel, een eght en drie greelen met eenen sael met een kussen, drie lichten, een scherboort met eenen mostermuelen, twee snijbacken, noch houtwerck van een ploegh, noch vier stocken bieen en twee werkens en noch seven en twintigh legen stocken, noch vijf en twintigh koren korven groot en klijn, twee wannen, drie seven, een torfmandt, twee vleegens, eenen terpot, eenen kloustock met de pieck, twee rieken, drie vurcken, een spaij, een ruijfel, twee schoepen, een graef met een oplegh, enen kruegen, eenen pertsblock met een kluster, eenen slijpsteen en twee swingels.

Ontrent vijftalf vat tuerckse boonen, een half vadt karmilsaet, een half kertier plandtsaet, een half vadt kempsadt en achtien vaet boecweijdt en ontrent negentien vimmen roogh en hooij en toemaet gelijck daer in huijs leijt, noch een deel kemph, ongeschelt gellingh en saeijlingh.

Noch ontrent drie ofte vier voeder turf en soeijijen ende ontrent een voeder struijcken met noch wat eelsen slieten ende de boonstaken ende noch wat rommelderij van ander houtwerck dat hier en daer in het huijs leijdt, tot Loon is noch vertien hondert muelsaert.

Noch een peert met een vuellen met noch twee kooij, een hockelingh met een kalf.

Met noch eenigh aerdewerck dat daer in huijs is.

            Staet van de schult

Eerstelijck Antonis Wouters Biman verschoten in haer siechten de sommen van 14 gulden 8 stuijvers.

Aen Cornelis Sprangers staet noch te betalen twee hondert en twee en seventigh gulden ses stuijvers.

Aen Peeter Domen 13 gulden.

Aen Aertus Sterrenborgh staet noch te betaelen 18 gulden.

Aen de eerfgenamen van Seijken Mester Aerrisen de sommen van vier en dertigh gulden twaelf stuijvers.

Aen de heer van Vieleers drie en dertigh gulden.

Aen de Bie tot Sprangh twee en twintigh gulden.

Aen Adriaen Paulsen vier gulden vijf stuijvers.

Aen Cornelis de Bondt twaelf gulden.

Aen Willem Blanckers 14 gulden 16 stuijvers.

Aen Alet de Bont 6 gulden 14 stuijvers.

Aen Arien Bos noch van een obligasie en van intrest te samen 40 gulden 6 stuijvers acht penningen.

Aen de eerfgenamen van Jan van der Punten acht gulden dertien stuijvers.

Fol. 141r

Scheijdinghe ende erffdeelinghe tusschen Kornelis Hendrick Schoenmackers ende Frans Adriaensen Camp van haere erffgoederen die sij samen gemeen sijn hebbende als volght:

Item inden eersten soo is Cornelis Henderick Schoenmackers geloodt, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker saeijlant, gelegen in Groot Waspick, achter sijn huijs, gelegen thusschen erffenis van Marieken Jans Coenen erffgenamen oost ende weest Cornelis Schoenmackers met sijen andere goederen, Streckende uijt den noorden van den Pispot af suijdewaers in tot de graeffelijckheijts goederen toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen                                                                                                                 200: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is Cornelis Hendericks Schoenmaeckers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op drie geerden ende een half hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van seven geerde, onverdeelt met Adriaen Hoevenaer, gelegen thusschen erffenis van Jan Gielen oost ende weest Wouter Stevenssche Boef, Streckende uijt den suijden vande Kaij sloot af noordewaers in tot der hallever Scheij sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen                                                                    500: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Cornelis Hendricks Schoenmakaers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op twee geerden ende een vierendeel hoeij ende weijlant, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van negen geerde, onverdelt met Frans Camp en Cornelis Schoenmakers, gelegen thusschen erffenis van den Armen van Waspick cum suis oost ende weest Adriaen Kieviets cum suis. Streckende uijt den suijden vande heerlijckheijt van Groot Waspick aff noordenwaers in tot den Schij sloot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           500: 0: 0

Item alnoch ten vierden soo is Cornelis Hendericks Schoenmackers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de weestensche helft vande Boevers driesen ende ackerlant, gelegen in Groot Waspick, thusschen erffenis van Matijs Camp weest, oost Frans Camp. Streckende uijt den noorden vande hallever Her straedt, suijdenwaers in tot de graeffelijckheijts goederen tot. Ende moet de oostenkant over den weesten kant den stoep wegen ende stegen ten noorden uijt, Miets condite dat sij den wecht samen moeten maecken ende stoep. Diet lot getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme                                                      500: 0: 0

Item alnoch ten vijffden soo is Cornelis Hendricke Schoenmakers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtighe helft vanden westenkant vande delle, gelegen in Groot Waspick, thusschen erffenis van Frans Kamp met de wederhelft gelegen oost ende weest Geerit Kamp ende Peeter Aerden. Streckende uijt den norden vande Kaa suijdewaerts in tot de halver Her straet toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                                           200: 0: 0

Item hier tgens is Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de steden van Joost Damen, gelegen in 12 Talvehoeven Groot Waspick, thusschen erffenis van Cornelis Adriaensen Camp weest ende Wilem Blanckers. Streckende vander halver Her straet suijdewaerts in tot den Pispot toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                 700: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den Ballen Camp aende Dussen in Diebericht, thusschen erffenis vanden ouden, al doven, Comfu. Streckende uijt den westen vande wegt aff ofte Diebericht oostewaerts in tot den halleven slot vande gebure landen die norden ende suijde lopen. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme                                        1500: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op twee geerde ende een vierendeel hooij ende weijlant, gelegen in Clijn Waspick, in een stuck van negen geerden, onverdeelt met Cornelis Schoenmakers ende Frans Camp. Streckende vande heerlijckheijt van Groot Waspick uijt den suijden, nordenwaerts in tot der hallever Scheij sloot toe. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter sommen van                                                                                                                         150: 0: 0

Item alnoch ten vierden soo is Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtige helft vande oosten helft vande Wevers stede, gelegen thusschen erffenis van Lijs de Bont cum suis oost ende Cornelis Schoenmakers weest. Streckende uijt norden vande hallever Her straet suijdewaerts in tot de graeffelijck goederen toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen ter somme           150: 0: 0

Item alnoch ten vijfden soo is den voornoemden Frans Adriaensen Camp gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den oostenkant vande delle daer Cornelis Schoenmakers de wederhelft aff is conpieterende, gelegen in Groot Waspick, thusschen erffenisse vande erfgename vande secretaris weduwe, gelegen oost ende Cornelis Schoenmakers met de anderen helft weest. Streckende uijt den noorden vande Kaa sloot af suijdewaerts in tot der hallever Her straet toe. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen                      200: 0: 0

Verclare wij condievente erffgenamen met maelkanderen gedelt ende geschijden te wesen ende beloven geen pretensie den eenen op den anderen te hebben als voors staet van desen voors goederen als in de posten vermelt. Als dat ider sijn posten sal aenverden met de contrabutie ende laste daer toe staende. Aldus gepasseert den 15e janwari 1703 ten overstaen van Geerit Seijlmans, schout ende Dierck Janssen Seijlmans ende Cornelis de Bont, heemraden.

Fol 142v

Schijdinge ende erffdellinghe thusschen de gelijcke kinderen ende eerffgenamen van Lambert Frijssen ende Adriaentjen Mertens van Gijsel, echte luijden van alle haere erffgoederen, soo als volght:

Eerstelijck soo is Cornelis van Donghen die in huwelijck is hebbende Goudia Lambertse Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de halleve stede van Merten Aerts van Gesel, onverdelt met de erftgenamen van Adriaen Mertens thusschen erffenisse vande erftgenamen van Peter Jochums Berthouts cum suis oost ende weest Wouter Anthonis Snijders ende norden Hendrick Tohnis Snijders ende suijde de Langhe steegh. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen                                                                       150: 0: 0

Item alnoch soo is den voors Cornelis van Donghen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op de twee driessen uijt den norden van den bijster aff suijdewaerts in tot de erfven van Hendrick Oubolle cum suis ende weest Hendrick Thonis Snijders. Getaccert op contant gelt werdigh te wesen                               50: 0: 0

Dese loeten moeten aent oosteijnt van den dijck maken 7 voet vier duijm.

Ende moet diet lodt trecken tot egaliesati van haer loten van Freijs Lamberden ter somme van vijf en twintigh gulden.

In de kantlijn: Ontfan bij Cornelis van Donghen volgens dese uijtrijckinghe ter somme van vijffentwintich gulden. Bekenne hiermede voldaen te wesen. Desen datum voors. Diet hantmerk (kruijs) selfs gestelt bij Cornelis van Donghen in presentie van mij secretaris Peeter Zeijlmans.

Item hiertegens soo is Merten Lamberts Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het huijs tot den acker toe maer is conditie dat den sij maelkanderen niet mogen overtimmeren om het licht te benemen. Ende hout Merten den hoof int weest theijnden het huijs ende moet dan voorts het ackerlant in’t oost gesluijtappelt worden op de lengten ider voorde gerechtighe helft. Ende moet diet lodt den dijck maken met Freijsken Adriaensen. Getacceert                                                                                                                            225: 0: 0

Ende moet diet lodt uijtrijcken aen Huijbertje Lamberts Reckers ter somme van vijftich gulden.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspick Leendert Passon als in huwelijck hebbende Huijbertje Lamberts Reckers en bekende vande nevenstaende uijtrijkinge ter somme van 50 guldens voldaen en betaelt te sijn. In teijken der waerheijt soo hebben dese met sijn eijgen hant onderteijkent: Leendert Passon In kennisse van mij Peeter Zeijlmans, secretaris.

Item hier tegens soo is Huijberijen Lamberden Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de noordensche helft van de stede, daer Merten Lamberts de ander helft af is comperterende, tot het ackerlant toe uijt den westen oost in. Ende dan voorts te sluijtappelen als voorts. Ende is dese voors stede gelegen thusschen erffenis vande Langhe Stegen ooste, de gebuer ackers noorde ende suijde Adriaen Cluijters. Item alnoch de del op Vroukes vaert, thusschen erffenis Marselis Frijsse suijden ende (ende) Jan Frijsen noorden. Ende moet diet lodt moet den dijck macken met Mariken Lamberden over haer 7 voet 4 duijm. Ende diet lodt moet ontfangen van Merten Reckers 50 gulden. Getaccert op contant gelt                                225: 0: 0

Itm hier tegens is Frijs Lamberden Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op een geert ende een halve geert ende een derde paert van een halleve geert, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van 7½ geert, onverdeelt met Freijsken Adriaensen cum suis, gelegen inden polder van Groot Waspick, thusschen erffenis van Johannis Choninch cum suis oost ende weest Dirck Diercke Luijten cum suis. Ende moet diet lodt rijcken in den gemenen boel 25 gulden. Getacceert                                                           225: 0: 0

In de kantlijn: bekenne wij gelijcke erffgenamen van dese neffenstaende uijtreijckinge voldaen te wesen met de somme van 25 gulden. Actum datum als vooren dese geteckent.

Diet (kruijs) hantmerck selfs gestelt bij Cornelis van Donghen.

Item hier tegens soo is Mariken Lamberden Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op den Hoogen acker, gelegen onder Groot Waspick, groot ontrent 2½ hont, gelegen thusschen erffenis van Melis Thomas Seijlmans oost ende Willem Jacop Jan Tijssen weest ende suijde Peeter Domen ende noorden de Langhe steegh. Getacceert                                                                                                                            200: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is de voornoemde Mariken Lamberde Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op den norden eijnt van den beijster tot den driessen toe. Ende moet dese voors lote maken in den dijck seven voet vier duijm aent west eijnt. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van 25: 0: 0

Aldus dese dellingh rechtelijck gedaen met hant alm ende monde ende sijn hier met recht op vertijt ende vertegen. Ende verclaert den eenen op den anderen sijn lodt geen pretenti ofte recht meer is hebbende noch behoudende als voors staet (staet) dan dat ider sijn loten sal aenverde met de conterbusi ende laste daer toe staende. Present ende ten overstaen van Gerit Seijlmans, schout ende Pieter Buijs ende Dierck Janssen Seijlmans, heemraden. Den 9e janwarius 1703.

Fol. 144r

Scheijdingh ende erffdellinghe tusschen de gelijcke erffgenamen van Jan Aerts Croot ende Maeijken Korsten, echte luijden met namen: Adriaen Janssen Croot ende Marelis Vreijssen die in huwelijck is hebbende Mariken Jansen Croot ende Cornelis Melsen van Gijsel die in huwelijck is hebbende Jenneken Janssen Croot ende Dierck Janssen Voegers die in huwelijck is hebbende Thunge Janssen Croot. Ende dat van alle de erffgoederendie haer bij haer ouders voors sijn naergelaten ende metter door ontruijmt, is als volght:

Item inden eersten soo is Adriaen Janssen Croot gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op drie hont saeijlant. Gelegen in Gravelduijn Groot Waspick bij Korrepen, thusschen erftenis vande erfgenamen van Claes Corp oost ende weest Wouter Ruijckhaver, suijden Coenraet Baes cum suis, norden Jan Willemsen Cloot, gelodt, gecavelt ende op contant gelt werdigh te wesen                                                                 250: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is den voors Adriaen Jansen gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het gerechte derde paert in de Weenen aen het weest eijnt aen gelegen op den weesten kant van Vroukensvaert thusschen erftenis van Marcelis Frijsen in’t selleve lant oost, weest Henderick Oubollen, suijden Jan van Pas cum suis, norden den Arremen cum suis. Ende moet den schouw maken op Vroukensvaert aent nordeneijnt ende moet diet lodt wegen voor oostewaerts op tot den vaertcant toe. Getacceertt op contant gelt   500: 0: 0

Item hier tegens soo is Maecelis Frijssen Reckers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op op het halff huijs te weten op de keuken ende de guet nuw maer ofte het huijs quam te vervallen op den noordenkant doorgaens ende de norde seijde van het achterhuijs ende den dorsvloer gemeen maer moet op den norden sijde van het huijs op naelt aff gedeelt te werden ende de trap vanden solder met haer twee te gebruijcken ende te samen te onderhouden daer sijne staet. Maer sal ider den solder boven het sijn te onderhouden. Voorders is het noch conditie dat thusschen bijde de huijsen eenen weght moet blijven van acht voet. Soo wijt als den weght streckt ofte de huijsen staen. Wel verstaende dat ider huijs vier voet moet laten leggen sonder te beplanten ofte betimmeren om te rijden ende jagen. Voorders is noch conditie dat Marselis Frijsen sal hebben de oosten eijnt vanden hooff hebben soo wijt het huijs staet. Te weten de helft vanden heelen hooff aenden nordenkant met ontrent een hont saeijlant daerachter aen, gelegen op den nordenkant oost, de Geer west, Jan Boeser cum suis suijden ende de ander erftgenamen norden ende de meulder van Werreken daer noch met twee hont in de Weenen ofte het gerechte derdepaert inde midde. Ende moet de schouw maken naest Adriaen Jansen Croot. Ende moet diet goet achterhuijs wegen ende stegen norden diet lodt. Getaccert op contant gelt weerdigh te wesen                                                                                                                               300: 0: 0

Item hier tegens soo is Cornelis Melsen van Gijsel gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het voor huijs met het kamerken met de heelen kelder maer moet de kelderduer in het voorhuijs geset worden. Ende moet Cornelis Melsen over de guet wegen naer het achterhuijs. Ende moet op den suijden kant in het achterhuijs leggen op de naelt aff te deelen als voors met den hooff int noorde aen westeijnt van Marcelis Frijsssen erften aff, met ontrent een hont saeijlant daer theijnde aen gelegen, oost de Geer, weest Jan Boeser cum suis, suijde Dirck de Kuijper, norden Marcelis Frijssen. Met noch ontrent 2 hont inde Weenen ofte het gerechte derdepaert aent oosteijnt. Ende moeten maelkanderen inde voors Weenen stegen ende wegen aen den noordenkant. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                            300: 0: 0

Item hier tegens soo is Dierck Janssen Voegers gelodt, gecavelt ende beërfdelt op het klijn huijsken met de erven, met een derde paert vanden acker ende noch daer en boven 25 roeden ackerlant aende noordekant doorgaens aff te meten oost de Geer, weest Coenraedt Baes, suijden Adriaen ende Pieter Huijberden Seijlmans, norden Cornelis Melsen. Item al een drisken inde Geer onder Cappel, oost Stoffel Verlegh, weest de weduwe Adriaen Corsten, norden Cornelis Seuwen cum suis. Ende moet de laeste onder Cappel van alle colandie vanden dries betaelen. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen                 300: 0: 0

Aldus dese dellingh rechtelijck gedaen ten overstaen van Dierck Janssen Seijlmans ende Pieter Buijs, heemrade. Ende verclaeren alsoo met de hant alm ende monde soo gedelt te wesen als voors staet ende verclaert den eenen op den anderen sijn lodtgeen verder recht ofte pretentie te hebben ofte behouden als voors staet. Maer moet ider het sijn aenveerde met lasten daer op staende. Aldus gepasseert ten overstaen vande gerechten voors ende mij secretaris. Desen 23e janwarius 1703.

Fol. 145v

Scheijdinghe ende erffdeelinghe tusschen de gelijcke vrinden ende erftgenamen van Lambert Frijssen ende Adriaentje van Gijsel. Gedaen ende gepasseert desen 8e janwarij 1703.

Eerstelijck soo is Cornelis van Donghen gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de halleve stede van Merten Aerts van Gesel, onverdelt met de erftgenamen van Adriaen Mertens thusschen erffenis vande erftgenamen van Peter Jochumsen Berthouts cum suis oost ende weest Wouter Anthonis Snijders ende noirden Hendrick Anthonissen Snijders ende zuijde de Langhe stege. Getacceert op contant gelt werdigh te wesen         150: 0: 0

Gehele akte is doorgestreept. Staat al op folio 142v

Fol. 146r

Aenneminghe: Peeter Adriaensen de Zeuw sijn onmondige weskint.

Op huijden dese 3en meij 1703 compareerde voor ons Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Cornelis Janssen de Bont, heemraden, den eersamen ende seer discretten Peeter Adriaensen de Zeuw als in huwelijck gehadt hebbende Adriaentjen Thonissen waer bij den voors Peeter Adriaensen de Zeuw heeft geproriequert een dochterken genaemt Cornelia Peeterse de Zeuw de welcke hij op heden heeft aengenomen van Jan Thonissen Dragonder als voocht van het voorschreven weskijdt ende dat voor het voorschreven weeskijnt sijn moederlijcke goederen soo haeve als erreven, gout, zillever, gemunt, alle incomende penningen te ontfanghen ende daer en tegen alle uijtgaende schulden te betaellen die alle sijn ten profijtten ende lasten van haer vader voors. Miets dat hij vader belooft sijn voorsschreven kint te onderhouden in eten, drincken, kleden, reden, linden, wollen, lappen ende naijen, soo wel sieck als gesont geenen tijt van prijckel uijtgesondert, ter scholen te laten gaen ende een ambacht te laten leren van naijen als anders daer het voorschreven weskijnt bequaem toe kompt te werden ofte mochten wesen. Ende dat naer sijnen staedt ende vermoghen ende dat tot sijnen mondighen dagen ofte huewelijck ofte ander geapproberde staeten toe. Ende als het voors weskijnt tot sijnen mondighen dagen ofte huewelijck gecomen sal sijn dat hij vader voors als dan sal geven aen sijn voors kint een uijtsetsel van vijftigh gulden. Ende dat voor sijn moederlijcke goederen ende tot naerkominghe ende in voldoeninghe vant geene voorschreven is. Soo verbindt hij vader voorschreven sijne sijnen respecktieven persoon ende goederen soo roerende als onroerende, present ende toecomende, egeen vandien uijtgesondert. Stellende de selleven ten bedwanck van allen heeren hoven, rechten ende rechteren etc. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van schout ende gerechten voornoemt. Desen datum voorschreven ende mij als secretaries Peeter Zeijlmans.

In de kantlijn: Verclaer ick ondergeschreven substituut secretaris van Groot Waspick dat ick opden 15e jannuarij 1710 heb gesien een quitantie gedateert den 2e jannuarij 1710 waerbij dat blijckt dat de erffgenamen van dit voorschreven aengenomen kint van Peeter Adriaensen de Zeeuw be… voldaen met de somme van vijftigh gulden vande voorschreven de Zeeuw, sijnde geweest den vader vant voorschreven kint. Soo dat wij ouders niet meer hebben te pretenderen tot lasten den voorschreven de Zeeuw wegens voorschreven aenneminge ende waren onderteeckent Adriaen Anthoniss, Joost Anthonissen, Jan Anthonissen ende Jan Andernagst bij sustituut secretaris alles kennelijck. Datum ut supra. J. de Bruijn.

Fol. 146v

Staet ende inventaris gemaekt op den 7e junius 1703 ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout ende Dierck Janssen Zeijlmans ende Jacop Bervoets, heemraden, ten huijsen van Johanna Thomassen Zeijlmans gewesen wed van Johannis Melsen Zeijlmans van alle haren goederen soo erff als haefelijcke soo als den boedel geweest is van teijnde vande voor gemelte Johannis Zeijlmans.

            Erffgoederen

Voor eerst die goederen en een vierendel lants inde sevendalleve geerde, gemeen met Peeter Melsen Zeijlmans, gelegen inden polder van Groot Waspick thusschen erffenis vande kinderen van Tijs Willemsen Conincx cum suis west ende oost Thomas Moldenschot cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot aff noirdewaerts in tot der hallever Scheij sloot toe.

Item alnoch een geert inde ses geerde, gemeen met Adriaen Boudewijns, gelegen inden polder van Groot Waspick, gelegen thusschen erffenis van Adriaen Zegers weest en oost Adriaen de Bruijn cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Kaa sloot aff noirdewaerts in tot der hallever Scheij sloot toe.

Het gelt hier mede onder gereckent ende de haeff die daer vercooft is mitsgaders wagen ende ploegh etc.

Bevonden in gelt in besondere specie ter somme van 875:10: 0
2 sillevere lepel  

            Hier volght koper, thien, bed, bult en anderen huijs readt etc.

Een bedt, 2 deckens, een paer kousens 32: 0: 0
Een kas 30: 0: 0
Een spint 10: 0: 0
Eenen spiegel 2: 0: 0
Eenen koperen ketel en eenen koperen podt 3:15: 0
Eenen eijseren podt 1: 0: 0
7 stoellen, 1 reckeken 1:16: 0
1 hangheijser, een tangh, een asschup 0:16: 0
2 eijsere rostels, 1 schuijmspaen 0:19: 0
1 koperen kanneken, 2 korffkens, 1 naijmandt 2:11: 0
1 kiest, thien stuijvers dus 0:10: 0
1 tinne lepel, 1 lamp, 3 tinne schottelen 4:17: 0

verto

1 tinne waeter podt, 7? taeffellacken 14:10: 0
16 serrevetten, 13 slapelakens en een halff 29:10: 0
5 paer kussensloppen 7:10: 0
 Noch linden tot 2 paer kussensloppen 4: 0: 0
8 keulsche schottelen, 14 taeffelborden 1:18: 0
2 kannekens1 kannenbordt ende een benneken met kindergoet 3: 2: 0
1 paer geblomde gordijnen, 2 taeffelkens 4: 6: 0
1 kannebordt 0:15: 0
een glasen flesken bier glas 0: 5: 0
Een kapmes 0: 3: 0
Een emmerken 0: 6: 0
IJser werck tot een wateremmer 0: 8: 0
1 spinwiel 1: 5: 0
1 stooff, 1 bierkanneken 0: 8: 0
1 klerborstel, een kleermant 0:13: 0
1 leij, 2 witte teijltjes 0: 6: 0
Een sael met een paer stevels 2:10: 0
1 hooff vleck, 2 sillevere lepels 6:12: 0
Twee roers 2:10: 0

De helft van de bovenstaende inboel toekomende het weskijnt van zaliger Johan Zeijlmans verweckt bij Johanna Thomassen Zeijlmans, bedragende de somme voor het weskijnts paert ses en tachtentich guldens drie stuijvers.

Dese goederen rechtelijck geinventariseert bij schout ende gerechten als vooren op dato voornoemt.

Fol. 147r

Op huijden deen 7e junij 1703 compareerde voorde heer Geraert Zeijlmans, schout ende Frans Boeser ende Jacop Berrevoets, heemraden van Groot Waspick Johannis Smeur als getrout hebbende Johanna Thomass Zeijlmans, als eerst getrout geweest sijnde met Johan Melss Zeijlmans ter eenre ende Peter Melss Zeijlmans als vooght ende Peter Thomass Zeijlmans als toesiender van het naergelatene weeskint verweckt bij de voornoemde Johan Melss Zeijlmans sijnen broeder zaliger ende Johanna Thomass Zeijlmans voornoemt ter andere zijde. Ende sijn in minne ende vrientschap over een gekomen ende geaccordeert over het alimenteren ende opvoeden van het voornoemde weeskint genaemt Thomas Zeijlmans ende … dat den voornoemde Smeur vanden vooght ende toesiender ten overstaen van schout en gerechten voorss heeft aengenomen het voorss weeskint te alimenteren ende onderhouden, in eten, drincken, reden en kleden, seick en gesont, eerlijck na sijnen staet ter scholen te laten gaan omme te leeren lesen en schrijven en voorts alles als een eerlijcke moeder en stiefvader behoort te doen ende aen het voornoemde kint uijt te reijcken twee geerden lants gelegen in een stuck van 6½ geerden, onbedeelt met Peter Melss Zeijlmans cum suis, gelegen inden polder van Groot Waspick, tusschen erffenisse de na kinderen van Teijs Willems Conincx west ende oost Thomas Melsen Schot cum suis. Ende daer en boven noch soo wanneer het voorss kint gekomen sijnde tot sijn mondigen off geapprobeerde state uijt te reijcken eens de somme van een hondert sesendertigh guldens. Edoch indien het kint onder die voorss tijt quamen te overlijden sal den voornoemde moeder en stiefvader niet gehouden sijn de voornoemde 136 guldens uijt te reijcken. Maer sullen als dan volstaen met de twee geerden aen de vrienden uijt te reijcken sonder meer. En oft gebeurde dat hij Smeur met de moeder van het voorss weeskint dese conditie niet quame na te komen sal de voornoemde vooght en toesiender met den oppervooght het voornoemde kint als dan in dien tijt sijnde t selve kint comen na haer nemen ende ten lasten vande ouders naer behooren besteden en doet hij Smeur afstant van alle gepresenteerde hueren van landerijen die hij mochten sustineren hem toe te comen t sedert de doot van Willemken Boudewijns gewesene huijsvrouw van Mels Thomas Zeijlmans. Waermede partijen sijn verdragen ende geaccordeert ter presentie van schout en heemraden als boven.

Fol. 148r

Rechtelijcke optekeninge gedaen tot Adriaen Cornelis Buijs zaliger tot naerrichtinge vande wesen, soo vanden eersten bedde als tweede bedde, ten overstaen van Gerrit Zeijlmans, schout, Dirck Janss Zeijlmans ende Cornelis Janss de Bont, heemraden. Desen 11e augusti 1703.

Eerstelijck de erffgoederen te weten een huijs en den hoff met den bijster tot den waterganck toe, gelegen in Groot Waspick tusschen erffenisse van Hendrick Wouters van Waspick oost ende Johan Dun weest. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                  (niets ingevuld)

Item alnoch een del gelegen inden polder van Groot Waspick. Groot ontrent seven hont, tusschen erffenisse Dirck Zeijlmans oost en het Geestelijck Comptoir west. Streckende vander halver Her straet uijt den zuijden, noortwaerts in tot de Ka toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een del, gelegen inden polder van Groot Waspick, groot ontrent vier hont, gelegen tusschen erffenisse van Gerrit Zeijlmans, schout, oost, Jan Dircken Leijten west. Streckende vander halver Her straet uijt den zuijden noortwaerts op tot de Ka toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      (niets ingevuld)

Item alnoch vijftalve geert hoij ende weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick op den westenkant in een stuck van negen geerden, gelegen tusschen erffenisse van Mathijs Cornelisse Camp in het selve stuck oost ende de Armen van Waspick west. Streckende uijt den zuijden vande Kae sloot af noortwaerts tot den halven Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een buijtenacker in Groot Waspick, groot ontrent 1½ hont, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Meerten Dirck Weijdemans oost ende Anthonij Coninx west. Streckende noorden in soo het voor desen gebruijckt is, suijtwaerts in tot de Vosholen toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      (niets ingevuld)

Item alnoch eenen bijster, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 6 hont, gelegen tusschen erffenisse van Willem Blanckerts oost ende Adriaen Bos west. Streckende uijt den noorden vande Oude vaert zuijdwaerts in tot de dwarsvelden toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een binnenacker, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 2 hont, gelegen tusschen erffenisse van Huijbert Aertsen van Hasselt oost ende west Willem Blanckerts. Streckende uijt den noorden vande wagewegh af zuijtwaerts in tot den dwarssloot aenden bijster toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                          (niets ingevuld)

Item alnoch eenen bijster, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 2 hont, gelegen tusschen erffenisse van Wouter Janss Gijben oost ende Willem Blanckerts west. Streckende vander halver Her straet uijt den noorden, zuijtwaerts in tot den halven waterganck toe. Contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch eenen halver bijster met den acker daer teijnde aen gelegen, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 4 hont, gelegen tusschen erffenisse van Willem Blanckerts en Jan Wouters d’een ‘teijnde den anderen west ende oost Gerrit Peeters Otgens. Streckende uijt den noorden vande waterganck af zuijdwaerts tot de graeffelijcke goederen toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een ackerken, gelegen boven in Groot Waspick, groot ontrent 2½ hont, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen Pouwelsen noorden ende Adriaen Coninx cum suis zuijden. Streckende uijt den oosten vander halver Vroukens vaert tot de steede van Cornelis van Dongen cum suis toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                           (niets ingevuld)

Item alnoch en bijster met eenen halven acker daer ’t eijnde aen gelegen, gelegen in Groot Waspick, den bijster groot ontrent 5 hont ende den acker en hont, gelegen tusschen erffenisse west den bijster van Wouter Jan Thijss ende Gerrit Zeijlmans ende Willem de Ruijter ende oost Mathijs Vermeijs. Streckende uijt den noorden vanden halver waterganck af zuijtwaerts in tot de erve van Jan Willems Kloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

            Hier volght den inboel en incomende penningen

Eerstelijck staet te ontfangen van Jan vander Linden over leverantie van hoij 29 duijsent pont, yder 1000 vijff gulden 2 stuijvers 2 penningen, gelevert den 14e september 1699. Beloopt ter somme van een hondert achtenveertigh guldens 12 stuijvers 8 penningen, daer op ontfangen drie guldens. Blijft nog te ontfangen ter somme van 145:12: 8
Item alnoch staet te ontfangen van Peter Jochemss de Bruijn over leverantie van 20 duijsent pont hoij, ider 1000 gelevert voor 6 guldens 4 stuijvers int jaer 1703 ter somme van 124: 0: 0
Item staet noch te ontfangen vande erffgenamen van Jacob Commeren ter somme van 6: 3: 8
Item staet noch te ontfangen van Cornelis Hendrickse Brent en Peter Joosten Swartjes den jongen over lanthuer vant jaer 1688 ter somme van 9:15: 0
Item staet noch te ontfangen van lantpacht vant jaer 1689 van Cornelis Couwenbergh tot Loon ter somme van 6: 3: 0
Item staet noch te ontfangen van Lambert Commeren per obligatie voor sijn derde part van date den (niets ingevuld) 1673 ter somme van 33: 6: 10
Rest van verschenen intrest ter somme van 21:13: 0
Item staet noch te ontfangen van Govert den Wever 1:14: 0
Bij Adriaen Cornelis Buijs betaelt aen Mathijs Vermeijs volgens hanttekeninge can Adriaen Buijs van date den 28e augustus 1690 over coop van t huijsken dat hij Vermeijs most setten opde erve van Wouter Bacx tgene afgebrant was door het vier vande pastorije ter somme van 110: 0: 0

Aen contante penningen int sterfhuijs bevonden ter somme van 10: 0: 0

In de kantlijn: Dese neffenstaende 10 gulden is bij Jacob Buijs aen het gelijck sterffhuijs betaelt die bij Seijlmans ende Biskop ges. Desen 15e meert 1706. Gijsbert Seijlmans, Nicolaes Bisschop

            Haeffelijcke goederen

Eerstelijck een oude aftantse merrij met een veulen, weert ontrent 80: 0: 0
Noch een swart kolt merrijpeert out op haer derde jaer, weert ontrent 15: 0: 0
Drie beesten, weert ontrent 90: 0: 0
Noch 2 jonge beesten, weert ontrent 24: 0: 0
Een vercken, weert ontrent 10: 0: 0

            Inboel, huijsraet

Drie bedden, twee hoffpeluwen, drie kussens, drie deeckens, 19 slaeplakens, 15 kussensloopen, 5 hemden, 2 tafellakens met een servet, ses bessen, drie dassen, drie neusdoecken, een swarte mantel, een paer swarte koussen, een paer swarte hantschoenen, een hoet, 2 paer schoenen, twee hemtrocken, 2 broecken, een sent, een reijssack, noch een paer koussen en twee melckzeelen.

            Koperwerck en tinwerck

Een kooperen kan met eenen aecker, een vuijrpan, een schuijmspaen, een panneken, twee kandelaers, drie koopere haken, drie ketels, vijf tinne schotels, 2 tinne beckers, een tinne pispot, 12 tinne lepels, een soutvat, 2 tinne boterpotten, een lanteern.

            Aerdewerck

9 aerde schotelen, 3 kannen, 1 teijltje met een boterpotje, 4 tafelborden, 1 tapkan, 3 platte potten, 3 schootelen, 3 stoopen, 2 hooge potten, 2 testen, 1 scheel op een stoofpan, 2 kannekens, 2 potjes, een benneken, noch 2 potten.

            IJserwerck

2 ijsere potten, 2 vouthengels, 1 kapmes, 1 rrostel, 1 asschep met een tangh, 1 hangijser met een hael, 2 koeckpannen, 1 strijckijser.

            Houtwerck

Een wagen met sijn toebehoorten, een kar sonder raeij met een zael en light, 1 ploegh met een eght, 1 eerbeugel, 3 seijses, 2 spaijen, 2 spinwielen, 1 stickgraeff, een leeck, een snij met een back, 3 riecken met vier vorcken, 1 mishaeck, een nagelback met wat rommelingh, 2 avegaers, een saegh, een keern met sijn toebehoorten, 2 tonnen, een scherfbort, 1 vleeston, 3 tobben, 1 neerslagh, 1 trogh, 2 tobbekens, 2 kisten, 2 kaskens, 2 tafels, 1 koffer, 1 lepelbort, 2 borstels, 6 stoelen, 1 schilderij, 1 schouw, 1 wan met een vat, 1 uijser.

Ontrent drie vat rogh

Ontrent twaelf vat boeckweijt

Ontrent vier vat gerst

Ontrent vier vat haver

Ontrent 30 duijsent pont hoij

Ontrent vier voeijer turf

Ontrent twee voeijer brant hout

Ontrent twee vimmen rogh op struijck

Ontrent drie vimmen boeckweijt op struick

Het peert met het veulen, wagen, ploegh en kar en het twee jarige peert en greel met sijn toebehoorten            f 135: 0: 0

In de kantlijn: Dese 135 gulden is bij Jacop Buijs aen den gelijcke boedel voldaen ende heeft Ghijsbert Seijlmans ende Biskop dese onderteckent. Desen 15e meert 1706. Gijsbert Seijlmans, Nicolaes Bisschop

            Op het sterfhuijs sijn de weeskinderen bedeelt op

2 kopere ketels, 1 vierpan, 1 lanteern, 1 tinne pispot, 1 boterpotje tin, 2 tinne schtelen, 5 lepels, 1 lepelbort, 1 borstel, 3 geleije schotelen, 3 boecken, het linden, 7 slaeplakens, 4 slooven, 1 hemt, 4 doecken, 1 servet, 2 bessen, 1 das, 4 stenen garen, het beste bed, 1 hooffpeulingh, 1 kussen, 1 deecken, 1 snijback met de snij, 1 kruijwagen, 1 wan, 1 ruijsel, 1 seijsij, met noch wat rommelerij, 1 kaske, 1 slabancken, 1 koffer, 2 stoelen, 1 kerren.

Aen de wesen is bevallen de oude koeij 15: 0: 0
Noch een veers 15: 0: 0
Noch de schouw met het zeijl em sijn toebehoorte 4: 0: 0

Desen staet vervolgt na de scheijdinge en erffdelinge vande erffgenamen van Thomas Zeijlmans in sijn leven secretaris alhier slaende vier bladeren om.

In de kantlijn: dit per abuijs geschreven

Het volgende stuk is doorgestreept. 4 bladeren verder gaat de inventaris niet verder.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van Gerrit Janss, schout, Dirck Janssen Zeijlmans ende Cornelis Janss de Bont, heemraden ende verclaren alsoo met hant halm ende mont soo gedeelt te wesen als voorss staet ende verclaert den eenen op den anderen sijn lot geen verder reght ofte pretentie te hebben oftebehouden als voorss staet. Maer moet yder het sijn aenvaerden mette lasten daer op staende. Aldus gepasseert ten overstaen vande gerechten voorss. Desen (niets ingevuld) augustus 1703 ende mij secretaris present.

Fol. 152v

Scheijdinge ende erfdeelinge tusschen de gelijcke vrienden ende erffgenamen van Thomas Peterss Zeijlmans, in sijn leven secretaris tot Waspick ende Elisabeth Huijberden Zeijlmans echtenluijden. Met namen Peter Thomas Zeijlmans, Cornelis de Bont die in houwelijck is hebbende Anna Thomass Zeijlmans en Adriaen Geridden Boudewijns die in houwelijck is hebbende Adriaentje Thomass Zeijlmans en Johanna Thomass Zeijlmans hebbende Jan Smeur haren man als vooght is desen verkoren ende Gijsbert van Steelhoven die in houwelijck is hebbende Pieternel Zeijlmans ende Adriaen de Laet die in houwelijck is hebbende Sijken Thomas Zeijlmans ende Steven van Steelhoven die in houwelijck is hebbende Elizabet Thomass Zeijlmans. Alle kinderen ende erffgenamen vanden voornoemden Thomas Zeijlmans ende Elizabeth Huijberden Zeijlmans voorss. Ende dat van alle hare erffgoederen soo ende gelijck als volght:

Item inden eersten soo is den voornoemde Peter Thomass Zeijlmans, secretaris alhier tot Groot Waspick geloot, gecavelt en beërfdeelt op drie Geerden hoij en weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt in een stuck van ses geerden met de heer Advocaat Otgens ende den Armen met de Kerck van Waspick, tusschen erffenisse van Jan Huiberden Zeijlmans oost ende Jan Willemss Zeijlmans west. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot af noortwaerts in tot der halver Scheij sloot ofte halver Oude Mase toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                            f 300: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemde Peter Thomas Zeijlmans, secretaris, geloot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalve geerden hoij ende weijlants, gelegen in den polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, onverdeelt met Jacob Janss Vassen, gelegen tusschen erfenis van Johan de Bruijn cum suis oost ende Gijsbert Elemans west. Streckende uit den zuijden vande Ka sloot af noortwaerts in tot der halver Scheijsloot ofte halver Oude Mase toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      f 150: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is den voornoemde Peter Zeijlmans geloot, gecavelt en beërfdeelt op eenen acker zaijlant,gelegen Beneden Kerck achter Frans Camp, groot ontrent ses hont, gelegen tusschen erfenisse van Huijbert Pouwelss Zeijlmans oost en west Jan Mathijss Coninx. Streckende uit den noorden van den Pispot af zuijtwaerts in tot de dwars bijsters ofte Oude vaert toe. Getaxeert op contant gelt weerdig te wesen ter somme van                                                                                                                                      f 300: 0: 0

Item alnoch ten vierden soo is den voornoemden secretaris Peter Zeijlmans geloot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker zaijlants met den bijster, gelegen in Groot Waspick achter Cornelis Theuniss Zeijlmans groot ontrent (niet ingevuld) hont gelegen tusschen erfenisse van Cornelis Theuniss Zeijlmans oost en west Cornelis Peter Melss en Wouter Jan Gijben. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van f 300: 0: 0

Ende moeten dese voorss looten uijtkeeren tot egalisatie van hare

looten aen Cornelis de Bont                                                                                                  f 44: 4: 0

en aen Adriaen Boudeweijns                                                                                                f 59: 7: 0

is tsamen                                                                                                                             f 103: 7: 0

In de kantlijn: Ick ondergeschreven Cornelis Jansz de Bont bekenne voldaen te wesen van Peter Zeijlmans, secretaris, van dese neffenstaende uijtrijckinghe met 44 gulden vier stuijvers. Actum deser 28e december 1703. Cornelis de Bondt

(Volgens mij moeten die 4 stuivers 0 zijn die 4 is een nul met per ongeluk een streepje op het papier. Dan klopt de optelling. NB. De tekst in de kantlijn is 6 weken later bijgeschreven)

Bekenne ontfangen te hebben ende voldaen te wesen met de somme van negen en vijftig gulden seven stuivers ende dat wegens scheijdinge ende deijlinge geschiet op den 12e october 1703 voor schout en gerechten van Groot Waspick. Welcke voorss 59: 7: 0 Peter Zeijlmans, secretaris, moest uijtreijcken aen mijn ondergeschreven Adriaen Boudewijns. Actum den 13e october 1703.

