RAAMSDONK
RECHTELIJK ARCHIEF INV NR 55
Samenvattingen en transcripties
Ir. Drs. G. A. van Strien
INLEIDING
Bij genealogisch onderzoek vóór de Franse tijd komt men al snel tot de conclusie dat rechtelijke en notariële archieven echt nodig zijn, niet alleen voor de “aankleding” van een genealogie of kwartierstaat, maar ook om verder in de tijd door te dringen en om de nodige verbanden te kunnen leggen. Dit geldt zeker in Raamsdonk in de zeventiende eeuw en eerder. Dan ontbreken namelijk grotendeels de DTB’s.
Een probleem van een aantal belangrijke archiefboeken is dat ze een index missen. Waar al een index aanwezig is, is die op voornaam en dan alleen nog maar van de belangrijkste partijen in het document. Grondige bestudering van een archiefstuk is in een enkele vrije dag die sommigen slechts in een archief kunnen doorbrengen, niet mogelijk. Mij leek het afschrijven en -waar mogelijk- samenvatten van alle actes uit een archiefstuk en het vervolgens indexeren voor alle genealogen die in Raamsdonk zoeken wel een uitkomst. Dank zij de bereidwilligheid van de medewerkers van (toen nog) het Streekarchief Oosterhout ben ik in de gelegenheid gesteld om zo’n stukje geschiedenis uit te werken. Graag spreek ik daarvoor vanaf hier mijn dank uit.
Het voorliggende boekwerk is het vijfde volledig door mij uitgewerkte archiefnummer. Eerder verschenen Raamsdonk RA 56, 57, 58 en 87. Ineke van Rijn Broeders werkte in de tussentijd Raamsdonk RA 59 uit. Er was in voorgaande eeuwen altijd veel contact met bewoners van Waspik. Voor het bestuderen van de inwoners van Raamsdonk zijn ook die archieven onmisbaar. Voor de uitwerking daarvan zij verwezen naar Drs. Jan van den Bergh te Oldenzaal.
In dit boek vindt u een uitwerking van alle acten uit de periode januari 1568 – 1587 zoals die voorkomen in Raamsdonk RA 55, opgemaakt voor (meestal plaatsvervangend) schout en heemraden.
In dit archiefnummer staan vooral in de tweede helft van het boek, de acten nogal door elkaar. Acten werden, zo is mijn ervaring, ingeschreven op basis van een los exemplaar dat waarschijnlijk vaak naar de comparanten ging. Het begin van de tachtig jarige oorlog was voor Raamsdonk een vreselijke ervaring. In de enorme chaos moet de secretaris van Raamsdonk op zeer onregelmatige tijden en soms met grote vertraging vele acten tegelijk hebben ingeschreven, op basis van losse stukken en mondelinge mededelingen. Dit moet wel de oorzaak zijn van het ontbreken van de chronologie in de tweede helft van het boek.
Over het algemeen zijn de beschrijvingen van de transporten standaard. Vaak worden transporten gevolgd door een aparte acte die een “wilcuer” wordt genoemd. Dat is in die gevallen dat de koper niet de volledige koopsom kan betalen. Hij legt dan een schuldbekentenis of wilcuer af. In zo’n geval worden beide acten soms te zamen weergegeven met het volgende schema:
Transport op datum:
Verkoper:
Koper:
Betreft verkoop van:
Belend noord:
zuid:
oost:
west:
Koopsom:
Te voldoen als volgt:
Verklaring van voldaan zijn op:
Er is dan voldaan aan:
Als grens wordt vaak geformuleerd: Streckende van de halve Kil op noortwaerts. (of iets dergelijks). Dat betekent dat kennelijk ook de helft van het betreffende water bij het land hoort. In de samenvattingen wordt dan geformuleerd: Belend zuid: Halve Kil.
Als contant betaald wordt, wordt de prijs meestal niet genoemd. De laatste regels uit dit schema vervallen dan.
Als een wilcuer geheel of gedeeltelijk afbetaald werd, werd dit in het origineel in de marge vermeld. Bij volledige betaling haalde men de acte door. De doorhaling is bij mij in de tekst niet altijd vermeld. Alleen bij bijzondere situaties en daar waar twijfel bestond over de betaling of anderszins, staat de doorhaling vermeld.
Naast het hierboven beschreven standaardschema, komen ook in andere acten samenvattingen of interpretaties (van bijvoorbeeld afkortingen) voor.
Wanneer sprake is van een samenvatting of anderszins van enige vorm van interpretatie door mij, is de tekst cursief gedrukt.
Originele tekst is normaal gedrukt. Een uitzondering vormen de uitgeschreven afkortingen. Deze zouden eigenlijk ook cursief gedrukt moeten zijn, maar dat is gemakshalve niet gebeurd. In enkele uitzonderingen, te weten daar waar twijfel kan bestaan over de interpretatie, is het uitgeschreven deel van de afkorting wel cursief gedrukt.
Men zij er op verdacht dat in de cursief gedrukte tekst toch vaak de originele woorden worden gebruikt. Taalkundig klopt de zin dan vaak niet geheel.
Veel in dit boek voorkomende acten betreffen erfdelingen en transporten. De onroerende goederen die vererven worden nauwkeurig beschreven. Pas in de 19e eeuw is men in Nederland land kadastraal gaan beschrijven en systematisch gaan opmeten. Bij transporten en verervingen moest men in vroeger tijd een methode vinden om het land zo goed mogelijk te beschrijven. Dat gebeurde door aan te geven waar het land lag (naam polder of iets dergelijks) en wie precies de buren waren. Zowel in de samenvattingen als in de volledig uitgeschreven acten in dit boek moet men er rekening mee houden dat de eigenaars van de belendende percelen mogelijkerwijs zelf toch wat verder weg woonden.
Als één van twee ouders overleed werd vrijwel altijd het erfdeel aan de kinderen vermaakt. Waren die nog niet volwassen kreeg meestal de andere ouder het vruchtgebruik (bruijckwer). Er werden voogden aangewezen volgens traditionele richtlijnen. Deze voogden hadden, op zijn minst formeel, nogal wat macht. Regelmatig wordt opgemerkt dat als één ouder overlijdt de voogden dan gerechtigd zijn de kinderen, bij slechte behandeling, op last van de achterblijvende ouder elders onder te brengen. Kennelijk vond men dat nodig.
In vrijwel alle erfdelingen met nog niet volwassen kinderen staat dat de overblijvende ouder de taak op zich neemt de “weeskijnderen talimenteren in cost ende dranck, sieck ende gesont, geenen tijt van perijckel vuijtgescheijden, in cleeden, reden, soo linnen als wollen ende deselve ter schole te laten gaen ende de meijskens laten naijen binnen dorps ende dat vuijtwijsens ende vermogens sijne staete geduerende continuerlijck voor joncxte mondich ofte achtien jaeren out wesen sal”. In plaats van “ter schole te laten gaen” staat er vaak “te leeren lesen ende schrijven”. Dat was kennelijk synoniem.
Ondanks deze mooie beloften zijn er toch maar weinig mensen die kunnen schrijven. Dat zien we tenminste als er een acte ondertekend moet worden.
Als in een huwelijk zonder kinderen een van de partners overlijdt gaat het erfdeel van de overledene vaak geheel of gedeeltelijk terug naar “vrienden” (= familie) van zijn kant. Dat is dus duidelijk anders dan het heden ten dage meestal verloopt.
Foliëring.
Boven iedere acte in dit boek staat het folionummer van het origineel. Dat wil zeggen het nummer van het folio waar de acte begint.
Ook bij de namen in het register (zowel op patroniem als op voornaam !!) wordt verwezen naar deze nummers (en dus niet naar de paginanummers in dit boek). Hierdoor is het terugzoeken in de originele actes ook goed mogelijk.
De index.
De index bestaat uit twee delen. De eerste index is op achternaam of patroniem. Die zijn in deze tijd nog maar voor een beperkt aantal families vast. Vandaar dat nu ook een index op voornaam is opgenomen. In de index is in het algemeen de naam van schout en heemraden niet opgenomen als ze in hun functie optreden. Anders zou vrijwel iedere bladzijde bij hun naam staan. Slechts als ze persoonlijk compareren worden ze in de index vermeld.
In de index is getracht verschillende schrijfwijzen van één naam zoveel mogelijk bij elkaar te groeperen. Zo staan Mathijssen en Tijssen bijeen, of bijvoorbeeld ook Thuenis en Antonis. Dit betekent uiteraard dat de alfabetische volgorde in de index niet altijd geheel gehandhaafd kon blijven. Er blijft hier een stukje willekeur bestaan.
Het register dient “met verstand” bekeken te worden. Voorbeeld. Tuenis Jacobs onder den Wijngaert komt, behalve onder de genoemde naam, voor onder de naam Tuenis Jacobs en onder de naam Tuenis Jacobs onder den Wijngaert. Niet altijd komen mensen met twee patroniemen of namen onder beide patroniemen of namen in de index voor.
Hoe verder men teruggaat in de tijd des te meer begrip krijgen we voor de indexering op voornaam, zoals men dat vroeger deed.
Leeswijzer.
– In dit boek komt nogal eens “oi” of “ae” etc. voor. De i en e zijn dan een verlenging van de klinker ervoor. Thans zien we dit bijvoorbeeld nog in een naam als “Oirschot” die als Oorschot moet worden uitgesproken. Soms is de uitspraak niet onmiddellijk duidelijk. Waarschijnlijk is echter het veel voorkomende “ue” uit te spreken als “eu”. Tuenis is dus waarschijnlijk Teunis
In dit boek wordt van namen zoveel mogelijk de originele schrijfwijze aangehouden.
De betekenis van enkele begrippen.
– Aen Adriaens
– bekaet een kade aangelegd
– bestevader grootvader
– bruijckwer vruchtgebruik
– derdehalf 2,5. Derdehalf dient men dus te lezen als de derde voor de helft. Dus vierdehalf = 3,5.
– 2
– Engelandt bepaald gebied in het zuiden van Raamsdonk
– moeie stiefmoeder, ook: nicht, tante.
– scheeren des Heeren. Ook in: Scheerenweg = Heerenweg, meestal een weg waarlangs het vee vrij mag grazen.
– stegen of wegen (ww) Het land van A moet B stegen (of wegen) wil zeggen dat A recht van overpad moet verlenen. Dit recht moest bij het delen van land (bij bijv. een erfdeling) nog al eens geregeld worden.
– verpeijnen Het afspreken van een boete (peijne of pene) die te verbeuren is bij het niet nakomen van bepaalde afspraken (bijvoorbeeld afspraken uit een erfdeling, meestal 50 gouden realen). Dergelijke afspraken zouden volgens “verpeijnsrecht” zijn.
– vrienden of vrinden Hiermee wordt meestal familie aangeduid. Bijvoorbeeld in een testament “de vrienden van de vrouw” betekent de familie van de vrouw’s kant.
– Santroisen Het in de tachtigjarige oorlog ontmantelde Karthuizer klooster van Raamsdonk (gesticht in 1336).
Bunnik, januari 2005
No. 3. Register van giften. Begint den jaere 1568. Eindigt den
Fol. 1 re. Dit blad is voor ongeveer de helft weg. Het afgescheurde gedeelte loopt van links boven naar rechts midden. Per regel wordt weergegeven wat nog leesbaar is:
Giften 15……….
(afkorting die vermoedelijk betekent:) Luijten Ambacht
Anniken W…
weeskijndere ..
Jan is ……..
oft haerluijden g……
met Ariaen Men……
ricxssoes ende Peter ….
streckende noirtwaert …….
met Wouter Henricxssoens …..
ende Gijsbert Henricxssoen met …..
ende dit voorscreven lant geloeft …….
Jan Henricxssoen Schuerman te vrijen ……
tot desen teghenwoordighen daghen …….
actum den xvjen martij anno xvC ende ………..
luijck (?) heemraders Ariaen Aertssoen sch… .. Ariaen
Geritssoen van Boemel.
Lenaert Franssen; Marij Heijn Buijssen.
Compareerden voor schouet ende heemraet van Raemsdonck ende Henrick Luijen Ambacht, Lenaert Franssen ende heeft rechtelijcken weder om getransporteert ende overgegeven met vrijer gifte zoe recht is Marijen, wedue wijlen Henrick Ariaen Ghijben, alle sijn gerechticheijt ende soe groot ende cleijn als Lenaert Franssen voorscreve voorleden tijde met Cornelia Henrick Ariaenssoen dochter sijnder huijsvrouwe voorleden tijden in huwelick gehadt heeft ende renucheert daervan al ende bekendt hem daer gheen recht meer aen int groot noch int cleijn, sonder arch ofte list. Actum den xxiijsten martij anno xvC ende Lxvij naden stijl van Luijck. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zeghers ende Ariaen Aertssen Schouten.
Fol. 1 v. Dit blad is voor ongeveer de helft weg. Het afgescheurde gedeelte loopt van rechts boven naar links midden. Per regel wordt weergegeven wat nog leesbaar is:
…. met een …. Jan Merceliss
…. Janssoon weeskijnderen
…. die wedue haer twe kijnderts(??)
…. drincken in cleden in reden
…. wille nae haeren staet wijsen ende
….ellen soe een goede moeder haer
…. ende sal daer voren hebben ende
…. der kijnder deel in die molens ende
….ijnder deel inden imboel erflijck ende
….ens ende thuijs in reparatie ende reecke soe
…. ende nijet argher verbijndende haer selver
…. dit te onderhouden ende dit al voor dat
….kijndt mondich wesen sal. Ende oft gebuerde dattet
….ndt afluvich worden binnen dijen middelen tijden soe
…. sij dat ander houden als voorscreven is. ende off die beijde
affluvich worden soe sal die moeder dat huijs erflijck
houden aengesien soe die kijnder nu nijet genoch te verteren en hebben ende anders die molens te restitueren ende allen anderen goederen haefdelich naeden Zuijthollantsche recht. Ende is nu noch te betalen een paeije vanden molens datmen betaelen sal van die incomende schult bijde voocht ende toesijnders ende altijt den schoudt jaerlijcx sijn gerechticheijt vanden weeskijnderen in die plaetsse vande ….(?)
Actum als boven heemraders Ariaen Peter Schoomakers ende Govaert Evertssoen mij present.
Fol. 2r.
Eerfdelinge aengebrocht die … van Clauwaert Ariaenssoon op .. den xven junij anno xvC ende Lxviij.
Inden eersten Ariaen Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op het buiten (er kan evengoed “binnen” staan) dijcx lant die helft streckende vander halver Verscher straet aff aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totte halve slootken toe achter dat huijs, Santrosen clooster west ende Joachim Clauwaert oost.
Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een halff wer lants, streckende vander halver Doncxer straet af aent zuijder eijndt streckende noortwaert op ter halver Maese toe, Jan Buijs Geritssoens kijnder west ende Peter Clauwaerts oost met vierdalven (=32) Karolus gulden daer jaerlijcx vuijtgaende, mits noch vuijt te reijcken xxv Karolus gulden op twe termijnen Joachim Clauwaerts te betaelen op twe termijnen Sinte Peter ad cathedram in die zulle naestcomende.
Nu Joachim Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op een wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent zuijder eijnde streckende noortwaert op ter halver Doncxe straet toe, Jan Buijs Geritssoens kijnder west ende Aert Ariaenssoen erfgenaemen oost ende vrij vanden renten.
Nu Peter Clauwaerts, geloot ende geerfdeelt op een half wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe, Joachim Clauwaerts west ende Truijken Ackermans oost.
Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een halff wer lants, streckende vander halver Doncxer straet af aent zuijder eijndt streckende noortwaert op ter halver Maese toe, Ariaen Clauwaertsz west ende Jan Meussoen oost met vierdalven (=32) Karolus gulden renten ende Joachim Clauwaerts vuijt te reijcken xxv Karolus gulden als boven.
Jan Buijs Geritssoen kijnder geloot ende geerfdeelt op een half wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent zuijder eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Truijken Ackermans west ende Ariaen Clauwaerts oost met seven Karolus guldens jaerlijxe renten.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen Shere hant te onderhouden op een boete van x gouwen realen goet van goudt, swaer van gewicht, te gaen nae peijne recht.
Anthonis Anssen heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Govaert Evertssoen.
Fol. 3r.
Eerfdelinge aengebrocht … (stukje tekst weg)
Henricxsoen, Wouter Henricxsoen……
geerfdeelt met Berthout Janssoen ende Peter Janssoen, den lesten aprilis anno xvC ende Lxviij.
Inden eersten Wouter Henricxs geerfdeelt opten oosten candt ende Gijsbert Henricxz opten westen candt alst Berthout Janssoen ende Peter Janssoen bepaelt hebben, streckende vanden Vlotsloot af aent zuijdeneijndt streckende noortwaert op totten andere sloot toe soe verre als den werf reijckt. Behoudelijcken dies soe sal Wouter Henricxsoen voorscreven tuijnen ende heijnen vanden Vlotsloot af totten essche toe ende Gijsbrecht voorscreven vanden essche aff noortwaert op totten sloot toe. .. salve (?) alsijet .. tuijnen ende gheen opten tuijnen sonder arch ofte list.
Noch Gijsbert Henricxs geloot ende geerfdeelt opten oosten candt, te weten het cleijwerken halff ende halff ende Dierck Ariaens opten westen candt, streckende vande halver brandtwetering af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ten halven Gat toe. Elx sijn gerechticheijt aen malcanderen.
Noch Gijsbert Henricxs voorscreven geloot ende geerfdeelt oock opten oosten candt int Breet Wer, een ijegelijck sijn gerechticheijt aen malcanderen ende Dierck Ariaens met sijn portie opten westen candt, streckende vande halver brandtwetering af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op soo verre alst gehele wer streckt. Te weten ten halven Gat toe. Ende voort ditt over sterckt int Rijsbroeck blijft onbedeelt, Ariaen Mertenssoon Scherder, Jan Joost Oicken, Ariaen vanden Corsput aen die oostzijde van Ghijben gelegen ende Dierck Ariaens westwaert. Ende altijet deen over den anderen daert van noode wesen sal maer malcanderen altoos gheen schade te doen. Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen shere hant op peijne van ses gouden realen goet van gout, swaer van gewicht te gaen naer peijnen recht. Actum den derde julij anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegherssoon, Ariaen Geritssoon van Boemel mij present. handtekening: Johan Pethers (??)
Fol. 3v.
Jan Henricxsoen de Ber; Cornelis Ariaenssoen Groijwel.
Compareerden voorden schouet ende mij gesworen clerck, Cornelis Ariaenssoen Groijwel ende heeft hem goeder betalingen bedanckt van Jan Henrcixsoen de Ber van alsulcken bestemnissen(?) als den selven Cornelis Ariaenssoen voorscreven van sijnder huijsvrouwen weghen aan bestorven is ende gecomen is van Joosken Spider(?) huijsvrouwen Brues wijf. ende hiervoren heeft Jan die Ber voorscreven betaelt een aeije met ene …. oft ene daeler, daer voor scheldende den selve daer van quijt voor haerder alder naecomelingen ende allen commercausen hier mede doot ende te nijet. Actum den xije julij anno xvC ende Lxviij. Mij gesworen clerck present.
Cornelis Thomassoen als voocht ende gemachtich van sijnder moeder heeft geconstitueert ende te borgen ende waerborch gestelt Aelbert Geritssoen enen halven acker zaijlants, streckende vanden ambacht van Groot Waspick aff aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op tot Jan Zeghers erfve toe, Jan Mathijsoen oost ende Ariaen Huijben cum suis west. Ende dat ter causen ende spruijtende van huijse dat Dirck Huijben zaligher plach te wonen, te weten voor sijnder moeder portie van drie ponden groten Vlaams. Sonder arch ende list. Actum den xiije julij anno xvC ende Lxviij. Heemraders Ariaen Peters Schoemakers, Jan Zeghers, Ariaen Aertssoon Schouten ende Govaert Evertssoen, mij present.
Fol. 4r.
Jan Ghijben, Goessen Janssoen; Stoffel Cornelissoen tot Donghen.
Jan Ghijben gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Stoffel Cornelissoen tot Donghen ende Goessen Janssoen gaf oock over met vrijer ghiften zoo recht Stoffel Cornelissoen tot Donghen te samen anderhalven merghen lant gelegen in Henrick Luijten Ambacht, streckende vande halve oude vaert aent noordeneijnde streckende zuijtwaert op totten Ambacht van Sgravenmoer toe, Metken Zeghers met Stoffel Cornelissoen selve gelegen aen die westzijde ende Godschalck Henricxsoen cum suis aen die oostzijde Ende dat voorscreven lant geloofden Goessen Janssoen ende Jan Gijben voorscreven, Stoffel Cornelissoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighe dage toe van allen commer die daer op comen mach voor haerder alder naecomelingen. Actum xxiije septembers anno xvC ende Lxvij (sic! zal wel een jaartje mis zijn). In presentie heemraders Anthonis Ansen, Jan Zeghers, Ariaen Geritssoon van Boemel. Hierop betaelt die somme van drie ende veertich Karolus guldens. In presentie den schouet, Anthonis Ansen, Jan Zeghers, Govaert Evertssoen, voor Jan Ghijben portie.
Item Goessen Janssoen ende Jan Ghijben bekennen ende bedancken hem goeder betaelingen van Stoffel Cornelissoen tot Donghen van dit voorscreven lant den eersten penck metten lesten ende schelden den selven daer van quijt voor onse alder naecomelingen, nu ende ten ewijghen daeghen. Sonder arch off list. Actum op Sinte Martensdach anno xvC ende Lxix. Mij present.
Fol. 4v.
(In de kantlijn een stukje tekst waarvan enkele woorden niet leesbaar:) …. Jan Aen Baeijens ende die erfgenamen … Jan Lemmens kijnderen.
Opten viije augustus anno xvC ende Lxviij soe heeft Jan Ariaen Baeijenssoen als voocht van Jan Lemmens naekijnderen reeckeninghe gedaen op sijne eedt, zoe recht is van oudts ende van nieus al afgereeckent somma blijft Jan Ariaen Baeijenssoen voorscreven schuldich den kijnderen voorscreven die somma van vijff Karolus guldens ende x stuijvers ende bedancke hem Thonis Janssoen voorscreven goede voochdije van Jan Ariaen Baeijenssoen voorscreven. In presentie heemraders Jan Zegherssoen ende Govaert Evertssoen.
In manieren nae bescreven soe hebben die naebueren van Raemsdonck gehuert van Jan Cornelissen, Jan Berthen straetken vijf ende twintich jaeren lanck duerende voor die somme van twe Karolus gulden tsiaers te betaelen alle jaeren Sint Jansmis natuutatis te mitsomer als verwilcuerdt schuldt die gesworen vanden dorpe te moghen panden off sijn schattinghe daer aen te corten. Ende belooft Jan Cornelissen voorscreven dit voorscreven straetken te maecken ende te onderhouden datmen dat wijnter ende zomer gebruijcken mach. Ende bij gebreck van dijen dat die here besteden sal ende doen maecken sal op Jan Cornelissoen voorscreve cost, ingaende die eerste huijr anno xvC ende Lxiiij ende soe voort, xxv jare achter een volgende, sonder arch oft list.
Fol. 5r.
Ariaen Ariaen Dircxssoen den ouden, Ariaen Ariaenssoen sijn soen ende Frans Geritssoen de Conick(?) gaven over met vrijer giften zoe recht is Aerdt Claessoen van Beeck, twaleff geerden lants gelegen int leeghe veen in xxiiij geerden onbedeelt, streckende vander kreecke aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder Donghe tot Cornelis Hermanssoen cum suis, gelegen aen die oestzijde ende Gerit Janssoen met Jan Bouwenssoen cum suis gelegen aen die westzijde ende dit voorstaende lant geloefden comparant voornoempt Aerdt Claessen van Beeck voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht voor haerder alder naecoemelingen tot desen teghenwoordighen daeghe toe. Sonder oft list. Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxvij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel.
Ick Marijke Joachims van Broechove huijsvrouwe bedancke mij volle ende gehele betaelinge voor mij ende mijne naecomelingen van Mathijs Huijmanssoen ter causen van alsulcken lant gecomen van Willem Claes Huijben gelegen bij Ackermans, daer gelegen is Ariaen Peter Schoemakers met Frans Geritssoen de Conick(?) aen de westzijde ende Marij Heijn Buijssen aen die oestzijde. Ende scheldt den selven daer van quijt voor mij ende mijne kijnderen.
Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel.
NB: De jaartallen zijn correct overgenomen. Kennelijk is de schrijver hier wat minder zorgvuldig.
Fol. 5v.
Mariken Joachims van Broechove huijsvrouwe met hairen gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Wouter Willem Wouterssoen van Riel, twalef geerden lants gelegen int Leghe Veen in xxiiij geerden onbedeelt, streckende vander kreecke aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder Donghe tot Cornelis Hermanssoen cum suis, gelegen aen die oestzijde ende Gerit Janssoen met Jan Bouwenssoen cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorstaende lant geloefden Mariken met haere voicht voorscreven Wouter Willemssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden recht vanden lande voor haerder alder naecoemelingen tot desen teghenwoordighen daeghe toe. Ende bedanckt haer Mariken met haere voicht voorscreven goeder betalingen den eersten penck metten lesten. Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel, mij present.
Opden datum als boven heeft Wouter Willemssoen voorscreven dit selfde overgegeven met vrijer ghiften zoe recht is Aerdt Claessoen van Beeck. Heemraders als boven, mij present.
Fol. 6r.
Ariaen Aertssoen Schouten; Claes Berthen ende Huijbert Berthen.
Ariaen Aertssoen Schouten gaf over met vrijer giften zoe recht is Cleys Berthen ende Huijbrecht Berthen, beijde sijn swaghers, sijn part ende sijn gerechte vierendeel, onbedeelt in die stede daer Cleys Berthen ende Huijbrecht Berthen nu te samen op wonen ende Bert Cleys zaligher vuijt gestorven is. Streckende vanden ambacht van Groot Waspijck af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver heij toe off tot Gerit Janssoen, Mathijs Janssoen ende Huijbert Wouterssoen erfve tot Huijbert Wouterssoen met sijne erfve gelegen aen die oostzijde ende Wouter Willemss erfgenaemen met haere erve gelegen aen die westzijde.
Ende dit voorscreven vierendeel vande stede voorscreven geloofden Ariaen Aertssoen voorscreven Cleijs Berthen ende Huijbrecht Berthen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe voor haerder alder naestcoemelingen sonder arch ofte list. Actum den xxvije septembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Barthelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen, Govaert Evertssoen, mij present.
Fol. 6v.
Peter Huijben; Ariaen Aertssoen.
Peter Huijben gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Aertssoen Schouten vier geerden lants gelegen in Hoghe Donck, streckende vander killen aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Ariaen Aertssoen voorscreven selver int selve lant gelegen aen die westzijde ende Frans Dircxssoen aen die oostzijde. Ende dese vier geerden lants voorscreven geloefden Peter Huijben voorscreven Ariaen Aertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe, sonder arch oft list. Actum den vijfte octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Ariaen Peter Schomakers, Jan Zegers.
Wouter Huijb; Anneke Cornelis dochter.
Wouter Huijb als man ende voicht van Anneke Cornelis Jacobssoen dochter, sijnder huijsvrouwen, gaf over met eenen verlije zoe recht is Sensken Cornelis dochter een gaerde lants gelegen in die acker, streckende vander Dongha aff aent zuijde eijndt streckende noortwaert op ter Maesen toe gelegen met Reijer Jacobussoen bedeelt met Jan Andriessoen opten oosten candt ende Reijer Jacobussoen int selvde lant gelegen aen die westzijde. Ende dese gaerde lants voorscreven geloefden Wouter Huijb voorscreven Sensken Cornelisdochter voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Actum den vijfte octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegers Ariaen Aertssoen ende Govaert Evertssoen.
Fol. 7r.
Willem Peterssoen Knapen; sijn susters ende broeders.
Willem Peterssoen Janssoen Knapen gaf over met vrijer gifte ende onvrij ene verlije zoe recht is, Jan Peterssoen sijne broeder, Cornelis Peterssoen sijnen broeder, Ariaen Peterssoen sijnen broeder, Mariken Petersdochter sijn suster ende Anniken Petersdochter, alle sijn broeders ende susters, alle het ghene daer die selve Willem Peters voorscreven in bestorven is van allen die achtergelaten goederen daer hij van vader ende moeder in bestorven is, het sij in erfve ende have, geen vuijtgesondert. Ende vertijdt daer op ende bekendt hem daer gheen recht meer aen, int groot noch int cleijn. Ende hier voren moeten die broeders ende susters voorscreven betaelen in handen vanden selven Willem Peterssoen voorscreven die somme van elff ponden Groten Vlaems. Te betalen nu thien Karolus guldens gereet in mindernisse der somme voorscreven ende Sint Jansmis naestcomende twe ponden Groten Vlaems ende voort alle Sint Jansmissen twe ponden Groten Vlaems voor den eersten penck metten lesten betaelt sal wesen als wilcoerde schuldt.
Sonder arch ofte list, maer is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Jan Peterssoen, Cornelis Peterssoen, Ariaen Peterssoen ende Anniken Peter dochter vuijtreijcken sullen Mariken Peters dochter die somme van thien Karolus guldens eens vuijten gereetsen goeden t’avondt ofte morgen als sij van malcanderen deelen voor gevaect(?) ende armoede die haer goet verleent heeft.
Actum den ixe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.
Item hier op betaelt die eerste thien Karolus guldens.
Item hier nu tsaemen op betaelt acht ende twintich Karolus guldens.
Noch hier op betaelt sesthiendalven Karolusguldens ende twe stuivers.
Noch hier op betaelt elf Karolusguldens ende xij stuivers.
Fol. 7v.
Cornelia Jan Cornelissoen dochter met Merten Laurenssoen, haeren gecoren voicht die haar metten recht gegeven was ende Jan Jacobssoen, schoudt als voicht van Mariken Jansdochter gaven over met enem verlije zoe recht is Ariaen Denissoen een huijs staende op die Berghe of op sijne erffchijns op dese cloosters goet van Satrosen ende hier voren moet Ariaen Denissoen voorscreven betalen Neeltghen Jansdochter ende Marieken Jansdochter die somme van elcken een pondt Vlaems. Sonder arch oft list te betalen nae inhoudt dit coopcedulle. Actum den ixe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.
Fol. 8r.
Waerborch Joachim Aertssoen; Govaert Evertssoen.
Joachim Aertssoen heeft geconstitueert ende te borghen gesteldt Govaert Evertssoen enen acker zaijlants gelegen int Broeck, streckende van Ans Cornelissoen erfve af aent noorden eijnde, streckende zuijdtwaert op totten eersten dwaersloot toe teijnden den acker Michiel Ariaenssoen Conincx met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Cornelissoen aen die oostzijde. Ende dit al ter causen ende spruijtende van eenen wilceurbrief luijdende van acht Karolus guldens tsiaers spreeckende op die erfgenaemen van Ariaen Jan Reijnerts stelet die selve Joachim Aertssoen voor sijn portie te weten voor een sestedeel tot waerborch ende soo wanneer Joachim Aertssoen voorscreven Govaert Evertssoen voorscreven dat hootgeldt mette winst restitueert, soo is Joachim Aertssoen voorscreven van waerborchschap ontlast ende bij gebreck van enighe betalinge soo sullen oncosten vallen opten onwillighen.
Actum den xxe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Antonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.
Noch behoeft die selve Joachim Aertssoen voorscreven te lossen oock sijn sestedeel van een croon die op Govaert Evertssoen goet staat tot meij naestcomende ende bij gebreck van dien dat hem Govaert Evertssoen alsdan af halen mach met alsulcken recht alst hem believen sal. Actum te datum als boven ende heemraders als boven.
Bovenstaande acte met aanvulling is kennelijk ingelost, want is doorgehaald.
Fol. 8v.
Compareerden opten selven dach aen d’ander sijde Jan Janssoen de Laet de Jonghe vander Made ende heeft geconstitueert ende te borghen gesteldt Govaert Evertssoen een …….. gelegen in die Hoeve enen tijdt van vier jaere ende dat ter caussen van die stede daer Govaert Evertssoen voorscreven nu ter tijdt op woont ende gecoft heeft ende gecomen van die erfgenamen van Ariaen Jan Reijnertssoen. Ende off daer enijghe crackeling mee vielen off soude moghen vallen dat Govaert Evertssoen voorscreven dat sal moghen verhalen op Jan de Laats voorscreven gereetste goeden sonder fraude oft bedroch. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven aen dander zijde.
Compareerden voor schoudt ende heemraders Peter Ariaenssoen Schouten ende Willem Geritssoen ende hebben gelooft Govaert Evertssoen schadeloes te houden van alsulcken wilcuerbrieff van acht Karolus gulden tsiaers, spruijtende ende gecomen ende luijdende op die erfgenamen van Ariaen Jan Reijnerts. Ende die selve beloven noch te lossen haer portie ende gerechticheijt in een croon staende op Govaert Evertssoen voorscreven goet nu meij naestcomende anno xvC ende Lxix ende bij gebreck van dijen ende Govaert voorscreven bij enigher faulten beschadicht wordt dat hij dat op die onwillighe sal moghen verhalen. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.
Fol. 9r.
Jan Thonissoen alias Hannemaet; Michiel Aertssoen.
Jan Thonissoen als man ende voicht van Cornelia Aerts dochter sijnder huijsvrouwe gaf over met enen verlije zoo recht is Michiel Aertssoen sijnen swaegher (sijn gerechticheijt ende portie ende aengedeelt soe groot ende cleijn als hij bestorven is in die huijsinge metten erfve daer Aert Janssoen die Scherder ende Marij, sijnen huijsvrouwe vuijt gestorven zijn) (onderstreept is in origineel doorgestreept) te weten nijet dan twe gaeren lants en een vierendeel in Peter Aertssoen plach te wesen, streckende vande Kreecken af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Ariaen Ghijben cum suis aen die west zijdeende Ariaen Jan Maessoen(?) kijndt ende Annken Berthen int selve lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Jan Thonissoen voorscreven Michiel Aertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Actum den ije novembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.
Fol. 9v.
Een vrijghift Laureijs Janssoen; Baeijen Mathijssoen.
Laureijs Janssoen gaf over met vrijer ghiften zoo recht Baeijen Mathijssoen enen halven acker metten hoijlant daer aen gelegen, streckende van Baeijen Mathijssoens cooltuijn af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op totten Vlendoncxssen Water(?)sloot toe. Cornelis Janssoen geleghen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen cum suis de Bont aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Laureijs Janssoen voorscreven Baeijen Mathijssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraders Ariaen Peterssoen, Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen. Actum den xxsten novembris anno xvC ende Lxviij. Ende bekendt Laureijs Janssoen vol ende al betaelt den eersten penck metten lesten.
Fol. 10r.
Ariaen Clauwaertss; Frans Clauwaertss.
Ariaen Clauwaertss gaf over met vrijer ghiften zoo recht is Frans Clauwaertssoen sijnen broeder, twe ackers zaijlants gelegen in die Hoeve. Streckende van Jan Zeegherss erfve af aent westen eijnde streckende oostwaert op tot Henrick Peterssoens Maet erfve toe. Anthonis Anssen met sijne erfve geleghen aen die noorden zijde ende Job Ariaenssoens dochter met haere erfve aen die zuijden zijde. Ende dese voorscreven twee acker zaijlants geloofden Ariaen Clauwaertssoen voorscreven Frans Clauwaertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe, behalve seven st. tsiaers die de Heijlighe Gheest daer jaarlijcx op heft, die Frans Clauwaertssoen voorscreven aen hem houden moet. Sonder arch ofte list. Actum den xvjen decembris anno xvC ende Lxviij in presentie heemraders Jan Zegers ende Govaert Evertssoen.
Fol. 10v.
Erfdelinghe aengebrocht die ergenaemen van Lesken Clauwaerts zaligher den xvjen decembris anno xvC ende Lxviij.
Inden eersten Dierick Clauwaerts, geloot ende geerfdeelt op die oude stede streckende zuijtwaert op tot Anthonis Ansen erfve toe, recht vuijt soe den tuij nu staet. Die willighen die inden tuijn staen eijnde aen die oude stede met noch een hooft streckende van Gerit Janssoens erfve af aent noorde eijnde streckende zuijtwaert op tot Laureijs Janssooens met Bert Gerbrandsoens kijnderen erve toe met die hooft van Ariaen Lenarts gecomen zijnde. Daer over te stegen ende te weghen.
Nu Gerbrandt Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op die stede daer sijn vader ende moeder vuijt gestorven zijn, streckende zuijtwaert op tot Anthonis Ansen erfve toe ende sijn moeders testament ende geloondt(?) ghijldt(?) daer ende te nijet(?) ende moet betalen den huijsraet die hij gecoft heeft.
Nu Ariaen Clauwaertssoen met Jan Aen Jans, met Cornelis Hermanssoen, geloot ende geerfdeelt buijtendijcx metten wijndekens be… (?) metten Hooghen Veen teijnden die Bancken met xxxv stuijvers siaers heffende op Wouter Staessen met een gedeelcken in Lantnighers(?) wer int Rijsbroeck metten Werfcampen.
Nu Frans Clauwaertssoen ende Jan Geritssoen, tsaemen geloot ende geerfdeelt binnendijcx vanden Heijnsloot af buijtendijcx aent noorden eijnde zuijtwaert op totten eersten sloot toe over den Diefdijck dat gehele wer ende van daer af voort zuijtwaert op ter Dongha toe, dat half wer opten westen candt. Ende sal dit binnendijcks lant vuijtreijcken den buijtendijcx lant die somme van sesthien ponden groten Vlaems, te betaelen op twe kersmissen, anno xvC ende Lxix den eersten ende soo voort anno Lxx kersmis te vollen betaelt. Aldus aengebrocht ten datum voorscreven ende verpeijnt op elx op een boete van seven ponden. Heemraders Jan Zegers ende Govaert Evertssoen. Item die sesthien ponden groten Vlaems sijn te vollen betaelt hier boven geschreven.
In namen nae bescreven soe heeft Dierick Clauwaerts aengenomen Mariken sijn moije drie jaeren lanck duerende in eten, in drincken ende in aler manieren manieren gelijck sijn vader ende moeder tot noch toe onderhouden hebben. Salve is voorwaerde ende wel ondersprocken ist zaecke ofte die voorscreven Mariken sterft binnen derdalf jaeren, soe sal de erfgenamen, Direck voorscreven vuijtreijcken seven ponden groten Vlaems tsiaers nae die tijet gerekent, te weten nae verloop vanden jaere. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven, ingaende sijne tijet tot Alder Heijlighen anno xvC Lxviij ende so svoort drie jaeren lanck duerende.
Item die aenneminge van Dirick Clauwaertsz ende Mariken sijn moije is te vollen voldaen. Ende sijn partijen ende erfgenamen te vreden.
Desen iijen februarij anno xvC Lxxx compareerden Gerbrandt Klaessen(?) ende bekenden hem vol ende geheel betaelt te weesen van Willem Geritz sijnen swaeger, van alsulcken huijs ende erffnissen als hem van sijn vader ende moeder aenbestorven is, de welcke Cornelis Hermanssen ten anderen tijde van hem gecoft had, daer bekent hij hem ten vollen aff betaelt te wesen den iersten penck metten lesten. Hem bedanckende goeder betaelinge. Actum als boven, mij geswoiren clerck aldus mede condich. Melis Cornelis.
Fol. 11v.
Cornelis Aen Aerts; Gijsbert Zegherssoen.
Cornelis Ariaen Aertssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Gijsbert Zegherssoen een werken lants, streckende vanden halven geijlsloot af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ten halven Broecxsen toe, behalven Roelof Henricxsoen Stoopen erfgenamen erfschijns sijns rechts. Aert Ariaenssoen erfgenamen aen die oostzijde ende Ariaen Aensoen Knaep aen die westzijde int selffde lant. Ende dit voorscreven lant geloofden Cornelis Ariaenssoen voorscreven, Gijsbert Zegherssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Sonder arch ofte list. Actum den xjen januarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.
Ende bedanckt hem Cornelis Aen Aerts voorscreven goeder betalinge van Gijsbert Zegerssoen voorscreven, den eersten penck etten lesten.
Fol. 12r.
Eerfdelinghe aengebrocht Mathijs Huijmanssoen ende sijnen huijsvrouwen erfgenamen, den xviijen januarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Mathijs Huijmanssoen geloot ende geerfdeelt opten werf die gecomen is van Marij Hermans met vijftalven Karolus guldens daer jaerlijcx vuijtgaende losrenten nae inhoudt sbriefs.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opten acker achter die rosmolen.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die dellen gelegen tot Cappel met xij stuijvers tsiaers heffende opt huijsken teijnde die delle afghelet.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op iiij Karolus guldens tsiaers heffende nae inhoudt sbriefs.
Hierteghen die weeskijnder geloot ende geerfdeelt:
Opten werf achter die Meulenpat met …….(?)
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op dat lant neffen den kerckeijndt gecomen van Ariaen Peter Aertssoen.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opt huijs metten erfve met seven Karolus guldens jaerlijcx vuijtgaende nae inhoudt der briefen met noch xij stuijvers erfrenten met noch twee …. guldens te baten nae inhoudt der briefen op Gerit Janssoen ende Cornelis Hermanssoen.
Ende wat cummercausen souden moghen vallen op enige vanden goederen voorscreven nu nijet wetende sullen malcanderen helpen gelden.
Ende is noch wel ondersproken als dat Mathis ende sijn kijnder van alsulcken twee rijnsgulden tsiaers als broeder Gerit Robbrechtssoen in tochte heeft dat of Mathijs Huijmanssoen ende sijn kijnder naeden doot van Gerit Robbrechtssoen nijet in gauderen (?) en sullen maar sullen blijven aen Anneken Robbrechtsdochter cum suis.
Te weten Anneken Robbrechtsdochter die helft vande twee rijnsguldens ende Neeltken haerder suster kijnder ende Stijnken haerder suster kijnder die ander helft.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sheren hant op een boete van seven ponden.
Heemraders Anthonis Anssen Ariaen Peter Schoemakers, mij present Johan Michiels(?)
cum tutor Anthonis Janssoen van Br…tten, schoudt ende heemraders als oppervoichden.
Fol. 13r.
Delinghe aengebrocht die wedue met haeren voicht metten erfgenaemen van Dierick Peterssoen zaligher den xen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Inden eersten die wedue geloot ende geerfdeelt op die stede soe groot ende cleijn als Dierijck Peterssoen haer man zaligher ende sij die tsamen gebruijckt ende beseten hebben met een oordeken over die vaert.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een half wer lants int Rijsbroeck gelegen met Casteleijnen geheten die hoghe weij, streckende vanden Rijsbroexen wech af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stuck lants gelegen op die Vlaeijkens, so groot ende cleijn als dat gelegen is.
Nu Bastiaen Berthen als man ende voicht van Lijsken Diericken sijnder huijsvrouwen met noch Peter Diericken ende Ariaen geloot ende geerfdeelt op een half wer lants in die Do….g met Thonis Cloestermans bedeelt opten oostencandt.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die S….lwijck metten Werfcampen soe groot ende cleijn als die gelegen zijn.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stucxken lants gelegen int Rijsbroeck voor dat Killeken.
Nu Anneken Diericken geloot ende geerfdeelt op enen halven werf gelegen met Mathijs Huijmans kijnder opten oosten candt geerfdeelt.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stucxken lants gelegen over dat Killeken.
Nu Pauwels Diericken geloot ende geerfdeelt op half den Amercandt met Casteleijnen kijnder ombedeelt streckende van die Engelantsche vonder af aent noorden eijndt zuijtwaert op ter Kae.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stuck lants gelegen int Rijsbroeck tegen den dwarssloot over die Heijlighe Geest aen die zuijtzijde ende die vaert aen die noortsijde.
Nu Jenneken Diericken ende Merten Diercken geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in Cleijs Janssoens lant met Casteleijnen kijnder ende Mathijs Otghens onbedeelt streckende vanden Afterdijck af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op ter Dongha toe met xviij stuijver daer jaerlijcx vuijt gaende losrenten.
Nu Bael Diericx dochter geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in Schuermans lant ombedeelt streckende vanden brandtwaterigen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ten water toe.
Ende soe wat commeransen ofte crackelen op enighe vanden voorscreven goeden souden moghen comen sullen parthijen altijt malcanderen helpen gelden sonder arch oft list.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt op een boete van seven ponden, in presentie heemraders Anthonis Anssen en Jan Zegherssoen. Mij present Johan Peters.
Fol. 14r.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenaemen van Ariaen Meussoen opt Gat den xxiijen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Peter Ariaenssoen geloot ende geerfdeelt op drie deelen in die stede, te weten opt huijs ende op die schuijre.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een vierendeel int smal wer ende noch op anderhalf vierendeel in ene werf daer bij gegelegen (sic!) met Gijsbert Henricxssoen.
Nu Barbel Ariaens dochter geloot ende geerfdeelt op dat cleijn huijsken met een vierendeel int lant dat achter ende vore leijt teijnde Peter Ariaenssoens stede met thien stuvers daer jaerlijcx vuijt gaende die de kerck daer op heft.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op anderhalf gaerde lants gelegen in Heerkens wer duergaende ombedeelt, salvo Peterken Willem Meussoens ende Mariken Mertens steden haers rechts.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een half vierendeel inden werf met Gijsbert Henricxssoen ende Peter Ariaenssoen ombedeelt.
Hier teghen Frans Janssoen geloot ende geerfdeelt op een half breet wer lants gelegen in Engelant neffen Schuermans lants met twe Karolus guldens tsiaers daer vuijtgaende losrente nae inhoudt ‘sbriefs.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in een smal wer met Peter Ariaenssoen ombedeelt.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt een boete van seven ponden. Actum ten datum als boven, Heemraders onnes(?)
Fol. 14v.
Erfdelinge aengebrocht Ariaen Mertenssoen Scherder, Jan Joost Cornelissoen ende ende Ariaen Ariaenssoen vanden Corsput den xxiijen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Ariaen Ariaenssoen vande Corsput geloot ende geerfdeelt vanden Brandtwateringe af noorden eijde zuijdwaert op totten ombedeelden weijblock toe.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die grindtbedden streckende vande coeltuijn af aent noorden eijnde, streckende zuijdwaert op totten hoghen block toe.
Noch die selve geloot ende geerfdeelt op het derdendeel int weijblock teijnden aen sijn deelinghe ende aen sijn lant.
Nu Ariaen Mertenssoen Scherder geloot ende geerfdeelt op een block lants dat sij noemen den Platten Block, streckende vande weijblock af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten Jan Joosten lant toe.
Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opten Hoghen Block streckende vanden grindtbedden aff van Ariaen vande Corsput erve af aent noorden eijnde zuijdwaert op tot Jan Joosten erfve.
Jan Joost Cornelissen heeft rechtelijcken overgegeven met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Mertenss Scherder sijn derdendeel int weijblock hier nae bescreven te weten aen sijn selfs blockinge ende deelinge bedeelt ende met sijns selfs derdendeel daer bij ende doe steginghe ende weginghe blijft in effect als hier nae bescreven staat.
Actum den xven aprilis anno xvC ende Lxxij nae Paesschen. Heemraders Jan Michielss ende Govaert Aertssz.
fol. 15r.
Nu Jan Joosten geloot ende geerfdeelt van Ariaen Mertenssoen erfve af aent noorden eijnde streckende zuijdwaert op totten werf toe.
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt van Ariaen Mertenssoen erfve af aent noorden eijnde streckende zuijdwaert op totten gat toe.
Ende blijft dat huijs metten weijblock ombedeelt ende sullen malcanderen altijdt d’een den anderen steghen ende weghen, nu ende ten ewijghen daeghen. Ende beloven Ariaen vande Corsput die stege altijdt te helpen maecken dat hij altijdt paerden daer over leijt sal vanden ene totten andere. Item dit weijblock is nu geerfdeelt maer blijft dat huijs noch ombedeelt so voorscreven staat.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt een boete van seven ponden. Actum ten datum als boven ende Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.