Item hiertegens soo is Cornelis Janss de Bont geloot, gecavelt en beërfdeelt op een acker zaijlants met het veldeken, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 4 hont gelegen tusschen erffenisse van Mathijs Cornelis Camp oost en west Frans Camp cum suis, Streckende uijt den noorden vander halver Her straat zuijtwaerts in tot de graeffelijcke goederen toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van f 200: 0: 0

Item alnog ten tweeden soo is Cornelis de Bont geloot, gecavelt ende beërfdeelt op vijf geerde en een vierendeel in 10½ geerd, met Johanna Smeur, gelegen in Cleijn Waspick tusschen erfenis van de Kerck van Waspick west ende oost Jan Venis cum suis. Streckende vande heerlijcheijt van Groot Waspick uijt den zuijden noortwaerts in tot het Bergs slop toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      f 1400: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Cornelis de Bont gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de helft in het bos bij Japicken, gemeen met het dorp cum suis ende de helft van’t haver veldeken op de westsijde van Vroukens vaert, gelegen tusschen erfenisse van Peter Boeser west ende noorden                                                            nihil

Item Adriaen Boudewijns is hiertegens gelot, gecavelt ende beërfdeelt op ses geerden hoij ende weijlant, gelegen in de polder van Groot Waspick, onverdeelt in 12 geerden, met de Heer Huijbertus Buijs, gelegen tusschen erfenisse van Cornelis de Bont cum suis oost ende west de kinderen van Lipsen cum suis. Streckende uijt den zuijden van de Kaa sloot af noortwaerts in tot den halven Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh to wesen ter somme                                                                                                              f 1200: 0: 0

Item alnoch hier tegens soo is gelot, gecavelt ende beërfdeelt Johanna Thomass Zeijlmans op de gerechtige helft in den Leckpot, gelegen in Cleijn Waspick, tusschen erffenisse van Jan Venes cum suis oost en west de Kerck van Groot Waspick. Streckende uijt den zuijden van de heerlijckheit van Groot Waspick uijt den zuijden, noorden in tot het Bergs Slop toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van f 1400: 0: 0

Item alnoch ten 2e soo is den voornoemden Johanna Thomas Zeijlmans gelot gecavelt ende beërfdeelt op de helft van het halfbos bij Japicken met het half havervelt gelegen op de westsijde van Vrouwkensvaert, gelegen tusschen erfenisse van Peter Boeser west ende noorden      nihil

Item alnoch ten derden soo is den voornoemden Johanna Thomass Zeijlmans gelot gecavelt ende beërfdeelt op het lant gelegen boven in de Ruijght, in de stede van Hendrik opt Hoeck (verder niets ingevuld) Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                     f15: 0: 0

Item hiertegens soo is Gijsbert van Steelhoven gelot gecavelt en beërfdeelt op vijf en drie vierendeel geerden hoij ende weijlants, gelegen in Cleijn Waspick, tusschen erfenisse van Sr Adriaen de Bruijn oost ende west Peter van Son. Streckende uijt den zuijden van Groot Waspick uijt den zuijden, noortwaerts in tot den Scheij sloot tusschen de gebuere landen ofte groot Elant toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van             f 1500: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemden Gijsbert van Steelhoven gelot gecavelt ende beërfdeelt op eenen acker zaijlants in Groot Waspick aende twee wielen met de bossen daeraen gelegen, gelegen tusschen erffenisse van Jan de Bont gelegen west ende de kinderen van Jochem de Bruijn ende Adriaen Bos d’een ‘teijnden den anderen cum suis oost. Streckende uijt den noorden van der halver Her straet zuijtwaerts in tot de dwars bijster ofte Graeffelijcheijt toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                               f 200: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Gijsbert van Steelhoven gelot gecavelt en beërfdeelt op twee geerden lants in Cleijn Waspick, in een stuck van 6 geerden, de eene geert van het Diep af tot het cleijn Elant toe en de andere geert van de geut af uijt den zuijden noortwaerts in tot het cleijn Elant toe, gelegen tusschen erfenisse van Joffrouw van den Broeck oost ende west de erffgenamen van den schout. Getaxeert op    f80: 0: 0

Item alnoch soo is Gijsbert van Steelhoven gelot gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part in de stede van Willem Jacobs Jan Thijss, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van de erfgenamen van Mels Dirckss west ende oost de weduwe van Thomas Wouterss Zeijlmans. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                           f 10: 0: 0

Ende moet Gijsbert van Steelhoven uijtkeren tot egalisatie van sijn lot aen Johanna Smeur ter somme van                                                                                                                                                     f 69: 0: 0

en is heden voldaen.

Item hiertegen soo is Adriaen de Laet gelot gecavelt ende beërfdeelt op een binnen delle, gelegen in den polder van Groot Waspick, tusschen erffenisse van Cornelis Adriaensz Camp oost ende west Frans Camp. Streckende uijt den zuijden van der halver Her straet noortwaerts in tot de Kaa toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                         f 300: 0: 0

Ende moet dit voorss lot ontfangen van Steven van Steelhoven tot egalisatie van hare looten ter somme van f 500 gulden die hij de Laet bekent ontfangen te hebben.

Item hiertegens soo is Steven van Steelhoven gelot gecavelt ende beërfdeelt op het huijs met den acker daer aen gelegen, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van Johan de Bont ende Adriaen de Jongh d’een teijnde den anderen gelegen west ende Johan Mathijss Coninx oost. Streckende van der halver Her straet uijt den noorden zuijtwaarts in tot de Oude vaert ofte dwars bijsters toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen                                                                                                                                           f1000: 0: 0

Item alnoch soo is den voornoemden Steven van Steelhoven gelot gecavelt ende beërfdeelt op het Dussens lant, groot 14 hont   f 500: 0: 0

Item alnoch soo houden de gelijcke vrienden int gemeen den Ambachts Heere gront, met noch eenen halven mergen met de weduwe ofte kinderen van Huijbert Zeijlmans.

Item is wel expresselijck besproken dat de erffen malcanderen moeten helpen betalen alle de contributie tot den jare 1703 toe ende alle andere lasten.

Aldus sijn partijen hier oprechtelijck vertijt ende vertegen met hant alm ende mont ende moet ider het sijne aenveerden met de lasten ende contributie daerop staende. En heeft den eenen op den anderen sijn lot niet meer heeft te pretenderen als voorss staet. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans,schout, ende Jacob Berrevoets ende Dirck Janss Zeijlmans heemraden desen 12 october 1703.

Fol. 156r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen de gelijcke kinderen ende erffgenamen van Adriaen Cornelis Buijs ende Neesken Bastiaenss ende Dingetje Aertss Vermeijs soo vanden eersten als tweeden bedde ende volgens testament eene kinderen is als volght

Eerstelijck soo is Jacob Adriaenss Buijs gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op een huijs, hoff ende bijster, tot den waterganck toe, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van Hendrick Toontert oost ende Jan van Dun west. Streckende vant kerckhof af uijt den noorden zuijtwaerts in tot den waterganck toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                  f 910: 0: 0

Ende moet uijtreijcken aende weduwe en haer kinderen f 50 gulden.

In de kantlijn: Bekenne ick ondergeschreven dese 50 gulden van Jacob Buis ontfangen te hebben. Actum desen eersten november 1704. Gijsbert Seijlmans

Item alnoch soo is Jacob Adriaense Buijs voornoemt gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op eenen acker zaijlants, gelegen in Groot Waspick aenden molen, gelegen tusschen erffenisse van Willem Blanckerts west ende oost Huijbert Aertss van Hassel. Streckende uijt den noorden vande wagewegh ofte Vosholen af zuijtwaerts in tot de veldekens van Willem Blanckerts toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van         300: 0: 0

Emde moet dit voorss lot uijtreijcken aen Maijken Buijs ter somme van 30 gulden tot egalisatie van hare loten.

In de kantlijn: Bekenne ick ondergeschreven dese 30 gulden van Jacob Buijs mijn swager ontfangen te hebben den 3e november 1704. Niclaes Bisschop

Item hiertegens soo sijn Johan Boeser als vooght ende Gijsbert Thomas Zeijlmans als toesiender vande wesen van Jan Buijs ende sijne weduwe gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de del aende twee wielen,gelegen tusschen erffenisse van Gerrit Zeijlmans, schout, oost en Jan Dircks Schoenmakers west. Streckende uijt den noorden vande Ka af zuijtwaerts in tot der halver Her straet toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van      400: 0: 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde vooght ende toesiender ten behoeve vande weduwe ende wesen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op eenen bijster, gelegen in Groot Waspick, groot ontrent 6 hont, gelegen tusschen erffenisse van Willem Blanckerts oost en Adriaen Bos west. Streckende uijt den noorden vander halver Oude vaert af zuijden in tot de dwarsbijster toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van   200: 0: 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde vooght ende toesiender ten behoeven vande voornoemde weduwe ende wesen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op den bijster ende acker achter Zeger de Smit in Groot Waspick, gelegen tusschen erffenisse van Wouter Janss Gijben en Gerrit Peter Gerrits gelegen oost ende west Willem Blanckerts met Jan Wouters. Streckende vander halver Her straet uijt den noorden zuijtwaerts in tot de dwars bijster toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                              400: 0: 0

Item alnoch soo sijn de voornoemde vooght ende toesiender ten behoeve vande weduwe ende wesen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het ackerken bij Ruijteren, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van Adriaen Pouwelss gelegen noorden ende Adriaen Coninx cum suis suijden. Streckende uijt ten oosten vander halver Vrouwkens vaert westwaerts in tot de stede van Cornelis van Dongen cum suis toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                 210: 0: 0

En moet dit part uijt reijcken aen Maijken Buijs ter somme van 30 gulden tot egalisatie van hare loten.

In de kantlijn: Ick ondergeschreven Nicolaes Biskop als getrout hebbende Maeijke Buijs bekenne dese neffenstaende uijt rijckingh van 30 gulden ontfangen te hebben. Desen 15e meert 1706. Nicolaes Bisschop.

Item hiertegens soo is Maijken Adriaenss Buijs gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op een del bij Haensbergen, gelegen tusschen erffenisse van Dirck Janss Zeijlmans oost ende het Geestelijck Comptoir west. Streckende uijt den noorden vande Ka sloot af zuijtwaerts in tot den halver Her straet toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                           700: 0: 0

Item noch soo is de voornoemde Maijken Buijs gelot, gecavelt ende beërfdeelt op anderhalf hont ackerlant, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse vande weduwe mr Dirck Wijdemans oost ende Thonis Coninx west. Streckende uijt den noorden soo wijt als het voor desen gebruijckt is zuijden in tot de Vosholen toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                              220: 0: 0

Item alnoch soo is de voornoemde Maijken Buijs gelot, gecavelt ende beërfdeelt op den bijster met een halven acker daer teijnde aen gelegen, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse vande erfgenamen van Wouter Jan Tijs ende Gerrit Zeijlmans en Willem de Ruijter west, oost Mathijs Vermeijs. Streckende uijt den noorden vander halver waterganck af zuijtwaerts in tot de erve van Jan Willemss toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                       200: 0: 0

Item alnoch soo houden de gelijcken vrienden int gemeijn de vijftalve geerden hoij ende weijlants, gelegen inden polder van Groot Waspick, wel verstaende ider voor een derde part, tusschen erffenisse van Mathijs Cornelisse Camp oost ende west den Armen van Waspick. Streckende uijt den zuijden vande Kae sloot af noortwaerts in tot den Scheij sloot ofte halver Oude Mase toe. Getaxeert op                                            1300: 0: 0

Aldus soo sijn de voornoemde erfgenamen gelot, gecavelt ende beërfdeelt soo als voorss staet ende dat met hant alm ende monde ende is yder met sijn part tevreden ende geconsenteert en moet yder sijn contributie betalen ende de lasten van outs daer toe staende, met de dijcken tot yder lot behoorende. Present ende ten overstaen van Gerrit Zeijlmans,schout, ende Dirck Janss Zeijlmans ende Cornelis de Bont, heemraden. Desen 14e augustus 1703. Ende mij als secretaris present ende kennelijck.

Fol. 158r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Geertruijdt Bles ende de kinderen van Marcelis Coninx te weten Adriaen, Teuntje ende Huijbert Marcelis Koninx van hare goederen. Ende sijn als volght opden 29-1-1704

Inden eersten soo is Geertruijdt gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het huijs met het derde part inden hoff, te weten den zuijden kant van het huijs ende Aert Hendrix noorden en den wagen wegh zuijden en west dorps dijck, oost het kerckhof. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                   85: 0: 0

Ten tweeden soo sijn de gelijcke kinderen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het lant gelegen tot Raemsdonck, genaemt Schuijvenwerf, waer ten oosten is gelant de Kerck, ten westen Claes Cornelis Thijs. Streckende uijt den zuijden vanden wagen wegh af noortwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                               (niets ingevuld)

Maer moet het voors lant uijtreijcken aen Geertruijdt ter somme van 25 gulden.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen voor schout en gerechten met hant ende monde soo dat den eenen op den anderen niet en heeft te pretenderen en moet yder sijn lot aenveerden met alle lasten en schouwen van outs daerop staende. Actum desen 29e jannuarij 1704.

Fol. 158v

Scheijdinge ende erffdeelinge tussen de gelijcke erffgenamen van zaliger Mathijs Willemss Conincx ende Elizabeth Cornelis Buijs met name Anthonij Thijss Coninx, Adriaen Mulders als getrout hebbende Biatrix Thijss Coninx, Jan Peters van Strijen in houwelijck hebbende Maijken Thijss Coninx ende de voornoemde Anthonij Thijs Coninx als vooght en Dirck Pharao als toesiender vande kinderen van Adriaen Thijss Coninx, verweckt bij Anna Wouters Pharao. Ende dat van alle de erfgoederen die haevelijcke bij haer ouders voorss sijn naergelaten ende metter doot ontruijmt is soo als volght:

Voor eerst soo is Anthonij Thijss Coninx gelot, gecavelt ende beërfdeelt op drie geerden hoijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, gelegen in een stuck van 9 geerden, bedeelt met de weduwe van Jochem Janss, gelegen oost de secretaris Brantwijck tot Meeuwen en west Cornelis Dielis. Streckende vande Ka sloot noortwaerts op ter halver Oude Mase toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 600: 0: 0

Item hiertegens soo is Adriaen Mulders gelot, gecavelt ende beërfdeelt opde geheele stede daer sijn voornoemde ouders in gewoont hebben, staende ende gelegen in Groot Waspick, gelegen oost Jan Thijs Coninx ende west Peter Janssen de Jongh, noortwaerts in tot de Kaa toe, ende zuijden de Her straet. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                       700: 0: 0

Item alnoch ten tweeden soo is den voornoemden Adriaen Mulders gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een halven acker op den westen kant gelegen voor het voornoemde huijs, vande Her straet af tot Hoevenaren erff toe oost, gelegen nevens de schoutinne van Luijen Ambacht, oost Jan van Steelhoven. (er wordt 2x oost genoemd)

Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                              200: 0: 0

Item hiertegens soo is Jan Peterss van Strien gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de andere helff vande bovenstaende acker op den oostenkant gelegen, den voornoemden Adriaen Mulders west ende oost de schoutinne van Luijen Ambacht. Geaccordeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 200: 0: 0

Item hiertegens soo sijn Anthonij Thijs Coninx als vooght ende Drick Pharao als toesiender vande kinderen van Adriaen Thijs Coninx gelot, gecavelt ende beërfdeelt op drie geerden en een vieren deel hoijlants waervan de weduwe vande voornoemde Adriaen Thijs Coninx een gerechte achtste part is competerende, gelegen inden polder van Groot Waspick, gemeen en onbedeelt met Jan Wouterss Verschuren, oost Peter Mels Zeijlmans en west de kinderen van Cornelis Thijs. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 550: 0: 0

Dese post moet uijtreijcken aen Anthonij Thijss Conincx hondert gulden.

Item alnoch soo sal Anna Wouters Pharao weduwe de Jaerlijcxe vrughten vande goederen genieten tot dat de kinderen mondigh of tot haren geapporbeerde staet sijn gekomen. Maer of het gebeurden dat dese kinderen van Adriaen Thijss Coninx zaliger quamen te sterven voor haren mondigen ofte geapprobeerde staet ofte voor dat sij twintigh jaren out sijn dat dan de vrienden van die kinderen souden moeten uijtgeven het geen dat uijt gereijckt is ende costen vande deelingh.

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van Dirck Janss Zeijlmans, president, ende Cornelis de Bont, schepenen, ende verclaren alsoo met hant halm ende monde soo gedeelt te wesen als voorss staet ende verclaert den eenen op den anderen sijn lot geen verder recht ofte pretentie te hebben ofte behouden als voorss staet. Maer moet yder het sijn aenvaerden met de lasten daer op staende. Aldus gepasseert ten overstaen vande gerechten voornoemt ende mij secretaris present ende kennelijck. Desen sesden februarij 1704.

Fol. 160r

Staet ende inventaris vanden boedel ende goederen naergelaten ende metter doot ontruijmt bij wijlen Jenneke Bergmans eertijds weduwe van Adriaen Kuijpers, den 19e Jannarij 1704.

Inden eersten een opslagh van een huijs staende ten westen vande Kerk vaert.

Een koeij, 2 kalveren, een zegen, een schuijt met haer toebehoorten, een keern met twee tonnen, een wateremmer.

2 kisten met een koffer.

Een boot, zeijl met een mast.

1 lepelbort, 2 kaskens, 1 tafel, 4 stoelen, 1 etens tresoor, 1 schabel, 2 stoven, 1 korf met een ben, 6 haspels, 1 spiegel, 1 vogelkoij, 1 kleerborstel, een roer, 1 seijsij, 1 bot met een spaeij, 3 riethaken, 1 scheijer wagen met 2 deelen, ½ groote kreugen, 5 tonnen, 2 halfvaets tobben, 1 tartob, 1 zeep kinneken, 1 leeck, 1 spinnewiel, een oost, een partij plancken onder en voorde koij, een ysslede met haer toebehoorten, noch een deel rommelingh van hout, 2 recken, een houte schotel, 1 out roer van een schuijt, 2 elle, 2 lepels, 4 manden, een leer met een knaap, een mee spaeij, een koij, 16 kannen, 5 glasen, een kopere kandelaer, een koepre comfoort, 2 dito ketels met een aecker, 1 ysere potten, 2 dito halen, een rooster, een fouthengel, een hanghijser, 2 koeckpannen, 2 aelspitten, een blaespijp met een tangh, 1 haertijser met een vuijrijser, een vuijrplaet, een ketting vande schuijt, 5 vorcken, een pluckhaeck, 4 roos bouten met een veer, noch een deel yserwerck, 1 lanteern, 6 keulse schotelen, 12 dito tafelborden, 1 dito reijl, 1 kalck stock, 1 op legh, 1 taen ketel, 1 tinne tafelbort, 12 lepels, een bedt met haer toebehoorten, 2 linde lakens, een linde bed met 1 hooftpeulingh, 2 voeder turf, 1 hoopke hooij, 10½ pont gaeren, alnoch het speck, een paer muijlen, 4 vat rogge, 2 vat boeckweijt, tirckse boonen, 1 paer schalen met 5 pont gewight, 1 arm van een nieuwen zegen, noch wat boecken, een muijseval, 1 visbeugel, aen gelt 6 gulden 31 stuijvers, 1 paer leersen, een haergetouw, een stuck scheer, 1 snij met een oude seijsij, aen weerkanten vande schoorsteen noch een deel rommelingh, 33 fuijcken met een viskuijl. 8 kruijcken met een nethouwer, 2 scheermessen, 1 kruijthooren.

Dese rechtelijck opgetekent bij den schout Adriaen Zeijlmans ende Dirck Janss Zeijlmans en Peter Buijs, heemraden. Desen datum als vooren.

Fol. 160v

Volght nu de conditien tot de vercoopinge vande bovenstaende opgetekende goederen in manieren als volght:

Op huijden desen 23e janarij 1704 soo willen de gelijcke erffgenamen van zaliger Janneke Lucass Berghmans soo van haren eersten man Adriaen Lambertss als haren tweeden met namen Nicolaas Janss van Hasselt, insgelijck de armmeesters van Raemsdonck ten overstaen van schout ende gerechten van Groot Waspick houden erffhuijs ende in openbaer voor alle man ten meesten oirbaer ende proffijt vercoopen alderhanden inboel als beesten, linden, wollen, koper, tin, stoelen en bancken etc. Ende alles wat de voornoemde erffgenamen te berden sal laten brengen. Alles achtervolgende de conditie en voorwaerden hier naer beschreven, alles op de boeten ende breucken van 100 goude realen te verbeuren, goet van goude en swaer van gewighte, te gaen naer pene recht.

Eerstelijck wil den heer officier wel een ander begrijpen maer wil selfs niet begrepen wesen ende hout het eerste, tweede ende derde woort aen sijn selven.

Item sullen de mijnders ofte coopers der selver gemeijnde goederen gehouden sijn gereet ende contant te betalen bij het mijnen aleer sij deselve vande werf sullen mogen verbrengen ofte vervoeren.

Item sullen de kopers der goederen betalen aneden heer officier voor sijn slagh ende pontgelt op ijder gulden eene stuijver.

Eerstelijck een water emmer gemeijnt bij Vas Peterss de Hoogh om In de kantlijn: beth. 0: 9: 0
Een seijsie bij Claes Janss om 1:10: 0
Een korf bij Verschueren om 0: 6: 0
Een ysere ketel bij Arien Pouwels 1:13: 0
Noch een ysere ketel, Willem Blom 0:10: 0
Een koperen aecker, Jochem Franss 0: 7: 0
Een boterteijl en maer bij Stoffel de Hoogh om 0:14: 0
Een strijckyser bij Bruijnenbaert om 0: 8: 0
2 koeckpannen, Stoffel de Hoogh om 0: 6: 0
Een hanghyser bij Geertruij Melsen 0: 8: 0
Een boeck bij Lijsbet Dolck om 0: 4: 0
Een hael, Adriaen Joosten 0:15: 0
Een schietroer bij Dirck Zeijlmans 2: 1: 0
Een vogelkooij, Grevenbroeck om 0: 6: 0
Een koper komfoort, Dirck Zeijlmans 0:10: 0
Een yser potje bij Geertruij Melsen om 0: 7: 0
Noch 1 yser potje bij Jan Dun om 0:18: 0
Wat gaeren bij Buijs 1: 0: 0
Nocg wat garen bij den Schutter 1: 2: 0
Een roostel, Stoffel de Hoogh 0: 2: 0
Een haert ijser bij de Kuijper 0: 7: 0
Noch een haertijser, Joost de Schipper 0: 8: 0
Een blaes pijp bij Adriaen Huijberden 0: 8: 0
Een paer schoen bij Buijs om 0:10: 0
Een ysere kettingh, Vas Peeters 0: 5: 0
Keulse schotelen, Hendrik Lucass 0: 6: 8
Keulse schotelen bij Buijs 0: 2: 0
Keulse schotelen bij Geertruij Melss 0: 2: 0
Keulse tafelborden bij Buijs om 0: 3: 0
Keulse tafelborden bij Jan de Leeuw 0: 6: 8
Keulse kom bij Peter de Zeeuw 0: 4: 0
Houte lepels, Arien Koninx 0: 4: 0
3 aerde kannen bij Jan Kalf om 0: 2: 0
Aerde schotelen, Dirck Zeijlmans 0: 1: 0
4 kannekens bij Dirck Zeijlmans 0: 4: 0
1 aerde potje, Hendrick Lucass 0: 2: 0
Een pot bij Dirck Zeijlmans 0: 4: 0
3 potten bij Dirck Zeijlmans 0: 1: 0
Dito potten, Dirck de Kuijper 0: 1: 0
Een aerde pot, Jan Kalf 0: 3: 0
2 ditto potten, Dirck Zeijlmans 0: 1: 0
Noch een pot bij Verschuren 0: 2: 0
Een aerde deurslagh, Dirck Zeijlmans 0: 2: 0
Een stoofpan, Dirck Zeijlmans 0: 2: 0
Een pot met boonen, Dirck Zeijlmans 0:10: 0
4 kannen bij Peter de Zeeuw om 0: 7: 0
Een stickscheer, Dirck Zeijlmans 0: 8: 0
Een aerde stoop, Dirck Zeijlmans 0: 2: 0
2 pistolen bij Theunis Lucass 0: 3: 0
Glazen bij Jochem Franssen om 0: 4: 0
Een bort met lepels, Jochem Franss 0:19: 0
Een vetpot, Wouter Visser 0:16: 0
Een fles met etc, Jan Kalf 0: 6: 0
Een matje met 1 fles, Cornelis Marceliss 0: 1: 0
Een ben met swaveelstock, Hendrick Lucas 0: 3: 0
Een boterschotel bij Stoffel 0: 3: 8
Een vetpot met 1 schotel, Jan de Leeuw 0: 4: 0
Een tonneken bij Vas Peters 0: 1: 8
2 tonnekens, Hendrick Lucass om 0: 1: 8
Een lanteern, Jan Cornelis Schoenmakers 0:13: 0
Een back met rommelingh bij Tonij Huijbertss Conincks om 0: 6: 0
Wat rommelingh, Willem de Geus 0: 7: 0
Een reck, Willem de Geus 0: 7: 0
Noch een reck, Cornelis Janss Visser 0: 5: 0
Een strooijen hoet, Dries de Wever 0: 3: 8
War yserwerck, Dirck Zeijlmans 0: 6: 0
Noch wat yserwerck, Adriaen Koninx 0: 4: 0
Een visbeugel, Cornelis de Bont 1: 0: 0
Noch war yserwerck, Jan Kalf 0: 4: 8
Een teemst etc, Joost de Schipper 0: 3: 0
2 boenderen, PeterVos 0: 3: 0
Een spaeij, Gerrit Dolck 0:13: 8
3 riethaken, Gerrit Dolck 0:14: 0
Haken voor t toer, Jan Kalf 0: 4: 0
Schalen met gewight, Jochem Franss 0: 6: 0
Dissel met gereetschap, Cornelis de Bont 0: 7: 0
Een bodt, Adriaen Conincks 0: 6: 0
Een spiegel, Joost de Schipper 0: 4: 0
2 kannen en wat speck voor t pont 1 stuijvers 12 penningen bij Dirck Zeijlmans  
Wat rommelingh en stockvis bij Jacob Dolck om 0: 6: 0
Een rad bij Huijgh Peters om 0: 4: 0
Een plaet bij Jan Kalf om 0:10: 0
Een meeltonneken, Verschuren 0: 2: 0
Een mant met rommelingh, Buijs 0: 5: 0
Een ton met melck, Frans Boeser 1: 6: 0
2 manden, Hendrick Lucass 0: 4: 0
vorcken, Dirck Zeijlmans 0: 4: 0
Een sack met boonen, Jacob Dolck 0: 9: 0
Een spinne wiel, Giel de Schipper 0: 5: 0
Touwen, Peter de Zeeuw 0: 3: 0
Noch touwen, Pieter de Jongh 0:13: 0
Een naeijmand, Pieter de Meggelaer 0: 2: 0
3 vorcken, Adriaen Bosseren 0: 6: 0
Laecken, Jan Peters 0:10: 0
Een linde bed, den Schutter 0: 6: 0
2 hoenderen, den luijtenant Pessers 0:12: 0
Een korf met rommelingh, Cornelia Adams om (Abams?) 0: 3: 0
Wat linden, Vas Peters 0: 6: 8
2 vorcken, Jacob Dolck 0:17: 0
1 borst rock, Jochem Franss 0:11: 0
1 linde rock,Jacob Dolck 0: 9: 0
Wat prullen, Alet de Bont 0:12: 0
1 voorschoot, Adriaentje Pieter 0: 9: 0
Raepkoeck, Joost den Schipper 0: 8: 0
Noch raepkoeck, Jan Peters 0: 8: 0
Noch raepkoeck, Vas Peters 0: 5: 0
2 stoelen, Seger de Smith 0: 8: 0
T bedt, Claes van Hassel 0: 6: 0
2 kussens, Giel de Schipper 0:12: 0
Een bael, Laurens de Smit 0:12: 0
Een kist, Cornelis Janss Visser 0: 3: 0
Een deecken, Huijgh Peters 0: 6: 0
Bokweijt, Klaes voor 14 stuijvers t vat  
Een koffer, Klaes voornoemt 0:12: 0
Een banck, Verschuren 0: 2: 0
Een moster molen, Tijs Kampen 1:10: 0
Een rouw kovel, Hendrick den Timmerman 0:18: 0
Wat mutsen, Michiel de Schipper 0: 9: 0
Kussensloopen, Jan Adams 0:13: 0
Een mutse, de Schutter 0: 8: 0
Mouwen en ander linde, Adriaentje Kuijl 0: 8: 0
Een voorschoot, Willem de Ruijter 0:12: 0
Een rijglijf, Willem de Ruijter 0: 7: 0
1 mand en lousen, Dries Janss 0:10: 0
Een paer kousen, de Kuijper 0:12: 0
Een vorckje, de Kuijper 0:16: 0
Een vorck, de Kuijper 1: 4: 0
Noch een vorck, Dries Janss 2: 5: 0
Noch een vorck,Wouter de Visser 1: 0: 0
Noch een vorck, Peter Vos 2: 2: 0
Een saelje, IJken Peters 0:18: 0
Swarte kovel etc, Hendrick de Timmerman 0:18: 0
Een mantel, Hendrick voornoemt 5: 2: 0
2 hemden, Adriaen Pieters 0:15: 0
Een mantel, Hendrick Lucass 0:13: 0
2 tafellakens, Adriaentje Kuijl 0:18: 0
2 lakens, Geertruij Melss 0:19: 0
Noch 2 lakens, Jacob Dolck 1: 0: 0
Een mof, Jan Kalf 0: 1: 0
2 netten, Jan Kalf 1:10: 0
1 ton met romen, Joost de Schipper 0:16: 0
Een paer muijlen, Dries Janss 0: 6: 0
De keern, Jan van Tighel 1:15: 0
Een zegen, Jan Peters 2: 0: 0
Een kist bij Buijs 1:10: 0
Een etens tresoor, Cornelis Janss Visser 0: 4: 0
Een heel beest  
Het hooij, Jan Kalf 6: 6: 0
De koeij, Adriaen Bossere 35: 0: 0
De veers, Claes Janssen 10:10: 0
Het kalf, Adriaen de Zeeuw 3: 3: 0
De ketel, Jochem Franssen 5: 7: 0
De schuijt, Dirck zeijlmans 23: 0: 0
De rogh, het vat 1 gulden, Claes Janss  
De kruijwagen, Tonij Koninx 0:11: 0
De schuijerwagen, Jan Cornelis 0:13: 0
De viskuil, Peter Camp 0: 8: 0
De stoelen, Adriaen Anthoniss 0:10: 0
De tafel, Anthonij Konincks 0: 5: 8
2 fuijcken, Huijgh Peters 0: 2: 0
2 fuijcken, Cornelis Visser 0: 2: 0
Een fuijck, Dirck de Kuijper 0:12: 0
Fuijcken, Jan Peters 0:11: 0
De tangh, Jan Kalf 0: 3: 0
1 fuijck, Peter de Jongh 0: 3: 0
1 fuijck, Cornelis Visscher 0: 2: 0
1 fuijck, Jan Kalf 0: 1: 0
1 fuijck, Thomas Kuijl 0: 1: 0
1 fuijck, Vas Peters 0: 1: 0
Kruijcken, Jan Kalf 0:10: 0
De ysslee, Jan Kalf 5: 0: 0
Den torf, de Smit 3: 6: 0
1 fuijck, Wouter Cornelis 0: 4: 0
Fuijcken, Corstiaen Marcelis 0:11: 0
Branthout, Thomas Kuijl 1: 0: 0
2 riecken, Anthonij Coninx 0: 8: 0
Branthout, Joost Swartjes 1: 0: 0
Noch bij de erffgenamen ontfangen het gene sij verkocht hebben Dese 6 gulden wederom gegeven 6: 1: 0
Noch van Jan Peter Huijgen 15: 8: 0

Fol. 165r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Cornelis Janss Zeeuw ende Adriaentje Janss Zeeuw van alle het gene van haer vader zaliger is aenbestorven ende te samen hebben gebruijckt als volght:

Item inden eersten soo is Cornelis Janss gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op de westense delle nevens Peter Zeijlmans, secretaris, oost Adriaentje Janss Zeeuw. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet noortwaerts in tot de Ka toe, gelegen inden polder van Groot Waspick. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                          150: 0: 0

Item alnoch ten tweede soo is Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part in het huijs, del ende den hoff daer aen behoorende, wel verstaende voor sijn vierde part de voorkamer ende het gerechte vierde part in den solder boven het sijn aen te meten ende moet over de ganck, trappen en geut wegen en stegen en malkanderen de ganck, voordeur en de trap helpen onderhouden. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van

                                                                                                                                                50: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is den voornoemden Cornelis Janss Zeeuw gelodt, gecavelt ende beërfdeelt op het eerste gebijnt naesten schoorsteen uijt den oosten vanden hof af westwaerts op tot de dorpswegh ofte erve toe. Met de boon daer op staende.

Item alnoch ten vierde soo is den voornoemden Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part inde werf sijnde het tweede vierde part van ’t dorps vaertkant af, waer van Adriaentje Zeeuw gelegen is oost en den Smit west. Ende sullen de mis niet wijder van het huijs mogen werpen dan 15 voet noortwaerts in. Ende geen hout vande werf te hacken voordat de straet gemaeckt is.

Item alnoch ten vijfden soo is Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part inde del uijt den zuijden vande kreeck van t hoogh af te meten noorden in, dwars af tot den smit sijn vierde part toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                           

                                                                                                                                                30: 0: 0

Item alnoch ten sesden soo is den voornoemden Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part aen het school inden hof dwars af waer van Adriaentje met de helft is gelegen zuijden ende Laurens de Smith noorden ende oost den secretaris ende west dorps dijck. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                          6: 0: 0

Item alnoch ten sevenden soo is Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de oostense helft vanden Langen Acker, gelegen boven in Groot Waspick, waer van Adriaentje gelegen is met de andere helft west ende Hendrick Frans oost. Streckende uijt den zuijden vande wegh vande Korte Ackers af, noortwaerts in tot de bijsters toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van             2:10: 0

Item alnoch ten achsten soo is Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de helft vanden Korte Acker op den westen kant gelegen inde voornoemde jurisdictie tusschen erffenisse van Adriaentje Zeeuw oost ende Cornelis Peters kinderen west. Streckende uijt den zuijden van Wouter Ruijghaver erve noortwaerts in tot de dwars wegh toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van          1: 0: 0

Item alnoch ten negenden soo is Cornelis Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part inden bijster achter den Treurniet in Groot Waspick, gelegen op de westen kant vanden waterganck af tot Cleijss erve toe. Ende moet dit lot in den dijck maken de oostense roeij 9 voet.

Hiertegens soo is ten eersten Adriaentje Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de andere del, gelegen in Groot Waspick tusschen erffenis van Adriaen Zegers oost ende west Cornelis Janss Zeeuw. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet noortwaerts in tot de Ka toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                      150: 0: 0

Item alnoch soo is Adriaentje Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte helft van het huijs met den werf ende de del enden hof. En sal voor haer part in het huijs hebben de keucken met de geut enden halven solder boven het haer af te meten met het achterste gebijnt ende den koeijstal d’wars deur tot dorps erven westwaerts in, met den halven kelder. Ende moet malkanderen wegen en stegen voor en achter uijt. Noch den halven werf op den oosten kant, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van sij Adriaentje oost ende Cornelis de Zeeuw west. Streckende uijt den zuijden vanden hof af noortwaerts in tot de kreeck toe. Maar mogen daer geen hout halen voordat de straet gemaeckt is. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                      100: 0: 0

Item alnoch ten derden soo is Adriaentije Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de half del in Groot Waspick achter het huijs waer van den smit is gelegen suijden ende het Campken noorden en dorps vaertkant west en Cornelis de Bont oost. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van         60: 0: 0

Item alnoch ten vierden soo is Adriaentje Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de westense helft inden Langen Acker, boven in Groot Waspick, tusschen erffenisse van Cornelis Zeeuw oost en Cornelis Peters erffgenamen west. Streckende uijt den zuijden vanden dwarspat, noortwaerts in tot de bijsters toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                 5: 0: 0

Item alnoch ten vijfden soo is Adriaentje Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op den Korte Acker op den oosten kant waer van Cornelis Zeeuw gelegen is west ende Johan Boeser oost. Streckende uijt den zuijden vande erve van Wouter Ruijghaver af noortwaerts in tot den dwars wegh toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                          2: 0: 0

Item alnoch ten sesden soo is Adriaentje Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het gerechte vierde part inden bijster achter den Treurniet in Groot Waspick, op de oosten kant. Streckende vanden waterganck uijt den zuijden noorden in tot de Smits vierde part toe.

Item alnoch houden de gelijcke vrinden onverdeelt den bijster over den waterganck tot den acker toe.

Item alnoch soo is den voornoemden Adriaentje Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op den halven hof aent school. Streckende uijt den zuijden vande Lijckstoep af noortwaerts in tot Cornelis Zeeuw erve toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                               12: 0: 0

Aldus soo sijn partijen hier op rechtelijck vertijt ende vertegen, soo als recht is ende dat met hant alm ende mont soo dat yder sijn lot sal aenveerden met de contributie dijcken, straeten ende ander lasten van outs daer toe staende. Mits dat yder het dack boven het sijne moet onderhouden sonder dat den eene op den anderen yets heeft te pretenderen als voorss staet. Present ende overstaen Dirck Janssen Zeijlmans, president ende Peter Buijs, heemraet ende mij secretaris present. Desen 15e april 1704.

Fol. 167v

Op huijden desen 15e april 1704 soo willen de kinderen van Adriaen Corneliss Zeeuw ende Adriaentje Zeeuw erfdeelen het goet ons met een testament gemaeckt van een oude moeijtje met namen Maijken Peter Janss, namelijck een half huijs, hoff, werf ende delle daer aen gelegen, alles half. Ende noch een del inden polder, bij ons genaemt de Hooge del. Ende alnoch een acker met het veldeken daer aen gelegen. Oock noch eenen halven bijster neffen het cleijn bijsterken van Willem Jacobs ende voorts soo groot ende cleijn als het selfde gelegen is ende dat met alle dijcken, dammen ende andere lasten, gelijck het onsen vader tot noch toe in het gebruijck heeft gehadt. Het selfde leggen wij dan in ses deelen.

Eerstelijck soo is Lauwereijs de Smith gelot, gecavelt ende beërfdeelt in het huijs de opcamer met het gebruijck vande geut ende het part inden kelder ende den solder. Streckende uijt den westwaerts tot den thuijn toe met het middelste gebint int achterhuijs westwaerts tot den thuijn toe. Met den boom die op dat part staet. Met het vierde part inden hoff, gelegen tusschen het dorps huijs begint van Jochems Janss erve af zuijden tot Cornelis Zeeuw sijn part toe. Met het vierde part inden werf achter het huijs te weten dat langs den tuijn moet blijven liggen voort gemeen drie voet ende dan daer aen gelegen het vierde part tot het part van Cornelis Zeeuw toe. Met het vierde part inde del tusschen Cornelis Zeeuwen zuijden ende Adriaentje Zeeuwen noorden toe. Alsnoch soo is bij dit voornoemde part gestelt een vierde part in een block bijsters aenden oosten kant. Streckende uijt den noorden vande wiel aen suijden op tot den halven waterganck toe. Soo groot ende cleijn als het selven gelegen is. Mits dat dit part moet maken drie voet dijck, onbedeelt inde twee roeijen inde oostense roij vande twee roijen. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van 86: 0: 0

Hier tegens soo is Adriaentje Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op het vierde part op het huijs ende dijck met het vierde part vande werf, hof ende de del daeraen gelegen, soo groot ende cleijn als het selve gelegen is met het vierde aprt vanden dijck ende straet die daer aen leijt. Mits dat dit part sal moeten uijt reijcken aende andere half del de somme van vijftigh gulden. Dit is gereduceert met gelt soo dat dit vierde part vant huijs beijstaen Adriaentje Janss Zeeuw.

Hier tegens soo is Elizabeth Adriaense Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een vierde part van een block bijsters. Streckende uijt den noorden vanden wiel aen zuijtwaerts op tot den halven waterganck toe. Soo groot ende cleijn als het selve gelegen is. Mits dat het part oock moet maken drie voet dijck ende straet, onbedeelt inde eene roeij. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                    86: 0: 0

Hier tegens soo is Cornelia Adriaense Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechte helft vande del inden polder opden oosten kant met de helft vanden dijck daeraen behoorende. Streckende uijt den noorden vande Ka af zuijtwaerts in tot de Heere straet toe. Mits dat het moet voor uijtreijckinge moet hebben van een vierde part vanhet huijs, vijftigh guldens. Noch de vierde part vanden bijster. Streckende ten noorden vanden halven waterganck af zuijtwaerts op tot den eersten dwarsloot toe, die daer leijt over de Queb ofte van outs geheten den Wiel. Mits dat dit part oock moet maken drie voet dijck, onbedeelt inde oostense roeij vande twee roijen. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                   75: 0: 0

Hier tegens soo is Adriaentje Janss Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtige helft vande del inden polder opden westenkant en de helft vanden dijck die daer aen leijd. Streckende uijt den noorden van de Ka af zuijtwaert op tot de Her straet toe. Mits dat het moet vooruijtreijckinge ontfangen vanhet vierde part van het huijs de somme van vijftigh guldens.

Hiertegens soo is Jan van Dun gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een vierde part van een block bijsters. Streckende vande halve waterganck af zuijdwaerts op tot den eersten dwarsloot toe, die daer leijt ofte van outs genaemt den Wiel, Soo groot ende cleijn als het selve gelegen is. Mits dat dit voornoemde part oock moet maken drie voet dijck inde oostense roeij vande twee roeijen, onbedeelt. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                        75: 0: 0

Hier tegens soo is Jan Wouters Verschuijren gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de gerechtige helft vanden acker op den oosten kant daer hij aen wedersijds een grippel heeft. Maar daer den westen kant geen grippel heeft, daer sal hij den oosten de grippel moeten helpen dragen, maer met den ende oock de helft vanden dijck. Ende het veldeken daer aen gelegen mede op den oosten kant, beginnende in het noorden van Adriaen Willemss kinderen erve aen zuijtwaerts op tot den Sgravenmoerse gront toe. Alnoch bij den halven acker gestelt een vierde part block bijster. Streckende in het noorden aenden eersten dwarsloot die daer leijt over de wiel zuijtwaerts op tot den halven dwarsloot toe. Mits dat dit part oock moet maken drie voet dijck, onbedeelt inde westense roeij vande 2 roeijen. Getaxeert op                                                               50: 0: 0

Hier tegens soo is Peeter Adriaenss de Zeeuw gelot, gecavelt ende beërfdeelt op en halve acker op den westen kant daer hij een grippel heeft maer daer hij geen grippel en heeft daer moet hij den oosten kant de grippel helpen dragen, vorders in de helft vanden dijck. Ende het veldeken, oock almede op den westen kant, beginnende in het noorden van Adriaen Willemss kinderen erve aen zuijtwaerts op tot den Sgravenmoerse gront toe. En wort expresselijck bescheijden, als dat die de oostense helft heeft moet dwars over de westense zijden teijnde de steegh. Item een vierde part van een block bijsters. Streckende inde noorden aenden eersten dwarsloot die daer leijt aen de wiel zuijtwaerts op. Mits dat dit part oock moet maken drie voet dijck, onbedeelt inde westense roeij vande 2 roeijen. Getaxeert op                                                               50: 0: 0

Aldus soo sijn partijen hier rechtelijck op vertijt en vertegen met hant alm ende mont soo dat yder het sijne sal aenvaerden met de contributie, lasten, dijcken ende straeten van outs daer toe staende. Sonder dat den eenen op den anderen sijn lot yets heeft te pretenderen als voorss staet. Aldus gepasseert ten overstaen van Dirck Janss Zeijlmans, president, ende Peter Buijs, schepen ende mijn secretaris present. Desen 15e april 1704.

Fol. 169r

Staet vande goederen int sterfhuijs van Wouter Boeser ende Lijsbeth Adams Reijendam ende metter door ontruijmt bij de voornoemde Lijsbeth Reijerdam voornoemt, aengebrocht op den 15e april 1704.

Eerstelijck 2 paer goude bellen blijven tot behoeven vande weesen

Een goude haernaelden

Vier silvere slentels met een haeck ende de silvere kettingh alle aen malkanderen

Een gouede ringh met eenen steen en een sonder steen

Twee goude stucken met de ringen aen een muts

Een swart koralen kettingh met een goude haeckje en oogje

Een silvere beugel tas, een silvere naelde koker

Een messe koker met silvere beslagh en onder 2 silvere heffjens

Een silvere schaer, maar gebroocken

Een silvere kettingh met een riem met silvere beslagh, een silvere schip

Een kerckboeck met silver beslagh met een kettingh

Een silvere pot stukje gelt

Dese bovenstaende goederen sullen allen blijven ten profijtten vande kinderen als sij tot haren mondigen dagen gekomen sullen wesen. Dan aenstonts bij den vader aen haerlieden ? te restitueren.

Den vader sal behouden het schip met sijn toebehoorten van pot, ketel, bedt en bult, linden en wollen, alles dat in het sterfhuijs bevonden is.

Item alnoch in gelt in het voornoemde sterfhuijs bevonden met dat noch te ontfangen staet tsamen met den inboel 782 gulden.

Het schip genomen op                                                                                                       f 500: 0: 0

De twee geerde lants genomen op                                                                                      800: 0: 0

Fol. 169v

Op huijden desen 15e april 1704 compareerden voor ons Cornelis de Bont ende Frans Boeser, heemraden in Groot Waspick, den eersamenende seer discrettenWouter Hendrickss Boeser, als in houwelijck gehadt hebbende Lijsbeth Adams Reijendam, waer bij den voornoemden Wouter Boeser heeft geprocureert drie kinderen met namen Geertruijt, Maijken ende Hendrick Wouterss Boeser, dewelcke hij op heden heeft aengenomen van Hendrick Adams Reijendam als vooght en Wouter Boeser als vader ende toesiender vande voornoemde wesen ende dat voor haer moederlijcke goederen, soo linden als wollen ende het schip met den imboel en gout, zilver met de twee geerden lants alle tot proffijt van hem vader voorss. Mits dat den vader belooft sijne drie kinderen te onderhouden in eten, drincken, kleden, reden, linden, wollen, soo wel sieck als gesont, genen tijt van perijkel uijt gesondert, ter schoole te laten gaen en een goet hantwerck te laten leeren naer sijnen staet en vermogen daer sij haren kost mede konnen winnen ofte sij daer bequaem toe sullen wesen. En dat tot haren mondige dagen ofte geapprobeerde staet toe. Ende daerenboven belooft hij vader als sijne kinderen tot haren mondigen dagen gekomen sullen sijn yder uijtreijcken voor haer moederlijcke goederen ter somme van 200 gulden en of het gebeurde dat eenige vande voornoemde kinderen quamen te sterven sullen de voorss penningen besterven van het eene kint op het ander tot het laetste toe. Ende tot naerkominge en in voldoeninge vant gene voorss is soo verbint hij vader voors soo voorde opbrenginge als voldoeninge van sijne kinderen sijn respective persoon ende alle sijne andere goederen ende het schip met de roerende en onroerende, present als toekomende, egene vandien uijtgesondert. Alles onder verbant ende bedwanck van alle heeren, hoven, rechten ende rechteren etc. Aldus gedaen ende gepasseert voor schepenen voorss. Desen datum voorss ende mij secretaris present.

In de kantlijn: Meeus van Dongen bekent alhier ter register ontfangen te hebben van Wouter Boeser de somme van twee hondert gulden wegens Geertruijt Boeser sijn huijsvrouwe haer moederlijcke goederen. Actum Waspick, den 29e october 1713. Dit ist hantmerck van Meeus van Dongen selfs gestelt.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspick Maijken Wouters Boeser ende bekende vande nevenstaende uijtreijckinge haar voor haare legitieme portie bewesen ter somme van 200 guldens wegens haar moederlijcke goederen ten volle voldaan ende betaalt te sijn den eersten penning met den leste. Compareerde mede Pieter Cetelaar ende heeft vertoont quitantie van Hendrick Wouters Boeser van dato den 14e april 1725 waar bij hij bekende vande nevenstaande uijtreijckinge ter somme van 200 guldens door sijn vader voldaan ende betaalt te sijn in volle voldoeninge van sijn moederlijcke goederen. In teijken der waarheijt is dese bij mij Maijken Boeser en Pieter Cetelaar geteijkent in Waspik desen 28e april 1725. Maijken Boeser, Pieter Ketelaar. Quod Attestor J. Zeijlmans, secretaris, 1725.

Fol. 170r

Aenneminge van Adriaen Claess Pols wegens sijn kint

Op huijden desen 18e april 1704 compareerde voor ons Dirck Janss Zeijlmans, president, en Pieter Buijs, heemraet, den eersame en seer discrettenAdriaen Claess Pols als in houwelijck gehadt hebbende Dingena Michielss Vlees waer bij den voornoemden Adriaen Claessen Pols in eghten heeft verweckt een dochterken met namen Maijken Adriaenss Pols heeft aengenomen van Adriaen Janss Rommen als vooght ende Philip Claess Pols als toesiender vant voorss weeskint ende dat voor sijn moederlijcke goederen, soo linden als wollen ende alle den inboel, gout, silver, gemunt ende ongemunt. Mits dat den vader voorss gehouden blijft sijn voorss weeskint te onderhouden in eten, drincken, kleden, reden, linden ende wollen, lappen en naijen, genen tijt van perikel uijt gesondert, ter schole te laten gaen en laten leeren lesen, schrijven naer sijnen staet ende een goet hantwerck te laten leeren. En als het voorss kint tot sijnen mondige dagen, huijwelijck ofte andere geapprobeerde staet gecomen sal wesen sal uijtreijcken een uijtsetsel van vijftien gulden met het silver, ijser van sijn moeder voorss. Voor welcke opvoedinge ende onderhoudinge als uijtreijckinge hij vader voorss is verbindende sijne respective persoon ende alle andere goederen soo roerende als onroerende, present als toecomende, egeene vandien uijtgesondert. Alles onder verbant ende bedwanck als naer rechten. Present den president en heemraet voornoemt desen datum voorss.

Dit ist merck van Asdriaen Claes Pols selfs gestelt. Verclaert niet te konnen schrijven.

Fol. 170v

Staet ende inventaris gemaeckt opden 18e september 1704 van alle de erfgoederen en meublen die Willem de Ruijter metter doot heeft ontruijmt ende naergelaten ende dat tot naerrichtinge vande voorkinderen van Adriaen van Klootwijck ende Grietje Boeser ende het naerkint van Willem de Ruijter ende Grietje Boeser voorss. Ten overstaen van Dirck Janss Zeijlmans, stadthouder, ende Frans Boeser, heemraedt.

Eerstelijck de halve stede met Frans Boeser in Groot Waspick, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe van Gerrit Zeijlmans, schout, oost ende west Mathijs Cornelis Camp. Streckende uijt den noorden vander halver Her straet zuijtwaerts in tot de ackers toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                                                                                  (niets ingevuld)

Item alnoch eenen halve geert ende een sede part van een halve geerd in 7 geerden, gelegen inden polder van Groot Waspick, tusschen erffenisse vanden Armen oost ende de erffgenamen van Adriaen Camp cum suis west. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot noortwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                       (niets ingevuld)

Item alnoch een geerde lants, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt in 6 geerden met Gerrit Zeijlmans, schout, cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Lambert Dircken oost ende west Adriaen de Bruijn cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot noortwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                          

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch een geerde lants, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van 6 geerden, gemeen met den schout van Baertwijck cum suis, gelegen tusschen erffenisse van het gasthuijs vanden Bergh oost ende de erfgenamen van Hendrick van Gils west. Streckende uijt den zuijden van de heerlijck­­­­­­heijt van Groot Waspick noortwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van    (niets ingevuld)

Item alnoch een geerde lants, gelegen in Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, gemeen met den Gerrit Zeijlmans, schout, cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Gerrit Zeijlmans voornoemt cum suis west ende Lijsbeth Zeijlmans oost. Streckende vanden zuijdenste Diepen noortwaerts in tot den Scheij sloot toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                 (niets ingevuld)

Item alnoch een buijtendelle, gelegen in Groot Waspick buijtendijcx bij Thijs Jan Huijgen, gelegen tusschen erffenisse van Jan Boeser cums suis oost ende Cornelis Janss Zeeuw cum suis west. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet noortwaerts in tot de heerlijckheijt van Cleijn Waspick toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                       (niets ingevuld)

Item alnoch een ackers achter de stede van Sijken Berten, gemeen met de sijne, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse van Sr den Sadelmaker tot Breda gelegen west ende Jan Boeser met de weduwe van Jan Buijs oost. Streckende uijt den zuijden vanden acker van Jan Boeser noortwaerts in tot den dries van Jan de Bruijun toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van             (niets ingevuld)

Item alnoch eenen acker inde Brede Pleck, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse vanden secretaris oost ende den schout west. Streckende uijt den zuijden vande erve Wouter Ruijghaver cum suis noortwaerts in tot den acker van Frans Boeser cum suis toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van (niets ingevuld)

Item alnoch een vierde part in eenen acker zaijlant gelegen Benede Kerck, onverdeelt met Frans Boeser cum suis, gelegen tusschen erffenisse van Huijbert Pouwels Zeijlmans oost ende Mathijs Camp west. Streckende uijt den zuijden vande graeffelijcke gronden noortwaerts in totter halver waterganck toe. Getaxeert op contant gelt weerdigh te wesen ter somme van                                                                    (niets ingevuld)

Item alnoch een derde part in een veldeken.

Alnoch soo is de weduwe gehouden aen haer kint te leveren alle de kleederen tot sijn vaders lijf behoorende met de klederen die sij mede heeft tot onderhoudinge van het voorss weeskint en dan behout sij weder alle de goederen met den imboel. Mits als het kint mondigh is dat dan de weduwe aent weeskint moet uijtreijcken volgens de aenneminge hoer onder geregistreert een half geerde met een sesde part van een half geerde, gelegen inden polder van Groot Waspick, onverdeelt in 7 geerden inden polder van Groot Waspick. Met noch daerenboven alles tot een uijtsetsel van sijn vaders goederen.

Fol. 172r

Op huijden desen 19e september 1704 compareerde voor ons stadthouder Dirck Zeijlmans en Frans Boeser, heemraet, Jan Boeser als vooght ende Peter Dingemans Otgens als toesiender over het onmondigh kint genaemt Huijbert Willems de Ruijter naer gelaten bij Willem Huijbertss de Ruijter verweckt bij Grietje Boeser. Ende dat voor sijn vaderlijcke goederen soo have als erve, gout, silver, gemunt ende ongemunt ende alle huijsraet geen uijtgesondert, incomende penningen te ontfangen ende daer entegen alle uijtgaende schulden te betalen, die alle sijn ten proffijten, ten lasten van haer moeder. Mits dat sij moeder haer voorss weeskint te onderhouden in eten, drincken, kleden, reden, linden ende wollen, lappen ende naijen, soo wel sieck als gesont, genen tijt van perickel uijtgesondert, ter schole te laten gaen ende een ambacht te laten leeren daer het voorss bequaem toe komt te worden ende dat na haer staet en vermogen. Ende dat tot sijnen mondige dagen ofte houwelijck ofte andere geapprobeerde staet toe. Ende als het kint tot sijnen mondigen dage ofte houwelijck gecomen sal sijn dat sij moeder voorss sal uijtreijcken aen haer voorss kint een halve geerd ende een sesde part van een halve geert in 7 geerden, gelegen inden polder van Groot Waspick, tusschen erffenisse den Armen van Waspick oost ende de erffgenamen van Adriaen Camp cum suis west. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot af noortwaerts in ter halver Scheij sloot toe. Met noch daer en boven ter somme van twee hondert gulden contante penningen ende dat voor zijn vaderlijcke goederen. Ende ofte het voorss kint voor sijn mondigen dagen quame te overlijden soo sullen deselve goederen besterven op de naesten vrinden ende dat naer echten vanden landen van Zuijthollant. Tot naerkominge ende voldoeninge vant gene voorss is soo verbindent sij moeder voorss hare respective persoon ende goederen, soo roerende als onroerende, present als toecomende, egene vandien uijtgesondert. Stellende deselve ten bedwanck van alle heeren, hoven, rechten en rechteren. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van stadthouder ende heemraden voornoemt. Desen datum voorss ende mij secretaris present. P. Zeijlmans, secretaris.

Bekenne ick ondergeschreven Petter Dingeman Otgens voldaen te wesen vanden boedel ende naerlatenschap van mijn vader Willem de Ruijter ende Grieten Boeser soo dat wij op malkanderen niets meer hebben te pretenderen ende bedancken mijn schoonmoeder voor haer goede betaellinghe. Actum Waspick desen 19e september 1704 ende mijn als secretaris present ende kennelijck ende ten overstaen van Dirck Janssen Zeijlmans, stadthouder ende Frans Boeser, heemrade. Diet hantmerck selfs gestelt bij Peeter Dingeman Otgens ende is als volght (winkelhaakje).

P. Zeijlmans, secretaris, 1704.

Fol. 173r

Aennemingh

Op huijden desen 3e meert 1705 compareerde voor ons Dirck Janss Zeijlmans, stadthouder ende president schepen ende Pieter Buijs, heemraet, den eersame en seer driscreten Anthonij van Dommelen, als in houwelijck gehadt hebbende Anneke Huijbertss Zeijlmans waer bij den voornoemden Anthonij van Dommelen heeft verweckt vier kinderen met namen Johanna, Gijsbert, Maria en Jan Anthoniss van Dommelen, heeft aengenomen van Peter Huijbertss Zeijlmans als vooght vande voornoemde vier weeskinderen ende dat voor haer moederlijcke goederen soo linden als wollen ende alle den inboel, soo gout, silver, gemunt ende ongemunt. Mits dat den vader voorss gehouden blijft sijn voorss kinderen te onderhouden in eten, drincken, kleden, reden met linden ende wollen, in lappen en naijen, soo gesont als ongesont, egenen tijt van perijkel uijtgesondert, ter schole te laten gaen en laten leeren lesen en schrijven naer sijnen staet ende een hantwerck te laten leeren. Ende als de voornoemde kinderen tot haren mondigen dagen, houwelijck ofte andere geapprobeerde staet gecomen sullen gekomen wesen sal uijtreijcken voor haer moederlijcke goederen yder kint ses carolus guldens ende voorde meijsjes twee rocken en twee goude ringetjes. Voor welcke opvoedinge ende onderhoudinge als uijtreijckinge hij vader voorss is verbindende sijnen respective persoon ende alle andere goederen, soo roerende als onroerende, present als toekomende, egene vandien uijtgesondert. Alles onder verbant ende bedwanck als naer rechten. Present den stadthouder en heemraet voornoemt desen datum voorss.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspick Anthonij van Dommelen en sijnen soon Jan van Dommelen hier nevens genoemt en hebben aan mij secretaris vertoont de annexe quitantie waer uijt blijkt dat de vier kinderen vande voornoemde van Dommelen ingevolge hare hantteijkeninge van hare moederlijcke goederen ider ter sommen van ses gulden als mede de twee rocken en goude ringen hier nevens genoemt sijn voldaen. In teijken der waerheijt mij ondertijkent desen 12e november 1721. J. Zeijlmans, secretaris, 1721.

Fol. 173v

Rechterlijcke eerfdeelinge gedaen vande naergelaten goederen van Mathis Cornelissen Kamp ende Anneke Jacops echteleuijden bij de gelijcke kinderen bij name: Hendrina Matijssen Kamp, Jacop Matijssen Kamp, Cornelis Matijssen Kamp, Janneken Matijssen Kamp, Willemijna Mathijssen Kamp, Maeijken Mathijssen Kamp, Steeven Adriaenssen man ende vocht van Anneken Matijssen Kamp ende Peeter Matijssen Kamp, Jan Arissen Hoevenaer, vader ende vocht van het onmondigh kint verweckt bij Cornelia Matijssen Kamp als volght:

Item inde eersten soo is Steeven ende Hendrina bevallen met de kinderen van Ariaen Cornelissen Buijs met vier gerden een halff, in een stuck van negen geherden, bedeelt op den oosten kant, in den polder van Groot Waspick, ten naesten gelant vande voorss neghen gherden weest den Armen van Waspick ende Goris Brouwer oist. Streckende vande Ka sloot aff noorden in tot de Scheij sloot toe.

Ten tweeden soo is Peeter ende Maeijken Mathijssen Kamp bevallen op vier gherden ende een halff vierendeell lant, inden polder van Groot Waspick, in een stuck van elff gerden, bedeelt op den weesten kant in selve stuck, meede belant Willem Blanckers ende Lendert Verharen weest ten naesten vande voorss elff gerden gelant het gasthuijs van Geertruijdenbergh ende Huijbert Seijlmans comsues oist. Streckende vande Ka sloot aff tot den Scheij sloot toe.

Item alnoch soo is Peeter ende Maeijken Mathijssen Kamp bevallen op eenen acker saeijlant met de veldekens daer aen behoorende, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse Cornelis Hendricxssen Schoenmakers oist ende Huijbert Seijlmans weest. Streckende van het Oude Vaertjen uijt den suijden noorden in tot de watergangh toe.

Ten derden soo is het weeskint van Jan Arissen verweckt bij Cornelia Mathijssen Camp bevallen op een ackerken saeijlant, bedeelt op den oisten kant met Cornelis de Bont. Ten naesten gelant van het geheele ackerken Frans Boesers comsues oist ende Frans Kamp weest. Streckende van het Out Vaertjen noorden in tot den dijck toe.

Ten vierden soo is Jacop Mathijssen Kamp ende Cornelis Mathijssen Kamp bevallen op den steede daer sij tegenwordigh woonen soo huijs, hoff bij paert tot het werck toe. Ten naesten gelant Maggiell Compeer weest ende de weduwe van Willem Ruijteren oist. Streckende van den dijck aff suijden in tot het werck toe.

Item alnoch soo is Jacop Matijssen Kamp ende Cornelis Mathijssen Kamp bevallen op een gheert lant in Clijn Waspick, in een stuck van acht gerden, op den weesten kant, met de kinderen van Huijbert Heeren cum suis. Ten naesten gelant vande voorss acht gerden de kinderen van Jan Hendricxsen oist ende Huijbert van Hassell comsues weest. Streckende vande Oude Straet aff norden in tot de Scheij sloot toe.

Item alnoch is Jacop ende Cornelis Mathijssen Kamp bevallen op een ackerken saeijlant, gelegen veurt t werck oock onder Waspick, groot ontrent een ende een halff hont. Ten naesten gelant de weduwe vanden secretaris oist ende de Kerck van Waspick weest. Streckende van het werck aff tot de Breede Pleck toe.

Item alnoch is Jacop ende Cornelis Mathijssen Kamp bevallen op drie paerten in een delle tegen de twee wiellen onder Waspick, met Hendrick van Malsem. Ten naesten gelant de schoutinne van Waspick weest ende de erffgenamen van Aert Bommelaer oist. Streckende vanden dijck aff norden in tot de Ka toe.

Ten vijfden soo is Janneken ende Willemijn Mathijssen Kamp bevallen op ses gerden lant in Clijn Waspick. Ten naesten gelant vande voors ses gerden de heer van Vilers oist ende Peeter Seijlmans comsues weest. Streckende van Groot Waspick aff norden in ter halver Schips diep toe.

Ten tweeden soo is Janneken ende Willemijn Mathijssen Kamp bevallen op een delleken onder Waspick. Ten naesten gelant Maeijken Bervoets oist ende Goris Aert Sinssen weest. Streckende vanden Her straet aff noorden in tot de Oude Straet toe.

Ten derden de selve Janneken ende Willemijn Kamp bevallen op een hoffken, gelegen mede onder Waspick. Ten naesten gelant de kinderen van Cornelis Peeter comsues oist ende Anthonie Conincx weest. Streckende vanden dijck aff tot de erffgenamen van Aentje Bastianen.

Aldus soo sijn partijen hier op rechtelijck vertijt en verteeghen soo als recht is ende dat met hant alm ende mont soo dat ider sijn loot sall aenverden met de contributie, dijcken, dammen, straten ende ander lasten van outs daer op staende. Midts dat ider tsijn moet bevrijden sonder dat deen op den anderen paert eenigh pretentie is behoudende maer alles gereserveert. Present den stadthouder ende president scheepen ende Adriaen Boesers ende was geteckent Dirck Seijlmans ende Adriaen Boesers mijn als geouthoriseert secretaris kennelijck. Desen 16e meert 1705.

Als substituut secretaris, J. de Bruijn, 1705

Fol. 175v

Opdracht

Compareerden voor de heer Dirck Seijlmans, stadthouder ende president van Groot Waspick, ende Cornelis Schoenmakers, heemraden, monsr Thomas Molenschot man ende vocht van Anthonette Melsen Seijlmans ende meede sijn selve sterckmakende als toesiender voor de drie weeskinderen van zaliger Adriaen Lips als getrout hebbende gehat Johanna Melssen Seijlmans ende Margrita Melssen Seijlmans weduwe Corstiaen Vassen ende Cornelia Huijbertssen als getrout hebbende ghehadt Peeter Melssen Seijlmans. Alle rechte erffgenamen van het naergelaten weeskint van zaliger Jan Melssen Seijlmans verweckt bij Johanna Thomassen Seijlmans als volght:

Eerst ende ten laetsten sijn de erffgenamen competeerende uit den hooffden van het voorss wees seeckere twee gerden lant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in 6½ gert lant, gemeen met Peeter Seijlmans int selve stuck. Ten naesten gelant de erffgenamen van Tijs Willemsen Conincx weest ende Tomas Molenschot comsues oist. Streckende vande Ka sloot aff noorden in tot den halven Scheij toe. Blijckt uijt aenneeminghe van date den 7e juni 1703.

Aldus draghen wij comparanten dit voorss lant op met alle sijn lasten, dijcken, dammen, weeghen, straten etc.

Aldus gedaen ende opgedraghen rechtelijck ter presentie de heer stadthouder ende president scheepen van Waspick ende Cornelis Schoenmakers als vorss staet. Desen 18e meert 1705. Als substituut secretaris, J. de Bruijn

Fol. 176r

Staet en inventaris gemaeckt op den 7e december 1705 bij Dirck Zeijlmans, stadthouder ende Cornelis Schoenmakers ende Pieter Buijs. Opteckeninge gedaen soo het bij Peeter Doomen is beseeten met zaliger Neltjen Vaders sijn huijsvrou, ten overstaen vanden vocht voor de weessen ende vader ende toesiender als volght:

            Eerst inboell

3 kooper kannen, 1 kooperen aecker, 1 kooperen vijssel, 1 kooperen vierpan, 1 kooperen kandelaer, 2 kooperen blackerkens, 1 paer schaeltjens, 1 kooperen vleeskeetel, 2 kooperen keetels.

            Eijserewerck

2 brandeijsers, 2 eijsere potten, 1 sloot, 3 rousters, 2 tanghen ende 2 vouthengels, 1 strijckeijsser, 3 halen, 1 spaeij.

            Tenwerck

11 tenne schootelen, groot en kleijn, 2 taffelborden, 1 mosterpot, 1 tennenbecker, 1 soutvat, 1 tennen pint, 1 tenne kroes, 2 tenne lepels.

            Houtwerck

2 taffels, 2 kassen, 1 kist, 1 trohg, 1 troor, 1 keeren, 2 tonnen, 1 vleeston, 1 waskuijp, 2 tartobben, 1 kapstock, 2 belansie, 1 booterteijl, 1 keeren ende stast, ploegh ende eght, een swingh met haenclippels, een vat met een wan, 6 stoelen, goet ende quaet, een briegen, een snijback met de snij, 2 recken, houtwerck.

            Beesten

Vier beesten, out en jongh

            Peerden

6 peerden, groot en kleijn

            Eerffgoederen

De stede waer den voorschreven Doomen heeft gewont. Ten naesten gelant Wouter de Kat suijden ende Cornelis Tonissen noorden. Streckende vande Vaertkant aff oist in tot de Geer toe.

Ten tweeden den acker van Leijntjen Snijders, suijden Peeter Hanen, noorden de gebriere ackers. Streckende van het Walleken aff oist in tot het goet van Maeij Peeters Tomas toe.

Ten derden alnoch eenen acker saeijlant gecomen van Tonis Wouters, suijden Maeijken de Bont, noorden de erffgenamen van Adriaen Jan Thijssen. Streckende vande Vaert kant oist in met den Wall tot den Gheer.

Ten vierden noch een ackerken gecomen van Jan Wouters, Adriaen Vaders oist, Adriaen Ockers oist. [sic, 2x oist] Streckende van stegh aff suijde in tot den eijndenest toe.

Ten vijffden noch eenen halven mergen delle op Vroukens vaert gronden. Ten naesten gelant Jan Vrijssen noorden ende de erffgenamen van Peeter Berthouts suijden. Streckende van Vroukensvaert west in et:

Ten sesden alnoch vijff paerten in drie hont lant gecomen van Anneken Janssen Teeuwen, gelegen inde Geer. Ten naesten gelant Jan Willemsen Zeijlmans suijden ende Adriaen van Hassel noorden. Streckende met den Geer noorden in tot Juffrou de Jongh.

Ten sevensten alnoch maekt hij bekent het paert in de Twee Willighe dell op Vroukens vaert, soo groot ende kleijn haer is competeerende.

Ten achsten alnoch eenen gront op Willem van Ghens vaert die hem Doomen ende Adriaen Vaders samen is toe comende.

            Bedden ende deckens

3 bedden, 5 deckens

            incomende penningen tot proffijt vanden boedell

Eerst comt den boedell gelt van Cornelis Tijssen Vermijs over coop van hoeij inden jare 1704, de somme 25:15: 0
Item alnoch van Adriaen Paens van lantpacht vanden Jare 1704 de somme van 25: 0: 0
Item alnoch incomende huer van een dijckeijnt vande jare 1705 vande kinderen van Mathijs Kampen de somme van 17: 0: 0
Item alnoch comt den boedel van Zebrecht vande Weteringh comsues over lantpacht de somme van 36: 0: 0
Item alnoch van Adriaen Vaders van lantpacht vande jare 1705 de somme van 18: 0: 0
Item alnoch comt den boedel te goet van Jan Jacopssen Vaders de somme van over lantpacht vanden jare 1702 44: 0: 0
Item alnoch comt den boedel goet van Adriaen Vaders ende Adriaen Doomen van haer voor kinderen wegens het proces tegen Jan van Schoonhoven de somme van 60: 3: 0
Item alnoch vier gulden van Cauwenbergh dat de kinderen alleen aengaet dies Stukje is doorgestreept 4: 4: 0
Item van geraet snoeren 3: 0: 0
Item alnoch verschooten aenden Decker en aen bant ? en gerden en riet daer de voornoemde kinderen twee paerten in moeten betalen de somme van 7: 0: 0
Item alnoch ontrent hondert en twintigh duijsent pont hoij out ende nieu te samen  

            Vuijtgaende schulden waer meede den boedel is belast

Eerst betaelt bij Peeter aen Francus Tielemans over schoenmaken ende lappen ter somme van 3: 3: 0
Item bij Peeter Doomen betaelt aen Gijsbert den Decker betaelt van arbeijt ende geleende waren op het huijs van Peeter Teijssen de somme van In de kantlijn: Dit moet de twee dellen vande kinderen van Adriaen Vaders ende Adriaen Doomen ontfangen worden. 3: 5: 0

Fol. 178v

Op huijden desen 12e december 1705 soo will Adriaen Vaders als vocht ende Peeter Doomen als toesinder erffhuijs houden voor alle man ten overstaen van schout ende gerechten van Waspick vande goederen, inboel, peerden, beesten etc. De weesen vande voorss Peeter Doomen te deel gevallen ende dat op dese condicie hier naer beschreven.

Item inden eersten wie eenigh gelt biet sall gehouden sijn sijn gebodt standt moeten staen op een peene ende boete van hondert goude reallen, goet van gewichten, gaende naer peijne recht.

Item will de officier niemans bevatten ende oock niet bevat ofte achterhaelt sijn ende hout den eersten, tweeden ende derden roep aen sijn selve.

Item sullen de meijnders gehouden sijn haer beloofde kooppenningen gereet en contant te betallen aleer sij de selve sullen van het erff reijden, leijen ofte dragen ende sullen voor den officier betallen ider gulden 1 stuijver.

Aen xle penning ende 10e verhoging van ider gulden ofte minder ofte meerder.

            Eerst kooper

1 kooperen kan gemeijnt bij Jan Jonckers voor In de kantlijn: betaelt 1: 4: 0
1 vuerpan gemeijnt bij Francus Tielemans voor 1: 8: 0
1 keetel gemeijnt bij Joncker voor 1:10: 0
1 koperen keetel bij Peeter de Smit voor 1: 0: 0
1 paer kooperen schallen gemeijnt bij Pieter Buijs 0: 4: 0
1 tennen waterpot bij Peeter Boeser 0:10: 0
1 reustel ende fouthengel bij Gerrit Dolck 0: 8: 0
1 hael ende tangh bij Joncker 0: 7: 0
1 brantteijsser bij Peeter Boesers 0:12: 0
1 sloot ende sleutell bij Peeter Doomen 1: 2: 0

            Houtwerck

Een swingh ende haenclippels met eijserwerck bij Peeter Doomen 0: 8: 0
1 wan ende tarpot bij Peeter Doomen 0:12: 0
1 vat ende tonneken bij Peeter Doomen 0: 9: 0
1 veurck ende pluckhaeck bij de schoutinne voor 0: 4: 8
1 eijseren pot bij Peeter Boeser 2: 0: 0
1 belans bij Adriaen Vaders 2: 0: 0
1 wastob bij Peter Boeser voor 0: 6: 8
1 swingh hamer ende eerbeugell bij Peeter Doomen voor 0:12: 0
1 persdecken bij Jan Grevenbroeck 0: 5: 0
1 tafel bij Cornelis Weijdemans 0:18: 0
1 tonneken bij Teunis den Bieman 0: 9: 0
1 melck ton bij Peeter Boesers 0: 5: 0
1 asback ende een hant van een ploegh samen bij Cornelis Schoenmakers 0: 8: 0
1 hoopken eijserwerck gemeijnt bij Peeter Doomen 0: 5: 0
1 kas gemeijnt bij voor de dochter van Peeter Doomen Cornelia 4: 0: 0
2 stoelen bij Adriaen Swert voor 0:13: 0
1 kreugen bij Stadthouder 1: 2: 0
1 kackstoel bij Francis 0:12: 0

            Rogh, boeckweijt ende saet

1 vat rogh wert verkocht tenden maet soo veel alsser is, het vat bij Adriaen Vaders voor 0:15: 4
1 vat boeckweijt soo veel alsser is bij Jan Grevenbroeck voor 0:11:12
1 vat saet bij Jan Grevenbroeck 1: 2: 0

            Boonstaken met de hondert te reckenen

1 hondert bij den stadthouder 0: 7: 8

            Stroij met den slagh ende kaff

1 slagh gemeijnt bij Pieter Buijs 1:13: 0

            Hoij is noch niet verkoft

            Peerden

1 graaffpeert ofte vos ruijntjen bij Cobus Mutserts voor 84: 0: 0
1 vos meriken meede een graspert bij den stadthouder voor 54: 0: 0

            Beesten

1 hockelingh bij Hendrick Huijberden 16: 0: 0

            Mis

1 hoopken bij Cornelis Hendricx voor 1: 3: 0

            Het gruen op haren acker hem aengewesen

Bij Peeter Kamp voor 7 duijts de roeij, staet te meeten 44 roeijen 2:15: 0
Het gruen op Jan Wouters acker bij Jan Grevenbroeck, de roeij vijff duijts, staet te meeten 33 roeijen peeen ? 1: 7: 8
Het gruen vanden acker van Theunis Wouters bijde Schoutinne, ider roeij ses duijts, staet te meeten 82 roeijen 3: 1: 8
Peen met de roij staende op den acker bij Hanen bij Jan Grevenbroeck, ider roij elff duits, staet te meeten 63 roeijen 2: 6: 0

            Hoenderen

Ider hoen bij den stadthouder 0: 5: 0

            Een paer gordijnen

Een paer gordijnen bij Bastiaen Boesers voor 0:18: 0

            Uitgeeff bij den voorss Peeter doomen die noch te betaelen staet tot lasten vanden boedell

Item aen Peeter Schueren voor de kerck te betalen 40:17: 8
Item aen Gijsbert Seijlmans voor den Aermen te betalen 54: 0: 0
Item alnoch bij den voornoemden aermeester te betalen In de kantlijn: betaelt ende rest op desen post 2:15: 0
Item aen Arie Huijberden Konincx te betalen aen lantpacht van de kerck 51: 0: 0
Noch aenden selven Conincx voor de kerck te betalen 3: 0: 0
Item aen Jan Vos te betalen voor de aermen de somme van 429: 8: 0
Item alnoch vanwegen het sloot van sijn aermens boeck 218: 0: 0
Item aen obligatje van Wouter van Tilborghen den intrest tegens een te rekenen 100: 0: 0
Item een obligatie vande schouttin van Waspick en den intrest te rekenen 61: 0: 0
Item een obligatie van Poetsen tot Vianen ter somme van 200: 0: 0
Item alnoch van uijtreijckinge vande stede aen Jan Willemsen van Ammelroij de somme van 33:12: 0
Noch aen Peteer de Smit 0:13: 0
Noch aen Alet de Bont 4: 2: 0
Noch aen Peeter Daniels 0:18: 0
Noch aen Jan Wouters, borgemeester, ter somme van 6: 0: 6
Noch aen Jan den Timmerman, borgemeester 10:16:11
Noch aen Jan Schouten, borgemeester 11: 0: 0
Noch aen Jan Seijlmans, borgemeester, de somme van 13: 6:12
Noch aen Jan Brouwers, borgemeester 6:13: 0
Noch aen Fransus Tielemans over geleverde schoenen de somme 5: 5: 0
Item aen Jan de Bruijn van drie vullens te weijden In de kantlijn: hier op betaalt 12:12: 0, rest de weesen haer paert, hier in betaalt 2:16: 0 9: 0: 0
Noch aen de kinderen van Mateus Vaders voor uijtreijckinge te betalen ter somme van 53: 0: 0
Alnoch te betalen aen het weeskint van Adriaen Domen van lantpacht de somme van 109:13: 0
Noch aen Jochem Franssen te betalen van schelft de somme van  

Fol. 181v

Schijdinge ende deijlinge tusschen de gelijke vrinde van zaliger Mels Melsse van Driel met namen Frans Boeseren als in houwelijck hebbende Janneken Melssen van Driel ter eenre ende Huijbertje Cornelisse vanden Heuvel weduwe van Mels Dircxse van Driel ter ander zijde. Ende dat van alle goederen haer lieden in qualiteijt voorsz bij haer lieder broeder zaliger naergelaten en mette doot ontruijmt als volght:

Voor eerst soo is Frans Boeseren numine uxor geloot, gecavelt ende beërfdeelt op de stede, gelegen in Groot Waspick voorschreve. Streckende uijtten suijden van t goet van Mels Zeijlmans noorden in tot der halver Oude straet toe. Huijbert Aertse comsuijs en Willem Jacobs erfgenamen den tenden den anderen oost, Cornelis Emmen en Merten Dolck deen tenden anderen west. Getaxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van      480: 0: 0

Item alnogh ten tweeden op ontrent twee hondt zaijlant, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse Mels Thomas west, Arien Huijberden Zeijlmans oost. Streckende vande dwarsackers van Adriaen Boeseren af noorden in tot de stede van Adriaentje

verte

Berthouts toe. Getaxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                        20: 0: 0

Eindelijck ende ten laetsten nogh bedeelt op een geert hooij ende weijlant, gelegen in Clijn Waspick, bedeelt in ses geerden op den westenkant, tusschen erffenisse de schoutinne van Waspick comsuijs west end Juffrou vanden Broeck oost. Streckende vanden geut aff noorden in tot het clijn Elant toe. Gewerdeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                        100: 0: 0

Hier tegens soo is Huijbertje Cornelisse vanden Heuvel in qualiteijt voorsz becavelt ende beëerffdeelt op drie gaerden lant inden polder van Groot Waspick, tusschen erffenisse Jan Willemse Zeijlmans west ende Anthonij Thijssen oost. Streckende vanden Kae sloot aff noorden in tot ter halver Maese toe. Getaxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                        420: 0: 0

Ten tweeden ende ten laetsten soo is de voorsz weduwe in qualiteijt voorsz beërfdeelt op ontrent twee hont zaijlant, gelegen in Groot Waspick, tusschen erffenisse Geerit Peeters weduwe oost, Bastiaen Vassen west. Streckende vande halver Hair: straet aff zuijden in tot de veldekens toe. Getaxeert op contant gelt werdigh te wesen ter somme van                                                                                                            40: 0: 0

Aldus dese deelinge rechtelijck gedaen ten overstaen van den schout ende Cornelis Handrix Schoenmakers ende Frans Camp, schepenen, ende verclaren also met hant alm ende monde soo gedeelt te wesen als voorsz staet ende verclaren den eenen op den anderen beijde in qualiteijt voorsz sijn loten geen verder recht ofte pretentie te hebben ofte behouden als voorsz staet. Maer moet ider het sijn aenveerden met de lasten daer op staende. Als gepasseert ten overstaen vande gereghten voornoemt ende mij secretaris kennelijck op den 26e october 1706.

Als substituut secretaris J. de Bruijn, 1706.

Fol. 183r

Staet ende inventaris van alle de erfgoederen ende inboele goederen, huijsraet etc. die bij Huijbert Schoenmakers ende Cornelia Berthouts zaliger in houwelijcken staet tsamen hebben beseeten soo int schip als bij Adriaentje Peeters Berthouts ende bij Cornelia Berthouts metter doot ontruijmt voor de eene helft, naeder gespecifeert inde copije wat goederen tot Adriaentje Peeters sijn besittende.

Inden eersten twee goude ringen, twee goude bellen, twee goude stuckens, nogh het silverwerck vande soijen silveren beecker met een com ende een silveren snoer ende een paer silvere gespen vande schoen. Twee tabberden en twee mantels, nogh ses rocken ende ses voorschooij, een silveren riem omt lijff met eenen silveren haeck. Nogh een silveren beugeltes met een kookerken met twee meskens met silvere heften, nogh een scheerken met silveren beslagh. Nogh een silvere kruijs, nogh aght silvere knoopen vande mouwen, nogh een haeck vant rijgelijff, nogh een boeck met twee silvere slooten, noch dartien hemden ende elff slaeplakens, nogh een keupere kan met een aker ende vuerpan, een keteltje met twee koopere schalen en een schuijmspaen, nogh vier tinne schootelen, een tinne wijnpint, een tenne waterpoth met een mostertpot, aght tinne lepels, een tenne soutvath, een tenne peperdoos, vijff taefelakens en ses servetten, een ijseren roosters met hael en tangh, en kapmes met een ijseren potjen, nogh een tangh ende schup, nogh een kist en tafel, nogh een paer stricken ende hulsell, nogh negen kannen gelijen en steenen, nogh tien schotelen gelijen en ander, nogh vijff stoelen ende wiegh ende kints stoel en spinwiel met sijn toebehoort, nogh een bortel ende veeghbortel, nogh een kurfken ende kaes beursken, nogh een spiegel, nogh een beth met sijn toebehoorte, nogh de gordeijnen, nogh ses paer folwijnen, nogh negentien neusdoecken soo goet als quaij, nogh een paer schoen en muijlen, nogh een stuck linden van dartigh ellen, nogh negen vaet rogh, nogh drie vimmen rogh.

Fol. 184r

            Aenneminge van Huijbert Schoenmakers wegens sijn weeskint

Op huijden desen vijftienden november 1706 Dirck Seijlmans, stadthouder, en Peeter Zeijlmans heemraet in desen den eersamen ende seer discreten Huijbert Handricx Schoenmakers als in houwelijck gehadt hebbende Cornelia Berthouts waer bij den voornoemde Huijbert Schoenmakers in eghten geeft verweckt een doghterken met namen Johanna Huijbertss Schoenmakers heeft aengenomen van Peeter Jochemss Berthouts als vooght ende Jacobus Schoenmakers als toesiender vant voorsz weeskint ende dat voor sijn moeders roerende goederen sal trecken al het gout en silver mitsgaeders linden en wolle tot haer lijff behoort hebbende. Mits dat den voorsz vader gehouden blijft sijn voorsz weeskint te onderhouden in eeten en drincken, kleden en reden, linden, wollen, lappen en naijen, geenen tijt van pirijkel uijtgesondert, ter schoolen te laten gaen ende laten leeren leesen ende schrijven daer sij bequaem toe mochte wesen. Ende als het voorsz kint tot sijnen mondigen dagen, houwelijck ofte anderen geapprobeerde staet gecomen sal wesen sal uijtreijcken voor haer moederlijck goet eerst anderhalve geert lant in negen geerde lant, in den polder van Groot Waspick. Ten naesten gelant Jan de Bruijn west ende Armen alhier oost. Streckende vande Kae sloot aff noorden in tot den halven Scheij sloot toe. Nogh een vierde paert in eenen acker zaijlant, gemeen met Adriaentje Berthouts. Ten naesten gelant Cornelis Claver suijden, Leendert Verharen noorden. Streckende vant Walleken af uijtten oosten west in tot de ander wal toe. Nogh t vierde paert inde del op Vroukensvaert kant, gemeen met Adriaentje Berthouts, de weduwe van Adriaen Mertens suijden, Peeter Doomen comsuijs noorden. Streckende vander halver Vaert af west in tot de erve vande weduwe van secretaris toe. Onder conditie dat dese goederen naer de doot vant voorsz wees, buijten staet van houwelijck etc, weder sullen keren aen des moeders seijde. Nogh so heeft den voorsz vader belooft aent wees te laten volgen als het sal gecomen sijn tot sijnen mondigen dagen off andere geapprobeerden staet, buijten het silverwerck van haer moeder, een silveren kom met eenen silveren beecker. Ende tot naercominge ende voldoeninge vant tgeene voorsz staet verbint hij vader voorsscreve respective sijn persoon ende goederen, soo roerende als onroerende, present als toecomende, egeene vandien uijtgesondert. Stellende deselve ten bedwanck van alle sheeren hoven, reghten ende reghteren etc. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van schout ende gereghten voornoemt, desen datum voorschreve ende mij als secretaris kennelijck.