Cornelis Janssoen de Leeu gaf over met vrijer giften zoo recht is Jan Jacobssoen de schoudt sijn portie ende gerechticheijt in een ruwaa(?) off delle gecomen eertijdts van Pieter die Bosscher gelegen in Henrick Luijen Amboch ombedeelt streckende van Wouter Willemssoen erfgenaemen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Nieuwen Vaart, Gerit Janssoen gelegen aen die oostzijde ende Jan Willem Wouters mette erfgenamen van Peter Janssoen ende Ariaen Janssoen Staessen gelegen aen die westzijde. Hiermede vertijet die selve Cornelis Janssoen voorscreven vande selve goeden voorscreven ende bekendt hem daer gheen recht meer aen, int groot noch cleijn ende scheldt die selve Cornelis Janssoen voorscreven noch den schoudt quijt van allen ouden trackelen dat hij wel seggen(?) de schoudt voornaels gedient soude hebben van bailmus(?) weghen van arbeijt ende anders. Ende sal den schoudt niet meer moijen int groot noch int cleijn.
Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxix nae den stijl van Luijck. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen, Govaert Aertssz.
Ende bedanckt hem die selve Cornelis Janssoen goeder betalingh vanden schoudt voorscreven van als dat sij oijt met malcanderen te doen gehadt hebben, den eerste pennick metten lesten toe dese daghe toe.
Fol. 15v is blanco.
Fol. 16r.
Gerit Janssoen; Lambert Jan Lambertssoen.
Gerit Janssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lambert Jan Lambertssoen sijn gerechticheijt ende portie in een stuck lants, gelegen int Leghe Veen, soe groet ende cleijn als hij van Jan Geritssoen sijnen vader zaligher in bestorven is. Streckende vander halver Kreecken af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Donga toe, Peter Ariaen Ghijben met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Anneken Bert Cleijs dochter met haere erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Gerit Janssoen voorscreven, Lambert Jan Lambertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Actum den vijften martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoenmakers, mij present Johan Peters.
Noch Gerit Janssoen; Lambert Jan Lambertssoen.
Gerit Janssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lambert Jan Lambertssoen sijn gerechticheijt ende portie in een stuck lants, gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver Kreecken af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kae toe, te weten dat Jan Geretssen eertijds van Ariaen Ghijben gecoft heeft met noch dat van Rijck Emmen gecoft ende gecomen. Aenken Schouten met haren erfve gelegen aen die westzijde ende Merten Ariaenssoen aen de Stap tot Ghils met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven parcelen van lande geloofden Gerit Janssoen voorscreven, Lambert Jan Lambertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Actum als boven ende heemraders als boven, mij present Johan Peters.
Fol. 16v.
Eerfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Peter Janssoen Knapen den xxiiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Jan Peterssoen geloot ende geerfdeelt opten zuijdenste gheer met half dat oeste veldeke aenden Diefdijck met Anneken half ende half onbedeelt.
Nu Anneken Peters dochter geloot ende geerfdeelt opten noordenste gheer met half het oeste veldeke aenden Diefdijck te weten half ende half met Jan Peterssoen onbedeelt.
Nu Ariaen Peterssoen geloot ende geerfdeelt op het veldeken bij Jan Willem Wouters met Huijsmanslant aenden Diefdijck met Ariaen Janssoen van Ghils bedeelt opten oosten candt.
Nu Mariken Peters dochter geloot ende geerfdeelt opten acker neffen Aen Beris met het veldeken aenden Diefdijck.
Nu Cornelis Peterssoen geloot ende geerfdeelt op die steec met seven stuijvers daer jaerlijcx wtgaende erfghelt.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt, die meijskens met haren voicht ende die ander een ne gelijck voor hem selve ende verpeijnt op een boete van seven ponden. Den datum als boven, heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Gherissoen van Boemel.
Fol. 17r.
Een vrij ghift, Brievinck Huijbrechtssoen; Robbrecht Jan Henricxs van Ghils.
Brievinck Huijbrechtssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Robbrecht Jan Henricxs van Ghils een blocxken lants, streckende van Aert Janssoens af, met steginge ende weghinge deen den anderen (niet geheel duidelijk, geknoeid in origineel), aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Ans Cornelissoens erve toe, Truijken Ackermans met Metken Zeghers gelegen aen die westzijde ende Katelijn Aert Janssoens gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lants geloefden Brievinck Huijbrechtssoen voorscreven Robbrecht Jan Henricxssoen voorscreven te vrijen ende te waren van allen comer die daer op soude moghen comen van allen opgesetten gelden ende mede van des Conicx beden ende allen opgesetten ghelden, vrij, nu ende ten ewijghen daeghen voor haar ende haar naecomelingen. Sonder arch oft list. Actum den iiijen dach van meij anno xvC ende Lxix.
Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Ariaen Geritssoen van Boemel.
Fol. 17v.
Eerfdelinge aengebrocht die wedue metten erfgenamen van Ariaen Aen Dircxz den ouden aen die molen.
In de kantlijn: den vjen maij anno xvC ende Lxix.
Inden eersten die erfgenamen geloot ende geerfdeelt op Casteleijnslant met noch een vierendeel van enen acker gelegen in xij hoef streckende vander halver nieuwer straeten af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Huijbert Jacobsz gelegen oost ende Ariaen Geritsz die molder westwaert.
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op enen halven acker gelegen achter Marij Jan Teeuwen, soe groot ende cleijn als Ariaen Ariaenssoen voorscreven met sijn huijsvrouwe dijen gebruijckt hebben, streckende van Marij Jan Teeuwen tuijn af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter nieuwer vaert toe, te weten haar aengedeelt metten straeten ende gebuerlijcke rechten te onderhouden metten commer daer op staende, Kerst Ariaenssoen ende Job sijn suster met meer ander ende met Lijn Roelen aen die oostzijde.
Hier teghen die wedue geloot ende geerfdeelt op vier geerden lants met een vierendeel leen goets in die acker int Breet Wer, streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Masen toe, nae inhoudt haar brieven ende bescheijt.
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op enen halven acker streckende van Ariaen Janssoen van Ghils erfve af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op ter halver Kreecken toe, Cornelis Hermanssoen oostwaert ende der heren der vicarissen lant westwaert met xx stuvers jaerlijcx vuijtgaende losrenten.
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op twe geerden lants streckende vanden leijtuijn af teijnden Peter Janssoens erfgenaemen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe, die gecomen zijn van Govaert Evertssoen, Anthonis Anssen west ende Henrick Willemssoen ende Peter Janssoen de Bont met Mariken Ariaensdochter aen die oostzijde.
fol 18r
Eerstvolgende alinea is doorgehaald (waarschijnlijk bij betaling):
Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op xv Karolus guldens die de erfgenamen de wedue vuijtreijcken moeten binnen xiiij daghen ende bij gebreck van betalingen binnen dijen middelen tijden soe sal die wedue vuijtreijcken een pondt Vlaems ende hebben daer vooren een gaerde lants int selfde lant dat van Govaert Evertssoen gecomen is.
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat een ijegelijck sijn renten op zijn gedeelt houden sal, het sij lot off erve, maer sullen malcanderen helpen vrijen tot desen daghe toe.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt op een boete van seven ponden, heemraders Anthonis Anssen ende Ariaen Peter Schoenmakers ende mij present, Johan Peters.
Mathijs Otghens Mathijssoen gaf over met enen verleije zoe recht is Peter Diercxz sijn portie ende gerechticheijt, te weten een vierendel in een stuck lants gelegen in die Brandt, streckende vanden halven sloot aenden achterdijck vanden zuijden eijnde af voort noortwaert op totter halver Brandtwateringen toe, Bastiaen Diercxz gelegen int selve lant gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaenssoen Castelleijn gelegen aen die oostzijde. Ende dat voorscreven lant geloofden Mathijs Otghens voorscreven Peter Dircxz voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht onder conditie die rendt die daer op staet, houdt meester Mathijs voorscreven aen hem selven.
Ende beloeft die selve Mathijs Otghens voorscreven den selven Peter Diercx schadeloos af te houden voor hem ende sijne naecomelingen.
Actum den ixen maij anno xvC ende Lxix. In presentie heemraders Jan Zeghersz, Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssoen.
Fol. 18v.
Huijbert Staessen ende Jan Buijs Huijbertssoen gaven tesamen over met vrijer ghiften zoe recht is Joost Danielssoen een stuck ackers gelegen op die Berghen, streckende vander halver Berghensche straet af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten slootken toe teijnde den zaijacker, Thoen Wouters cum suis met haaren erfve gelegen aen die oostzijde ende Jan Geritssoen van Boemel gelegen aen die westzijde. Ende dit stuck ackers geloofden Huijbert Staessen voorscreven Jan Buijs Huijbertssoen voorscreven Joost Danielssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Ende moet desen acker voorscreven altijdt steghen ende weghen dat hoijlant teijnden desen acker voorscreven.
Actum den xen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegherssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.
Fol. 19r.
Ariaen Ariaenssoen Castelleijn gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Denissoen ende Mighen Laius(?) een half vierendeel gelegen in Henrick Luijen Ambacht met Jan Mathijssoen oock met enen merghen lants ende een half vierendel int selver lant ombedeelt off soe groit ende cleijn alst nu cortelings gemeten is, streckende vande halve heij af aent noorden ende streckende zuijtwaert opter halver Raemsdoncxse vaert toe metten steghen totten leeghen wech toe, Denis Floris cum suis gelegen aen die westzijde ende Jan Buijs Geritssoens voorkijnder die hij gegenereert ende ….gen heeft bij Lijsken Willem Wouter Bouten dochter, gelegen aen die oostzijde onder conditie dat Merten Denissoen altijdt sal contribueren in ‘sConincx beden ende Raveschots schijns ende alle gebuerlijcke rechten gelijck ander naebuer inden selve ambacht voorscreven schuldich zijn te doen, maar anders te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daegen toe. Sonder arch ofte list. Actum den xjen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.
Ende stelt Ariaen Castelleijn tot enen waerborch een heijn….. met een braeijke voor alsulcke penningen bedragende tot der somma toe van sesthien ponden Vlaems.
Desen xjen meijs anno xvC ende Lxix compareerden voor schout ende heemraders van Raemsdonck Baeltgen Dierick Peterssoen dochter met Ariaen Gijsbrechtssoen haeren gecoren voicht, haer metten rechte gegeven, ende dat deur consent ende toelatinghe van schoudt ende heemraders ende gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Hendricx Schuerman, Wouter Henrick Janssoen ende Cornelis Bartelmeus, Jan Roelofsoen, Goris Henrick Hafborch, gesamenderhandt een gerechte vierendeel gelegen ombedeelt in een wer lants, geheeten Schuermans lant, streckende vanden halven Gat aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Brandtwateringe toe daer van gelegen is des convents van Santroijsen binnen Raemsdonck erfve westwaert ende Ariaen Meussoen erfgenamen cum suis oostwaert, te vrijen ende waeren naeden lantrecht. Actum als boven. Heemraders Thonis Anssen, Jan Zeghers ende Ariaen Geritssoen van Boemel, mij present.
Fol. 19v.
Dierick Ariaenssoen de Rover; Jan Joost Cornelissoen van Alffhen.
Dierick Ariaenssoen de Rover gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Joost Cornelissoen van Alffen een vierendeel oft zijn gerechticheijt int gehele wer gelegen int Rijsbroeck, streckende op ten halven Gat toe, Gijsbert Weijnen Michielss gelegen noortoost ende Gijsbert Henricxssoen noortwest, sonder fraude off bedroch.
Noch gheeft die selve Dierick Ariaenssoen voorscreven met vrijer ghiften zoe recht is Jan Joost Cornelissoen voorscreven een derdendeel int derdendeel in een stuck lants gelegen int Rijsbrouck , streckende vanden Rijsbroucxen wech af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ten halven Gat toe, Jan Joost Cornelissoen cum suis gelegen aen die noortoostenzijde ende Gijsbert Henricxz gelegen aen die zuijtwesten. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierick Ariaenssoen de Romer voorscreven Jan Joost Cornelissoen te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den jxen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssoen ende Govaert Evertsz.
Fol. 20r.
Joost Peterssoen van Ghils; Jan Ariaenssoen van Teteringhen.
Joost Peterssoen van Ghils gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Jacob Ariaenssoen tot behoef van van Michiel Ariaen Jacobs vanden Kijebooms kinderen een half wer lants gelegen in die Cleijn Donghe, ombedeelt met Thonis Thonissoen Cloosterman streckende vander halver Doncxser straeten af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Aentken Aerdt Ariaenssoens wedue met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen die Bont cum suis metter gebuer erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Joost Peterssoen voorscreven, Jacob Ariaenssoen voorscreven tot behoef den kijnderen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht voor haerder beijder naecomelingen tot desen teghenwoordighen daghe toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Sonder arch ofte list. Actum den xvijen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel ende alle nae vuijtwijsen die coopcedulle.
Fol. 20v.
Ariaen Ariaenssoen Casteleijn; Pauwels Diericxz ende Baeltgen, sijn suster.
Ariaen Ariaenssoen Casteleijn gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Pauwels Diericxz ende Baeltgen, sijn suster, een cleijn heijnicxken met een brae, streckende vander halver Achterstraete af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Brandtweteringen toe. ‘tSantroisen cloester cum suis haeren erfve gelegen aen die oostzijde ende Castelijnen kijnder met Dierick Peterssoens erfgenaemen ende Peter Diericxz Martenssoen met meer ander met haere erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Ariaen Ariaenssoen Casteleijn voorscreven, Pauwels Diericxz met Baeltgen, sijn suster voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe voor haerder beijder naecomelingen. Sonder arch ofte list. Actum den xxijen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.
Fol. 21r.
Peerken Willem Meussoens aenneminge haer kijnderen.
Opten vijften januarij anno xvC ende Lxx(?) soe zijn gecomen voor schoudt ende heemraders van Raemdock ende Henrick Luijen Ambacht, Peterken, wedue wijlen Willem Meussoen zaligher ende heeft aengenomen har ses onmondighe weeskijnderen van Jan Meussoen als voicht ende schoudt ende heemraders oppervoichden voor het joncxte kijnd oudt wesen sal achtien jaren, in eten, in drincken, in cleden, in reden ende ter scholen te stellen ende van als te doen, gelijck een goede moeder haeren onmondighen kijnderen schuldich is te doen, voor alle die gelden, daer nu ter tijdt sijnde ende schuldt ende onschuldt te betalen ende in te bueren.
Is noch voorwaerde dat Peterken, wedue wijlen Willem Meussoens voorscreven zaligher, huwelijck dede tusschen den middelen tijden, soe sal die wedue den kijnderen, als dat joncxte mondich wesen sal vuijtreijcken die somma van twe hondert Karolusguldens. Ende doet die wedue ghenen houwelijck voor dijen tijdt voorscreven, soe mach die wedue haeren vrijen eijghen wille doen sonder enighe penningen wt te reijcken.
Noch ist voorwaert oft die wedue houwelijck dede tusschen den tijd voorscreven, moegen die kijnderen gaen dienen om haer broot te winnen gelievet hem maer anders nijet, maer moeten altijet haer moeders profijt doen, ist zaecke dat haer moeder nijet en houwelijckt.
Ist noch voorwaert offer een off twee aflijvich worden oft meer eer het joncxte mondich is soe sal die moeder den anderen kijnderen vuijtreijcken nae advenant die kijnder verteren mochen of souden hebben. Ende sal die moeder haer voor cautie ende borghen stellen bij zaecke die moeder huwelijckt voor desen onderhoudt ende penningen naer advenant.
Heemraders Jan Mathijsssoen, Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs.
Fol. 21v.
Gijsbert Zeghers; Jan Zeghers; Merthen Ariaenssoen Waghenmaker.
Gijsbert Zeghers en Jan Zeghers, gebroeders, als voichden ende gemachtich van haerder moeder gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Ariaenssoen die Waghenmaker een stuck lants gelegen in die Oorde, streckende vanden vaert aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe, off soe groot ende cleijn als Merthen Zeghers (sic!) daer in gericht is, Merten Ariaenssoen voorscreven selver gelegen int selve aen die westzijde ende die Heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparant voornoempt, Merten Ariaenssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen tegenwoordighe daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xiiijen dach van junio anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssoen Schouten.
Ende stellen comparanten voornoemt, Merten Ariaenssoen voorscreven tot enen onversterflijcken warborch een derdendeel in een stuck lants off neghen gaerde lants, streckende vanden slootken af aenden dijck aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kreecke toe, Peter Ariaen Ghijben cum suis aenden westen candt int selve lant. Ende Thoen Cleijs oock int selfde gelegen aen die oostzijde. Actum als boven ende heemraders als boven ende dat ter somme toe van acht ponden groten Vlaems.
Fol. 22r.
In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven, soe heeft Lijsken die wedue van Bastiaen Berthen zaligher aengenomen haer drie kijnderkens van Jan Jacobssoen als gerechte bestorven voicht van Bastiaen Berthen zaligher achtergelaten kijnderen met Peter Diericken als toesiender, in teghenwoordicheijt Ariaen Janssoen Borchgraef ende Ariaen Lambertssoen Drossaert ende schoudt ende heemraders als oppervoichden in manieren nae bescreven. Dats te weten dat die moeder voorscreven van nu voortaen haer kijnderkens onderhouden sal in eten, in drincken, in cleden, in reden, in lijnden, in wollen, in schoijen, in causen ende ter scholen te stellen ende van als te doen, gelijck een goede moeder haeren kijnderkens schuldich is te doen. Ende soe sij daer eere af hebben wille ene tijdt van vijf jaeren, ingaende tot meij anno xvC ende Lxix ende soe voort vijf jaeren lanck duerende.
Ende hier vooren sal die moeder voorscreven hebben ende behouden alle die haefelijcke goeden ende die bruijckwer vanden erffgoeden die vijf jaren lanck duerenden. Ende betalen schuldt ende onschuldt, welverstaende soe wat schuldt ende wederschuldt van allen mach wesen voor meij anno xvC ende Lxix lestleden sullen die moeder ende die kijnder tsamen betalen.
Item dit sijn die erfgoeden. Inden eersten dat huijs metter hofstadt met noch den acker met sijn toebehoren, gelegen neffen Jan Cornelissoen, met noch een stuck lants gelegen aen die Huel(?) binnen ende buijten, soe groot ende cleijn als dat gelegen is, met noch een stuck lants gelegen in die Brandt, streckende vanden Achterdijck ter Brandweteringe toe, met noch een stuck lants in een stuck gelegen in Peter Snacken wer, haer portie daer in duergaende met noch haer aengedeelt inde Zuvelwijck (?) soe groot ende cleijn als sij daer in bestorven is met haer aengedeelt in die Cleijn Dongt gelegen met Thonis Cloostermans met noch haer aengedeelt in Rijsbroeck. Item alle dese voorscreven goeden te laten in effect ende ene groot, de tijdt voorscreven ten sij bij consent van voichden ende toesiender ende schoudt ende heemraders als oppervoichden. Sonder arch ofte list. Actum den xxjen junij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen, mij present Johan Peters.
Fol. 22v.
Copie.
Ick Peter Janssoen, rechter inden ambacht tot Raemsdonck ende met mij Jan Mathijssoen, Ariaen Gijsbertssoen Buijs, Ariaen Peter Schoemackers, Jan Zegherssoen, Frans Geritssoen de Coninck ende Ariaen Aertssoen Schenck, alle heemraders inden selven ambacht voorscreven, oirconden ende kennen dat voir ons gecomen is Bertelmeus Ariaenssoen, onsen mede heemraedt ende gaf over met vrijer ghiften zoo recht is Ariaen Janssoen vanden Berghe, vierdalf gaerde lants ombedeelt gelegen in die Donghe, streckende vander Killen af aent zuijden eijnde, streckende noirtwaert op ter halver Maesen toe. Joachim Meussoen met elfdalve gaerde int selfde wer gelegen aen die oostzijde ende die Santroijsen clooster met haere erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven Ariaen Janssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden recht vanden lande ende alle voorcommer af te doen van schot, van lot, van croengeldt ende van allen commer die daer op comen mach tot desen daghe toe. Dies soe heeft Ariaen Janssoen voorscreven Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven wederom verleden met enen verlije zoe recht die bruijckwer ende beternis vanden voorscreven lant om sess Karolus guldens tsiaers te betaelen alle jaer op Sint Bartelmeus dach anno xvC ende Lxiij den eersten.
Ende ist datmen jaerlijcx niet en betaelt ten daghe voornoemt soe salmen jaerlijcx maenen voor die gebannen vierschaar ende voort eijgenen zoe recht is. Dies mach men dese sess Karolusguldens voorscreven jaerlijcx onderhouden, lossen ende afleghen ….. vermach ter goeder moeten(?) met Conincx daelders oft payement inder waerde nae die valuatie der penninck veerthien ….. verschenen pachten. Daer bij alle arch ofte list vuijtgescheijden.
In orconden der waerheijt, ende want wij heemraders voorscreven allen ghene ghemene zeghel hebben, soe hebben wij gebeden Peter Janssoen onsen rechter voorscreven dat hij ons desen brief over ons bezegelen wille. Ende tot Peter Janssoen, rechter voorscreven om beden wille der heemraders voorscreven alsoe gedaen hebbe mijnen zeghel hier aen gehangen hebbe over hem luijden ende over mij schuen(?) opten xxijen dach van augusto int jaer ons here duijsent vijfhondert twee ende tsestich. Ende beloven die kerckmeesters inder tijdt zijnde gemene naeburen Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven ende sijne naecomelingen altijdt schadeloes te houden vanden renthen, want sijn goet der kercke leendt. Aldus gecollationeert teghens den principalen brief vuijthangende bezegelt ende accordeert bij mij.
Johan Peters.
Fol. 23r
Transport op datum: 30-6-1569.
Verkoper: Katharina (Lijnke), weduwe van Arian Janssoen Knaep, met Jan Zegherssoen, haeren gecoren voicht die haar metten recht gegeven was.
Koper: Cornelis Janssoen.
Betreft verkoop van: Die stede gelegen op Vlendonck; resp. een half wer ofte ackerken.
Belend noord: Vlendoncxsche sloot; resp. Baeijen Mathijssoens cooltuijn en Andries Ariaensz.
zuid: Halve Kreecke.
oost: Jan Zeghers; resp. Bert Gerbranden wer.
west: Henrick Willemsz en Peter Janssoen de Bont; resp. Henrick Willemsz. en Peter Jansz. én Andries Ariaensz.
Jenneken Franck Janssoens dochter met Peter Ariaenssoen Schouten, haren gecoren voicht, haer metten recht gegeven, ende heeft haar goeder betalinge bedanckt van Lijnke, wedue wijlen Ariaen Janssoen Knapen ter causen van enen zeeckeren rendtbrief van xxx stuijvers tsiaers die welcke Matijs Huijmansz vuijt plach te gheven. Scheldende den selven daer van quijt. Actum als boven ende heemraders als boven.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 23v.
Transport op datum: 30-6-1569.
Verkoper: Ans Cornelissoen met Brievinck Huijbrechtssoen als voicht van Jan die Bosschers weeskijnderen.
Koper: Robbrecht Janssoen van Gils.
Betreft verkoop van: Een stucxken lants, met steginge ende weginge over Aert Janssoens erfgenamen erfve.
Belend noord: Robbrecht Janssoen van Gils voorscreven erve dat hij van Brievinc Huijbrechtssoen voorscreven gecoft heeft.
zuid: Halve Kae.
oost: Kathelijn Aert Janssoen.
west: Truijken Ackermans ende Metken Zeghers.
Opten lesten dach van junno anno xvC ende Lxix soo heeft Ans Cornelissoen ontfangen van Robbert Janssoen van Ghils zeeckere penningen van coop van lande competerende den weeskijnderen van Jan der Bosschers Huijbertssoen. Ende moet den kijnderen wederom vuijtrecken tot haere mondighen daghen die somme van seven ponden groten Vlaams. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.
Fol. 24r.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Huijbert Ariaenssoen ende Eerken sijn huijsvrouwe den lesten junnij anno xvC ende Lxix
Inden eersten Ariaen Huijben geloot ende geerfdeelt op een gaarde lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspick in een weer lants dat Truij Gerit Buijs wer plach te wesen. In ses gaerden bedeelt van die ses die ligghen opten oosten candt, dese gaerde bedeelt opten westen candt vanden anderen vijf gaerden.
Nu Cornelis Huijbertssoen geloot ende geerfdeelt naest Ariaen Huijben oostwaert, oock op een gaerde int selfde lant.
Nu Cornelis Thomassoen met Jan Huijben ende Mariken Huijben met haeren gecoren voicht geloot ende geerfdeelt opt huijs metten acker daer aen gelegen. Streckende vander halver straeten af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Jan Zeghersz erfve toe met xiiij stuijvers daer jaerlijcx vuijtgaende erfgelt die Heijlighe Gheest daer heft met noch jaerlijcx den pastoor ende custer tsamen drie stuivers elcx twe blancken.
Ende is voorwaerde ende wel ondersprocken als Ariaen Huijben ende Cornelis Huijben elcx vuijtreijcken sullen Cornelis Thomassoen elcx ses Karolus guldens eens te betalen tot meij naestcomende een pondt Vlaams ende dat ander pondt Vlaems tot meij daer aen volgende.
Jan Huijbert Ariaenssoen ende Mariken Huijbertsdochter met haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Thomassoen elcx sijn portie ende gerechticheijt in die stede boven gescreven.
Actum ten datum als boven ende heemraders Anthonis Anssen, mij present.
Johan Peters.
Ende schencken Jan Huijben ende Mariken Huijben met haeren gecoren voicht, Ariaen Huijben haer portie ende gerechticheijt in die visscherije ende moet Cornelis Thomassoen voorscreven Jannen onderhouden die drie jaren in eten, in drincken ende te cleden, nu tsamen ende Cornelis Thomassoen voort die ander jaren. Ende sal Jan voorscreven arbeijden ende doen dat hij machtich is, gelijck hij tot nu toe gedaen heeft. Actum als boven heemraders als boven.
Fol. 25r.
Joachim Aertsoen gaf over met ene verlije zoe recht is Peerken sijnder suster, sijn portie ende gerechticheijt soe groit ende cleijn als hij bestorven is, ende mede sijn portie van Janne sijnen broeder, in derthien gaerden lants bedeelt opten westencandt gelegen op die Vlaeijkens. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Killen toe. Marijke Jan Andriessoens cum suis gelegen westwaert ende Joachim Aertssoen voorscreven selver met Michiel Aertssoen gelegen aen die oostzijde
Ende beloofden Joachim Aertssoen voorscreven Peerken sijnder suster voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe.
Actum den xijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen
Fol. 25v.
Ariaen Lenaertssoen voor hem selven, Mariken Herman Cornelissoens dochter met Joachim Janssoen van Broechoven haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaven te samen over met ene verlije zoe recht is, Cornelis Hermansz enen halven acker saijlants. Streckende van Ariaen Janssoen van Ghils erfve af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter halve Kreecke toe. Peterken Thomas erfgenamen gelegen aen die oostzijde ende Aentken, die wedue van Ariaen Aen Dircx zaligher metten anderen halven acker gelegen aen die westzijde.
Ende desen halven acker geloofden comparanten voornoempt Cornelis Hermanssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen.
Ende bedancken hem comparanten voornoempt goede betalinge van Cornelis Hermanssoen voorscreven, den eersten penninck metten lesten. Actum als boven ende heemraders als boven.
Joachim Janssoen van Broechoven heeft overgenomen van Mariken Herman Cornelissoens dochter somme van hondert Karolus guldens. Hier voren sal Joachim Janssoen voorscreven die selve Mariken voorscreven bij consent van Cornelis Hermansz als voicht ende andere vrienden ende maghen present, onderhouden in eten, in drincken, in cleden, in reden, soe dat behoort ter tijdt ende wijlen tot voor Mariken voorscreven huwelijk doet oft van haer moeder scheijt. Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als Mariken Hermans dochter van haer moeder scheijt soe moet Joachim Janssoen voorscreven der selver Mariken die selve somme alsdan restitueren, die hondert Karolus guldens voorscreven,
fol. 26r. (ik twijfel of het nu volgende stuk wel bij de vorige tekst hoort).
off het lant houden in enen halven werf gelegen achter die kerck ombedeelt, soe groet ende cleijn als Cleijs Berthen van Peter Ariaenssoen schouten gecoft heeft. Die heren der vijcarissen oost ende Ariaen Janssoen van Ghils west. Actum als boven ende
heemraders als boven.
Fol. 26r.
Transport op datum: 27-7-1569.
Verkoper: Jan Geritssoen van Boemel ende Frans Clauwaertssoen te samen.
Koper: Lemmen Jan Lemmen (ook: Lambert Jan Lambertssoen).
Betreft verkoop van: Een half wer lants te weten x gaerden nae inhoudt het Dijckboeck, of soe groet ende cleijn alst gelegen is int Leeghe Veen.
Belend noord: Halve Kreeck.
zuid: Dongha.
oost: Bert Cleijs erfgenamen.
west: Anneken Bert Cleijs met haar erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 26v.
Mathijs Huijmanssoen heeft hem selven geconstitueert ende ter waerboch gesteldt voor Peter Ariaenssoen Schouten, voor alsoe veel als Aelbert Geritssoen ter causen ende spruijtende vanden huijse daer Dierick Huijben zalijger plach te wonen voor sijnder moeder portie te somme toe van drie ponden groten Vlaems te weten enen acker zaijlants gelegen achter die rosmolen. Streckende vanden rosmolen aff aent noorden eijdt streckende zuijtwaert op totte eerste dwaersloot toe over den Diefdijck.
Actum den xxvijen julij anno xvC ende Lxix. Ende belooft Jenneken Thomas wedue den selven Mathijs Huijmanssoen wederom schadeloes te houden voor haar ende haar erfve. Heemraders Anthonis Anssen, Bartelmeus Aenssoen, Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen.
Fol. 27r.
Gijsbert Henricxz in Engelandt; Dierick Ariaenssoen de Rover.
In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersproken ende na bescreven, soe heeft gecoft Gijsbert Henricxz in Engelandt, van Dierick Ariaenssoen die Rover duer submissie ende wtsprake van Ariaen Peter Schoenmakers vuijten name van Gijsbert Henricxz ende Ariaen Aertssoen Schouten vuijten name van Dierick Ariaenssoen de Rover, stick, steedts gesubmitteert zijnde ende die handt daer op gegeven hebben. Ende hebben die arbiters eendrachtelijcken vuijtgespocken als dat Gijsbert Henricxz voorscreven van nu voortaen op hem nemen sal twee rente briefven, den ene van vierdalve Karolus guldens ende den ander van vier Karolus guldens, altijdt losrenten nae inhoudt der briefven.
Ende dit voor dat huijs metten erfve daer Wouter Henricxz zaligher plach te wonen ende vuijt gestorven is. Streckende vanden Vletsloot af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten eersten dwarsloot toe achter dat huijs, geheten den Tampsloot, daer gelegen is Jan Joost Neelen Corsput ende Ariaen Mertenssoen Scherder aen die oostzijde ende Gijsbert Henricxz westwaert. Ende sal Gijsbert Henricxz voorscreven hebben ende behouden dat gedeeltken in sijn huijs metten erfve dat hij voorleden tijde van Wouter Henricxz sijne broeder gecoft ende betaalt heeft.
Sedem regra (?? beide woorden zijn afgekort; waarsch. latijnse uitdrukking met de betekenis: “volgens de zelfde regel”) Gijsbert Henricxsoen hem selven in die leste deelinge in geabuseert heeft met noch ene gld(?) daer jaerlijcx vuijtgaende, competerende jaerlijcx den coster inder tijdt zijnde. Ende voort allen questien ende querelen, lanthuijren, erfhuijs ceelen, doot ende tenijet. Salve welverstaende oft daer enighe landen ofte goeden gheldt off penningen den selven Dierick Ariaenssoen enighsins mede competeren souden, hierinne exclusive ende vuijtgesloten, welverstaende alsdat Gijsbert Henricxz voorscreven ende Dierick Adriaenssoen de Rover voorscreven tsamen betalen sullen dat verloope van die viij Karolusguldens tsamen, te weten een jaer renten. Ende is noch voorwaerde ende wel ondersproken alsdat altoes, nu ende ten ewijghen daghen die een over den anderen steghen ende weghen zullen tot oerbaer ende profijt vanden lande ende malcanderen gheen schade te doen bij redenen.
Ende hiermede seghen arbijters voornoempt partijen eerlijcken ende duechdelijcken vernuecht ende versoent ende crackelen, lanthuijren, renthen ceelen ende allet gheene daer Gijsbert Henricxz als voicht is connisse af gehadt soude moghen hebben ende het relijef doot ende te nijet. Ende sullen malkanderen nimmermeer meer molesteren met ghene recht, gheestelijck noch waerlijck, noch met ghene ende nieuwe ofte lose vonden diemen hierop soude moghen ordineren ofte versieren. Ende gheeft Gijsbert Henricxz voorscreven ons int gelach twee Karolus guldens ende sal Dierick Ariaenssoen voorscreven af corten x stuijvers. Ende sal Dierick voorscreven hebben dat bedsteken metter hael. Ende dit selve heeft Dierick Aenssoen voorscreven over gegeven met vrijer ghiften Gijsbert Henricxz.
Actum den xxijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. In presentie schoudt ende heemraders, bij namen Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoenmakers, Bartelmeus Aenssoen ende Ariaen Aertssoen Schouten. Ende tot meerder zeeckerheijt soo hebben Gijsbert Henricxz ende Dierick Ariaenssoen die Rover met mij gesworen clerck dit onderteijckent opten xxijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Onder stondt gescreven Gijsbert Henricxz met sijn merck, Dierick Ariaenssoen die Rover , mij present, Johan Peters.
Fol. 28r.
Transport op datum: 17-8-1569.
Verkoper: Ariaen Peterssoen Knapen.
Koper: Merten Ariaenssoen (Schouten) tot behoef van Ariaen Janssoen van Ghils.
Betreft verkoop van: Een vierendel in een sesthiendalf gaerde ombedeelt.
Belend noord: Slootken buijten den Diefdijck.
zuid: Halve Kreeck.
oost: Ariaen Aen Dircxz met Frans Geritssoen de Conick met hare erfve.
west: Buijs Willemssoens wedue met haeren erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 28v.
Transport op datum: 18-10-1569.
Verkoper: Peter Huijben.
Koper: Ariaen Jan Andriessoen.
Betreft verkoop (met ene verlije) van: Een huijsinge metten erfve daer aen gelegen, met vier stuivers siaers daer vuijtgaende den pastoer en coster.
Belend noord: Halve Bergensche Straet.
zuid: Halve Kreeck.
oost: Michiel Aerts.
west: Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs.
Koopsom: niet genoemd.
Ariaen Geritssoen van Boemel ende Steven Aertsz als kerckmeesters nu ter tijdt tot Raemsdonck gaven over met vrijer giften zoe recht is, Jan Meeussoen ende Bartelmeus Ariaenssoen te samen seven gaerden lants in een vierendeel. Streckende vander halve Keen aent af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter halver Bergenscher Straete toe. Jan Zeghersz cum suis gelegen aen die westzijde ende het clooster van Eemstheijn gelegen aen die oostzijde. Ende voort achter die Berghen vanden halven slootken af achter den acker aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver Kreecken toe. Ende noch voort drie vierendel vande voorscreven wer int Leghe Veen vander halver Kreecke aen voort zuijtwaert op ter Dongha toe ligginghe ende rugginge als boven.
Ende dit voorscreven lant geloofden die kerckmeesters voornoempt Jan Meeussoen ende Bartelmeus Ariaenssoen te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe. Actum den xviijen octobris anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zeghersz, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssoen.
Fol. 29r.
Peter Ariaensz Conincx gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs anderhalf gaerde lants ende een half vierendel ende noch een half vierendel half gelegen met Ariaen Gijsbrechtssoen ende Peter Ariaenssoen selver ende Thoenken Cornelis Anssen dochter opten oesten candt int half wer. Streckende vander halver Keenen af aent zuijdeneijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, het clooster van Eemsshein gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Gijsbrechtssoen selver aen die westzijde. Ende blijven parthijen nu geerfdeelt, Ariaen Ghijben met sijn gerechticheijt aen die westzijde ende Peter Ariaenssz met Thoenken aen die oostzijde. Ende beloven Peter Ariaenssz voorscreven Ariaen Gijsbrechtssoen voorscreven dit voornoemt lant te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen tegenwoordighen daghe toe voor haer alder naecomelingen. Sonder arch ofte list. Ende soe wanneer Ariaen Gijsbrechtsz voorscreven geloft heeft twee Rijns(?) guldens tsiaers staende op dit selve lant die Willem Ariaenssz ten Berghe daer op heft, soe heeft hij die vrijghift want hij den schoudt daer nu af contenteert. Ende dies t’oorconden soe hebben twe heemraders, bij namen Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssz met mij gesworen clerck dit onderteijkent opten derden dach van november anno xvC ende Lxix. Mij present.
Johan Peters.
Ende bedanckt hem Peter Ariaenssoen voorscreven goeder betalingen vanden eersten penninck metten lesten.
Ariaen Peter │││ Schoemakers merck; Jan N Zegerssz merck.
Fol. 29v.
Jan Janssoen de Laet; Jan Zegherssz.
Jan Janssoen de Laet de Jonghe, wonende op die Mede als man ende voicht van Aleijdt Ariaen Jan Reijnertssoens dochter, sijnder huijsvrouwen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Zegherssoen een thiende met allen haere toebehoiren gelegen onder den ambocht tot Raemsdonck in die vrijhoeven houdende vanden ambacht van Groit Waspijck op gaende zuijtwaert op streckende totten ambacht van sGravenmoer toe. Henrick Luijen Ambacht neffen die oostzijde ende die gemeen Heijrstraet neffen die westzijde. Ende dese thiende voorscreven geloefden Jan Janssoen de Laet voorscreven Jan Zegherssz voorscreven te vrijen ende te waren tot ewijghen daeghen naeden recht van Zuijthollandt ende allen voorcommer aff te doen tot desen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers ende Bartelmeus Ariaenssz.
Frans Baeijenssz; Ariaen Janssz Borgraef.
item opten brief die Baeijen Janssoens erfgenamen vuijtreijcken, inhoudende van anderhalven schilt tsiaers heeft Frans Baeijenssz voorscreven gecoft van Ariaen Janssoen Borgraef, die somme van veerthien stuivers tsiaers ende afgelost ende wel betaelt. Actum den xxiiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Mij gesworen clerck present ende staet oock opten principaelen brief geteijckent.
Johan Peters.
Fol. 30r.
Transport op datum: 14-11-1569.
Verkoper: Ariaen Ariaenssoen Knaep.
Koper: Peter Dircxz.
Betreft verkoop (met een verlije) van: Een sevendeel in een stuck lants, gelegen met Marij Koppens bedeelt opten westen.
Belend noord: slootken over de dwarssloot.
zuid: Kae.
oost: Marij Koppens int selfde lant.
west: Jan Cornelisssoen.
Koopsom: niet genoemd.
Joachim Reijn Lambertssoen met Ariaen Aertss Schouten als toesiender heeft rechtelijcken overgegeven met vrijer giften zoo recht is, behalven Aerdt van Raveschots schijns sijns rechts, Cornelia Reijnen ende Martin Reijn Lambrechtsz dochteren sijn susteren, sijn portie, gerechticheijt ende besterf femsse(?) in have ende erfve, in allet ghene dat hij van sijnder moeder in bestorven is, behalve ofte tanoudt(?) ofte morghen den selve Joachim voorscreven niet aen soude moghen comen tot Aelborch oft anders daer houdt hij altoes sijn portie ende optie in. Ende oft gebeurde dat die drie stuijvers daer questie sijn susteren ende hij souden moeten betaelen sal Joachim voorscreven daer alnoch sijn derdendeel in corten.
Actum den xiiijen novembris anno xvC ende Lxix, heemraders altesamen.
Fol. 30v.
Erfdelinghe aengebrocht die erfgenamen van Mariken Merten Aertssz huijsvrouwe den xiiijen novembris anno xvC ende Lxix.
Inden eersten Ariaen Clauwaertssz als man ende voicht van Dinghen sijnder huijsvrouwen, geloot ende geerfdeelt op half die stede metten erfve daer aen gelegen, streckende vander halven sloot af .. die straet af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totten Watersloot toe met ene braspenninck daer jaerlijcx vuijtgaende, noch met vijfponden groten Vlaems incomende schuldt. Ende Aerdt Mertenssoen geloot ende geerfdeelt op die ander helft. In alder manieren als boven.
Nu Lijsken Mertens die jongste dochter geloot ende geerfdeelt op twe gaerden lants in die Donghe in Joachim Meeusz wer streckende vander halver Keenen af aent zuijden eijndt streckende noortwaert op ten halver Maesen toe met noch drie veertelen rogs ende een luepen erfrogs tot Dongen nae wtwijsens ‘sbriefs.
Nu Ariaen Ariaen Cleijssoens als man ende voicht van Lijsken Mertens dochter, sijnder huijsvrouwen, geloot ende geerfdeelt op een gaerde lants off weijnich meer in Heerkens wer, duergaende, behalve die stede haers rechts. Met noch vier veertelen rogs erflijck tot Oosterhout nae vuijtwijsen ‘sbriefs met noch thien ponden groten Vlaems te ontfangen incomende schuldt ende noch op twe ponden groten Vlaems die de selve ontfangen sal anno Lxx van Lijsken Mertens die joncxste suster.
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken off daer enighe cummerkausen quamen op enighe vanden voorscreven goeden nu nijet wetende sullen parthijen altoes malcanderen helpen ghelden ende vuijtdraghen.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHere handen op een boete van seven ponden. Actum als boven. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssoen.
Fol. 31r.
Michiel Aertssz; Bert Aertssz weeskijndt.
Item die ses ende veertich guldens die Michiel Aertssz schuldich is gebleven Bert Aertssoens sijns bruers weeskijndt op die reeckeninghe anno xvC ende Lxj heeft Michiel Aertssz ondergenomen op renten te weten tsiaers voor vierdalven Karolusguldens, verschijnende opten xxjsten novembris anno xvC ende Lxx te lossen met ses ende veertich Karolusguldens ter goeder moeten. Actum den xxjsten novembris anno xvC ende Lxjx. In presentie heemraders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssoen, mij present.
Bekenden Pauwels Ariaenss afgetelt te wesen desen xen mert (jaar niet duidelijk) ende ten vollen betaelt, den iersten penninck metten lesten.
Fol. 31v.
Huijbert Wouter Willemssoen heeft gegundt ende leghert (=(verm.) gelegateerd) voor schoudt ende heemraders in die teghenwoordigheijt den heijlighen sacrament voor sijne biechtvader, als dat Ariaen Janssoen, sijn swager (sic! vermoedelijk is Anneken (zie hierna) de dochter van Huijbert en Ariaen Janssoen zijn schoonzoon; dat lijkt het meest aannemelijk gezien het vervolg van de tekst, GAvS), ende Anneken, sijn dochter, wonende tot Oosterhoudt, te weten van sijne ende sijnder huijsvrouwen achtergelaten goeden nae haerder beijder doot gheen goeden en sullen moghen vercopen noch veralueren dan die bruijckwer daer aff nemen. Ende sullen blijven tot profijt van die kijnderkens van die selve Ariaen Janssoen ende Anneken sijn huijsvrouwe.
Ende beghert ende wille noch die selve Huijbert Wouterssoen ende Lijsken sijn huijsvrouwe, als dat Cornelia sijn dochter eerst ende voor al voor vuijt hebben sal van die gereetste goeden die somme van vijftich karolus guldens eens voor haren goetwillighen dienst ende om sacken wille hem daer toe moverende. Ende sal alsdan nochtans delen ende parthen mede naeden Zuijthollantschen recht. Aldus gedaen opten Kersavont anno xvC ende Lxjx in presentie den werdighen sacrament ende Jan Jacobssz den schoudt van Raemsdonck ende Henrick Luijen Ambacht, bij heemraders Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel. Ende bekenne wij heemraders voorschreven dat Huijbert Wouterssoen ende Lijsken sijn huijsvrouwe haar vijf sinnen ende haer verstant wel hadden alst scheen, mij gesworen clerck present.
Johan Peters.
Fol. 32r.
Erfdelinghe aengebrocht die erfgenaemen van Cornelis Peterssoen Mandemaecker ende Mariken sijn huijsvrouwe, den derden januarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck.
In de kantlijn, naast de volgende alinea: Met Ariaen Ghijben onbedeelt.
Inden eersten Anthonis Cornelissoen geloot ende geerfdeelt op half die acker vander kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver groter Keen toe met half die Werfcampen, te weten van die Werfcampsche straet aff noortwaert op ter halver Maese toe met elck ij st. die de kerck daer op heft met vijf pondt Vlaems geleent gheldt.
In de kantlijn, naast de volgende alinea: Met Ariaen Ghijben onbedeelt.
Nu Jan Cornelissz geloot ende geerfdeelt op half die acker vander kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver groter Keen toe met half die Werfcampen, te weten van die Werfcampsche straet aff noortwaert op ter halver Maese toe met elck ij st. die de kerck daer op heft met vijf pondt Vlaems geleent gheldt.
Nu Melis Cornelissoen geloot ende geerfdeelt op drie gaerden lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck achter Thomas Cornelissoen met half die rente die Metken Zegers daer op heft, den penninck sesthien nae inhoudt ‘sbriefs met half den rogghe die de heijlighe Gheest daer op heft met half die Werfcampen, van der Keen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Werfcampenscher straet toe.
Nu Neeltghen Cornelis dochter geloot ende geerfdeelt op drie gaerden lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck achter Thomas Cornelissz met half die rente die Metken Zegers daer op heft, den penninck sesthien nae inhoudt ‘sbriefs met half den rogghe die de heijlighe Gheest daer op heft met half die Werfcampen, van der Keen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Werfcampenscher straet toe.
Ende hebben Thonis Cornelisz ende Jan Cornelissoen, gebroeders tsaemen aengenomen Neeltken haer suster te onderhouden nae datum van dese, seven jairen lanck metten alle den imboel den kijndt competerende, voor alle de bruijckwer van hare goede te onderhouden in eten, in drincken, in cleden, in reden, in lijnde, in wollen, in alles datten kijndt binnen dije jaeren van node wese sal. Welverstaende oft datt meijsken voorscreven binnen middelen tijde beteren raedt wist off beter profijt wiste te doen, soe mach sij van haer broeders scheijden ende doen haer profijt met haere goet. Ende is Melis Cornelissoen, die broeder ontlast van Neeltken sijn suster, die welcke hij mede soude moeten onderhouden ende en sal nijet contribueren off deelen in die haeffelijcke goeden sonder arch ofte list oft in ….. die sij in huijre hebben. Actum ten datum als boven. In presentie Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen als heemraders, mij present.
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Thonis Cornelissz ende Jan Cornelissz, gebroeders, den kijndt sijn goet even groot laten sullen ende soe vrij lenen(?) sullen als dat nu aen… (?)
Fol. 33r.
Transport op datum: 24-1-1570 (nae den stijl van Luijck).
Verkoper: Ariaen Joachimssoen voor hem selven ende Anthonis Stoffelsz als gemachtich van Ariaen Peter Janssoen Staessenz.
Koper: Pauwels Dircxz.
Betreft verkoop van: Huijsinge meten erfve
Belend noord: Ambacht van Groit Waspijck.
zuid: Jan Zeghersz c.s. erve.
oost: Ariaen Joachimssz voorscreven selve.
west: Ariaen Bernieren met sijne erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Anthonis Stoffelssz voor hem selven ende als gemachtich van Ariaen Peter Janssoen Staessenz gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Joachimssz Thonis Stoffelssoen voor hem selven een vierdel ende voor Ariaen Peterssoen een half vierendel daer Ariaen Joachimsz voorscreven selver een half vierendel in heeft in een delle gelegen met Henrick Ariaen Janssoens wedue ombedeelt streckende van Huijbert Wouterssoens erve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver ouder vaert toe. Huijbert Woutersoen gelegen aen die westzijde ende die erfgenamen van Henrick Cornelissoen aen die oostzijde te vrijen ende waren naeden lantrecht. Ten datum als boven ende heemraders als boven.