Als substituut secretaris, J. de Bruijn, 1706

Fol. 185r

Staet ende inventaris van alle de haeffelijcke ende meuble goederen, soo roerende en onroerende, naergelaten ende metter doot ontruijmt bij Mels Dirckss van Driel. Rechtelijck op getekent bij Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans ende Frans Camp, schepenen, opden 3e meert 1707. Soo als volght:

            Eerst de vaste goederen

Inden eersten drie geerden hoij ofte weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick, in een stuck van ses geerden, gemeen met Adriaen de Bruijn. Leggende oost de weduwe Gerrit Zeijlmans, in sijn leven schout van Groot Waspick, cumsuis ende west Adriaen Gerritss Boudewijns cumsuis. Streckende uijt den suijden vande Ka sloot af noortwaerts in totter halver Scheij sloot toe. Getaxeert op                    (niets ingevuld)

Iten noch drie geerden hoij ende weijlants mede gelegen inden polder voorss en gemeen met Lambert Dirckss cum suis, in een stuck van ses geerden. Oost gelegen Anthonij Thijss Coninx cumsuis ende west de kinderen van Willem Huijberden Zeijlmans cum suis. Streckende mede uijt den suijden vande Ka sloot af noortwaerts in totter halver Scheij sloot toe. Getaxeert op                                                                                       

                                                                                                                                   (niets ingevuld)

Item alnoch het vierde part in een werfke gelegen onder de jurisdictie van Raemsdonck, gemeen met Cornelis Dieliss vanden Heuvel. Oost gelegen (niets ingevuld) ende west de graeffelijckheijt. Streckende uijt den suijden vande Geijl sloot af noortwaerts in tot de Kil toe.

Item noch gelijcke vierde part in een werfke mede gelegen onder Raemsdoncq voorss, gemeen met Cornelis Dieliss vanden Heuvel. Gelegen oost (niets ingevuld) ende west de Kerck van Raemsdonck. Streckende uijt den suijden (niets ingevuld) noortwaerts in totte Kille toe.

Item alnoch het vierde part van ontrent een hont zaijlant, gelegen onder Hendrick Luijten Ambacht, gemeen met den voornoemden Cornelis vanden Heuvel, gelegen oost Adriaen de Jongh cum suis ende west de weduwe van Peter Janss Brouwer. Streckende uijt den noorden vande stede van Dingeman Aerden Schoenmakers zuijtwaerts in tot de voornoemde weduwe vanden Brouwer toe.

Item noch een stuck zaijlant, groot ontrent anderhalf hont, mede gelegen onder de voorss heerlijckheijt van Hendrick Luijten Ambacht, gelegen oost Dingeman Aerden Schoenmakers ende west Adriaen de Jongh. Streckende uijt den noorden vande stege vande voornoemde Schoenmakers af zuijtwaerts in tot het lant vande weduwe van Peter Janss Brouwers toe.

Item noch een stuck zaijlants, groot ontrent twee en een half hont, gelegen onder ´Sgravelduijn Waspick, gelegen oost Huijbert Cuijls weduwe cumsuis ende west Bastiaen Vassen. Streckende uijt den noorden vande halver Her straet af zuijtwaerts in tot de veldekens toe.

Item noch een stuck zaijlants, groot ontrent twee hont, gelegen onder Groot Waspick, leggende oost Frans Adriaenss Camp cumsuis ende west Hendrick Huijbertss Schoenmakers. Streckende uijt den noorden vande erve van Huijbert Pouwelss Zeijlmans af zuijtwaerts in tot de graeffelijckheijts goederen toe.

Item noch een stuck zaijlants, gelegen onder de heerlijckheijt van ´Sgravelduijn Cappel, groot ontrent drie hont, gelegen noorden Govert Schaep ende zuijden de weduwe van Jan Schaep. Streckende uijt den oosten vanden achtersten richtpat af westwaerts on totte erve van Bastiaen de Leeuw toe.

Item alnoch het huijs ende erve met de delle daer aen gelegen, gelegen in Groot Waspick, leggende oost de kinderen van Jan Hendricks Schoenmakers ende west Jan Thijss Coninx. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet af totte Ka sloot nootwaerts in toe.

            Roerende goederen ende eerst vanden huijsraet

            Inde voorkamer

Een spiegeltje, getaxeert op 0: 2: 0
2 kopere kannen met haer decxsels 2:10: 0
2 kopere ketels op 7:10: 0
1 koper panneken op 0:10: 0
1 paer graeff leersen 1: 0: 0
1 trogh op  1:10: 0
  13: 2: 0
2 tafelen 1:10: 0
2 etens tresoorthje op 1: 0: 0
Een luijer mandeken op 0: 2: 0
Een vleesch block op 0: 2: 0

            Inde opkamer

Eenige rommelingh getaxeert 0: 4: 0

            Inde keuken

2 bedden met haer toebehoorte 20: 0: 0
Een spiegel op 1: 5: 0
2 copere ketels 5: 0: 0
Een copere schuijmspaen 0: 3: 0
Een copere beddepan 1: 5: 0
Een lanteern 0:10: 0
3 tinne schotels soo groot als cleijn op 1:10: 0
Een tinne boterpot 0: 8: 0
Een tinne soutvat 0: 5: 0
Een tinne kommeken 0: 8: 0
2 lepelborden met 17 tinne lepels op 1:10: 0
12 keulse schotelen soo groot als kleijn 0:12: 0
16 dito tafelborden op 0: 8: 0
4 kannen 0: 8: 0
Een keulse mosterpot 0: 0: 8
2 strijckysers soo die sijn 0: 8: 0
2 ysere roosters op 0:10: 0
3 dito vouthengels met een aelspitje  0: 4: 0
  37:12: 8
Een kapmes op 0: 1: 0
Een hael 0: 5: 0
2 hangysers 0: 4: 0
Een tangh en een schop 0: 6: 0
8 quade matte schoenen 1: 4: 0
3 ysere potten groot en cleijn 1:10: 0
Een koperen pot 1: 5: 0
Een keerne 1: 0: 0
2 melcktonnen 0:12: 0
Een wastobben 1:19: 0
Eenigh eerdewerck 0:10: 0
2 korfkens en een naeijmandeken tsamen op 0: 6: 0

            Int achterhuijs

Een paert op 80: 0: 0
Een veulen op 40: 0: 0
8 beesten soo koeijen als kalvers 110: 0: 0
Een wagen met sijn toebehoorten 15: 0: 0
Een karr met sijn toebehoorten 2: 0: 0
Noch voorts eenige schoppen, spaden, riecken, vorcken als anders tsamen 2: 0: 0
Een ploegh en eght 7: 0: 0
Ontrent 20000 pont hooij op 4 gulden per 1000 comt 80: 0: 0
Een eijken kist  2:10: 0
  347:12: 0

            Daer in bevonden

Een oude en een nieuwe swarte lakens mansrock op 10: 0: 0
Noch twee bruijne rocken 20: 0: 0
2 hemtrocken met silveren knopen op 12: 0: 0
3 mansbroecken op 7: 0: 0
Nogh een kist 1: 0: 0
Daerin 10 pont garen 5: 0: 0
Een kas 5: 0: 0

            Daer in bevonden

21 manshemden soo die sijn, t stuck 15 stuijvers, comt 15:15: 0
7 paer slaep lakens 20: 0: 0
12 flouwijnen 3: 0: 0
2 tafellakens 1: 0: 0
Een paer wollen kousen 1:10: 0
Een stuck linden lanck 11 ellen 5:10: 0
Een paer goude knopen 6: 6: 0
Een paer silveren schoengespen 3: 0: 0
Een paer silveren knopen inde broeck 3: 0: 0
16 dassen 0:16: 0
12 vat rogh yder vat 13 stuijvers 7:16: 0
Ontrent 3 vat paerts boonen 1:10: 0
Een vat turckse boonen 1:10: 0
2 vat garst 1: 4: 0
Een koeckpan  0: 6: 0
  32: 3: 0
Een goet 0:10: 0
Een slaepmuts 0: 2: 0
Twee tobbens met een emmer 0: 9: 0
Een snijback met de snij 1: 5: 0
2 seijsens 1: 0: 0
De schoute op 6: 0: 0
Een kackmes 0: 6: 0
Een kil en een lockmande 0: 6: 0
Een kleer borstel op 0: 6: 0
Een houte soutdoos met een bijl 0:15: 0
Een loitte diemitte broeck 0:12: 0
Voorts eenige rommelingh 0: 6: 0
Een peerts block 0:10: 0
Aen silver gelt 489: 0: 0
  501: 7: 0

            In schulden

Een obligatie onderde hant ten lasten van Meerten Buijs woonende tot Gorinchem, monterende in het capitael ter somme van 500: 0: 0
Comt noch ten lasten van Cornelis Dielis vanden Heuvel een somme van 30: 0: 0
  530: 0: 0

            Lasten des boedels

Staet noch te betalen volgens het hooren gelt ent gemael voor den jare 1701 de somme van 27:17: 6
Item noch als voren voorden jare 1706 ter somme van  
Item staet noch te betalen aen Claes Janss van Hasselt over het graven van een sloot ter somme van 3:15: 0

Aldus rechtelijck opgetekent bij schout ende gerechten van Groot Waspick als inden hoofde ende geweerdeert na haer beste kennisse ten huijse vande weduwe van Mels Dirckss van Driel, opden 3e meert 1707.

Fol. 189r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen Huijbertje Corneliss vanden Heuvel weduwe van Mels Dircken van Driel ter eenre soo voor haer selve mede noch als vooghdesse met ende neffens Frans Boeser als toesiender over haere kinderen met namen Dirck Melss, out ontrent 6 jaren, ende Elizabeth Melss van Driel, ontrent 1 jaren, verweckt ende naergelaten door haren vader den voornoemden Mels Dirckss van Driel ter andere zijde. Ende dat van alle goederen, roerende ende onroerende, bij den voorss Mels Dirckss van Driel naergelaten ende met den doot ontruijmt. Soo als volght:

Voor eerst soo is de voornoemde Huijbertje Corneliss vanden Heuvel gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op de huijsinge ende erve met de delle daer aen gelegen, leggende in Groot Waspick, gelegen oost de huijsinge ende erve van de kinderen van Jan Hendrickss Schoenmakers ende west Jan Thijss Coninx. Streckende uijt den zuijden vander halver Her straet af noortwaerts tot de Ka toe. Mits dat de weduwe aende voorss weeskinderen sal moeten uijtreijcken wanneer de selve tot haren mondigen dagen, houwelijck ofte andere geapprobeerde staten sullen gekomen sijn voor eerst een somme van 200 guldens en daer en boven noch moeten betalen en tot haren lasten nemen alle schulden ten lasten vande voorss boedel, staende de welcke op den inventaris vande voornoemde boedel niet bekent staen. Ende is daer en tegen bij de voorss lootinge, cavelinge ende erfdeelinge op de voorss weeskinderen gevallen de drie geerden hoij ende weijlant, gelegen inden polder van Groot Waspick voorss, gemeen met de weduwe ende erfgenamen van Lambert Dirckss cum suis, in een stuck van ses geerden. Gelegen oost Anthonij Thijss Coninx cumsuis ende west de kinderen van Willem Huijbertss Zeijlmans cum suis. Streckende uijt den zuijden vande Ka sloot af noortwaerts in totter halver Scheij sloot toe.

Item is noch bij loote, cavelinge ende erfdelinge de naervolgende parceelen op de voorss weeskinderen gevallen als een stuck zaijlant, groot ontrent 2½ hont, gelegen onder ´Sgravelduijn Groot Waspick, gelegen oost de weduwe ende erfgenamen van Huijbert Cuijl cumsuis ende west Bastiaen Vassen. Streckende uijt den noorden vander halver Her straet af zuijtwaerts in tot de veldekens toe. Met noch een stuck zaijlants, groot ontrent drie hont, gelegen onder de heerlijckheijt van ´Sgravelduijn Cappel, gelegen noorden Govert Schaep ende zuijden de weduwe van Jan Schaep. Streckende uijt den oosten vanden achtersten richtpat af westwaerts on totte erve van Bastiaen de Leeuw toe. Als mede noch een vierde part in een werfken gelegen onder Raemsdonck, gemeen met Cornelis Dieliss vanden Heuvel. Gelegen oost (niets ingevuld) ende west de Kerck van Raemsdonck. Streckende uijt den suijden (niets ingevuld) noortwaerts in tot de Kille toe.

Ende is daeren tegen mede bij de voorss lotinge cavel ende erfdeelinge op de voornoemde weduwe gevallen de naervolgende parceelen als een stuck zaijlants, groot ontrent twee hont, gelegen onder Groot Waspick, leggende oost Frans Adriaenss Camp cumsuis ende west Hendrick Huijbertss Schoenmakers. Streckende uijt den noorden vande erve van Huijbert Pouwelss Zeijlmans af zuijtwaerts in tot de graeffelijckheijts goederen toe. Ende noch een stuck stuck zaijlant, groot ontrent 1½ hont, gelegen onder de heerlijckheijt van Hendrick Luijten Ambacht, gelegen oost Dingeman Aertss Schoenmakers ende west Adriaen de Jongh. Streckende uijt den noorden vande stegen vande voornoemde Schoenmakers af zuijtwaerts in tot het lant vande weduwe van Peter Janss Brouwers toe. Met noch een vierde part van ontrent een hont zaijlant, mede gelegen onder Hendrick Luijten Ambacht voorss, gemeen met Cornelis Dieliss vanden Heuvel, gelegen oost Adriaen de Jongh cum suis ende west de weduwe van Peter Janss Brouwer. Streckende uijt den noorden vande stede van Dingeman Aerden Schoenmakers af zuijtwaerts in tot de erve vande voornoemde weduwe Brouwer toe. Ende laetstelijck noch een vierde in een werfke gelegen part in een werfken gelegen onder Raemsdonck, gemeen met Cornelis Dieliss vanden Heuvel. Gelegen oost (niets ingevuld) ende west de graeffelijckheijt. Streckende uijt den suijden vande Geijl sloot af noortwaerts in tot de Kil toe. Mits dat de voornoemde weduwe op dees genoemde percelen lant aende voorss weeskinderen, wanneer de selve tot haer mondige dagen, houwelijck ofte geapprobeerde staet sullen gecomen sijn, sal moeten uijtreijcken een somme van hondert gulden.

De drie geerden lants, gemeen met Adriaen de Bruijn, in een stuck van ses geerden, gelegen inden polder van Groot Waspick, op den inventaris folio 1 recto gementioneert ofte ter neer gestelt sal de voorss weduwe met haer voornoemde weeskinderen voor als noch in gemeenschap blijven behouden.

De obligatie houdende in capitael een somme van 500 gulden en staende ten lasten van Meerten Buijs, wonende tot Gorinchem, mede op de voorss inventaris folio 4 recto ter neder gestelt, sal de voornoemde weduwe met hare voorss weeskinderen insgelijcx in gemeenschap blijven behouden. Als mede een somme van dertigh gulden welcke den voorss boedel ten lasten vanden voornoemden Cornelis Dieliss vanden Heuvel te pretenderen heeft, mede op den inventaris en folio voornoemt ter neder gestelt.

De contante penningen monterende een somme van 489 gulden de welcke volgens inventaris folio 4 recto inden boedel sijn bevonden sal de voornoemde weduwe aen de meer gemelde weeskinderen, wanneer deselve tot haer mondige dagen ofte andere geapprobeerde state sullen gecomen sijn, voorde helft ter somme van twee hondert vierenveertigh gulden tien stuijvers moeten uijtreijcken.

Item het hooij op den inventaris folio 3 recto nedergestelt sal de voornoemde weduwe de penningen daer van bij vercopinge te prevenieren mede voor de helft aende voorss weeskinderen wanneer deselve tot haer mondigen dagen ofte andere geapprobeerde state sullen gecomen sijn moeten uijtreijcken.

Is wijders tusschen de voornoemde weduwe en den voornoemden Frans Boeser als toesiender vande meergemelde weeskinderen in presentie en met consent vande ondergenoemde schout ende gerechten geaccordeert dat de voornoemde weduwe de helft vanden huijsraet ende inboel aen haer sal behouden. Mits daer voor aende weeskinderen, wanneer sij tot haren mondige dagen ofte andere geapprobeerde state sullen gecomen sijn, te moeten uijtreijcken een somme van twee hondert elf gulden veertien stuijvers ses penningen.

Wat de lasten des boedels aengaet de welcken op de inventaris folio 4 verso ter neder gestelt staen sal de voornoemde weduwe moeten betalen. Mits daer van lightende quijts ‘tgeen sij als dan aende voorss weeskinderen vande penningen dewelcke sij aende selve kinderen sal moeten uitreijcken, voor de helft sal mogen en moeten korten.

Aldus dese scheijdinge ende deelingen rechtelijck gedaen ten overstaen van schout ende gerechten onder getekent. Ende verclaren alsoo met hant alm ende monde soo gedeelt te wesen als voorss staet ende verclaren den eenen op den anderen beijde in qualiteijt voorss sijn loten geen verder recht ofte pretentie te hebben ofte behouden als voorss staet. Maer moet yder het sijn aenveerden met de lasten daer op staende. Alles gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, ende Frans Camp, heemraden. Actum desen 10e meert 1707.

De voorss weduwe heeft schout, schepenen ende secretaris wegens de oncosten van t maken der inventaris, scheijdinge, delinge als anders ende als mede de zegelen daer toe specterende, mits de helft daer van naderhant van hare kinderen te mogen en moeten korten, wesende tsamen de somme van een hondert vijftien gulden seven stuijvers, op datum als boven.

Fol. 191r

            Aenneminge

Op dato als boven compareerde voor ons schout ende gerechten voorss Huijbertje Corneliss vanden Heuvel weduwe van Mels Dirckss van Driel als moeder en eersamen faire vooghdesse van hare minderjarige kinderen met namen Dirck Melsen van Driel, oudt ontrent ses jaren, ende Elizabeth Melss van Driel, out ontrent 0 jaren, bij haer verweckt ende naergelaten den voornoemden Mels Dirckss van Driel zaliger. Ende heeft de voornoemde weduwe van Frans Boeser als toesiender der voorss kinderen aengenomen de voorss kinderen voor het usufruct ofte vruchtgebruijck vande goederen haer bij deelinge op dato deses ten overstaen van schout ende schepenen voornoemt ten deel gevallen te alimenteren ende op te voeden van spijs ende dranck, kledinge ende redinge, soo wel in sieckte als gesontheijt, deselve te laten leeren lesen, schrijven, cijferen ende daeren boven een goet en eerlijck hantwerck volgens de testamente tusschen de voornoemde Huijbertje Corneliss vanden Heuvel ende haren voorss overleden man zaliger voorden notaris Adriaen Hoevenaer gepasseert en sal de voornoemde weduwe voor het voorss usufruct alle reparatien tsij van graven, sloten, ka als anders tot haren lasten des noot sijnde moeten nemen alle verpondingen, ka gelden, molen gelden, sluijs gelden of hoe die genaemt sijn ofte naermaels genoemt soude mogen worden.

Noch sal de voornoemde weduwe aende voorss weeskinderen wanneer deselve boven den ouderdom van 13 jaren sullen gecomen sijn moeten geven alle en soodanige klederen tsij linden, wollen, gout als silver op den inventaris terneder gestelt als den voornoemden Mels Drickss van Driel metter doot ontruijmt ende naergelaten heeft.

Noch sal den voornoemden weduwe aende voornoemde weeskinderen wanneer deselve sullen gekomen sijn tot haren mondigen dagen, houwelijck ofte andere geapprobeerde state moeten uijtreijcken alle en soodanige roerende ende onroerende goederen als de voorss weeskinderen bij de deelingen op dato deses geschiet sijn te beurt gevallen.

Tot naerkominge ende prestatie van al het gene voorss soo verbindt de voorss weduwe alle hare goederen, soo roerende als onroerende, hebbende ofte vercrijgende, egene vandien uijtgesondert. Stellende deselve ten bedwanck ende executie van alle heeren, hoven, rechten en rechteren ende speciael den edele hoven ende hoghe vierschaer van Zuijthollant. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van schout ende gerechten voornoemt. Actum Waspick, desen datum voorss.

In de kantlijn: compareerde ter secretarije van Groot Waspick Dirck Melsen van Driel ende Peter Ariense van Dongen als in huwelijck hebbende Elisabeth Melsen van Driel ende bekende door Peeter Camp als in huwelijck hebbende hare moeder Huijbertje Cornelisse vanden Heuvel weduwe van Mels Dirckse van Driel vande bovenstaande deijlinge ende nevenstaande acte van aanneminge vande goederen, uitreijckinge en effecten daar inne gemelt verrekent ende geliquideert te hebben ende onse portie vant geene ons uijt den hoofde is competerende ten vollen ontfangen en daar van voldaan en betaalt te sijn. Sonder uijt dien hoofde ten laste van onse stiefvader of moeder ietwas te houden gereserveert. In teijken der waarheijt is dese bij ons onderteijkent desen 20e meij 1727. Dirck van Driel, Peeter van Dongen

Fol. 192r

Scheijdinge ende erffdeelinge tusschen gelijcke vrinden ende erffgenamen van Dingentje Anthonij Snijders ende Hendrick Adriaenss Bouwens, eghtelieden, met namen Willem Hendrick Bouwens, Anthonij Hendrick Bouwens ende Marie Hendrick Bouwens. Alle kinderen ende erffgenamen vande voornoemde Dingentje Anthonij Snijders en Hendrick Adriaenss Bouwens voorsz. Ende dat van soodanige huijs ende erff als bij haer in haer leven beseeten is geweest, gestaen ende gelegen Boven onder Groot Waspick. Soo ende gelijck als volght:

Item inden eerste soo is den voornoemden Willem Hendrick Bouwens geloth, gecavelt ende beërffdeelt op de helft vande hoff vande voorsz huijsinge, gemeen met de erfgenamen van Wouter Anthonij Snijders. Ten naesten gelant vande voorsz geheelen hoff Wouter Anthonij Snijders ost, den Kornet west, Hendrick Snijders noorden ende Anthonij Hendrick Bouwens met sijn beërffde huijsinge suijden. Getacxeert op contant gelt weerdigh te weesen ter somme van                                                                                   60 gulden

Item hiertegens soo is Anthonij Hendrick Bouwens geloth, gecavelt ende beërffdeelt op het achterste gebint naest den koeijstal als mede den halven koeijstal inde voorsz huijsinge. Item alnogh den geheelen werff ende den bijstert aghtert t voorsz huijs. Ten naesten gelant vande t voorschreve werff ende bijsters Wouter Anthoniss Snijders erfgenamen ende Frans Boeseren comsuijs oost, Lambert Frijssen Reckers erfgenamen west, Meerten Campersie noorden ende Wouter Anthoniss Snijders erfgenamen suijden. Alsmede den dijck teijnden den voorsschreve bijstert, groot een roeij en drie voet. Getacxeert op contant gelt weerdigh te weesen ter somme van                                                                                                                         75 gulden

Item alnogh ten tweeden soo is den voorschreven Anthonij Hendrick Bouwens gelot, gecavelt ende beërffdeelt op een driesken gelegen onder Waspick voorschreven. Ten naesten gelant Arie Krooten oost, Wouter Anthoniss Snijders erffgenamen west, Hendrick Snijders suijden, de weduwe vande secretaris noorden. Getacxeert op contant gelt weerdigh te weesen ter somme van                                                     

                                                                                                                                            25 gulden

item hiertegens soo is Marie Hendrick Bouwens beloot, becavelt ende beërffdeelt op eenen ½ acker, gemeen met Wouter Teunisse Snijders erffgenamen, gelegen voort voorschreven huijs, onder Waspick voorschreven. Ten naesten gelant Wouter Anthoniss Snijders erffgenamen oost, de weduwe Hendrick van Grevenbroeck west, Lambert Frijssen Reckers erffgenamen suijden ende Anthonij Hendrick Bouwens noorden. Getacxeert op contant gelt weerdigh te weesen ter somme van                                                          60 gulden

Aldus sijn partijen hier op rechtelijck vertijt en verteegen met hant alm ende month. Ende moet ider het sijne aenveerden met de lasten ende contributie daer op staende. Ende heeft den eenen op den anderen sijn loth niet meer te prtenderen als voorsschreven staet. Is mede conditie dat ider over sijn bevallen loth sal moeten gedoogen om over te wegen en stegen als van outs gebruijckellijck is geweest. Is alnogh conditie als dat Anthonij Hendrick Bouwens over hem neemt tot lasten van sijn looten vijff duijten in ider beede ende Willem en Maria Hendrick Bouwens op bijde haer looten drie duijten ider beede. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen vande schout ende Jacob Berrevoets en Johan Grevenbroeck, heemraden. Desen 5e jannuarij 1708.

Als substituut secrataris. J. de Bruijn, 1708

Fol. 193r

Op huijden desen 8e meij 1708 soo willen Jacob Conincx als vooght ende Huijbert de Bruijn als toesiender vande weeskinderen van zaliger Adriaen Geeritssen Boeser ende Adriaentje Jacobssen de Bruijn, eghtelieden, ten overstaen van schout ende schepenen alhier tot Groot Waspick houden erffhuijs ende int openbaer ende voor alle man ten meesten oirbaer ende proffijt vande weesen vercoopen, peerden en loeijen ende alle bouwgereetschap, bedt en bult, linden en wolle, kooper en tin, stoelen en bancken etc. Ende voorts alle tgeene bijde vooghden te berde sal worden gebraght ende dat aghter volgens de conditie ende voorwaerde hier naer volgende:

Item wie eenigh gelt biet sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt alles op een boete ende breucke van hondert goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewighte, te gaen naer puije en reght.

Item will den schout niemant bevatten ofte oock niet bevat ofte achterhaelt sijn ende hout den eerste, tweede ende derde woort aen hem selven.

Item sullen de mijnders ende coopers der selve gemijnde goederen gehouden sijn de selve gereet ende contant bij het mijnen te betalen aleer sij de selve vande werff sullen mogen brengen ofte vervoeren. Ende voor den officier betalen eenen stuijver vande gulden. Op gelijcke boete als vooren ende den xle penning ende 10e verhoogingh alles tot lasten van den kooper.

Voor eerst een sael en light bij Gelden van Pas 1: 3: 0
Greel en toom bij den schout 1: 8: 0
Nogh een greel, Leendert Verharen 0:11: 0
Een wan en tarpoth, Aert de Bonth 1: 0: 0
Aert beugel, swingh en tarpot, Jan de Bruijn 0:14: 0
Beugel en spaeij, Peeter Dolck 0:14: 0
Mulckemmer, 2 houte schootelen, Sijmen Sterrenborgh 0: 7: 0
2 seven en een temst, Hendrick vanden Hooven 0: 5: 0
Een wan, Teunis den Bieman 0: 6: 0
Pluckhaeck, beijl en brantijser, Jan de Bruijn 0: 8: 0
Seijssie, sight en riethaeck, Aert de Bont 0:16: 0
Een paertsblock, Aert de Bonth 0:12: 0
Een ijseren kettingh etc, Meeus Jacobs 0: 8: 0
Haer ijser hamer etc, Aert de Bonth 0:16: 0
Stangh etc, Geerit de Bie 0: 2: 0
Een hael etc, Catrien vande Water 0:12: 0
Een booter teijl, peeper doos etc, Aert de Bont 0:10: 0
Twee galijen kannekens etc, Jacob Konincxs 0: 9: 0
Een galijen schootel, en spoelback, de weduwe Jochem Janss 0: 8: 0
Een kan, soutvat etc, Hendrick vanden Hoven 0: 9: 0
2 schootelen, Frans Beijens 0: 5: 0
5 schelp schootelen, Aert de Bonth 0:11: 0
6 tafelborden, Jacob Konincx 0: 5: 0
2 water backen, Frans Beijens 0:10: 0
6 tafelborden, Willem den Smidt 0: 5: 0
2 selp schootels, Jan H. Cuijl 0: 4: 0
2 geblomde schootels, Catrien vande Water 0: 8: 0
2 gescheelde kannen, Jan van Grevenbroeck 0: 8: 0
1 teijl met een schelp schootel, Aelbert Wijnants 0: 9: 0
1 stoop bij Arien Huijberde Konincx 0: 2: 0
Alderhande rommelmarckt, Jan Adriaens van Gijsel 0: 9: 0
Eenen kooperenkeetel etc, Jan Greevenbroeck 1:13: 0
Een kleer reck, weduwe de Both 0: 8: 0
Een kooren vat, Sijmen Liesvelt 1:18: 0
Een werck kussen etc, Reijnier Kosters 0: 3: 0
Een koopere melck kan Hendrick Huijberden Schoenmakers 3:10: 0
Een spiegel, Aert de Bonth 3: 0: 0
Een kandelaer en sutter, Jochem Janss weduwe 1: 3: 0
Een trijssel, mr Ketelaer 2:16: 0
Eenen kopren aecker Barbel Meeussen 1: 5: 0
Eenen koperen keetel, Sijmen Liesvelt 3: 3: 0
Eenen keetel, Jacob Konincx 6:15: 0
Een schuijmspaen, Bastiaen Peeters Boeser 0:10: 0
Eenen keetel, Cornelis Sprangers 5: 0: 0
Een spinwiel, Adriaen den Schutter 0:13: 0
Een paer leerssen, Jan Bouwens 0:12: 0
Een ijseren poth, Renier Kosters 2: 0: 0
Een tafeltje etc, Adriaen Dolck 0: 6: 0
Een wastob, Peeter Scheuren 0: 9: 0
Een snijback met een snij, Renier Kosters 0:18: 0

Fol. 194v

Erffhuijs gehouden ten overstaen van schout en schepenen van Groot Waspick vanden huijsraet en imboel nagelaten en metter doot ontruijmt bij wijlen Jan van Dun, in sijn leven eertijts weduenaer van zaliger Johanna Adriaenss de Zeeuw ten versoecken vanden voogt en toesiender over den voornoemde boedel gestelt als volgt:

Eerstelijck worden de nabess goederen vercogt om contant gelt.

Item wie eenig gelt meijnt sal gehouden wesen aende officier te betalen ordinaer pant ende slaghgelt, alsmede den xle penning en 10e verhoging

Den officier wil niemant aff hangen, niemant bevatten, oock niet bevat sijn, hout den eersten, tweeden ende derden roep aen sijn selven.

Voor eerst een schooldoos, leepelbort enm peeperdoos bij Seger Swalp 0: 2: 0
Een kannenbort, gemijnt bij Peeter Boeser 1: 1: 0
Een reck bij Jan Verwiel om 0: 2: 0
Een hanghijser en coeckpan bij de weduwe Cornelis Vermeijs om 0: 7: 0
2 gordijnen, roeijen en schup en kloetstock bij Gelden Willemss 0:14: 0
3 blompotten bij Jan Corneliss de Bonth om 0: 6: 0
Een krigt back en een seef bij de weduwe Cornelis Vermeijs 0: 6: 0
Haergetauw en hamer bij Peeter Dolck 0:11: 0
Een bierkan en asijn kanneken bij Peeter Boeseren om 0: 5: 0
Een koocker met 2 schaerssen bij Geertruij Willems 0: 8: 0
Een tinnen kom met 3 lepels bij Adriaen van Pelt om 0: 8: 8
Een schuijmspaen en confoir bij Sijmen Liesvelt 0:10: 0
8 galaijen borden bij Johanna Geeritsen om 0: 8: 0
Een spiegel, 2 galijen borden etc bij Freijs Reckers 0: 3: 0
Een fles bij Jan Grevenbroeck om 0: 1: 0
Een vierpan bij Jan Willemse Cloot 1: 8: 0
1 kooperen kandelaer en schaeltjens etc bij Jan van Grevenbroeck 0:16: 0
Een kanneken en kandelaer etc bij den schout van Cleijn Waspick 0:11: 0
Een rottingh en 2 kannen bij Jan Cornelis de Bonth 0: 6: 0
2 paer schoenen bij Jan van Drunen 1:10: 0
1 werck kussen bij Jochem Fransse 0: 1: 0
Een borstel met eenen ketel, Adriaen van Pelt 0: 8: 0
Een ijseren poth bij Arien Corneliss de Zeeuw 0: 0: 0
Een ijseren pot bij den schout van Cleijn Waspick 0:15: 0
Een boter teijl etc bij Jan Dolcken 0: 8: 0
Een glaese kas bij Jan van Grevenbroeck 1: 0: 0
Een ijsere balans en schalen etc bij Peeter Boeseren om 0:17: 0
Een mant en kurff bij Arien Swarten 0: 4: 0
Een sight en haeck bij Cornelis Weijdemans 1: 2: 0
Een tangh, blaespijp etc bij Sijke Conincx, alias Buijs 0:12: 0
Een dissel bij Willem de Jongh 0: 6: 0
Eenen bierboom bij Thomas Molenschot 0:13: 0
Een aerden pot, doos en garen bij de weduwe Cornelis Vermeijs 0: 4: 0
2 hoeden bij Huijgh Peeters de Hoogh 0: 4: 0
1 hoet en muts bij Arien Nouwens 0:15: 0
Een wiel en lamp bij de weduwe Cornelis Vermeijs 0: 4: 0
Een kettingh en ael spith, Geerit Dolck 0: 4: 0
Een brantijser, Jan van Tighel 0: 9: 0
Bijl, hacklmes, pluckhaeck etc bij de weduwe Stoffel de Hoogh 0: 6: 0
2 sacken en een khemtrock bij Marie de naeijster 0:12: 0
Een seijssie bij Jan Grevenbroeck 0:18: 0
2 paer koussen, Laureijs den Smidt 0:15: 0
Een broeck en kamesool, Jan de Leeu 0: 5: 0
2 koopere kranen etc, Jan Tijssen 0: 4: 0
Een karen en staff bij Cornelis van Dongen 0: 4: 0
2 paer kussen slooven, Vas Pietersse 0:18: 0
1 paer slaplakens, Jan Adems 0:13: 0
1 paer slaeplakens, Cornelis van Dongen 0:10: 0
1 paer gordijnen en servet, Arie Swarten 0: 6: 0
1 manshemt, Jan van Drunen 0:14: 0
1 schootelbanck, Arien Swart 0: 1: 0
2 pispotten en aerde teel bij Seijken Konincx 0: 1: 8
Een melckton bij Jan Wouterss 0: 4: 0
Een mansrock, Cornelis van Dongen 2:14: 0
1 mansrock bij Laureijs den Smidt 5: 0: 0
Een amnsbroeck bij den selven Smidt 1:10: 0
Een was tob bij Jan de Leeuw 0: 1: 8
1 gruen deecken, Jan Willems Cloot 1:12: 0
1 witte deecken, Huijgh Peeters 1: 0: 0
Een bedt bij Jochem van Laer 4: 0: 0
2 kussens bij Steven van Steenhoven 2: 0: 0
Een bed en hooftpullingh bij den schout van Clijn Waspick voor 15: 5: 0
3 pis kussens bij de weduwe Peeter de Bont 2: 2:10
Nogh een bedt bij Hendrick Willems 6: 0: 6
2 stoelen, Cornelis van Dongen 0:11: 0
Seetelstoel, Arij Conincx 0: 9: 0
2 stoelen, Marie de naeijster 0:10: 0
2 stoelen bij den Schutter 0:10: 0
1 stoel Jan van Tiggel 0: 8: 0
1 taeffel bij den schout van Clijn Waspick 1: 4: 0
1 snijmes bij Jan van Grevenbroeck 0: 3: 0
1 kas, Jan van Grevenbroeck 8: 8: 0
20 tonnen turff behout de weduwe ende de overige verecoght met de ton, ider ton geneijnt bij Sijmen Liesvelt voor 7 stuijvers, comt 0: 4: 0
Een baggernet met seijsie bij Frans Driessen 0:13: 0
Een grooten tob bij Peeter Doomen 0:12: 0
1 brandewijn tonneken bij Jan van Drunen 0: 5: 0
1 winckelbanck Laureijs den Smidt nu Lijsbeth Zeijlmans 0:15: 0
Een leer, de weduwe Cornelis Vermeijs 0: 2: 0
Een kist, Adriaen Vermeijs 0:13: 0
Brandewijn ketel, slagh en helm en ton, gemeijnt bij Adriaen van Pelt om 26: 0: 0
Een grooten cuijp bij Jan Willems Cloot 0:12: 0
Een bostel cuijp, Damis Schoenmakers 1: 0: 0
Bostelrieck bij monsr Heijblom 0: 3: 0
Eenen wastob bij den schout van Cleijn Waspick 0:14: 0
De geuten enden koekback bij Adriaen Vermeijs 1: 0: 0
Een korff en seijsie etc bij de weduwe Cornelis Vermeijs 0: 4: 0
Een houten treghter bij Aert Otjens 0:11: 0
19 vaten soo groot en clijn bij monsr Heijblom 5: 6: 0
Een ijsere reep bij Geerit Dolck 0: 5: 0
Een planck sleede ende draeghboom met de reijff, Arij Swart 0:11: 0
Eenen koeijbak bij Jan van Tighel voor 0: 1: 8
1 etens spindeke bij Jan Adams om 9:10: 0

Fol. 196v

Scheijdinge ende erffdeelinge gedaen tussen de gelijcke erffgenamen van Adriaentje Janss de Zeeuw met namen Peeter Adriaens de Zeeuw, Jan Wouters Verschueren, Laureijs den Smidt, Arien Jans Bosser, Jan Peeterss van Alphen ende den voornoemden Peeter Adriaenss de Zeeuw in qualiteijt als vooght ende Monsr Cornelis Heijblom als toesiender vande twee onmondige weeskinderen van zaliger Jan van Dun ende Johanna Adriaenss de Zeeuw, welcke naerbeschreven deelinge is gedaen bij blinde lootingen ten overstaen ende met consent van schout en schepenen van Groot Waspick in manieren als volght:

Eerstelijck soo is Peeter Adriaenss de Zeeuw geloot, gecavelt ende beërfdeelt op 1/3 part vanden Korten Acker, te weeten het middelste 1/3 paert tussen erffenisse de weeskinderen van Jan van Dun oost en Arien Janss Bosser west, den dwarsweght noorden ende Wouter Ruijckhaver suijden. Ende sal dit lot proffiteeren ende trecken drie en twintigh gulden 3 stuijvers 8 penningen vanden Langen Acker bedeelt op Jan Wouters Verschueren ende sal dit loth betaelen in ider beede 3 duijten en 1/3 duijte die op heden sijn ontfangen.

Item alnogh soo is den voorsz de Zeeuw bij blinde lootinge bedeelt op ¾ paerten vant out stedeken gecomen van Jan den Snijder op den oostenkant, tussen erffenisse Laureijs den Smidt met het resterende ¼ paert west ende Cornelis de Bonth oost. Streckende vande ½ Hair straet aff noordewaerts in tot Cornelis de Zeeuw sijn erve toe ende sal dit loth proffiteeren voor eerst van Laureijs den Smith den welcke bevallen is op de ½ vanden Hooge del ter somme van 50 gulden. Nogh vande weeskinderen van Jan van Dun bevallen op ½ del, gelegen inden polder alhier 40 gulden. Nogh sal dit loth proffiteeren ende trecken van Jan Peeters van Alphen, bevallen op de ½ del gelegen als vooren, gemen met de voorsz weeskinderen van zaliger Jan van Dun 40 gulden. Item alnogh sal dit loth proffiteeren en trecken van Jan Wouters Verschueren, bevallen bij blinde lootinge als vooren, op ¼ paert in huijs, hoff, dries en delle daer aen gelegen, ter somme van 40 gulden. Nogh sal dit loth proffiteeren en trecken van Arien Janss Bosser, bevallen op het ander ¼ paert inde voorsz huijsinge etc ter somme van 40 gulden.

Item alnogh is den selven de Zeeuw gevallen op een agtsten paert in een blok bijstert, gemeen met de voornoemden de Zeeuw, Jan Wouters Verschueren en de erffgenamen van Cornelis de Zeeuw. Streckende uijt den noorden vande Queb oft wiel aen zuijtwaerts in ter halver dwars sloot aende ackers toe. Hendrick Bacx west, het clijn bijsterke van Willem Jacobs oost. Mits dat dit parceel moet maken 1½ voet dijck inde westense roeij vande twee roeijen.

Hier tegens soo is Jan Wouters Verschueren bij blinde lootinge bevallen op het ¼ paert int huijs, hoff, werff en del, te weten den hoff onbedeelt inde suijdensche helft vande helft, onbedeelt met Arien Janss Bosser, tussen erffenisse dorpshuijs oost en het dorps duijen west. Streckende uijtten zuijden vande Lijck weght aff tot Cornelis de Zeeuw sijn erve toe. Ende te weten de huijsinge voor een vierde paert, de helft vande keucken met de ½ solder boven de voorsz keucken ende de ½ geut tot den tuijn toe. Ende het ¼ paert inden kelder (mits dat Laureijs den Smidt sal hebben het gebruijck vande geut ende blijft hij Smidt aengaende de geut alle noodige reparatien mede te helpen dragen) alsmede de helft vant aghterste gebent met den halven koestal. Streckende uijtten oosten westwaerts in tot dorps weght toe. Item alnogh het ¼ paert inde oostensche helft onbedeelt inde werff met nogh het ¼ paert inde noortsdensche helft vande del, onbedeelt met Arien Janss Bosser. Ende sal dese voorsz paerten soo inde huijsinge, hoff, dries en delle in ider bede betaelen 1 stuijver. Alsmede blijft dit paert gehouden uit te reijcken aen Peeter Adriaenss de Zeeuw de somme van 40 gulden, die op heden sijn voldaen.

Item alnoch is den voornoemden Jan Wouters Verschueren bij blinde lootinge bevallen op den geheelen Langen acker, tussen erffenisse de kinderen van Jan den Snijder west en de weduwe Cornelis de Zeeuw oost. Streckende vande bijsters aff suijdewaerts op tot den ½ dwars weght toe, gelegen tussen de Korte en Lange ackers. Ende moet dit loth uitrijcken aende 3 paerten vande Korte ackers ter somme van 69 gulden 10 stuijvers en betaelen in ider beede eenen stuijver een oort. Welcke 69 gulden tien stuijvers op heden sijn voldaen.

Item alnogh soo is den voornoemden Verschuren bevallen op 1/8 paert van een block bijstert, gemeen met den voorsz Verschueren, Peeter de Zeeuw ende de kinderen van Cornelis de Zeeuw. Streckende uijten noorden vande Queb ofte wiel aen suijdewearts in ter halver dwars sloot toe, aende ackers Hendrick Bacx west, het clijn besterken van Willem Jacob oost. Mits dat dit parceel moet maecken 1½ voet dijck inde westensche roeij vande twee roeijen.

Hier tegens is Arien Janss Bosser bij blinde lootinge bevalle op het ¼ paert int huijs, hoff, werff en del. Te weten den hoff onbedeelt inde suijdensche helft vande helft, onbedeelt met Jan Wouterss Verschueren, tussen erffenisse dorpshuijs oost en het dorps dijck west. Streckende uijtten suijden vande Lijck weght aff tot Cornelis de Zeeuw sijn erve toe. Ende te weeten de huijsinge voor een vierde paert, de helft vande keucken met de ½ solder boven de voorsz keucken ende de ½ geut tot den tuijn toe. Ende het ¼ paert inden kelder (mits dat Laureijs den Smidt sal hebben het gebruijck vande geut mits dat hij Smidt gehouden blijft alle noodige reparatien vande geut mede te helpen dragen) alsmede de helft vant aghterste gebent met den halven koestal. Streckende uijtten oosten westwaerts in tot dorps weght toe. Item alnogh het ¼ paert inde oostensche helft vande werff onbedeelt met Jan Wouterse Verschueren met nogh ¼ inde noordensche helft vande del, onbedeelt als voren. Ende sal dese voorsz paerten soo inde huijsinge, hoff, dries en delle in ider bede betaelen eenen stuijver. Alsmede blijft dit paert gehouden uit te reijcken aen Peeter Adriaenss de Zeeuw de somme van 40 gulden, die op heden sijn voldaen.

Item alnogh soo is den voorsz Bosser bij blinde lootinge bevallen op het 1/3 paert op den westenkant inde Korte ackers tussen erffenisse Johannis Konincx west, Peter de Zeeuw oost, den dwars weght noorden ende Wouter Ruijchaver suijden. Ende moet dit loth ontfangen voor uijtraijckinge vande Lange ackers ter somme van 23 gulden 3 stuijvers 8 penningen ende betaelen in ider beede 3 duijten en 1/3 duijte die op heden sijn ontfangen.

Item alnogh soo is den voornoemden Bosser bij blinde lootinge bevallen op de ½ van ¼ block bijster, gemeen met Laureijs den Smidt, de weduwe Cornelis de Zeeuw west, t klijn bijsterke van Willem Jacobs oost. Streckende van Laureijs den Smidts erve aff suijdewearts in tot den halven waterganck toe. Ende moet dit loth maecken 1½ voet dijck inde westensche roeij van 2 roeijen.

Hiertegens soo is Laurijs den Smidt bij blinde lootinge bevallen op het ½ gewent met 56 roeden saijlant inde Korte ackers, tussen erffenisse Anthonij Konincx en de weduwe Cornelis de Zeeuw west, de kinderen van Jan den Snijder ende de weduwe Jan Bastiaenss Boeser oost. Streckende het ½ gewent vande bijsters aff suijdewaerts in tot den dwarswegh toe. De 56 roeden vande dwarsweght aff suijdewaerts in tot Wouter Ruijchaveren toe. Ende moet dit loth uijtrijcken aende drie paerten vande Korten acker 6:15: 0 ende betalen in ider bedee [beede] 8 penningen, die op heden sijn voldaen.

Item alnogh soo is den voorsz Smidt bij blinde lootinge bevalle op een ½ del van outs genaemt de Hooge del, bedeelt op den westencant tussen erffenissen Peeter Adriaenss de Zeeuw met de wederhelft oost ende Peeter den Smidt west. Streckende vander halver Hair straet aff noortwaerts in tot de Kaa toe. Ende moet dit loth uijtrijcken aen Peeter Adriaenss de Zeeuw de somme van 50 gulden ende betaelen ider beede eenen stuijver 5 penningen, welcke 50 gulden op heden sijn voldaen.

Item alnogh soo is den voorsz Smidt als vooren bevallen op de ½ van ¼ bijster, gemeen met Arien Janss Bosser, de weduwe Cornelis de Zeeuw west, t klijn bijsterke van Willem Jacobs oost. Streckende van Laureijs den Smidt sijn erve aff suijdewearts in tot den halven waterganck toe. Ende moet dit loth maeken 1½ voet dijck inde oostensche roeij vande 2 roeijen.

Item hiertegens soo is Jan Peeters van Alphen bij blinde lootinge bevallen op de westensche helft vande Breede del tussen erffenisse de weduwe Cornelis de Zeeuw west ende de weeskinderen van Jan van Dun oost, Streckende vanden halven Hair straet aff noortwaerts in tot de Kae toe. Ende moet dit voorsz loth uijtrijcken aen Peeter Adriaenss de Zeeuw ter somme van 40 gulden ende betaelen in ider beede 10 penningen. Welcke 40 gulden op heden sijn voldaen.

Item alnogh soo is den voornoemden van Alphen bevallen op 1/8 paert van een block bijsters, tussen erffenisse Hendrick Bacx west, t klijn bijsterken van Willem Jacobs oost. Streckende vanden ½ waterganck aff zuijtwaerts in tot den dwarssloot toe, over den wiel. Ende moet dit paert onderhouden 1½ voet dijck inde westensche roeij vande 2 roeden.

Item hiertegens soo is Peeter Adriaenss de Zeeuw als vooght ende monsr Cornelis Heijblom als toesiender vande twee onmondige weeskinderen van zaliger Jan van Dun ende Johanna Adriaenss de Zeeuw bij blinde lootinge bevallen op 1/3 paert inde Korte Ackers, te weten het oostensche 1/3 paert tussen erffenisse Peeter de Zeeuw west, de weduwe Cornelis de Zeeuw oost, den dwarsweght noorden ende Wouter Ruijckhaver suijden. Ende moet dit loth proffiteeren vanden Langen Acker 23: 3: 8 betaelen ider beede 3 1/3 duijten, die op heden sijn ontfangen.

Item alnogh soo sijn de voorsz vooght en toesiender ten behoeve de voorsz weesen bevallen op den vanden Breede del de oostensche helft, tussen erffenisse Michiel Compeer oost ende Jan Peteer van Alphen west. Streckende vanden ½ Hair straet aff noordewaerts in tot de Kae toe. Ende moet dit voorsz loth uijtrijcken aen Peeter Adriaenss de Zeeuw ter somme van 40 gulden ende betaelen ider beede 10 penningen, die op heden sijn voldaen.

Eindelijck ende ten laetsten soo is den voorsz vooght ende toesiender in haere voorsz qualiteijt bevallen op 1/8 paert in een block bijsters, tussen erffenisse Hendrick Bacx west, t klijn bijsterken van Willem Jacobs oost. Streckende vanden ½ waterganck aff zuijdewaerts in tot den dwarssloot toe, over den wiel. Ende moet dit paert onderhouden 1½ voet dijck inde ootensche roeij vande 2 roeden.

Aldus de voorsz lootinge en erffdeelinge bij de voornoemde gesamentlijcke erffgenamen ten overstaen schout en schepenen desen onderteeckent wettelijck gedaen en moet ider met sijn loth tevreden sijn en betaelen de lasten daer op staende, alsmede onderhouden alle dijcken, dammen, schouwen en verders dat daer aen dependeert. Onder verbant als na rechten, actien. Ten overstaen den schout, Dirck Seijlmans en Jan Grevenbroeck, schepenen. Desen 4e februarij 1710

Fol. 199v

Scheijdinge ende deelinge tussen de gelijcke kinderen met namen Wouter Woutersse Biemans, Pieternel Wouterse Biemans ende Elisabeth Wouterssens in staende houwelijck verweckt bij Wouter den Bieman ende Engeltje Wouters Vermaes van alle de goederen bij haer voorsschreven vader en moeder zaliger verweckt. Welcke voorschreven deelinge is geschiet bij blinde lootinge in manieren hier naer volgende:

Voor eerst soo is Wouter Wouterssen Biemans te deel bevallen het voors huijs met de opkamer ende den kelder met het aghterste gebent en boven den geheelen koeijstal. Met de westensche helft vande paertstal. En blijft hij gehouden de zuijdensse hooge deur te onderhouden als mede den halven koijstal aende zuijden kant. Als mede te gebruijcken de breete van sijn bevallen lot, raeckende de werf. Ende moet dit lot sijnen uitwegh hebben over de grit naer het agterhuijs.

Item alnogh soo is den voorsz Wouter Woutersse Biemans bevallen op den suijdenkant vande torf del, tussen erffenisse vande geheele del Dirck Janss Voegers noorden, Jan van Ammelrooij zuijden, Juffrou de Jongh oost, den Geer west. En of het geviel dat de voorsz del weert gesplist, soo sal den noorden cant genieten twee parten vande voorsz aerde daer uijtkomende te weten de nieuw sloot.

Item alnogh soo is den voornoemden Biemans bevallen op de helft aenden noorden kant van het zaijlant achter de voorsz huijsinge van sijn ouders voorsz, groot ontrent 4 en een half hont, tussen erffenisse vande erffgenamen Marss Vrijsen en Peeter Doomen noorden, Streckende vande dwars acker af westewaerts in to Sheeren straet toe.

Item alnogh soo is den voornoemden Biemans bevallen op een huijs, hof en ackerlant, gelegen onder Loon op Zant. Ende moet den voorsz Biemans betaelen inde schulden eens vooruijt inden boedel van sijn vader en moeder zaliger ter somme van drie hondert gulden.

In de kantlijn: compareerde ter secretarije alhier Pitronella Wouterse Biemans voor haer selven en als innestaende voor haer uijtsinige suster Elisabet Wouters Biemans en bekende dat op de schulden vanden boedel bij Wouter Wouters Biemans sijn betaelt de nevenstaende drie hondert guldens ende verclaerde dien volgens op den voornoemden Wouter Biemans niet meer uijt dien hoofde te pretenderen te hebben. In kennisse der waerheijt is dese bij mij ondertijkent in Waspick, desen 6e december 1715. Pieternella Biemans. In kennisse van mij, J. Zeijlmans, secretaris, 1715.

Item hiertegens soo is Pitronel Woutersse Biemans bij blinde lootinge bevallen op eenen dwars acker, met het hoofken neffen den Geer, met de moergronden. Gelegen tussen erffenisse Adriaen Bommelaeren zuijden ende Peeter Doomen noorden.

Item alnogh soo is de voornoemde Pitronel bevallen op alle moervelden soo wel tot Waspick, Cappel als Loon.

Item alnogh soo is de voornoemde Pitronel bevallen op de achterste hoeven, soo ackerlant, boomen als bos.

Item hiertegens soo is Elisabeth Woutersse Biemans bevallen op het ½ huijs met het halven zaijlant daer aen gelegen op den zuijden kant. Te weten de keucken met het voorste gebent, den halven koijstal naest den vloer met den halven peertstal uijt den oosten. Ende blijft dit lot gehouden sijnen uijtweght in en uijtganck te maeken beseijde over den geut.

Item alnogh soo is de voorsz Elisabeth Biemans bevallen op de helft vande turfdel aende noordencant bedeelt met Wouter Biemans, tussen erffenisse vande geheele del Dirck Janss Voegers noorden, Jan van Ammelrooij zuijden. Streckende van Juffrou de Jongh erve aff westewaerts in tot den Geer toe.

Fol. 201r

Opdragt d’erffgenamen van Peeter Adriaenss de Zeeu

Compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspick desen onderteijkent Jan Wouters Verschuren als in huwelijck hebbende Maria Adriaensen de Zeeuw, Arien Bosser als in huwelijck hebbende Elisabet de Zeeu, Laureijs de Smit als in huwelijck hebbende Adriaentje de Zeeu, Jan Peeterse van Alphen als in huwelijck hebbende Cornelia Adriaensen de Zeeu. Mitsgaders nog den bovengemelde Jan Wouterse Verschuren als voogt vanden twee onmondige kinderen van zaliger Jan van Dun en Johanna Adriaensen de Zeeu. Alle erfgenamen, ex testamento, van zaliger Peeter Adriaensen de Zeeu, de welcke ider in hare voors qualiteijt verclaerde op te dragen en ider op haren naem aen te geven alle en soodanige goederen als ingevolge den testamente vande gemelte Peeter de Zeeu haer gemaekt en toegewesen sijn als volgt:

Eerstelijck aen Jan Wouterse Verschuren als in huwelijk hebbende Maria de Zeeu eenen halven acker saeijlant, genament den Benedenkerkse acker, gelegen alhier onder xj½ Hoeve Groot Waspik met het veldeken daer aen, daer vande wederhelft is toebehoorende den gemelten Jan Wouters die op den oostenkant bedeelt is. Belant ten oosten de weduwe Jan Buijs en ten westen Adriaentje Jochemse. Streckende uijtten noorden vande bijsters af suijdewaerts op tot Sgravenmoersen gront toe.

Item alnog de gerechte helft in drie vierde parten in eenen bijster daer van de andere parten den voornoemden Jan Wouters en d’weduwe van Cornelis de Zeeuw sijn toebehorende, gelegen ten oosten het weskint van Maria Willems ende west Hendrik Bax, Streckende uijt den vande wiel af suijdewaerts op tot den halven dwars sloot aende ackers toe.

Wijders aen Laureijs de Smit als in huwelijk hebbende Adriaentjen Adriaens de Zeeu de gerechte helft van een huijs, werf en delle waer van de ander helft den selve voor een vierde part en het ander een vierde part de weduwe van Cornelis de Zeeu is toebehorende. Belent ten (oosten) den voornoemden de Smit tegens het huijs en Cornelis de Bont tegens de delle mede aende oostenkant en ten westen den Vaert kant tot het Kampken toe.

verte

Item alnog aenden selven Laureijs de Smit de geregte helft vande hof waer van de ander helft gemelte Smit en de weduwe Cornelis de Zeeu ider voor ¼ is toebehorende. Belent oosten dorpsschool en ten westen dorpsdijck.

Alnog aen Arien Bosser als in huwelijk hebbende Elisabet de Zeeu een geregte derde part in eenen acker zaeijlant daer vande andere twee derde parten toebehorende sijn den voors Adriaen Bosser en de weeskinderen van Jan van Dun. Belent ten oosten de weduwe Cornelis de Zeeu en ten westen Johannis Conincx. Streckende vanden halven dwars weg af suijdwaerts in tot Wouter Ruijckeren erf toe.

Verder aen Jan van Alphen als in huwelijk hebbende Cornelia de Seeu drie vierde parten in een stede, genaemt het Out Stedeke. Belent ten oosten Cornelis de Bont en Laureijs de Smit ten westen. Streckende vande halve Heer straet af noordewaerts op tot de del toe.

Item alnog aende weeskinderen van zaliger Jan van Dun en Johanna de Zeeuw de geregte helft van een del, gelegen onder Groot Waspik, daer van de wederhelft compiteert aen Laureijs de Smit en die op den westenkant bedeelt is. Belent ten oosten de weduwe van Peeter den Brouwer en ten westen Peeter de Smit. Streckende van de halve Heer straet af noordewaert tot de Kae toe.

Aldus dese opdragt gerehtelijk gedaen bij de comparanten int hooft dese gemelt ende neemt ider in sijne gemelde qualiteijt aen met sijn paerten te vreden te sullen wesen ende te betalen alle dorpslasten ider op sijn paert staende. Soo dat den eenen op den anderen sijn aandeel verclaert niet meer te pretenderen te hebben. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen van Groot Waspik, desen 3e januarij 1711.

Fol. 202r

Contract Cornelis en Jan Cornelisse ter eenre en d’erfgenamen Adriaen Cornelisse Zeeu ter andere sijde

Op huijden desen 17e augustij 1711 compareerde voor ons ondergeschreven schout en schepenen van Groot Waspik Cornelis ende Jan Cornelisse ter eenre ende Jan Wouterse Verschuren als in huwelijk hebbende Maria Adriaensen de Zeeuw, Arien Bosser in huwelijk hebbende Elisabet de Zeeu, Laureijs de Smit in huwelijk hebbende Adriaentje de Zeeu, Jan Peeterse van Alphen in huwelijk hebbende Cornelia Adriaensen de Zeeu. Ende sr Cornelis Heijblom als administrerende voogt over de onmondige weeskinderen van zaliger Jan van Dun in sijn leven eerder weduwenaer van zaliger Johanna Adriaensen de Zeeu. Sijnde gemelte Heijblom nog geassisteert met schout en geregten alhier als oppervoogden. Te kennen gevende sij comparanten hoe dat de twee eerste comparanten aen Wouter Janse ende Adriaentjen Janse Verschuren hebben vercogt een huijs, erve met de delle daer aen gelegen waer in de eerste comparanten iegenwoordig sijn woonende. Ende dat de tweede comparanten in haer voors qualiteijt oordeelde dat de eerste comparanten daer toe niet waren gemachtigt uijt hoofde van een besloten testament gemaekt sijnde bij de ouders van gemelte eerste comparanten in dato den 30e december 1673 uijt welcke dispuijt en questien de dagt en stont dat verder oneenigheijt ja selfs proces uijt soude hebben konnen voortcomen om welke questien voort te comen soo verclaerden de respective comparanten in der minne geaccordeert en verdragen te sijn als volgt: namentlijck dat de vercoopinge door de eerste twee comparanten gedaen sijn volkomen effect sorteren en stant grijpen sal ende vervolgens de overgifte van dien ten behoeve van gemelte cooper sal mogen worden gedaen op soodanige conditien als het selve bij haer is verkogt. Mits dat vande cooppenningen ter somme van sestien hondert guldens een obligatie onder behoorlijke borgtogte ten laste van gemelte koopers sal worden gemaekt die daer behoorlijke intrest tot drie guldens ten hondert aende vercoopers haer leven lang gedurende jaerlijcx sullen moeten betalen ende sal het gemelte cappitael niet vermogen afgelegt ofte voldaen worden als na doode vande langstlevende der vercoopers. Wanneer dat cappitael sal moeten worden geproffiteert bij de naeste vrinden ab intestato vande gemelte vercoopers sijde sonder daer van verders ofte anders bij vercoopers sal mogen worden gedisponeert.

In de kantlijn: Op huijden den 24e julij 1720 comparteerde ter secretarije van Groot Waspik Jan Wouters Verschuren als in huwelijk hebbende Maria Adriaens de Zeeu, Elisabet de Zeeu weduwe van zaliger Adriaen Bosser, Laureijs de Smit in huwelijk hebbende Adriaentje de Zeeu, Corneltje de Zeeu wed van zaliger Jan Peeterse van Alphen, ider voor een geregte vijfde part, erfgenamen ab intestato van zaliger Cornelis en Jan Cornelisse. Ende bekende voor ons viervijfde parten voldaen ende betaelt te sijn van Wouter en Adriaentje Janse Verschuren, hier nevens gemelt, vande obligatie int nevenstaende accoort gemelt mette verschenen intrest vandien. Dato tot deses toe. In teijken der waerheijt is dese bij ons ondeerteijkent in Waspik, dese uts. Jan Wouter Verschueren. Laisebet de Seeu, Cornelia de Seeu. Dit ist merck van Laureijs Willems de Smit (LW). In kennisse van mij J. Zeijlmans, secretaris.

Is verders geconditioneert dat de gemelte twee eerste comparanten vande verdere vaste goederen die sij nog in eijgendom sijn hebbende haer leven lang gedurende sullen hebben en proffiteeren het vrugtgebruijck ende proffijten vande selve waer die ook gelegen sijn mits die behoorlijk sullen moeten repareren ende de lasten daer van betalen. Onder dese speciale conditie nogtans dat de gemelte eerste comparanten vande gemelte vaste goederen waer die gelegen soude mogen sijn niet sullen

verte

vermogen te disponeren t sij bij testament, codicelle of eenige andere makinge nemaer dat deselve vaste goederen na doode vande langst levende van haer beijde sullen moeten komen en besterven op de naeste vrinden ab intestato. Oock sullen de eerste comparanten vande gemelte vaste goederen niet vermogen te procederen of disponeren tot vercooping of belasting in wat voor manieren het selve soude mogen sijn als houdende sij comparanten respectivelijk het selve in sulke geval voor nul en van geender waerde. Edog wat aengaet de meubilaire ofte roerende goederen sullen blijven ten behoeve vande twee eerste comparanten omme daer van te disponeren na haer wegevallen. Dog ingeval de twee eerste comparanten vande vrugten der gemelte vaste goederen mitsgaders den intrest der gemelte obligatie niet soude kunnen substitueren ende bestaen dat sij in sulken gevalle haer selven sullen moeten addresseren aende schout van Groot Waspik mitsgaders de tweede comparanten ofte de naaste vrinden bovengemelt ende het selve aldaer doen blijken wanneer de selve de sake alsoo waer bevonden werdende naer voorgaende informatie gehouden en verobligeert sullen blijven haer toe te staen ende te geven soodanige susistentie uijt de voors vaste goederen als noodig bevonden sal worden. Is nog geconditioneert dat de twee eerste comparanten uijt haer moergronden jaerlijcx soo veel turf sullen mogen stecken als sij tot haer onderhout noodig sullen hebben.

Tot naercominge van alle ’t geene voors is verbinden sij contractanten respectivelijk haerluijder persoonen en alle hare goederen, present en toecomende, submitterende deselve ende keure vandien onder verbant als naer egten daer toe staende. Aldus gedaen en gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen. Mij secretaris present en kennelijck J. Zeijlmans, secretaris.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspick sr Cornelis Heijblom in qualiteijt als administrerende voogt vande onmondige soon van zaliger Jan van Dun en nog als last en procuratie hebbende van Peeter de Custer als weduwenaer van zaliger Johanna van Dun, dogter vande voonoemde Jan van Dun, wonende tot Hassel als sijnde deselve mede gegeven van meijer en schepenen aldaer in dato den 24e julij 1720. En bekende in die qualiteijt vande sestien hondert guldens ingevolgede obligatie in nevenstaende contracte gemelt voldaen en betaelt te sijn voor t geregte 1/5 part met de somme van drie hondert twintig guldens van Wouter en Adriaentje Verschuren in ten bijwesen en met voorwesen vande vrinde die de andere vier vijde parten hebben genoten en geproffiteert. Actum Waspik, den 5e augustij 1720. C Heijblom.

Fol. 203r

Inventarisatie gedaen ten versoek en behoeve van Barent Sas, notaris en procureur, wonende tot Sprang, als last en procuratie hebbende van Gelden Willems Paens ende Maria Stevense Swart sijne huijsvrouw en dat vande roerende en onroerende, haeffelijke en andre goederen als breder hiernaer uijtgedruckt.

            Als eerstelijck inde keuken

Een grote kas, 17 silvere cnoopen, 2 hoeden, 8 mans hemden, een paer lakens, 4 dassen, een gestreepten hemtrock. 1 linen keel, 4 paer mans kousen, 1 leere broek, 1 linde broek, 1 paer waggen, 1 paer wolle socken, 1 muts, 1 karaije camesool, 1 grau lakense mansrock, 1 swarte mansrock, 1 swarte broek, 1 seeme schootsvel, 2 psalm boeken met silvere sloten, 1 roeij vrouwe lakense rok, 1 bruijn sersie schorten, dito swarte, 1 sersie vrouwe mantel, dito caleminke, 1 swarte voorschoot, 2 dito blauwe, 1 swarte seij kovel, 5 vrouwe hemden, 1 tafellaken, 1 hanr doek, 8 treck mutsen, 4 vrouwe neusdoeken, 3 paer linde moukens, 2 doecken, 2 paer vrouwe kousen, 1 reijssak, 10 pont vlas en garen, 4 pont snuijten, 2 pont cleijn werk, 1 etenskastje, 1 cantoortafel, 2 andere tafeltjes, 1 kist, 1 spinnewiel, 1 kannebort, 5 tinne schotelen, 5 kannen.

verte

1 bot, 1 hooftpeuluwe, 1 paer lakens, 2 deekens, 1 oude teijk, 1 tinne waterpot, 1 roer, 1 kooper betpan, 1 lanteern, 1 spiegel, 1 cleerborstel, 2 schrijflaeijen, 1 schooldoos, 1 kleermandeken, 1 kopere schuijmspaen, 2 tangen, 1 roostel, 1 koekpan, 1 hangijser, costumen van dort, 1 testament, 1 rijtoom met een nhelster, 8 stoelen, 2 stoven, 1 vuurijser, metselaers gereetschap, 1 ton met terw, 1 oxhooft half vol boekweijt, 2 houte schalen, 1 ijsere hamer en boor, 1 hael, 5 haspels, nog eenige rommelerij.

            Inde stal en agterhuijs

2 melk koeijen en een kalf, 1 merrijpeert met een hengstveulen, 1 verken, 1 partij hoij, 1 partij ongedorsse rogge, een deel ongedorse boonen, een deel gebaerslaegt tarwe stroij, de vlasbollen op t solder.

            Int voorhuijs en op de geut

1 trog, 2 melktonnen, 1 karn en karnstaf, 2 ijsere potten, 1 kopere koijketel, 1 hantketeltje, 1 water en melk melkemmer, 2 spaeijen, 2 rieken, 1 vaerboomken, 1 leck, 1 rijsael, nog een karsael, 1 lepelhuijs met negen lepels, 1 hoge kar, 1 eertkar, 1 ploeg, 1 eegt, 1 koeij en een verke bak, 1 schou, 1 kuijl en 1 fuijk, eenige eerde potten, 1 graef, 1 seijsen, 2 dorsvlegels, 1 raefshooft, 1 kist op solder, 2 of 3 vorken.

            Volgen de vaste of onroerende goederen

Eerstelijk een huijs, hof, erff en eenige weij daer aen, daer sij staende huwelijk gewoont hebben.

Nog een tiende part in negen geerden lant, gemeen met Jan de Bruijn, gelegen onder Cleijn Waspik.

Nog een halven acker aent sluijske vanden Melkdijck met eenige moeren.

Nog een gedeelte moer inde soo genaemde Elff Mergen.

Nog een gedeelte moer, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert

Nog eenige moeren met twee waeijkens, groot ontrent vier hont, gekomen van Hendrik Haeijmans

Nog een geert lants gelegen in Nederveen Cappel, gemeen met Geerit Melsen Crol cum suis.

            Gelt, actien en crediten

Eerstelijk een obligatie tot lasten van Willem vanden Hoek, groot in capitael hondert guldens in dato den 24e april 1710, af te lossen in tien jaren                                                                         100 gulden: 0: 0

Nog eenig gelt dat Gelden Willems Paens bij sig soude hebben voor                               memorie

Nog in huijs aen gelt bevonden 2 gulden 14 stuijvers

Nog de schulden en lasten                                                                                            per memorie

Aldus dese inventarisatie gedaen ten behoeve en versoeke als int hooft van desen ten overstaen vande heren Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Artus Sterrenburg, schepenen der heerlijkheijt Waspik ende hebben den voornoemden procureur in sijne qualiteijt ende de gesijde Maria Stevense Swart … inde belooft den voornoemde inventaris met die goederen die vergeten en niet op dese inventaris sijn gebragt ten alle tijden te sullen vermeerderen en verminderen, ook desnoots sijnde den selven met eede te sterken. Actum Waspik desen 2e november 1711.

Fol. 204v

Op huijden desen 9e november 1711 soo willem Barent Sas, notaris en procureur, woonende tot Sprang als last ende procuratie hebbende van Gelden Willemse Paens en Maria Stevense Swart sijne huijsvrouw ten overstaen van schout ende heemraden alhier houden een erfhuijs en in ’t openbaer voor alle man ten meeste proffijte vercoopen alderhanden imboel soo beesten als peerden en stoelen en banken en alles wat sij verders te berde sullen gelieven te brengen. Agtervolgende de conditien ende voorwaerden hier naer beschreven.

Wie eenig gelt biet sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebot alles op een boete ende breucke van 100 goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewighte, te gaen naer peijnen reght.

Item will den officier wel een ander begrijpen maer wil selfs niet begrepen wesen ende hout het eerste, tweede ende derde woort aen sijn selven.

Item sullen de meijnders ende coopers van eenige der selve gemijnde goederen gehouden sijn gereet ende contant gelt bij het mijnen te betalen aleer sij deselve vande werff sullen brengen ofte vervoeren.

Item houden de vercoopers vrij drie lossingen.

Item sullen de coopers der goederen betalen aende heer officier voor sijn slag of pont gelt van ider gulden eenen stuijver.

Eerstelijk het bet met den hooftpeulue en is gemeijnt bij Arnoldus de Bruijn om 15:15: 0
Twee dekens bij Arien de Zeeu om 2:15: 0
Een oude tijk met een peulue bij Geerit de Wever om 0:14: 0
1 tinne waterpot bij Jan Vos 0:13: 0
1 tinne schotel bij Jan Willemse 0:11: 0
1 dito bij Cornelis Swart 0: 6: 0
1 dito, Peeter Drabbe 0:12: 0
1 dito, Liesbet Joelen 0:13: 0
1 kopere panneken en een koperen temest bij Arien Teunis Pols 0:14: 0
3 kannen bij Peeter Dolk 0:11: 0
2 dito bij Jan de Leeu 0: 6: 0
1 coperen ketel bij Cornelis Swart om 6: 0: 0
1 dito cleijnder bij Peeter Talen 1: 7: 0
1 betpan bij Peeter Drabbe 0:16: 0
1 cleermant, Peeter van Dongen 0: 8: 0
1 haergetau bij Arien Swart 0:14: 0
1 schuijmspaen bij Bastiaen Boeser 0: 7: 0
De schalen, roostel &a  bij Geerit Janse 0:12: 0
1 spiegel, Teunis Boij 0: 6: 0
1 schooldoos bij Geerit de Wever 0: 7: 0
1 hangijser en coekpan bij Corstiaen Swart om 0: 8: 0
Een partij vlas, Adriaen Putman 1:10: 0
1 kannebort bij Aert de Bont om 0:16: 0
2 schrijff laeijen bij Tomas Molenschot 0: 9: 0
1 wateremmer en raefshooft, Cornelis van Dongen 0: 8: 0
1 dito bij Jan van Grevenbroek 0:12: 0
1 ijseren pot en seef bij Corstiaen Paenacker om 1: 0: 0
1 ijseren pot en seef bij Jan Vos, dese pot en seef gelost bij de vrou 0: 9: 0
1 boterteijl en emmer bij Jan Luijkes 0:10: 0
4 eerde potten, niet mogen gelden dus Nihil
Eenige testen en schotelen bij Jan de Roij 0: 3: 0
De karn en karnstaf bij Piet Buijs 0:18: 0
2 rijtoomen bij Adriaen de Roij 1: 0: 0
1 graef en spaeij bij Willem de Cloot 0: 6: 0
1 viskuijl en fuijk bij Jan Vos om 0:16: 0
1 hael en tang bij Jan Franken om 1: 0: 0
1 koeijbak bij Peeter Glavimans 0:16: 0
2 dorsvlegels en de cnaep bij Handrik Jochemse de Groot om 0: 4: 0
1 tafeltje bij Mels van Gijsel 0: 7: 0
1 korf met out ijser bij Leendert Person 1: 2: 0
1 wan bij Tomas Molenschot 0:17: 0
1 spaeij en twee rieken bij Sijmen Liesvelt 0:11: 0
1 spaeijken bij Geerit Tijse van Riel om 0:12: 0
2 vorken, Jan de Beer 0: 3: 8
1 leek, Jan Jacobs Paens 0:12: 0
1 tafeltje bij Jan Verwiel 0:11: 0
1 roer bij Jan van Drunen 1: 0: 0
1 vlag seijsen bij Cievit om 0: 9: 0
2 stoelen bij Tomas Peeters de Haen 0:14: 0
1 plukhaek &a bij Peeter van Oosterhout 0:14: 0
1 sigt, graef &a bij Cornelis vanden Hoek 0:14: 0
1 swing bij Cobus Mutsert 0:12: 0
1 karsael en ligt bij den sekretaris 2: 1: 0
1 seijsen, Peeter Glavimans 0:12: 0
1 reijsael bij Jacob van Tilborg 0:15: 0
1 slagtboom, ligt &a bij Jan Dolk 0: 4: 0
1 snijseijse &a bij den secretaris 0: 1: 0
1 blekling schup bij Cornelis Verhagen 0: 2: 0
1 blok en vurk bij Jan van Grevenbroek 0: 4: 0
1 snijbak bij Peeter Daniels Sneeu 0: 9: 0
Den trog bij Jan van Tilburg 2:10: 0
1 cantoortafel bij den secretaris 1: 0: 0
1 boor, doos &a bij Arien van Pas 0: 3: 0
2 stoelen bij Dirk Timmeren om 0:15: 0
2 stoelen bij Huijbert Swart om 0: 8: 0
1 greel, toom en ton bij Cornelis Swart om 1:12: 0
1 groote kas bij Barent Sas om 6:10: 0
1 cleijn castje bij Barent Sas om 1:10: 0
1 kist bij Sas 0:12: 0
1 kist bij Sas 1:11: 0
2 melktonnen, Schout de Bruijn 1: 4: 0
1 ertkar bij Jan de Leeu 11: 0: 0
1 hoog kar bij Dirk Zeijlmans 15: 0: 0
1 cruijwagen, Cornelis van Kuijk 0:15: 0
1 ploeg bij Pieter van Dongen 5: 8: 0
1 eegt, Jan Horeman 0: 6: 0
’t out peert bij Teunis Boij 18: 0: 0
Het vullen bij Teunis Boij, gelost bij de vrou om 20: 0: 0
Het verken bij Sas om 14: 0: 0
De schou bij Pieter Boeser 4: 0: 0
De bonte koij bij Pieternel Tielemans 26: 0: 0
De vael koij bij Arien van Pas 24: 0: 0
Het kalf, Dirk Timmers 2: 6: 0
’t stroij met de vim bij Jan Franken om 1 gulden 17 stuijvers, comt voor de 2 vimmen 3:14: 0
‘t hoij met den hoop bij Cornelis Haensberg om 9: 0: 0
Jan van Grevenbroek den rog, het vat om 16 stuijvers, comt voor de 6 vaet 4:16: 0
Den terw bij Adriaen Vermeijs om 21 stuijvers ’t vat comt voor de 3 vaet 3: 3: 0
Den booekweijt bij Sas om 10 stuijvers ’t vat comt voor de (niets ingevuld) vaet  
Het saet bij Sas om 10 stuijvers ’t vat, comt voor een vaet 0:10: 0
De vlas bollen nihil

Aldus dese erfhuijsceel gehouden ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepen, desen 9e november 1711.

Fol. 206r

Ampliatie van inventaris gedaen ten behoeve en versoecke van Bernart Sas, notaris en procureur, woonende tot Sprang als last en procuratie hebbende van Gelden Willemsse Paens en Maria Stevense Swart sijn huijsvrou en dat vande goederen als actien en crediten als volgt:

Schulden de welke bij den boedel van gelden Willemse Paens te betalen [moet zijn ontfange] staen

Eerstelijk van Geerit Melsen Crol ter sake van huer van een geert lant onder Nederveen ter somme van 15: 0: 0
Item staet te ontfangen van Maria Putman ter sake vande aenwas uijt de ses geerde onder Nederveen Cappel de somme van 9 gulden daer op is betaelt drie gulden, sulx rst 6: 0: 0
Nog van Geerit de Mulder op ’t Loons  molentje over huer van een geert lant onder Cleijn Waspik de somme van 17: 0: 0

            Schulden die te betalen staen

Juffrou Cools wegens imposten ter somme van  
Mr Jan Enst, chirurgijn tot Sprang de somme van 4:10: 0
Cornelis van Dommelen moet hebbe over ’t wegen van een paert en leverantie van waren 1:12: 6
Cornelis Handrix Schoenmakers over huer van toemaet 9:10: 0
De borgemeesters off collecteurs tot Waspik over verpondinge  
De borgemeesters off collecteurs tot Cappel, ook ter sake verpondinge In de kantlijn: dit is betaelt 0:15: 0

            Volgen de goederen van Gelden Paens

Eerstelijk een huijs met het lant daer aen behoorende. Belent ten oosten de weduwe Cornelis de Zeeu en ten westen Artus Sterrenburg. Streckende vande Vaert kant af tot Pieter Domen erve toe.

Alnog het lant over de Lije met al dat daer aen behoort.

Item het velt gekomen van Hendrick den Mulder.

Alnog ontrent een halff hont moergront gelegen inde soo genaemde Elf Mergen.

Item alnog een partij moergront, gemeen met Dirk de Cuijper. Belent ten suijden (niets ingevuld) en ten noorden Jacobus Handrix Schoenmakers. Streckende uijtten oosten (niets ingevuld) westwaerts op tot Vroukens vaert toe.

Item een tiende part in negen geerde lant, gelegen onder Cleijn Waspick. Belent ten oosten Jan de Bruijn cum suis en ten westen Cornelis Handrixe Schoenmakers. Streckende vande halve Oude straet af noortwaert op tot den halve Schaij sloot toe.

Alnog een tiende part in een del, gelegen onder Cappel. Belent ten oosten Cornelis Sprangers en Anthonij vander Punten west. Streckende vande Her straet af noordwaert in tot de halve Oude straet toe.

Nogh een geert lant, gelegen onder Nederveen Cappel, gemeen met Geerit Crol cum suis, in een stuk van ses geerde. Belent ten oosten (niets ingevuld) en ten westen (niets ingevuld). Streckende uijtten suijden vande Oude straet af noordwaert in tot den Schaij sloot toe met den moer genaemt Verbrant.

Aldus dese ampliatie van inventaris gedaen ten behoeve en versoeke als in ’t hooft van dese ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen in Groot Waspik, desen 13e november 1711.

Fol. 206v

Schijdinge ende erfdeelinge die bij desen sijn doende en overgevende Gelden Willemse Paens ter eenre ende Maria Stevense Swart sijne huijsvrouw ter andere sijde van de erfgoederen die sij t’ samenstaende houwelijk hebben beseten in manieren als volgt:

Eerstelijk soo is Gelden Willemse Paens bedeelt in een tiende part in negen geerden hooij ofte weijlant, gelegen onder Cleijn Waspick, gemeen met Jan de Bruijn cum suis. Belent ten oosten de kinderen van Adriaen Ockers en ten westen Cornelis Handrixe Schoenmakers cum suis. Streckende uijtten suijden van Nederveen Cappel af noordwaerts in tot Juffrou weij toe.

Alnog een tiende part in een del, gelegen onder Cappel, gemeen met Jochem de Groot cum suis, bedeelt ten oosten Cornelis Sprangers en ten westen Anthonij vander Punten. Streckende uijtten suijden vande Heer straet af noordwaert in tot Cleijn Waspik toe.

Item een geert lant, gelegen in Nederveen Cappel, gemeen met Geerit Melsen Crol bedeelt ten oosten [d’erfgenamen van Dingena Schouten] en ten westen de weduwe Huijbert Coenen. Streckende van Sgrevelduijn Cappel aff noordwaert in tot den banne van Meeuwen toe.

Nog een partij moergront genaemt Verbrant, gelegen onder Cappel. Streckende over de Lije vande Santschel aff tot de tweede Leije toe.

Blijvende de bovengeschreven parceelen specialijk geaffecteert voor de helft van een legaat van twee hondert en vijfftig gulden aen de kinderen van Jan Stevense Swart, gemaekt volgens den testament van Cornelis Stevense Swart, gepasseert voor den notaris Antonij Timmers tot Vrijhoeve van dato den 8e april 1708 waer toe wort gerefereert.

Ten tweeden soo is Maria Stevense Swart bedeelt op het huijs met het lant daer aen gehoorende, gelegen alhier. Bedeelt ten suijden de weduwe Cornelis de Zeeu en ten noorden Artus Sterenberg en Gijsbert den Decker. Streckende uijtten oosten van Peeter Domen erve af westwaert in tot de graeffelijkheijts goet toe.

Alnog het lant over de Lije met al dat daer aen behoort, alhier gelegen. Bedeelt ten oosten Vroukensvaert en ten westen (niets ingevuld), ten suijden den Armen alhier en noorden de weduwe Cornelis de Zeeu.

Nog een partij moergront, gelegen alhier, gekomen van Hendrick den Mulder.

Nog een partij moer inde soo genaemde Elf Mergen, gemeen met Corstiaen Swart cum suis.

Nog een partij moergront, gelegen op den oosten kant van Vroukensvaert, gemeen met Govert den Wever en Jan Antonijse Swart.

Blijvende de bovengeschreven parceelen specialijk geaffecteert voor de helfft van een legaat van twee hondert en vijftig gulden aen de kinderen van Jan Stevense Swart, gemaekt volgens den testamente van Cornelis Stevense Swart, gepasseert voor den notaris Antonij Timmers tot Vrijhoeve van dato den 8e april 1708 waer toe wort gerefereert.

Aldus regtelijk gedeelt ten overstaen van ondergeschreven schout en schepenen van Groot Waspik ende hebben partijen tot profijt van den eenen aenden anderen vertijt ende vertegen naer den regten vande lande Zuijdhollant omme ider sijne bedeelde in vollen vrijen eijgendom te mogen gebruijken en besitten als men sijn vrij eijgen goet gewoon is te doen en gebruijken renuntierende partijen van allebenefitien hietegen een van beijde haer te stade komende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan Vos, schepenen. Actum Groot Waspik, desen 17e november 1711.

Fol. 207v

Staet van penningen die Gelden Willemse Paens verclaert bij sig te hebben en die ten selven dage bij hem en sijn vrouw sijn verdeelt als volgt:

Eerstelijk heeft Gelden Willemse Paens ten overstaen van schout en geregten verclaert bij sig te hebben:

Agt goude pistolen comt 75:12: 0
Nogtwaelff pont vlaems 72: 0: 0
Nog negen gulden 9: 0: 0
Nog over lanthuer voort jaer 1711  12: 1: 8
Somma f 168:13:08

Welk penningen ten dage voors ten overstaen als boven sijn verdeelt soo dat gelde aen sijn huijsvrou nogh suijver moet uijtkeeren ter somme van                                                                                84:06:12

Aldus dese verclaringe en verdeelinge regtelijk gedaen ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen. Actum Groot Waspik, desen 21e november 1711.

Fol. 208r

            Aenneming Jan Wouters Ruijkhaver wegens sijn kint

Op huijden den 3e februarij 1712 compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik ondergenoemt Jan Wouters Ruijckhaver als vader van het onmondige weeskint verwekt bij Barbel Gerritse Paenacker ter eenre ende Bastiaen Gerritse Paenacker als oom en bloetvoogt van ‘t voornoemde weeskint met consent en ten overstaen van schout en geregten als oppervoogden ter andere sijde. Ende sijn in minne en vrientschap over een gekomen en geaccordeert over t alimenteren en opvoeden van ’t voornoemde weeskint, genaemt Maria Janse Ruijckhaver te weten dat den voornoemden Ruijckhaver het voornoemde kint sal alimenteren en onderhouden in eeten, drinken, cleeden en reeden, soo wel sieck als gesont, als mede ter schole te laten gaen en te laten leeren naeijen en braijen &a totdat het sal gekomen sijn tot ouderdom van 25 jaren, huwelijck of andere geapprobeerden staet en alsdan aen het selve uijt te reijcken eens de somme van vijff en twintig gulden in voldoening van haer moeders goet. Ende off t gebeurde dat het voornoemde weeskint voor sijnen mondigen dage, houwelijcke ofeenige andere geapprobeerde state quam te sterven soo sullen de erfgoederen soo van s’vaders sijde als van s’moeders sijde gaen en devolveren aen de sijde daer die van daen gekomen sijn als mede soo het voor sijnen mondigen dage of houwelijcke state quam te sterven sal den voornoemden Ruijckhaver de voornoemde vijff en twintig guldens ook niet uijtreijcken en de kleederen van haer moeder aen sijn selven behouden.