Fol. 34r.
Ariaen Clauwaertssz; Peter Dircxz.
Ariaen Clauwaertssz gaf over met eenen verlije zoe recht is Peter Dircxz een huijsinghe metten erfve daer aen gelegen streckende van Stoffel Willemssz erfve af met Jan Jacobsz den Schoud erve aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten halven sloot toe, te weten tot Henrick Cornelissz Pluij met Huijbert Peterssoen met Peter Henricxssoen cum suis erfve toe. Peter Henrickssz met Willem Buijssen gelegen aen die westzijde ende Henrick Willemssz met Jan Cornelissz gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven huijsinghe metten erve geloofden Ariaen Clauwaertssoen voorscreven te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder fraude of bedroch. Actum den xxiiijsten januarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssz.
Fol. 34v.
Cornelis Jan Roelen; Baeijen Mathijssz.
Cornelis Jan Roelen gaf over met eenen verlije zoe recht is Baeijen Mathijssz enen halven gheer onbedeelt, te weten dat vorste block streckende vanden halver straeten aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten eersten dwarsloot toe, Dinghen Jan Clauwen cum suis met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Thoenken Cleijs Bert Vassen met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Cornelis Jan Roelen voorscreven Baeijen Matthijsz voorscreven te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch ofte list. Ende sullen parthijen over malcanderen steghen ende weghen ende schouwen maecken nae advenant dat hij goet heeft. Actum den vijen februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 35r.
Pauwels Dircxz; Jan Ariaen Henricxz Verhoeven.
Pauwels Dircxz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Ariaen Henricxz Verhoeven een blocxken lants gelegen int Rijsbroeck opten vaartcant soo groet ende cleijn alst daer gelegen, streckende met beijden eijnden aen die vaart, die heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die westzijde ende die vaert daer die schepen door varen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Pauwels Dircxz voorscreven Jan Ariaen Henricxz voorscreven te vrijen ende waren tot desen teghenwoordighen daghe toe met allen gebuerlijcke rechten te onderhouden, mergentael mergentaels gelijck cloosters schijns sijns rechts. Met steghinghe ende weginge d’een over d’ander, met den heijlighen Gheest voor vuijt sonder arch oft list. Actum den xven februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Geritssz ende Govaert Evertssz.
Fol. 35v.
Lijn Diericken; Merten Ariaenssz.
Katerijn die wedue van Dierck Peterssoen zaliger, met Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs, haeren gecoiren voicht die haar metten recht gegeven was, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Ariaenssoen Wagemaker een stucxken lants gelegen in die Oorden metten selven Merten Ariaenssoen int selve lant opten oosten candt, streckende vander halver kae af aent noorden eijnde streckende zuijtewaert op tot Jacob Cleijs lant toe, Ariaen Janssoen van Ghestel gelegen aen die westzijde. Te vrijen ende waren tot desen daghe toe. Actum den vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen. Heemraders Meus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Govaert Evertssz.
Vonnisse Marij Heijn Buijsz.
Den heemraet heeft gewesen voor recht vuijten aendringe van Marij Heijn Buijssen dat die ghene die teijnden haeren dijck ligghen aen beijden eijnden dat die selve haeren dijck sullen verlegghen ende aenrichten ende aen malcanderen richten sullen soe datmen dat eerlijcken ende mackelijck rijen ende jaghen mach. Oft bij onwillicheijt off gebreck van weijgeringe dat die heer van stonden aen besteden sal op des goets cost. Actum in martio op die andere schouwe anno xvC ende Lxx stilo Leoden.
Fol. 36r.
Ariaen Janssoon Borggraef die voochdije aengenomen van die weeskijnderen van Bastiaen Berthen.
Desen vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen soe heeft Ariaen Janssoen Borchgraef gheaccepteert ende aengenomen die voochdije van Bastiaen die kijnderkens te helpen regeren ende voort te helpen op der kijnder cost bij sijne eedt zoe recht is ende reeckeninge, bewijs ende reliqua doen van sijnde administratijen ten vermaen vanden toesiender ende schoudt ende heemraedt. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.
Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten, Peter Dircxsoon, Ariaen Dircxz.
In de kantlijn: Ariaen Janssz Borchgraef als voicht van Batiaen Berthen kijnder.)
Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met Peter Dircxsoon, haer gecoren voicht die haer meten recht gegeven was, Peter Dircxz voor hem selven ende Ariaen Dircxz voor hem selven, gaven gesamenderhandt ende elcx voor hem selven bijsonder over met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs, haeren oom, sestalf gaerde lants luttel min oft meer (onderstreept is in origineel doorgestreept) teijnden malen(?) oft gaerden teijnden geldt(?), gelegen in die Donghe, streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Aenken Schouten cum suis, gelegen aen die oostzijde ende Thonis Cloestermans int selfde lant aen die westzijde ende dit voorscreven lant geloofden comparanten Ariaen Gijsbertssoen te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen. Heemraders Ariaen Aertssoen Schouten, Govaert Evertssz.
Fol. 36v.
Lijsken Bastiaen Berthen weeu met haaren kijnderen, Peter Dircxsoon.
Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met haren gecoren voicht ende Ariaen Janssoen Borchgraef als voicht van Bastiaen Berthen kijnder ende Peter Dircxsoon voor hem selven gaven over met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Dierick Peterss, haeren broeder ses gaerde lants metten selven Ariaen Diercxz bedeelt facit (lat.:maakt) nu tsamen neghen gaerden want Ariaen voorscreven daer selver drie gaerden in heeft, naer vuijtwijsen haer delinghe, streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Beris Cornelissoen gelegen aen die westzijde ende Mariken Mertens ende Juecken Mertens int selve lant aen die oostzijde. Ende geloofden comparanten voornoemt Ariaen Dircxssoen voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Actum den vijften aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen.
Ariaen Diericxssz gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met Ariaen Janssoen Borchgraef als voicht van Bastiaen Berthen kijnder ende Peter Dircxsoon, drie gaerden lants gelegen in tsamen neghen gaerden ombedeelt nae inhoudt haer deelinghe, streckende vanden halver Keenen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten halven slootken toe, te weten buijtendijcx naesten dijck Beris Cornelissoen west ende Mariken ende Juecken Mertens int selfde lant oost. Ende beloofden comparanten voornoemt Ariaen Dircxssoen voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren nae den lantrecht tot desen daghe toe. Actum als boven.
fol.37r
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat Ariaen Diercxssoen voorscreven ontfangen sal ende voorvuijt hebben sal van alsulcken oordeken als sij tsamen hebben int Rijsbroeck, daer sij tsamen op bedeelt zijn die somma van drie ponden groten Vlaams. Ende die reste voort enen negelijcken(?) even veel. Actum als boven.
Salvo soe sullen Lijsken Bastiaen Berthen weeu met haren kijnderen ende Peter Dircxs tsamen ontfangen elcx die helft vanden wilcoer van Ariaen Gijsbertssoen Buijs ende Ariaen Dirxssoen daer vuijt gesloten. Actum ten datum als boven.
Heemraders Jan Zegherssz, Govaert Evertssz.
Fol. 37v
Transport op datum: 18-4-1570.
Verkoper: Meester Mathijs Otgens.
Koper: Rijck Emmen.
Betreft verkoop (met een verlije) van: Een vierendeel in een wer lants gelegen in Cleijs Janssz lant ombedeelt.
Belend noord: Halve Kae.
zuid: Dongha.
oost: Jan Cornelisz cum suis.
west: Lenaert Huijbrechts.
Koopsom: niet genoemd.
Ende steldt Mathijs Otgens voorscreven Rijck Emmen voorscreven tot ene singulieren waerborch een gaerde lants in neghen geren in Cleijs Janssoens lant tot vijftich Karolus guldens toe.
Fol. 37v.
Transport op datum: 18-4-1570.
Verkoper: Dierick Ariaenssoen Rover.
Kopers: Brievinck Huijbrechtssoen en Cornelis Diericxz te samen.
Betreft verkoop van: Een stuk lants gelegen in Engelant.
Belend noord: Halve sloot aan Gijsbrecht Henricxssz kooltuijn.
zuid: Halve Gat.
oost: Gijsbrecht Henricxz.
west: Gijsbrecht Henricxz.
Op 30-6-1574 heeft Brievinck Huijbrechtss zijn deel verkocht aan Cornelis Diericxz.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 38v.
Transport op datum: 18-4-1570.
Verkoper: Ariaen Peterssoon Raessen.
Koper: Em Cleijs Janssz.
Betreft verkoop van: Een half stuck lants gelegen int Rijsbroeck. Cloosterschijns komt tot last van de koper.
Belend noord: Rijsbroecxssen weg.
zuid: Dongha (en Ariaen Meussz? niet duidelijk)
oost: Jan Meeusz
west: (vermoedelijk:) Ariaen Meeus.
Koopsom: niet genoemd.
Michiel Willemssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Peterssoen van Noij ende Andries Lambertssz ende Cornelis Aert Peterssz van Noeij die selve personen vervanghende, die helft van een stuck gelegen in Henrick Luijen Ambacht, streckende vanden halver heij af ende van die acker af aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver ouder vaert tot Willem Michielssz oostwaert ende Henrick Ariaen Janssoen Staessz wer cum suis westwaert. Actum anno et die (=jaar en dag) als boven ende heemraders als boven ende oock te vrijen ende te waren.
Fol. 38v.
Desen xxxen maij anno xvC ende Lxx compareerden voor schout ende heemraders van Raemsdonck Joachim Aertssoen ende heeft ontfangen van Beris Cornelissoen, die somme van sevendalff pondt groten Vlaems. Ende sal Beris Cornelissoen voorscreven daer vooren bruijcken een schaer weijens in die acker, te weten int Breet Wer geduerende ter tijdt ende wijle toe voor Joachim Aertsz voorscreven, Beris Cornelissz voorscreven sijn penningen ofte die selve sevendalff ponden Vlaems voorscreven wederom restitueert. Sonder arch ofte list, actum ten datum als boven. Heemraders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aerts Schouten.
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Joachim Aertssz voorscreven Beris Cornelissoen voorscreven altijt op segghen … Sinte Peter ad cathedra te vooren als hij hem sijn penningen voorscreven wel restitueren.
(bovenstaande acte is doorgehaald, kennelijk bij terugbetaling)
Fol. 39r.
Ariaen Jan Andriessoon.
Ariaen Jan Andriessoon, oudt omtrent xxix jaeren heeft hem selven overgegeven met sijnen vrijen eijghen wille voor schoudt ende heemraders alsdat alsulcken achtergelaten leengoeden als Jan Andriessoon sijn vader zaliger achtergelaten heeft altoes sullen succederen erfven ende besterven hoe wel die voorscreven goeden die selve Ariaen Janssoen voor hem soude moghen houden, heeft die selve Ariaen Janssoen over gegeven voor schoudt ende heemraders dat die selve goeden sijn susters ende broeders altijdt mede deelen sullen half ende half, gelijck ander haefdelinghe goeden nae den zuijthollantschen recht, aengesien soe die vader die voorscreven goeden eertijdts gecoft hadde.
Actum den xxven aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen.
Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssoen, Ariaen Geritssoen van Boemel.
Fol. 39v.
Wouter Heijs die voochdije rechtelijcken aengenomen van Michiel Aertssoen weeskijnderen.
Desen xjen junij anno xvC ende Lxx compareerden voor schoudt ende heemraders tot Raemsdonck Wouter Janssoen die Wit die men noempt Wouter Heijs ende heeft rechtelijcken aengenomen die voochdije op sijnen eedt van Michiel Aertssoon’s weeskijnderen te regeren ende die goeden te emploijeren in alles te doen, gelijck sijn eijghen te verhuijren ende inbueren ende alle schuldt ende alle onschuldt te ontfangen ende te betalen, soo wel in haeve ende als erfve. In alles te doen gelijck een goet voicht schuldich is te doen, onder conditie dat men den selven Wouter Heijs altijdt leveren sal zeeckere inventaris van allen goeden, haeve ende erfve, daer na hem die voicht nae sal moghen reguleren onder conditie dat die voorscreven voicht altijdt gehouden sal wesen den schoudt ende heemraders als oppervoichden. In presentie den vader vanden kijnderen tot haren vermaen reckeninge te doen ende reliqua van sijnder administratie.
(bovenstaande acte is doorgehaald, terwijl in de kantlijn driemaal het woord “vacat” staat).
Fol. 40r.
Aenneminghe Michiel Aertssoen sijn kijnderen, den xijen junij anno xvC ende Lxx.
Desen xijen junij anno xvC ende Lxx soo heeft Michiel Aertssoen rechtelijkcen aengenomen sijn mondighe ende onmondighen kijnderen te onderhouden in eten, drincken, in cleden ende reden soe hij daer eer af hebben wille ter tijdt ende ter wijlen toe, voor dat joncxste, dat nu inden winter naestcomende ses jaeren oudt worden sal, tot sijnen sesthien jaeren toe. Ende hiervooren sal Michiel Aertssoon voorscreven hebben ende behouden alle die goeden, have ende erfve, imboel ende alle samen datter nu is. Salve als dat joncxte kijndt voorscreven soe oudt is als voorscreven is, soo sal Michiel Aertssoen voorscreven sijnen kijnderen alsdan vuijtreijcken elcken kijndt voor sijn hooff die somme van hondert Karolus guldens teijnde den voorscreven.
Salvo is wel geconditioneert ende ondersproken oft gebuerde dat enijghe meijssen ofte kijnderen voorscreven huwelijck deden binnen dijen middelen tijden soe sal die vader den kijnderen voorscreven binnen jaers vuijtreijcken elcken sijnen portie oft sijn hondert Karolus guldens als voorscreven is oft goet daer vooren bewijsen soo schoudt ende heemraedt ende bij vrienden ende maghen dat schicken sullen ende werderen. Ende sal Michiel Aertssoen voorscreven betalen schuldt ende onschuldt ende ontfangen ende bueren incomende.
Sonder arch oft list. Actum den xijen junij anno xvC ende Lxx. In presentie heemraders Bartelmeus Ariaenssoen mij gesworen clerck present Joh. Peters.
Bij mij Bertolomeus Ariaenssoens scrift(?)
Ende altijt met een boete Michiel Ariaenssoen ende sijn kijnderen quijten ende vrij.
Fol. 40v.
Transport op datum: 30-6-1570.
Verkoper: Jan Peterssz, Schoudt, als voicht van Peter Janss, sijns soons kijnder weghen.
Koper: Ariaen Thonissz.
Betreft verkoop (met verlije) van: half huijs metten erfve.
Belend noord: totten weijlant toe gelijck den cooltuijn nu staat.
zuid: Pastorije.
oost: Willem Henrick Buijssz.
west: Mathijs Huijmansz.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 41r.
Desen ijen julij anno xvC ende Lxx compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck, Joachim Aertssz ende heeft gelost ene rentbrief van drie Karolus guldens tsiaers, staende op half die stede daer Joachim Aertssz voorscreven nu ter tijt op woont, te weten die oostzijde, nae inhoudt dat oude protocolle daer van sijnde ende Aerdt Janssoen die Scherder sijn vader eertijdts anno xvC ende xxxiij den xen dach meijs geset heeft ene genaemt Jan die Beijser Thomassoen, inhoudende te lossen den penninck xiiij met gevalueert geldt. Welcken brief Joachim Aertssoen voorscreven geloeft heeft te lossen op schat aen geldt oft vierschat aen pant. Ende alsoe den brief nu ter tijdt nijet te vijnden en is ende schoudt ende heemraders nochtans binnen jaers gesien hebben, dan staat Jan Zeghers borghe voor als sijn eijghen goet nu ende soe langhe voor hij sijne eijghen brief heeft. Ende belooft Thijsken Cornelis Evertssoen dochter met haeren gecoren voicht Henrick Sijmonssoen schadeloes te houden, nu ende ten ewijghen daghen voor haerder alder naecomelingen. Sonder arch ofte list, actum als boven. Heemraders Jan Zegerssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Geritssoen van Boemel ende mij present, Johan Peters.
Fol. 41v.
Desen xjen octobris anno xvC ende Lxx compareerden voor heemraders van Raemsdonck, ondergeschreven Jan Jacobsz Schoudt van Raemsdonck ende heeft gegundt, gegeven ende gemaeckt in puerder aelmoessen vuijt echter liefden om Gods wille Jutta Laurenss Huijgen dochter van Cappel een half gesete, staende tot Cappel. Daer gelegen aen die westzijde Lenaert Ariaenssz Custer ende Ariaen Thonissz Rover ende aen die oestzijde heer Anthonis, pastoor tot Cappel. Ende dit al om alsulcken goedwillighen dienst hem daertoe moverende die sij hem gedaen heeft. Ende is geschiet gaende ende staende op ‘sHeren straet, sijn vijf sinnen welgebruijckende alst bleeck ende schij was. Ende desgelijx heeft Jutta Laurenss Huijgen dochter wederom gegundt en gemaeckt haere man die rouwaer gelegen in Henrick Luijen Ambacht, soe groot ende cleijn als die gecomen is van die erfgenamen van Peter die Bosscher, sijnen vrijen eijghen wille daer mede te doen sonder ijemants teghenseghen. Sonder fraude off bedroch, actum als boven in presentie heemraders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssoen Schouten. Ende mij present ende Gert Pluijm Geerloffz Colfdrager van die hoghe vierschaer van Zuijthollant.
Fol. 42r.
Erfdelinge aengebrocht die wedue metten erfgenamen van Jan Cornelissz int Broeck den xvijen octobris anno xvC ende Lxx.
Inden eersten Mariken die wedue geloot ende geerfdeelt op die heijninge vanden Achterdijck tot die Achterstraet toe metten eersten block int leech lant tot dat ander block half toe ende op die Oorde daer teijnden aen gelegen. Ende noch op dat lant streckende van den acker zuijtwaert op tot des Heijligs Gheest lant toe. Noch op dat bosken, streckende van den halven dwarsloot af tot die straet toe. Noch die selfve geloot ende geerfdeelt op half die stede, te weten die oostzijde metten halven dijck te onderhouden.
Nu Thonis Janssz geloot ende geerfdeelt op die ander helft vander stede, te weten die westzijde.
Nu Frans Sijmonsz geloot ende geerfdeelt opten Hanck metten acker op die Santschel.
Hiertegen Anneken Jans ende Merken Jansdochteren te samen geloot ende geerfdeelt op anderhalf block lants vander Kae af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op totter moeder erfve toe met noch een oordeken genaempt Neelen oorde.
Nu Neeltghen Janszdochter geloot ende geerfdeelt opten acker met Bastiaen Berthen bedeelt op die westzijde.
Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat parthijen altijdt malcanderen sullen steghen ende weghen ende onderhouden allen gebuerlijcken rechten.
Ende is oock voorwaerde ende wel ondersproken dat Mariken die wedue sal behouden allen die haeffelijcken goeden, het sij in paerden, beesten, imboel, allet datter in huijs ende betalen weder schuldt, onschuldt.
Aldus aengebrocht ten datum voorscreven ende verpeijnt aen tsheren hant op een boete van thien gouden realen goet van gout, swaer van gewicht, te gaan naer peijnen recht. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz.
Fol. 42v.
Transport op datum: 28-11-1570.
Verkoper: Mathijs Huijmanssz.
Koper: Ariaen Denissz
Betreft verkoop van: een acker zaijlants.
Belend noord: Rosmolen.
zuid: Eersten dwarsloot over den Diefdijck
oost: Ariaen Ariaen Diricxz.
west: Wedue ofte erfgenamen van Ariaen Janssz van Gils.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 43r.
Transport op datum: 12-12-1570.
Verkoper: Anthonis Huijbrechtssz als gerechte bestorven voicht van Ariaen Willem Huijbrechtssz, sijns bruers zoone.
Koper: Anthonis Ariaen Peter Aerts.
Betreft verkoop van: Een eijnde rietlants ofte grindlants, gelegen opt Veer.
Belend noord: Dongha.
zuid: Vas Peterssz(?) erve.
oost: Anthonis Ariaenssz voorscreven selver met sijnen erfve.
west: Gerit Janssz met sijnen erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 43v.
Transport op datum: 30-12-1570.
Verkoper: Franssz Sijmonssz.
Koper: Peter Dircxssz.
Betreft verkoop van: Een stuckxen lants datmen noempt den Hange.
Belend noord: Halve Achterstraet
zuid: Dwarsloot daer die schuijten door varen.
oost: Heijlighen Bert Janssz wedue.
west: Mathijs Otghens cum suis.
Koopsom: niet genoemd.
In de kantlijn: Achtervolgende die delinge daer van zijnde in date den xvijen octobris anno xvC ende Lxx.
Fol. 44r.
Joost Peterssz van Ghils; Anthonis Thonisz Cloostermans.
Joost Peterssz van Ghils gaf over met vrijer giften zoe recht is Anthonis Thonisz Cloostermans die helft van enen merghen lants, gecomen van Aerdt Ariaensz, onbedeelt met Jacob Ariaenssz, wonende tot Teteringen, ombegrepen die mate. Streckende vander straeten af aent zuijden eijnde in alder manieren noortwaert op gelijck Joost Peterssz voorscreven van Aerdt Ariaenssoen ontfangen heeft, nae inhoudt den ouden register.
Ende noch voorts het stedeke int selfde wer, streckende noortwaert op soe verre als ander gebuer erfve streckt, Aentken Schouten gelegen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen die Bont met Jan Ghijben metter gebuer dijck aen die oostzijde. Dit voorscreven lant geloofden Joost Peterssz voorscreven Anthonis Cloostermans voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den xxxen decembris anno xvC ende Lxx.
Heemraders Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegerssz.
Fol. 44v.
Slechts een aanzet (één zinnetje) tot een acte op dit blad:
Cornelis Hermanssz voor hem selven ….. (?)
Fol. 45r.
Eerfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Jan Buijs Geritssz van Boemel.
Inden eersten Truijken Jansdochter geloot ende geerfdeelt op ses geerden lants gelegen achter Jan Zeghers met ses Karolusguldens ende vijf stuvers daer jaerlijcx vuijt gaende.
Nu Mathijs Janssz geloot ende geerfdeelt op derdalf gaerden lants int Molenweer met noch eenen rendtbrief van drie Karolusguldens ende vijf stuvers daer siaers.
Nu Neeltghen Jansdochter geloot ende geerfdeelt op ses geerden lants in Ackermans lants met thiendalven Karolusguldens daer jaerlijcx vuijt gaende. Ende moet vuijtreijcken Mathijs Janssz die somme van sesthien ponden Vlaems op vier Bamisdaghen naestcomende.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen sHeren handt op peijne van drie gouden realen goet van gout, swaer van gewicht te gaen naer peijnen recht. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.
Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegerssz.
Op huijden desen xxen december anno 1612 soo bekenden Anneken Jans, wedue wijlen Willem Wouters dat Cornelia Jans haer suster de sesthien ponden Groten Vlaems betaelt heeft, den lesten penninck metten eersten. Present Joachims Jans, notaris ende mij Cornelis Melis, secretaris.
Fol. 45v.
Transport op datum: 25-1-1571 naeden stijl van Luijck.
Verkoper:. Peter Ariaenssz als man ende voicht van Sensken Cornelis Cornelis Jacobssz dochter.
Koper: Reijer Jacobssz Olijslager tot Dordrecht.
Betreft verkoop van: 2 gaerden lants gelegen in die Acker.
Belend noord: halve Maes.
zuid: Dongha.
oost: Reijer Jacobs voorscreven selver int selfde wer
west: Marij Coppens erfgenamen cum suis.
Koopsom: niet genoemd.
Ende steldt Peter Ariaenssz voorscreven Reijer Jacobssz voorscreven tot enen onversterfferlijcken waerborch een gaerde lants in Ackermans lant, ombedeelt streckende vanden Verscher straeten af aent zuijden eijnde noortwaet op ter Maesen toe.
Fol. 46r.
Transport op datum: 31-1-1571 nae den stijl van Luijck.
Verkoper: Jan Aerdt Anbosch.
Koper: Ariaen Raessen tot behoef van Grietken Raesen sijnder moeder.
Betreft verkoop van: een vierendeel in een stuck lants gelegen in Leghe Veen met Grietken Raessen ombedeelt.
Belend noord: halve Leeghen wech en Sijmon Willem Sijmonss cum suis.
zuid: Ouder Dongha en Anna Goedschalcx cum suis.
oost:
west:
Koopsom: Niet genoemd.
NB: Noord en zuid grenzen worden twee keer aangegeven en oost en west niet. Vermoedelijk is hierbij een fout gemaakt. Vermoedelijk zijn eerst genoemde noord en zuidgrens correct en liggen Sijmon Willem Sijmonss cum suis en Anna Goedschalcx cum suis oost en west of omgekeerd.
Fol. 46v.
Transport op datum: 6-2-1571 nae den stijl van Luijck.
Verkoper: Aelbert Geritssz.
Koper: Beris Cornelissz
Betreft verkoop (met een verlije) van: een huijs metten erfve daer aen gelegen
Belend noord: halve Molenpathsche straet
zuid: Beris Cornelissz ander erfve.
oost: Gebuer wech.
west: Ariaen Peter Schoemakers met sijne erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 47r.
Transport op datum: 20-2-1571 naeden stijl van Luijck.
Verkoper: Pauwels Dircxssz.
Koper: Gielis Ariaenssz van Alfen.
Betreft verkoop van: een vierendeel een in stuck lants geheten den Amercandt, met Castelleijnen kijnder ende Baeltghen sijn suster ombedeelt.
Belend noord: Ariaen Corsput vanden halven sloot.
zuid: halve Gat.
oost: Castelijnen kijnder cum suis.
west: Ariaen Mertenssz Scherder, Ariaen van den Corsput en Jan Joost Neelen.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 47v.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Ariaen Andriessz zaliger, den eersten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Joost Laurenssz als man ende voicht van Jenneken sijn huijsvrouwe geloot ende geerfdeelt op half die koeweij met half den schijsch (=cijns) diet convent daer op heft nae inhoudt des convents bescheijt ende Joost Laurenssz voorscreven ontfangen vanden wilcuer vanden Jan Buijssen wedue die somme van vijftich Karolus guldens nae vuijtwijsen den wilcuer. Item hierop betaelt vijftalf pondt Vlaems ende vier stuijvers. Noch hierop betaelt twee …. gulden. Item bekenden Jenniken Joost Lauwereijs huijsvrou haer vol ende al betaelt den eersten penninck metten lesten den xxvsten augusti anno 77.
Hier teghen Andries Ariaenssz kijnderen te samen geloot ende geerfdeelt op die ander helft vander koeweijen met half den schijs (=cijns) diet convent daer op heft nae inhoudt des convents bescheijt. Ende moeten die kijnder oock ontfangen vanden wilcuer voorscreven die somme van derthiendalven Karolus guldens. Ende sullen die kijnder vooraf oock hebben ende behouden een vierendeel teijnden die stede op die westzijde ombedeelt, daer Henrick Ariaenssz op bedeelt is. Streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ende hiermede sijn alle oude crackelen, wilcuer ende alle andere voorleden twist ende geschillen die Andries Ariaenssz kijnderen, Henrick Ariaenssz enichsins souden moghen eijsschen alte samen doot ende te niet. Ende schelden hiermede malcanderen quijt, nu ende ten ewijghen daghen voor haerder alder naecomelinghen.
(later bijgeschreven:) Item dese xiij Karolusguldens sijn te vollen betaelt op Onser Liever Vrouwen dach visitatie anno xvC ende Lxxij.
Fol. 48r.
Nu Henrick Ariaenssz geloot ende geerfdeelt op een half stucxken lant (in de kantlijn: gelegen met Ans Cornelissen ende Peter Ariaenss cum suis aen die westzijde), streckende vanden halven Geijlsloot aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver Bergensche straet toe ende voort vander halven sloot af t’eijnden den acker zuijtwaert op ter Dongha toe met dat achterste steghen ende weghen sal over Joost Danielssz acker, nu ende ten ewijghen daghen. Ende sal Henrick Ariaenssz voorscreven oock ontfangen vanden wilcuer van Jan Buijssen vijftich Karolus guldens.
Nu Andries Stoffelssz voor hem selven ende Jan Stoffelssz voor hem selven, Cornelis Diercxssz als man ende voicht Willemke sijnder huijsvrouwe ende Ariaen Janssz Reoel als man ende voicht van Anneken sijnder huijsvrouwe ende Staes Huijbertsz ende Cummer Huijbertssz, te samen geloot ende geerfdeelt op een vierendel teijnden die stede op die west zijde, ombedeelt. Streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.
Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een half stucxken lants (in de kantlijn: gelegen met Ans Cornelissen ende Peter Ariaenss cum suis aen die westzijde), streckende vanden halven Geijlsloot aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver Bergensche straet toe ende voort vander halven sloot af t’eijnden den acker zuijtwaert op ter Dongha toe met steginge ende weginge sal over Joost Danielssz acker, nu ende ten ewijghen daghen. Ende sullen parthijen oock ontfangen vanden wilcuer vander weduen van Jan Buijssen derthiendtschedalve Karolus guldens.
Item die xiij Karolus guldens zijn ten vollen betaelt.
Fol. 48v.
Ende is noch geconditioneert ende ondersproken soe wat den wilcuer meer beloopt den vierdalf hondert Karolus guldens, te weten veerthien Karolus guldens sal gaen in die gemeen schuldt.
In de kantlijn: Item die xiiij Karolus guldens in die gemeen schuldt sijn ten vollen betaelt.
Ende blijven die grintbeddekens die gelegen zijn teijnden Jennekens huwelijcx ombedeelt.
Aldus aengebrocht opten eersten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. In presentie Ariaen Peter Schoenmakers ende Meus Ariaenssz als heemraders ende Jan Mathijssoen, daertoe geroepen ende versocht.
Ende beloven Henrick Ariaenssz, Joost Laureijssoen, Cornelis Dircxssz, Ariaen Janssz Reoel, Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Staes Huijbertssz ende Commer Huijbertssz, die wedue ende malkanderen te helpen ende schadeloes te houden als dat convent van Sinte Katherijnen Dale ten Berghe, heffende is van alsulcken twee rijnsguldens tsiaers die welcke staen opten westen cant op Aleijden Metten kijnderen lant.
Fol. 49r.
Erfdelinge aengebrocht Huijbert Staessen ende sijnder huijsvrouwen kijnderen.
Inden eersten Huijbert Staessen geloot ende geerfdeelt op die stede streckende van Ariaen Sconincx erfve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Brievinck Huijbrechtssz erfve toe. Salvo moet Huijbert Staessen den erfgenamen vuijt reijcken die somma van twalef ponden groten Vlaems op twe Bamissen naestcomende.
Hier teghen die erfgenamen geloot ende geerfdeelt opt lant in die Donghe soe groet ende cleijn als Huijbert Staessen met sijn huijsvrouwe dat gebruijckt ende beseten hebben, te weten bij name Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Ariaen Janssen Reoel, Staes Huijbertssz, Cummer Huijbertssz. Ende is voorwaerde soe wat renten elck op sijn goet staet sal een ijegelijck aen hem houden, het sij los off erfve, nae inhoudt dat bescheijt maer sullent malcanderen helpen vrijen tot desen daghe toe. Actum den eersten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bertelmeus Ariaenssz.
Fol. 49v
Transport op datum: 6-3-1571 naeden stijl van Luijck.
Verkoper: Ariaen Jan Andriessoen.
Koper: Jan Janssz.
Betreft verkoop (met ene verlije) van: Een stuck lants gelegen in die Oorde soe groot ende cleijn alst Jan Andriessoen, sijn vader, eertijds van Huijman Janssz gecoft.
Belend noord: halve Kae.
zuid: Dongha.
oost: Bert Janssz erfgenamen
west: Kerck van Raemsdonck erfve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 50 r.
Mariken wedue wijlen Jan Stehouwers; Jan Cornelis Ghijben.
Mariken wedue wijlen Jan Ariaen Stehouwers met haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Jan Cornelis Ghijben een vierendeel in een stuck lants gelegen in Engelant geheten dat Loecklant int half wer opten oosten candt ombedeelt. Streckende van Ghijsbert Henricxssz erve af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver Brandtwateringen toe. Jan Henricxssz Schuerman ende Peter Ariaen Meussz cum suis gelegen aen die westzijde ende Ghijsbert Henricxssz met meer ander gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven landt geloefden Mariken die wedue met haeren gecoren voicht voorscreven Jan Cornelissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xe martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten.
Fol. 50 v.
Gerit Jan Zeeben als man ende voicht van Mariken Bastiaens sijnder huijsvrouwen voor hem selven ende Jan Jan Cleijssz als gerechten bestorven voicht van Ariaen Matheussz weeskijnderen, bij namen Matheus Ariaenssz, Jan Ariaenssz, Ariaen Arienssz de jongsthen gaven te samen over met vrijer ghiften behalven cloosters schijns sijns rechts, Govaert Willemssz, omtrent een merghen lants luttel min oft meer gelegen int Rijsbroeck. Daer gelegen is Jan Meussz ende Willem Govaertssz van dese twe bloocxkens aen beijde eijnden. Gijsbert Peter Jan Lemmens met sijne erfve gelegen aen die oostzijde ende Em Cleijs Janssz cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Govaert Willemssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xvije dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.
Opten selven jaer ende dach heeft Govaert Willemssz dit selven goet rechtelijcken over gegeven met vrijer giften zoe recht is Jan Meussoen op Steenoven in alder forme ende manieren als voorscreven is. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssz.
Fol. 51 r.
Bartelmeus Willemssz; Roelof Ariaenssoen.
Bartelmeus Willemssz als gemachtich van Peter Aertssz blijckende bij zeeckere procuratie van schepenen van Sinte Geertuidenberghe die wij schoudt ende heemraeders gesien ende hebben horen lesen gaf over met vrijer giften zoe recht is Roelof Arienssz een stucxken lants gelegen inden Leghen Wech op die gheren. Streckende van Baeijen Mathijssz erfve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Dinghen Jan Clauwen ende Thonis Goessens cum suis erfve toe. Den Leghen Wech aen die westzijde ende Jan Peterssz Knapen met meer ander oostwaert. Ende dit voorscreven lant geloefden Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Roelof Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum den xxsten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders ….. (? mij niet bekende afkorting, met vermoedelijke betekenis: “als voor” of iets dergelijks; GAvS).
Fol. 51 v.
Aerdt Claessz van Beeck; Wouter Willemssz.
Wouter Willem Wouterssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Ardt Claessz van Beeck een stuck lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Cornelis Hermanssz geleghen aen die oost zijde ende Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Wouter Willemssoen voorscreven Aerdt Claessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.
Aerdt Claessz van Beeck; Cornelis Janssoen de Wit.
Aerdt Claessz van Beeck gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Janssz de Wit die helft van xxiiij gaerden lants gelegen ombedeelt int Leegh Veen. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Cornelis Hermanssz gelegen aen die oostzijde ende Gerit Janssz aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Aerdt Claessoen voorscreven Cornelis Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders als boven.
Fol. 52 r.
Peter Meussoen; Ariaen Janssoen Reool.
Peter Meussoen gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssoen Reool een huijsinge metten erve daer aen gelegen. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Aenken Cleijs Emmen toe metter steghen. Marij Heijn Buijssen weu gelegen aen die westzijde en Ariaen Sconincx met Huijbert Staessen gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven huijsinge metten erfve geloefden Peter Meussoen voorscreven Ariaen Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 52 v.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Truijken Ackermans zaligher den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Gijsbert Zegherssz geloot ende geërfdeelt op twe gaerden lants in Ackermans lants opten westen candt. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halven Maesen toe.
Nu Mariken Jacobsdochter int selve lant daer naest geloot ende geërfdeelt op twe gaerden lants naest Gijsbert Zegherssoen. Streckende als boven.
Nu Wouter Heijs daer naest geloot ende geërfdeelt int selfde lant te weten opten oosten candt. Streckende als boven. Ende sullen dese drie clusten te samen slooten ende heijnen ende gebruijcken den houtwasche ende elck sijn derdendeel. Ende is voorwaerde oft parthijen nijet en mochten accorderen int ackerlant, dat een ijegelijck sijn derdendeel gebruijcken sal van die ooste vore tot die westen toe. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.
Anneken Cornelisdochter heeft geconstitueert ende machtich gemaeckt Brievinck Huijbertssoen haer schaden te schutten, haer baet(?) te wachten tot … kenlijke wedersegghen. Heemraeders als boven.
Fol. 53 r.
Peter Ariaenssz ende Wouter Heijs elck als man ende voicht van sijnder huijsvrouwen gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Dierck Ariaen Gheritssz elck sijn portie ende gerechticheijt soe groot ende cleijn als elck bestorven is in Truijken Ackermans stede. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter halver Bergensche straet. Metken Zeghers cum suis gelegen aen die oostzijde ende Frans Clauwaerts gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven goet geloefden comparanten voornoemt Dierck Ariaenssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.
Dierck Ariaenssoen; Jan Claessz van Alffen.
Dierck Ariaenssz de Rover gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Claessz wonende tot Alffhen een stuck lants gelegen in Engelant. Streckende vander halven Brandtwateringen aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven sloot toe teijnden Gijsbert Henricxssz voorscreven cooltuijn. Gijsbert Henricxssz voorscreven met sijnen erfve gelegen aen beijden zijden. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz voorscreven Jas Claessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe voor haerder beijder naecomelingen. Sonder arch oft list. Actum den derden aprilis anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Jan Zegherssz.
Fol. 53 v.
Steven Aertssz; Peter Jan Lemmens.
Steven Aertssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Jan Lemmens enen werf gelegen buijten dijcx. Streckende vander halver killen af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven dwarsloot tot buijten dijcx. Dat Convents van Eemstheijn met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende die Heijlighe Gheest van Raemsdonck met Castelleijnen kijnder met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Steven Aertssz voorscreven Peter Jan Lemmens voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten.
Fol. 54 r.
Ariaen Aertssz Schouten als gemachtich ende voicht ende vuijten name van sijnder moeder; Cleijs Janssz ende Cornelis Melissz.
Ariaen Aertssz Schouten als gemachtich ende voicht ende vuijten name van sijnder moeder gaf over met vrijer giften zoe recht is Claes Jan Claessz ende Cornelis Melissz een stuck lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Aentken Schouten selver met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Zegherssz ende Joost Zegherssz met Frans Diercxssz ende met meer ander met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Aaertssz voorscreven inder qualiteit als vooren Claes Janssz ende Cornelis Melissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz.
Fol. 54 v.
Ariaen Aertssz Schouten als voicht van sijnder moeder; Cleijs Janssz ende Cornelis Melissz.
Ariaen Aertssz Schouten als voicht van sijnder moeder gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Claes Janssz ende Cornelis Melissz een stucxken lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Jan Geritssz kijnder tot Hulten gelegen aen die oostzijde ende Thoenken Cleijs Bert Vassen wedue gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Aaertssz voorscreven Claes Janssz ende Cornelis Melissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz.
Fol. 55 r.
Peter Janssz vanden Werck; Peter Ariaen Gerit Hermanssz.
Peter Janssz vanden Werck gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Ariaen Gerit Hermanssz een stucxken lants gelegen opten vaertcant. Streckende van der Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz erfve toe. Mariken Jan Ariaenssz wedue met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Cornelia Joachim Janssz wedue met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Peter Janssz vanden Werck voorscreven Peter Ariaen Gerit Hermanssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten.
Fol. 55 v.
Dierck Ariaen Geritssz, Merten Diercxssz.
Dierck Ariaen Geritssz ende Merten Diercxssz gaven over met vrijer giften zoe recht is Peter Ariaen Gerit Hermanssz een stucxken lant dat men noempt Goijkens Grindt. Streckende vanden selven Peter Ariaen Gerit Hermanssz voorscreven erfve af dat hij van Peter Janssz vanden Werck gecoft heeft. Voort zuijtwaert op tot Ariaen Lambertssz Drossaerts erfve toe. Marten Jan Andriesssoen gelegen aen die westzijde ende Cornelis Joachims gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz voorscreven, Peter Ariaen Gerit Hermanssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum ut supra. Heemraeders ut supra.
Fol. 56 r.
Dierck Ariaen Geritssz, Merten Diercxssz.
Dierck Ariaen Geritssz ende Merten Diercxssz gaven te samen over met enen verlije zoe recht is Ariaen Wouterssz Sprangers een vierendeel in een stuck lants gelegen in die Oorde daer Rijck Emmen die helft in heeft dat hij van Mathijs Otghens gecoft heeft. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Lenaert Huijben gelegen aen die westzijde ende Jan Cornelissz erfgenamen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz voorscreven Ariaen Wouter Sprangers voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 56 v.
Die erfgenamen van Ariaen Andriessz; Joost Danielssz.
Henrick Ariaenssz voor hem selven, Andries Stoffelssz voor hem selven, Jan Stoffelssz voor hem selven, Staes Huijbertssz voor hem selven, vervangende Commer Huijbertssz sijnen broeder, Cornelis Diercxssz als man ende voicht van Willemken sijnen huijsvrouwen. Ariaen Janssz Reool als man ende voicht van Aentken sijnder huijsvrouwen gaven gesamenderhandt over met vrijer ghiften zoe recht is Joost Danielssz haer portie in een stuck lants gelegen inden ambacht van Raemsdonck. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten selven Joost Danielssz voorscreven erfve toe ende voort vanden selven Joost Danielssz voorscreven erfve ofte acker af voort zuijtwaert op ter halver kreecken toe. Thoen Wouters int selve lant oost ende Jan Geritssz van Boemel west. Ende binnen dijcx Ans Cornelissz ende Peter Ariaenssz int selve lant oost ende Jan Mathijssz westwaert. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Joost Danielssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den vierden meijs anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Jan Zegherssz.
Fol. 57 r.
Vonnisse teghen dat Molenwer
Desen lesten meij anno xvC ende Lxxj isser gewesen voor recht opten lesten schaudach vuijten aendringhe van Ariaen Janssz de Bont ende Andries Ariaenssz als dat die parthijen teghen dat Molenwer te weten Jan Geritssz ende Ffrans Clauwertssz ende Huijbert Berthen met sijnen consorten te weten dat half wer opten westen candt dat sij den sloot opgraven sullen ende die parthijen daer teghen een kuijc (? kan ook “knijc” zijn) tuijnken op houden sullen nu ende ten ewijghen daghen oft bij gebreck van dijen dat die parthijen deen teghen den anderen weerheijn winnen sullen als recht is. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz mij present.
Fol. 57 v.
Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met haeren sommighen erfgenamen.
Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met Wijt Wouters haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met enen vrijer ghiften zoe recht is, bij consent vanden schoudt oft dit goet onvrij waer gheeft die schoudt den parthijen nu toe, Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz te samen seven gaerden lants ende een half vierendeel gelegen met Ariaen Andriessz erfgenamen int half wer opten oosten candt ombedeelt. Streckende vander halver Bergenscher straet aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Veerscher straet toe. Met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Ariaen Andriessz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Jan Zeghers gelegen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Anthonia wedue voorscreven Ans Cornelissz ende Peter Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den viije junij anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssz.
Eodem anno et die compareerden Wijt Wouters voor hem selven ende Grietken Woutersdochter met Wijt Wouters haeren gecoren voicht haer metten recht gegeven, Mathijs Wouterssz voor hem selven, gaven oeck gesamenderhandt ende elcx een voor hem selven over met vrijer giften zoe recht Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz elck een achtendeel in seven gaerden lants ende een half vierendeel gelegen met Ariaen Andriessz erfgenamen int half wer opten oosten candt ombedeelt oft soo groot ende cleijn als sij comparanten daer in gerecht zijn. Streckende ende eggende ende ruggende als boven ende te vrijen ende te waren als boven. In welcke seven gaerden lants ende een half vierendeel Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz voorscreven elck haer portie ende aenbedeelt in hebben soo veel als die ander te weten elcx oeck een achtendeel.
Fol. 58 r.
Ende is oeck voorwaerde ende wel ondersprocken als dat Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz voorscreven lossen ende aflegghen sullen ende op eijghen goet setten goet setten sullen te weten Baijen Janssz in porta een losrent nae inhoudt ‘sbrieffs van twe philips guldens tsiaers ende die wedue ofte erfgenamen van Jan Cornelissz borghemeester enen brief van vijf karolus guldens tsiaers te los nae inhoudt ‘sbrieffs te weten tussen dit ende Bamis naestcomende die parthijen portie die overgeven hebben ende die ontfanghers mede haer eijghen portie elck nae advenant sijn achtendeelt. Actum ten datum als boven. Heemraeders als boven.
Fol. 58 v.
Die erfgenamen van Ariaen Ariaenssz Knaepen; Ariaen Janssz van Ghils.
Jan Mathijssz voor hem selven, Mariken Ariaenssen voor haer selven met gecoren voicht, Willem Vranck Willemssz als man ende voicht van Aentghen Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen, Peter Ariaenssz als man ende voicht van Lijnken Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen, gaven gesamenderhandt over ende elck bijsunder met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssz van Ghils een huijsinge metten erfve daer gelegen. Streckende van Bartelmeus Ariaenssz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Hangc toe. Ariaen Ariaenssz Castelleijnen met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Michiel Ariaenssz Conicx met sijnen erfve aen die oostzijde. Met twe karolus guldens losrenten nae inhoudt ‘sbrieffs daer jaerlijcx vuijtgaende die de coper aen hem selven houden moet. Ende noch xx stuvers tsiaers erfrenten die de coepman oeck aen hem selven houden moet. Ende geloefden comparanten voornoemt Ariaen Janssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe te weten dese huisinge metten erfve voorscreven. Actum den eersten septembris anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssz.
Opten selven dach voorscreven hebben comparanten voornoemt over gegeven Baeijen Mathijssz met vrijer giften zoe recht is Baeijen Mathijssz een half wer lants. Streckende vanden halven Geijlsloot af aen noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Broecxssen toe. Gijsbert Zegherssz met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde int selfde lant ende Zegher Gijben erfgenamen gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Baeijen Mathijssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders als boven.
Fol. 59 r.
Desen eersten septembris anno xvC ende Lxxj soe heeft Ariaen Geritssoen Molder reeckeninghe gedaen op sijnen eedt soe recht is van Gijsbert Zegherssz weeskijnderen, in presentie van Gijsbert Zegherssz als vader vanden kijnderen ende schoudt ende heemraeders als oppervoichden, al af gereeckent summa soe renunchijeert Ariaen Geritssz vanden voichdijen ende accordeert den ontfanck ende vuijtgheef deen teghen den anderen ende coemt Ariaen Geritssz aen die kijnder te cort die somme van ses karolus guldens die hij sal moghen vereeckenen aen die schulden als die den kijnder schuldich zijn. Actum als boven. Heemraeders als boven.
Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met Jan Mathijssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaf over met vrijer giften zoe recht is Govaert Sijmon Joost Wouters tot Donghen veerthien gaerden lants ende een vierendel gelegen int Leghe Veen te weten het gerechte half wer opten oosten candt. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Andriessz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Jan Meussz ende Bartelmeus Ariaenssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Anthonia voorscreven met haeren voicht voorscreven Govaert Sijmonssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Ende heeft Jan Jacobssz die schoudt nu ter tijdt geconsenteert datmen dat met vrijer ghiften over geven mach oft daer wat op stont nu nijet wetende ende sal nochtans tsomer gelost worden. Ende is Govaert Sijmonssz nu oeck daerinne te vreden. Sonder arch oft list. Actum den ije octobris anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.
Fol. 59 v.
Desen xxxe octobris anno xvC ende Lxxj compareerden voor schoudt ende heemraedt tot Raemsdonck Ariaen Bernieren ende heeft geloeft Thomas Dirkssz schadeloes te houden van alsulcken lant als Thomas Gielissz van hem gecoft heeft ter summa tot van xviij ponden vlaems nu ende ten ewijghen daghen. Actum den xxxe octobris anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
Ariaen Peter Raessz; Gerit Janssz.
Ariaen Peter Raessen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Gerit Janssz een gaerde lants ende een half gaerde ende een derdedeel in een half gaerde lants gelegen in Clauwaerts wer plach te wesen. Streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde, noortwaert op ter halver Maesen toe. Het welcke is Cornelis sijns bruers paert ende deel die vuijten lande is oft overleden. Daer gelegen Reijer Jacobssz Olijslager aen die westzijde ende Ariaen Ariaenssz Castelleijnen kijnder cum suis ende Mariken Jan Andriessoen cum suis buijten aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Peterssz voorscreven Gerit Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxxe octobris anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.
Fol. 60 r.
Desen lesten octobris compareerden, voor twee heemraeders te weten Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel, Ariaen Janszz de Bont ende heeft op hem genomen vier karolus guldens tsiaers vuijt enen brief van vijf karolus guldens staende op die stede die Jan Meussz gecoft heeft van die erfgenamen van Mathijs Ariaenssz. Daer geloeft Ariaen Janssz de Bont voorscreven Jan Meussz schadeloos af te houden van nu voortaen nu ende ten ewijghen daghen ende den vijften karolus guldens houdt Jan Meussz op sijn goet aen hem selven. Welcke vijf karolus guldens jaerlijcx heffende is Dinghen inden Bock oft een van haeren kijnderen. Sonder arch oft list. Actum den lesten octobris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel.
Die erfgenamen van Jan Cornelissz; Jan Meussz Hovenaer.
Desen derden novembris anno xvC ende Lxxj compareerden voor schoudt ende heemraeders alle die erfgenamen van Jan Cornelissz bij namen Ariaen Denissz als man ende voicht van Aleijdt sijnder huijsvrouwen ende Ariaen Peterssz als man ende voicht van Neeltghen sijnder huijsvrouwen ende Mariken Jansdochter met Johan vander Molen Ariaenssz, schoudt nu ter tijdt tot Raemsdonck, haeren voicht, hebben gesamenderhandt ende elcx bijsonder voor hem selven haer goeden betalingen bedanckt van Jan Meussz van alsulcken huijsinge metten erfve daer aen gelegen die welcke Jan Meussz voorscreven eertijdts van hen comparanten gecoft heeft. Ende schelden selven daer van quijt den eersten penninck metten lesten. Actum den datum als boven. In presentie heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aertssz Schouten ende Ariaen Geritssz van Boemel ende mij present: Joh. Peterss.
Fol. 60 v.
Ende bekennen wij schoudt ende heemraedt aen dander sijde gescreven dat Ariaen Peterssz alsulcken geldt als hij van Mariken Jansdochter van haeren weghen ‘tjaer voorleden ontfanck dat hij haer dat nu gerestitueert heeft ende weder gegeven metten winst. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Accordatie.
Desen 3e februarij anno 79 zijn metten anderen veraccordeert Henrick Janssz van Goerl ende Andries Adriaenssz als voichden ende toesienders van Peter Janssz den schoudt sijne achtergelaten kijnderen ter presentie van Peter sijnen soen als eijscher ter eenre ende Huijbrecht Janssz als man ende voicht van Truijken Joachim Aertz huijsvrouw was als verweerder ter anre zijden aengaende ‘tlant dwelck Joachim Aertz van Jan Petersz als voicht van sijn soens weeskijnderen ten anderen tijde gecoft heeft waer van Joachim Aertz een obligatie verleden had welck noch vermelden op dijer tijt den selven Joachim Aertz schuldich te wesen die somme van xxvj karolus guldens, Jan Peterss tot behoeff den voirss weeskijnderen die welcke Truijken wedue wijlen Joachim Aertz presenteerden bij haeren eedt te verclaren dat in bieren verhaelt waren meer over dan te cort zo dat Joachim Aertz, Jan Peeterss als voicht ten vollen vanden lande betaelt heeft. Ende alzo nochtans die obligatie als voiren noch een jaer te weeten xxvj karolus guldens vereijschende was ende die wedue egeen quitantie van volder betalinghe en cost geblijcken. Zo ist dat Huijbrecht Janss den wedue voirss man ende voicht nu moet betaelen aen handen van Henrick Janss van Goirl tot behoef den kijnderen voirss die somme van thien karolus guldens eens ende zijn hier mede Jan Peeterss den schout saligher sijne gehaelde bieren van Joachim Aertz gehaelt, aff gereckent ende ten vollen betaelt. Geloevende Huijbrecht Janss sijne boeck daer van sijnde deurgans ende geheel te dooden ende niemants daer meer van meester Jans weghen te molesteren in eenigher manieren. Ende zijn partijen hier mede vereffent van alle gene meester Jan ende Joachim Aertz beijde saligher gedachten metten anderen gehendelt hebben voir haer ende haeren naecomelinghen ter presentie den schout ende Meeus Ariaenss als heemraet ende mij present: Melis Cornelis.
In de kantlijn: Ter presentie van Peeter Peterss den jonghen schout diet aengaet
Die thien karolus guldens die Huijbrecht Janss die kijnderen vuijt most reijcken heeft hij betaelt aen handen van Peter Peterss den Jonghen schout sijn soen ter presentie als boven. Ende zijn daer mede alle oude crackelen doot ende te niet ende ten vollen betaelt tusschen meester Jans ende Joachim Aertz.
Fol. 61 r.
Ariaen Thonissz, Jan Peterssz Schoudt; Joachim Aertssz.
Ariaen Thonissz als man ende voicht van Anniken Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen ende Jan Peterssz schoudt als gerechte bestorven voicht van Peter Janssz sijn soens weeskijnderen gaven gesamenderhandt over met enen verlije Joachim Aertssz wonende tot Sinte Geertruijdenberghe neghen gaerden lants opten westen candt bedeelt in achtien gaerden. Streckende vanden selven Ariaen Thonissz cooltuijn af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Jan Mathijssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Anneken Petersdochter met Huijbert Janssz de Bont int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit selfde lant geloefden Ariaen Thonissz voorscreven ende Jan Peterssz schoudt voorscreven Joachim Aertssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Salve dat Joachim Aertssz voorscreven gehouden sal wesen te onderhouden alle gebuerlijcke rechten. Sonder arch oft list. Actum den xe novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel, Govaert Evertssz.
Item dit selfde lant heeft Joachim Aertssz over gegeven met enen verlije zoe recht is Michiel Ariaenssz Conincx tot behoef Gerit Janssz van Loon in alder manieren gelijck hij dat ontfanghen heeft. Actum den xxe martij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssoen, Ariaen Peterssz, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegherssz.
Fol. 61 v.
Brievinck Huijbrechtssz voor hem selven, vervangende Cornelis Lievenssz als man ende voicht van Anneken Jansdochter daer hem Brievinck Huijbrechtssz voors sterck voor maeckt gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Dierck Ariaen Geritssz die twe gedeelten ende besterfnisse ende haer gerechticheijt soe groot ende cleijn als sij gerecht ende bestorven zijn in die huijsinge metten erfve daer Truijken Ackermans vuijt gestorven is ende sij gebruijckt ende beseten heeft bij haer leven. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver Berghensche straet toe. Frans Clauwaertssz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz met Frans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven goet geloefden comparanten voornoempt Dierck Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xiiije novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
Opten selven dach gaf Ariaen Willemssz zijn gerechticheijt mede over den selven Dierck Ariaen Geritssz in alder manieren als ende in alder voeghen als boven ende soo groot ende cleijn als hij van sijnder huijsvrouwen weghen daermede in gerecht is. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 62 r.
Brievinck Huijbrechtssz voor hem selven als gemachtich van Cornelis Lievenssz als man ende voicht van Anneken Jansdochter daer hij hem sterck voor maeckt ende Ariaen Willemssz als man ende voicht van Willemken Jansdochter sijnder huijsvrouwen gaven te samen ende elck bijsonder voor hem selven over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Zegherssz een stuck lants. Streckende vander halver Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe. Ffrans Clauwaertssz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz ende Ffrans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Peter Zegherssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 62 v.
Mathijs Huijmanssz gaf over met enen verlije zoe recht is Bastiaen Aertssz een stuck lants. Streckende vander halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver kille toe. Bastiaen Aertssoen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Peter Schoemakers cum suis gelegen aen die westzijde. Met vijftalve karolus guldens daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt der briefven ende is die here te vreden met die voorleden verlijen die Mathijs Huijmanssz te vooren nijet ontfangen en heeft daer heeft die here inne geconsenteert om nijemandt daer inne begrepen te worden. Ende dit voorscreven lant geloefden Mathijs Huijmanssz voorscreven Bastiaen Aertssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht. Ende moet Mathijs voorscreven die rente gheven van dijen brief die Bastiaen onderhout. Te weten twe rijns guldens den ijersten dach ende noch twee philips guldens te corten aenden derden dach ende moet die oeck soe lange vrijen. Actum den xiiije novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 63 r.
Bartelmeus Ariaenssz; Michiel Ariaenssz Conicx.
Bartelmeus Ariaenssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conincx twe gaerden lants gelegen in sesthien gaerden ombedeelt. Streckende vanden halver Dongha aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maessen toe. Mariken Jan Andriessz met haeren consorten met haere erve gelegen aen die oostzijde ende Henrick Cornelissz ende Jan Cornelissz met Marij Heijn Buijssen met haeren consorten met veel meer ander met haeren erfve gelegen aen die westzijde. Ende dese twe gaerden lants voorscreven geloefden Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Michiel Ariaenssz Conicx voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Met enen stoter erfgelts die de Heijlighe Gheest daer op heft ende die coepman aen hem selve houden moet. Ende oft gebeurde dat op dit goet voorscreven enijghe oude crackelen oft commercausen soude moghen comen daer steldt Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Michiel Ariaenssz Conincx voorscreven tot enen onversterflijcke waerborche het derdendeel in sijns vaders stede op die westzijde. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Cornelis Reijerssz cooltuijn toe. Meus Ariaenssz voorscreven selver aen die oostzijde ende Henrick Govaertden aen die westzijde. Sonder arch oft list. Actum den xxiijsten novembris anno xvC ende Lxxj.
Heemraeders Jan Matijs, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aerts Schouten, Ariaen Geriritss van Boemel, Govaert Evertsz.
Folio 63 v.
Erfdelinge aengebrocht Cornelis Thonissz ende Aerdt Mertenssz.
Inden eersten Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op neghen gaerden lants gelegen buijten dijcx streckende noortwaert op ter halver Maesen toe.
Dit stuk is doorgehaald en men is begonnen op het volgende foliovel.
Fol. 64 r.
Erfdelinge aengebrocht Cornelis Thonissz ende Aerdt Mertenssz.
Inden eersten Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op neghen gaerden lants gelegen met Lijn Diercken cum suis oft haer erfgenamen te weten tsamen in Pun(?) ombedeelt. Streckende vanden sloot buijten den dijck noortwaert op ter halver Maesen Maesen (sic) toe. Thoen Cleijs int selfde lant aen die oostzijde ende Beris Cornelissz aen die westzijde.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een oordken gecomen van Jan Jacobssz.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen rentbrief metten verlope losrente ende op Peter Ariaen Meussz goet nae inhoudt ‘sbrieffs.
Nu Aerdt Mertenssz als man ende voicht van Jutta Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op viij gaerden lants gelegen in die Donghe. Streckende vanden halver Keen af aent zuijden einde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Joachim Meussz west ende Peter Willem Meussz met Joost Laurenssz oost.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen rendtbrief spreeckende op Jan Ghijben metten verlope nae inhoudt sbriefs.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeren hant en een peijne van xxv gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte te gaen naer peijnen recht. Actum den vijften decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Mathijssz, stadthouder, Ariaen Peter Schoemakers ende mij present
Fol. 64 v.
Wouter Heijs; Gijsbrecht Zeghers.
Wouter Heijs gaf over met vrijer giften zoe recht is Gijsbrecht Zegherssz een sestendeel in Truijken Ackermans lant bedeelt opten oosten candt soe groot ende cleijn als Wouter Heijs van sijnder huijsvrouwe weghen in bestorven is. Streckende vander halver Veerscher straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlssloot toe. Bastiaen Aertssz oost ende Gijsbert Zegherssz voorscreven selver west. Ende noch gaf die selve Wouter Heijs over met vrijer giften zoe recht is Gijsbert Zegherssz oeck sijn gerechticheijt van Thoen Cleijs erfve te weten vanden halven slootken aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Mariken Jan Andriessz oost ende Joachim Claewaertssz west. Ende beloefden Wouter Heijs voorscreven Gijsbert Zegherssz voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xije decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
In alder manieren ende even veel heeft Peter Ariaen Aert Lemmens oeck over gegeven Gijsbert Zegherssz met vrijer ghiften gelijck als boven gescreven. Actum den xxiijsten januarij anno xvC Lxxij stilo Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 65 r.
Erfdelinge aengebrocht Mariken Jan Andriessz ende haer kijnder den xiije decembris anno xvC ende Lxxj.
Inden eersten Mariken Jan Andriessz geloot ende geërfdeelt op die stede soe groot ende cleijn als die gelegen is.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen op Vlaeijkens. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ten halven Geijlssloot toe.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen opten Kerckwech. Streckende vanden halver Veerscher straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op streckende ter Dongha toe. Ende dies is die selfde mede bedeelt op dat leen int selfder wer. In die selfde helft daer sij op bedeelt is.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op dat gehele wer lants vander halver Veerscher straeten af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen in die Werfcampen. Streckende vanden halven Dijcksloot af buijten dijcx noortwaert ter Maesen toe. Ffrans Geritssz buijten dijcx int selfde lant aen die westzijde duergaende ende Cornelis Hermanssz aen die oostzijde.
Fol. 65 v.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen int Rijsbroeck met noch een stuck lants gelegen op die Killen gedeelt die helft van Ariaen Janssz Buijs ende die ander helft gecoft van Gijsbert Geritssz met noch vijf veertelen rogs ten Rijen nae inhoudt ‘sbriefs.
Nu Ariaen Janssz ende Steven Aertssz tesamen geloot ende geërfdeelt in Pauwels wer soe groot ende cleijn als Jan Andriessz in gerecht is geweest. Streckende vanden eender Dongha totter anderen Dongha toe.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een stucxken lants gelegen in die Oorde teijnden dat langhe lant vuijt streckende vanden halver Kae aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Dongha toe.
Nu Aentken Jans ende Anneken Jans tsamen geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen inden Kerckwech metter moeder. Streckende vanden halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op vier gaerden lants metter moeder. Streckende vander halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde noort op ter halver Keen toe.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants teijnden dat langhe wer. Streckende vanden dwarssloot af die buijten den Schenkel dijck leijt aen die noorden zijde. Zuijtwaert op ter halver Kae toe.
Fol. 66 r.
Nu Jan Janssz ende Peterken Jansdochter t’samen geloot ende geërfdeelt op een stuck lants gelegen in die Donghe soe groot ende cleijn als sij daer gerecht zijn opten oosten candt. Met Huijbert Jacobssz aen die westzijde. Streckende van der halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten oosten candt int langhe lant int half wer. Streckende vanden sloot af buijten den Schenkel dijck aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten sloot toe die buijten den ouden Veerscher dijck leijt.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op vier gaerden lants gelegen metter moeder. Streckende vanden halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Keen toe.
Ende is voorwaerde ende wel ondersprocken als dat die vier kijnder bij namen Aentken, Peterken, Anneken ende Jan Janssz elck haer vuijtsettel hebben gelijck die ghene gehadt hebben die gehouwet zijn het sij bij ‘tleven vanden moeder oft nae der moeder doot elck even veel te weten vanden moeder goeden.
Aldus aengebrocht ten datum voorscreven elck met sijnen voicht Ariaen Janssz ende te onderhouden op van xxv gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen nae peijnen recht ende elck te onderhouden alle gebuerlijcke rechten.
Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers.
Fol. 66 v.
Jutta wedue wijlen Jan Jacobssz schoudt, Ariaen Peterssz; Jan Mathijssz.
Jutta wedue wijlen Jan Jacobssz schoudt zaligher ende Ariaen Peterssz als man ende voicht van Beeltken sijnder huijsvrouwen gaven te samen over met enen verlije zoe recht is Jan Ariaenssz (“Mathijssz” is hier doorgestreept en er staat hier nu dus iets anders dan in de kop) een huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vander halver straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Peter Diercken erfve toe. Peter Henricxssz met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende Stoffel Willemssz met sijne erfve gelegen aen die oostzijde. Met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Ende dit voorscreven huijs metten erfve geloefden comparanten voornoemt Jan Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht ende alle voorcommer af te doen tot desen daghe toe. Actum den xiiije decembris anno xvC ende Lxxj. Present Jan Mathijssz, Jan Zegherssz als heemraedt ende mij present.
Fol. 67 r.
Peter Ariaenssz Conicx; Anthonia Cornelis Anssens dochter.
Peter Ariaenssz Conicx gaf over met enen verlije zoe recht is Anthonia Cornelis Anssens dochter derdalf gaerde lants gelegen in die hoghe Donghe. Streckende vanden halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Ariaen Gijsbrechtssz int selfde lant gelegen aen die westzijde ende het cloester van Eemstheijn met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende beloeft Peter Ariaenssz Conincx voorscreven Anthonia Cornelis Anssens dochter voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe ende te vrijen ende los te maecken metten selven penningen die van haeren lande comen tusschen dit ende Sint Jansmis naestcomende. Sonder arch oft list. Actum den viije januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.
Fol. 67 v.
Desen xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Ariaen Jan Andriessz ende Steven Aertssz, Jan Geritssz van Boemel ende Jan Andriessz ende gaven te samen ende elck bijsonder over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster elck sijn portie ende gerechticheijt in xviij gaerden lants gelegen in die oorde. Streckende vander halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Peter Schoemakers gelegen aen die westzijde ende Gerit Janssz gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster elck sijn portie te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssz Schouten.
Jan Ariaenssz gaf over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz drie gaerden lants gelegen in Pauwels wer. Streckende vanden halver Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha toe. Ariaen Janssz ende Steven Aertssz voorscreven selver gelegen aen die westzijde ende Jan Geritssz gelegen aen die oostzijde. Oeck te vrijen ende te waren naeden landtrecht. Actum ten datum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 68 r.
Eodem anno et die compareerden oeck voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Peter Schoemakers onsen medeheemraedt ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster acht gaerden lants gelegen in die oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die erfgenamen van Ariaen Andriessz gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster met xviij gaerden gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven acht gaerden lants geloefden Ariaen Peterssz voorscreven Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum ten datum als boven ende heemraeders als boven.
Opten selven dach compareerden oeck voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Janssz Reool, Andries Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Jan Stoffelssz, Staes Huijbrechtssz vervangende Commer Huijbrechtssz sijnen broeder ende gaven gesamenderhandt ende elck bijsonder over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster vier gaerden lants in acht gaerden ombedeelt. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster aen die oostzijde ende Cornelissz Thonissz aen die westzijde. Te vrijen ende te waren als boven. Ten datum als boven ende heemraeders als boven.
Op die selve conditie hebben oeck dit selve over gegeven Jacob Andriessz voor hem selve vervangende Huijbken Andries dochter ende Sijken Andriesdochter ende Mariken Andries dochter ende Aentken Andriesdochter, Jacob Cornelissz als man ende voicht van Hilleken Andriesdochter ende Peter Jacobssz als man ende voicht van Cleijsken Andries Ariaensszdochter sijnen huijsvrouwen, hebben elck bijsonder dit selven over gegeven als voren. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peterssz, Govaert Evertssz. Ut supra. Seeckere vier gaerden lants als voren te weten acht gaerden.
Fol. 68 v.
Erfdelinghe aengebrocht Ariaen Janssz de Bont ende sijn kijnder.
Inden eersten Ariaen Janssz geloot ende geërfdeelt op die stede op die Berghen met half die Donghe metten Vlaeijkens met die Leghe Veen.
Hier teghen die kijnder geloot ende geërfdeelt op die stede inde Molenpat. Streckende vanden Diefdijck af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Met half die werfkens. Aldus aengebrocht opten ixe januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz Schouten ende Ariaen Geritssz van Boemel.
Erfdelinghe aengebrocht die kijnder van Ariaen Janssz de Bont ten datum als boven.
Inden eersten Bouwen Joosten ende Jenneken Ariaens geloot ende geërfdeelt op die stede binnen dijcx. Streckende vanden slootken af buijten den Diefdijck aent zuiden eijnde. Streckende noortwaert op totten sloot tot over den dijck teijnden den werf.
Nu Aentken Ariaens dochter geloot ende geërfdeelt opten buijten dijcxen halven werf te weten die oosten zijde. Streckende vanden buijten dijcxen sloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Actum als boven ende heemraeders als boven. Ende verpeijnt aent ‘sHeren handt op peijne van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen naer peijne recht.
Fol. 69 r.
Eodem anno et die aen dander sijde begrepen soe gaf oeck over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Thonissz, Ariaen Janssz van Ghestel xiiij gaerden lants gelegen in die Oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert ter Dongha toe. Jan Aertssz gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster gelegen aen die oostzijde. Ende dit selve lant geloefden Cornelis Thonissz voorscreven Ariaen Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssz Schouten.
Henrick Pauwelssz Vermoelen als voicht vanden wedue Ariaen Janssz van Ghestel ende Jan Ariaenssz voor hem selve, Peter Ariaenssz voor hem selve ende Cornelis Ariaenssz van Gils als voicht van Aentken Ariaen Janssz van Ghestel dochter gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Peter Jan Denissz xiiij gaerden lants gelegen in die Oorde, oft soe groot ende cleijn alst daer gelegen is. Jan Aertssz aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren als boven. Actum den xviije junij anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssz.
Item dit selve lant heeft Cornelis Peter Jan Denissz voorscreven weder om op staende voet rechtelijcken over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Lambertssz die men noemt Drossaert die xiiij gaerden voorscreven daer Ariaen Lambertssz voorscreven te vooren xiiij gaerden tusschen die reeng….(?) boven gescreven soe dat Ariaen Lambertssz nu die xxviij gaerden geheel toe comen. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol 69 v.
Mathijs Otgens Mathijssz; Ariaen Janssz van Ghestel, Jan sijn soen.
Desen xiiijen januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijden compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Mathijs Otgens Mathijssz secretaris tot Waspijck ende gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssz van Ghestel ende Jan Ariaenssz sijnen soen gesamenderhandt een stuck lants gelegen in die Oorde. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Huijman Janssz wedue ende erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Marthen Ariaenssz die Waghemaker cum suis tot Donghen aen die oostzijde met vier karolus guldens siaers die de copers tot haeren lasten houden ende voort allen anderen gebuerlijcke rechten als daer toe met recht behoren. Soe groot ende cleijn als die voorscreven Mathijs Otgens Mathijssz daer inne van sijnen huijsvrouwen gerecht is. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zeghressz ende Govaert Evertssz.
Aerdt Mertenssz, Cornelis Thonissz; Ariaen Huijben Wouter Naessz.
Compareerden ten selve daghen boven gescreven voor schoudt ende heemraeders voorscreven Aerdt Mertenssz voor hem selven ende Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertenssz sijnder huijsvrouwen ende gaven gesamenderhandt over met eender vrijer ghiften als recht is Ariaen Huib Wouter Naessz wonende ten Rijen een stuck lants gelegen int Leeghe Veen. Streckende vanden vaert aff aent zuijden eijnde. Streeckende noortwaert op tot Peter Aertssz erfve toe. Ans Cornelissz cum suis gelegen aen die westzijde ende Anna Godschalcx ende Sijmon Willem Sijmontssz gelegen aen die oostzijde. Ende dit selfde lant geloefden comparanten voornoempt Ariaen Huijb Wouter Naessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Heemraeders quibij sup.
Fol. 70 r.
Steven Aertssz, Peter Diercxssz; Aerdt Mertenssz.
Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraeders voorscreven Steven Aertssz voor hem selven ende Peter Diercxssz als man ende voicht van Jenneken sijnder huijsvrouwen ende gaven gesamenderhandt over met enen verlije zoe recht is Aerdt Mertenssz een stuck lants gelegen in die Cleijn Dongen. Streckende vander halver killen aff aent zuijden eijnde noortwaert op totten halven dijck sloot toe. Ffrans Diercxssz gelegen aen die westzijde ende Sander Thonissz aen die oostzijde. Dies geloven die ghemeen naburen tot Raemsdonck die renthe die daer op staet ende Aerdt Ariaens sijn goet der kerkcken geleent heeft aff te doen ende altoes den selven Aerdt Mertenssz voorscreven daer van te garranden costeloes ende schadeloes aff te houden. Ende voorts geloefden die comparanten voornoempt dit selven lant Aerdt Mertenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Heemraeders quibij sup.
Aelbert Geritssz; Stoffel Willemssz.
Aelbert Geritssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Stoffel Willemssz een block lants gelegen achter Anneken Buijs Willemssz wedue. Streckende van Anneken Buijs Willemssz werf aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halver dwarssloot toe met half den dijck te onderhouden ende met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Huijbert Janssz de Bont gelegen aen die westzijde ende Peter Heijnen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Aelbert Geritssz voorscreven Stoffel Willemssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xixe januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz ende Govaert Evertssz.
Fol. 70 v.
Lemmen Ariaenssz; Gijsbert Ariaenssz.
Lemmen Ariaenssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Gijsbert Ariaenssz sijnen broeder enen mergen lants gelegen int Rijsbroeck oft soe groot ende cleijn alst gelegen is behalven cloesters schijns sijns rechts. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Jan Peterssz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende het cloester van Raemsdonck met meer ander gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Lemmen Ariaenssz alsoe voorscreven Gijsbert Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijden. Heemraders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 71 r.
Desen xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Dierck Ariaen Geritssz als gemachtich van sijn moeien, Gijsbert Zegherssz vervangende Ariaen sijn swager, Wouter Heijs ende Peter Ariaen Aert Lemmenssz gaven gesamenderhant over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Zegherssz elcx sijn portie ende gerechticheijt in een stuck lants. Streckende vander halver Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe. Ffrans Clauwaertsz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz ende Ffrans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Peter Zegherssz te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Ariaenssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol. 71 v.
Peter Ariaen Aert Lemmenssz; Wouter Heijs.
Desen xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij compareerden voor schoudt ende heemraeders Peter Ariaen Aert Lemmenssz als man ende voicht van Sensken, sijnder huijsvrouwen, ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Wouter Janssz alias Wouter Heijs sijn gerechticheijt ende portie oft besterffenisse in een stuck lants geheten die Goete, gecomen van Truijken Ackermans in alder manieren gelijck die arbijters bij namen Jan Mathijssz, Ffrans Geritssz de Conick en Bartelmeus Ariaenssz die submissie … onder hem hebben ende t’avondt oft morghen vuijtsprecken sullen als sij daer toe versocht worden. Actum als boven ende heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Ariaenssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Gerit Cornelis Custers.
Inden eersten Gijsbert Zegherssz kijnde met Willem Geritssz geloot ende geërfdeelt opt buijtendijcx lant. Streckende vanden halven Leijsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe.
Hier teghen Ariaen Geritssz geloot ende geërfdeelt vanden halven Schausloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Peerboom toe. Ende moeten parthijen elc sijn portie houden inden dijck ende inden dwarssloot. Willem Geritssz ende sijn kijnde aen die westzijde ende Ariaen Geritssz aende oostzijde.
Fol. 72 r.
Ende moet Ariaen Geritssz alleen vrijen in die vuijtkae.
Ende sullen Willem Geritssz ende die weeskijnde vuijtreijcken Ariaen Geritssz binnen jaers die somme van hondert karolus.
Ende bij gebreck van betalinge moghen dat onderhouden ende verypotequeren om seven karolus guldens een jaer ende nijet langher. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Desen xxvje januarij januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck zijn gecomen voor schoudt ende heemraedt tot Raemsdonck Peter Jan Willemssz als gerechte bestorven voicht Jan Jan Willemssz Tunen onmondighe kijnder bij namen Ariaen Janssz ende Mariken Jansdochter ende Thoenken Jansdochter ende Jan Sijmon Peterssz als gerechte bestorven voicht van Anneke Jan Willem Tunen dochter gaven te samen over met vrijer giften zoe recht is, behalven den pastoer sijn gerechticheijt daer in, Cornelis Jan Lemmenssz dats vierendel buijnder oft soe groot ende cleijn alst daer gelegen is tot Raemsdonck aende Leeghen Wech in den gheer. Streckende van Roelof Ariaenssz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Leeghen Wech toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Thonis Joestenssz met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende die wedue metten erfgenamen van Jan Clauwaerts met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden lant comparanten voornoempt Cornelis Jan Lemmenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht voor haerder alder naecomelingen tot deser daghe toe. Actum ten datum als boven. Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegherssz.
Fol. 72 v.
Erfdelinge aengebrocht Laureijs Janssz als man ende voicht van Lijsken Evertssz, sijnder huijsvrouwen, ende Ariaen Ariaenssz Castelleijn als gerechte bestorven voicht van Berhout Gerbranden weeskijnderen.
Inden eersten Laureijs Janssz geloot ende geërfdeelt op die stede daer hij nu ter tijdt op woont met vijf karolus guldens losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt der briefven ende noch xiij stuvers erfrenten die de Heijlighe Gheest van Waspijck daer op heft met noch viij stuvers die de Heijlighe Gheest van Cappel daer op heft.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses gaerden lants gelegen inden ambacht van Groot Waspijck met Gerit Wouterssz wedue bedeelt opten westen candt.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op iiij gaerden lants gelegen achter Willem Geritssz daer Gerit Cornelis Custers plach te wonen bedeelt opten oosten candt met vijf schelling losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt des briefs.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op haer portie inde Leghen Wech inde helft met Lijnken Lemmen Maes weu ende Thoen Cleijs soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden daer in gerecht is geweest met schouwen ende alle gebuerlijcken rechten te onderhouden.
Fol. 73 r.
Hierteghen die weeskijnder van Berthoudt Gerbranden geloot ende geërfdeelt op die helft van die oude stede daer Cleijs Bert Vassen zelve op plach te wonen bedeelt opten westen candt met dat ghene dat die kerck ende Heijlighe Gheest ende pastoer ende custer daer op heffen nae inhoudt dat bescheijdt die helft daer van dat op die heele stede staet.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses gaerden lants gelegen achter Mathijs Janssz dat van die kerck eertijdts gecomen is, bedeelt op die westzijde met seven karolus guldens losrenten daer jaerlijcx uutgaende nae inhoudt des briefs.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op dat lant in die Hoeve te weten twe werkens soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden dat gebruijckt heeft.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op iiij gaerde lants gelegen achter Willem Geritssz, daer Gerit Cornelis Custers plach te wonen, bedeelt opten westencandt, met vijf schellingen losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt des briefs.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op haer portie inde Leghen Wech inde helft met Lijnken Lemmen Maes weu ende Thoen Cleijs, soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden daer in gerecht is geweest met schouwen ende alle gebuerlijcken rechten te onderhouden.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent heren handt op een boete van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen nae Peijnen recht.
Fol. 73 v.
Ende oft hier enighe duijsternisse vacle(?) in enighe vanden parceelen, hier nu nijet genoemt blijft staen, elcx op sijn recht ende malcanderen te helpen ontlasten. Actum den xxvjen januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck.
Heemraders Jan Matthijssz, Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Govaert Evertssz.
Merten Ariaenssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is, het vrij ende dat onvrij met enen verlije, Ariaen Wiercken dat gehele besterffenisse dat Merten Ariaenssz alias Ariaen Arienssz Jonckijnde kijndt achtergelaten heeft genomineert sijn portie in de stede ende het lant in die acker ende in Hooghe Donghe, in alles sijn gerechticheijt soe groot ende cleijn als die selve Merten Ariaenssz van sijns vaders weghen in gerecht is geweest soe wel in haeve ende in erfve gheen vuijtgesundert. Sonder arch oft list. Actum den xxviije januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz.
Fol. 74 r.
Anthonis Janssz, meester Zegher Peterssz; Mathijs Huijmanssz
Anthonis Janssz als gerechte bestorven voicht van Mathijs Huijmanssz weeskijnderen ende meester Zegher Peterssz als toesiender gaven over met enen verlije zoe recht is Mathijs Huijmanssz een huijsinge metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden halver straeten aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Jan Mathijssz erfve. Ariaen Geritssz Molder met sijnen erve gelegen aen die westzijde ende Joachim Aertssz Biernoorden met sijn erf gelegen aen die oostzijde. Ende Jan Mathijssz daer altijdt over te steghen ende weghen datter t’eijnden aen leijt. Sonder arch oft list. Actum den sesten februarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peterssz ende Govaert Evertssz.
In alder manieren boven gescreven soe heeft Mathijs Huijmanssz dit selve overgegeven met een verlije zoe recht is Ariaen Huijben in alder manieren als boven gescreven staet. Actum den xiiije dach van meij anno xvC ende Lxxij. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegerssz.
Fol. 74 v.
Desen viijen februarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck compareerden voorden stadthouder ende heemraedt Vastaert Wouterssz ende Govaert Evertssz ende hebben hem selven geconstitueert ende te borghe gesteldt ende elcx voor de gerechte helft Godschalck Diercxssz ter causen vanden cope vanden huijse dat Godschalck Diercxssz voorscreven eertijdts gecoft heeft van Mariken weduwe Jan Cornelissz de Leeu. Te weten ter somme toe van seven ponden groten vlaems gedurende den tijdt van seven jaren welcke voornoemde penningen Jan Janssz de Leeu ende Grietken Franssen sijn huijsvrouwe ontfangen. Ende is hiermede den wilcuer ende bescheijdt daer van sijnde volle ende gehele betaelt. Den eerste penninck metten lesten. Actum den als boven. Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegerssz.
Fol. 75 r.
In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven soe hebben met een ende malcanderen veraccodeert ende overcomen Bertelmeus Ariaenssz ende Jan Meussz ende Joachim Meussz ende Peter Janssz de Bont ende Huijbert Janssz de Bont als gerechte bestorven voichden van Ariaen Janssz die Bonten kijnderen gecomen ende gegenereert bij Aentken Meus Meusszdochter haer suster.
Inde kantlijn zonder invoeg merkje: vanal
Akte is doorgestreept.
Aeneminghe Bartelmeus sijn kijnderen.
In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven sijn minlijck met een overcomen ende veraccordeert Bartelmeus Ariaenssz ende Jan Meussz ende Joachim Meussz te weten van die kijnderkens die Bartelmeus Ariaenssz gegenereert ende vercregen heeft bij Aentken haer luijden suster. Dats te weten dat Jan Meussz ende Joachim Meussz onderhouden sullen dat joncxste kijndt dat nu bij Ariaen Wiericken woendt, drie jaeren lanck op haeren cost, in cleeden ende reeden, in eeten ende drincken, gelijck haer eijghen kijnder. Ende Bartelmeus Ariaens sal oeck onderhouden die ander vier kijnder drie jaeren lanck, in cleeden ende reeden, in eeten ende drincken, tot hij daer oer af hebben wille gelijck een goet vader sijnen kijnderen schuldich is te doene. Ende sal daer voren hebben ende gebruijcken alle die blaijinge (=bladinge = vruchtgebruik, GAvS) ende bruijckwer van alle den goeden die daer sijn. Ende oft enich vanden kijnders aflijvich worden binnen den middelen tijden sal wesen elcken aennemer tot sijnen vordele soe wel Jan Meussz ende Joachim Meussz ende Bartelmeus Ariaenssz, elcken tot sijnen vordel. Ingaende dese aenneminge Sinte Peter ad cathedram in die zulle anno xvC ende Lxxij nae den stijl van Luijck. Ende is oeck geconditioneert ende wel ondersprocken als dat Bartelmeus Ariaens voorscreven hebben ende behouden sal alle die haeffelijcke goeden, paerden ende beesten, inboel ende al datter in huijs is, gheen vuijtgesondert. Ende betalen allen schulden ende onschulden, dootschult ende alte samen daer aen schuldt af maecken mach tot deser tijdt toe. Ende voorts is oeck geconditioneert en wel ondersprocken als dat Jan Meussz behouden sal ende voort betalen sal datter noch te betalen is van dat lant dat vanden kercken gecomen is ende sal vuijtreijcken den kijnder van Ariaen Janssz die Bont bij namen Jenneken Ariaens ende Meusken Ariaenssz de somme van hondert karolus guldens te weten van haeren vaders goet binnen jaers. Ende beloven die voichden Jan Meussz nijet te overvallen. Aldus gedaen den xijen februarij anno xvC ende Lxxij nae den stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz ende Ariaen Peterssz, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz. Mij present Joh.Peterssen
Ende sullen die voichden te weten Peter Janssz ende Huijbert Janssz dat knechtken nae hem nemen.
In de kantlijn:
Bekenden Peter Janss de Bont als voicht van Ariaen Janss sijns bruers kijnder de hondert rijns guldens die Jan Meuss uut most reijcken vol ende al betaelt. Ende ofte eenich bescheijdt meer aff gevonden wert sal wezen voir nul ende van geende weerden. Actum dezen 26 februarij anno 78 mij present Melis Corneliss.
Fol. 75 v.
Peter Henricxssz; Michiel Ariaenssz Conicx
Desen eersten dach van maert anno xvC ende Lxxij stilo Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Peter Henricxssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conicx tot behoef van Gerit Janssz van Loen vier gaerden lants ende een twedeel van eender gaerden. Streckende vanden halven slootken af van Peter Diercxssz erfve af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Stoffel Willemssz met sijnen consorten met haeren erfve gelegen aen die westzijde. Ende Mathijs Huijmanssz met sijnen erfve gelegen int selve lant aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Peter Henricxssz voorscreven, Michiel Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegehenwoordighen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Geritssz van Boemel, Govaert Evertssz.
Ariaen Clauwaerts voor hem selven, Cornelis Hermanssz als voicht van sijnen huijsvrouwen, Ariaen Janssz Bernieren als gerechte bestorven voicht van Willem Joost Willemssz weeskijnt gaven te samen over met vrijer giften zoe recht is Dierck Pauwels Peterssz wonende ten Rijen een half stuck lants gelegen met Aentken Schouten genoemt die Bancken metten Leechen Veen. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Jan Zegers cum suis met haeren erfve gelegen aen die west zijde ende Ans Cornelissz cum suis met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparanten voornoemt Dierck Pauwels Peterssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot dage toe. Sonder arch oft list. Actum den vijften dach van maert anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegerssz, Govaert Evertssz.
Fol. 76 r.
Desen vijften martij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voorden stadthouder ende heemraeders Cornelis Hermanssz op gaende beenen, sijn vijf sinnen wel gebruijckenden ende heeft beghert ende wille dat alle sijn kijnderkens tavondt ofte morghen nae sijnen doot succederen, erven ende besterven in allen sijnen achtergelaten goeden soe wel in die leengoeden als schijsgoeden oft alle erfgoeden elck even diep naeden zuijthollantschen recht. Elck kijndt even diep want hem also gelieft sonder nemants teghen te seggen. Actum als boven, Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz.
Jacob Janssz inden Sleutel; Peter Jacob Geritssz.
Jacob Janssz inden Sleutel gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Jacob Geritssz een achtendeel ombedeelt in maten smagers Hoeccampen. Streckende vanden Rijsbroecxsen ofte der gebuer wech af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot cloosters wijten toe. Cloosters wech gelegen aen die oostzijde ende Willemken Ariaen Peters dochter gelegen aen die westzijde. Ende altijdt cloosters schijns sijns rechts ende anders beloefden Jacob Janssz voorscreven Peter Jacob Geritssz dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxjsten dach van maert anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck.
Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegerssz.
Fol. 76 v.
Ariaen Peter Schoenmakers; Jan Meussz ten Rijen.
Ariaen Peter Schoenmakers voor hem selven gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Meussz wonende ten Rijen acht gaerden lants. Streckende vanden Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op noch soe verre alst Thomas Cornelissz gebruijckt heeft oft soe parthijen dat nu slooten ende begraven sullen ende den dwarssloot leggen sullen. Ariaen Janssz Veender ende Steven Aertssz oost ende de erffgenamen van Ariaen Andriessz int selfde wer met acht gaerden west. Des sal dit goet met steghingen ende weghingen ter Broecxser straet toe.
Noch gaven oeck over met vrijer ghiften zoe recht Andries Stoffelssz voor hem selven. Jan Stoffelssz voor hem selven, Cornelis Diercxssz als man ende voicht van Willemken, zijnen huijsvrouwen, Ariaen Janssz Reool als man ende voicht van Aenken, sijne huijsvrouwen, Staes Huijbrechtssz voor hem selven, vervangende Commer Huijbrechtssz sijnen broeder, Jacob Andriessz vervangende Zijken Andries dr, Mariken Andries dochter, Aentken Andries dochter, Huijbken Andries dochter, Jacob Cornelissz als man ende voicht van Hilleken Andries Ariaenssz dochter, Peter Jacobssz als man ende Cleijsken Andries Ariaenssz dochter, sijnder huijsvrouwen, gaven te samen over ende elckx bijsonder met vrijer giften zoe recht is den selven Jan Meussz voorscreven zeecker acht gaerden lants gelegen met die acht gaerden gelijcke Ariaen Peterssz voren over gegeven heeft. Jacob Raessen cum soroije (=cum suis) west. Actum den xxjsten aprilis anno xvC ende Lxxij. Heemraders als boven.
Item dit selve soe Jan Meussz dit ontfangen heeft heeft dat weder over gegeven met vrijer giften Peter Jan Lemmens den xviije junij anno xvC ende Lxxiiij. Cupit litteran.
Fol. 77 r.
Opten selven dach voorscreven soe heeft oeck over gegevenen met vrijer ghiften zoe recht is Henrick Ariaenssz, Peter Janssz van Beeck seven gaerden lants gelegen int Leegh Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Govaert Sijmonssz int selve lant oost. Ende Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Ariaen Janssz Reoel, Staes Huijbrechtssz vervangende Commer Huijbrechtssz sijnen broeder gaven oeck over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Jans Leenen van Beeck te weten dat gerechte anderhalf wer met Govaert Sijmonssz. Streckende als boven. Datum ende heemraeders als boven.
Mathijs Huijmanssz; Michiel Ariaenssz Conicx.
Mathijs Huijmanssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conicx tot behoef van Gerit Janssz van Loon twe gaerden lants ende een derdendeel van eender gaerden lants. Streckende vanden halven slootken af van Peter Diercxssz erfve aff aent zuiden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Michiel Ariaenssz voorscreven oft Gerit Janssz van Loon int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Henrick Cornelissz Pluijm int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Mathijs Huijmanssz voorscreven Michiel Ariaens Conicx voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxixsten dach van april anno xvC ende Lxxij naer Paesschen. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.
Fol. 77 v.
Desen xxviijsten junij anno xvC ende Lxxij compareerden voorden stethouder ende mij gesworen clerck, Huijbert Staessen ende Willem Buijssen als dat Huijbert Staessen ten huwelijck geven sal met Staes Huijbertssz sijnen soen die schuijre metten erfve daer die schuijre op staet metten tuijn soe breet als die schuijre staet ende so verre als den tuijn reijckt. Salvo over malcanderen te steghen ende te weghen ende rijen ende jaghen deen over dander. Ende beloeft Willem Buijssen als voicht ende gemachtich van sijnder moeder met Heijlken sijn suster te gheven vijf ponden groten vlaems om een camer mede aen de schuijre te timmeren oft enen koe om te copen oft haeren wille mede te doen tusschen dit ende vastelavondt naestcomende. Actum als boven. Den stadthouwer ende mij gesworen clerck present.
Joh. Peters.
Alle het gheene dat boven gescreven staet kenne ende verclare ick Jan Peterssen gesworen clerck bij mijnen eedt zoe recht is dat Staes Huijbertssz als bruijgom tot dijer tijdt geloefden voor Jan Mathijssz als stadthouder tot dijer tijdt ende mij gesworen clerck present. Int tractaet van sijnen huwelijck siet(?) vader soe wat ghij mij nu hier geloeft ick belove dat mij leefdaghen nijet te eijsschen oft af te nemen maer schelde dat selve u alte samen quijt. Actum den xviijen julij anno xvC ende Lxxiiij. In presentie Ariaen Peters Schoenmakers, Govaert Evertssz als heemraeders ende Ffrans Geritssz de Coninck.
Fol. 78 r.
Copij.
Alsoe Wouter Wouterssz wonende tot Waspijck al vanden iiijen aprilis inden jaere xvC Lvij int openbaer ende nae voorgaende publicatien te dijen eijnde gedaen als leste verhogere ende meest daer voren biedende coper gebleven is van zijn mats windtmolen ende rosmolen, ommegewaeijt ende geruijneert zijnde, gelegen tot Raemsdonck metten molenwerfen daer die tegenwoordich op staen. Met oick de materialen als houdt, steen ende ijserwerck ende anders heuren gelijcken toebehorende ende oick ‘t recht vanden wijnde zijn int binnen den voorscreven dorpe van Raemsdonck competerende, mits betalende te weten ‘t consent ende recognitije vanden wijnde alle jaeren te Kersmisse in handen vanden rendtmeester van Zuijthollandt. Inder tijdt zijnde de somme van ses ponden van xL Groten Vlaems ‘t pondt. Daer van Kersmisse xvC Lviij ‘t eerste jaer erfpachts verschenen was. Ende den voorscreven molenwerf ende rosmolen de somme van vierhondert vijftich ponden boven … de somme van thien carolus guldens die hij gehouden was te betalen voor rantsoene om te vervallen die oncosten gedaen bijden rendtmeester ende commissaris, ter voorscreven vercopinge present geweest zijnde, mits dat hem toegelaten was de voorscreven somme van iiijC .. (vermoedelijk L = libra als afkortingsteken voor “pond”) onder te moghen houden op rente ter losse den penninck xvj, innegaende te meije xvC Lx, gedurende zoe lange als
Fol. 78 v.
die selve rente aff gelost zoude wesen ‘t welck volgende de voorwaerden inde voorscreven vercopinge ondersprocken zoude moghen doen tot allen tijden mits aff lossende een pondt groten vlaems tsiaers teffens ende ‘t verloop vanden rente naer advenant vanden tijdt. Dies was hij gehouden voorde selve rente voorden eersten dach van meije Lxiij te stellen goede suffisante ypoteque ofte borghen ten contentement van dijen vanden rekenmeester inden Haghe ende daer op te verlijden behorlijcke briefven van constitutie ‘t welck hij gedaen heeft. Ende op voordere conditijen dat de voorscreven Wouter Wouterssz coper gehouden soude wesen de molens zulcx te stellen ende bewaren datter nijemandt bij beschadicht en soude zijn ende dat t gundt dat duer zoude moghen comen soude wesen tot sijne laste ende pericule. Ende voorts dat hij van ‘t gemael nijemandt meer aff nemen en soude moghen dan het oude ende gewoenlijck recht, het waer in cooren oft in gheldt. Ende daeromme van noode is tot verseckerheijt vanden voorscreven Wouter Wouterssz dat hem vanden voorscreven coop zoe veel vanden winden als molens verleent worde behoirlijcke briefven daer toe dienende. Soe ist dat die luijden vanden voorscreven reckeningen voor soe veele als in hen is
Fol. 79 r.
vuijten naem ende van weghen zijne majesteit de voorscreven vercopinge inden vueghen manieren ende op de voorwaerden, conditijen ende besprocken voorscreven, geagreert ende belieft hebben aggreëren ende believen bij desen, verordonneren dijen volgende van weghen zijn voorscreven majesteit allen ende ijegelijcken dat dit de voorscreven Wouter Wouterssz zijnen erfven naecomelingen ofte actie van hem hebbende vanden wijnde ende molens voorscreven laeten rustelijck ende vredelijck genieten ende gebruijcken zonder hem daer inne te doen enich letsel ofte moijenisse ten contraijen. Gedaen inden voorscreven cavere vanden reeckenmeester des conincx inden Haghe ten bureele onder ‘t schuet der selver. Den xxiije maij xvC tzeventich. Onderteijckent mij tegenwoordich. Johan Peters.
Fol 79 v.