Item is nog geconditioneert dat soo den voornoemden Ruijkhaver komt te overlijden sonder eenige verdere kinderen naer te laten dat de voornoemde sijne dogter Maria Ruijkhaver als dan sal erfgenaem sijn van soodanige goederen als hij sal komen naer te laten of bij sijnen vader naer gelaten sullen werden sonder dat den gemelte Ruijkhaver tot nadeel het gemelte kint het sij bij testament of anders daer van verder of ander sal hebben te disponeren onder verbant als naer regten. Aldus gedaen ende gepasseert bij en ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen, op datum ut supra.

Fol. 208v

Schijdinge ende erffdeijlinge gedaen tusschen Peeter Jochems Berthouts, Adriaentje Jochems Berthouts, Huijbert Jochems Berthouts, Abraham Cornelisse Schippers in houwelijk hebbende Pitronella Berthouts mitsgaders Cornelis Peeter Melsen als voogt van Johannis Jochems Berthouts ende Leonardus Verharen als provisioneel voogt ende Jacobus Schoenmakers als toesiender van Johanna Huijberden Schoenmakers ende in die qualiteijt alle erffgenamen van zaliger Adriaentje Berthouts in haer leven gewoont hebbende en overleden alhier tot Waspik. Ende dat van alle en soodanige vaste goederen als bij haer metter doot ontruijmt ende naergelaten sijn in manieren hier naervolgende:

Eerstelijk soo is Peeter Jochemse Berthouts bij blijnde lotinge bevallen op een ende een halve geert hoij ofte weijlant, gelegen onder Cleijn Waspik, in een stuck van agt geerden, gemeen met Adriaen de Bruijn cum suis, tusschen erffenisse Antonij Huijberden Coninx cum suis oost ende Juffrou vanden Broek west.

Item alnog op ¾ parten in een binne delle gelegen onder Groot Waspik, gemeen met het weeskint van Huijbert Schoenmakers met het resterende ¼ part, tusschen erffenisse Peeter Domen cum suis noorden ende de weduwe Adriaen Mertens van Gijsel zuijden. Streckende vande halve vaert af tot Dirk de Kuijper toe.

Item alnog drie vierde parten in een driesken, gelegen onder Cappel, gemeen met den selven Peeter Jochems Berthout, tusschen erffenisse vande Geer west, Adriaen Bommelaer oost, noorden Freijs Reckers ende de weduwe Adriaen Mertens zuijden.

Hier tegens soo is Adriaentje Berthouts bij loting bevallen op twee en een vierde geert hoij ende weijlant, gelegen onder Cleijn Waspik, in een stuck van twaelff geerden, onbedeelt voor het Scheepsdiep met Adriaen de Bruijn cum suis en over het Diep in ses geerden met Grietjen Berthouts. Streckende vande Oude straet af tot het Groot Elant toe, gelegen tusschen de weduwe Jacob Coninx oost en Adriaen de Bruijn en ’t dorp van Waspik west.

Hier tegens soo sijn den gestelden voogt ende toesiender van t weeskint van Huijbert Schoenmakers ende Cornelia Berthouts met name Johanna Schoenmakers in hare qualiteijt mede gevallen op 2¼ geert hoij ende weijlant, gelegen in t bovengemelte stuk van 14 geerden onder Cleijn Waspik, gemeen en onverdeelt met de gemelte Adriaentje Berthouts met gelijke 2¼ geert bovengemelt. Streckende en gelegen als vorens.

Hier tegen soo is Huijbert Jochemse Berthouts gevallen op een ende een halve geert hoij ofte weijlant, gelegen in Cleijn Waspik, in een stuk van agt geerden, gemeen met Adriaen de Bruijn ende Peeter Jochemse Berthouts cum suis. Streckende vande Oude straet tot den …… … tusschen … Huijberden Coninx cum suis oost ende Juffrouw vanden Broek

Hiertegens soo is Abraham Cornelis Schipper als in huwelijk hebbende Pitronella Jochemse Berthouts bevallen op een geert en een vierde met een sestiende part van een geert hoij ende weijlant, gelegen onder Groot Waspik, in een stuk van 9 geerden, gemeen met Huijbert Schoenmakers cum suis. Streckende vande Ca sloot af tot den Schijsloot toe. Leggende tusschen erffenisse vande Armen van Waspik oost en Jan de Bruijn west.

Item alnoch ontrent twee en een vierde part honts zaeijlant of soo groot en cleijn als het gelegen is, gemeen met het weeskint van Huijbert Schoenmakers, tusschen erffenisse Leonardus Verharen noorden en d’erfgenamen Cornelis Claveren zuijden. Streckende van Pieter Hanen erve af tot den sloot over den dijk toe.

Eindelijk soo is Cornelis Peeter Melsen als voogt van Johannis Berthouts gevallen op een geert met een vierde ende een sestiende part van een geert, sijnde de wederhelft van t geene Abraham Schippers is bevallen en vervolgens met den selven gemeen in een stuk van 9 geerden. Streckende vande Cae sloot af tot den Scheij sloot toe, tusschen erffenisse vande Armen van Waspik oost en Jan de Bruijn west.

Aldus de voors deelinge wettelijk bij blinde lotinge gedaen ende hebben partijen malkanderen over ende weder vertijt ende vertegen naer de regten van Zuijdhollant ende verklaert ider met het sijne te vreden te sullen wesen ende te betalen alle de lasten daer op staende. Sonder dat den een op den anderen sijn bevallen lot ietwes meer sal hebben te eijssen of pretenderen nu ofte ten eeuwig.

Aldus gepasseert ten overstaen vande schout, Dirk Zeijlmans en Jan van Tilburg, schepenen in Groot Waspik, desen 24e februarij 1712.

Fol. 209v

Scheijdinge ende erffdeelinge gedaen tusschen Peeter Willemse van Driel voor sijn selven, Denis Vos in huwelijk hebbende Maeijken van Driel ende Willem Laurens Outmansin huwelijk hebbende Anna Willems van Driel en sulx in die qualiteijt alle kinderen ende erfgenamen van zaliger Willem Jacob Jan Tijssen ende Elisabeth van Driel en dat van alle de roerende en onroerende goedren die bij den voornoemden Willem Jacobs en sijn huijsvrou metter doot ontruimt en naer gelaten sijn als volgt:

Eerstelijk soo is Peeter Willems van Driel bij blijnde loting gecavelt en bevallen een sekere acker, groot ontrent drie hont of soo groot en clijn den selven in sijn hoefslag gelegen is, oost de kinderen van Lambert Frijse, west het Walleken, zuijden de kinderen van Adriaen Boeser, noorden Frijs Lamberden Reckers cum suis. Met sijne lasten tsij dorp of andere beswarenisse daer op staende.

Ten tweeden soo de den voornoemden Peeter Willems alnog gecavelt en bevallen op de huijsinge en erf waer in Willem Jacobs is overleden, mitsgaders de helft van de breette vande heele stede op den westenkant. Streckende uijtten noorden suijdwaert in tot den watergang toe. Met eene stuijver vier penningen in een enkel bede tot dorpslasten als anders altijt aensprekelijk.

Ten derde ende laetsten soo is Peeter Willems gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een halve geerde hoij ende weijlant, gelegen onder Cleijn Waspick, in een stuk van ses geerden aende noordsijde van t Schipsdiep, gemeen met Frans Boeser cum suis. Met alle dorpslasten daer op staende. Blijvende dese halve geerde verbonden en altijt aensprekelijk voor het onderhouden en repareren vande dijk, leggende voorde stede daer Willem Jacobs is overleden. Houdende den selven Peeter Willems de helft alnog onverdeelt in den bijster oft moervelden leggende aende suijdsijde aende voornoemde stede, tusschen erffenisse van Adriaen Bommelaer cum suis oost ende Frans Boeser west. Streckende vande watergang af suijdwaert in tot de erve van Jan de Bruijn toe. Mede met alle dorpslasten als voren.

Hier tegens is Denis Vos nomini uxoris gecavelt ende beërfdeelt op de helft in den bijster ende stede vande voornoemde Willem Jacobs, leggende op den oostenkant, sonder ietwes inde huijsinge te mogen pretenderen. Streckende vande halve Her straet af suijwaert in tot de watergang toe. Blijvende dit parceel verbonden te betalen inde dorpslasten 12 penningen in een enkelde schattinge ofte bede ende verders te onderhouden sijne dijken ende straten. Blijvende egter de geheele stede soo wel voor alle lasten daer op staende als dijk en straten altijt verbonden ende aen sprekelijk. Houdende dit parceel sijnen uijt ende rijweg over de westense helft die op Peeter Willems is gevallen.

Ten tweeden soo is gemelten Denis Vos alnog bevallen op de helft vanden bijster ofte moervelden, gemeen en onverdeelt met Peeter Willems van Driel. Streckende ende gelegen als op den derden part van Peeter Willems is uijtgedruckt. Mede met alle sijne lasten daer op staende.

Van gelijcke soo is Willem Laurens Outmans gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een halve geerde hoij ofte weijlant, gelegen onder Cleijn Waspik, waer van de wederhelft is bevallen op Peeter Willems van Driel hier voren gemelt. Streckende ende gelegen als voren. Blijvende dese halve geerde mede verbonden voor den dijck liggende voor de stede waer in Willem Jacobs is overleden.

Houdende laetstelijk de respectieve erfgenamen onder malkanderen gemeen en onverdeelt alle de moervelden die in de Endenest ofte elders gelegen mogen sijn. En is nog expres geconditioneert en besproken dat alle de goederen bovengemelt nu en ten eeuwigen dage blijven verbonden en aensprekelijk voor den dijk leggende voor de stede waer in Willem Jacobs is overleden.

Aldus dese deelinge regtelijk gedaen bij hantalm ende monde en hebben malkanderen over en weder vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. Verclarende den eenen op den anderen sijn bevallen loth niet meer teseggen te hebben als voren geëxpresseert staet. Als verclarende ijder met het sijn te vreden te wesen. Aldus gepasseert ten overstaen van den schout, Leonardus Verharen en Jan van Grevenbroek, schepenen in Groot Waspik, desen 2e april 1712.

Fol. 210v

            Copij sententie

Schout en schepenen van Sgravenmoer gesien ende geëxamineert de requeste bij ofte van wege Dirk Bastiaens Hulst en Catharina van Veen weduwe Schoonhoven op en jegens de weduwe Corstiaen Woutersen Rijken ende Jan Sijmons Geus gerequireerden ede defailianten omme te komen tot deelinge van seecker gemeene moergront tot Waspik gelegen aen haer edele gepresenteert met de twee opgevolgde requesten en apptn van constrainte suldatis den 18e september en 10e october 1701 en 6 januarij 1711 mette respective relasen des vorsters in dato 25 september en 15e october 1710 en 2e februarij 1711. En vermits de gerequireerden in gebreken blijven te rescriberen of haer belang te seggen versteken deselve inde scheijdinge ende deijlinge van ’t gemeene moergront in questie te gedogen, authoriseren den schout van Waspik geëijste deelinge ten overstaen van twee onpartijdige schepenen inde naem vande gerequireerdens en deffailianten bij trecken van blinde lotinge te doen en condemneren de gerequireerdens en defailianten in de costen vandese processen tot taxatie en moditatie van schout en heemraden en in de segels tot twaelff gulden. Aldus gedaen ende gepasseert int collegie dese 6e junij 1711 (onderstont) ter ordtie vande selve (was get&) C. Quirijns.

Accordeert met sijn principael naer gedane collatie bij mij secretaris in Waspik, desen 25e meij 1712, J. Zeijlmans, secretaris.

Fol. 210v

            Copie relaas

Ick ondergetekende vorster deser heerlijkheijt S’Gravenmoer hebben de annexe acte van vonnisse geregtelijk geinsinueert aen Jan Sijmeons Geus en mits d’absentie vande voors Jan Sijmons Geus den inhoude vande voors vonnisse vorgelesen aen desselfs meijt, en copie gelaten, die tot antwoord gaf ik sal t van desen avont aen mijnen meester behandtgen. Actum S’Gravenmoer den 9e junij 1711 (was getijkent) Deennis Block

Fol. 211r

Compareerde voor schouttet en heemraden van Groot Waspik Dirck bastiaens Hulst ende Catharina van Veen lest weduwe Schoonhoven, geassisiteert met haren soon Cornelis Quirijns ter eenre ende Adriaen Zeijlmans, schouttet van Groot Waspik als bij vonnis van schouttet ende schepenen van Sgravenmoer in dato den 6e junij 1711 in contemacie ten laste vande weduwe Corstiaen Wouters Rijcken ende Jan Sijmons Geus gerequireerdens defauljanten gewesen geauthoriseert tottet doen vande naervolgende erfdeeling ter andere sijde. Sijnde deselve geauthorisatie voor schepenen op gelesen ter secretarije geregistreert als mede ’t relaas vande gedane insinuatie van ’t voors vonnis ende ver…dedienvolgende seker parceel moergront gelegen onder Groot Waspik in de bijsters sijnde het derde parceel aende noordsijde vande nieuwe Mole Leij, groot onbegrepen der mate. Belent ten suijden d’erfgenamen van Jan Cornelisse Cop, noorden Dirk Bastiaens Hulst, west d’erfgenamen van Cornelis Peeters Vermeulen, oost den acker d’erfgenamen Waelwijk, geëerfdeelt te hebben naer gemaeckte lothen bij blinde lotten de deelinge gevallen te sijn als volgt, te weten: dat de voornoemde eerste comparanten te deelen sijn bevallen ende sullen in erflijckheijt hebben 15½ roede brabants inde lengte en beginnende uijtten westen oostewaerts op. Breet suijden en noorden 4½ roeden.

Ende den voornoemden tweeden comparanten voor en ten behoeve van gemelte weduwe Rijken cum suis ende Jan Sijmons Geus of ander meer in geregtigt mogte wesen inde voornoemde moergront te deele bevallen en in erflijckheijt hebben ontrent 60 roeden brabants inde lengte uitten westen van de 15½ roeden brabants af oostwaerts of soo verre als het voors parceel moergront streckt. Breet ontrent 4½ roede brabants, dog onbegrepen der mate. Aldus gedaen en bij blinde lotinge getrocken door den heer Adriaen Zeijlmans, schouttet, ter presentie en overstaen van Dirck Zeijlmans en Leendert Verharen, heemraden van Groot Waspick, desen 23e meij 1712.

Fol. 211v

Staet ende inventaris gemaekt int sterfhuijs van Jan Peeters Schoenmakers soo als deselve bij desselfs weduwe sijn beseten soo in manieren als volgt:

            Eerstelijk in de keuken

Een kast, een tafel, twee eerde schotels en twee vorken, een pedtpan, een strijkijser, een ack mett een schilderij, een wijn pint, twee recken en een broeck. Eenen hemtrock, eenen hoet, vier hemden, een wan.

Volgende onroerende goederen

Eerstelijk ontrent 1½ hont saeijlant gelegen alhier.

            Inkomende schulden

Is bij de voornoemde weduwe in huijs aen gelt bevonden drie a vier en veertig gulden.

Alnog een wilceur brief van ses hondert gulden ten lasten van Peeter Aerden Schoenmakers staende ter secretarije alhier.

            Uitgaende schulden

Eerstelijk staet te betalen aen Willem Heijblom woonende tot Sgravenmoer een obligatie houdende in capitael ter somme van 200 guldens met agt guldens over verschenen intrest.

Alnog staen te betalen aende pagters van verschijde imposten naer gissinge ter somme van ses en dartig gulden.

Staen nog eenige lopende schulden te betalen.

Aldus dese opgevinge regtelijk gedaen door de weduwe Jan Peeters Schoenmakers ten overstaen den schout, Frans Camp en Jan Vos, schepenen in Groot Waspik, desen 14e junij 1712.

Fol. 212r

            Aanneming

Op huijden 14e junij 1712 compareerde voor ons schout en schepenen van Sgrevelduijn Groot Waspik Elisabet Janse Fijneman weduwe van zaliger Jan Peeters Schoenmakers ter eenre ende Dingeman Aerde Schoenmakers als voogt ende Peeter Janse Fijneman als toesiender vande onmondige weeskinderen in huwelijk verweckt bij de voornoemde Elisabet Fijneman en Jan Peeters Schoenmakers met name Peeter Jans Schoenmakers, out ontrent 8 jaren, Adriaentje Jans, out ontrent vijf jaren, Jan Janse, out ontrent drie jaren en Johanna Jans, out ontrent een jaer, ter andere sijde. De welke met consent en ten overstaen van schout en schepenen alhier ontrent de alimentatie ende opvoedinge van gemelte kinderen veraccordeert ende verdragen te sijn als volgt: namentlijk dat gemelte weduwe in vollen eijgendom sal blijven behouden alle de goederen en effecten iegenwoordig tot haren boedel specterende soo in comende als uijtgaende, roerende en onroerende, niet uijtgesondert. Onder dese speciale conditie nogtans dat de gemelte weduwe gehouden en verbonden blijft de kinderen bovengemelt op tevoeden ende alimenteren soo in cleding als reeding, sieck ende gesont, bestaende ook mede in spijs ende dranck, deselve tot hare kosten te laten leeren lesen ende schrijven, stoppen ende naeijen ende daer en boven een goet ende eerlijk hantwerk of ambagt, waer toe deselve na den staet des boedels best bequaem sal of sullen bevonden worden tot dat deselve ijder sullen gekomen sijn tot den ouderdom van vijf en twintig jaren, huwelijk off anderen geapprobeerden staten. Ende alsdan aen ider kint nog uijt te moeten reijken een somme van twee silvere ducatons ofte ses guldens ses stuijvers, eens sonder meer tot voldoeninge van haer vaderlijke ofte legitime portie. Edog soo de voors kinderen of een vande selve eerder quam te overlijden sal de gemelte weduwe tot hare kosten die eerlijk ter aerde moeten bestellen. Tot naercoming ende prestatie van ’t geene voors staet verbinden de comparanten in haer qualiteijt ende wel speciael de gemelte weduwe alle haer persoon ende goederen onder bedwang en submissie als na regten. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Frans Camp ende Jan Vos, schepenen in Groot Waspick, op dato als boven, ontrent de clock tien uren.

Fol. 212v

Scheijdinge ende erffdeelinge gedaen tusschen Peeter Adriaens van Gesel voor sijn selven, Wouter van Gesel voor sijn selven, Jan Teunis Pols als weduwenaer van zaliger Maria van Gesel, Peeter Jans Sprangers als in huwelijk hebbende Adriaentje Adriaens van Gesel, Teunis Wouters Biemans als in huwelijk hebbende Anna Adriaens van Gijsel, Freske Ariens weduwe Adriaen Mertens van Gijsel als testamentaire voogt, erfgenaeme van zaliger Jan van Gesel ende Aeltje van Gesel van soodanige goederen als haer sijn aengekomen van haer vader Adriaen Mertens van Gesel als volgt:

Eerstelijk soo is Peeter Adriaens van Gesel bij blinde lotinge gecavelt en bevallen op eenen halven acker zaeijlant, groot ontrent 2¼ hont, waer van de wederhelft compiteert Fresken Adriaensen, gelegen ten suijden vanden heelen acker Peeter Janse Domen en ten noorden de weduwe Jan Teunis Zeijlmans. Streckende uijtten westen van t erf van de weduwe Cornelis de Zeeu af oostwaerts in tot de Geer toe. Staende in een bede belast met twaelf penningen. Met nog het geregte derdepart in een moergrondeken, gelegen in de Endenest onder Groot Waspick, gekomen van Meerten van Gijsel.

Ten 2e soo is Wouter van Gesel bij blinde lotinge gecavelt en beërfdeelt op het geregte derde part van vijf geerden hooij ofte weijlant, gelegen onbedeelt in een stuck van van 7¼ geert, inden polder alhier, tusschen erffenisse Jan Coninx oost en d’weduwe Hendrick Scheuren cum suis west. Streckende vande Cae sloot af noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe. Ende moet dit lot uijtreijcken aen Fresken Ariens weduwe Adriaen van Gesel ter somme van hondert vijftig guldens gereet gelt.

Ten 3e soo is Jan Teunis Pols gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een half huijs en erve daer aen gelegen, met de suijdense helft vande suijdensen halven acker ende de noordense helft vande noordensen halven acker, gelegen agter de voornoemde huijsinge. Belent ten suijden van het huijs en ackerlant Freijs Jans Reckers en ten noorden Fresken Ariens weduwe Adriaen Meertens van Gesel. Streckende uijtten westen vande halve vaert af oostwaert op tot de Geer toe. En dat met alle sijne wegen, stegen, schouwen en andere naburen regten met regt daertoe behoorende. En komt den voornoemden Pols inde voors huijsinge voor sijn helft als volgt: de opkamer ende de geut met den solder daer boven, met de kelder en het agterste gebint in ’t agterhuijs, de voorste helft vande koeijstal en den heelen peerdestal. En sal mogen maken eenen afhang te weten ses voet wijt vande peerdestal af tot de deur die anden dorsvloer staet. Ende sal de opperkamer mogen vergrooten in de keuken soo wijt tot onder de tweede ribbe gerekend vanden gangmuer af. En sal deselve vooruijt mogen timmeren soo wijt het hem belieft. En eenen oven mogen setten voor de keuken tot het kruijs cousijn toe en niet wijders. En den werf aende suijden kant komt mede aen dese camer of helft en sal ende acker aenden noordensen kant soo veel plaets gemeen blijven als bij palen sal worden afgeslagen om ider een schuur of iets anders op te setten. Ende sal de wederhelft aenden noorden cant soo lanck het huijs is sestien voet breet mogen betimmeren. Ende sal voorts sijnen uijtweg hebben over de geut, door ’t agterhuijs en na den put en solder mits den put en soldertrap t’samen onderhoudende. En sal ider sijnen dorsvloer hebben tegen sijn gebint. En staet in een enkelde bede of coninx schatting eenen stuijver agt penningen.

Ten 4e soo is Peeter Jans Sprangers als in huwelijk hebbende Adriaentje van Gesel gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een parceeltje weijlant, groot ontrent een hont, gelegen onder Cappel. Belent ten noorden Teunis Wouters Bieman, ten suijden Pieternel Bieman, ten westen Teunis Bieman en ten oosten Adriaen Bommelaer. En moeten dit lot hebben van Teunis Bieman twee hondert vijf en vijftig gulden.

Ten 5e soo is Teunis Wouterse Bieman gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op eenen acker zaeijlant, groot ontrent 2½ hont, gelegen alhier. Belent ten suijden de weduwe Peeter de Bont, noorden Mels Thomas Zeijlmans. Streckende uijtten oosten van ’t erf van Denis de Haen westwaert op tot ’t erf van Arie Croten toe. betaelt aen een enkelde bede eene stuijver.

Alnog een binnendelleke, gelegen op Vroukensvaert alhier, gelegen ten suijden den Armen alhier en ten noorden Peeter Jochems Berthouts. Streckende uijtten oosten vande halve Vroukensvaert af westwaert op tot de dwarsvelden toe. En staet in een enkelde bede agt penningen.

Alnog een parceeltje wijdries, groot ontrent een hont, gelegen onder Cappel, tusschen erffenisse de weduwe Cornelis de Zeeuw zuijden, Peeter Jochems Berthouts noorden. Streckende vande Geer af oostwaert op tot de driesen van de diaconij Armen van Groot Waspik toe. Moet dit lot uijtreijken aen Peeter Sprangers twee hondert en vijf en vijftig gulden gereet gelt.

Ten 6e soo is Aeltje van Gesel gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een half huijs en erf en t ackerlant, groot ontrent 2½ hont, waer van de wederhelft compiteert Frees Lamberden Reckers, gelegen ten oosten Peeter Jochems Berthouts cum suis en ten westen Jan de Smit. Streckende uijtten suijden van de Lange steeg af noortwaert in tot de erve van Hendrick Teunis toe.

Alnog het part in het gemeene bos.

Ten 7e soo is Fresken Ariens gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een hondert en vijftig gulden dewelke Wouter van Gijsel moet uijtreijken van sijn lot.

Aldus dese deelinge rechtelijk gedaen bij hant alm en monde ende hebben malkanderen over en weder vertijt ende vertegen naer den regten van Zuijthollant. Verclarende den eenen op den anderen sijn bevallen lot niet meer te pretenderen te hebben als voren geëxpresseert staet en voldaen te sijn vande uijtreijkinge voorgemelt. Als verclarende ider met sijn bevallen lot te vrede te wesen.

Aldus dese deelinge gedaen ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Jan Grevenbroek, schepenen in Groot Waspick. Desen 24e januarij 1713.

Fol. 213v

Wij ondergeschreven Frijsken Ariens weduwe Adriaen Meertens ende Aeltje van Gesel consenteren ende neme bij dese volkomen genoegen in soodanige schijdinge en erfdeelinge als op heden voor schout en geregten van Groot Waspik sal worden gedaen en gepasseert door Peeter van Gesel, Wouter van Gesel, Jan Teunis Pols weduwenaer van Maria van Gesel, Peeter Sprangers in huwelijk hebbende Adriaentje van Gesel ende Teunis Wouters Biemans in huwelijk Anneke Adriaens van Gesel ende dat inde cavelinge ende portien door haer op ons te bewijsen onder verbant ende ratificatie als naer regten. Versoekende derhalven schout en geregten voornoemt soo goet gelieven te sijn de deelinge voors in alle deelen te laten sijn voortgang hebben. Actum 23e januarij 1713 (was getekent) Dit is het hantmerk van Alit van Gijsel (lager stont) in kennisse van mij als bode van Groot Waspik (en was getekent) Adrijaen Dolck.

Fol. 214r

Schijdinge ende erfdeelinge voor regt gedaen bij Grietje Bastiaense Boeser eertijts weduwe van saliger Adriaen van Klootwijk gesegt Zeijlmans ter eenre ende Steven Janse Timmermans in huwelijck hebbende Maijken Zeijlmans, Jacobus Hagoort in huwelijck hebbende Elisabeth Zeijlmans ende Adriaen Schouten in huwelijck hebbende Geertruij Zeijlmans ende in die qualiteijt alle kinderen ende erffgenaemen vanden gemelten Adriaen van Klootwijk ter andere sijde. Ende dat van alle ende soodanige goederen als de gemelte Grietje Boeser op het overlijden van haer gemelten man in eijgendom beseten heeft.

Eerstelijck is de voornoemde Grietje Boeser bij blinde lotinge geloth, gecavelt ende beërfdeelt op de helft vande huijsinge, erve, hoff ende bijster daer agter gelegen alhier tot Waspik, gelegen tusschen erffenisse vande gehele stede de weduwe Gerrit Zeijlmans, in sijn leven schout alhier, oost ende Jacob ende Cornelis Mattijss Kamp west. Streckende uijt den noorden vande Heere straet aff suijtwaert in tot Jan van Grevenbroek ende erffgenamen vande weduwe Jan Zeijlmans, in sijn leven mede schout alhier, toe.

Ten tweede is deselve Grietje Boeser bevallen op het part in de Breede Pleck mede alhier gelegen, tusschen erffenisse de weduwe Geerit Seijlmans west ende de weduwe (weduwe) Peter Zeijlmans oost. Streckende uijt den noorden vanden Kerken acker cum suis aff zuijtwaert in tot den dijck toe.

Ten derde op ontrent een ende een vierde hont ackerlant, gelegen inde Korte ackers, tusschen erffenisse van Jan Konincx oost ende Frans Boeser west. Streckende van Anthonij Konincx aff zuijtwaert in tot Jan Willemss Kloot toe.

Ten vierden op een buijten delle gelegen alhier, tusschen erffenisse vande erffgenamen Cornelis de Zeeuw west ende de weduwe Jan Bastiaenss Boeser cum suis oost, Streckende vande straet aff noortwaert in tot Klijn Waspick toe.

Eindelijck ende ten laetsten nog op een ende een halve geert hoij ende wijland, in een stuck van ses geerden, gelegen onder Clijn Waspick, tusschen erffenissen de weduwe Geerit Zeijlmans oost ende den schout van Besoijen cum suis west. Streckende van het halve Schepsdiep aff noortwaert in tot de Dussen toe.

Hier tegens soo is Steven Timmermans als in huwelijck hebbende Maijken Zeijlmans bij blinde lotinge bevallen op 1½ geert hooij ofte weijlant, gelegen onder Clijn Waspick, gemeen en onverdeelt in een stuck van 6 geerden, gelegen ten oosten vande heele 6 geerden d’weduwe Geerit Zeijlmans, in sijn leven schout alhier, en ten westen d’erfgenamen van zaliger d’heer Sprangers. Streckende van Schipsdiep noordwaerts in tot den halven Scheij sloot toe.

Alnog is den voornoemden Timmermans bevallen op een en een half hont zaijlant, gelegen alhier tot Groot Waspick, tussen erffenisse de weduwe Geerit Zeijlmans, in sijn leven schout alhier, ten oosten als mede ten westen de voornoemde weduwe Geerit Zeijlmans. Streckende uijtten suijden vande erve van Jan Willems Cloot af noordwaert tot den dries van Jan Willems Cloot toe. En betaelt in ider bede een stuijver drie penningen.

Ten tweeden soo is Jacobus Hagoort als in huwelijck hebbende Elisabet Zeijlmans bij blinde lotinge bevallen op een geert hooij ofte weijlant, gelegen in Clijn Waspick, gelegen in een stuck van 6 geerden. Belent ten oosten vande heele 6 geerde ’t gasthuijs van Geertruijdenberg en ten westen Adriaen van Gils, secretaris van Oosterhout com suis. Streckende uijtten suijden vande halve Oude straet af noordwaerts in tot den halve Scheij sloot toe.

Ten derden en ten laetsten soo is Adriaen Schouten gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een geert hoij ofte weijlant, gelegen inden polder alhier, gemeen en onverdeelt in een stuck van ses geerden. Belent ten oosten vande geheele ses geerde de kinderen van Lambert Dirken cum suis en ten westen Adriaen de Bruijn cum suis. Streckende vanden Cae sloot noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe.

Nog soo is den voornoemden Schouten gelot, gecavelt ende beërfdeelt op op een hont saeijlant, gelegen alhier in Groot Waspick, tusschen erffenisse Cornelis de Bont oost en d’erfgenamen Mattijs Camp west. Streckende uijtten noorden vande watergang af noordwaert in tot de geeren toe. [2x noorden gebruikt, 1e is waarschijnlijk zuijden]

Alnog houde de kinderen vande gemelten Adriaen van Clootwijk met den anderen gemijn het een seste part, gemeen met Dirck Zeijlmans cum suis, inden bijster, gelegen nevens de steegh ende gecomen van saliger Jan Wouters Seijlmans, in sijn leven schout alhier.

Houdende de comparanten respectivelijck met den anderen nog gemeen en onverdeelt alle den imboel, soo wel van gout, gelt, gemunt als ongemint, off waer in die soude mogen bestaen, ten eijnden de tweede comparanten den selven voor de helft sullen proffiteren so ras de eerste comparante overleden sal sijn.

Item blijft de eerste comparante gehouden alle het bovengemelte goet te bevrijden op haren kosten van alle lasten daer op staende tot den laetsten december 1712 incluijs onder verbant als naer regten.

Aldus de voors verdeelinge rechtelijck bij blinde lotinge gedaen en hebben partijen malkanderen over en weder vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. En verclaert ider met sijn bevallen lot te vrede te sullen wesen en te betalen alle de lasten daer op staende sonder dat den eenen op den anderen sijn bevallen lot ietwes meer sal hebben te pretenderen nu of ten eeuwigen dage.

Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jan van Grevenbroek, schepenen in Groot Waspick. Desen 18e februarij 1713.

Fol. 216r

            Uijtcoop Wouter Bacx en sijn kinderen

Op huijden den 30e meert 1713 compareerde voor ons schepenen van Groot Waspick ondergenoemt Wouter Bacx weduwenaer van zaliger Neeltje Teunis Otgens ter eenre Seeger Swalp als in huwelijk hebbende Maria Vermijs, Crijn Michiels van Rosmus als in huwelijk hebbende Neeltje Vermijs, Vas Peeters de Hoogh als in huwelijk hebbende Lijsbet Vermijs en Arien Conincx als in huwelijk hebbende Lijntje Vermijs. Alle kinderen en erffgenamen van zaliger Dirk Vermijs ende Neeltje Teunis Otgens ter ander sijde. En bekende de voornoemde tweede comparanten dat sij over een gecomen en veraccordeert met den voornoemden eersten comparant, namentlijk dat den eersten comparant aen de tweede comparanten voor hare moederlijcke goederen sal uijtrijken aen ijder eene somme van vijftig gulden een gelt sonder meer. Mits dat hij eersten comparant sal moeten voldoen alle lasten die op den boedel soude mogen sijn nietwes uijtegesondert. En bekende sij tweede comparanten hier mede af te staen van alle het regt het geene sij op den boedel vanden voornoemden Bax als in huwelijk gehat hebbende haere moeders. Tot naerkominge van alle ’t geene voors staet verbinden sij comparanten haerlijden persoonen en goederen, roerende en onroerende, hebbende en vercrijgende, egeene vandien uijtgesondert. Deselve subjecterende alle heeren, hove, regten en regteren en specialijk den edele hove van Zuijthollant. Aldus gedaen en gepasseert ten overstaen Dirck Zeijlmans, president en Jochem vander Laer.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspick Seger Swalp, Crijn Michiels van Rosmus, Vas Peeters de Hoog en Arien Coninx en bekende ider in sijne qualiteijt hier neffens genoemt vande uijtreijkinge inde neffenstaende acte gemelt ter somme van twee hondert gulden, sijnde den vijftig guldens uijthande van Wouter Bax voldaen en betaelt te sijn den eersten penning met de lesten. Sijnde dit ingevolge de nevenstaende acte voor haer moeders goet. In teijken der waerheijt is dese bij ons onderteijkent in Waspik, desen 20e meij 1716.

Dit merck is bij Seger Swalp gestelt, dit merck is bij Crijn Michiels van Rosmus gestelt, dit merck is bij Arien Coninx gestelt, Vas Peterse de Hoogh. ’t Welk ik getuijge, J. Zeijlmans, secretaris 1716.

Fol. 216v

Op huijden den 2e junij 1713 soo willen de gelijcke kinderen ende erfgenamen van zaliger monsr. Mels Thomasse Zeijlmans, in sijn leven out stathouder alhier, bij wijse van erfhuijs ten overstaen van schout ende geregten van Groot Waspick pubelijck ende voor alle man aende meest biede opveijlen ende vercoopen alle de nabeschreven meubelaire goederen bestaende in alederhande soorte van huijsraet &a. Op conditie en voorwaerde hier naer volgende.

Wie eenig gelt biet sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt, alles op een boete en breuke van hondert goude realen te verbeuren, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer peijn ende regt.

Den officier het eerste, tweede ende derde woort aen sijn selven. Wil wel een ander begrijpen maer wil selfs niet begrepen wesen.

De meijnders ende coopers van eenige derselver goederen sullen gehouden wesen de selve gereet ende contant bij het mijnen te betalen eer sij deselve vanden werff sullen mogen brengen ofte vervoeren.

Alnog houdt elke stock vrij drie lossinge, mits betalende voor ider los twee stuijvers.

Nog sullen de coopers van eenige der selver goederen betalen aenden heer officier voor sijn slag of pont gelt van ideren gulden eenen stuijver.

Soo ietwes tgeen hier te koop sal werden gestelt tot genoegen vande vercoopers niet genoeg mogte komen te gelden sij het aen haer selven vermogen behouden sonder tegen seggen van imande.

Off het gebeurde dat twee ofte meer te gelijck meijnder sal men het gemeijnde van nieuws andermael mogen veijlen ende vercopen.

            Voor eerst ijserwerck

Eenig out ijserwerk bij Jan van Tichel de Jonge 0:12: 0
Eenige rommelerij bij Dirk Zeijlmans 0: 4: 0
Roostel, tang, asschup, brantijser &a bij Dirk Zeijlmans 0: 8: 0
Brantijser, hangijser, rooster &a bij Handrick Huijberden Schoenmakers 1:14: 0
Brantijser met eenige rommel &a bij Dirk Zeijlmans 0:11: 0
Een hael met een zicht bij Dirk Zeijlmans 0: 6: 0
2 stevels bij Dirk Zeijlmans nu Molenschot 0:16: 0
Reijsael &a bij Cornelis Adriaense Kamp 0:19: 0
Twee pistoolen bij den schout van Waspick 1:11: 0
Een roer, Dirk Zeijlmans 1: 2: 0
Een zael In de kantlijn: Grietjens niehiel
Een eck bij den advocaat Otgens 0: 3: 0
Twee spinwielen bij Adriaen Vermeijs 0: 2: 0
Een spinnewiel bij Dirk Zeijlmans In de kantlijn: Grietjens 0:18: 0
2 stoelen, Jan Grevenbroek 0: 9: 0
2 stoelen bij Dirk Zeijlmans 0:13: 0
2 stoelenbij Tomas Molenschot 0:17: 0
2 stoelenbij Leendert Verharen 0:10: 0
2 stoelen bij Thomas Molenschot 1: 2: 0
Eenen setelstoel bij Pieter Storm 0: 7: 0
Een kannebort bij den advocaat Otgens 0: 7: 0
Eenen kooperen poth bij Adriaen van pelt 1:11: 0
Een koperen poth bij Jan Grevenbroek 2:10: 0
Eenen kooperen poth bij Adriaen van Pelt 1:11: 0
Een ijseren poth, bij Dlje Louwens 1: 8: 0
Een kopere melckkan bij Jan Franken 2: 7: 0
Een koopere kan bij Geerit Kamp, gelost 1:18: 0
Een koopere melckkan, Wouter Zegerse Zeijlmans 2:13: 0
Eenen oude keetel bij meester Ketelaer 1: 2: 0
Een keetel bij Thomas Molenschot 5: 0: 0
Eenen keetel bij Thomas Molenschot 6: 0: 0
Eenen koperen trefter bij Jan Grevenbroek 1: 2: 0
Eenen koperen aecker, Dlje Louwens 1:18: 0
Een vijsel met den stamper bij Huijbert van Hassel, gelost 2:14: 0
Eenen kandelaer, Huijbert Aertsen 0:12: 0
Een vierpan, Geerit van Oijen 0:15: 0
Een fles met een schootel bij Fransus Kamp 0: 8: 0
Twee spoelkommen bij Fransus Kamp 0: 2: 8
Een pintje, Marie van Pelt  0: 1: 8
  47: 4: 0
   
2 kannen, Leendert Verharen 0: 3: 8
2 blompotten, Wouter Segersse Zeijlmans 0: 3: 8
2 schulp schootels, Verharen 0:11: 0
2 schulp schootels, Leendert Verharen 0: 8: 8
2 schulp schootels, Leendert Verharen 0: 9: 0
Een tapkan, Arnoldus de Bruijn In de kantlijn: 0 0: 2: 8
Eenen koffie keetel en treckpot bij niehiel
2 blauwe schootelen niehiel
1 schootelen, Aert Schoenmakers 0: 4: 8
Een mostertpot met een soutvat bij Dirk Zeijlmans 0:11: 0
Een boterpoth bij Thomas Molenschot 0: 8: 0
Een suijkerdoos, com en leepels, Marie van Pelt 0:14: 0
2 tinne borden bij Thomas Molenschot 0:16: 0
Dito twee bij den selven Molenschot 0:16: 8
Nogh twee tinne borden bij den selve Molenschot 0:15: 0
1 tinne schootel bij den schout 1: 5: 0
1 tinne schootel bij Dlje Louwens 1: 8: 8
1 tinne schootel bij Arnoldus de Bruijn 2: 2: 0
1 tinne schootel bij den schout 2: 0: 8
1 tinne schootel bij den schout 1:17: 0
2 schilderijen, Adriaen Vermeijs 0: 8: 0
2 gordijnen &a, Geerit van Oijen 0: 3: 0
2 gordijnen, Jan Grevenbroek 0:18: 0
2 gordijnen en een rabat, Jan Franken 0:17: 0
Een bed en peuling bij Meeus Vassen 3:10: 0
Een bed en een peuling &a, Jan Peeterss Jacobs 7:12: 0
Een bed en een peuling bij Jan Grevenbroek 6: 6: 0
Een bed en een peuling bij Jan Grevenbroek, gelost bij Thomas Molenschot 15: 0: 0
2 bedde kussens, Dirck Zeijlmans 3:13: 0
1 bedde met sijn hooftpuijling bij Jan van Grevenbroek, gelost bij Thomas Molenschoth 15: 0: 0
1 groene deecken, Vas Muijseren, gelost bij de weduwe Vassen 1: 0: 0
1 witte ddecken Jan van Tichel de Jonge 0: 7: 0
1 witte deecken, Leendert Verharen 1: 5: 0
2 vriese lueren, de weduwe Corstiaen Vassen 1:18: 0
Een mantel, Marieke Peeters 1: 2: 0
Een hemtrock, Molenschoth 1:16: 0
Eenen gestreepten hemrock bij Claes van Beek 1: 2: 0
Een broeck een een hemtrock, Meeus Vassen 0: 5: 0
Een broeck, Dingeman Dircken 2: 5: 0
Een swarten rock, Jan Peeter Jacobs 0:10: 0
Een japonse rock, Jan van Grevenbroek 1:13: 0
Paer schoen, Dirk Zeijlmans 1:12: 0
1 paer meijlen, Jan van Grevenbroek  0:18: 0
  83:13: 8
   
Een spiegel, Melis Peeters 1: 4: 8
Een laken met een gordijn, Jan Peeter Jacobs 1: 8: 0
1 tafel, Huijbert van Hassel 1: 3: 0
1 tafel niehiel
Een rotting, beijl &a, Dirk Zeijlmans 0: 7: 0
Een karen en staff, Tomas Molenschot 1: 0: 0
Eenen mostertmolen, Adriaen vermijs 0: 5: 0
Een schup, Arnoldus de Bruijn 0: 2: 0
Een bedt met sijn peuling, Adriaen Vermijs 4: 9: 0
Een kannenbort bij den secretaris 0: 8: 0
Een planck met 2 tongen, Leendert Verharen 0: 9: 0
Een schilderijen, Molenschoth 0: 8: 0
Een kapstock bij den selven Molenschot 0:13: 0
Een vaetjen, Dirk Zeijlmans 0: 4: 0
Een vatjen, Roelant Verhaeren 0: 6: 0
Een vaetjen, Roelant Verharen 0: 5: 0
Een boterton, Frans Bogaerts 0: 3: 8
Kleermant en een ben, den advocaat Otgens 0: 4: 0
Een tonneken, Geerit Kamp 0: 1: 0
Een tonneken, Dirk Zeijlmans, nu bij Molenschoth 0: 3: 0
Een melckton, Adriaen Schouten 0:13: 0
Eenen gieter met de glaesse kas, Leendert Verharen 0:12: 0
2 oosten, Dirk Zeijlmans 0: 5: 8
Een stal schup bij den secretaris 0: 5: 0
Een stal schup Dirk Zeijlmans 0: 6: 0
Hoender en spijckerback, Jan Cornelisse de Bonth 0: 2: 0
Een seef en maetje, Leendert Verharen 0: 3: 0
1 teijlen om boter in te doen, Anthonij Conincks 0: 7: 0
Een maentje en peeperdoos, Pieter Storm 0: 2: 8
2 booter tonnekens, Aert Schoenmakers 0: 1: 0
Tang, hamer &a, Leendert Verharen 0: 3: 0
Een koeckpan, Molenschot In de kantlijn: 0  
Een hael, Jan van Tichel den Ouden 1: 0: 0
Een touw, Thomas de Haen 0: 7: 0
Een touw, Huijbert Aertsen 0: 4: 0
Een touw, Jan van Tichel den Ouden 0: 3: 0
Scnoffel stockjes, Thomas Vassen 0: 6: 0
Een kist, Leendert Verharen 1: 9: 0
Gordel en montstuck, Cornelis de Bonth 0: 6: 8
Een schuijmspaen In de kantlijn: Grietjen niehiel
2 torf leeren, den secretaris 0: 5: 8
Een swingh met 2 haenklippels, Haensberg 0: 6: 0
Een ploegh, Aert Schoenmakers 1: 0: 0
Het voorste gestel van eenen wagen, Aert den Schoenmaker 2: 6: 0
Den speelwagen, Leendert Verharen, gelost bij Thomas Zeijlmans  14: 5: 0
  38: 1: 0
   
Een kas en caren nieheil
Een kas, de weduwe Corstiaen Vassen 3: 0: 0
Een cas, Dingeman Dircken 0:11: 0
Een torgh, Thomas Molenschot 0:14: 0
Een kantooir, de weduwe Korstiaen Vassen 1: 2: 0
Een kas, Leendert Verharen, gelost bijde weduwe Corstiaen Vassen 3:10: 0
Een uijttreckende tafel, Leendert Verharen 1: 7: 0
Een kantoir, Adriaen Vermeijs 2: 0: 0
Een rockbroeck en vest bij Jan vanden Bogaert om  9:10: 0
  21:14: 0

Aldus de voors vercoping geregtelijck gedaen ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans ende Leendert Verharen, schpenen in Groot Waspick, op dato als boven.