Desen xxixe octobris anno xvC Lxxij compareerden voor schoudt ende heemraeders van Raemsdonck Wouter Wouterssz ende heeft rechtelijcken over gegeven met eenen verlije zoe recht is Ariaen Geritssz ende Jan Peterssz Crollen elck een gerechte vierdel vande wijndtmolen ende rosmolen staende tot Raemsdonck. Ende Peter Ockerssz met Mercelis Janssz Ruijseners kijderen te samen die ander helft vanden voorscreven molens, metten werf met alsulck renten, commer ende lasten als den originalen brief hier aen dander sijde geregistreert staende begrijpt, inhoudt ende vermeldt. Welcke brieff nu blijft onder Peter Ockerssz. Dies geloefden die voorscreven coperen den voorscreven Wouter Wouterssz vercopere te ontlasten, costeloes ende schadeloes van allen den renten die op die voorscreven molens staende zijn. Daer voren Wouter Wouterssz voorscreven sijne goederen verypotequeert heeft ende tot meerdere sterckheijt ende vasticheijt. So stelt Peter Ockerssz met Jan Mercelissz Ruijsener als gerechte bestorven voicht van Mercelis Janssz Ruijsener kijnderen tot enen singuliere waerboch ende onderpandt sijn huijsinge metten erfve daer aen gelegen, daer Mercelis Janssz vuijt gestorven is. Ende Ariaen Geritssz ende Jan Peterssz Crollen voorscreven stellen voor haere ander helft vanden molens voorscreven tot waerborch vier gaerden lants gelegen in Groot Waspijck. Daer van Ariaen Geritssz twee gaerden gelegen zijn in ses gaerden achter
Fol. 80 r.
Marij Frericken ende Jan Peterssz Crollen twe gaerden gelegen achter Jan Zegerssz. Ende blijven die voorscreven molens nijettemin staen in handen van Wouter Wouterssz voorscreven ter tijdt ende wijlen toe voor die voorscreven renten gelost sullen wesen. Ende dies geloven die comparanten voorscreven dat sij die boven gescreven rente op de molens staende sullen inspireren ende beginnen te lossen binnen den tijdt van drie jaeren toecomende ende daeren teijnde alle jaer ses karolus guldens op dat Wouter Wouterssz voorscreven altemet ontlast mach wesen. Actum ten datum als boven. In presentie heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel ende mij present.
Thonis Cornelissz; Peter Mertenssz tot Ghils.
Desen xijen decembris anno xvC ende Lxxij compareerden voor mij secretaris ende Ariaen Geritssz van Boemel heemraeders tot Raemsdonck Peter Mertens wonende tot Ghils ende heeft aldaer beleent ende ondergedaen Anthonis Cornelissz Mandemakers tot Raemsdonck die somme van hondert karolus guldens min xiij karolus guldens ter causen dat hij daer vooren bruijcken ende besinghen (=besigen = gebruiken) sal ses jaer lanck duerende, zeeckere twe bloocken lants gelegen in Marij Bernieren wer plach te wesen, gelegen met Ariaen Ghijben onbedeelt. Streckende vanden sloot af buijten den Diefdijck aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver kreecken toe. Met noch een bloocken
Fol. 80 v.
lants streckende vander halver kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe. Ende beloeft Anthonis Cornelissz voorscreven Peter Mertenssz voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren die voorscreven ses jaeren lanck van alles hemel vrij. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken oft gebuerden dat Anthonis Cornelissz den selven Peter Mertens binnen middelen tijden sijn geldt weder cost gegeven soe moet Peter afstandt doen van den landen voorscreven maer moet hem altoes een half jaer te vooren opseggen ende tot Lichtmis altoes sijn geldt te gheven (“des sonder daer nae dat lants te bruijcken” Deze zin is doorgestreept) ende dan af te staen. Ende hierinne heeft Jan Cornelissz geconsenteert maer en wil oft beghert van sijnen lande gheen schade te lijden. Ende beloeft Anthonissz Cornelissz voorscreven dit voorscreven lant nijet te belasten met enijghe commer oft renten binnen dijen middelen tijden van ses jaeren. Ende is noch ondersprocken oft gebuerden dat Thonis Cornelissz voorscreven die voornoemde nijet en cost gerestitueren teijnden die ses jaeren soe gheeft hij hem selven over als dat Peter Mertens dat voorscreven landt alsdan behouden mach als sijn vrij eijghen goet. Ende beloeft Anthonis Cornelissz voorscreven Jan sijn broeder ander lant te bewijsen in dijen hij dat bij beschadicht wordt voor dat hij ‘t sijne wil hebben sal. Actum als boven. In presentie Ariaen Geritssz van Boemel ende Gerit Janssz als buerman ende mij present. Johan Peterssz.
Akte is doorgestreept.
Fol. 81 r.
Aerdt Anthonissz; meester Ariaenssz Cools; Lambert Jan Lambertssz.
Aerdt Anthonissz, als grootvader vanden onmondighen achtergelaten kijnderen van wijlen Gerit Aertssz sijne sone blijckende bij seeckere procuratie der stede van Sinte Geertruijden Berghe die wij schoudt ende heemraders gesien ende hebben horen lesen, ende Ariaen Aertssz, onse mede heemraedt hebbende volcomen macht ende procuratie van meester Ariaen Cools secretaris tot Sundert, gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Lambert Jan Lambertssz wonende tot Ghils neghen ghaerden lants gelegen int Leghe Veen. Luttel min of meer nae inhoudt dat dijckboeck auctentijck daer van sijnde. Streckende vanden halver kreecken aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter vaert daer die schepen doer varen. Lambert Jan Lambertssz voorscreven selver met sijnen erfve gelegen aen beijden zijden. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Lambert Jan Lambertssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht van alle voorcommer tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxviijsten januarij anno xvC ende Lxxiij naeden stijl van Luijck.
Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz.
Fol. 81 v.
Desen xxxen martij anno xvC ende Lxxviij compareerden voorden heemmraedt van Raemsdonck ondergescreven Peter Ariaen Gerit Hermanssz vanden Rijen ende heeft geschoten ende beleent van Peter Janssz vanden Werck ende heeft hem geschoten ende getelt die [1] somme van hondert karolus guldens, twintich stuvers den gulden. Ende sal daer voren bruijcken enen halven werf gelegen met Mathijs Huijmanssz kijnder bedeelt opten oosten candt. Streckende vanden sloet af buijten dijckx aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op soe verre als die seijsen nu oft totten grindt toe gaen mach. Ende sal Peter Janssz voorscreven Peter Ariaen Gerit Hermanssz desen halven werf voorscreven vrijen ende waren van allen commer ende onraet hemel vrij. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken als dat Peter Ariaenssz voorscreven desen halven werf voorscreven gebruijcken, hoijen ende weijen sal van jaer tot jaer tot sijnder obaertmisschap(?) ende ter tijdt ende wijlen toe voor hem Peter Janssz voorscreven die hondert karolus guldens voorscreven weder om restitueert. Ende en mach dit goet nijet belasten oft beswaren met gheenderhandt last soe langhe alst in Peter Ariaenssz voorscreven bruijckwer staet. Actum als boven. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz ende mij gesworenen clerck present.
Fol. 82 r.
Desen ijen aprilis anno xvC ende Lxxiij compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck Mariken, wedue wijlen Henrik Ariaen Ghijben zaligher ende heeft beghert ende gegundt ende gemaeckt bij haeren leven, haer vijf sinnen wel machtich ende wil ende beghert als dat Sebastiaen Aertssz ende Dingenken haer dochter zullen hebben ende behouden die stede soo groot ende cleijn als Henrick Ariaen Ghijben ende Marij sijn huijsvrouwe bij haeren leven die gebruijckt ende beseten hebben. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven watersloot tot Zegher Hendrickssz erfve. Ende sal na Marijen doot die stede alsdan betalen voor die somme van vijftalf hondert karolus guldens op vijf Bamis daghen maer nae die doot van Marij voorscreven den ersten nijet doende. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken als dat Sebastiaen Aertssz voorscreven altijt sijn paert ende deel hebben ende obtineren sal in die vijftalf hondert karolus guldens voorscreven. Ende dat om zeeckeren zaecken willen ende om haeren dochter goeden trouwen arbeijt ende anders haer daer toe porrende ende moverende. Noch wil ende beghert die selfde Marijken voorscreven als dat Henrick Ariaen Janssz kijndt ende Henrick Zegher Henricxssz kijndt ende Henrick Sebastiaen Aertssz kijndt nae die doot van haer, vrouken voorscreven, voor vuijt hebben ende behouden zullen ten euwighen daghen een stuck lants gelegen in die Heijninge. Streckende van Vas
Fol. 82 v.
Thomassz erfgenamen erfve ende Joachim Meussz erfve af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven Schausloot toe. Joachim Meussz west ende Vas Thomassz erfgenamen oost. Ende is wel ondersprocken dat gheen vanden ouders vanden voorscreven kijnderen dat voorscreven lant nijet en sullen veralieren, vercopen oft varhantplichten ter tijt ende wijlen toe voor die kijnder voorscreven alle drie tot haren daghen gecomen zijn. Ende wil ende beghert die selve Marij voorscreven dit vast ende van waerden gehouden te hebben sonder arch oft list. Aldus gedaen den ijen aprilis anno xvC ende Lxxiij naer Paesschen. In presentie heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert (sic!) ende Govaert Evertssz ende mij gesworene clerck present.
Johan Peterssz.
Fol. 83 r.
Jan Ghijben; Jan Gielissz vanden Rijen.
Desen xxsten aprilis anno xvC ende Lxxiij compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Jan Ghijben ende gaf over met enen verlije zoe recht is Jan Gielissz wonende ten Rijen een half oorde gelegen met Huijman Janssz weeskijnderen even groot, ombedeelt. Streckende vanden vaert aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Jans van Gestels erfgenamen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ariaenssz Castelleijnen kijnder met Henrick Pauwels Vermoelen gelegen aen die westzijde. Ende deze half oorde voorscreven geloefden Jan Ghijben voorscreven Jan Gielissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht van allen voor commer tot desen teghenwoordighen daghe toe. Ende steldt Jan Ghijben voorscreven Jan Gielissz vorscreven tot enen onversterflijcken waerborch die helft teijnden dat lant ombedeelt totter brantwateringen toe. Het clooster van Raemsdonck met haer erfve gelegen aen die westzijde ende Ariaen Aensoen Castelleijnen gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz.
Fol. 83 v.
Erfdelinge aengebrocht Aerdt Janssz van Eerssel ende die erfgenamen van sijnder huijsvrouwen.
Inden eersten Aerdt Janssz geloot ende geërfdeelt op dat oudt huijs metten werf gecomen van Clauweaert die Backers erfgenamen metten schijs die op ‘t huijs staet. Streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe met alle die gereetschap te weten houdt, steen, riet ende alle gereetschap die daer toe gecoft is met half die opgaende willigen aent noorden eijnde neffen Jan Zegers. Ende sullen die willighen van nu voortaen noch vier jaeren blijven staen.
Noch van out huijs aent noorden eijnde te weten van den Vueseldrop af zuijtwaert op te die helft van dijen aenden oosten candt ter halver kreeck toe.
Noch op een veldeken teijnden Jan die Bonts lant totten Diefdijck toe. Die gerechte helft, te weten den oostencandt.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op die banck te weten ‘t zuijden eijnde vanden Leeghen Veen af noortwaert op totten dwarssloot toe. Met steginge ende weginge deen over den anderen. Met schuldt ende onschuldt half ende half te betalen.
Nu die erfgenamen geloot ende geërfdeelt op dat nieuwe huijs metten acker te weten vanden halven dwaersloot af van Ariaen Peterssz erve, te weten aent noorden eijnde zuijtwaert op totten Vueseldrop toe vanden ouden huijse te weten aent noorden eijnde ende van daer af voort zuijtwaert op vanden acker voorscreven ter halver kreecken toe. Te weten den westen candt neffen Jan Zegers erfve. Met noch een veldeken teijnde die oude stede te weten vanden dwarssloot voorss totten diefdijck toe, die westzijde.
Noch die selve geloot op die banck vanden dwarssloot af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver kreecken toe met half die opgaende willigen neffen Jan Zegers candt. Met steginge ende weginge deen over den anderen. Met schuldt ende onschuldt half ende half te betalen.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt te onderhouden op een boete van seven ponden. Actum den 10e julij anno xvC Lxxiij.
Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Fol. 84 r.
Ariaen Willemssz beghert ende wil nu voorden heemraedt dat t’avondt oft morgen nae sijn doot indijen hij gheen wettige geborten achter en laet dat sijn susters ende broeders hebben ende behouden zullen alle sijn achtergelaten goeden, have ende erfve die hij nu heeft oft naemaels vercrijgen mach.
Actum als boven. Heemraeders als boven.
Ariaen Willemssz is gescheijden ende bedeelt tussen sijn bruers ende susters op dat eijndeken lants aenden Diefdijck daer Ariaen Willemsz ende sijn bruers ende susters tsamen op bedeelt zijn ende voort sullen die ander kijnder houden allet gheut daer die kijnder tsamen op bedeelt zijn, haeve ende erfve ende betalen schuldt ende onschuldt buijten Ariaen Willemsen cost. Actum als boven.
Delinghe metten heer Adriaen Wierocken ende Neeltghen Ariaensdochter voor haer selven ende Willem Buijssen als voicht van Jacob Buijssen sijns bruers weeskijnderen.
Inden eersten die wedue metten weeskijnderen met Willem Buijssen, der kijnder voicht, sijn met blijnde loten met schout ende heemraedt geloot ende geëefdeelt haer portie ende gerechticheijt in achtergelaten goeden van Merken(?) Ariaenssz achtergelaten goeden daer sij in gerecht moghen wesen aen die westsijde tot allen plaetsen het sij in huijs ende hof.
Ende Ariaen Wiericken met Ariaen Ariaenssz kijnderen geloot met blijnde loten als boven aen die oostzijde tot allen plaetsen waer sij tsamen gegoet zijn het sij huijs ende hof. Actum den xe july anno xvC Lxxiij. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss, Govaert Everssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.
Fol 84 v.
Erfdelinge aengebrocht Govaert Ariaenssz ende sijn erfgenamen den xvjen augusti anno xvC ende Lxxiij.
Inden eersten Govaert Ariaenssz geloot ende geërfdeelt opten halven acker ombedeelt met Lijnken Brievincx ende Joost Gruijters.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een sestendeel onbedeelt in Heijn Goijkens(?) lant. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken als Govaert Ariaenssz voorscreven sijn leven lanck wonen ende gebruijcken sal dat cleijn huijsken. Ende sullen hem sijn erfgenamen dat repareren ende maecken dat hij hem sijn leven lanck daer properlijck in behelpen mach. Ende is daerenboven oock wel geconditioneert ende ondersprocken als Govaert Ariaenssz voorscreven t’avondt ofte morghen aflijvich wordt als dat alle sijn achtergelaten goeden sullen succederen, erfven ende besterven een ijegelijck enen rijcte, te weten hant, erfve haefdelich naden zuijthollandsche recht.
Nu hier thegen die kijnder tsamen geloot ende geërfdeelt op dat groot huijs metten erfve daer aen gelegen soe groot ende cleijn als Govaert Ariaenssz voorscreven ende Dinghen, sijn huijsvrouw zaligher dat tsamen in haer leven gebruijckt ende beseten hebben.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een half stucxken lants gelegen op die Vlaeijkens met Gijsbrecht Zeghers kijnder ombedeelt streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuitwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeren handt op een boete van seven ponden.
Actum als boven ende heemraeders Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz
Fol. 85 r.
Quitantie Aleijdt Heijn Buijssen ende Jenneken Faessen
Ick Jenneken Faessen bekenne ende lijde met deser mijnder quitantie ontvangen te hebben vuijt handen van Aleijdt Jan (sic vergelijk met de kop, waarschijnlijk hier correct) Buijssen Huijbrechtssen wedue zaliger die somme van seven karolus gulden ende thien stuvers in mindernisse voor haer portie vanden hootgheldt van een obligatie van meerder sommen haar met haar driën aengaende ende schelde die selve voor mijn portie van die seven karolus guldens ende thien stuvers quijt, spruijtende van een obligatie, berustende onder Baijen. In porta actum den xviije octobris anno xvC ende Lxxiij, mij gesworenen clerck present.
Noch die selve Jenneken Faessen ontvangen van die selve Aleijdt twe karolus guldens. Johan Peterssz
Desen xxvje novembris anno xvC ende Lxxiij compareerden voorden heemraedt van Raemsdonck nae bescreven ter absentie van den schoudt nochtans bij sijnen consent blijckende sijn eijghen handt. Soe heeft Huijbken die wedue van Ariaen Vassen zaliger aengenomen haer onmondig kijndt dat zij vercregen ende gegenereert heeft bij Ariaen Vassen haeren man te onderhouden voor jaeren lanck, in eeten, in drincken, in cleeden, in reeden, gelijck een goede moeder haren kijnder schuldich is te doene bij consent voichden ende toesienders ende schoudt ende heemraeders als oppervoichden ende sal daar voren houden ende hebben alle des kijndts goeden, hem van sijnen vader aen gecomen, haeve ende erfve. Ende daer dat kijndt enichsins van vrienden ende maghen in succederen ende besterven sal, dat sal dat kijndt houden aen hen selven om dan voort mede op te helpen teijnden den vier jaeren.
Ende sal deze aenneminge ingaend tot pinteren (? Vermoedelijk Pinksteren aangezien de datum in het volgende jaar ligt; de wedue mag ook tot mei in het huis blijven wonen.) naest comende anno xvC ende Lxxiiij ende soe voort vier jaren lanck duerende. Ende believet die weduwe soe mach
Fol. 85 v.
sij int huijs blijven wonen tot meij toe naestcomende welverstaende oft dit kijndt voorscreven aflijvich worden binnen middelen tijden van vier jaeren, sal nochtans die moeder houden alle die goeden hem van sijnen vader achtergelaten als voorscreven staet.
Actum als boven. In presentie Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz als heemraeders. Cornelis Vassen als gerechte bestorven voicht ende Peter Diercxssz ende Cornelis Diercxssz als toesienders ende Beris Cornelissz als oom ende neef.
Mij present, Johan Peters
Wij Jan Gerittsz van Boemel ende Commer Anthonissz als nu ter tijdt gesworens van Raemsdonck gaven te samen over met (acte gaat niet verder, er staan enkele kruisen voor).
Desen sesten januarij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraders Jan Mathijssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Peter Aertssz twe gaerden lants gelegen in Hoghe Donck. Streckende vanden Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Henrick Ariaenssz west ende Jan Mathijssz selver oost. Drie karolus guldens te betalen alle jaeren opten Drie Conigen dach anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck den eersten.
Akte is doorgestreept.
Ffrans Geritssz de Coninck gaf oeck over met vrijer giften zoe recht is den selven Ariaen Peter Aertssz oeck twe gaerden lants gelegen in de Werfcampen. Streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Maesen toe. Gerit Janssz west ende Frans Geritssz selver oost ende dit voorscreven lant te vrijen re(?)
Fol. 86 r.
drie karolus guldens tsiaers. Te betalen als boven. Te lossen met geldt inder tijdt wesen sal alsmen lost den penninck veerthien. Ende also Jan Mathijssz ende Ffrans Geritssz voorscreven den dorpe dese ypoteque leenen soe geloven de gesworens inden tijdt sijnde metten ghemeenen naebueren den selven Jan Mathijssz ende Ffrans Geritssz voorscreven altoes te indempneren, costeloos ende schadeloos te houden vanden ypoteque voorscreven. Sonder arch oft list. Actum als boven.
Akte is doorgestreept.
Het dorp heeft dit gelost aen Marij Teunis, Stijnken Ariaenssz, Hilleken Ariaens ende Ariaen Cornelisz opten xxe novembris 1588.
Ariaen Gijsbrechtssz Buijs gaf over met vrijer giften zoe recht is Cornelis Ariaenssz vier gaerden lants gelegen in die Donghe. Streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Maesen toe. Thoniss Cloosterman west ende Arieke Schouten oost. Te vrijen ende te waren re (zelfde teken als boven) vier karolus guldens tsiaers. Te betalen alle jaer opten Drie Conigen dach als boven. Te lossen den penninck xiiij met ganckbaer geldt metten verschenen pachten daer bij. Sonder arch of list. Actum als boven.
Fol. 86v.
Bouwen Joosten; Jenneken Ariaensdr; Aentgen Ariaensdr; Cornelis Gijsbertssz.
Bouwen Joosten voor hem selven, Jenneken Ariaensdr, Aenken Ariaensdochter met haeren gecoren voicht hebben tsamen eendrachtelijck geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Cornelis Gijsbertssz die somme van elff ponden groten vlaems. Te betalen drie ponden groten vlaems tot Bamis naestcomende ende noch acht ponden groten vlaems te betalen op twe Bamis daghen daer aen volgende. Elcke Bamis vier ponden groten vlaems voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Spruijtende desen wilcuer vuijt rechter liefden om sijn kijnderkens mede op te helpen ende hier voren sal Cornelis Gijsbertssz voorscreven sijn kijnderkens onderhouden in eten, in drincken, van alles haer nootdrift voor dat joncxte mondich wesen.
Actum den xvjen jannuari anno Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
Heemraden Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegerssz.
Akte is doorgestreept.
Commer Toniss heeft hierop betaelt die somme van viij rijns guldens.
Bouwen Joosten ende Aentgen Ariaens hebben op desen wilcuer tsamen betaelt twe ponden groten vlaems.
Noch Jenneke Ariaenssz betaelt opten wilcuer voorscreven ses karolus guldens.
Noch Bouwen Joosten en Aentken betaelt sesthien Karolus Guldens.
Vuijt den wilcuer voorscreven heeft Cornelis Gijsbertssz over gedragen Kerst Ariaenssz de somme van ses ponden groten vlaems ende xij stuvers.
Present heemraeders Jan Zegerssz ende Mathijs Janssz gelief heemraet.
Dit stukje is doorgestreept.
Blijft hier buijten noch buijten staen een luepen rogs tsiaers ongereeckent het hootgeldt metten verlopen van dijen elf jaer soe parthijen dat accorderen sullen ende houdt daer voren in een pont vlaems.
In de kantlijn:
Bouwen Joosten portie kenden Cornelis Ghijsbertz ten vollen betaelt te sijn. Actum den xvC augusti 1576.
Cornelis Gijsbrechts kent van Commer Toniss sijn portie te vollen betaelt den iersten penninck metten lesten. Desen vje mert anno 77.
Cornelis Gijsbrechtsz bekent hem ten vollen voldaen te wezen van Tijs Woutersz den iersten penninck metten lesten. Actum dezen xxije augusti 1588.
Fol. 87 r.
Erfdelinge aengebrocht Cornelis Gijsbrechtssz als man ende voicht van Neelken Ariaens sijnder huijsvrouwen ende Willem Buijsen als voicht van Jacob sijns bruers weeskijnderen.
Inden eersten Cornelis Gijsbrechtssz geloot ende geërfdeelt op dat lant in die Donghe op die westzijde effen groot.
Nu die voicht oft die weeskijnder geloot ende geërfdeelt op die oostzijde effen groot.
Aldus aengebrocht opten xje januarij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz
Fol. 87 v.
Ariaen Janssz de Bosscher; Ariaen Cornelissz
Ariaen Janssz de Bosscher als man ende voicht van Mariken Ariaens dochter sijnder huijsvrouwen gaf over met vrijer giften zoe recht is Cornelis Ariaenssz tot behoef van Cornelia weduwe wijlen Cornelis Lambertssz de Bruijn sijnder moeder een stuck lants gelegen int Leghe Veen te weten xiiij gaerden oft so groot ende cleijn alst daer gelegen is. Streckende vanden slootken vanden Bancken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Ffrans Geritssz de Coninck met Ariaen Ariaensoon Lueskijndt gelegen aen die westzijde ende Ariaen Castelleijn cum suis gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Janssz de Bosscher, Ariaen Cornelissz voorscreven tot behoef van sijnder moeder te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxiiije februarij anno xvC ende Lxxiiij stilo Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz, Govaert Evertssz.
Ariaen Cornelissz als voicht van sijnder moeder heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Janssz de Bosscher van twe hondert Philips guldens te betalen vijftich karolus guldens gereet op die ghift ende die reste te weten noch twee hondert karolus guldens op drie Bamis daghen naestcomende. Elcken Bamis een gerechte derdendeel der somme voorscreven voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Hier op betaelt die eerste vijftich guldens.
Bekenden hem Ariaen Jans vol ende geheel betaelt den eersten penninck metten lesten den ve januarij anno 78.
Fol. 88 r.
Desen ixe martij anno xvC ende Lxxiiij soe heeft Dierck Clauwaertssz den dorpe van Raemsdonck ondergedaen ende verschoten die somme van vijf ende dertich karolus guldens ende beloven die gesworen inder zijnde metten heemraeders ende ghemeen naebueren den selven Dierck Clauwaertssz voorscreven altijdt schadeloos te houden van een rente van twe Philips guldens tsiaers, staende opten acker die Dierck voorscreven eertijdts gecoft heeft van Bastiaen Wouterssz ende Lijsken Henrick die Vlaemincx daer jaerlijcx op heffende is. Ende sal Dierck voorscreven die rente selver vrijen tot meij toe anno xvC ende Lxxiiij. Actum als boven. In presentie Jan Mathijssz, Anthonis Anssen ende Commer Anthonissz, mij present. Johan Petersz.
Fol. 88 v.
Wouter Heijs; Peter Lemmen Aerden.
Wouter Heijs voor hem selven met Peter Lemmen Aerden die hem pretendeert als voicht van Wouter Heijs kinderen die hij gegenereert ende vercregen heeft bij Anneken Cornelis Jacobsszdochter gaven over met vrijer ghiften zoe recht is, Peter Lemmen Aerden, die gerechticheijt ende portie ende besterffenisse in een stuck lants geheten die Goete, die gecomen is van Truijken Ackermans. In alder manieren gelijck die arbijters bij namen Jan Mathijssz, Ffrans Geritssz de Coninck, Bartolomeus Ariaenssz onder hen hebben ende t’avont ofte morgen vuijtsprecken sullen als sij daer toe versocht worden. Actum den xve martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.
Peter Lemmen Aerden heeft rechtelijck geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Wouter Heijs met sijnen kijnderen die somme van ses pondt groten vlaems. Te betalen tot Lichtmis naestcomende anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck den eersten penninck metten lesten betaelt. Hieronder verobligerende dit selve goet daer dese wilcuer af spruijt. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 89 r.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Lijnken Dierck Peterssz zaliger den xvije martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Merten Diercxssz geloot ende geërfdeelt op die stede vanden Hancg af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totten eersten dwarssloot toe teijnden den grindt soe groot ende cleijn als Dierck Peterssz met sijn huijsvrou die tesamen gebruijckt ende beseten hebben. Met neghen karolus guldens ende vijf stuijvers daer jaerlijcx vuijtgaende die hij houdt tot sijnen last ende anders van schuldt ende onschuldt vrij.
Nu Pauwels Diercxssz geloot ende geërfdeelt op die Vlaeijkens. Streckende vanden Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlssloot toe. Dies moeten Peter Diercxssz, Jan Willemssz, Peter Janssz, Dierck Ariaenssz, Ariaen Diercxssz ende Baeltgen Diercken vuijtreijcken Pauwels Diericken, elck voor sijn hooft seven karolus guldens eens te betalen Sint Jansmisse naestcomende ende is Pauwels vrij van alle schuldt ende onschuldt.
Nu Ariaen Diercken ende Baeltgen sijn suster tsamen geloot ende geërfdeelt opt lant teijnden den grindt ende teijnden die weije vanden noorden eijnde zuijtwaert op ter Kae toe soo groot ende cleijn als Dierck Peterssz met sijn huijsvrou zaligher dit gebruickt ende beseten hebben. Dies moet Baeltgen Diercken alleen vuijtreijcken die vier erfgenamen Peter Diercken, Peter Janssz ende Dierick Ariaenssz ende Jan Willemssz ses pondt groten vlaems eens te betalen Sint Jansmisse naestcomende ende tot Bamis daer volgende wel betaelt. Ende Ariaen Diercken oeck vuijtreijcken alleen dijen vier erfgenamen voorscreven oeck ses pondt groten vlaems te betalen als voren. Ende noch Dierick Ariaenssz vijf ende twintich karolus guldens eens te betalen Sint Jansmis anno xvC ende Lxxv.
Fol. 89 v.
Hier teghen Peter Diericken, Peter Janssz, Dierick Ariaenssz, Jan Willemssz geloot ende geërfdeelt op die hooghe weije te weten die helft met Castelleijnen ombedeelt. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten Dongha toe.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses luepen erfrogs ende drie quartier tot Oesterhout.
Noch Peter Janssz vanden Werck geloot ende geërfdeelt op twee luepen erfrogs ende noch een half luepen tot Oesterhout.
Noch Baeltgen Diericken geloot ende geërfdeelt op drie luepen erfrogs tot Donghen.
Noch Ariaen Diericken geloot ende geërfdeelt op derdalf luepen erfrogs tot Oesterhout
Ende is noch wel geconditioneert ende ondersproken als dat Ariaen Diericken ende Baeltgen sijn suster vuijtreijcken sullen x karolus guldens ende x stuvers eens om die schuldt mede te betalen diemen te cort coempt. Ende hiermede sijn de erfgenamen gelijck gescheijen ende gedeelt ende vertijen die een teghen den anderen ende verpeijnt te onderhouden op een boete van seven ponden. Actum als boven. In presentie heemraeders Jan Zegerssz, Govaert Evertssz ende Ariaen Gijsbrechtssz Buijs ende Ariaen Ariaenssz Casteleijnen.
Ende sullen parthijen altijdt steghen ende weghen over malcanderen ende houden alle gebuerlijcke rechten.
Fol 90 r.
Andries Ariaenssz; Jan Peterssz Crollen.
Andries Ariaenssz gaf over met enen verlije zoe recht is Jan Peterssz Crollen enen huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden halven Peerboom af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter straeten toe aen den noordenzijde van den Diefdijck. Ariaen Ariaenssz Lueskijndt met Anthonis Anssen, Govaert Evertssz gelegen aen die westzijde met Gijsbert Zegerssz kijnder oeck aen die westzijde teghen den acker. Ende Willem Geritssz ende Neeltgen Baijens cum suis met Cornelis Janssz Coman gelegen aen die oostzijde. Ende beloefden Andries Ariaenssz voorscreven Jan Peterssz Crollen voorscreven dit voors huijs metten erfve te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch of list. Actum den xxvje martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
In de kantlijn zonder invoegmerkje: Met ses karolus guldens losrente ende viij stuvers erfrenten die de coopman tot sijnen last houdt.
Ende beloefde Jan Peterssz Crollen, Andries Ariaenssz voorscreven altijdt schadeloos van alsulcke bijpandt als hier staet competerende Govaert Evertssz altijdt daer van te vrijen gelijck Andries voorscreven Govaert Evertssz heeft moeten doen. Heemraders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Fol. 90 v.
Jan Peterssz Crollen; Andries Ariaenssz
Jan Peterssz Crollen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Andries Ariaenssz die somme van xxxiiij ponden groten vlaems. Te betalen vier pondt groten op die veste in mindernisse die somme ende tot Bamis naestcomende die somme van thien ponden groten vlaems ende die reste op twe Sint Jansmisse te mitsomer naestcomende voor den eersten penninck meten lesten betaelt sal wesen. Actum den xxvje martij anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Akte is doorgestreept.
Hier op betaelt die eerste vier ponden vlaems.
Hier op noch betaelt thien ponden groten vlaems voorscreven Bamis anno xvC ende Lxxiiij.
Andries Adriaenssz bekenden ontfangen te hebben thien ponden grooten vlaems verlopende Sint Jansmis anno xvC Lxxv. Actum den xvije octobris 1575.
Andries Adriaenssz bekenden desen willekuer vol ende al betaelt te sijn.
Fol. 91 r.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Thoenken Claes Bert Vassen zaliger den xxve martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
Inden eersten Ariaen Peterssz geloot ende geërfdeelt opten werf buijten dijcx vander halven keenen af aent noorden eijnde zuijtwaert op totten sloot toe buijtendijcx, x dalve gaerden.
Met noch half dat wer ende een half gaerde binnen dijcx te weten vanden slooten af buijtendijcx zuijtwaert op totten sloot toe aen die zuijden sijde buijten den Diefdijck.
Met noch x dalven gaerden buijten dijen sloot zuijtwaert op ter Kae toe.
Met noch seven gaerden lants int Leghe Veen met Sinte Peter.
Met noch enen acker teijnden Jan Vassen cooltuijn den oosten acker zuijtwaert soe vert als Jan Andriessz acker reijckt. Met steginge ende weginge deen over dander te weten dat achterste over dat voorste met alle gebuerlijcke rechten met half die straet ende voetpat.
Neeltghen Gerits geloot ende geërfdeelt op half die Werfcampen die westzijde op vijf gaerden lants min een vierendeel.
Met noch enen gheer gelegen neffen Claes Jacobssz genaemt den Elfgheer.
Met noch twe werken lants gelegen in dit vijfhoeven gecomen van Rijchout Pauwelssz.
Met noch die stede op die Berghen soe die daer gelegen is metten erfgeldt dat die kerck daer op heft.
Met noch een westen acker vander straeten af zuijtwaert op soe verre als Jan Andriessz acker streckt. Met de schouwe voor op die straet met twe philips guldens jaerlijcx losrenten te ontfangen.
Nu Aentken Berthen geloot ende geërfdeelt op half die Werfcampen op vijf gaerden min een vierendeel, die oostzijde.
Met noch enen gheer een derdendeel gelegen met Lijnken Lemmen Maes tot Donghen ombedeelt.
So met noch enen gheer gelegen daer teijnden aen. So groot ende cleijn als Claes Berthoutssz ende Thoenken sijn huijsvrouwe dat gebruickt ende beseten hebben.
Met noch een deeltken gelegen op die Berghen teijnde die stede int Leghe Veen soe groot ende cleijn als Thoenken Cleijs zaliger dat beseten heeft.
Fol. 91 v.
Met noch een breeden acker teijnden Jan Andriessz acker aent noorden eijnde zuijtwaert opter halver Raemsdoncxsen vaert toe.
Met noch den westen acker vanden noorden eijnde zuijtwaert op tot Ariaen Gerit Buijs erve toe ende voort halff die delle met Ariaen Ariaenssz Buijs den oostencandt.
Met noch anderhalven acker gronts. Streckende vander halver Raemsdoncxsen vaert af aent noorden eijnde zuijtwaert op tot cloosters goet toe.
Behoudelijcken dies oft enijghe goeden belast oft beswaert mochten worden van eneijghe crackelen oft cummercausen nu nijet wetende sullen parthijen malcanderen helpen gelden, het sij schuldt ende onschuldt. Actum den xxve martij anno xvC Lxxiiij naeden stijl van Luijck.
Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Cornelia wedue wijlen van Gerit Wouterssz de Wit met Wouter Geritssz de Roij, haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Peter Schoenmakers een huijsinge metten erfve daer aen gelegen soe groot ende cleijn als sij daer in geloot ende geërfdeelt is ende van haerder moeder aen bestorven is. Gelegen op die Bergen ende daer Peter Clauwaerts nu ter tijt op woondt ende gebruickt. Actum als boven. Heemraeders als boven.
Ariaen Peter Schoenmakers heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betaelen Cornelia wedue wijlen Gerit Wouterssz de Wit die somme van xxiiij ponden groten vlaems. Te betalen op drie Bamis daghen naestcomende, elcken Bamis een gerechte derdendeel der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende nu twee ponden groten vlaems gereet op die gifte onvermindert die xxiiij ponden groten Vlaems voorscreven. Actum als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Hierop bekenden Melis Cornelis ontfangen te hebben vuijt handen van Joost Peters van wegen Ariaen Peterssz ses rijns guldens. Actum den ve nov.
Noch ontfangen van Adriaen Peterssz die somme van achthien stuijvers doen die Schotten hier ierst quamen.
Noch bekenden Melis Cornelis ontfangen ofte gecort te hebben aen Tuenis Anssz van wegen Ariaen Peterssz die somme van sessenveertich rijns guldens vier stuijvers op Sinte Margrietendach anno tachtentich.
Fol. 92 r.
Ariaen Ariaenssz Casteleijnen; Ariaen Jan Aertssz
Ariaen Ariaenssz Casteleijnen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Jan Aertssz een half banck. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten Leeghe Veen toe. Daer die seven gaerden af doorgaen ter Kae toe. Dierck Claessz in die bancken gelegen aen die oostzijde ende Henrick Wilmss gelegen aen die westzijde. Die kerck van Raemsdonck metten … (?) met Ariaen Peter Schoenmakers gelegen aen die oostzijde ende Henrick Willemssz aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Ariaenssz Casteleijnen voorscreven Ariaen Jan Aertssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landrecht tot desen toe.
Actum den xviije junij anno xvC ende Lxxviiij.
Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Govaert Evertssz.
caput litteras.
In de kantlijn zonder invoegmerkje: te betalen van elck schattinge anderhalve stuver.
Jan Willem Wouters voor hem selven ende als voicht van Bastiaen Berthen weeskijnderen daer hij hem sterck voor maeckt, den jonghen Ariaen Castelleijnen ende Cornelis sijne broeder ende Bastiaen ende Mariken Ariaensszdochter tsamen voor haer selven gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Ariaenss van Ghils tot behoef van Marck Ariaenssz sijnen broeder ende Golleken Ariaensdochter sijn suster ses gaerden lants min een vierendeel gelegen int Leeghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. De Heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Janssz van Ghils erfgenamen voorscreven gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Cornelis Ariaenssz voornoemt tot behoef van sijn broeder ende suster voornoemt te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 92 v.
Ariaen Jan Aertssz heeft rechtelijcke geloeft ende verwilcuert zo recht is schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Ariaenssz Casteleijnen die somme van twee ende dertich ponden groten vlaems. Te betaelen op twee Bamis daghen naerstcomende. Elcke Bamis die helft vanden somme voorscreven voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Hieronder verobligerende dat selve goet daer den wilcuer af spruijt. Actum als aen d’ander sijde ende heemraeders als aen d’ander sijde.
Dierick Ariaen Geritssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Henrick Pauwelssz Vermoelen het sevendeel in een stucxken lants gelegen in die Oorde so groot ende cleijn als Truijken Ackermans daer in gerecht plach te wesen. Streckende vander Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter Dongha toe. Jan Gielissz vanden Rijen gelegen met sijnen consorten gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ariaenssz Casteleijnen cum suis gelegen aen die westzijde. Ende beloefden Dierick Ariaenssz voorscreven Henrick Pauwelssz voorscreven dit voorss lant te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den datum als bovenende heemraeders als boven.
Item dit voorscreven lant heeft Henrick Pauwelssz Vermoelen voorscreven weder over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Willem Pauwels Janssz in alder manieren als boven.
Fol. 93 r.
Mariken wedue wijlen Jan Cornelis int Broeck met Dierck Ariaenssz, haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Jan Aertssz een half oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Rijck Emmen gelegen aen die westzijde ende Ariaen Casteleijnen kijnder aen die oostzijde. Ende dit voorstaende lant geloefden die wedue met haeren voicht voorscreven, Ariaen Jan Aertssz voorscreven, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum als vooren ende heemraeders als boven.
Peter Wouterssz; Peter Gerit Noutsz.
Peter Wouterssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zoe recht is schuldich te sijn ende te betaelen Peter Gerit Noutsz de somme van derthien ponden groten vlaems, ses karolus guldens voor ‘t pondt, den gulden van xv groten vlaems oft paeijment inder waerden. Te betaelen op Sinte Peter ende Pauwels dach apostelen anno xvC ende vijf ende tseventich. Hier onder verobligerende alle sijne goeden, hebbende ende vercrijghende ende moet hier aen corten thien stuijvers vanden wijncoop. Actum desen lesten dach van junno anno xvC Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.
Fol. 93 v.
Brievinck Huijbrechtssz; Peter Gerit Noutsz.
Brievinck Huijbrechtssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwillecuert zoe recht is schuldich te sijn ende te betaelen Peter Gerit Noutsz die somme van sesthiendalff ponden groten vlaems. Te betaelen op twe Sint Jansmissen natuntatus te mitsomer elcke Sint Jansmis een gerechter helft der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen daer den eersten af verschenen was Sint Jan anno xvC ende Lxxiiij. Spruijtende deser wilcuer van enen acker gelegen onder Oesterhoudt den welcken Brievinck voorscreven gecoft heeft van Huijbert Peters. Actum den lesten dach van junio anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssz.
Hieop betaelt den eersten dach.
Opten xxixe septembris 1575 compareerden voor mij secretaris ondergescreven Peter Peter Geritz van Oisterhout ende bekenden desen bovengestelde willekuer vol ende al betaelt te sijn den eersten penninck metten lesten. Ende omme den bovengescreven Brievinck Huijbrechtssz wel te bewaeren vanden acker bovengescreven ende der penningen daer van procederende so stelt Huijbert Peters tot eenen fixen waerborch ende cautionaris allen sijnen goederen, present ende toecoemende, moble ende inmoble egheen uutgesondert ende daer voor allen colaingien ende commer diemen naemaels opt voorss erfve soude moeghen stoecken ofte eijsschen naden lantrecht vande plecken daert goet op gelegen is. Uutgescheijden het derdendeel van twintich stuijvers jaerlicxe renthen die stil blijven staen tot kermisse ende resolutien vanden getuijgen die opte coopmanchap present hebben geweest oft tot eedt vanden cooper indijen hem gelieft ofte tot eedt van Dierck Peterss inde plaetse vanden vercooper aen haeren chijns ongeroert. Aldus gedaen voor Jan Zegerss heemraet tot xj2 Hoefven ende Groot Waspijck ende mij Mathijs Otgens Mathijsz secretaris aldaer.
Fol. 94 r.
Ick meester Cornelis Cornelissz bekenne ende lijde mits desen ontfangen te hebben vuijt handen van Aleijdt die wedue van Jan Buijs Huijbrechtssz zaliger memorijen, die somme van vier ponden groten vlaems te causen van een obligatie berustende onder Baijen Janssz in porta te weten op mijnen portie (“ende schulde den selve daer” deze zin is doorgestreept). Actum desen lesten septembris anno xvC ende Lxxiiij, mij present Johan Peters.
Desen xxviijsten octobris anno xvC ende Lxxiiij compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Cornelia wedue wijlen van Huijbert Janssz de Bont ende heeft haer onmondiche kijndt het welcke sij gegenereert ende vercregen heeft bij Huijbert Janssz voorscreven haeren man, aengenomen van Peter Janssz de Bont den gerechten bestorven voicht ende Jan Meusse als toesiender ende schout ende heemraders als oppervoichden, te onderhouden in eeten, in drincken, in cleeden, in reeden, in alles te doene gelijck een goede moeder schuldich is te doene tot sijnen mondighen daghe toe. Ende sal daer voren hebben, behouden alle die achtergelaten goeden, have ende erfve, cleederen ende die schult van den pater ende schuldt ende onschuldt ende het besterff van Claes Janssz die Bont in dijen hij niet weder en comt. Dies ist voorwaert ende wel geconditioneert dat sij den kijnde alst mondich wesen sal vuijtreijcken moet die somme van vijftich karolus guldens eens. Ende oft dat kijnde aflijvich worde binnen dijen middelen tijden soe sullen die vijftich karolus guldens voorscreven succederen, erven ende besterven aen die gerechte erfgenamen naeden zuijthollantschen recht. Ende steldt die wedue daer voren tot enen waerborch.
Fol. 94 v.
Dat voorgenoemde lants gelegen achter Ariaen Thonissz die twe jaren vrij te laten ende mach die twe gaerden beswaren bij nootsaecken. Actum als boven. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz ende mij present. Actum als voren gecreven.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Cornels Vas Thomassz.
Inden eersten Lenaert Cornelissz. Verder geen tekst.
Fol. 95 r.
Desen xxje januarij anno xvC ende Lxxv naden stijl van Luijck, compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Peter Diercxssz ende Jan Willem Wouterssz ende gaven over met vrijer ghiften zoe recht is, Henrick Laureijssz van Asten een viertendeel in een stuck lants ombedeelt genaemt die Hoghe Weije. Streckende vanden halven Rijsbroecxsen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die Heijlighe Geest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde ende Henrick Huijben van Ghils cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dat voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Henrick Laureijssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende allen voorcommer af te doen van schot van lot ende commergheldt ende van aller datter op coemen mach tot desen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Henrick Laureijssz heeft rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Jan Willem Wouters die somme van hondert karolus guldens, twintich stuijvers voorden gulden. Te betaelen tot Lichtmis alsmen scrijven sal duijsent vijfhondert Lxxvj stilo Leoden. Actum als boven. Heemraeders als boven.
Desen iiije septembris anno 77 compareerden Lijsken Jan Willem Wouters weeu met Dirck Ariaenss haren gecoren voicht, Wouter Willems als voicht van Jan zijns bruers weeskijnt ende heeft haer vol goeder betaelinghe bedanckt van mr Henrick van Asten den iersten penninck metten lesten. Heemraeders Ariaen Peterss, Jan Zegerss, Ariaen Aertss.
Fol. 95 v.
Govaert Sijmonssz; Peter Janssz van Beeck.
Desen lesten januarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Lijck compareerden voor schoudt ende heemraeders van Raemsdonck Govaert Sijmonssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Janssz van Beeck veerthien gaerden lants ende een vierendeel gelegen int Leeghe Veen te weten het gerechte half wer opten oosten candt. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Andriessz erfgenamen int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Jan Meussz ende Bartelmeus Aensoen cum suis gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Govaert Sijmonssz voorss Peter Janssz van Beeck voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz stathouder.
Fol. 96 r.
Stoffel Jacobssz; Em Cleijs Janssz
Desen sevende februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraeders van Raemsdonck Stoffel Jacobssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Em Cleijs Janssz veerthien gaerden lants. Streckende vander halver kreecken af aent aent noorden eijnde, daer die Schraevenmoersche schepen duer varen, zuijtwaert op, streckende totter Dongha toe. Der kercken landt van Raemsdonck gelegen aen die westzijde vanden veerthien gaerden voorscreven ende aen die oostzijde Dierick Smuchers(?) lant plach te wesen. Ende dit voorscreven lant geloefden Stoffel Jacobssz voorscreven Em Cleijs Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht gelijck men een vrij eijghen lant schuldich is te vrijen ende te waren. Ende allen voorcommer af te doen tot desen teghenwoordigen daghe toe voor haerder alder naecomelingen. Sonder archt oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz mij present.
Fol. 96 v.
Ariaen Peter Raessen als voicht van Gerit sijns bruers weeskijnderen; Peter Dierck Mertenssz
Desen xen februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ariaen Peter Raessen voor hem selven ende als gerechte bestorven voicht van Gerit Peter Raessen sijns bruers weeskijnderen, gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Petere Dierckssz haer portie ende gerechticheijt alsoe groot ende cleijn als zij aenbestorven zijn in een stuck lants gelegen in die Brandt ombedeelt gecoemen van Aentken Gerit die Borchgraven. Streckende vanden slootken af buijten den Achterdijck aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver brandtwateringen toe. Cornelis Diercxssz gelegen aen die oostzijde ende Joost Gruijters erfgenaemen (in de kantlijn: “cum suis”) gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Ariaen Peter Raessen voorscreven Peter Diercxssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder archt oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Jan Zegerssz.
Opten xxiije junij 1576 compareerden Ariaen Peter Raess voor hem selven ende mede als gerechte bestorven voicht van Gerit Peter Raessen sijns bruers weeskinderen ende bekendt voorden gerechten ondergescreven, betaelt te sijn van volder betaelinge den eersten penninck metten lesten van de bovengescreven erffenisse. Ende indijn daer naemaels enigen commer op quamen so sal Peter Diercxssz hen moeten verhaelen aenden gerechten goederen die hij binnen bans heeft liggende hem ende den weeskinderen toesienderen. Actum als boven. Coram heemraeders bovengescreven ende Govaert Everts als stathouder.
Fol. 97 r.
Eodem anno et die, compareerden oick voor schoudt ende heemraet voorscreven, (in de kantlijn zonder invoegmerkje: Ariaen Peter Raessen voor hem selven), Truijken wedue wijlen van Ariaen Janssz die Borchgraeff met Ariaen Peter Raessen haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is, behalven cloosters schijns recht, Peter Cornelis Pauwels ende Jacob Aert Willem Jacobs, een vierendeel in een wer lants gelegen int Rijsbroeck met Em Cleijs Janssz ombedeelt. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noortwesten eijnde. Streckende zuijtoostwaert op totter Zeepkens Bulleken toe. Die erfgenamen van Bartelmeus Pauwelssz gelegen aen die noortoostsijde ende het convent van Santrosen gelegen aen die suijtwestensijde. Ende dit voorscreven lants geloofden Truijken, die wedue voorscreven, met haeren gecoren voicht voorscreven, Peter Cornelis Pauwelssz ende Jacob Aert Willem Jacobs voorscreven, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven ende heemraders als boven.
Fol. 97 v.
Desen xiije februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraet Dierick Korsten als man ende voicht van Anneken Peters dochter, sijnder huijsvrouwen, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Roelof Ariaenssz een stuck lants gelegen opten Gheren. Streckende van Baijen Mathijssz erfgenamen erfve af aent westeijnde. Streckende oostwaert op tot Henrick Peterssz erfve toe. Jan Mathijssz erfgenamen gelegen aen die noordensijde ende Jan Peterssz Knapen gelegen aen die zuijden zijde. Met steghinge ende weghinge over Jan Peterssz geren ende voort over Ariaen(?) Willemssz gheer ende voort over Willem Janssz … gheer. Streckende zuijtwaert op totten Leghen wech toe. Ende desen voorss gheer geloofden Dierick Korsten voorscreven Roelof Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.
Roelof Ariaenssz heeft rechtelijcke gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn te betalen Dierick Korsten die somme van neghen ponden grooten vlaems. Te betaelen nu vijf ponden vlaems gereet op die ghifte ende noch vier ponden vlaems tot meij naestcomende over een jaer te weten meij Lxxvj. Actum als boven ende heemraders als boven.
Akte is doorgestreept
Hierop betaelt die eerste vijf ponden vlaems.
Dierick Korsten bekenden desen willekuer vol ende al betaelt te sijn. Actum den xxe meij 1576.
Fol. 98 r.
Desen xve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Cornelis Diercxssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Staes Huijbertssz ende Commer Huijbertssz sijn portie ende gerechticheijt in vier gaerden lants gelegen in die acker in Ariaen Andriessz wer plach te wesen. Streckende vander halver Gheijlsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Aleijdt Jan Buijssen weu int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Henrick Ariaenssz oick int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Cornelis Diercxssz bekendt ten volle ende gehele betaling van Commer Huijbertssz den eersten penninck metten lesten betaelt. Ende van Staes Huijbertssz bekendt hij hem oick te vollen betaelt den eersten penninck metten lesten.
Opten selven dach compareerden oick als voren Ariaen Willemssz Bonten ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Diercxssz een stuck lants gelegen op die gheren, die helft vanden lande. Streckende vanden Jan Mathijssz erfve af aent westeijnde. Streckende oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Laureijs Janssz gelegen aen dat noorden zijde ende Roelof Ariaenssz aen die zuijden zijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Item dit selfde lant boven gescreven heeft Cornelis Diercxssz weer over gegeven met vrijer giften zoe recht is Roelof Ariaenssz in alder manieren als hij dat van Ariaen Willemssz Bonten ontfangen heeft. Actum den xxxe maij anno xvC ende Lxxv. In presentie heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz als stathouder.
Item bekenden hem Ariaen Willems Bonten ende Cornelis Diercxssz volle ende geheele betalinge van Roelof Ariaenssz den eersten penninck metten lesten. Actum als boven ende heemraeders bovengescreven vanden lande bovengescreven.
Fol. 98 v.
Desen xve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Huijbert Peterssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Anthonis Cornelissz seven gaerden lants gelegen in Willem Ariaen Diericx wer placht te wesen. Streckende vanden dwerssloot af die nu voor aenden grindt leijt aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Henrick Cornelissz Pluijm int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Mathijs Huijmanssz met Ariaen Geritssz Molder gelegen aen die oostzijde. Ende dit voostaende lant geloofden Huijbert Peterssz voorscreven Anthonis Cornelissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe. Sonder arch oft list. Actum den daten als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.
Item Huijbert Peterssz bekent hem volle ende gehele betalinge van Anthonis Cornelissz voorscreven vanden voorss lande den eertsen penninck metten lesten betaelt. In presentie Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz als heemraeders.
Fol. 99 r.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Anneken Buijs Willemssz zaliger den xxve februarij anno xvC ende Lxxv.
Inden eersten Staes Huijbrechtssz geloot ende geërfdeelt op een derdendeel in een half wer lants dat Peerken Thomas plach te wesen opten oosten candt. Streckende vander halver Dongha af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ten halven Maesen toe.
Hier tegen Jacob Buijssen weeskijnderen geloot ende geërfdeelt oick een derdendeel int selfde lant, middel int lant int half wer streckende deen als dander.
Nu Willem Buijssen geloot ende geërfdeelt oeck op een derdendeel int selfde lant int half wer opten westen candt streckende deen als dander.
Ende noch op twee gaerden in een vierendeel gelegen in Groot Waspijck nae inhoudt het oude reghister in date den xxe januarij anno xvC Lxvj.
Is oeck wel geconditioneert ende ondersprocken als dat den grindt die nu op dat lant betuelt staet dat sij dat tsamen gebruijcken sullen elck sijn derdendeel soe langhe als den grindt staet, ‘t geheel lant door malcanderen.
Is noch wel geconditioneert ende wel ondersprocken dat het lant gelegen in die Oorde dat sij parthijen dat tsamen vercopen sullen ende vercoft zijnde, dat Staes Huijbrechtssz daer van afftrecken ende bueren sal vanden iersten ende gereetsten penningen, die somme van vijf ponden groten vlaems voor sijnder huijsvrouwe vuijtsettinge.
Fol. 99 v.
Ende blijft noch een stucxken lants gelegen met Ghijsbrecht Henricxssz een ruwaer ombedeelt ende met Ffrans Geritssz ende Ariaen Ariaenssz.
Ende altoes deen over dander te steghen ende te weghen over malcanderen ende met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.
Ende voort allen renten oft cummerkausen sullen parthijen malcanderen altoch helpen gelden.
Opten selven dach soe heeft Ariaen Aertssz als toesiender met schoudt ende heemraeders als oppervoichden over ene verlije zoe recht is Willem Buijssen ende Staes Huijbrechtssz, Jacob Buijssen kijnder gedeelt ende portie int huijs metten erfve dat Anniken Buijssen getimmert heeft aen die …molen (.. betreft afkortingsteken; vermoedelijk dus: rosmolen) Streckende vander halver sloot af teijnde den werf daert huijs op staet aent noordeneijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven sloot toe over den Diefdijck te midden int lant als boven gescreven staet. Te vrijen ende te waren tot desen daghe toe.
Is wel ondersprocken dat alsulcke rendt als Godschalck Dierckxssz opt geheel lant heffende is, sullen sij van stonden aen tot haeren last houden. Ende sal hem luijden cortinghe wesen aen hair hootpenningen. Actum als boven. In presentie Ffrans Geritssz die Coninck ende Gerit Janssz bij goet duncken ende bij wesen van schoudt ende heemraeders ende mij gesworenen clerck present.
Fol. 100 r.
Desen xxve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Willem Buijssen ende Staes Huijbrechtssz ende hebben te samen rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Aertssz Schouten tot behoef van Jacob Buijssen weeskijnder die somme van elf ponden groten vlaems ende anderhalve stuver te betalen op twe Sinte Mathijs daghen naestcomende, anno xvC ende Lxxvj den eersten naeden stijl van Luijck, ende soe voort voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen hier afgetogen ende afgereckent die rendt die Godschalck Diricxssz daer op heffende is daer die weeskijnder af ontlast sullen blijven. Actum als boven. Heemraeders Govaert Evertssz, Ffrans Geritssz de Coninck als nabuer ende vanden vrienden.
Bekenden den schoudt met Ariaen Peterss ende Adriaen Janss als heemraders ende Ariaen Aertsz als toesiender vanden voirss weeskijnder desen wilcuer voirss ten vollen betaelt den iersten penninvk metten lesten ande afgereckent inde reckeninge. Gedaen ende gepasseert den lesten aprilis anno 80.
Erfdelinge aengebrocht Aerdt Janssz van Eersel ende die erfgenamen van Thoenken sijnder huijsvrouwe.
Inden eersten Mariken Jans met die weeskijnder van Lijnken Jansdochter geloot ende geërfdeelt opten westen candt op een eijnde banken. Streckende vanden Leeghen Veen af aent zuijden eijnde noortwaert op totten eersten dwarssloot toe. Aerdt Janssz int selfde lant aen die oostzijde ende Jan Zeghersz met sijnen erfve aen die westzijde. Ende moet die westzijde die oostzijde vuijtreijcken die somme van acht karolus guldens tot Bamis naestcomende anno xvC vijff ende tseventich.
Fol. 100 v.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten westen candt vanden boomgaert metten acker. Streckende vanden halven Kreecken af aent zuijden eijnde noortwaert op totten oostel drop toe het noorden eijnde vanden oude huijse. Aerdt Janssz int selfde goet gelegen aen die oostzijde ende sijn kijnder met haere erfve gelegen aen die westzijde.
Noch half dat oudt huijs metten grondt soe dat op sijnen schijs staet half ende half met dat houdt datter af gehouden is ende bestemt is al datter nu ter tijdt toe is tsamen af te breecken.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt opten westen candt van Jan die Bonten stede. Streckende vanden oostel drop af van dat oudt huijs aent zuijden eijnde noortwaert op totten sloot toe teijnden den boomgaert. Aerdt Janssz gelegen aen die oostzijde ende Aerdt Janssz kijnder aan die westzijde.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een veldeken opten westencandt vanden sloot teijnden den boomgaert aent zuijden eijnde noortwaert op totten slootken toe voor den Diefdijck. Aerdt Janssz oost ende Ariaen Willemssz west.
Hier teghen is Aerdt Janssz geloot ende geërfdeelt in alle die parcelen aen die ander bovengescreven bedeelt opten oosten candt ende elck met schouwen ende ander gebuer rechten.
Fol. 101 r.
Noch Aerdt Janssz gedeelt ende geërfdeelt op een sestedeel in een huijsken metten erfve daer aen gelegen alsoe groot ende cleijn als Jeenken Joncken dat gebruickt ende beseten heeft. Staende nu ter tijdt in die Schans met achtdalven stuvers tsiaers daer vuijtgaende erflijck tsamen int geheel.
Noch Aerdt Janssz bedeelt op seven karolus guldens eens in die handt comende van Aen Pauwels wonende tot Breda.
Noch opt tsestedeel van seven karolus guldens comende van Ariaen Peter Zeghers met daer sijn twe voijer torfs op gehaelt. Ende blijven noch acht stuvers renten van Aerdt Janssz in Brabant.
Noch in Brabant van Jeenken Joncken weghen twe ende twintich stuvers met hem drijen verlopen vijf karolus guldens.
Hier teghen Mariken Jans ende die weeskijnder van Lijnken Jans bedeelt op een sestedeel in een huijsken metten erfve daer aen gelegen met acht stuvers vuijtgaende int geheel.
Met noch seven karolus guldens eens comende van Aen Pauwels wonende tot Breda.
Noch haer portie in seven karolus guldens van Ariaen Peter Zeghers met daer sijn twe voijer torfs op gehaelt.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeeren handt op een boete van seven ponden. In presentie Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz. Den sesten martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck.
Fol. 101 v. Akte is doorgestreept
Desen xvje dach van maert anno vcc ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck, Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende heeft met haeren vrijen eijghen wille, ongedwongen van ijemand, haer verstant wel hebbende, gaende ende staende. Ende heeft gegundt, gegeven ende gemaeckt haer susteren ende broeders in dijen sij gheen vruchten achter en laet nae haerder doot vijftalff gaerde lants gelegen tot Raemsdonck met meester Ariaen Cools ombedeelt. Streckende vanden halver kreecken af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op streckende ter halver Maesen toe. Clauwaert Ariaenssz erfgenamen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ghijben cum suis aen die westzijde.
Noch soe besedt die selve Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht als vooren indijen sij gheen wettighe oer oft achter en laet na haerder doot den Heijlighe Geest van Waspijck vijftich karolus guldens eens ende den Heijlighe Geest van Raemsdonck vijftich karolus guldens eens, op ende vuijt vijftalf gaerden lants gelegen tot Waspijck. Gelegen met Jan Andriessz ombedeelt. Welverstaende soe wije nae haerder doot die vijftalf gaerden bedeelt sal worden, die sal gehouden sijn die hondert karolus guldens vuijt te reijcken. Actum den xvje martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.
Fol. 102 r.
Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Leenaert Cornelissz haeren oom vijftalf gaerde lants gelegen met meester Ariaen Cools cum suis ombedeelt. Streckende vander grooten killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Clauwaert Ariaenssz erfgenamen oost ende Ariaen Ghijben cum suis west. Te vrijen ende te waren …(?) twe philips guldens tsiaers te betalen alle jaer op Sinte Mathijs dach naestcomende anno xvC ende Lxxvj den eersten te lossen den penninck xiiij met ganckbaer geldt metten verschenen pachten dach daer bij. Actum den xvje martij anno xvC ende xxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaerts Evertssz.
Eerfdelinge aengebrocht die drie erfgenamen van Ariaen Janssz de Bont.
Inden eersten Bouwen Joosten geloot ende geërfdeelt op een half wer lants inde Donghe met Jan Ghijben ombedeelt.
Hier tegen Commer Thonissz geloot ende geërfdeelt op die Vlaeijkens vanden halven Poelsloot af zuijtwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe metten ghenen dat die Heijlighe Geest heeft.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt opt Leeghe Veen alsoe groot ende cleijn alst Ariaen Janssz de Bont zaliger gebruijckt heeft.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op de westenzijde vanden acker teijnde Peter Ariaenssz cooltuin metten boogaert zuijtwaert op totten over den Diefdijck. Ende Bouwen Joosten op die oostzijde streckende deen als dander.
Fol. 102 v.
Nu Aentken Ariaen Jansszdochter geloot ende geërfdeelt opt huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden Bergensche straet af noorden eijnde zuijtwaert op tot Aentken Schouten goet toe oft totten halven Broecxsen toe. Metten vclecken(?) achter Ariaen Aertssz cooltuijn. Streckende zuijtwaert op totten halven Broecxssen toe.
Noch Bouwen Joosten geloot ende geërfdeelt opten oosten cant vanden lande achter ‘t huijs. Streckende vanden sloot af achter dat huijs aent zuijden eijndt. Streckende noortwaert op totten sloot toe over (óf onder) den dijck.
Noch Commer Thonissz geloot ende geërfdeelt op half de werfkens gelegen met Jan Ghijben ende Ffrans Clauwaerts ombedeelt.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeeren handt op een boete van seven ponden. Den xvije martij anno xvC ende xxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaerts Evertssz.
Fol. 103 r.
Desen xvije martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck zoe heeft Mathijs Huijmanssz reeckeninge gedaen op sijn eedt zoe recht is van sijne voorkijnder vanden jaeren Lxxvij, Lxxviij, Lxxviiij, soe dat Mathijs Huijmanssz van sijn twee kijnder te houden hebben sal thien pondt vlaems ende vanden jaere Lxxiiij nijet. Ende daer heeft meester Zegher een kijndt teghen gehouden ende heeft Mathijs Huijmanssz bekendt sijnen kijnderen schuldich te sijn die somme van ses ponden groten vlaems vanden coop vanden huijse ende vanden erfhuijse hier mede tsamen betaelt. Ende is een obligatie af verleden die hier inne gereeckent is mede betaelt ende alle lanthuijren ende grinden al afgereeckent van cleeden, schoen, koussen, lijnwaet tot desen daghe toe op sijnen eedt zoe recht is. Actum als boven. In presentie Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz ende coemt Mathijs Huijmansssz van sijnen kijnderen twintich brabants stuvers.
Fol. 103 v.
Erfdelinge aengebrocht die wedue metten ergenamen van Jan Mathijssz zaliger.
Inden eersten die wedue met Frans Geritssz de Coninck haeren gecoren voicht geloot ende geërfdeelt op dat wer achter Ariaen Geritssoen Molder. Streckende van Ariaen Geritssoen cooltuijn af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe over den dijck tot Gerit Janssz lant toe. Ariaen Peterssz west ende die erfenamen gelijck oost.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een acker in die Hoefve. Streckende van Jan Zegers erfve af aent westen eijnde oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Ariaen Joachims aen die noordsijde ende Dierick Clauweartssz aende suijden sijde.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen acker neffen Govaert Evertssz erfve. Streckende vanden Ambacht van Groot Waspijck af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot Jan Zegers erfve toe. Govaert Evertssz oost ende Peter Ariaenssz west.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op eenen halven werf ombedeelt. Streckende vander halver Veerser straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Killen toe. Ariaen Andriessz erfgenamen west ende Cornelis Anssen naekijnder oost.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op enen halven acker saijlants. Streckende van Cornelis Ariaenssz Groijwel erfgenamen aent noorden eijnde. Streckende zuitwaert op tot cloosters goet toe. Joachim Janssz oost ende die erfgenamen west.
Fol. 104 r.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen in die acker. Streckende vander halver Berghensche straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totter Veerscher Straet toe. Peter Janssz die Bont cum suis west ende die erfgenamen oost. Ende die twee weren salmen effen breet maeken ende die aerde inden oude sloot te vallen.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten middelsten gheer. Streckende van Baijen Mathijssz erfve af aent west eijnde noortwaert op totte Henrick Peterssz erfve toe. Die erfgenamen aen die suijdensijde ende die wedue aen die noordensijde.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half weer lants gelegen boven kerck. Streckende vanden dellen af aent suijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Jan Vassen erfgenamen oost ende die erfgenamen west. Ende zuijtwaert vuijt te steghen ende weghen ende malcanderen indie steghe helpen maecken.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen in die Donghe. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Die westzijde Ariaen Andriessz erfgenamen west en die erfgenamen oost.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten groten gheer. Streckende vanden halven sloot af aende Leeghen Wech aent westeijnde oostwaert op tot Jan Willem Wouters erfve toe. Baijen Mathijssz erfgenamen aent zuijden eijnde metten wedue aen die zuijden zijde ende die erfgenamen selven metten ene eijnde aen die noordensijde. Ende Henrick Peterssz Maet (De toevoeging Maet is in het origineel nauwelijkis leesbaar, maar dat moet er gezien het vervolg van de tekst wel staan) mede aen die noordsijde metten thien stuvers daer jaerlijcx vuijtgaende metten b…(?) neffen den Leeghen Wech.
Fol. 104 v.
Hierteghen die erfgenamen geloot ende geërfdeelt op en half wer lants gelegen achter Ariaen Huijben. Streckende van Ariaen Huijben cooltuijn af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Mathijs Janssz oost ende die wedue west te weten binnendijcx ende buijtendijcx Gerit Janssz west.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op eenen acker saijlants gelegen in Henrick Luijen Ambacht. Streckende van Dingeman Andriessz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver heij toe. Dingeman Andriessz west ende Peter Joachimssz oost.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half delle boven kerck. Streckende vanden noorden eijnde vanden lande zuijtwaert op tot Jan Vassen erfgenamen erfve toe, met haer portie vanden straeten metten voorpat. Jan Vassen erfgenamen oost ende Henrick Ariaen de Raets west.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een vierendeel van eenen werf. Streckende vander halver killen af aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Veerscher straet toe, ombedeelt. Ans Cornelissz cum suis oost ende Ariaen Andriessz erfgenamen west.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op eenen halven acker achter Cornelis Ariaenssz Groijwel. Streckende vanden cooltuijn af aent noorden eijnde zuitwaert op tot cloosters goet toe. Die wedue oost ende Ariaen Ariaenssz Buijs west.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een werken lants gelegen in die acker. Streckende vander halver Berghensche straat af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten Veerscher straet toe. Die wedue west ende Ariaen Ariaenssz erfgenamen oost.
Fol. 105 r.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants boven kerck. Streckende vanden Delsloot af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Die wedue west ende Jan Vassen erfgenamen oost.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants in die Donghe. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Die wedue int selfde wer west ende Ariaen Gijsbertssz Buijs oost.
Mathijs Janssz alleen geloot ende geërfdeelt opten achtersten zuijdensten gheer. Streckende van Baijen Mathijsssz erfgenamen erfve aent westen eijnde. Oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Die wedue aen die noordenzijde ende Roelof Ariaenssz aen die zuijdenzijde.
Hier tegen Aentken Jans, Jan Ariaen Ghijben ende Mariken Jans geloot ende geërfdeelt op drie gheren neffen den Leeghen Wech. Streckende oostwaert op tot Laureijs Janssz, Roelof Ariaenssz ende Dierick Clauwaertssz ende Henrick Peterssz Maet erfve toe. Anthonis Anssen aen die noordensijde ende die wedue aen die zuijdensijde.
Ende is wel geconditioneert ende wel ondersprocken soe wanneer als Jan Ariaenssz ende Aentken Jans haer gheeren vercopen willen soe belooft Mathijs Janssz als voicht van Mariken Jans sijn suster die portie ende gedeelt mede te laten volghen ende die penningen mede te ontfangen.
Is noch wel geconditioneert ende ondersprocken soe wat crackelen oft cummercausen op eeijnighe goeden souden moghen oprijsen ende op comen ende hier nijet gespecificeert en staen sullen parthijen altijdt malcander helpen ghelden.
Aldus aengebrocht den xxiiijsten martij anno xvC Lxxv naeden stijl van Luijck. In presentie heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz als heemraeders ende Ffrans Geritssz de Coninck ende Gerit Janssz als naburen.
Fol. 105 v.
Jan Ariaen Ghijben; Aentken Jansdochter; Mariken Jansdochter; Mathijs Jan Laureijssz tot Ghils; Lambert Jan Lambertssz tot Ghils.
Desen vijften aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen compareerden voor schoudt ende heemraedt, Mathijs Janssz voor hem selven, Jan Ariaen Ghijben voor hem selven, Aentken Jansdochter met haeren gecoren voicht die haer mette recht gegeven was ende Mathijs Janssz als gerechte bestorven voicht van Mariken Jansdochter sijne suster, gaven gesamender handt over ende elcx bijsonder met vrijer ghiften zoe recht is Mathijs Jan Laureijssz ende Lambert Jan Lambertssz, beijde wonende tot Ghils, drie zeeckere gheerden. Streckende vanden halven sloot af aen die oostzijde, vanden westen eijnde oostwaert op tot Roelof Ariaenssz ende Cornelis Diericxssz cum suis erfve toe ende den middelste tot Laureijs Janssz erfve toe ende die noordensten tot Dierick Clauwaertssz erfve toe. Anthonis Anssen met sijnen erfve gelegen aen die noordenzijde ende Aentgen Jan Mathijsssz erfve gelegen aen die zuijdenzijde. Ende dit voorstaende lant geloofden comparanten voornoempt Mathijs Janssz ende Lambert Jan Lambertssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegenwoordighen daghe. Onder conditijen dat die copers gehouden sullen wesen te onderhouden alle gebuerlijcke rechten ende contributijen als ander naeburen van Raemsdonck sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz stadthouder ende mij present.
Fol. 106 r.
Desen xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ffrans Geritssz de Coninck met Ariaen Ariaen Diercxssz als gerechte bestorven voicht van Ffrans Geritssoens voorscreven weeskijnderen, Ariaen Ariaen Diercxssz voor hem selven, Willem Henricxssz Buijssen voor hem selven ende mede als gerechte bestorven voicht van Jacob Buijssen sijns bruers weeskijnderen, Staes Huijbertssz voor hem selven heeft Ariaen Beris cum suis oft die kerck enijghe actie in dit goet die selve actie gereserveert den ghenen die daer redenen toe hebben, hebben comparanten voornoemt, ende elcx bijsonder, over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Gijsbert Janssz tot Donghen een stuck lants gelegen in die Oorde soe groot ende cleijn alst gelegen is nae inhoudt die coopcedulle. Streckende vander Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert ter Dongha toe. Embrecht Cleijs Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Ariaenssz die Waghemaker int selfde ombedeelt met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparanten voornoemt Gijsbert Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegenwoordighe daghen toe. Sonder arch oft list. Salvo dat Gijsbert Janssz voorscreven gehouden sal wesen te onderhouden allen contributijen ende gebuerlijcken rechten met die naeburen van Raemsdonck. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz. Mij present.
Ende dus blijft ombedeelt vijf gaerden lants gelegen in Cleijn Waspijck boven kerck. Ende voort alle schuldt ende onschuldt nu nijet wetende.
Deze twee regels zijn doorgestreept. Zij behoren bij folio 107 r.
Fol. 106 v.
Item alsulcke thien stuijvers als Beris Cornelis vuijt plach te gheven vuijt dit stede die gecoft heeft van Aelbert Geritssz ende plach te heffen. Die erfgenamen van Ariaen Janssz de Bont heeft die selve Beris Cornelis gelost ende afgequeten ende hebben ontfangen die hootpenningen metten verlopen Bouwen Joosten ende Cummer Anthonissz. In presentie Jan Zegers als heemraedt. Frans Geritssz de Coninck, Ariaen Geritssz Molder, Jan Govaertssz Koens. Actum den lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen. Mij present.
Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Heijlken Berthen. Den lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen.
Inden eersten Bastiaen Berthen kijnder geloot ende geërfdeelt op het Leeghen Lant. Streckende vander halver Achterstraet af aent noorden eijnde zuijtwaert op tot Marij Coppens erfve toe oft so vert als te hants twe elsen staen.
Noch enen karolus gulden tsiaers losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende.
Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op dat middelste werken gelegen binnen dijcx. Streckende vander halver Achterstraeten af aent zuijdeneijnde. Streckende noortwaert op totten halven sloot toe over den Achterdijck.
Noch die selve geloot ende geërfdeelt op die helft vanden Brant bedeelt opten westen cant. Streckende vanden slootken af achter den Achterdijck aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver brandtweteringh toe.
Fol. 107 r.
Nu Ariaen Lambertssz met Ariaen Ariaen Casteleijns kijnder te samen geloot ende geërfdeelt op die stede huijs ende schuijren metten erve daer aen ligghende. Streckende vanden halven Hangc aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Achterstraeten toe. So groot ende cleijn als Heijlken Berthen dat gebruijckt ende beseten heeft ende vuijt gestorven is. Die houtwassche daer inne gecomprehendeert met eenen philips gulden tsiaers erfpachts daer vuitgaende.
Noch die selffde geloot ende geërfdeelt opten oosten candt vander Brandt. Streckende als boven. Dies ist voorwaerde ende wel ondersprocken dat een ijegelijcke sal houden op sijn lootinge alle gebuerlijcken rechten van schouwen, dijckagijen ende contributijen daer op vallende.
Noch die selffde geloot ende geërfdeelt op dat oosten werken. Streckende vander halver Achterstraeten aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven sloot toe over den Achterdijck.
Ende blijft ombedeelt vijf gaerden lants gelegen in Cleijn Waspijck boven kerck. Ende voort alle schuldt ende onschuldt nu nijet wetende, profijtelijcke ende onprofijtelijck, swullen parthijen altijdt malcanderen helpen gelden. Actum als boven, heemraders Jan Zeghers ende Govaert Evertssz.
Fol. 107 v.
Beris Cornelis; Anneken sijn huijsvrou.
Desen lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Beris Corneliss ende Anneken sijn huijsvrouwe ende malcanderen de een den ander vuijt rechter liefden, gaende en staende, haer vijff sinnen wel machtich, gemaeckt ten lancxsten levende lijve te bruijcken ende te besingen tot haerder nutschap oirbaer ende profijt om af te leven, drie gaerden lants ende drie vierendeel leengoets. Streckende vander Dongha aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, te weten in die acker int Brede wer. Met noch enen acker zaijlants gelegen in xij Hoeven. Streckende vander halver Nieuwe straeten aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot cloosters goet toe. Thonis Anssen cum suis aen de oostzijde. Ende Matthijs Janssz cum suis aen die westzijde. Ende is voorwaerde dattet voorscreven goet het sij leengoet oft anders alteijt ter lesten doot succederen, erfven ende besterven sullen aen die erfgenamen effen rijck naeden zuijthollandschen recht sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegers ende Govaert Evertssz. Mij present. Johan Peterssz.
Fol. 108 r.
Desen ixe junij anno xvC compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Dierick Ariaen Geritssz voor hem selven, vervangende Peter Janssz vanden Werck, sijnen swager, daer hij hem sterck voor maeckt, ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is meester Henrick Laureijssz van Asten woonende tot Alphen een vierendeel in een stuck lants ombedeelt, genaemt die Hooghe Weije. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die Heilighe Geest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijden ende Henrick Huijben van Ghils cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparanten voornoemt meester Henrick Laureijssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende allen voorcommer aff te doen van schot, van lot, van croen-gheldt. Ende van alles datter op coemen mach tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz met alle gebuerlijcke rechten te observeren ende te onderhouden.
Eodem anno et die heeft meester Henrick Laureijs bovengescreven geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Dierick Ariaen Geritssz ende Peter Janssz vanden Werck te samen die somme van driehondert karolus guldens ende vijftich karolus te betalen die een helft Sint Jansmis naemaels te mitsomer naestcoemende ende die ander helft tot Sint Jansmis over een jaer daer aen volgende den eersten penninck metten lesten betaelt. Actum ut supra. Heemraeders ut supra. Akte is doorgestreept.
Item desen wilcuer voorscreven is volle ende gehele betaelt op vijftich conincx daelder nae verschijnende Sint Jansmis anno xvC ende Lxxvj toecomende. Dierick Ariaenssz. Present heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.
Bekenden Peter Janss vanden Werck ende Dierick Ariaenss dezen wilcuer te vollen betaelt den iersten penninck metten lesten, Cornelis Jan Zegers Ariaen. Verder geen tekst op het blad.
Fol. 108 v.
Desen xvije junij anno xvC Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ariaen Jan Andriessz ende gaff over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz vier gaerden lants. Streckende vanden halven slootken af voor dat huijs aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha toe oft so verre als den ghebuer erfve streckt. Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Steven Aertssz voorscreven selven gelegen aen die oostzijde.
Noch gaf die selve Ariaen Janssz voorscreven over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz een half gaerden lants gelegen met hem beijden in xiij gaerden ombedeelt. Streckende vanden halven Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven slootken toe voor dat huijs daer Steven Aertssz nu ter tijt op woont. Te vrijen ende te waren als boven. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Ariaen Aertssz Schouten.
Fol. 109 r.
Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Janssz ende Steven Aertssz ende gaven tsamen over met enen verlije zoe recht is Peeter Jan Lemmens wonende ten Rijen veertiendalf gaerden lants gelegen in xviij gaerden. Streckende van der halver Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op zoe verre als die selve Peter Jan Lemmens een slootken gegraven heeft voor Ariaen Ariaenssz erfgenamen ende Ariaen Peter Schoenmakers. Peter Jan Lemmens voorscreven selven gelegen aen die westzijde ende Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren met steginge ende weginge, deen over dander tot ‘sHeeren straet toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Actum als boven ende heemraeders als boven.
Fol. 109 v.
Desen xxviije junij anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Peter Dirick Peterssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Dirick Ariaen Geritssz sijnen swager ses gaerden lants ende een achtendeel van eender gaerden. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Steven Aertssz int selve lant aen die oostzijde ende Andries Janssz ende Joachim Janssz met hairen consorten int selve lant gelegen aen die westzijde. Ende dit voorss lant geloofden Peter Diericken voorscreven Dirick Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighe daghe toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz. Mij present.
Eodem anno et die soe heeft Dirick Ariaenssz gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betaelen Peter Dierick Peterssz die somme van drie hondert karolus guldens ende ses karolus guldens ende vijff stuivers. Te betalen op Sint Jansdach anno xvC Lxxv vijfftich philips daelders xxxv stuvers voorden philips daelders ende Sint Jan dach daer aen volgende anno xvC Lxxvj, gelijcke vijfftich philips daelders ende die reste voort Sint Jansmis anno xvC Lxxvij. Die reste voort ten vollen betaelt den iersten penninck metten lesten. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz. Akte is doorgestreept.
Item hier op heeft Dierick Ariaenssz voorscreven betaelt die somme van hondert philips daelders te weten die twee eerste daghen ende belooft Dierick Ariaenss voorscreven noch te betalen Henrick Laureijssz van Asten die somme van vijftich karolus guldens van den lesten termijn.
Item dezen wilcuer bekenden mr Henrick vol ende al betaelt te wezen maer compt hem noch van Dierick Adriaenssz vij rijns guldens xv stuijvers. Actum desen ije april anno 78.
Dezen zeven guldens xv stuijvers zijn betaelt den 4e junij 88.
In de kantlijn (moeilijk te lezen):
Bekende Peter Diericxz …. ten vollen betaelt te wesen op twe Karolusguldens nae, die Dierick Adriaensz nog geven moet.
Deze ij resterende gld zijn voldaen desen 14 januarij 86.
Fol. 110 r.
Ende dies belooft Henrick Laureijs van Asten voorscreven tot Alphen te betalen Gijsbert Weijn Michielssz hondert Karolus guldens ende vijftich Karolus guldens ende Joost Adriaens van Ghestel die somme van tachtich karolus guldens ende vijff stuvers ter goeder reeckeningen inden naem ende van weghen Peter Diercxssz van Raemsdonck nae inhoudt alle voorwaerde ende bescheijt die Ghijsbert Weijnen ende Joost Ariaenssz opten selven Peter Diercxssz moghen hebben. Actum als boven en heemraeders als boven.
Desen xxvje julij anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck Truijken Ariaen Wilmssdochter met hairen gecoren voicht die haer met recht gegeven was voor hair selven ende Willem Adriaenssz voor hem selven ende hebben rechtelijcken getransporteert ende over gedraghen met vrijer ghiften zoe recht is haere gerechticheijt in haeve ende erfve daer sij in bestorven moghen wesen. In allen die achtergelaten goeden van Job Ariaenss hairen luijden half suster (nu staat er een invoegteken zonder dat ergens tekst te vinden is) Kerst Ariaenssz, in allen haeven ende erfven, briefven ende altesame nijet vuijtgesondert. Ende hiervooren moet Kerst Adriaenssz voorss in handen van comparanten voornoemt de somme van ses ponden grooten vlaems te betalen Sint Jacopsdach anno xvC ende Lxxvij. Ende bij gebreck van betalinge mach die penningen onderhouden, den penninck xiiij. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel, Govert Evertssz, stadthouder.
Fol. 110 v.
1575 secretaris Mathijs Otgens Mathijssz.
Erfdelinge aengebrocht voorden stadthouder ende heemraeders tusschen die gemeenen erfgenaemen van Marij Hendrick Buijs wedue opten xxiije novembris anno xvC Lxxv.
Inden eersten is Adriaen Janss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants genoemt die Schenkel, gelegen inde Vlaeijkens. Streckende vander halver Gheijlsloot aff aent zuijden eijndt ter halver Poelsloot toe. Brievinck Huijbrechts gelegen oost ende Adriaen Adriaenss erffgenamen west.
Nu Seger Hendricx Buijs geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants genoemt het Langweer in allen manieren so groot ende so cleijn als Marij Hendrick daer inne gericht is geweest metten helft vanden werff tot het dijcxke toe. Streckende ‘tselve langweer vanden sloot aff vander Schenckelsche dijck aent zuijden eijndt noortwaert op ten halven sloot toe over den dijck. Bedeelt opten westen cant Huijbert Jacops erffgenaemen cum suis gelant west ende Vas Peters de Kit erffgenaemen int selver weer lants oost.
Noch op een halff weer lants gelegen teijnden Joachim Meeuss hoffstede. Streckende van des selven Joachim Meeus cooltuijn oft erve aff aent zuijden eijndt noortwaert op ten halven Schousloot toe. Daer van deselve Joachim Meeuss gelegen is west ende Vas Tomass erffgenaemen oost.
Noch so sal Seger Hendricx op sijn cluster te hulpen hebben eens drie ponden grooten vlaems die sullen coemen vanden vercoopinge van een stuck lants genoempt die Ackers die de erffgenaemen van meeningen sijn gelijck te vercoopen.
Nu Bastiaen Aertz geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die helft van moleners lant. Streckende vanden halven sloot aff vanden gemenen dijck aent zuijden eijndt noortwaert op ter halver Maesen toe. Adriaen Janss de Bont erffgenaemen gelegen west ende Frans Diercxz cum suis oost.
Noch op een stuck lants aende hant. Streckende vanden halven Poelsloot aff aent zuijden eijndt noortwaert op tot Adriaen Janss de Venders erve toe. Hendrick Corneliss cum suis gelegen west ende Willemken Adriaen Peterss oost.
Noch so sal Bastiaen Aertz op sijn cluster te hulpen hebben vijff ponden grooten vlaems die sullen coemen vande vercoopinge vanden ackers ende gelijck vande gemenen erffgenamen vercocht sullen woorden.
Is in dese deelinge geconditioneert dat Sebastiaen Aertz die stede daer Marij Hendrick Buijs uijtgestorven is sal behouden in allen manieren gelijck sij in haeren leven gegonnen ende gemaeckt heeft. Achtervolgende den regestre daer van sijnde in dato den ije aprilis Lxij. Daer toe die voorss Bastiaen Aertz in supplementing daer die andere sijne mede
Fol. 111 r.
erffgenaemen hem becroonden ende beclaechden dat die stede beter was dan die moeder die gesedt hadt ende ‘tregister vermelt noch uutreijcken sal Seger Hendricx seven ponden grooten vlaems ende van gelijcke Adriaen Janss oijck seven ponden grooten vlaems die al coemen sullen vande vercoopinge vanden ackers daer inne Sebastiaen Aertz so lange stilstaen sal. Ende oft gebeurden die ackers te niet quamen te gaen ende daer eijgen profijt aff en quamen so sal Sebastiaen Aertz dese xiiij ponden grooten vlaems uutreijcken ende betaelen teijnden die leste daghen vanden selven stede. Volgende ‘tregister voors.
Dies is geconditioneert dat alsulcke rente van twee rijns guldens die verhyphotequeert staen op Sebastiaen Aertz goet, gecoemen van vaders weghen met noch tien stuijvers erffrenten beset tot haerder ouders jargetijden. Ende noch xviij stuijvers erfrente die ‘t manhuijs van den Berch toecoemen. Ende allen anderen schulden, incoemende ende uutgaende die sullen partijen malcanderen helpen dragen ende gelden.
Noch blijft in commuijn ende ombedeelt eenen rentebrieff luijdende opte hoffstede daer Adriaen Toniss nu ter tijt. Ende allen die resterende penningen die procederen ende coemen sullen vande vercoepinge vanden ackers (boven die uutreijcingen vande xiiij ponden aen Adriaen Janss ende Seger Hendricxz vande beteringe vanden gesendt(?) dat Sebastiaen Aertz hem luijden te hulpen coemt; behalve oijck die drie ponden die Seger Hendricxz lootinge te hulpen coemen ende die vijff ponden die Sebastiaen Aertz lootinge te hulpen coemen) Die sullen partijen gesamender hant deijlen naeden lantrecht van zuijthollant. Aldus aengebrocht voor Goijaert Evarden als stadthouder. Adriaen Aertz ende Jan Zeegerss als heemraeders. Mij tegenwoordich Matthijs Otgens.
Item die voorss veerthien ponden grooten vlaems die Bastiaen Aertz, Zeger Hendricx ende Adriaen Janss uut most reijcken zijn vol ende al betaelt den iesten penninck metten lesten. Coram heemraeders Adriaen Aerts, Jan Zegerss ende Dierck Adriaens. Akte is doorgestreept.
Item die bovengescreven renthe van twee rijns guldens tsiaers die verhypotequeert staen op Bastiaen Aertz goet t’weeten op middelsten werken is gedeelt dat Bastiaen Aertz allegeen moet geven. T’oirconden heeft Bastiaen Aertz dit tot vasticheijt onderteijckent dezen iiije april anno xvC Lxxix aldus.
Bastiaen X Aertz merck.
Item die bovengestelde veerthien ponden grooten vlaems inde delinge geroert die Bastiaen Aertz vuijt most reijcken bekennen Zeger Hendricxz voldaen te wesen voor zijn portie xL gld. Ende dat Adriaen Jansz in zijn leven meer als seven ponden ontfangen heeft. Actum desen xxije novembris 1586.
Fol. 111 v.
Accordatie tusschen Jan Janss Blanckaerts met sijn suster jegens Maijecken haer broeders huijsvrouwe.
Desen xxiiije novembris anno xvC Lxxv compareerden Jan Janss Blanckaerts voor hem selven ende met hem vervangende Lijsken sijn suster ter eenre ende Peter Willems Conincx als gecoren voicht van Maiijecken Steven Jan Blanckaerts wedue ter andere sijden. Ende sijn die voorss partijen (noopende haer luijder schiftingen ende delinge) mindelijck veraccordeert ende metten anderen overcoemen als dat Jan Janss Blanckaerts met sijn suster sullen hebben ende erfflijck behouden allen die erffgoederen die Steven Janss met sijnder huijsvrou voorss achtergelaten hebben. Met noch allen die erffgoederen die Marij Jan Blanckaerts wedue haerder alde moeder achtergelaten heeft met allen die incoemende schult ofte penningen volgende haerluijder memorie boecken daer van gehouden. Met noch een jaerlijcx rente van xxx stuijvers. Ende noch twee pont groot van Willem Buijs incoemende. Met allen het timmergetauwe ende allen den inboel noch resterende te paerten ende deelen naeden zuijthollantse rechte halff ende halff. Mits condicien dat Jan Janss met sijnen suster voorss betaelen sullen allen die vuijtgaende schulden daerinne nu ter tijt weeten ende in so verden daer naemaels eenige schulden oprijsen tsij incoemende oft uutgaende anders dan sij nu metten anderen weeten. Die sullen sij malcanderen helpen profijteren ende dragen van gelijcken. Dies sal Jan Janss Blanckaerts nu gehouden wesen inventaris te leveren van allen penningen incoemende ende uutgaende waer vooren Jan Janss Blanckaerts voor hem selven ende met hem vervangende Lijsken sijn suster geloeft ende verwillekuert hebben schuldich te sijn, Maijecken Steven Jan Blancaerts wedue eens die somme van elff ponden grooten vlaems. Te betaelen twee ponden grooten gereet ende tot Paesschen anno xvC ses ende tzeventich die sommen van vijfftalff pont. Ende Paesschen anno xvC seven ende tzeventich gelijcke vijfftalff pont in volder betaelinge van allen die bovengestelde goederen. Waermede sij luijden van als verreeckent ende vereffent sijn ende in plaetse van erffdeelinge. Aldus aengebrocht voor Goijaert Everden als stadthouder, Adriaen Aertz ende Jan Zegerss als heemraeders.
Willem Lambrechtz als man ende voicht van Maijecken Steven Janss wedue bekent vande elff ponden vlaems bovengestelt vol ende al betaelt te sijn. Actum den vje novembris anno 1576. Coram Adriaen Ghijben en Peter Willens als tuijchsmannen.
Fol. 112 r.
Transport; Wijt Wouters; Frans Baijens met sijn broeders ende suster.
Desen xxve dach augusti anno xvC Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraeders tot Raemsdonck Wijt Wouterss als man ende voicht van Aleijt Baijensdr ende gaff over het vrij met eender ghiften ende het onvrij met eender verlije zo als recht is Adriaen Baijens, Frans Baijens, Jan Baijens ende Lijsken Baijensdr gesamenderhant allen die goederen ende het besterft dat den voorss Aleijt Baijensdochter, sijnder huijsvrouwe, door het overlijden van haerder alder vader ende moeder achtergelaeten ende aenbestoreven is. Te weeten ‘tguet metten lande daer aen liggende daer haer vader uut gestorven is. Streckende vander Achterstraeten aff aent zuijden eijndt noortwaert op ter Donga toe. Huijbert Jacops erffgenaemen cum suis oost ende Vas Tomass erffgenaemen west. Generalijck ende specialijck so groot ende so cleijn in qualitate ende quantitate so die sij daer inne voor haer quote, portie ende aengedeelte daer eenighsins in gerecht sijnde moegen weesen. Gelovende ‘t selffde goet van vader ende moeder aenbestorven te vrijen ende te waeren naeden lantrecht. Coram heemraeders Jan Zegerss ende Goijart Everden.
Aenneeminge van Merten Adriaenss sijnen weeskinderen.
Desen xxje novembris anno xvC compareerden Merten Adriaenss ende heeft vanden gerechten als oppervoichden van allen weesen, aengenoemen allen sijnen kinderen te onderhouden in eeten, drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont, eerlijck naer sijnen staet, gelijck een goet vader schuldich is te doen met sijnen kinderen ende dat voor allen der weeskinderen goederen tsij haeff ofte erff egheen vuijtgesondert, inboel ende huijsraet den kinderen aenbestorven ende achtergelaeten van haerder moeder. Ende oft gebeurden dat enich vanden voorss kinderen afflijvich woorden so en sal Merten Adriaenss nochtans niet uutreijcken gemerckt daer eijgen goederen en sijn ende dat deselve goederen lange voor dato van desen bijden vader sijn verteert. Dese aenneeminge sal noch duren eenen tijt van ses jaeren nae dato van desen. Aldus gedaen voorden stadthouder Goijart Everden, Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders.
Fol. 112 v.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Ghijsbert Henricx ten eenre ende sijne kinderen geprocreert bij Aentgen sijnder huijsvrouwe opten xe februarij ten andere.
Inden eersten is Ghijsbert Hendricxz in Engelant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op twee weerkens lants gelegen in Engelant. Streckende vanden halven sloot aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gat toe. Dimgen Jannes tot Alphen gelegen west ende Cornelis Dierck Groijen oost.
Noch op een weer lants genoemt Dierck Verkerckx lant op den Toemaet. Streckende vanden slootken aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gat toe. Schuermans lant gelegen aende westsijde ende Cornelis Dierck Groijen aen die oostsijde.
Noch op een halff werken lants gelegen met Peter Adriaen Meuss bedeelt opten westencant. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe toe. Peter Adriaen Meuss int selver weer lant aende oostsijde ende Jan Schuermans lant tot Alphen aen die westsijde.
Noch op een weer lants geheeten Schouten lant. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe toe. Dingen Jannes tot Alphen gelegen aende oostsijde ende Peter Adriaen Meuss cum suis aende westsijde.
Noch op twee weerkens lants geheeten het een den Grooten Camp ende het ander den Cleijnen Camp. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe. Jan Joost Roelen tot Alphen gelegen aen die oostsijde ende Dingen Jannes aen die westsijde.
Noch op het achtedeel int Leechlant met xvij 2 stuivers losrenten, onbedeelt met Matthijs Otgens Mathijss ende Casteleijnen kinderen. Streckende vander Schraevenmoerse vaerten aff totten Achterdijck oft Breij toe.
Noch op die cammer mette helft vanden tuijn den oosten cant metten helft van den achterhuijs ende halff die schuijne. Oick sal Ghijsbert Hendricxz onderhouden van allen bovengestelde parceelen die gebuerlijcke rechte daer toe met recht toebehoirende.
Fol. 113 r.
Nu Floris Cornelis ende Chielken Ghijsbertsdr tsamen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants gelegen in het Rijsbroeck. Streckende vanden Rijsbroecxen wech aff westwaert op totten halven Gat toe.
Noch op eenen halven acker saijlants gelegen inden Ambacht van xj2 Hoeffve. Streckende vander halver Nijewer straeten aff zuijtwaert op tot Willem Michielss acker toe. Peter Zeegerss gelegen west ende Beris Corneliss oost.
Noch op een dellen gelegen achter teijnden Willem Michielss goet over die oude vaert. Streckende tot cloosters goet toe. Tonis Anss gelegen west ende Leendert Corneliss cum suis oost. Met allen schauwen ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende.