Fol. 218v

Opdragte van goederen gedaen voor regt aen schout en schepenen van Groot Waspick bij Sr Thomas Molenschot in huwelijck hebbende Anthonet Melse Zeijlmans als voogt vande weeskinderen van zaliger Adriaen Lips en Johanna Melse Zeijlmans ende Cornelia Huijberden Zeijlmans weduwe van zaliger Peeter Melse Zeijlmans als gesurrogeerde voogdesse van hare onmondige kinderen bij haer in huwelijck verweckt bij den gemelte Peeter Zeijlmans en sulk als erffgenamen van zaliger Mels Thomass Zeijlmans, in sijn leven gewoont hebbende en overleden alhier. Ende dat van alle ende soodanige goederen als de voors weeskinderen bij testament van gemelte Mels Thomass Zeijlmans aenbestorven zijn.

Eertselijck soo sijn de weeskinderen van zaliger den bovengemelte Adriaen Lips ende Johanna Mels Zeijlmans voor de eene helft ende de weeskinderen van zaliger Peeter Zeijlmans ende Cornelia Zeijlmans bij den bovengemelte testamente van zaliger Mels Thomasse Zeijlmans in vollen eijgendom aenbedeelt en bevallen. Eerstelijk op een buijtendelle, gelegen in Sgrevelduijn Waspick, gelegen tusschen erffenisse de weduwe Coenraet Baes oost ende Jan van Grevenbroek west. Streckende uijtten suijden vande halve Heer straet ad noordwaert in tot Clijn Waspick toe. Ende dat met alle sijne lasten en servietuijten van outs saer op staende.

Item alnog sijn de voornoemde weeskinderen als boven gemelt ider voor de helft aenbedeelt seven ende een halve geert hooij ofte weijlant, gelegen in een stuck van 15 geerden, onder Cleijn Waspick waer van de wederhelft is compiterende Huijbert Pouwels Zeijlmans, liggende tusschen erffenisse Willemijn Camp ende Hendrick Heijmans cum suis, d’een teijnden den anderen oost ende ’t gasthuijs van Geertruijdenberg west. Streckende van Groot Waspik af noordwaert in tot den halven Scheij sloot toe.

Item alnog sijn de voornoemde weeskinderen als boven gemelt ider voor de helft aenbedeelt een ende een halve geert en een sestiende em een twee en dartigsten part van een geert, mede gelegen in Cleijn Waspick, gemeen en onverdeelt in een stuck van twaelf geerden met de erfgenamen van zaliger Adriaen Sprangers. Leggende tusschen erffenisse Jenneken Ruijteren cum suis ende Wouter Zeijlmans cum suis d’een teijnde den anderen gelegen oost ende Jan de Bruijn west. Streckende van Groot Waspick af noordwaert in tot den halven Scheij sloot toe.

Alsnog sijn de voornoemde weeskinderen als boven gemelt ider voor de helft bedeelt op de helft van een stuck lant, genamet de Geer, gelegen ondern Hendrik Luijten Ambagt, gemeen met de weduwe Corstiaen Vassen. Leggende tusschen erffenisse de weduwe Adriaen van Tichel oost ende voorts met sijn belendinge soo als het selve met regt aldaer gelegen is.

Aldus dese opdragte regtelijk gedaen ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans ende Jan Vos, schepenen in Groot Waspick, desen 11e julij 1713.

Fol. 220r

Scheijdinge ende erfdeelinge voor regt gedaen tusschen Grietje Vassen weduwe van zaliger Corstiaen Vassen ende Sr Thomas Molenschot als in huwelijck hebbende Anthonet Mels Zeijlmans van zoodanige erffgoederen als haer sijn aenbestorven bij overlijden van zaliger Mels Thomas Zeijlmans haren vader ingevolge den testamente bij den selve Mels Thomasse Zeijlmans gemaeckt voor den notaris Anthonij Timmers ende seekere getuijgen tot Sprang residerende, in dato den (niets ingevuld)

Eerstelijk soo is Grietje Vassen weduwe van zaliger Corstiaen Vassen gelot, gekavelt ende beërffdeelt op de huijsinge ende erve waer in zaliger Mels Thomas Zeijlmans overleden is, gelegen tusschen erffenisse vande weduwe Geerard Peeters oost ende de weduwe Dirk Wijdemans west. Streckende vande ackers uijt den zuijden aff noordwaert in tot den halve sloot vande dellen toe. En moet dit lot de halve delle op Molenschot bevallen na de straet een vrijen uijtweg ofte steeg leveren.

Ten tweeden is de gemelte weduwe nog bij lootinge bevallen op de oostense helft vande delle, gelegen aende noortsijde agter den bovengemelte huijsinge ende erven, Leggende tusschen erffenisse vande weduwe Gerard Peeters oost ende Thomas Molenschot ondergenoemt met de wederhelft west. Streckende uijt den zuijden vande voors stede noortwaert in tot de Kade inden binnenpolder toe.

Eijndelijck is de voors weduwe nog geloth ende beërffdeelt op eenen acker zaijlant, gelegen ten zuijden voorde voors huijsinge. Leggende tusschen erffenisse Adriaen Vermeijs oost ende de weduwe Dirck Wijdemans west. Streckende vande gemelte steden uijt den noorden zuijdwaerts in tot den eersten halven dijck toe. Ende moet Grietje Vassen voor alle dese parcelen in dorpslasten betalen ses stuijvers in een enckelde schatting ofte konincx beeden. Als mede voor nu ende ten eeuwigen dagen onderhouden ende tot haren lasten nemen alle de dijcken ende straten die de voors steden in sijn geheel sijnde heeft moeten onderhouden. En sijn alle voors parcelen gelegen inden ambagte van xj½ Hoeven.

Hier tegens soo is Thomas Molenschot als in huwelijk hebbende Anthonet Melse Zeijlmans geloth, gecavelt ende beërffdeelt op een binnen delle met den hoff daer aen gelegen ende behorende. Gelegen inden ambagte van xj½ Hoeven, gelegen tusschen erffenisse van Adriaen de Jong oost ende de weduwe Jan Dircken Lijten ende Wouter Janse Gijben de een tijnden den anderen west. Streckende vander halver Her straet uijt den zuijden noortwaerts in tot den ambagte van Groot Waspick toe. En voorts met sijne verdere nabuere regten van outs daer aen behoorende ende soo als het bij Mels Thomasse Zeijlmans gepossideert ende beseten is geweest.

Ten tweeden is den selven Molenschot in qualiteijt voors geloth, gecavelt ende beërffdeelt op de westensche helft van een binnen delle agter de huijsinge ende erven. Streckende uijt den oosten vande vaert aff zuijtwaert in tot Peeter van Son toe. Ende voorts met alle sijne lasten, wegen ende stegen &a van outs daer op staende.

Aldus dese deijlinge rechtelijck gedaen en hebben partijen malkanderen vertijt en vertegen naer den regten van Zuijthollant. Ende bekende den eenen op den anderen sijn bevallen lot niet meer te pretenderen te hebben sulck dat ider met het sijne verclaert te vreden te sijn ende te betalen de lasten als boven gespecificeert staet ende verderen met regt daer aen behoorende.

Aldus gedaen ende gedeijlt ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jan Vos, schepenen in Groot Waspick. Desen 11e julij 1713.

Fol. 221v

Opdragte van erffgoederen gedaen voor regt aen schout ende schepenen van Groot Waspick bij Dingena Willemsse van Schendel weduwe van zaliger Arien Aertsse van Hasselt ter eenre ende Huijbert Aertsse van Hasselt, Janneken Ariensse van Hasselt wed van zaliger Hendrick de Bont ende Maria Ariensse van Hasselt huijsvrouw van Theunis Jansse Snijders intervenietende sij voor den selven haren man ende sulcx ijder in haer gemelte kinderen ende testamentaire erffgenamen vande voors Arien Aertsse van Hasselt ter andere sijde. Ende dat van alle de goederen die bij de gemelten van Hasselt ende Dingena van Scheijndel gemeen in eijgendom sijn gepossideert ende beseten geweest. Alles agtervolgens den testamente gepasseert voor den notaris Anthonij Timmers ende seekere getuijgen tot Sprang in dat den veertiende jannuarij 1711 als volgt:

Eerstelijck soo is Dingena Willemsse van Schijndel weduwe van zaliger den gemelten Arien Aertse van Hasselt bij den voors testamente bedeelt in vollen eijgendom op drie geerden hooij ofte weijlant, gelegen in Klijn Waspick, in een stuck van twaelff geerden met de weduwe Jan Aertsse van Hasselt en andere.

Ten tweeden op de breede binnendelle, gelegen op Vroukensvaert alhier, tusschen erffenisse van Arien Huijbertden Zeijlmans noorden ende (niets ingevuld) zuijden. Streckende uijt den oosten van Kappel aff westwaerts in tot den halve vaert toe.

Ten derden een buijtendelle, genaemt de Hoogt, gelegen in Sgrevelduijn Waspick, tusschen Jan Zeijlmans, predikant tot Waelre oost ende den Armen. Streckende vande halve straet aff tot Klijn Waspick toe.

Ten vierden op eenen acker zaijlant, gelegen op Vroukensvaert kand onder Waspick, tussen erffenisse de erffgenamen Wouter Arien Korten noorden ende (niets ingevuld) zuijden. Streckende uijt den oosten van Kappel aff westwaerts in tot Denis en Thomas de Haen toe.

Ten vijfde en laetstelijck nog een vrije wooninge in een huijs op Vroukensvaert waer in sij met gemelten haren man Arien Aertsse van Hasselt heeft en den selven is overleden, voor haer alleen haer leven lang sonder langer, off sonder ijmand anders bij haer te mogen innemen ofte overlaten. Daer bij ’t gebruijk van een derdepart vanden hoff daer agter, mede voor haer leven. Mits uijtrijkende aen Janneken van Hasselt vijffen twintig gulden, die sij op heden heeft voldaen.

Waer tegens Huijbert Ariensse van Hasselt sone van Arien van Hasselt bij den voors testamente is bedeelt op anderhalve geerde land in Groot Waspick, gemeen met Cornelis de Bond en andere, in een stuck van ses geerden, gelegen tussen de erve vande kinderen Adriaen Lips cum suis oost ende d’erffgenamen Cornelis Vissers west. Streckende uijt den zuijden vande Kae sloot aff, noortwaerts in tot Dussen toe. Mits uijtrijkende aen Janneken van Hasselt de somme van vijffentwintig gulden eens, die op heden sijn voldaen.

Nogh is Janneke van Hasselt, dogter van Arien van Hasselt bij voorss testament bedeelt op eenen acker inde Geer, gelegen onder Kappel, tusschen erffenisse de erffgenamen van Anneken Jan Teeuwen ofte die met regt daer naest gelegen soude mogen sijn.

Nog is de voors Janneken bedeelt op eenen acker, genaemt Schoutins acker, gelegen in Groot Waspick, tussen de weduwe Wouter Zeijlmans oost ende Huijbert van Hasselt west. Streckende uijt den noorden vande erve Peeter Jochemsse Berthouts aff zuijtwaert in tot de kinderen Adriaen Boeser toe. Moetende deselve nog proffiteeren van Huijbert van Hasselt 25 guldens, van Anthonij Snijders 15 guldens ende van Dingena van Scheijndel 25 guldens, daer sij bekende van voldaen te sijn.

Laestelijck is Anthonij Snijders in huwelijck hebbende Maria van Hasselt dogter vande meer bovengemelte Arien van Hasselt bij den gemelten testamenten bedeelt op een huijs, erve, binnendel en boske met ap en dependenten, gelegen op Vrouckensvaert in Groot Waspick, soo ende in voegen het selve bij Arien van Hasselt ende Dingena van Scheijndel beseten is geweest, gelegen tusschen erffenisse de weduwe Adriaen Peeters Paep noorden, de kinderen ende erffgenamen van zaliger Cornelis Klavere zuijden ende oost ende west die daer met regt naest gelegen sijn. Moetende gedogen dat Dingena van Scheijndel de inwooninge voor haer persoon bovengemelt daer in mag behouden.

Nog op een binnen del, gelegen op Vroukensvaert in Waspick tussen de erffgenamen Cornelis Klavere zuijden en Dingena van Scheijndel noorden. Streckende vande halve vaert oostwaerts in tot Cappel toe.

Laestelijck nog op een turff delle, gelegen aende Geer, onder Waspick tussen erffenisse vande geene die daer naest geland sijn. Mits uijtrijkende aen Janneken van Hasselt de voors een hondert en vijftig gulden, die op heden sijn voldaen.

Eijndelijck soo behouden Huijbert Ariensse van Hasselt, Janneken van Hasselt ende Theunis Snijders ofte sijne huijsvrouw met den anderen nog gemeen en onverdeelt den beijster agter Huijbert Kuijl, waer van Dingena van Scheijndel mits ten weerste in eijgendom meer te pretenderen heeft, ook op geen andere goederen dan die als boven op haren naem bijden voors testamenten sijn aenbedeelt ende gespecificeert staen.

Ten laesten soo behoud Dingena van Scheijndel haer vrij torffsteken ofte torven voor haer nootsakelijk eijgen comsuptie uijt de voors moervelden voor haer leven, alles breder blijkende bij den testamente bovengemelt.

Aldus de opdragt van delinge in vougen voors regtelijck gedaen bij de personen in het hooft van desen gemelt en hebben partijen malkanderen vertijt en vertegen naden regten van Zuijthollandt. Ende verclaerden ijder met het geene boven op sijn naem gemelt staet te vreden te sijn ende belooft ijder te betalen de lasten op ijder perceel ter secretarij bekend staende, ook te betalen alle verdere regte en t’onderhouden alle dijken waterloopen, wegen, stegen, schouwen ende andere servituijten daer toe staende. Ende belove ook te sullen gedogen ende ijder in ’t bijsonder helpen maintineren dat Dingena van Scheijndel boven gemelt voor haer eijgen comsumtptie haer vrij torffsteken off torffven voor haer eijgen comsumptie uijt de voors moervelden sal proffiteren ende geinten. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans ende Jan Grevenbroeck, schepenen, desen 16 september 1713.

Fol. 224r

Scheijdinge ende erfdeelinge voor regt gedaen bij Jan Scheppe weduwenaer van zaliger Adriaentje Thomasse Bommelaer ter eenre, Adriaen Scheppe, Huijbert Schep, Thomas Schep, Jan Dircx van Babelgem als in huwelijck hebbende Cornelia Jans Schep en Anthonij Bastiaens Timmermans als in huwelijck hebbende Anneke Jans Schep. Alle kinderen en erfgenamen van gemelte Adriaentje Thomasse Bommelaer ter andere sijde. Van soodanige goederen als den voornoemden Schep bij overlijden van sijn eerste vrou zaliger in eijgendom beseten heeft. Soo en in manieren als volgt:

Eerstelijk is den voornoemden Jan Schep bij blinde lotinge gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een binnen del, groot ontrent 2½ hont, gelegen op Vroukensvaert alhier. Belent ten noorden Jan de Bruijn en ten suijden de weduwe Adriaen Peeters Paep. Streckende uijtten oosten vande halve Vroukensvaert af westwaert in tot de dwarsbijsters toe. En dat met alle sijne wegen, stegen, dijken, dammen, waterloopen, schouwen en andere naburen regten daer op staende en toe behoorende.

Nog 1/8 part in een buijtendelle, gemeen en onbedeelt met Adriaen Bommelaer cum suis. Belent ten oosten Jan van Grevenbroek en ten westen de weduwe Jacob Huijberden de Bruijn. Streckende uijtten suijden vande wiel aff noordwaert in tot Cleijn Waspick toe.

Nog is den voornoemden Schep bevallen op een parceeltje ackerlant, groot ontrent ¾ honts, gelegen alhier tusschen erffenisse de weduwe Jan Zeijlmans oost, Claes de Wit west, ten noorden Hendrik Bax en ten suijden d’weduwe Adriaen Meerten.

Nog is den voornoemden Schep bevallen op de helft van eenen halven mergen saeijlant, gelegen alhier. Belent ten suijden Arien Cornelisse de Zeeu en ten noorden Peeter Scheuren. Streckende uijtten westen van Peeter Hane erve af oostwaert in tot den Armens acker toe.

Eijndelijk en ten laetsten is den voornoemden Schep bevallen op een geert hooij ende weijlant, gelegen inden polder alhier, gemeen en onverdeelt in een stuk van ses geerden, tusschen erffenisse Huijbert Driesse cum suis oost en tem westen Peeter van Son. Streckende vande Cae sloot aff noordwaert in tot den halven Schaij sloot toe.

verte

Hier tegens soo is Adriaen Schep en Jan Dircxe van Babelgem als in huwelijk hebbende Cornelia Schep bij blinde lotinge bevallen op een binnendelle, gelegen alhier, tusschen erffenisse d’weduwe Jan van Hassel suijden en Adriaen Bommelaer ten noorden. Streckende uijtten oosten vande halve Vroukensvaert af westwaert in tot den bijster van Peeter Boeser toe. En is belast met roeijen dijck en alle verdere dorpslasten daer op staende.

Ten 3e en laetsten soo is Thomas Schep en Anthonij Timmermans als in huwelijck hebbende Anna Jans Schep bij blinde lotinge bevallen op de helft van eenen halven mergen zeijlant, gelegen alhier. Tusschen erffenisse Arien de Zeeu suijden en Jan Schep noorden. Streckende vande erve Peeter de Haen af oostwaert in tot den Armens acker toe.

Aldus dese deelinge rechtelijk gedaen en hebben partijen malkanderen over en weder vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. Ende verclaerde ider met het sijne te vrede te wesen en niet meer op malkanderen te pretenderen te hebben en te betalen alle de lasten op ider sijn bevallen lot staende.

Aldus gedaen ende gedeijlt ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jan van Grevenbroek en Jochum vander Laer, schepenen. Desen 31en october 1713.

Fol. 225r

Scheijdinge ende erffdeelinge die bij desen voor regt doende en overgevende sijn Huijbert Marcelisse Reckers, Cornelis Marcelisse Reckers, Jan Marcelisse Reckers en Jan Willems Zeijlmans als vader en voogt van Willem en Marcelis Zeijlmans bij hem verweckt aen Maeijken Marcelisse Reckers sijne tweede huijsvrouw zaliger. Alle kinderen ende erfgenamen van zaliger Marcelis Reckers en Maria Janse Croot. Van soodanige erffgoederen als dij gemelte hare vader en moeder zaliger naergelaten sijn. Soo en in manieren als volgt:

Eerstelijck soo is Huijbert Marcelis Reckers bij blinde lotinge gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een en een halff hont zaeijlant, gelegen onder Cappel, tusschen erffenisse noorden Kercken acker en suijden den Endenest polder. Streckende uijtten westen vande erve van Artus Sterrenburg aff oostwaerts in tot d’erve Meerten Dolk toe.

Alnog is den voornoemden Huijbert Reckers gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een bijsterke, gelegen alhier, groot een halff hont, tusschen erffenisse Jenneke Croot suijden, den Armens steeg en driesen noorden en westen en den vaertkant oost.

Nog een bijsterke moergront, gelegen onder Cappel, agter Tijs Vemijs. Ende moet dit lot uijtrijken aen Cornelis Marcelis reckers twaelff gulden tien stuijvers, die op huijden sijn voldaen.

Ten 2e soo is Cornelis Marcelisse Reckers bij blinde lotinge gelot, gecavelt ende beërfdeelt op een binnendel, gelegen op Willem van Gents vaart onder Cappel, sijnde groot ontrent 2 hont, tusschen erffenisse de weduwe Anthonij vander Nat zuijden en noorden Arien van Pas. Streckende uijtten oosten vande Oude vaert aff westwaert in tot de dwarsvelden toe.

Nog is den voornoemden Cornelis Reckers bij blinde lotinge bevallen op ontrent drie vierendeel hont ackerlant, gelegen onder Cappel, tusschen erffenisse Adriaen Teunisse Pols noorden en (niets ingevuld) zuijden. Streckende vande Wal tot den hoef vande weduwe de Raet toe.

Nog is den voornoemden Cornelis Reckers bevallen op een hooij veldeken, gelegen op de Sant Schel onder Cappel, waer vande wederhelft compiteert Jan van Hamert.

Ten 3e soo is Jan Marcelisse Reckers bij blinde lotinge gelot, gecavelt ende beërfdeelt op twee derde parten in het huijs met het erff, gecomen van sijn ouders. Liggende met de twee derde parten aenden suijden kant in ’t voorhuijs en twee derde parten in ’t agterhuijs naest de keuken, twee derde parten inde koeijstal naersten vloer en in de stede met twee derde parten aenden noordenkant

verte

gelegen ten suijden vande geheele stede Jan Willemsse Zeijlmans en ten noorden Frees Jans Reckers. Streckende uijtten westen van Vroukensvaert aff oostwaert in tot de Geer toe. Ende moet dit lot uijtrijken aen Cornelis Reckers vijftien gulden, die op huijden sijn voldaen.

Eijndelijk ende ten laetsten is Jan Willems Zeijlmans in sijne voornoemde qualiteijt ten behoeve gemelte sijne kinderen gelot, gecavelt ende beërfdeelt op de volgende goederen: eerstelijk op eenen grasdries, gelegen inde Weenen alhier, groot ontrent 2 1/3 hont, gelegen oost Jenneken Croten, ten westen Arien Croten, ten suijden Frees Janse en ten noorden den Armens driesen.

Ten tweeden en laetsten op drie vierendeel honts ackerlant inde stede Wouter Biemans cum suis, tusschen erffenisse Lijsbet Biemans noorden, Corstiaen Marcelis zuijden, ten oosten Pietronel Biemans en ten westen Vroukensvaert. En moet dit lot uijtrijken aen Cornelis Reckers twaelff gulden tien stuijvers, die op huijden sijn voldaen.

Ende is Huijbert, Cornelis en Jan Marcelis Reckers nog ten deel gevallen den imboel bij haer moeder naergelaten mits dat sij sullen gehouden sijn te betalen alle de schulden tot lasten vanden boedel staende ende daer en boven aen ider kint van Jan Zeijlmans verweckt bij Maeijken Reckers zaliger uijt te rijken de somme van drie gulden en drie stuijvers eens, die op huijden sijn voldaen.

Aldus dese voors deelinge rechtelijk bij blinde lotinge gedaen en hebben partijen malkanderen over en weder vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. Ende verclaert ider met het sijne te vrede te sijn en en te betalen alle de lasten daer op staende. Sonder dat den een op den andere sijn bevallen lot ietwas meer sal hebben te pretenderen, nu ofte ten eeuwige dage. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Jochum vander Laer, schepenen in Groot Waspick. Desen 3e november 1713.

Fol. 226r

Schijdinge ende erfdeelinge die bij desen sijn doende de gelijke kinderen van Jan Buijs vande erfgoederen naergelaten bij Adriaen Cornelis Buijs haer lieder voor een derde part grootvader. Ten overstaen van schout en schepenen van Groot Waspik in manieren als volgt:

Voor eerst soo is Thomas Buijs bevallen op een del gelegen inden polder van Waspik voors, gelegen tusschen erffenisse de schouttin van Waspik oost, de weduwe Jan Dirken west. Streckende van s’Heeren straet aff tot de Kae toe. Ende moet dit lot proffiteren van Salomon van Grevenbroek als in huwelijk hebbende Maria Buijs de somme van vijffentwintig guldens.

Ten 2e soo is Arien Nobel als in huwelijk hebbende Neesken Buijs bevallen op een halven acker zaijlant met de bijster daer tijnden aen gelegen tot de watergang toe, tusschen erffenisse Peeter Geerden oost ende Jan Wouters Verschueren west. Streckende vande dorpe S’Gravenmoer aff noordwaert in tot de watergang toe.

Item alnog is den voors Arien Nobel bevallen op een veldeken, gelegen tusschen erffenisse Wouter Jans Gijben oost en d’weduwe Willem Blankers west. Streckende van s’Heeren straet aff tot de watergang toe. Ende moet dit lot bij egalisatie proffiteren van Salomon Grevenbroek in sijn voors qualiteijt ter somme van vijf en twintig gulden.

Ten 3e soo is Pitronel Buijs bevallen op een veldeken, gelegen buijtendijcx onder Waspik voors, tusschen erffenisse de weduwe Willem Blankers oost ende Jan Jans Vassen west. Streckende vant Out vaertje af zuijdwaert in to S’Gravenmoer toe.

Alnog op eenen halven acker zaijlant bedeelt op den noorden kant, tusschen erffenisse Arien Huijberden Conincx cum suis met de wederhelft suijden en Arien Pouwels Bruijnenbaert noorden. Streckende vande Binnenvaert af westwaert in tot de erve van Frijs Reckers. Ende moet dit lot bij egalisatie proffiteren van Salomon Grevenbroek in sijn voors qualiteijt ter somme van vijf en twintig gulden.

Ten 4e en laetste soo is Salemon van Grevenbroek als in huwelijk hebbende Maria Buijs bevallen op 1½ hont hooij ende weijlant, gelegen inden polder alhier, bedeelt in een stuck van 4½ geert op den westenkant in een stuck van negen geerde, tussen erffenisse vande heele 9 geerde Jan Tijsse Conincx oost en den Armen van Waspik west. Streckende vande Cae sloot af noordwaert tot den halven Schaeij sloot toe. Mits dat hij Grevenbroek gehouden blijft de bovengemelte uijtrijkinge te doen, ider op sij loth als voren staet gementioneert.

Aldus dese erfdeelinge rechtelijk gedaen mits dat den eenen op den anderen sijn lot niets meer heeft te pretenderen als voors staet. Ter presentie vanden schout ende volle collegie, desen 9e januarij 1714.

Fol. 226v

Smaldeelinge tusschen Huijbert Aerts van Hassel ter eenre ende Damus ende Jan Cornelisse Schoenmakers ter andere sijde. Van een huijs ende erve gestaen ende gelegen onder Groot Waspik als volgt:

Eerstelijk soo sal Huijbert van Hassel hebben de helft vande stede regt toe te reeckenen van s’Heeren straet af tot de del toe, maer sal ses voet voor een rijweg van sijn helft missen doorgaans tot de delle toe, die tot het gerieff sal wesen van haer gesamentlijk, indien het out huijsje weert vertimmert als hier naer staet geëxpresseert. En is conditie dat den voors van Hassel sijnen rijwegt onverhindert van imant sal hebben en gebruijken langs de westsijde vande voors heele stede nevens het huijs van Adriaen de Jong tot de delle toe ende dan dwars over tot sijn huijs en erve toe, over de erve vande voors Schoenmakers. Ende blijven de voors Schoenmakers nog gehouden den peerdestal staende aende oostsijde van ’t out huijs af te breken ende de waterput staende mede aenden oostsijde te dimpen. Ende het sijdeurken aenden dorsvloer aenden oostenkant toe te maken mits dat de voors Schoenmakers haer ligt sullen mogen maken aende oostenkant. Ende dat hij van Hassel gehouden blijft sijn heijning aen te sluijten aenden oostensen stijl vande hooge deur. Ende sal dit loth proffiteren vande voors Schoenmakers ter somme van twee hondert guldens.

Hier tegens soo sijn de voors Schoenmakers bevallen op het huijs ende erve gelegen onder Groot Waspik &a, tusschen erffenisse Adriaen de Jong west en den voors van Hassel met sijn voors bevallen lot oost, s’Heeren strate suijden ende de dellen noorden. Mits dat de reede getrocken sal worden van nu ende altijt uijt den sloot gelegen agter het voors huijs tussen de twee dellen, te weten: de een del compiterende de voors Schoenmakers ende de andere dend en voors van Hassel cum suis. Ende is mede conditie ofte het quam te gebeuren dat de voors Schoenmakers ofte haere naercomelingen het voors huijs quamen te versetten ofte opnieu te timmeren in sulke geval sij gehouden blijven het voors huijs te setten aenden westenkant digt naest de stede van Adriaen de Jong. Ende dan sullen de voors Schoenmakers tusschen beijde de voors erve moeten missen te weten van haer eijgen erff ses voet breette, te weten vande delle aff tot voors haeren strate toe aende oostenkant van t voors goet tot gerief van eenen gemeenen rijwegt gelijk den voors van Hassel mede sal wesen gehouden tot den voors rijwegt gelijk voors staet. Ende den selven vande voors comparanten gesamentlijk sal worden gebruijkt naer haer wel gevallen. Mits dat den voors wegt van haer gesamentlijk sal moeten worden onderhouden in sulken geval.

Aldus dese deelinge regtelijk gedaen ten overstaen den schout, Dirk Zeijlmans, Jan van Grevenbroek en Jan Vos, schepenen, desen 14e februarij 1714.

Fol. 227r

Schijdinge ende smaldeelinge tusschen die bij dese doende en overgevende sijn Cornelis de Bont ende Mattijs de Bont voor de een helft ende Frans Camp voor de andere helft. Ende dat van tien geerde en een half en drie agste parten van geert hooij ende weijlant, die de selve gemeen en onverdeelt hebben liggen inden polder van Groot Waspik, in een stuk van veertien geerde en een halve geert. Waer van de resterende drie en een halve en een agste geert Johannis Coninx is compiterende, liggende op den westenkant. Belent ten oosten van de 14½ geert Bastiaen Vassen cum suis en ten westen de weduwe Anthonij Ockers. Streckende vande Cae sloot af noortwaert in tot den halven Schaeij sloot toe.

Eerstelijck soo is Cornelis de Bont bedeelt op den westenkant vande voornoemde 10½ geert hooij ende weijlant, met twee geerden en een halff en een agste en een sestiende en den tweeën dartigste part van een geert.

Ten tweeden soo is Frans Camp bedeelt op den oostenkant van Cornelis de Bont tot den binnen sloot toe met en halve, een vierde, een agste en een sestiende en den tweeën dartigste part van een geert. Streckende als voren.

Nog is den voornoemden Frans Camp bedeelt op vier en een halve en een tweeëndartigste part van een geert op den westenkant vande sloot die midde in de voornoemde veertien en een halve geert leijt en sulcx gemeen inde oostense 7¼ geert met Mattijs de Bont.

Eindelijk en ten laetsten soo is Mattijs de Bont bedeelt in de voornoemde oostense seve en een vierde geert, gemeen met Frans Camp voornoemt met twee geerde en een halff en een agste en een setiende en een tweeëndartigste part van een geert.

Alsdus dese smaldeelinge regtelijk gedaen en bekende ider met het sijne te vreden te sijn en niet meer op malkanderens loten te pretenderen te hebben. Actum Groot Waspik, desen 14en februarij 1714 ter presentie en overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans, Jan van Grevenbroek en Jochem vander Laer, schepenen.

Fol. 227v

Op huijden den 14e februarij 1714 compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik ondergenoemt Mattijs de Bont, den welcke ingevolge sekere acte van aenneminge voor schout en geregte van Groot Waspik gepasseert nopende de alimentatie van t kint bij hem in huwelijk verwekt bij Anneke Jans de Graeff ende de uijtrijkinge daer inne vermelt, met name Huijbertje Tijsse de Bont, verclaerden te renuntieren en afstant te doen van sekere geregte derde part van seven en een vierde oart van een geert hooij ende weijlant, gelegen inden polder alhier, aen en ten behoeve van Jacob Huijberde Cuijl als in huwelijk hebbende de voors Huijbertje Mattijs de Bont, dogter vanden voornoemden Mattijs de Bont bij hem bij de voors sijne huijsvrouw verweckt. Compareerde nog den voornoemden Jacob Huijberde Cuijl in qualiteijt voornoemt en bekende met het voornoemde een derde part, gemeen en onverdeelt met Frans Camp volkomen genoegen te nemen en daer mede te vreden te sijn, sonder ten dien opsigte eenige reserve te houden in het voornoemde lant uijt wat hoofde het oock soude mogen wesen. Aldus gedaen en verleden ten overstaen vanden schout, Dirk Zeijlmans, Jan van Grevenbroek, Jan Vos en Jochem vander Laer, schepenen in Waspik op dato voors.

Fol. 227v

Van Adriaen Jacobs vander Kae sijn goederen heeft onderanderen gedeelt Adriaen de Zeeu in huwelijk hebbende Lijsbeth Jans, Jacob, Jan en Huijbertje Janse vander Cae, te samen en onder haer vieren 2/3 part in een huijs, hoff ende voorts ‘t geen daer aen behoort onder Waspik, waer van ’t resterende derde part toecont de weduwe Jan Jacobs. Oost Meeus Jacobs cum suis, west Adriaen vander Schans cum suis. Streckende uijtten suijden van d’erve van Frans Hoevennaer cum suis af noortwaert in tot d’erve van Jan Jansen Timmermans cum suis toe. Ende dat volgens deelinge gedaen voor schepenen tot Raemsdonk in dato den 16 meert 1711, ons geëxibeert en gebleken. Actum ter presentie Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans, Jan Grevenbroek, schepenen, desen 15e september 1714.

Fol. 228r

            Contract

Compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik ondergenoemt Sr Cornelis Buijs, coopman in hooij ter eenre ende Adriaen Vassen, gewesen hooijschipper en bijde woonachtig alhier ter andere sijde, te kennen gevende sij comparanten … dat den tweeden comparante in den jare 1712 door den eersten comparant Cornelis Buijs is bevragt geworden met ontrent vijff en tseventig duijsent ponden hooij omme het selve met sijn schip te brengen na Brussel. Onder assurantie van het schip dat Adriaen Vassen ontrent in de maent maert vanden selve jare nevens verschijde andere hooijschepen is gekomen op Kleijn Willebroek. Dat als doen het ongeluck heeft gewilt dat daer is gekomen een franse partij gecommandeert wordende door den partijganger Sjan Péére dat die partij tot groot leetwesen van hem Vassen het bovengemelt hooijschip met hooij en al wat daer in was is inden brant geschoten en gevoeglijk hetselve genoegsaem geheel verbrant geworden dat over het betalen vande waerde van het gemelde verbrande hooijschip tusschen de gemelte comparanten questie en protes is ontstaen dat te dugten stont daer door groote onkosten te sullen rijsen ende reets al geresen sijn in consideratie dese questie in cas d’appel voor de edele Hove van Hollant al lotispedent is hangende dat om alle verdere onkosten en moeijlijkheden voor te komen de voornoemde comaparanten met den anderen (door tussen spraeck van goede luijden) sijn geaccordeert en over een gekomen in manieren en op conditie hier naer volgende. Eertselijk is conditie dat het proces over dese questie als voors voor het hoff hangende na dese geen voortgang meer sal hebben maer sullen de respective comparanten het selve aen de practisijns doen opschrijven dat ook de comparanten ider van haer seijde sullen moeten betalen alle onkosten door haer uijt dien hoofde gemaeckt sonder dat den eenen met den anderen sijn kosten ofte practisijns sal te doen hebben. Ende is nog verder conditie dat den eersten comparant Cornelis Buijs aen den tweeden comparant Adriaen Vassen sal moeten voldoen ende betalen een somme van drij duijsent en vijff hondert guldens hollants. Namentlijk een duijsent guldens binnen ses weecken na dato deses ende de resterende twee duijsent en vijff hondert guldens binnen agtien maenden na dato deses te betalen. Is nog wel expres conditie dat Adriaen Vassen het frack ofte t geene nogh van het voors schip overig gebleven ende tot Cleijn Willebroek gelegen is voor sijn reeckening sal blijven behouden. Is mede nog wel expresselijk geconditioneeert dat ingevolge Cornelis Buijs

verte

voor sijne reeckening ende tot sijne lasten alle de bovengenoemde penningen soude moeten quit sijn ende aen hem naderhant van sijne principale geen duijt en weerde gerestitueert dat in dien gevalle dog anders niet door Adriaen Vassen aen den selven Buijs sal moeten worden gerestitueert een somme van vijff hondert guldens munte als voren mits dat Cornelis Buijs des versogt wordende de waerheijt met eede solemneel sal moeten bevestigen.

Ende is nog wel expreselijk besprooken dat den eersten comparant Cornelis Buijs bij sijn meesters ofte die hij oordeelt het verbrant schip met de verdere schade door Adriaen Vassen geleden te moeten betalen sal moeten alle bedenkelijke devoiren ? en middelen in het werk stellen ten einde dat alle de schade door hem Vassen geleden, ingevolge het vonnis bij mijn heeren vande vierschaer van Zuijdhollant ten dien eijnde gewesen, aen hem nog worden voldaen en betaelt ende dat alle de gelden die den voornoemde Buijs vande voornoemde meesters meerder mogt komen te ontfangen als dit accoort bedraegt door hem aenden tweeden comparant Adriaen Vassen als dan ten eersten sullen moeten worden geproffiteert en voldaen ende sal Cornelis Buijs gehouden sijn dese conditie in sijne forma met eede (des versogt wordende) te moeten bevestigen sonder tegenspreken.

Ende alsoo den tweeden comparant Adriaen Vassen oordeelt dat den eersten comparant aen hem soude moeten betalen de bedongene vragt van het hooij door hem alsdoen in sijn schip geladen en den eersten comparant oordeelt sulx niet schuldig te sijn soo is geconditioneeert dat het selve sal worden gestelt in hande van twee onpartijdige eerlijke luijen haer sulx verstaende ende dat de respective comparanten haer sullen te vreden houden soo als het door haer nopende de bedonge vragt sal worden uijtgesproken.

Tot naerkominge van alle het geene voors staet verclaerde de voonoemde comparanten speciael te verbinden haer persoonen ende generalijk hare verdere goederen, hebbende ende vercrijgende, egeene van dien uijtgesondert. Ende dit alles onder willige condemnatie vande edele hove en hooge vierschaer van Zuijthollant. Ten dien eijnde constituerende Adriaen Hagoort ende Huijbert van Wetten, beijde procureurs voor den gemelten hove. De eene omme de condemnatie te versoeken en den anderen omme daer in te consenteren respective. Alles sonder fraude. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans ende Jan van Grevenbroek, schepenen in Groot Waspik, desen twintigsten october xvijc en veertien.

Mij t’oirkonde J. Zeijlmans, secretaris, 1714.

In de kantlijn: Compareerde ter secretarije van Groot Waspik Adrian Vassen den welken bekende door Cornelis Buijs voldaen ende betaelt te sijn vanden nevenstaende contracte, den eersten penning met den lesten ende dit ingevolge de quitantie op den 9en deser maent october aenden voors Buijs gegeven. In teijken der waerheijt is dese bij mij Vassen onderteijkent op den dertiende october xvijc sestien, Adriaen Vassen. In kennisse van mij, J. Zeijlmans, secretaris, 1716.

Fol. 229r

Acte van aenneeming waer bij Pitronel Zeijlmans weduwe van Mattijs Adriaense de Jong hare kinderen vande voogden aenneemt.

Op huijden den 14e april 1714 compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik &a  Pitronel Adriaens Zeijlmans weduwe van zaliger Mattijs Adriaens de Jong ter eenre ende Adriaen Jans de Jongh, grootvader ende gecoren voogt mitsgaders Adriaen Huijberde Zeijlmans mede grootvader en toesiender vande ses onmondige weeskinderen van zaliger den bovengemelten Mattijs de Jong bij hem in huwelijk verweckt bij den voornoemde Pieternel Adriaens Zeijlmans met name Jan, out dertien jaren, Adriaentje, out elff jaren, Huijbert, out negen jaren, Francus, out seven jaren, Cornelia, out vijff jaren, en Anna Mattijs de Jong, out ontrent twee jaren ter andere sijde. Dewelke verclaerde met consent van schout en geregten nopende de alimentatie en opvoedinge vande gemelte ses kinderen metten anderen inder minne geaccordeert en verdragen te sijn in manieren hier naer volgende:

Eerstelijk soo is conditie dat de voors weduwe Pitronel Zeijlmans in vollen eijgendom sal behouden alle de goederen’t sij roerende, onroerende, haeffelijke ende meubilaire goederen niets uijtgesondert, die haer in gemeenschap met den voornoemden haren overleden man in eijgendom toebehoorende geweest waeronder ook sijn begrepen de goederen haer bij testament van haren overleden oom Peeter Huijberde Zeijlmans aenbestoven. Onder dese speciale conditie nogtans dat de selve weduwe gehouden en verbonden blijft de meergemelte ses kinderen te alimenteren, op te voeden ende van alle behoorlijke nootdruft te versorgen tot dat het jongste kint sal gekomen sijn tot sijne mondige dage, huwelijken of andere geapprobeerden state. Ook deselve versien van cleedinge ende reedinge van linnen als wollen, soo wel siek als gesont egeenen tijt van perijkel uijtegsondert. Mitsgaders haer te laten leeren lesen, schrijven, sijfferen en daer en boven een goet en eerlijk hantwerk te laten leeren waer toe deselve naer den staet boedels best bequaem sal off sullen bevonden worden. En daer en boven aen ider vande voors ses kinderen soo ras die tot haren monsigen dagen sullen gekomen sijn tot voldoeninge van hare

verte

vaderlijke goederen off legitime portie te moeten uijtrijken een somme van twintig caroli guldens ende sulcx aende ses kinderen een somme van een hondert en twintig guldens. En is cas van sterven van een der selver kinderen sullen die gelden die aen het selve soude moeten worden uijtgerijckt op de in ’t leven blijvende gelijkelijk moeten agreasseren en aenwassen. Eijndelijk is nog wel expresselijk geconditioneert en besproken indien de voornoemde Pitronella Zeijlmans haer eens ten tweeden huwelijk mogt komen te begeven dat in sulck geval dog anders niet door de gemelte Pitronella Zeijlmans vande helft der vaste goederen haer door den bovengemelte oom Peeter Huijberde Zeijlmans bij testament aenbestorven op geender hande manieren sal mogen worden gedisponeert. Dat deselve in dien gevalle naer haer overlijden dog eerder niet invollen eijgendom sonder de eenige de minste belastinge sullen moeten komen en devolveren op de boven gemelte ses kinderen ofte wel op de langstlevende derselve. Ende dat alles onder verbant als naer regten daer toe staende.