Dies moet Ghijsbert hiervoor hem luijden uutreijcken drie en dertich carolus guldens eens. Van gelijcke so moeten Matthijs Ghijsbertz, Anneken Ghijsbertzdr ende Henrick Ghijsbertz weeskint hem luijden oijck uutreijcken vijff ponden grooten vlaems eens.
Nu Matthijs Ghijsbertz, Anneken Ghijsbertzdr ende Henrick Ghijsbertz weeskint gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op twelff geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende vanden Ambacht van xj2 Hoeffve aff noortwaert op ten halven Maesen toe. Roeland Adriaenss oost ende Adriaen Geritz west.
Noch op drie geerden lants ende een achtendeel van eender geerden lants gelegen met Jan Vas Wouters onbedeelt in achtalff geerden lants.
Allen die kinderen gesamenderhant sijn bedeelt op het voorhuijs met halff den tuijn den westen cant metten halven achterhuijs ende halff die schuijr.
Noch sijn die kinderen tsamen bedeelt op het outhuijs also groot ende so cleijn als daer staet.
Noch op die vijff ponden grooten vlaems die de erffgenaemen van Adriaen Dierck Peterss uutreijcken moeten. Welck die parceelen blijven op allen die kinderen onbedeelt staet.
Dies is geconditioneert dat sij luijden malcanderen int generaal sullen helpen vrijen allen den commer die sij hebben hier niet genomineert. ‘tSij oft staet op vaders goet ende de kinderen goet halff ende halff naeden lantrecht. Ende allen incoemende ende uutgaende schult halff ende halff. Aldus aengebrocht voor Jan Zegerss ende Ariaen Geritz van Boemel daer vooren sij luijden hem bedanckt hebben van goeder deelinge als heemraeders hiertoe gerequireert.
Fol. 113 v.
Eerffdeelinge aengebrocht tusschen Peter Wouterss ter eenre ende die erffgenaemen van Neeltgen Janss sijn huijsvrouwe ten andere. Opten xje februarij 1576.
Inden eersten is Peter Wouterss geloot ende geërfdeelt op het voorste eijndt van den acker noortwaert op effen groot die eijnde blijvende. Ende sal mede helpen tuijnen naer advenant sijns goets. Jan Willem Wouterss oost ende Joachim Aertz west.
Nu die gemenen erffgenaemen van Neeltgen Peter Wouterss huijsvrouwe geloot ende geërfdeelt op het achterste eijndt ackers. Die eijnde even groot ende even lanck wesen. Ende sullen mede tuijnen naer advenants haers goets. Jan Willems oost ende Joachim Aertz west.
Aldus aengebrocht, bekent ende vertegen naer onse banckrechten voor Jan Zeegerss ende Ariaen Geritz van Boemel.
Vrijghift; Frans Sijmons; Cornelis Peterss.
Desen xje februarij anno xvC Lxxvj compareerden Frans Sijmons ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Cornelis Peterss sijn gerechticheijt, portie ende aengedeelt in een eijndt ackers gelegen achter Peter Wouterss acker in allen manieren gelijck den deelbrieff bovengestelt vermelt. Daer van Jan Willem Wouterss gelegen is oostwaert ende Joachim Aertz westwaert. So groot ende so cleijn hij daer inne gericht is van Neeltgen Jansdr, huijsvrouwe van Peter Wouterss. Te vrijen naeden lantrecht. Coram heemraeders Jan Zeegers ende Ariaen Geritz van Boemel.
Fol. 114 r.
Eerffdeelinge aengebrocht tusschen den gemeenen erffgenaemen van Maijecken Jan Andriess opten xiije februarij 1576.
Inden eersten so sijn Adriaen Janss de Vender ende Steven Aertz Schouten als man ende voicht van Maijecken Janssdr sijnde huijsvrouwe geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een weer lants van xij geerden gelegen inde Werffcampen. Streckende vander halffven Dijcksloot aff buijtendijcx aent zuijden eijnde noortwaert ter halver Maesen toe. Frans Geritz de Coninck gelegen west ende Cornelis Hermanss erffgenamen oost.
Noch opten oosten cant van een weer lants gelegen int de Hoogh Donck over die hoecht streckende vander halver kil af aent zuijden eijnde noortwaert op te halver Maesen toe. Huijbert Jacop Andriess erffgenaemen gelegen int selve weer lants aende westzijde ende Adriaen Andriess erffgenaemen oostzijde.
Noch op acht geerden lants gelegen bij Ackermans. Streckende vande halve Heijrstraeten aff aen ‘tzuijde eijnde noortwaert op ter halver Keen toe. Die conventualen van Santroisen tot Raemsdonck oost ende Jan Zegerss cum suis west. Dese acht geerden gelegen in sestien geerden volgende den leenbrieffven daer van sijnde.
Noch op sestien geerden lants int voorss leengoet. Streckende vanden halven Heerstraeten aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver kreeck toe. Eggende ende ruggende als voor.
Nu Peterken Jans ende Anneken Jans dochteren gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede huijsinge ende erffenisse daer aen liggende. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Daer van Adriaen Ghijsbertz gelegen is oost ende Frans Geritz Coninck cum suis west.
Noch op sestien geerden lants int leenweer gelegen. Streckende vander halver kreeck aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe. Eggende ende ruggende als boven, volgende een leenbrieff daer van sijnde.
Noch op acht geerden lants in sestien geerden int voorss leengoet gelegen bij Ackermans. Streckende vander halver Heijrstraeten aff noorwaert op ter halver keen toe. Eggende ende ruggende als voir. Daer van die vier geerden gedeelt sijn van haer vaders weegen tegens die moeder.
Fol. 114 v.
Noch op acht geerden lants gelegen int selver leengoet. Streckende vander halver keen aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Daerbij die voorss Peterken ende Anneken Jans dochteren te vooren van haer vaders wegen hadden noch acht geerden lants, facit sestien geerden lants tsamen, eggende ende ruggende als boven.
Noch op een weer lants gelegen aende Guel. Streckende vander halver kil af aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Gheijlsloot toe. Bastiaen Berten erffgenaemen aende westsijde ende Michiel Aertz cum suis aende oostzijde.
Noch op een stuck lants gelegen inde Oordt teijnde ‘t Langweer. Streckende vander halver Kae af so lang, groot ende cleijn als Maijecken Jan Driess tselffde altijt gebruijckt ende beseten heeft.
Blijft onbedeelt ende int commuijn staen een halff weer lants geheten ‘t Langweer. Streckende vanden halven sloot aff buijten den verschen dijck aent noorden eijndt zuijtwaert op totten halven sloot die aenden noorden sijde vande Schenkeldijck leit. Bedeelt opten noosten cant daer van Vastaert Peterss de Kit erffgenaemen gelegen zijn int selven lant west ende Adriaen Adriaenss erffgenaemen cum suis oost.
Dies is geconditioneert ende wel expresselijck bevoorwaert als den sterffman vanden voorss leengoede afflijvich wordt ende die selffde leengoederen wederom versocht(?) moeten woorden so sullen die bovengestelde erffgenaemen gelijckelijck malcanderen die costen daeromme te doen helpen gelden ende uutdraegen. Aldus aengebrocht ende vertegen naeden recht vanden lande voor Adriaen Adriaen Peters, Ariaen Geritz van Boemel ende Goijaert Everden als heemraeders hier toe gerequireert.
Sijnde mij present Matthijs Otgens
Fol. 115 r.
Aenneminge van Aerdt Janss van Eersel sijnen weeskinderen.
Desen xxvje februarij anno xvC Lxxvj heeft Aerdt Janss van Eersel aengenoemen van Jan Aertz als gerechten bestorven voicht met consent vanden gerechten sijnen onmondigen weeskinderen bij namen: Lenaert Aertz, Neeltgen ende Maijecken Aertsdochteren te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, lijnen ende wullen, sieck ende gesont ende in allen ‘tgeene die voorss kinderen noodig wesen sal, eerlijck naer sijnen staet gelijck een goet vader schuldich is te doen met sijnen weeskinderen gedurende voor het joncxte kint mondich oft viertien jaren out sal weesen. Ende dat voor allen die goederen beijden haeff ende erff metten imboel ende huijstaet die den kinderen voorss aenbestorven is oft soude moegen weesen van haerder moeder. Dies houdt Aerdt Janss voorss allen die schulden incoemende ende uutgaende, gereserveert dat Jan Aertz die gerechte voicht behouden sal die koij die hij te voiren …(?) hadde. Met wel geconditioneerde voorwaerde dat Aerdt Janss vanden xx rijns guldens die hem toegesijt waeren van Lenaert Aertz om het ambacht te leren niet hebben en sal … die selffde mits desen quit gescholden ende en sal niet te min bijden vader blijven woonen ende ‘tambacht leren sijnen twee jaeren. Ende teijnde die twee jaeren so mach hij vanden vader scheijden oft daer bij blijven so dat hem ende den vader geloven sal. Dies sal Aert Janss de vader elck kint apart ende besonder uutreijcken eens tien carolus guldens eens daer van hij gelooft Jan Aerz ende Lenaert Aertz die twee outste kinderen elcken sijn tien carolus guldens te betaelen binnen siaers van dato desen. Ende den twee meijskens als tjoncxste veertien jaren oudt is. Ende indijen die kinderen gesamenderhant commen bevinden dat haer eenige moble goederen ontvoordert sijn van Marij Jans, die selffde heeft de vader sijnen voorss kinderen gelovende hier van ‘t geene voorss is ‘t gerechte costeloos ende schadeloos te houden. Gedaen voor Goijaert Everden als stadthouder. Jan Zegerss ende Ariaen Geritz van Boemel als heemraeders tot Raemsdonck.
Jan Aertz bekenden van sijnen vader voor sijnen quote alleen ten vollen betaelt te sijn vande uutreijckinge vande tien rijns guldens voor elck kint. Actum den xxvije meij 1576.
Fol. 115 v.
Aenneeminge van Margriet Peter Zegerss wedue haeren kinderen verweckt bij den selven Peter Zegerss.
Desen xvije martij anno xvC Lxxvj compareeerden Margriet Peter Zegerss Vonder wedue met haeren gecoren voicht ende heeft aengenoemen van Joost Zegersz den gerechten bestorven voicht ende Jan Berthens als toesiender met consent van den gerechten allen haeren kinderen verweckt bijden voorss Peter Zegerss te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, sieck ende gesont ende die selffde ter schoolen te stueren ende voorts in alles te doen gelijck een goede moeder schuldich is te doen, eerlijck naer vermogen van haeren staet gedurende continuelijcke eenen tijt van acht jaeren na daten van desen ende dat voor allen die bladinge van allen den erffgoederen lanthuijren van outs ende van nijens ende mede vanden jaerlicxe incoemende renten die den weeskinderen duer die afflijvicheijt van haeren vader eenichsins aenbestorven souden moogen weesen. Mits dat die weeskinderen gehouden sal weesen te betalen die onprofijtelijcke ende uutgaende schulden ende allen incoemende penningen tsij vanden vercoopinge van paerden oft beesten oft erffpenningen die sullen gaen halff ende halff. Salvo dat de wedue erffelijck hebben ende behouden sal alsulcke penningen als Peter Zegerss in sijnen leven Jan Geritz ende Commer Toniss borgemeesters tot Raemsdonck geleent heeft ende ondergedaen op interest, bedraegende die hoetpenningen ontrent dertien ponden grooten vlaems. Dies is wel geconditioneert oft die huijsluijden duer den troubel ende oirlogen geen plaetse gemeenlijk en mochten houden ende verlaeten haer woonstede, oft oijck dat die huijsinge afgebrant mochten woorden, so sal die wedue vanden aenneeminge voorss ontslaegen ende ontlast weesen indijen haer gelieft, oft sullen die voicht, toesiender ende vrienden in secours ende refundatie van dijn die lasten ende schaden daeromme geleeden, den wedue helpen draegen ende vergelden naer raet ende discretie vanden gerechte ende eijsch der saecken.
Aldus gepasseert voor Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders ende getuijgen hier toe gerequireert.
Fol. 116 r.
Erffdeelinge aenbebrocht tusschen Dierck Adriaens ende die gemeen erffgenaemen van Jenneken Dierck Adriaenss huijsvrouwe opten vije decembris 1575.
Inden eersten so is Dierck Adriaenss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die stede waer hij in woont. Streckende vander halver Berchsestraet aff noortwaert op totter halver Gheijlsloot toe. Metken Zeegers cum suis oost ende Frans Claes west, metten schauwen ende gebuer rechten daer met recht toe staende.
Noch op derdalff geerden lants gelegen in de ackers. Streckende vander halver Donga aff noortwaert op ter Maesen toe. Reijn Jacops oost ende Ghijsbert Zeegerss cum suis west. Met ses carolus guldens losrenten daer uutgaende.
Noch op een halff block lants gelegen in het Leech lant. Streckende van Cornelis Peterss Woes erffgenaemen aff noortwaert op tot Heijltgen Beerten erffgenaemen erffve toe. Met xxxv stuijvers siaers losrenten daer van uutgaende.
Noch op een halff geerde lants gelegen in Peter Ackermans goet plach te wesen beneffens Schreven stege. Streckende vander halver Veerscher straeten aff noortwaert op ter Maesen toe. Al met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.
Nu die gemeen erfgenaemen van Jenneken Dierck Adriaenss huijsvrouwe geloot, gecavelt ende geërfdeelt op ses geerden lants gelegen in die Werffcampen. Streckende vander halver kil aff noortwaert op ter halver Maesen toe. Die conventualen van Santroijsen cloosters tot Raemsdonck gelegen oost ende Joachim Jans cum suis west in het selver lant metter schauwen daer toe behoirende.
Noch op een achtendeel lants genoempt Cleijs Janss lant. Streckende vanden Schraevenmoerse vaert aff noortwaert op tot het slootken toe over den Afterdijck. Meester Matthijs Otgens secretaris int selve lant gelegen oost (also sij seggen) ende Gerit Janss wedue ende erffgenaemen west met xvij2 stuivers jaerlicx daer van uutgaende losrenten.
Fol. 116 v.
Noch op ontrent anderhalff loopen erffrogs incoemende van Ardt Corneliss tot Oisterhout.
Noch op een halff geerden lants gelegen in Peter Ackermans goet plach te weesen gelegen neffens Schreven stege. Streckende vander halver Veerscher straeten aff noortwaert op ter Maesen toe. Al met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.
Dies is geconditioneert in dese deelinge dat die penningen dijer noch staen te betaelen vanden landen gecocht van Peter Diercxz bedraegende hondert philips guldens dat die gemeene erffgenaemen voorss aff betaelen sullen een pont vlaems ende dander reste halff ende halff, welverstaende Dierck Adriaenss deen helft ende die gemeen erffgenamen dander helft.
Noch so moeten die gemeen erffgenaemen betaelen aan handen van Dierck Adriaenss eens thien carolus guldens vij2 stuijvers ende dat voirde loopende schult die sij luijden metten anderen gereeckent, geliquideert ende vereffent hebben. Ende en sullen alsdan die gemeenen erffgenaemen in geen schult meer gehouden sijn die sij nu ter tijt niet en gereckent hebben ende weten. Aldus gedaen voorden stadthouder Goijaert Evertz. Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders. Die voorn. partijen hebben vertegen ende hem bedankt voor goeder ende looflijcke deelinge.
Mij condich Matthijs Otgens.
Item Merthen Dircxz ende Peeter Dircxz bekennen d’uijtreijckingen van Dirck Adriaens boven verhaelt ten vollen betaelt te sijn zo dat d’erffgenamen in deze deijlinge voirss tzamen vereffennt zijn voir haer ende haere nacoemelingen. Actum den viije martij xvC Lxxxvj.
Mij present Melis Cornelisz.
Fol. 117 r.
Erffdeelinge tusschen den gemeenen erffgenaemen van Adriaen Dierck Peterss ende Jenneken Diercxzdr huijsvrouwe was van Dierck Adriaenss aengebrocht opten ve aprilis 1576.
In den eersten sijn Merten Dierckxz ende Lijsken Diercxzdr gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die Werffcampen. Streckende vanden kil aff noortwaert op ter halver Maesen toe, so groot ende so cleijn als ‘t Adriaen Diercxz toebehoirden. Dies moeten dese lotinge uutreijcken int generaal te ontfangen van hem allen gelijckelijck te drijen die somme van hondert carolus guldens eens. Welverstaende eenen ijegelijcke het seste part vanden voorss hondert carolus guldens.
Nu Dierck Adriaenss tot behoef van Peter vanden Werck ende Baeltgen Diercxzdr gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het lant so groot ende so cleijn in allen manieren gelijck Dierck Adriaenss ‘t selffde van Peter Diercxz gecocht heeft. Dies sal dese cluster uutreijcken een pont vlaems. Oick een ijegelijcke het sestendeel.
Noch op een halff geerden lants gelegen in Ackermans lant plach te weesen beneffens Schreven steege gelijck in de voorgaende deelinge bij rugginge ende egginge gementioneert is.
Nu Peter Diercxz ende die wedue van Pauwel Diercxz tsamen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het lant ten eijnde Merten Diercxz erve ofte grindeken. Streckende vanden selven grindeken aff zuitwaert op gelijck ‘t selffde inde twee weeren gelegen is, totte Schraevenmoerse vaert toe.
Aldus gedaen voor Goijaert Everden als stadthouder. Adriaen Geritz van Boemel ende Dierck Adriaenss als heemraeders. Daer voren partijen hebben vertegen ende hem bedankt van looflijcker ende goeder deelinge.
Mij iegenwoordich Mathijs Otgens.
Fol. 117 v.
Aenneeminge van Jacop Pauwels Diercxz haeren drie onmondig weeskinderen.
Desen vje aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Jacop Jansdr weduw wijlen van Pauwels Diercxz met haeren gecoren voicht ende heeft aengenoemen van Peter Diercxz als gerechte bestorven voicht van Pauwels Diercxz drie onmnondige weeskinderen inde tegenwoordicheijt van Willem Buijs als toesiender ende met consent vanden gerechten die voorss drie weeskinderen te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende ter schoolen te gaen in so verde daer schoole binnen Raemsdonck gehouden woorden ende dat voor allen die goederen bijde haeff ende erff egheen vuijtgesondert metten inboel den voorss kinderen van haeren vader achtergelaeten ende aenbestorven. Dies sal die wedue betaelen allen die schuldt gedurende die aenneminge continuelijcke tot dat joncxte kint sestien jaeren out sal weesen. Salvo dat die wedue den kinderen tot haeren mondigen daegen sal uutreijcken ende betaelen eens twee hondert philips guldens. Stellende tot eenen besonderen waerborch daer vooren omme die kinderen wel te bewaren vijftalff geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Willem Jans Buijs ende Mathijs Janss erffgenamen ende en sal ‘tselfde goet niet moegen becommeren ofte beswaren mer tot preservatie vanden kinderen vrijhouden. Ende oft gebeurden dat die drie kinderen binnen den voorss tijt aflijvich woorden so en sal die wedue den erffgenaemen niet meer uutreijcken dan een hondert daelders. Ende ingevallen den kinderen enich goet binnen desen middelen tijt aanbestorven, dat selve goet sal die moeder mogen gebruijcken ende die bladinge daer aff nemen. Ende oft gebeurden datter een vanden kinderen ten houwelick coempt so sal die moeder tot een uutsetsel geven een koije ende een bedde met sijnder toebehoiren. Gedaen voor den stadthouder Goijaert Evertz. Adriaen Geritz van Boemel ende Dierck Adriaenss als heemraeders.
Fol. 118 r.
Verlije; Jan Adriaenss Steehouwers kinderen; Antonis Cornelis.
Desen iiije aprilis anno xvC Lccvj compareerden Andries Adriaenss als gerechte bestorven voicht van Cornelis Janss ende Jenneken Jansdr, Jan Adriaenss Steehouwers sijns broeders kinderen ende gaff uut crachte van dijen over met eenen verlije zo als recht is een huijsinge mette erffve daer aen liggende so groot ende so cleijn als Jan Adriaenss ‘tselffde bessedt ende gebruijckt heeft. Daer van die erffgenaemen van Henrick Willems gelegen sijn aende westsijde ende die erfgenamen van Matthijs Janss aende oostzijde. Streckende van Lijn Willemss erffve aff aent zuijden eijnden oostwaert op tot Beris Cornelis erffve toe cum suis. Ende gelovet te vrijen ende te waeren naeden lantrechte. Ende in so verde daer meer commers op quamen dan in dese aengehaelt is sal den cooper sijn penningen corten. Coram heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Gerit Antonis Adriaenss.
Antonis Cornelis; Jan Adriaenss Steehouwers kinderen.
Eodem anno et die compareerden Antonis Cornelis ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Andries Adriaenss als gerechte bestorven voicht ende tot behoeff van Cornelis Janss, Jenneken Jansdr kinderen van Jan Adriaenss Steehouwers die somme van achtien ponden grooten vlaems ende een halff pont vlaems ‘tpont gereeckent tot ses carolus guldens. Te betaelen gereet twee pont vlaems ende de reste op drie meijdaegen daer van den eersten termijn verschijnen sal meij anno seven ende tzeventich proecederende uut coope van een huijsinge metten erffve daer aen liggende boven in de ghifte ofte verlije gementioneert. Dwelck hij onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram heemraeders bovengestelt. Akte is doorgestreept.
Die twee ponden gereet gelooft waren sijn betaelt in kennisse vanden voorss heemraeders.
Noch hier op ontfangen xxv rijns guldens vijff stuijvers aengaende den eersten dach.
Bekenden Cornelis Janss noch hier op ontfangen te hebben xxv rijns guldens. Dezen xiije novembris anno 78.
Noch bekenden Janneken Jansdr ontfangen te hebben van Tonis Corneliss die somme van acht rijns guldens. Desen xve mart anno tachtich.
Desen viije junij anno Lxxx bekenden Cornelis Jan Adriaenss voor hem ende Jenneken suijn suster desen bovengestelde wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten.
Mij present Melis Corneliss
Bij mij Cornelis Janss onderteckent.
In de kantlijn:
Dies …(?) Tuenis Cornelisz inne voor alsulcken achtien guldens siaers als die nonnen vanden Berch jaerlijcx daer op heffende sijn, die somme van vijff ende twintich rijns guldens waer daer het verlije boven procedeert ende aengeteijckent staet.
Fol. 118 v.
Eerffdeelinge aengebrocht tusschen Bastiaen Berten wedue ende haeren kinderen verweckt bijden voorss Bastiaen Berten, opten vje aprilis 1576.
In den eersten so is die wedue met Dierck Adriaenss haeren voicht, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede mette erffve daer aen liggende daer Bastiaen Berten uutgestorven is ende de wedue nu in woont. Streckende vande halver Broecxen straet aff zuijtwaert op gelijck den tuijn geheijnt staet.
Noch op eenen halven acker saijlants metten anderen hoijlant ende houtwasch daer aen liggende. Streckende vanden slootken aff teijnde den acker noortwaert op tot Huijbert Jacops erffve toe.
Nu Beert Bastiaen Berten ende Commer Bastiaen Berten kinderen gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het sestendeel t’weeten in ix geerden vanden lande gelegen aende Kerckenzijl. Streckende vanden dijck aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver killen toe.
Noch opt vierendeel van een weer lants gelegen int Breet Weer inde acker. Streckende vanden Vlendockse kreeck aff noortwaert op ter halver Maesen toe.
Dies blijft in commuijn ende onbedeelt die Brandt. Streckende vanden Achterdijck aff noortwaert op ten halven brantweeteringe toe. Aentgen Peterss wedue gelegen oost ende Bastiaen Berten kinderen voorss daerop sij gedeelt van grootmoeders wegen west.
Noch blijft onbedeelt een stuck lants genoempt die Hoijs. Dies sal die moeder die renten daer van jaerlicx uutgaende betaelen so lange gedurende als sij die kinderen aengenoemen heeft. Allen die incoemende penningen van Adriaen Ghijsberts Buijs bedragende tien ponden vlaems ende xxx stuijvers. Met twee jaer winsten die hij vanden selven penningen gelooft hadde siaers vij2 rijns guldens. Met noch ontrent vier ponden vlaems incoemende van Joachim Clauwaertz blijven int commuijn ende onbedeelt halff ende halff naeden zuijthollande rechte.
Aldus gedaen voorden stadthouder ende heemraeders Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss. Daer voor partijen hebben vertegen ende hem bedanckt van goeder deelinge.
Fol. 119 r.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Jan Willem Wouterss wedue ende haeren weeskint verweckt bijden voorss Jan Willem Wouterss, opten ve aprilis 1576.
Inden eersten so is die wedue met Dierick haeren gecoiren voicht, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede gelegen tot Raemsdonck daer sij nu ter tijt in woont. Streckende vander halver Broexen straeten aff zuijtwaert op gelijck den tuijn geheijnt staet.
Noch op eenen halven acker saijlants metten anderen hoijlants ende houtwasch daer aen liggende. Streckende vanden slootken aff teijnde den acker noortwaert op tot Huijbert Jacops erve toe.
Noch op die Werffcampen in allen manieren gelijck tselffde aenbestorven is van haer suster ende broeder.
Noch op die halff brant. Streckende vanden Achterdijck aff noortwaert op totter halver brantweeteringe toe.
Nu is Bastiaen Jan Willems weeskint geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die stede tot Waspijck metten dellen daer aen leggende. Claes Adriaenss van Dongen west ende Adriaen Diercxz cum suis oost.
Noch op eenen acker saijlants gecoemen van Adriaen Wijten erffgenaemen so groot ende so cleijn als die ghifte daer van sijnde vermelt.
Moch op eenen acker saijlants die Jan Willems gecocht hadde van Wouter Willems sijnen broeder.
Noch op vier geerden lants gelegen in Groot Waspijck bedeelt opten oosten cant van acht geerden daer van Laureijs Janss gelegen is int selve lant opten westen cant.
Noch op die portie ende gerechticheijt inden Bresser so diep als Jan Willems daer inne gerecht mach weesen.
Dies blijft int commuijn ende onbedeelt een halff dellen gelegen boven Wouter Vass. Streckende van Wouter Vass effve aff zuijtwaert op ter halver Oude Vaerten toe.
Allen die incoemende penningen ende uutgaende schult metten verloopen renten sullen betaelt worden halff ende halff niet uutgesondert. Allen die uutgaende renten ‘tsij oft se opten wedue goederen staen oft op des weeskints goet, die sullen sij malcanderen helpen vrijen ende uutdraegen. Waer die selffde inde deelinge vrij getaxeert sijn.
Fol. 119 v.
Item so sal een ijeder sijn schauwe ende gebuer rechten onderhouden voor sijn cavelen. Ende indijen daer naemaels enige goederen meer behouden woorden dan inde deelinge voorss gementioneert is, dat sal blijven staen int commuijn ende onbedeelt. Allen die havelijcke goeden van beesten ende paerden met huijsraet ende den inboel blijven onbedeelt halff ende halff naden zuijthollantse rechte. Aldus gedaen den stadthouder ende heemraeders Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss. Daer jegens partijen hebben vertegen ende hem bedanckt van goeder deelinge.
Aenneeminge van Lijsken Jan Willem Wouters haer weeskint vanden selven Jan Willem Wouters achtergelaeten.
Desen vje aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Lijsken Jan Willem Wouters wedue met Peter Diercxz haeren broeder, als voicht in dese ende heeft aengenoemen Bastiaenken haer kint geprocreert bij Jan Willem Wouters van Wouter Willems den gerechte bestorven voicht met consent vanden gerechten, in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont, egheenen tijt van perijckelen uutgesondert gedurende eenen tijt van vier jaeren achter een sonder middel vervolgende ende dat voor allen die beesten, imboel ende havelijcke goederen, dat het voorss weeskint van sijnen vader achtergebleven ende aenbestorven egheen uutgesondert. Ende oft gebeurden dat het voorss kint aflijvich woorden binnen die vier jaeren voorss so en sal die wedue nochtans vanden voorss havelijcke goederen niet gehouden wesen den erffgenaemen uut te reijcken. Gedaen voor Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss.
Fol. 120 r.
Vrijghift; Laureijs Corneliss van Dongen; Peter Jans van Beeck.
Desen xiije aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Laureijs Corneliss van Dongen ende gaff over met eenen vrijer ghiften zo als recht is Peter Jans van Beeck een halff weer lants gelegen in die Oort onbedeelt met Adriaen Jan Pauwels. Streckende vander Schraevenmoerse vaert aff zuijtwaert op totte Donga toe. Daer van die erffgenaemen van Zeger Ghijben gelegen zijn aende oostzijde ende Adriaen Ghijben aende westzijde. Mette schauwe ende gebuer rechte daer toe met recht behoirende. Ende voorts te vrijen naden lantrechte. Coram heemraeders Jan Zegerss ende Dierck Adriaenss.
Vrijghift; Peter Jans van Beeck; Adriaen Jan Pauwels.
Eodem anno et die compareerden Peter Janss van Beeck ende gaff over met eenen vrijer ghiften zo als recht is Adriaen Jan Pauwels een halff weer lants gelegen in die Oordt, onbedeelt metten voors Adriaen Jan Pauwels. Streckende vanden Schraevenmoerse vaert aff daer die schepen duer varen zuijtwaert op totter Donga toe. Die erffgenaemen van Zeger Ghijben gelegen oost ende Adriaen Ghijben west. Metten gebuer rechten daer toe staende gelijck die voorss ghifte vermelt. Ende voorts te vrijen naden lantrecht. Coram heemraeders quibij sup.
Ende stelt Peter Janss tot eenen singuliere waerborch alsulcke goederen die hij gecocht heeft van Jan Meuss ende met ghiften ontfangen heeft op desen iegenwoordigen dach achter vervolgende.
Fol. 120 v.
Vrijghift; Jan Zeegers; Jan Meuss.
Eodem anno et die compareerden Jan Zeegers onse mede heemraedt ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Meuss een derdendeel in een stucxken lants oft een reepken so groot ende sonder maet als die voorss Jan Zeegers daer inne gerecht ende geërft is, gelegen int Leech veen. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totte Donga toe. Die conventualen van Emsteijn int selven lant gelegen oost ende Peter Janss van Beeck west. Met allen gebuer rechten daer toe met recht behoirende ende voorts te vrijen naden lantrecht. Heemraeders quibij sup.
Vrijghift; Jan Meuss; Jan Zeegers.
Eodem anno et die compareerden Jan Meuss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Zegers onse mede heemraedt een derdendeel in een stuck lants oft reepken so groot ende so cleijn sonder maet als Jan Meuss daer inne gerecht ende geërfft is. Streckende vanden saijlant aff aen die Bergen. Die conventualen van ‘tclooster van Emsteijn gelegen int selver lant oost ende Joost Danielsz west. Metten gebuer rechten daer toe staende. Heemraeders quibij sup. Te vrijen naden lantrecht.
Fol. 121 r.
Vrijghift; Jan Meuss; Peter Jans van Beeck.
Eodem anno et die compareerden Jan Meuss ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Peter Janss van Beeck woonende tot Dongen een stucxken lants oft reepken so groot ende so cleijn sonder maet als Jan Meuss ‘tselffde van Jan Zegerss ontfangen heeft. Gelegen int Leech Veen. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijndt zuijtwaert op totter Donga toe. Den conventualen van clooster van Emsteijn gelegen int selver lant oost ende die voorss Peter Janss van Beeck west. Met sijnen gebuer rechten daer toe met recht staende. Ende voorts te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemraeders quibij sup.
Vrijghift; Die erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint; Goijaert Sijmons tot Dongen.
Eodem anno et die compareerden Antonis Cornelis voor hem selven ende met hem vervangende Jan Cornelis ende Neeltgen Cornelisdr ende Melis Cornelis voor hem selven tsamen gebroeders ende gesusters, Phaes Janss als vader ende voicht van zijn weeskint verweckt bij Katrijn Bernieren ende hem sterckmackende voor Peter Bernaerts voor deen helft ende Jan Bernarts man ende voicht van Maijecken Adriaensdr, Adriaen Vas man ende voicht van Margriet Jan Rijwertzdr ende Dingen Cornelis Janss wedue met Goijaert Evertz haren gecoren voicht haer sterckmackende voor Margrietken Cornelis haer dochter voor dander helft. Altehoop erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint ende gaven gesamenderhant over met eender vrijer ghiften zo als recht is Goijaert Sijmons woonende tot Dongen een stuck lants genoempt den Gheer onder Raemsdonck gelegen. Daer van die wedue van Jan Mathijs gelegen is west ende Henrick Peters Maet oost. Matthijs Janss weeskint zuijden ende Henrick Peters wedue(?) noorden. Metten stegen daer toe met recht behoirende daerinne comparanten voorss niet gehouden en sijn te leveren(?) ofte bewijsen. Ende bedancke hem daer van goeder betaelinge den je penninck metten lesten. Coram heemraeders quibij sup.
Fol. 121 v.
Goijaert Evertz borge van wege Dingen Cornelis wedue voor Jan Bernaertz ende Adriaen Vasz.
Alzo die gemeenen erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint verweckt bij Anniken Geritzdr vercocht hebben eenen camp lants genoempt die Gheeren, gelegen onder Raemsdonck, aen een Goijaert Sijmons woonende tot Dongen voor die somme van negen ponden grooten vlaems daer inne mede gericht ende geërft is Margriet Corneliss Jan Maesdr die nu ter tijt buitens lants is. Waeromme die anderen haer mede erffgenaemen ende cluster versoecken te hebben cautie ende borgersuffisantie voorde somme van seven rijns guldens min vierdalve stuijver die Dingen Cornelis Jan Maessen wedue die moeder ontfangen heeft inde plaetse van haer dochter voorss. Voor welcke voorss somme van seven rijns guldens min vierdalven stuijvers Goijaert Evertz schoudt tot xj2 Hoeffven ende Groot Waspijck hem selven geconstitueert heeft als borger. Dies gelooft Dingen Cornelis Jan Maess wedue haere borge te indempneeren costeloos ende schadeloos te ontheffene onder ‘t verbant van haeren persoon ende allen haeren goederen, present ende toecoemende, egheen vuijtgesondert. Actum den xiije aprilis. Coram heemraeders aen d’ander sijde gestelt.
Eerffdeelinge aengebrocht tusschen den gemeenen erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint verweckt bij Anneken Geritsdr.
Inden eersten so sijn geloot, gecavelt ende geëerfdeelt Adriaen Vass man ende voicht van Margriet Jan Reijwertsdr, Jan Bernartz, man ende voicht van Maijecken Adriaensdr ende Margriet Cornelis Jan Maesdr tsamen op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Adriaen Adriaens Buijsen wedue ende erffgenaemen.
Nu Antonis Cornelis met sijnen mede broeders ende susters geloot, gecavelt ende geëerfdeelt met Bernart Peeterss erffgenaemen die Phaes Janss vervangen heeft op het lant dat het voorss weeskint in Engelant onder Raemsdonck liggende heeft. Met drie stuijvers siaers daer van uutgaende. Gedaen voor Adriaen Geritz ende Jan Zegerss als heemraeders, daer vooren partijen hebben vertegen ende haer bedankt van goeder deelinge. Actum als boven.
Fol. 122 r.
Vrijghift; Willem Janss Buijs als voicht; Michiel Aertz
Desen xiiije meij anno xvC Lxxvj compareerden Willem Janss Buijs als gecoiren voicht van Jacop Paulus Diercxz wedue, sijnder suster, ende gaf over met eender vrijer ghiften zo als recht is Michiel Aertz eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Streckende van der halver Vlaijckensche straet aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gheijlsloot toe. Daer Jan Ghijben gelegen is oost ende Michiel Aertz cum suis west. Met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe met recht behoirende ende voorts te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemraeders Adriaen Adriaen Peterss, Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel.
Michiel Aertz; Jacop Paulus Diercxz wedue.
Eodem anno et die compareerden Michiel Aertz ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Jacop Paulus Diercxz wedue met Willem Janss Buijs haeren gecoiren voicht ende broeder die somme van twintich ponden grooten vlaems ‘tpont tot ses carolus guldens gereeckent daervan te betaelen de helft gereet opte veste ende d’ander helft tot Paesschen toecomende anno xvC seven ende tzeventich. Hier onder verobligerende eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende ende allen sijnen anderen goederen, hebbende ende vercrijgende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram heemraeders quibij sup.
Willen Janss Buijs bekenden die eerste tien ponden grooten vlaems ontfangen te hebben. Dies is van wijncoop gereet x stuijvers.
Bekende Jan Baijens desen bovengeschreven wilcuer vol ende al betaelt op veertich gulden na. Desen vje aprilis anno ’78.
Fol. 122 v.
Vrijghift; Willem Cornelis; Heijman Baijens.
Desen viije junij anno xvC Lxxvj compareerden Willem Cornelis ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Heijman Baijens een vierendeel in een halven acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Streckende van Baijen Matthijs erfve aff aent noorden eijnde zuijtwaert op tot slootken toe over den Diefdijck. Daer van Jan Peterss Crol gelegen is met sijnen erffve aende westsijde ende die erffgenaemen van Baijen Mathijs aende oostzijde. Ende geloofden ‘t voorss erffenisse te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende bedanckt hem Willem Cornelis van goeder ende volder betaelinge den je penninck metten lesten. Coram voor heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Aertz Schouten.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Peter Adriaenss Ghijben ten eenre ende sijnen kinderen ter andere sijde opten xiiije junij 1576.
Inden eersten so is Peter Adriaen Ghijben geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op die steede daer hij te hans woont so groot ende so cleijn als die selffve gelegen is opt Gat metten hoijlant daer aen liggende.
Noch op een werffken gelegen voor Goijaert Adriaenss. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten Kae toe. Joost Zegerss gelegen west ende Jacop Raess oost.
Noch op een derdendeel in een weer lants gelegen in het Leech Veen met Metken Zegerss ende Adriaen Peterss onbedeelt so groot ende so cleijn als sij luijden daer inne gerecht sijn. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijnt zuijtwaert op totter Donga toe. Beris Cornelis cum suis west ende Ariaen Peter Schoenmakers cum suis int selve lant oost.
Noch op het lant gecoemen van Marij Benieren gelegen int Leech Veen. Streckende vander halver kreecken aff zuijtwaert op ter Donga toe. Adriaen Peterss cum suis gelegen west. Noch op een weer lants gelegen inde oort dat Jaspar Roelen in hueren gehadt heeft also groot ende so cleijn alst daer gelegen is. Met alle schauwen ende gebuer rechten tot elcken parceel met recht behouen ende daer toe staende.
Fol. 123 r.
Nu Cornelis Peters geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op anderhalff geerden lants gelegen in Heerkens weer so groot ende cleijn als Peter Adriaens daer inne gerecht is. Also verre alst strect, met halff die fuijcken bij getale xxv, metter schuijten, halff den taenkeetel ende die helft vanden cuijpen.
Nu Seger Peterss, Adriaen Peterss ende Lijsken Petersdr gesamenderhant gedeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende van Matthijs Janss kinder erffve aff noirtwaert op ter halver Maesen toe. Daer van Aentgen Bert Geerben int selver lant gelegen is west ende Dingen Tomas cum suis oost. Daer van Seger Peterss bedeelt is opte twee geerden lants opten oosten cant duergaende. Adriaen Peterss opte twee geerden lant ten midden wegen duergaende ende Lijsken Petersdr opte twee geerden lants opten westen cant. Elck met sijnder schauwe bedeelt gelijck voorss is. Ende gebuer rechte daer toe staende.
Nog sijn die voors Seger Peters, Cornelis Peters ende Lijsken Petersdr t’samen bedeelt op het lant aen den Diefsijck gelegen met Metken Zegerss onbedeelt te weeten het derdendeel van het weer. Streckende van het slootken aff voor den Diefdijck op totter halver kreecken toe. Beris Corneliss cum suis west ende Adriaen Peterss cum suis oost.
Aldus aengebrocht voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeders.
Opten xiiije septembris 1576 compareerden die voorss erffgenaemen van Peter Adriaen Ghijben za:/ ge: (? niet duidelijk, wat hier nu precies voor afkorting staat, Peter Adriaen Gijben is in de vorige acte ook nog niet dood, maar hier kennelijk wel!) ende hebben geërfdeelt allen den goederen haer van hunnen vader aengecoemen inde bovengestelde goederen ende deelinge gementioneert, daer van Cornelis Peterss gecavelt, geloot ende geëerfdeelt is op een stuck lants dat sij luijden noemen Marij Bernieren lant. Streckende vander kreecken aff zuijtwaert op ter Donga toe.
Nu Adriaen Peterss geloot ende geëerfdeelt op die steede so groot ende cleijn also Peter Adriaenss uutgestorven is ende altijt beseeten ende gebruijckt heeft.
Noch op het lant gelegen int Broeck voor Goijaert Adriaenss, mede streckende vander halver straeten tot het eersten slootken toe. Dies sal Lijsken Peterssdr, Adriaen Peterss haeren broeder uutreijcken drie pont vlaems op drie jaeren naevolgende.
Nu Seger Peterss is geloot ende geëerfdeelt op die killen met heel het cleijn Leech Veen met Metken Zegerss cum suis. Dies sal Lijsken Peterssdr, Seger Peterss haeren broeder uutreijcken twee pont vlaems te betaelen op vier jaeren naestcoemende.
Nu Lijske Peterssdr geëerfdeelt op een stuck lants gelegen inde oort dat Jasper Roelen in hueren heeft.
Aldus aengebrocht voor Adriaen Peterss, Adriaen Aerts Schouten, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss.
Fol. 123 v.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen de erffgenaemen van Claes Janss de Bont opten xixe junij 1576.
Inden eersten so is Peter Jans de Bont geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een achtendeel in een weer lants onbedeelt gelegen neeffens cloosters goet oft lant aende elssen aende westsijde ende Jan Mathijs erffgenaemen gelegen aende oostsijde. Streckende vander halver Keenen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totter halver Gheijlsloot toe. Dies moet Peter Janss tot sijnen lasten alleen houden allen die winst oft renten die opt allen ‘t voorss goet staet tot desen tijt, sulcx dat dander erffgenaemen moeten hebben vrij goet.
Nu Jacop Jacopz voor hem selven ende mede als gecoren voicht van Andries Janss onmondich weeskint ende Neelken Tijs wedue wijlen van Huijbert Janss de Bont ende Jenneken Adriaen Jansdr. Elck met haeren voicht in dese hem verleent met rechte. Gesamenderhant geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op het vierendeel int voorss weer lant eggende ende ruggende ende streckende als boven. Vrij ende vranck sonder eenigen commer oft rente daer op staende.
Gedaen voor Adriaen Peterss Schoenmakers ende Jan Zegerss als heemraeders.
Is in dese deelinge mede veraccordeert also Peter Janss langer tijt enige goederen van Claes Janss sijnen broeder heeft gebruickt tot desen tijt toe dat hij den anderen gemeenen erffgenaemen daer vooren sal uutreijcken ende betaelen die somme van achtiendalven rijns guldens eens tot meij toecoemende anno xvC seven ende tzeventich ende Bamis daer aen volgende wel ende ten vollen betaelt als verwillecuerden schult.
Eodem anno et die so heeft Dingen Cornelisdr wedue wijlen Adriaen Janss aengenoemen van Peter Janss de Bont als gerechten bestorven voicht ende Jacop Jacopz als toesiender met consent vanden gerechten aengenoemen haer onmondich weeskint verweckt bij Adriaen Janss de Bont te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont in alles een kindt noodich weesen gelijck een goede moeder schuldich is te doen met haeren kinder ende daer eer aff hebben wil twee jaren lang geduerende. Jaerlicx voor de somme van sestien rijns guldens onder condicien oft garantien dat het kint aflijvich woorden binnen dese voorss twee jaeren, so is wel besproecken in so verde alst een maent binnen ‘t jaer is so sal die moeder het vol jaer ontfangen. Gedaen voor heemraeders boven gestelt.
Fol. 124 r.
Vrijgift; Jacop Jacops; Seger Hendricxz.
Desen xxje junij anno xvC Lxxvj compareerden Jacop Jacops als man ende voicht van Maijecken Jansdr sijnder huijsvrouwe ende gaff over met eenen vrijer giften zo als recht is Seger Hendricxz die helft in een stuck lants onbedeelt. Streckende vander killen aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter Doncxen straeten toe. Daer van Joost Toniss vanden Berch erffgenaemen gelegen sijn westwaert ende Seger Hendricxz selver oostwaert. Ende geloofden Jacop Jacops desen erffenisse den voornoemde Seger Hendricxz te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Coram heemraeders Adriaen Peterss Schoenmakers ende Jan Zegerss.
Seger Hendricxz; Jacop Jacopz.
Eodem anno et die compareerden Seger Hendricxz ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Jacop Jacopz die somme van neghen ponden grooten vlaems tpont tot ses carolus guldens te betaelen tot bamis alsmen schrijven sal anno xvC seven ende tzeventich. Procederende uut coope van een stuck lants bovengenoemt dwelck de voorss Seger Hendricxz hier onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn. Coram heemraeders bovengestelt.
Eodem anno et die compareerden Jacop Jacopz ende heeft desen wilcuer bovengestelt gestelt ende geconfigureert in handen van Antonis Anssen ter tijt toe dat die voorss Tonis Anss acker ontslaen sal weesen van een rente van iiij rijns guldens siaers die Jacobp Jacopz uutgelt ende Tonis Anss hem uut vrientschappen geleent heeft als hij verlegen was. Gedaen voor heemraeders.
Hier op dezen voors wilceur is betaelt een pont Vlaems den 22e julij 78.
Is desen wilcuer vol ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten.
Fol. 124 v.
Gerit Vass; Commer Claes.
Eodem anno et die compareerden Gerit Vass ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Commer Claes die somme van seven ponden grooten vlaems, ‘tpont gereckent tot ses carolus guldens. Procederende ende hercoemende uut coope van een paerdt d’welck den voorss Gerit Vass te wille ende te dancke gelevert is. Ende condicie ende voorwaerde indijen die voorss Commer Claess gehoudt sal wesen oft getrout sal hebben een huijsvrou tusschen desen dach ende Bamis toecoemende anno xvC ses ende tzeventich so sal Gerit Vass desen voorss penningen gehouden wesen te betaelen op sijne troudach sonder vertreck. Ende indijen de voorss Commer Claess tusschen den voorss dach ofte termijn niet gehoudt en is so sal Gerit Vass dit paerdt om niet hebben met besprocken woorden. Indijen Commer Claes binnen den voorss tijt houwelict so sal Gerit Vass mede ten maeltijt oft ten bruloften coemen so lange als Commer Claes metten vrienden bruloft houdt. Ende is de voorss Gerit Vass onder verobligerende ‘t voorss paert met allen sijnen anderen goederen (indijen hij houwelict) daer aent hij de voorss Commer Claes hem sal moegen verhaelen ter tijt toe hij vanden voorrs coope voldaen sal weesen. Daer toe gaff Gerit Vass int gelach xx stuijvers daer aen die helft te cort aen die voorss penningen. Gedaen voor heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Dierckx Schoenmakers.
Desen wilcuer kenne ick Commer Claes te vollen ende al betaelt den iersten penninck metten lesten.
Fol. 125 r.
Aenneeminge van Maijrcken Tonis Adriaenss wedue haer kinderen.
Desen xxiije aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Maijrcken wedue wijlen Tonis Adriaenss ende heeft aengenoemen van Peter Roelen den gerechten bestorven voicht ende Adriaen Willems toesiender, met consent vanden gerechten haer ses onmondigen kinderen verweckt bij Tonis Adriaenss te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, sieck ende gesont ende die selven ter schoolen laeten gaen, eerlijck naer haeren staet gelijck een goede moeder schuldich is te doen met haeren kinderen gedurende ter tijt toe voor het joncxte kint mondich wesen sal ofte vijftien jaeren out. Endat voor allen die goederen beijde haeff ende erff den voorss kinderen achtergebleven ende aenbestorven van haeren vader zaliger. Onder condicien dat die moeder den kinderen eens uutreijcken sal gesamenderhant hondert carolus guldens ten mondigen daegen als voorss is metsdijen oft gebeurde dat eenige vanden voorss kinderen binnen den voorss tijt aflijvich woorden dat sal besterven opte andere levenden kinderen. Ende oft geraecten dat allen die kinderen sterven binnen den voorss tijt so en sal die moeder niet uutreijcken vanden voorss hondert carolus guldens oft vanden goederen den kinderen nu vanden vader aenbestorven. Ende geloven die voorss partijen ‘t gerecht hiervan costeloos ende schadeloos te houden. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel.