Aldus gedaen ende gepasseert bij en ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirk Zeijlmans en Frans Camp, schepenen in Groot Waspik, op datum ut supra.

Fol. 230r

Schijdinge ende erfdeelinge die bij dese doende en overgevende sijn Dingeman Dirken Schoenmakers als in huwelijk gehadt hebbende Elisabet Willemse Buijs en Willem Dingemans Schoenmakers, sone van Dingeman Dirken als innestaende voor sijn verdere kinderen en susters en broeders respectivelijk Melis Peeters als in huwelijk hebbende Cornelia Willems Buijs, Joost Adriaen Horsten als in huwelijk hebbende Anna Willems Buijs, Bastiaen Vassen als in huwelijk hebbende Janneken Willems Buijs en Hendrik Zeijlmans in qualiteijt als voogt en Melis Peeters als toesiender vande weeskinderen van zaliger Peeter Ansen Bosser in huwelijk verweckt bij Maria Willems Buijs, met name Dingena Bosser, Anselmus Bosser en Maria Bosser en in die qualiteijt alle erfgenamen ab intestato van zaliger Maeijken Willems Buijs in haer leven gewoont hebbende alhier ende dat van alle goederen bij haer agtergelaten in manieren als volgt:

Eerstelijk is Dingeman Dircken Schoenmakers als in huwelijk gehadt hebbende Elisabet Buijs bij blinde lotinge bevallen op een geert ende eenvierde geert hooij ofte weijlant, gelegen in Cleijn Waspik, gemeen en onverdeelt in vijff geerden, bedeelt op den westenkant in een stuk van tien geerden, met den Armen van S’Gravenmoer. Belent ten oosten vande heele tien geerden de weduwe Coenraet Baes cum suis en ten westen den Armen alhier. Streckende van Groot Waspik aff noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe.

Ten tweeden soo is Melis Peeters als in huwelijk hebbende Cornelia Buijs bij blinde lotinge bevallen op een geert en een vierde part van een geert hooij ofte weijlant, gelegen onder Cleijn Waspik, in een stuk van tien geerden, gemeen en onverdeelt in de westense vijff geerden. Belent en streckende als voren.

Ten derden soo is Bastiaen Vassen als in huwelijk hebbende Janneken Willems Buijs bij blinde lotinge bevallen op een geert hooij ende weijlant, gelegen inden polder alhier, gemeen en onverdeelt in een stuk van ses geerden. Belant ten oosten vande heele ses geerden Peeter Camp cum suis ende ten westen de weduwe Peeter Zeijlmans in sijn leven secretaris alhier. Streckende vande Cae sloot aff noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe.

Nog op eenen acker zaeijlant gelegen alhier tusschen erffenisse Huijbert Aertsse oost en Fransus Tielemans west. Streckende vande halve Heer straet aff zuijdwaert in tot den dijck toe.

Item alnog een geert en een vierde geert hooij ende weijlant, gelegen onder Cleijn Waspik, in een stuk van tien geerden met de weduwe Wouter Zeijlmans en andere. Belent ten oosten (niets ingevuld) en ten westen (niets ingevuld). Streckende van Groot Waspik aff noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe. Ende moet dit lot aen ider der resterende vier loten uijtrijken vijff en twintig guldens.

Ten vierden soo is Joost Adriaen Horsten als in huwelijk hebbende Anna Willemse Buijs bij blinde lotinge bevallen op een en een vierde geert hooij ende weijlant, gelegen in Cleijn Waspik, in een stuk van tien geerden, gemeen en onverdeelt in de westense vijff geerden. Belent ten oosten vande heele tien geerden de weduwe Coenraet Baes cum suis en ten westen den Armen alhier. Streckende van Groot Waspik aff noordwaert in tot den halven Schaeij sloot toe.

Eindelijk en ten laetsten soo is Hendrik Zeijlmans in qualiteijt als voogt en Melis Peeters als toesiender vande voornoemde weeskinderen van zaliger Peeter Ansen Bosser en Maria Willems Buijs bij blinde lotinge bevallen op een en een vierde geert hooij ofte weijlant, gelegen in Cleijn Waspik, in een stuk van tien geerden. Belent en streckende als voren.

Aldus soo sijn partijen vertijt en vertegen naer den regten van Zuijthollant. En bekende den eenen op den anderen sijn bevallen lot niet meer te pretenderen te hebben maer ider met het sijne te vreden te sijn ende te betalen de lasten die op ider sijn bevallen lot staen en bekende de comparanten vande uijrtijkinge en de deelinge gemelt voldaen te sijn en malkanderen te helpen dragen alle lasten en calansien die er namaels op soude mogen komen uijt wat hoofde het soude mogen sijn. Actum Waspik ter presentie van Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Jan van Tilburg, schepenen in Groot Waspik, desen 12e februarij 1715.

Fol. 231r

Compareerde voor schout en schepenen van Groot Waspik Pieter Buijs, woonende alhier, den welken verclaerde te renuntieren ende afstant te doen van alsulken regt ende pretens als den selven eenigsints soude kunnen pretenderen te hebben op den boedel van zaliger Adriaentje Peeterse Berhouts uijt wat hoofde het ook zoude mogen sijn. Als verclarende op den gemelte boedel ofte wel desselffs tetamentaire erfgenamen niets meer te pretenderen te hebben. Onder verbant als naer regten. Alles sonder froude. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Frans Camp ende Jan (Huijbertsen) Vos, schepenen in Groot Waspik, desen agt en twintigsten jannuarij 1715.

Fol. 231v

            Aenneminge Antonij van Dommelen wegen sijn kinderen

Compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik Anthonij van Dommelen laetst weduwenaer van zaliger Cornelia Huijbertse Vos ter eenre ende Jan Huijbertse Vos in qualiteijt als oom en bloetvoogt vande kinderen bij den voornoemden van Dommelen ende Cornelia Huijbertse Vos in huwelijk verweckt ter andere sijde. Dewelke verclaerde met consent van Adriaen Zeijlmans, schout alhier, als oppervoogt over de alimentatie en opvoedinge vande gemelte kinderen met den anderen overkomen en geaccordeert te sijn in manieren als volgt: namentlijk dat den erersten comparant Anthonij van Dommelen de voornoemde sijne kinderen behoorlijk sal moeten opvoeden en alimenteren soo van kost, drank, cleding als reeding soo wel van linnen als wollen, siek ende gesont, die ook te laten leeren lesen, schrijven, stoppen en naeijen ende daer en boven een eeerlijk hantwerk daer sij best bequam toe sal off sullen bevonden worden tot dat het jongste kint sal gekomen sijn tot sijnen modinigen dage, huwelijk of anderen geapprobeerden state. En dan daer en boven aen ijder vande selve nog uijt te keeren en voldoen een somme van ses guldens tot voldoeninge van haer moeders goet off legitime portie. Waer tegens den selven van Dommelen in vollen eijgendom sal blijven behouden alle de vaste en ander goederendie bij hem tegenwoordig in eijgendom besten worden, soo active als passive, geen uijtgesondert. Dog is nog wel expresselijk geconditioneert dat off het mogt komen te gebeuren dat den selven van Dommelen sig wederom ten huwelijk quam te begeven dat egter na doode vanden voornoemden van Dommelen alle de vaste goederen die bij den selven iegenwoordig in eijgendom worden beseten voor soo veel dan nog in wesen sullen bevonden worden als dan sullen moeten geërft en in vollen eijgendom hooft voor hooft sullen moeten gedeijlt worden bij de kinderen bij hem in huwelijk verweckt bij Anneke Zeijlmans ende Cornelis Huijbertse Vos, sonder dat sijne huijsvrouwe ofte wel haer erfgenamen daer van ietwes sullen konnen off mogen te pretenderen. Ende werden ten dien eijnde wel specialijk voor cragteloos gehouden alle actens die door den voornoemden van Dommelen het sij alleen ofte wel met sijne te krijgen huijsvrouwe contrarie deses mogte worden gemaekt ofte gepasseert als houdende deselve voor nul, cragteloos ende onwaerden. Alles sonder froude, renuntierende alle de exceptien die den voornoemden van Dommelen eenigsints soude konnen te stade komen. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Frans Camp en Jochem vander Laer, schepenen, desen veertienden februarij 1715.

Fol. 232r

            Conditie van ’t erfhuijs van Dirk Zeijlmans

Op huijden den 7e meert 1715 soo wil Dirk Zeijlmans bij wijse van erfhuijs ten overstaen van schout en geregten van Groot Waspik publiecq ende voor alle man aende meest biedende opveijlen en vercoopen alle de nabestaende goederen bestaende in alderhande soorte van huijsraet &a op conditie en voorwaerde hier naer volgende:

Wie eenig gelt biet sal gehouden wesen te blijven bij sijn gebodt, alles op een boete en breuke van hondert goude realen, goet van goude ende swaer van gewigte, te gaen naer pijn en regt.

Den officier houd het eersten, tweeden ende derden woort aen sijn selven. Wil wel een ander begrijpen maer wil selfs niet begrepen wesen.

De mijnders ofte coopers van eenige derselver goederen sullen gehouden wesen deselve gereet en contant bij het mijnen te betalen eer sij deselve vanden werff sullen mogen brengen off vervoeren.

Nog sullen de coopers van eenige der selver goederen betalen aenden heer officier voor sijn slag off pont gelt van ideren gulden eenen stuijver.

Soo ietwes ‘t geene hier te koop sal werden gestelt tot genoegen vande vercoopers niet genoeg mogte gelden sal hij vercooper aen sijn selven mogen behouden sonder tegenseggen van imant

Off het gebeurde dat twee offmeer te gelijck mijnden al men het gemijnde van nieus andermael mogen veijlen ende vercopen.

Alnog houdt den vercooper vrij drie lossinge, mits betalende voor ider los eenen stuijver.

Eerstelijk eenige houte doosen bij Crijn Michiels van Rossum 0: 5: 0
Een doosje en bak met cranen, den selven 0: 6: 0
Een tob met swartsel doosjes, den secretaris 0: 8: 0
2 tonnekens, 1 tob, de weduwe Michiel Compeer 0:11: 0
2 tooben &a, Vas Peeters de Hoog 0: 8: 0
Eenige eerde potten, Jan van Grevenbroek 0: 2: 0
Dito nihil
Eenige eerde kannen, Bertus van Tichel 0: 6: 0
Eenige eerde stoopen, Adriaen Coninx 0: 3: 0
Boterpot en melkkan, Steven Steenhoven 0: 6: 0
Eenige taffelborden, Adriaen Vassen 0: 5: 0
1 fles en kannen, Jacob Geenen 0: 3: 0
3 witte schotelen, den schout 0: 4: 0
6 witte borden, Arien Nouwens 0: 4: 0
1 scherbort met boenders, den schout 0: 6: 0
2 stoopen, Grevenbroek 0: 6: 0
Een cleerbak en rommeling bij Jacobus Geenen 0: 2: 0
1 tafel, weduwe Compeer om 0:10: 0
Eenige rommelerij, Adriaen Coninx 0: 3: 0
2 tobbekens &a, Crijn van Rossum 0: 9: 0
Tarton &a, Anna de Bont 0: 7: 0
1 ijsere plaet &a nihil
1 cevie pecton &a, Maria de Graeff 0: 6: 0
1 oost &a, Bertus van Tichel 0: 4: 0
1 venster, Steven van Steenhoven 0: 6: 0
1 voetbank, de weduwe Compeer, gelost bij den schout 0: 9: 0
Vuurmant en bakermat, Adriaen Anthonisse Cininx 0: 1: 0
1 ijsere rijf, de heer pastoor 0: 8: 0
1 ton met rommeling, Jan Verwiel 0: 4: 0
Een wastoel en wastob, bij den schout gelost 1:17: 0
1 balans en capstok, Jochem vander Laer 0: 2: 0
Een conijns cooij, den selven 0: 3: 0
2 eemers en lepelrek, Jan Grevenbroek 0:13: 0
1 planke spijkerbak, Moleschot 0:17: 0
1 kist, Arien Huijberden 1:13: 0
3 planken &a, d’weduwe Compeer 0:14: 0
1 planck en haek, den secretaris 0: 5: 0
1 haverbak en trift, Cornelis de Bont 1: 4: 0
1 kast, Crijn van Rossum 0:13: 0
1 vleeston, Adriaen Anthonisse Coninx 1:17: 0
1 tafel &a, Aert Aerts Joor 0: 4: 0
1 coopere melkkan en panneken, Jan Vos 1:18: 0
1 kannebort, Adriaen Vassen 0:10: 0
1 roostel, Grevenbroek 0:18: 0
1 cooperen cetel Arien Huijberde Coninx 3: 7: 0
1 copere ceteltje en blaker, Geerit Camp 0:13: 0
1 copere panneke, Reijnier Costers 0: 5: 8
1 coper schuijmspaen, Jan Gevenbroek 1: 0: 0
7 lepels en 7 riekskens, Jochem vander Laer 1: 0: 0
1 glase lanteern, Cornelis de Bont 0:13: 0
2 copere candelaers, Grevenbroek 1: 7: 0
1 copere candelaer, Adriaen Vassen 1: 1: 0
1 kopere melkkan, Cornelis Mattijs Camp 6: 9: 0
1 ijsere potje, den Schutter 0: 9: 0
1 lanteern en 2 roostels, Vas Peeters de Hoogh 0:11: 0
1 baxke met gewigt, Steven Steenhoven 0:17: 0
1 capmes en rommelerij, schout de Bruijn 0:10: 0
1 tang met cooper beslag, Grevenbroek 0:13: 0
1 copere cetel &a, Jochem vander Laer 0: 6: 0
1 ijsere confoor, Jan Veen 0:12: 0
1 mostertmeulen, Adriaen Vassen 0:15: 0
1 emmer &a, Jan van Tichel 0:10: 0
2 stoelen, Jan van Grevenbroek 0:12: 0
1 tang, schup en pamp, Thomas Moleschot 1:15: 0
1 stoel en schael, Jan Vos 0: 6: 0
6 stoelen, Cornelis de Bont om 19 stuijvers ’t stuck, is 5:14: 0
6 schilderijen, Jan Vois 0:10: 0
Dito, Jochem vander Laer 0: 8: 0
1 hangijser &a, Reijnier Costers 0:13: 0
1 schilderij, Grevenbroek 0: 9: 0
2 schilderijen, den selven 0:16: 0
2 dito bij Jochem vander Laer 0: 3: 0
2 dito bij Grevenbroek 1: 2: 0
2 dito bij den selven 0: 9: 0
1 strijkijser &a, Sijken Cornelisse Claveren 0:13: 0
2 galaijen cannekens, Jan Willemse Cloot 0:10: 0
2 dito, Peeter de Zeeu 0:13: 0
1 koker met 6 messen, den schout 1: 8: 0
1 ijseren bol, d’heer pastoir 0: 9: 0
1 tinne teepotjen, Grevenbroek 0:16: 8
1 teebus &a, Moleschot om 0: 5: 8
1 tinne boterpot, Grevenbroek 1: 0: 0
1 tinne mostertpot, soutvat en tregter, Peeter de Zeeu 0:12: 0
1 tinne schotel en trefter, Adriaen Vassen 1: 4: 0
1 tinne schotel, Beertus van Tichel 0:15: 0
1 dito, Grevenbroek 1:10: 0
1 dito, Grevenbroek 1:14: 0
6 glaesjens bij Grevenbroek 0: 5: 0
3 roomers, 2 bierglasen, Grevenbroek 0:12: 0
4 glasen, Moleschot 0: 5: 0
1 tinne schotel, Grevenbroek 3: 3: 0
1 dito, Moleschot 3: 5: 0
1 dito, schout van Clijn Waspik 3: 1: 0
1 tinne pispot, Grevenbroek 1:10: 0
1 tinne schotel, Adriaen Vassen 1:17: 0
1 dito, Grevenbroek 1:10: 0
2 kannen Jacobus Janse Otte 0: 4: 0
1 vuurijser &a Peeter de Zeeu 0: 7: 0
1 kroon en boterlepel, den schout 0: 9: 0
1 teereck, Cornelis de Bont 1: 2: 0
1 varken, Jan Grevenbroek 0: 4: 0
2 treckpotten, d’heer Louwen 0:11: 0
½ doesijn toegoet, Adriaen Zeijlmans 1: 3: 0
Nog ½ dosijn ad idem, den schout van Clijn Waspik 1:13: 0
Nog ½ ad idem, Jan Veen 1: 6: 0
Nog ½ dosijn grof, Grevenbroek 0: 5: 8
1 spoelkom en schoteltjens, Grevenbroek 0: 3: 0
1 turfton, den selven 0:14: 0
2 borstels, Moleschot om 0:17: 0
1 tafel, Adriaen Vassen 0:17: 0
1 schabel, d’weduwe Compeer 0: 6: 0
1 mant met swevel, Grevenbroek 0: 6: 8
1 pontertou. Jan van Tichel de Jonge 0: 9: 0
1 paer gordijnen, den schout 1:11: 0
 1 paer dito, den schout om 0: 8: 0
1 hamerke, Reijnier Costers 0: 4: 0
1 pors, den schout om 0: 2: 0
1 schael, balans en bloxke bij Moleschot om 0:10: 0
De glase kastbij Adriaen Vassen 12: 0: 0
1 tafeltje en mant, Vas Peeters de Hoog 0: 1: 0
De winkelbank, den schout om 0:16: 0
1 kastje, d’wed Compeer 1: 7: 0
1 bet, hooftpeulu, kussens en japonse deecken bij Cornelis de Bont 26: 0: 0

            Volgt schout de Bruijn

1 kastje, Adriaen Schouten 1:12: 0
1 balans en schalen, den schout 0:12: 0
1 tafeltje, Grevenbroek 0: 9: 0
Alde rommeling in ’t agterkamerke, den schout 0: 3: 0
2 hoopen hout in ’t agterhuijs bij den schout om 1: 5: 0
Eenigen mutsert bij den schout 2:10: 0
Nog 2 hoopen hout, den selven 2: 0: 0
Nog een hoopke om 0: 3: 0
2 voorste wagenraaij bij Grevenbroek om 3:11: 0
Den inctkoker, Cornelis de Bont om 0:19: 0

Aldus dese vercoopinge regtelijk gedaen bij en ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Frans Camp, schepenen in Groot Waspik, desen 8e meert 1715. En bekende den ondergetekende vercooper Dirk Zeijlmans vande vopors cooppenningen voldaen en betaelt te sijn.

Fol. 234r

            Aenneminge Wouter Jans Verschueren wegen sijn kinderen

Op huijden den 10e april 1715 compareerde voor ons ondergeschreven schout en schepenen van Groot Waspik Wouter Jans Verschueren weduwenaer zaliger Anneke Huijberden Hoevenaer ter eenre ende Huijbert Driessen Hoevenaer, als grootvader ende Jan Huijberden Hoevenaer als oom ende bloetvoogden vande twee onmondige weeskinderen in huwelijk verwekt bij den voornoemden Wouter Janse Verschuren en Anna Verschuren ter andere sijde. Dewelke verclaerden met consent van schout en geregten alhier nopende de alimentatie en opvoedinge vande gemelte twee kinderen met den anderen inder minne geaccordeert en verdragen te sijn in manieren hier naer volgende: Eerstelijk soo is conditie dat den voornoemden Wouter Verschueren in vollen eijgendom sal behouden alle de goederen ’t sij roerende en onroerende, haeffelijke en meubilaire goederen niets uijtgesondert, die hem in gemeenschap met de voornoemde sijne overleden huijsvrouwe in eijgendom toebehoorende sijn geweest. Als mede ’t vrugtgebruijk vande goederen die de voornoemde sijne kinderen soude mogen aenbesterven van Huijbert Driessen Hoevenaer ende sijne huijsvrouwe, haer grootvader en grootmoeder respective. Ende dat soo lang de voornoemde kinderen effective vande voornoemde Wouter Verschueren sullen worden gealimenteert off mondig sijn geworden, sonder dat den eijgendom in die tijt aen hem sal mogen vervallen. Onder dese speciale conditie nogtans dat den voornoemde Verschueren gehouden en verponden blijft sijne meergemelte kinderen te alimenteren, op te voeden ende van alle behoorlijke nootdruft te versorgen tot dat het jongste kint sal gekomen sijn tot mondigen dage, huwelijk of andere geapprobeerden state. Ook deselve te versien van kleedinge en reedinge van linnen als wollen, soo wel siek als gesont egeenen tijt van perijkel uijtgesondert. Mitsgaders haer te laten leeren lesen, schrijven, sijfferen en daer en boven een goet en eerlijk hantwerk te laten leeren waer toe deselve naer den staet des boedels best bequaem sal off sullen bevonden worden. En daer en boven aen ider derselver kinderen soo ras die tot haren mondigen dagen, huwelijken of anderen geapprobeerden state sullen gekomen sijn tot voldoeninge van hare moederlijke goederen off legitime portie te moeten uijtrijken een somme van twee silveren ducatons of ses guldens ses stuijvers. Is nog wel expres conditie dat het onder genomineerde gout, namentlijk een paer goude bellen met hake, drie

verte

goude ringen, een paer goude capstucken, een paer goude mutsringen, een paer silvere gespen, een dito ring, een dito heft, 1 dito sticklijffhaeck gedurende de minderjarigheijt vande kinderen bij Wouter Verschuren sal worden bewaert en op haer meerderjarigheijt aende selve kinderen moeten overhandigen. Dog of het selve inmiddls mogte worden genomen off ontvreemt sal hij daer voor aende selve moeten goet doen drie en veertig guldens tien stuijvers. Edog off de kinderen in haer minderjarigheijt quamen te overlijden sal het voornoemde gout en silver in eijgendom vervallen anden selven Wouter Verschuren, sonder dat hij daer van aen imant een duijt sal behoeven te verantwoorden. Alles sonder fraude. Aldus gedaen ten overstaen vanden schout, Dirk Zeijlmans, Jochem vander Laer en Jan van Grevenbroek, schepenen in Groot Waspik.

Fol. 234v

Schijdinge ende erfdeelinge die hierbij doende en overgevende sijn Anna de Bruijn weduwe van Jan Adriaens van Hassel ter eenre tegens de gelijke erfgenamen vande voors van Hassel haren man zaliger met name Arien Gerrits van Gils voor sijn selven ende als innestaende ende de rato caverende voor Cornelis Aerts de Weert als in huwelijk hebbende Pitronella Gerrits van Gils ende Matteus Gerrits van Gils, sijnen suster en broeder, Dingena van Schijndel weduwe van zaliger Arien Aerts van Hassel, Huijbert Aerts van Hassel, Jenneken van Hassel weduwe Hendrik de Bont, Anthonij Snijders als in huwelijk hebbende Maria van Hassel voor soo veel sij daer in soude mogen geregtigt sijn, Bartholomeeus de Hoog als in huwelijk hebbende Maria Camp, Jan van Grevenbroek als in huwelijk hebbende Johanna Camp, Geerit Camp als in huwelijk hebbende Cornelia Boudewijns, Matteus Wouters Snijders, Jan de Smit als in huwelijk hebbende Dingena Snijders, Peeter de Zeeu als in huwelijk hebbende Elisabet Snijders, Cornelia Claveren, Adriaen Cornelisse Claveren, Sijken Cornelisse Claveren, alle broeders en susters kinderen vanden voornoemden Jan Adriaens van Hasselt ter andere sijde. Ende dat van alle de goederen die den voornoemden Jan Adriaens van Hassel heeft naer geleaten soo ende in manieren als volgt:

Eerstelijk soo is Anna de Bruijn weduwe van zaliger den voors Jan Adriaense van Hassel bij blinde lotinge bevallen op drie geerden hooij ofte weijlmnat, gelegen onder Cleijn Waspick, in een stuck van ses geerden, gemeen met Hendrck Heijmans cum suis. Belent ten oosten vande heele ses geerden Frans Camp en ten westen Huijbert Pouwels Zeijlmans. Streckende uijtten suijden van ’t Schips diep aff noordwaart in tot den halven Schaeij sloot toe.

Ten tweeden op ses geerden hooij ofte weijlant, gelegen in Cleijn Waspick, gemeen en onverdeelt in een stuck van negen geerden met Dingena van Scheijndel. Belent ten oosten Jan Melsen Crol en ten westen d’weduwe Jan Sprangers. Streckende vande Oude straet aff noordwaart in tot Juffrouw weijde toe.

Ten derden op een del, gelegen onder Cappel tusschen erffenisse Pitronella Zeijlmans oost en Jan Willems Zeijlmans west. Streckende vande Oude straet aff suijtwaert in tot s’Heeren straet. En dat met sijne wegen, stegen, dijken, dammen en verdere naburen regten, met regt daer toe behoorende.

Ten vierde drie hont zaijlant, gelegen inde Geer onder Cappel. Belant ten suijden d’erffgenamen Adriaen Fijnenbuijk en ten noorden den padt. Streckende uijtten oosten vande Hoeff van Juffrouw Sprangers aff westwaert in tot den sloot van Groot Waspick toe.

Ten vijfden een halff landt, gelegen inde Werffkampen tusschen erffenisse (niets ingevuld) oost en (niets ingevuld) west. Streckende uijtten suijden vande Kil aff noordwaart in tot water toe.

Met nog een halff lant gelegen inde Werffkampen met (niets ingevuld). Belent ten oosten (niets ingevuld) en ten westen (niets ingevuld). Streckende uijtten suijden vande Kil aff noordwaart tot water of Oude Mase toe.

Ten laetsten op een partije saeijlants, gelegen in Dussen Munsterkerk, genaemt het Staekje, Belant ten westen, suijden en noorden de graeffelijckheijt en oost d’erfgenamen Peeter van Wevelinckhoven.

Hiertegens soo sijn de gelijke erffgenamen van zaliger den voornoemden Jan Adriaens van Hassel bij blinde lotinge bevallen eerstelijk op twee geerden hooij ofte weijlant, onverdeelt in twaelff geerden met Adriaen de Bruijn cum suis in 6 geerden over ’t Diep en bovenkerk in twaelff geerden. Ten naesten gelant d’weduwe Peeter Pijlaerts oost en het dorpslant van Groot Waspick west. Streckende vande Oude straet aff tot het Groot Elant toe.

Ten 2e op 6 geerden, gelegen onder Nederveen Cappel tusschen erffenisse Jan Meertens Dolk oost ende het weskint van Geerit Boudewijns cum suis west. Streckende van Cappel aff noortwaerts in tot Meijers werff toe.

Ten derde op een del gelegen in Groot Waspik. Belent ten noorden Adriaen de Rooij, ten suijden Aert vanden Hoeck, oost Jan Willems Zeijlmans en west Vroukensvaert.

Ten 4e op drie hont ackerlant, gelegen inde Geer tot Cappel. Belent ten suijden den padt en ten noorden d’weduwe Adriaen Peeters Paep. Streckende uijtten westen vande sloot van Groot Waspick aff oostwaert in tot de hoeff van Juffrouw Sprangers toe.

Ten 5e een stuck lant van 13 geerden, gelegen in de Werffkampen tot Raensdonck. Belent ten oosten (niets ingevuld) en ten westen (niets ingevuld). Streckende uijtten suijden vande Kil aff noordwaart op tot het water of Oude Mase toe. Met nog een binnen delle op Vroukensvaert kant. Belent suijden Maeijken Bervoets ende noorden Francus Beijens. Streckende vande moervelden aff oostwaert in tot de halve binnenvaert toe.

Ten 6e een partije lant, genaemt den Lange Kamp, aen Dussen Munsterkerk, tusschen erffenisse Michiel Donkersloot oost en west de greaffelijkheijt. Streckende uijtten suijden van Giel Lamberde de Bruijn aff noordwaart in tot de Oude straet.

Aldus dese deelinge rechtelijk gedaen en hebben partijen malkanderen vertijt en vertegen naer den regten van Zuijthollant. Ende bekende ider met sijne te vreden te sijn en niet meer op malkanderen goederen te pretenderen te hebben en te betalen alle dorpslasten en naburenregten die daer op van outs soude mogen staen in Waspick.

Ter presentie en overstaen Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jochum vander Laer, schepenen. Desen 10e april 1715.

Fol. 237r

Scheijdinge ende erfdeelinge die bij desen voor regt doende en overgevende sijn Arien Gerrits van Gils voor sijn selven ende als innestaende ende rato caverende voor Cornelis Aerts de Weert als in huwelijk hebbende Pitronella Gerrits van Gils ende Matteus Gerrits van Gils, sijnen suster en broeder, Dingena van Schijndel weduwe van zaliger Arien Aerts van Hassel, Huijbert Arien van Hassel, Jenneken van Hassel weduwe Hendrick de Bont, Anthonij Snijders als in huwelijk hebbende Maria van Hassel voor soo veel sij daer in soude mogen geregtigt sijn, Bartholomeeus de Hoog als in huwelijk hebbende Maria Camp, Jan van Grevenbroek als in huwelijk hebbende Johanna Camp, Geerit Camp als in huwelijk hebbende Cornelia Boudewijns, Matteus Wouters Snijders, Jan de Smit als in huwelijk hebbende Dingena Snijders, Peeter de Zeeu als in huwelijk hebbende Elisabet Snijders ende Cornelia Claveren, Adriaen Claveren, Sijken Claveren, alle broeders en susters kinderen van zaliger Jan Adriaens van Hasselt en in die qualiteijt alle erfgenamen abintestato vanden voornoemden van Hassel ende dat van de nabeschreven goederen in manieren als volgt:

Eerstelijk soo is Arien Gerrits van Gils voor sijn selven ende als innestaende ende rato caverende voor Cornelis de Weert als in huwelijk hebbende Pitronella van Gils en voor Matteus van Gils, sijnen suster en broeder, bij blinde lotinge bevallen op de helft van het lant inde Werffkampen tot Raensdonk, gemeen met Matteus Snijders cum suis, tusschen erffenisse van (niets ingevuld) oost en ten westen (niets ingevuld). Streckende uijt den suijden vande Kil aff tot het water ofte Oude Mase toe. Ende moet dit lot uijtrijken aende erffgenamen van zaliger Arien Aerts van Hassel de somme van veertig guldens.

Ten tweeden soo is Dingena van Schijndel weduwe van zaliger Arien Aerts van Hassel, Huijbert Ariens van Hassel, Jenneken van Hassel weduwe Hendrick de Bont, Anthonij Snijders als in huwelijk hebbende Maria van Hassel voor soo veel sij daer in soude mogen geregtigt sijn bij blinde lotinge bevallen op en stuck lant gelegen in Dussen Munsterkerk tusschen erffenisse Michiel Donkersloot oost en de greaffelijkheijt west. Streckende uijtten suijden van Giel Lamberden de Bruijn aff noordwaart in tot de Oude straet. En moet dit lot proffiteren van de kinderen van Hendrina van Hassel ter somme van een hondert en veertig guldens, vande gelijke kinderen van zaliger Dingena Aerts van Hassel ter somme van vier hondert en tnewgentig guldens, vande gelijke kinderen van zaliger Jenneken Ariens van Hassel veertig guldens ende ten laetsten vande kinderen van Maijken Ariens van Hassel de somme van veertig guldens.

Ten derden soo is Bartholomeeus de Hoog als in huwelijk hebbende Maria Camp, Jan van Grevenbroek als in huwelijk hebbende Johanna Camp, Geerit Camp als in huwelijk hebbende Cornelia Boudewijns bij blinde lotinge bevallen op ses geerden, gelegen onder Nederveen Cappel tusschen erffenisse Jan Meertens Dolk oost ende het weskint van Geerit Boudewijns cum suis west. Streckende van S’Grevelduijn Cappel aff noortwaerts in tot Meijers werff toe. En moet dit lot uijtrijken aen d’erfgenamen van Arien Aerts van Hassel vier hondert en tnegentigh guldens.

Ten vierde soo is Matteus Wouters Snijders, Jan de Smit als in huwelijk hebbende Dingena Snijders en Peeter de Zeeu als in huwelijk hebbende Elisabet Snijders bij blinde lotinge bevallen op de helft van het lant inde Werffkampen, gemeen met Arien Gerrits van Gils cum suis, gelegen onder Raemsdonk, tusschen erffenisse van (niets ingevuld) oost en ten westen (niets ingevuld). Streckende uijt den suijden vande Kil aff tot het water ofte Oude Mase toe. Ende moet dit lot uijtrijken aende erffgenamen van zaliger Arien Aerts van Hassel de somme van veertig guldens.

Eindelijk en ten laetsten soo sijn Cornelia Claveren, Adriaen Claveren ende Sijken Klaveren bij blinde lotinge bevallen op twee geerden hooij ofte weijlant, onverdeelt in twaelff geerden met Adriaen de Bruijn cum suis in 6 geerden over ’t Diep en bovenkerk in twaelff geerden. Ten naesten gelant d’weduwe Peeter Pijlaerts oost en het dorpslant van Groot Waspick west. Streckende vande Oude straet aff tot het Groot Elant toe.

Nog op een buijtendelle gelegen in Groot Waspik. Belent ten noorden Adriaen de Rooij, ten suijden Aert vanden Hoeck, oost Jan Willems Zeijlmans en west Vroukensvaert.

Nog drie hont ackerlant, gelegen onder Cappel inde Geer. Belent ten suijden den padt en ten noorden d’weduwe Adriaen Peeters Paep. Streckende uijtten westen vande sloot van Groot Waspick aff oostwaert in tot de hoeff van Juffrouw Sprangers toe.

Laetstelijk op een binnendelle, gelegen op Vroukensvaert kant. Belent ten suijden Maeijken Bervoets ende ten noorden Francus Beijens. Streckende vande moervelden aff oostwaert in tot de halve binnenvaert toe. Ende moet dit lot uijtrijken aende erffgenamen van zaliger Arien Aerts van Hassel de somme van een hondert en veertig guldens.

Aldus dese deelinge rechtelijk gedaen en hebben partijen malkanderen vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. Ende bekende ider met het sijne te vreden te sijn ende te betalen alle dorpslasten die daer van outs op soude mogen staen, soo van Conincx Beden, dijken, dammen, s’heeren chijnsen en andere naburen regten van outs daer vop staende. Ende verclaert den een op den anderen sijn bevallen lot niet meer te pretenderen te hebben dan voorschreven staet geëxpresseert op sijn bevallen lot.

Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Dirck Zeijlmans en Jochum vander Laer, schepenen in Groot Waspik. Desen 10e april 1715.

Fol. 239r

Contract, Hendrik Langermans ende sijn vrouw voorkinderen

Op huijden den 31e augustij 1715 compareerde voor ons schout en schepenen van Groot Waspik, xj½ Hoeve ondergenoemt Hendrik Langermans als in huwelijk hebbende Anneke Kespers, eerder weduwe van zaliger Adriaen Peeters Paep ter eenre ende Peeter Adriaens Paep voor sijn selven, Huijbert Bogaerts als in huwelijk hebbende Engelina Adriaens Paep, Peeter Adriaense van Oosterhout als in aengestelde voogt van Cornelis Adriaense Paep, Jesper Adriaense Paep, Aert Adriaense Paep en Hendrik Adriaense Paep. Alle kinderen en erffgenamen van Adriaen Peeters Paep zaliger en Anneke Kespers voors ter andere sijde. Ende bekende met den anderen overeengekomen en veraccordeert te sijn in manieren als volgt: eerstelijk dat den voornoemden Hendrik Langermans sal hebben ende behouden alle den huijsraet, winkel, bougereetschap als ander roerende goederen, geene uijgesondert. Waer tegens de voornoemde mondige en Peeter Adriaens van Oosterhout voor de onmondige kinderen vanden voornoemden Adriaen Peeters Paep sullen hebben ende in vollen eijgendom sullen besitten alle de roerende goederen die den voornoemden Adriaen Peeters Paep heeft naergelaten soo ende in dier voegen als deselve tegenwoordig bij Hendrik Langermans sijn beseten. Onder conditie dat de voornoemde kinderen sullen moeten betalen alle de schulden die tot de lasten vanden boedel sijn staende tot desen dage toe ende de dorpslasten tot den laeten december 1715 incluijs. Mits dat Handrik Langermans sal blijven woonen in het huijs tot meij 1716 tot ende de vaste goederen voor dit saeijsoen sonder langer. Ende verclaerde den voornoemden Hendrik Langermans in sijn voornoemde qualiteijt te renuntieren ende afstant te doen van alle het regt dat hij op den voornoemde boedel eenigsints te pretenderen heeft uijt wat voor hoofde het ook soude mogen sijn. Tot naerkominge van alle hetgeene voors staet verclaerde sij comparanten ider in sijne qualiteijt ten onderpant te stellen haer persoon ende goederen, roerende ende onroerende, egeene uijtgesondert. Deselve stellende ten bedwang ende executie van alle heeren, hoven, regten ende regteren ende specialijk den edele hoven van Hollant. Dit alles sonder fraude. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Jan van Tilburg, schepenen, op datum ut supra.

Fol. 239v

Schijdinge ende erffdeelinge die bij desen doende en overgevende sijn Peeter Adriaens Paep voor sijn selven, Huijbert Bogaerts als in huwelijk hebbende Engelina Adriaens Paep, Peeter Adriaense van Oosterhout als in aengestelde voogt van Cornelis, Jesper, Aert ende Hendrick Adriaens Paep. Alle kinderen en erffgenamen van Adriaen Peeters Paep zaliger. Van soodanige goederen als den voornoemde haren vader heeft naergelaten soo ende in manieren als volgt:

Eerstelijk soo is Peeter Adriaens Paep voor sijn selven ende Huijbert Bogaerts als in huwelijk hebbende Engelina Adriaens Paep bij blinde lotinge bevallen op een acker zaeijlant, gelegen onder Cappel, tusschen erffenisse van d’weduwe Wouter Zeijlmans noorden ende ten zuijden Adriaen Claveren cum suis. Streckende uijtten westen van Groot Waspik aff oostwaert in tot d’heer de Raet toe.

Nog op een binnen delle, gelegen op den westenkant van Vroukensvaert. Belent ten suijden Jan de Bruijn ende ten noorden Jan Schep. Streckende uijtten oosten vande halve Vroukensvaert aff westwaert in tot de bijsters toe.

Nog op een binnen delle, gelegen op den westekant van Vroukensvaert tusschen erffenisse van Jenneke Ruijteren suijden ende Jan de Bruijn noorden. Streckende uijtten oosten vande ½ Vroukensvaert af westwaert in tot de bijsters toe.

Ten tweeden soo is Peeter Adriaens van Oosterhout in sijne voornoemde qualiteijt als voogt van Cornelis en Hendrik Adriaens Paep bij blinde lotinge bevallen ten behoeve vande voornoemde kinderen op de groote binnedel, gelegen opden oostenkant van Vroukensvaert. Belent ten suijden Hendrik Heijmans ende ten noorden Jan Willems Zeijlmans. Streckende uijtten westen vande halve binnenvaert aff oostwaert in tot de erve van Jan Willems Zeijlmans toe.

Nog op alle de moergronden gelegen onder Waspik ende Cappel ende moet dit lot trecken van Jesper en Aert Adriaens Paep de somme van een hondert guldens.

Eindelijk en ten laetsten soo is Peeter Adriaens van Oosterhout in qualiteijt als voogt van Jesper ende Aert Adriaens Paep bij blinde lotinge bevallen ten behoeve de voornoemde kinderen op het huijs, hoff ende erve gelegen alhier, tusschen erffenisse d’weduwe Hendrik Schueren oost ende ten westen Vroukensvaert kant off soo wijt het selven in sijnen hoefslag is gelegen. Streckende uijtten noorden vanden dijck aff suijtwaert in tot d’erve van Teunis Jans Snijders toe. Ende moet dit lot uijtrijken aen Cornelis ende Hendrik Adriaens Paep eene somme van een hondert guldens.

Aldus hebben partijen malkanderen vertijt en vertegen naer den regte van Zuijthollant. Ende bekende ider met het sijne te vreden te sijn ende niet meer op malkanderens loten te pretenderen te hebben als voors staet ende te betalen alle lasten die daer op staen. Ende verders te onderhouden alle wegen, stegen, dijken, dammenstraten en waterloopen van outs daer met regt toe behoorende.

Actum ter presentie van Adriaen Zeijlmans, schout, Jan van Grevenbroek en Jan van Tilburg, schepenen in Groot Waspik. Desen een en dartigsten augustij 1715.

Los vel

Ick Jochum Handricx kenne ontfangen te hebben van Thomas Janss de somme vier en twinticg rijsnguldens ende dat van dat ick …kens het kint van Ariaen Matijss een jaer gehouden hebben. Actum mijn hant desen xe meert anno xvjc achtien.

Los vel

Ontfangen bij ons ondergeschreven kerckmeesters tot Waspick Frans Adriaenss ende Joachim Janss van Thomas Janss die somme van vierdalve gulden ende dat van de graeffenissen ende kleet dat Wouterken Adriaen Tijssen huijsvrouwe gehat … inde graeffenisse … ondertekent actum desen xj februarij xvjc ende xvij. Bij mij Joachim Janss, Frans Adriaensen.

… ij gulden x stuijvers.

Los vel

Wij ondergeschreven kennen ontfangen te hebben uut handen van Toemis Jansen die somma van dertich stuijvers ende dat vande verpondinge vande kinderen Adriaen Mathijss vant jaer sestien hondert ende achtien. In kennisse desen soo hebben wij onse quitantie onderteijkent opten xxije julius sestien hondert negentien.

Willem Adriaens Dirken Peeter Mathijss.

Los vel

Ick ondergeschreven bekenne ontfangen te hebben uut handen van Tomas Janss seekeretaris tot Waspick eens die somme van ij rijnsguldens ende xvij stuijvers een oort ende dat van weeghen Adriaen Tijsen erfhuijs. Actum desen vje febrewari 1618.

Noch vanden sekeritaris ontfangen eens die somme van ij rijnsguldens ende xvi stuijvers een ertken ende dat van broot end ander waer welck voor Adriaen Tijsen doot ende op sijn uutvaert ghehaeldt is. Actum als boven. Cornelis Andriessen Heer.

… vj gulden xij½ stuijvers.