Opten ije juni bekenden Adriaen Tuenis ende Commer Bastiaens als man ende voicht van Peerken Tuenisdr ende Claes Adriaens als vader ende voicht van de twee kijnderen verweckt bij Grietken Tuenisdr ende Maijrcken Tuenisdr blijckende bij haer eijgen hant, alle erffgenaemen inde voorss hondert rijns guldens bekenden voldaen ende vernuecht te weesen van haer moeder Maijecken Tuenisdr voor haer ende haeren naecomelingen ende bedanckende haerder betaelinghe.
Op een los briefje:
Ick Maerken Toonijs kenne voldaen een betaelt te wesen van mijn vaaders goet, die somme van drije een twintich rijnsguldens.
(vervolg op fol. 125r:)
Compareerden Marijcken Tuenis Adriaenss met hairen gecoren voicht, Huijbert Tueniss ende heeft geloeft haeren kinderen verweckt bij Tuenis Adriaenss haren man zaliger behoirlijcke interest te geven vanden penningen voirss die zij haeren kijnderen in deze voirss aenneemninghe geloeft heeft vuijt te moeten reijcken ten mondighe dage. Als jegens acht ten hondert also zij er ten tijt gheen middel en heeft ofte weet om hem luijden te betaelen ende van den zelven kijderen woirden voirss vuijtreijckinge ende vervallen interest wel te bewaren zoo heeft zij hair goet daer voiren tot waerburch gestelt zo haeff als erve, hebbende ende vercrijgende. Gelovende die zelffde ofte eijgen vanden erffenisse in eniger manieren te belasten, bezwaren ofte vercoopen voir alleer die voirss haren kijnderen voldaen zullen weezen, dan alleenlijck bij voirweten ende consent van hairen kijnderen voirnoemt. Actum desen xvje meert anno xvC xcij. Voir heemraeders Jan Zeegerss ende mij
Melis Cornelisz, 1592.
Fol. 125 v.
Vrijghift; Willem Cornelis; Cornelis Ghijsbrechtsz.
Desen iije septembris 1576 compareerden Willem Cornelis met Jan Peterss sijnen gerechten voicht ende Hendrick Janss van Goerle als toesiender ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Ghijsbrechtz eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Gelegen op Vlendonck onder Raemsdonck resorterende. Streckende vander halver kreecken aff aen ‘tzuijden eijndt noortwaert op ten halven watersloot toe. Daer Jan Zegerss gelegen is oostwaert ende Peter Janss de Bont cum suis westwaert. Ende geloven tselve goet te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Gedaen voor Adriaen Geritz ende Jan Zegerss als heemraeders.
Cornelis Ghijsbrechtsz; Willem Cornelis.
Eodem anno et die compareerden Cornelis Ghijsbrechtz ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Willem Cornelis inde tegenwoordicheijt van sijnen voicht ende toesiender bovengestelt die somme van seventien ponden grooten vlaems, te betaelen gereet vijff ponden grooten vlaems. Ende die reste bedraegende noch twaelff ponden grooten vlaems te betaelen op twee Bamis dagen daer van den iersten verschijnen sal Bamis anno xvC seven ende tzeventich tot elcke Bamis ses ponden grooten vlaems procederende uut coope van eenen acker zaijlants die hij hier onder is verobligerende voirden iersten penninck metten lesten betaelt zijn sal. Mits condicien dat Cornelis Ghijsbrechtz gheen penningen geven noch betaelen sal aen handen van Willem Cornelis, ten sij bij wille vanden voicht ende toesiender. Coram heemraeders bovengestelt.
Akte is doorgestreept.
Willem Cornelis met sijnen voicht ende toesiender bekennen hierop bethaelt te sijn die eerste vijff ponden die gereet gelooft waren.
Hierop bekende Willem Cornelis noch ontfanghen te hebben uut handen van Cornelis Gijsbrechtz eene somme van xv carolus guldens. Desen xxvije junij anno xvC ’77.
Noch bekende Willem Cornelis ontfangen te hebben uut handen van Cornelis Ghijsbrechtz die somme van xv rijns guldens desen xxvje octobris anno ’77.
Bekenden Willem Cornelis desen voirss wilcuer vol ende al betaelt den iersten penninck metten lesten dezen xxvje novembris anno ’77.
Fol. 126 r.
Aenneeminge van Bastiaen Aertz Schouten sijnen weeskinderen bij Dingen Henricxdr verweckt.
Desen ve septembris anno xvC Lxxvj compareerden Bastiaen Aertz Schouten ende heeft rechtelijck van Dingen Hendrickxdr als gerechte bestorven voicht ende Adriaen Janss als toesiender met consent ende decreet vanden gerechten aengenoemen sijn twee onmondigen kinderen verweckt bij Dingen Hendricxdr zaliger genoempt Aertken Bastiaenss ende Buijsken Bastiaenss te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende ter schoolen te stueren so verde men tot Raemsdonck schoole houdt eenen tijt continuelijcke gedurende van thien jaren ingegaen op daten bovengeschreven. Ende dat voor allen die houwelijcke goederen metten inboel ende huijsraet metten affbladinge oft bruijckweer van allen den erffgoederen den kinderen gesuccedeert ende aenbestorven van haerder moeder zaliger. Met geconditioneerde voorwaerde oft die voorss kinderen afflijvich worden binnen den voorss tijt van thien jaeren so sal Bastiaen Aertz gehouden sijn affstant te doen vande bruijckweer ende afbladinge vanden erffgoederen. Ende sal Bastiaen Aertz betaelen allen den schulden die sij nu ter tijt schuldich sijn uutgescheijden die schuldt vanden huijse daer hij nu ter tijt in woont.
Ende sal mede betalen ‘sConnincx beden vanden erffgoederen metten onraet daer op vallende. Ende in so verde Bastaien Aerts een ander huijsvrou naeme, sulcx dat den kinderen alsdan haer gerief niet gedaen en worde ende woorden verdriet gesmeeten ende gestooten, so sullen den voocht ende toesiender voorts dese kinderen nae hem moegen neemen, sonder toeseggen vanden vader ofte niemants anders, ende besteeden die selve tot vaders laste ofte andersins die goederen aresteren, also hem dat goet duncken sal. Eodem voor Adriaen Aerts ende Frans Gerits de Coninck als heemraders.
Fol. 126v.
Testamenten; Huijbert Staess; Maijrcken sijn huijsvrou.
Desen viije septembris anno xvC Lxxvj compareerden Huibert Staess ende Maijrcken sijne huijsvrouwe beijde opgaende beijnen, gesont van lichaem ende volcoemen van verstande ende hebben malcanderen met rijper deliberatie van reede getransporteert ende in forma van testamente gemaeckt reciproche over ende wederover den lancxten van hem beijden inden leven blijvenden, allen hunnen goederen, beijde haeff ende erff, egeen uutgesondert ende sal den lancxte levende die selven goederen blijven besitten ende gebruijcken ende daermede dan sijnen vrijen eijgen wille tot sustentatie sijns levens ende mede tot betaelinge van haeren schulden. Dies maecken die voorss testatoirs Commer Huijbrechtz halff die visscherije met tgeene datter aencleeft ende daer toe behoirt. Ende dat overmits die voorss Commer altijt sijne vader trouelijck gedient heeft sonder huijre willende die voorss testatoirs dat allen die resterende goederen nader lester doot van hem beijde, sullen succederen erffven ende besterven aende rechte linie volgende ‘t zuijthollantsshe rechten. Begheren daeromme dat dit haer tegenwoordich testamente ende uuterste wille sal woorden gehouden voor goet vast ende van volder weerden. Als donatie ende municipael vol ad pias causas gelijck dat volcoemelijck sijn effecte behoirt te sorteren, alwaert oijck so datter eenige clauselen oft punctien naden gheestelijcke rechten meer inne behoirden te weesen dan voorss staet oft datter oijck eenige solemniteit van geschreven rechte oft … usancie vergeeten oft versuijmpt mochten weesen, want sij verclaeren tselffde te sijn haeren uutersten wille ende meijninge. Al sonder argelist. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Janss de Vender als heemraeders.
Desen xxvije novembris anno xvC Lxxix compareerden Commer Huibrechten ende heeft hem volder betaelinge bedanckt van Huijbrecht Staessen, sijn vader van alsulcken visschereijen met zijn toebehoirt als hij ten anderen tijden als boven hem bij testamente gemaeckt heeft sijn stiefmoeder bekenden hem den iersten penck metten lesten ontfangen te hebben zo ende dies selfde visschereije sijnen vader nu geheel toebehoirt.
Fol. 127 r.
Inventaris van allen den achtergebleven goederen, moble ende inmoble, van Baijen Matthijs ende Neeltgen huijsvrouwe genoemen en geinventariseert bijden gerechten tot Raemsdonck opten ixe septembris 1576.
Die erfgoederen:
Inden eerste huijs ende hoff daer sij luijden uutgestorven sijn. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijndt suijtwaert op tot het saijlant toe. Met noch eenen halven acker ende een vierendeel inden halven acker daer neffens aen gelegen metten hoijlant. Streckende over den dijff totten watersloot toe.
Noch het lant dat gecoemen is van Joachim Aertz. Streckende van het slootken aff achter Cornelis Hermanss schuer noortwaert tot het slootken over den dijck.
Noch eenen gheer die van Jan Lemmens gecoemen is.
Noch een vierendeel onbedeelt in eenen gheer gelegen met Cornelis Jan Roelen ende metten Heijlige Gheest.
Noch het lant dat van Aentken Knaepen gecoemen is. Een halff weer gelegen met Ghijsbert Zeegerss neffens die westsijde. Streckende vanden halven Gheijlsloot aff aent noorden eijndt zuijtwaert op totten halven Broexken toe.
Die moble goederen:
Inden eersten een beestken dat Bastiaen Cornelis den Scrobber vercocht heeft voor xij carolus gulden twee blanken.
Noch drie bedden met drie deekens ende twee hootpeluwen.
Noch twee oircussens met vier slaeplaeckens.
Noch eenen lavenderen tuechts rock.
Noch eenen swarten rock.
Noch eenen swarten rock met knoopen.
Noch eenen rock die Baijen Matthijs gedragen heeft.
Noch twee laeckenen colders.
Noch eenen lavenderen naijsack die gesneden is en niet genaijet.
Noch een paer lavender hoesen die niet genaijt en sijn.
Noch een lavenderen rock met knoopen.
Noch een boe…sijden wambis met twee caijsanten mouwen.
Noch een tonnoijt(?) zieltgen dat niet volmaect en is.
Noch een vrouwen swarten hueijck.
Noch eenen mans swarten tabbaert.
Noch een elle geclooft roet laecken.
Noch een elle swart laecken.
Noch twee swarten hoosen.
Noch twee roode hemrock.
Noch twee roode caijsanten mouwen.
Noch twee groote keetels.
Noch twee cleijn keetels.
Noch een coeperen pot.
Noch een ijseren panneken.
Noch twee tinnen schoetelen met eenen tinnen pint.
Noch een saucuer ende een sau…
Noch ene h… met een oirfluijme.
Noch een deel outs lijwants.
Noch twee tresoren met twee kisten.
Noch een scetseken.
Noch een groote taefel.
Noch een cleijn taefelken.
fol. 127 v.
Noch een bedsteede.
Noch elff stoelen so groot ende cleijn.
Noch eenen troch.
Noch eenen sack met eenen kaijen sack.
Noch een bedde dat in Brabant is.
Noch neghen tinnen schootelen die mede in Brabant sijn.
Noch twee oft drie schaeren.
Noch vijff oft ses vingeroij.
Noch een quad haijrck.
Noch twee korffen.
Noch eenen swarten rock.
Noch eenen te meijken rock met eenen trijpen(?) boert.
Noch xiij2 rollen nieuwe lijnen laecken.
Noch eenen dwael met een taefellaecken.
Noch een deel ende commelinge mette deel houts dat niet beter en is dan te borren(?)
Noch vijff vimmen garsten ende een halff.
En renten ende incoemende penningen:
Inden eersten eenen rentebrieff van sestalffven karolus guldens die Cornelis Diercxz wedue uutgeldt.
Noch eenen rentebrieff van twintich guldens siaers die Peter Adriaenss uutgeeft.
Noch eenen rentebrieff van xxviij stuijvers siaers die Jan Matthijs uutgeeft.
Noch eenen rentbrieff van twee karolus guldens siaers die Adriaen Adriaen Willems uutgeeft.
Noch een obligatie van xix2 carolus van een koije die Zeeger Henricxz nu tot Bamis toecoemende betaelen moet.
Noch een obligatie van Govert Evertz van dorps wegen onderteijckent heeft inhoudende een en vijftich carolus guldens.
Item Cornelis Roelen heeft den grooten gheer in huijren voor sestalven carolus guldens.
Teuw Wouters heeft een deeltken inden cleijnen gheer gehuijrt voor xx stuijvers.
Adriaen Ackermans heeft gehuert ‘t lant van Aentgen Knaepen gecoemen daer van hij schuldich is vier carolus guldens.
Ghijsbert Zeegerss is schuldich van hoijlant desen jaer vier karolus guldens.
Dit is ‘t gelt datter in huijs gevonden is:
Inden eersten eenen roosen noobel.
Noch eenen wilhelmus schilt.
Noch eenen philips gulden.
Noch eenen horus ? gulden.
Noch twee heel coninckx daelers.
Noch vijff halff conincx daelers.
Noch drie cruijsdaelers.
Noch een testoen(?) van tien stuijvers.
Noch twee dobbel stuijvers.
Dese penningen sijn Bastiaen Cornelis overgetelt op sijnen arbeit van ‘t scrobben bedragende xxiij rijns guldens xvj stuijvers.
Gedaen voor Adriaen Peterss ende Frans Geritz de Coninck als heemraeders hier toe gerequireert.
Fol. 128 r.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Cornelis Ghijsbrechtz ende Jacop Buijs kinderen opten xxje septembris 1576.
Inden eersten so is Cornelis Ghijsbertz geloot, gecavelt ende geëerfdeelt opeen vierendeel in een weer lants gelegen inden Donck bedeelt opten westsijde van het half weer. Jacop Buijs kinderen gelegen oost ende Adriaen Wiericxs west. Streckende vander halver kil aff noortwaert op tot het Werffcampse gat toe. Met drie karolus guldens siaers den eenen gulden verhypotequeert opt selver goet ende die twee karolus guldens staende op den acker. Dese renten voorss houdt Cornelis Ghijsbrechtz tot sijnen lasten. Ende sullen malcanderen helpen dit voorss goet te vrijen tot desen daghe toe vanden verloopen pachten.
Nu Jacop Buijs twee kinderen geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een vierendeel in een half weer lants gelegen in die acker. Adriaen Peterss gelegen oost ende Jacop Buijs kinderen selver int selve lant west. Streckende van het slootken aff over den dijck zuijtwaert op tot het slootken toe over den Dieffdijck.
Met noch een achtendeel in een weer lants gelegen in de Werffcampen bedeelt opte westsijde van het halff weer. Jacop Buijs kinderen selver gelegen oost ende Jan Meuss west. Streckende van het halff Werffcampensche gat aff noirtwaert op ter halver Maesen toe.
Is geconditioneert in dese deelinge als dat Cornelis Ghijsbrechtz sijn weeskint genoempt Adriaen Cornelis geen paert noch deel hebben en sal inde goederen van Wouter Jacop Buijs sijn halffbroeder was mits voorwaerde nochtans dat Cornelis Ghijsbrechtz sijn eijgen kint genoempt Adriaen Cornelis sal onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont gelijck een vader schuldich is te doen met sijnen kinderen gedurende tot sijnen mondigen daege toe. Daer vooren sal Cornelis Ghijsbrechtz ontfangen vier pont vlaems voor uut ende incoemende schuldt ende allen ‘thoij datter in huijs is met anderen inboel hijraan(?) toegevoegt.
Gedaen voor Adriaen Artss, Jan Zegerss ende Frans Geritz.
Fol. 128 v.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen die erffgenaemen van Matthijs Ghijsberts ende Anneken Ghijsbertsdr opten ve octoris 1576.
Inden eersten so is Gerit Andries geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants in Groot Waspijck gelegen met Claes Vass weeskint onbedeelt.
Floris Cornelis geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants bedeelt opten oosten cant van xij geerden lants daer van dander negen geerden lants Henrick Ghijsbertz weeskint toecoemen.
Truijcken Henrick Ghijsbertz weeskint geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants bedeelt opten westencant van xij geerden lants daer van Floris Cornelis die drie geerden becoemen.
So blijfter een geerden onbedeelt inde voorss twaelff geerden lants ende die een geerde lants heeft het voorss weeskint gekocht.
Ende allen andere goederen hier niet gespecificeert blijven int commuijn ende onbedeelt.
Aldus gedaen voor Jan Zegerss ende Dierck Adriaens als heemraeders.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen Tonis Anss ende sijn kinderen opten xje octobris 1576.
Inden eersten so is Tonis Anss geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een halff weer lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck onbedeelt met Commer Tonis mette weerdeel vanden selven weer lants.
Noch op eenen halven acker saijlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoeffven. Daer van Joost Baijens die weerdeel toecoempt, het achtereijndt.
Noch op eenen halven acker zaijlants gelegen inden Hoeven inde ambacht van Raemsdonck.
Noch op het lant gelegen op Vlendonck d’welck Tonis Anss van Neeltgen Stevens erffgenaemen gecocht heeft.
Noch op het achtendeel in Buijs Segers weer gelegen achter Adriaen Adriaenss Looskint inde corten geerden.
Noch opte helft vander stede, huijs, hoff ende hofsteede daer Tonis Anss altijt gewoont heeft.
Fol. 129 r.
Nu Commer Toniss geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een half weer lants onbedeelt met sijnen vader gelegen inden ambacht van Groot Waspijck te weten elck ses geerden lants.
Noch op het vierdendeel vanden acker inde Hoeven inden ambacht van Raemsdonck.
Noch op het vierendeel inde stede daer die vader nu ter tijt in woont.
Noch houdt Commer Toniss tot sijnen lasten eene Philips siaers die op Toenkens lant staet ondergescreven die Peter Ghijben erfgenaemen heffende sijn.
Nu Toenken Tonis Anssdr geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op ses gerden lants gelegen inden ambacht van Groot Waspijck bedeelt opten oosten cant van xij geerden lants met Cleijs Jacops.
Noch op ‘tvierendeel inden acker inde Hoeven gelegen inden ambacht van Raemsdonck.
Noch opt vierendeel inde stede daer die vader in woont.
Noch houdt sij tot haeren last eenen Philips gulden siaers op haer lant staende die Peter Ghijsen erfgenamen heffende sijn.
Noch houdt Toenken tot haeren lasten der kerkcken rente ontrent vier stuijvers.
Dies blijven die verloopen pacht siaers onbedeelt halff ende halff naden lantrecht.
Is oick in dese deelinge geconditioneert dat Commer ende Toenken tsamen haers vaders lants d’welck gehouden is inde dijckagije vanden ambacht van Groot Waspijck te dijcken. Sullen vrijen, opmaecken ende onderhouden den dijck, slooten ende graven so lange als die vader leeft, sonder vaders cost. Aldus aengebrocht voor Jan Zeegers ende Adriaen Gerits van Boemel als heemraders ende getuijgen hiertoe geroepen.
Los blaadje:
Memorie op die deelinge van Cornelis Ans kinderen te schrijven als dat Willem Corneliss sal Lesken den acker ende aent eijndt dellen teijnden den acker streckende totten watersloot toe.
Anneken sal hebben die twee geerden lants daer Willem op gedeelt was ende eijndeken vanden hoijlants noortwaert. Streckende vanden Diefdijck sal Anneken mede hebben.
Fol. 129v.
Erffdeelinge aengebrocht tusschen den effgenaemen van Jenneken Tomas Cornelis wedue opten xvje octobris 1576.
Inden iersten so is Cornelis Tomas geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op twee geerden lants gelegen in Groot Waspijck bedeelt ten midden in ses geerden lants daer van Adriaen Huijben met sijn kinderen met twee geerden lants int selver weer gelegen is oost ende Dingen Tomasdr met twee geerden lants int selver lant west. Streckende van Mathijs Huijmans erff aff noortwaert op ter halver Maesen toe. Dies houdt Cornelis Tomas tot sijnen last vijff carolus guldens siaers losrenten daer van uutgaende met allen gebuer rechten daer toe staende.
Nu Mathijs Huijmans geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen willekuer inhoudende noch xij ponden grooten vlaems ende vier carolus guldens die Mathijs Huijmans selver verwillekuert hadde Jenneken Tomas wedue ende daer mede ten vollen betaelt is.
Nu Dingen Tomasdr geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen rentbrieff van drie carolus guldens siaers die Peter Diercxz uutgaende is.
Noch op achtentwintich carolus guldens die Adriaen Huijben willekuert heeft ende schuldich is. Mede is gecondicioneert indijn hij niet betaelen en can dat hij die selve penningen sal moegen onderhouden twee ofte drie jaeren. Mits gevende behoirlijcken interest die ‘t recht toelaet ende admitteert.
Nu Truijcken Tomas kinderen met Cornelis Tomasz haeren voicht geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen willekuer van dertien ponden grooten vlaems ende twee carolus guldens, procederende vanden willekuer van Jenneken Tomas wedue.
Aldus gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel als heemraeders ende getuijgen hier toe gerequireert.
Item die acht ende twintich rijns guldens die Adriaen Huijben, Dingen Tomasdr inde boven geschreven deelinge uut most reijcken bekendt Willem Cornelis als man ende voicht van Dingen Tomas voirss ten volle ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten. Actum desen xvje aprilis anno Lxxviij.
Fol. 130 r.
Aenneeminge van Neesken Cornelis Hermans wedue haeren twee onmondigen weeskinderen genereert bijden voorss Cornelis Hermans.
Desen xviije octobris anno xvC Lxxvj compareerden Neesken Cornelis Hermans wedue met haeren gecoren voicht ende heeft rechtelijck aengenoemen van Beris Cornelis als gerechte bestorven voicht ende Adriaen Claess als toesiender met decreet ende advijs vanden gerechten als oppervoichden, haer twee onmondigen weeskinderen Herman ende Lenaert Corneliss te alimenteren in cost ende dranck ende te onderhouden in cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende die selve ter schoole laeten gaen in alles eerlijck nae vermogen van haeren staet gelijck een goede moeder schuldich is te doen eenen tijt van ses jaeren continuelijck gedurende, het iersten jaeren ingegaen Bamis lestleden anno xvC Lxxvj ende dat voor allen die haeff, imboel ende huijsraet den voirss kinderen van haeren vader aenbestorven mette bruijckweer vanden voirss kinderen erffgoederen. Salvo dat Neesken Cornelis Hermans wedue haeren kinderen eens sal uutreijcken binnen die ses jaeren ses ponden grooten vlaems ende die te betaelen doer die jaeren voirss. Mits conditien ofte een kint van tween binnen drie jaeren sterfft so sal Neesken die wedue after die drie jaeren uutreijcken alle jaeren een pont vlaems meer dan voorss staet. Ende indijn die kinderen beijde afflijvich binnen drie jaeren sal tselffde blijven staen tot discretie van goede mannen. Is oick besprocken offt Neesken wederom houwelijck dede daer deur haeren man van weegen den kinderen eenige twijst oprijsen mochten oft dat hij die kinderen niet verdraegen en conde so sal die wedue afscheijt moegen doen vanden kinderen mits datmen haer sal loonen naden tijt dat sij se heeft gehouden. Ende sal die wedue in alle ambachts haeren boeten van schauwen ende anders met haeren vrijweesen met twee boeten gedurende den tijt vanden aenneeminge. Ende sal Neesken die weduwe inbueren allen die schulden ende mede betaelen die onprofijtelijcke schuldt uutgescheijden Gheerbranden schuldt procederende van den huijse. Ende oft die wedue metten kinderen bij gebreecke ende merckelijcke noodicheijt eenige goeder om haer schult te betaelen most vercoopen so sullen die wedue ende kinderen tsamen vercoepen om die gemeenen schuldt te betaelen daer inne die kinderen sijn ende ‘t geene dat vanden vercochte goederen voor die kinderen portie moegen overschatten boven die kinderen schuldt dat selven van stonden aen beleggen, gemerckt die kinderen in geen schuldt gehouden en sijn dan Gerbranden schuldt. Gedaen Adriaen Peterss ende Frans Geritz de Coninck.
Fol. 130 v.
Vrijghift; Jan Peterss; Cornelis Peterss.
Desen xxije octobris anno xvC Lxxvj compareerden Jan Peterss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Peterss sijnen broeder een stuck lants gelegen op die gheeren tusschen erffenisse Aentgen Roelen met haeren kinderen aende noorden zijde ende Jan Aerden in die sage (=in deze gebeurtenis; GAvS) als voicht van sijns susters kinderen aende zuijtzijde. Henrick Peterss Maet aende oostzijde ende Roeloff Adriaenss weduw met haeren kinderen aende westzijde.
Ghaff noch over die voornoemde Jan Peterss met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Peterss sijnen broeder een halff veldeken gelegen aende Dieffdijck onbedeelt met Dirck Corsten. Streckende vanden slootken aff over den Dieffdijck aent noorden eijndt suijtwaert op tot Jan Zegerss erve toe. Daer van Adriaen Peterss gelegen is oost ende Maijecken Petersdr west. Ende geloefden die voorss Jan Peterss dese bovengeschreven erffenisse te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Janss ende Frans Geritz de Coninck.
Erffdeelinge aenbegrocht tusschen Jan Peterss Crol ende die erffgenaemen van Truijcken Jansdr opten xxije octobris anno xvC Lxxvj.
Inden iersten so is Jan Peterss Crol geloot, gecavelt ende geërffdeelt op een vierendeel inde wintmoelen metten rosmoelen staende tot Raemsdonk mett allen die renten daer van uutgaende.
Noch op het huijs ende erffenis daer Jan Peterss nu ter tijt in woont. Streckende vanden halven Peerboom aff aent noorden eijndt zuijtwaert op tot het slootken toe voor den Dieffdijck. Ghijsbert Zegerss kinderen cum suis gelegen west ende d’eerfgenaemen van Cornelis Janss Coeman oost. Met alle die winsten daer van jaerlicx uutgaende.
Anneken Jans ende Neeltgen Jansdrs als geloot, gacavelt ende geërffdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende van Jan Zegerss erffve aff noortwaert op ter halver Maes toe. Vas Adriaenss cum suis int selver lant gelegen oost, Jan Adriaenss Stathouders erffgenaemen west. Met ses rijns guldens v stuijvers siaers losrenten daer van uutgaende. Allen die schulden, profijtelijck ende onprofijtelijck, blijven int commuijn halff ende halff tot dese daege toe.
Gedaen voor heemraeders bovengestelt.
Fol. 131 r.
Accordatie inde plaetse van erffdelinge aengebrocht tusschen den erffgenaemen van Roeloff Adriaenss ende Maijrcken Evertsdr sijn huijsvrouwe was opten xxxe octobris 1576.
Is veraccordeert als dat die erffgenaemen van beijde sijden sullen blijven elck bij sijnen goederen die de voorss Roelof Adriaenss ende Maijrcken Evertsdr tsamen bij houwelick gebrocht hebben aende sijde van daer die selffde goederen gecoemen sijn. Uutgescheijden dat die erffgenaemen van Maijrcken Evertsdr sullen profijteren ende verbetert weesen van Roelof Adriaenss goederen eenen acker saijlants gelegen inde ambacht van xj2 Hoeffven achter Jan Roelen. Streckende van Jan Roelen erff aff zuijtwaert op tot cloosters goet. Daer van Jan Roelen gelegen is oost ende Adriaen Jacops Corp (òf Corx) west cum suis mett allen gebuerlijcken rechten van schauwen ende anders daer toe staende. Dies sullen die effgenaemen daer en boven noch betaelen allen die schulden die sijluijden tsamen schuldich sijn ofte souden moegen weesen metten scrobber. Daer jegens die voorss erffgenaemen behouden sullen ofte vercoopen allen den huijsraet ende inboel tot haeren profijt om die schuldt te betaelen. Ende was sij luijden daer aen te corten sullen coemen dat sullen sij mede gehouden sijn bij te leggen. Het lijwaet ende cleederen sullen gaen elck aen sijn sijde van daer die gecoemen sijn als die erffgoederen. Die verteerde costen die tot Jan Goijaerts Coensen gedaen sijn halff ende halff. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel als heemraeders ende getuijgen hier toe geroepen.
Fol. 131 v.
Erffdelinge aengebrocht tusschen Laureijs Janss ende Aentken Bert Gherbranden weeskint opten xvje novembris anno xvC Lxxvj.
In den iersten so is Laureijs Janss geloot, gecavelt ende geërffdeelt op die stede waer Laureijs Janss nu ter tijt in woont. Govert Evertz gelegen west ende Peter Adriaenss Halffbieren erffgenaemen oost. Streckende vanden ambacht van Groot Waspoijck aff zuijtwaert op tot Hoeffven toe. Met achtalven stuijvers siaers die den Heijlige Geest tot Capel daer op heffende is.
Noch op vierdalven geerden lants gelegen achter Willem Geritz in xiiij geerden lants bedeelt opten oosten cant daer van Castellijnen cum suis int selven lant gelegen is west ende Peter Adriaenss weeskijnt oost met dertich stuijvers losrenten daer van uutgaende volgende die brieven van constitutie daer van sijnde.
Noch op vier geerden gelegen in Groot Waspijck in acht geerden lants bedeelt opten westen candt met Jan Wouter Willems weeskint. Met ses carolus guldens siaers daer van uutgaende.
Nu Aentgen Bert Gherbrandendr geloot, gecavelt ende geërffdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Neeltgen Gerits wedue.
Noch op het deeltgen aenden Bergen wech gelegen met Lijntgen Lemmen Maesdr.
Noch op eenen acker saijlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoefven achter Jan de Boeren stede so groot ende cleijn als dijen daer gelegen is.
Noch op een ackerken gelegen in Henrick Luien Ambacht achter Jacob Jacobz.
Noch op eenen acker saijlants met die delle gelegen voor Jan Andriess. Mede Jan Geritz gelegen west ende Gerit Janss wedue cum suis oost. So groot ende cleijn als Maijrcken Evertsdr daer inne gericht was. Te weeten den halve acker ende tvijftiendedeel van danderhelft.
Dies blijft staen int commuijnen ende onbedeelt een geerden lants en een vijfftendel van een geerden lants gelegen in ses geerden lants met die erffgenaemen van Gerit Janss.
Noch blijft onbedeelt een rente die Baijen Janss erffgenaemen uutgaende sijn. Item allen goederen hier niet genomineert blijven staen int commuijnen ende onbedeelt. Met allen die schulden ende onschulden halff ende halff naden zuijthollantschen rechte.
Gedaen voor Adriaen Peterss Schoenmakers ende Adriaen Geritz van Boemel als heemraeders.
Fol. 132 r.
Vrijghift; Melis Cornelis; Jan Cornelis.
Desen xvije novembris anno xvC Lxxvj compareerden Melis Cornelis ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Cornelis sijnen broeder sijn aengedeelte ende portie in een stuck lants gelegen inde Werffcampen onbedeelt met Jan Adriaen Ghijben, so groot ende cleijn als hem dat van sijns vaders wegen gesuccedeert ende aenbestorven is. Streckende vander halver grooten killen aff noirtwaert op ten halver Werffcampensche straeten toe. Jan Adriaen Ghijben gelegen west ende die selve Jan Adriaen Ghijben cum suis oost. Te vrijen ende te waren naden lantrecht. Gedaen voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeden.
Accordatie tusschen Peter Diercxz ende den vrienden van sijnen kinderen bij Janniken Aertdr sijnder huijsvrouwe verweckt.
Desen xxvje novembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Diercxz ende is mindelijck overcoemen ende veraccordeert met Aentgen Ardt Adriaenss wedue (dit is dus de schoonmoeder van Peter Diercxz; GAvS) met haeren kinderen als condeschendenten van wegen der kinderen die Janneken haer dochter metten doot achtergelaten heeft verweckt bijden voorss Peter Diercxz ende dat met consent ende advijs vanden gerechten als dat hij een vande drie kinderen sal onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont gelijck een goet vader schuldich is te doen. Ende daer voiren sal Peter Diercxz hebben ende erffelijck behouden allen die goederen, beijde haeff ende erff, die den voorss drie kinderen van haer moeder aenbestorven soude mogen weesen. Mits wel geconditioneerde voorwaerden dat Peter Diercxz tot sijnen lasten houdt allen die renthen die hij met sijnder huijsvrouwe uutgevende sijn geweest inden leven. Met allen die schulden profijtelijck ende onprofijtelijck. Geloevende daer van ‘tgerechte ende sijnen kinderen gehele te indempneren costloos ende schadeloos te houden. Onder ‘t verbant van allen sijnen goederen moble ende inmoble egheen uutgesondert. Ende die andere twee kinderen sal die vroucken
Fol. 132 v.
voorss met haeren kinderen als condescendenten naer haer neemen ende die selven onderhouden in allen ‘tgeenen (so van cost als van cleedinge) dat den kinderen noodich sal weesen. Ende dat eensdeels uut gracie soo verre die kinderen hem eerlijck met haere grootmoeder oemen ende meijen sijn draegende. Ende indijn die kinderen naemaels hem niet en draegen ende laeten regeren vande grootmoeder ofte haeren kinderen als condescendenten so dat behoirt, so sullen die kinderen tsamen haer portie inde gerechticheijt verteeren dat hem van haer vroucken aen soude moegen besterven, so verre die vroucken ende haeren kinderen sulcx gelieffden. Welverstaende dat die groot moeder ende haer kinderen als condescendenten in dese accoorde van allen den goederen, beijde moble ende inmoble, den kinderen van haerder moeder achtergelaeten sijn renunchierende ende vertijende (beide woorden betekenen: “afstand doen”, GAvS). Sonder hem dijen aengaende ende eenichsins te croonen. Maer de selve t’eenemael met den voet stootende. Alsdus gedaen voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeders ende Adriaen Aertz mede.
Peter Diercxz; Adriaen Aertz.
Desen xxvje novembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Diercxz ende heeft bekent, geloeft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Adriaen Aertz sijnen swager die somme van seven ende veertich carolus guldens te betaelen tot Sint Jansmis toecomende anno xvC Lxxvij. Ende dat gemerckt Ariaen Aertz sijn swager dese penningen voor hem bij eender obligatie verobligeert heeft ende daer van gemaeckt sijne eijgen schuldt. Ende sijn die selve penningen verteert inde armoede vander peste. Stellende daeromme die voorss Peter Diercxz den voornoemde Adriaen Aertz tot eene singuliere borch sijn gerechticheijt, portie ende aengedeelt in het lant hem aengecoemen van Adriaen Diercxz ende Janneken Diercxdr sijn broeder ende suster gelegen ‘t eijnde Merten Diercxz goet in het Leeglant. Welverstaende indijn den voorss Peter Diercxz dese obligatie ten voorss dage niet en betaelden sulcx dat Adriaen Aertz daervan beschaempt ende beschadicht woorden so sal Adriaen Aertz dese sijne portie bovengestelt promptelijck mogen aenvaerden metten heer sonder rechtvoirderinge ende genieten daer van die bruijckweer ter tijt toe voor Peter Diercxz dese somme betaelt sal hebben. Gelovende hem daer van jegens niet te verweeren directelijck oft indirectelijck in eenige manieren. Renunchierende van allen benificien ende munimenten van rechten die hij te betaelen ende Adriaen Aertz tot prejudicie ende achterdeel soude moegen weesen. Aldus gedaen voor Adriaen Geritss van Boemel ende Jan Zegerss.
Fol. 133 r.
Erffdelinge aengebrocht tusschen den erffgenaemen van Adriaen Geritz de Molder ende Lijntgen sijn huijsvrou opten iije decembris xvC Lxxvj.
Inden iersten so is Lijntgen Adriaen Geritz wedue geloot, gecavelt ende geërfdeelt op drie geerden lants die gecoemen sijn van Marij Frederijcken.
Noch op twee eijnden ackerlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoeffven voor Herman Huijmanss door needer.
Noch op een halff weer lants gelegen binnen dijcx achter den Peerboom metten erffgenaemen van Adriaen Janss van Gils bedeelt opten westen cant.
Noch op drie pont groot die Adriaen Huijben schuldich is daer van hij een obligatie verleeden heeft.
Noch opt vierendeel inde wintmoelen ende een vierendeel inde rosmoelen.
Dies hout die wedue voorss allen den commer die opt voorss goederen verhypotequeert sijn behalven dat die erffgenaemen ende die wedue tsamen ‘t verloop sullen tot desen daege toe.
Nu Willem Geritz ende Ghijsbert Zegerss kinderen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Ghijsbert Zegerss kinderen met drie geerden opten oosten cant ende Willem Gerits met drie geerden opten westen cant.
Noch die voorss erffgenaemen tsamen geloot op eenen halven acker saijlants gelegen inde ambacht van xj2 Hoeffven voor Cornelis Adriaen Aertz neder.
Noch op vijff pont vlaems diet dorp van Raemsdonck onder heeft.
Noch op hondert carolus guldens die Willem Geritz ende Ghijsbert Zegerss kinderen Adriaen Geritz mosten uutreijcken van haers vaders deelinge.
Dies houden die voorss erffgenaemen den commer die opte voorss goederen veronderpandt is mets dat die wedue metten erffgenaemen ‘t verloop malcanderen sullen helpen vrijen tot desen daege toe.
Aldus aengebrocht ende jegens den anderen verteegen voor Adriaen Peters Schoenmaker ende Frans Geritz de Coninck als heemraeders.
Fol. 133v.
Peter Wouterss; Cornelis Peterss.
Desen iije decembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Wouterss ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Cornelis Peterss die somme van acht en twintich carolus guldens te betaelen tot Sinte Merten anno xvC seven ende tzeventich. Procederende uut coop van een acker saijlants den welcke hij hier onder met allen sijnen anderen goederen is verobligerende voorden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram Adriaen Peterss ende Frans Geritz als heemraeders.
Hier aen sal corten acht stuijvers van lijncoep.
Vrijghift; Peter Wouterss; Antonis Janss
Eodem anno et die compareerden Peter Wouterss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Antonis Janss drie deelen in eenen acker saijlants gelegen in het Broeck. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijnde suijtwaert op also verre als ‘t voorss ackerlant streckt. Daer van Joachim Aertz gelegen is west ende Jan Willem Wouterss erffgenaemen oost. Ende gelovet te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraeders quibij sup.
Los velletje:
Wij Jan Ghijsbrechtsz ende Jan Adriaensz burgemeesters des dorps van Raemsdonck bekennen ontfangen te hebben uuijdt handen van Jan Stoffelen de somma van drie gulden vijff stuivers ende dat van weghen Hendrick Ghijsbrechts weeskijnt. Coemende van haer lant daer op omgeslagen tusschen jaerdach aende Sint Jan anno vijff ende tachentich inde midsomer. Dus tot vasticheijt zoe hebben wij onssen naem hier onder geschreven.
Dij ons Jan Ghijben ende Jan Adriaensz.
Fol. 134 r.
Vrijghift; Jan Henricx de Beer; Peter Mertens ende Huijbert Peters.
Desen xxixe decembris anno xvC Lxxvj compareerden Jan Henricxz de Beer ende Mathijs Wouters voor hem selven ende Adriaen Hendricx de Beer als gerechte voicht van Jan Hendricxz vier kinderen genoempt Marij, Mechelt, Zijcken ende Cornelis Jan Hendricxz ende gaffven over met eender vrijer ghiften zo als recht is Peter Mertens ende Huijbert Peterss gesamenderhant een stuck lants gelegen inde gheren. Streckende van Lemmen Maes effgenaemen erffve aff aent noorden eijnde zuitwaert op tot Goijaert van Bavels goet toe. Daer van Cleijs Bert Vass erffgenaemen gelegen sijn westwaert ende Lemmen Maes erffgenaemen oostwaert. Dies sal over dit goet stegen ende wegen nu ende ten eeuwigen daegen Govert van Bavels met sijnen lande daer achter aen liggende. Ende voirts te vrijen ende waeren naden lantrechte. Behalven vijff stuijvers tsiaers die die kercke van Raemsdonck heffende is. Coram heemraders Frans Geritss de Coninck, Adriaen Aertz Schouten ende Jan Zegerss.
Vrijgift. Adriaen Janss de Vendraeger, Steven Aertz, Bastiaen Aertz ende Anneken Jansdr; Jan Cornelis Aertz van Ghils.
Eodem anno et die compareerden Adriaen Janss den Vendrager voor hem selven ende met hem vervangende Anneken Jansdr sijn suster, Steven Aertz voor hem selven ende Bastiaen Aertz voor hem selven ende gaven gesamenderhant over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Cornelis Aertz van Ghils een halff weer lants gelegen int Rijsbroeck ontrent drie mergen altijt der fixer maeten onbegrepen. Streckende vander halver Rijsbroecxen wech ofte straeten aff zuijtwaert op so verre als die lande aen weersijden daer aen liggende, strecken ende gaen. Daer van die conventualen van Santroijsen buijten Geertruijdenberge gelegen sijn oostwaert ende Huijbert Jacobz erffgenaemen westwaert. Te vrijen ende te waren naden lantrecht behalven cloosters voorss jaerlijcxe erffchijnsen die de voorss cooper tot sijnen lasten houdt. Coram heemraeders quibij sup.
Akte is doorgestreept met in de kantlijn de volgende, gezien het onderstaande merkwaardige, tekst: Onversien is deze veste gecasseert, daerom zoo is dezelfde van weerde.
Bekenden Adriaen Janss met sijnder complicijen den coop vanden voirss lande te sijne vier hondert rijns guldens ende daer op betaelt die somme van twee hondert karolus guldens ende acht ponden grooten vlaems in mindernisse der somme voirss.
Dit voirss lant is vol ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten den xve februarij anno 87 ende bij so verde Steven Aertz eenige actie heeft op Jan Cornelis voirss die is hier buijten gestelt tot Steven Aertz verhaele.
Fol. 134 v.
Verlije; Jan Geritss van Boemel; Peter Jan Lemmens vanden Rijen.
Eodem anno et die compareerden Jan Geritss van Boemel ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Peter Jan Lemmens vanden Rijen een vierendeel in achtien geerden lants wesende vijfftalff geerden lants gelegen opte Killen. Streckende vander halver Kae aff aent zuijden eijnde noirtwaert op so verre als die voorss Peter Jan Lemmens het slootken gegraven heeft voor Adriaen Andriess erffgenaemen ende Adriaen Peter Schoenmakers. Daer van die voorss Peter Jan Lemmens gelegen is aen beijde sijden oost ende west met stegingen ende wegingen daer over den anderen ter Heerstraeten toe. Met allen anderen gebuerlijcke rechten daer toe staende. Ende geloeffden tselffde te vrijen van allen commer die van tsijnen wegen van te voiren op staet ende coemen mach tot desen tegenwoirdigen daeg toe. Zo als recht is. Heemraeders quibij sup.
Verlije; Adriaen Jan Andriess; Jan Geritss van Boemel.
Eodem anno et die compareerden Adriaen Jan Andriess de Vendraeger ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Jan Geritss van Boemel vijff geerden lants gelegen in achtien geerden lants bedeelt opten oosten cant. Streckende van Peter Adriaenss ende Steven Aertz cooltuijnen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten slootken toe dat Peter Jan Lemmens gegraven heeft voor Adriaen Andriess erffgenaemen erffve. Daer van Steven Aertz gelegen is int selve lant westwaert ende Gerit Janss wedue ende erffgenaemen oostwaert. Met allen schauwen ende gebuer rechten daer toe behorende. Ende gelovet voorts te vrijen vanden commer daer aen staende ende coemende tot desen tegenwoirdigen daege toe. Zo als recht is.
Fol. 135 r.
Vrijgift; Brieving Huijbrechts; Peter Mertens.
Eodem anno et die compareerden Brieving Huijbrechtz ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Peter Mertens een blocxken lants gelegen opte killen. Streckende vandes voorss Brievings Huibrechts erffve aff aent noorden eijnde aff suijtwaert op totten halven Kae toe daer die schepen ofte vletten vaeren. Daer van Joost Zegerss duergaende gelegen is oostwaert ende Bastiaen Aertss cum suis westwaert. Te vrijen ende te waren naden lantrechte. Heemraeders quibij sup.
Jan Geritss van Boemel; Adriaen Jan Andriess.
Eodem anno et die compareerde Jan Gerits van Boemel ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te sijn Adriaen Jan Andries die somme van drie ende dertichtalff ponden groten vlaems te betaelen hier van tot Lichtmis toecoemende anno xvC seven ende tzeventich die somme van dertiendalff ponden groten vlaems. Ende die reste te betaelen op twee Lichtmis daegen daer aen volgende den ierste weesen ende verschijnen sal Lichtmis anno xvC achten tzeventich tot elck jaer tien pont vlaems procederende uut coope van vijff geerden lants gelijck voor inde ghifte gementioneert staet. Die welcke hij hier onder ende allen sijnen anderen goederen, hebbende ende vercrijgende, is verobligerende voorden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Heeraeders quibij sup.
Hierop kende Ariaenss ontfanghen te hebben dertiendalff pondt vlaems desen xe meij anno 77 ende … (vlek op folio) Jan Geritss noch schuldich xx ponden Vlaems.
Bekenden Adriaen Janss noch ontfangen te hebben die somme van thien ponden groten vlaems dezen xe junij anno 78.
Opten ixe mert anno xvjC ende een bekende Joost Feesen met Lesken zijn huisvrouwe dat deze wilcuer ten vollen ende al betaelt is den lesten penninck metten iersten voir hem ende zijnen swagers ende nacoemelinghen. Present den schout ende mij Melis Cornelisz.
Fol. 135 v.
Peter Jan Lenaerts vanden Rijen; Jan Gerits van Boemel.
Eodem anno et die compareerden Peter Jan Lenaerts vanden Rijen ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te sijn Jan Gerits van Boemel die somme van twee ende dertichstalven rijns guldens ende een viertal rogs te bethalen tot Lichtmis toecomende anno xvC seven ende tzeventich stilo edicti procederende uut coopen van vijftalff geerden lants gelijck voir inde ghift gementioneert staet. Die welcke sij hier onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen voirden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Heemraeders quibij sup.
Jan Gerits kent desen wilcuer vol ende al betaelt te sijn den iersten penninck metten lesten.
Akte is doorgestreept.
Accorde in plaetse van delinge tusschen die wedue ende kinderen van Adriaen Conincx aengebrocht opten iije januarij 1577 stilo edicti.
Desen iije januarij 1577 stilo edicti compareerden Peter Adriaen Conincx als voicht van Adriaen sijns broeders weeskinderen ende Marij die weduwe van Adriaen Sconincx met haeren voicht. Ende bekenden bijde in plaetse van delinge veraccordeert te sijn als dat een ijeder bijden sijnen sal blijven tgeene hij ten houwelijck ingebrocht heeft, met voirwaerden indijen Marij groff gaet (=zwanger is, GAvS) ende haer kint baert dat sij ‘t selver kint op sal brengen tot sijne mondige daegen toe. Ende indijn sij geenen groiten buijcken heeft ende geen kint en baert vanden voors Adriaen Sconincx dat sij als dan Adriaens Scoinincx weeskinderen uutreijcken sal twintich guldens eens tot bamis toecomende. Stellende tot bewaernisse van desen allen haeren goederen beijden moble ende inmoble. Gedaen voor Adriaen Aertss ende Dirck Adriaenss.
Fol. 136 r.
Also questien ende geschillen gemoneert sijn geweest tusschen Anthonis Corneliss met sijnen broeders condescendenten in dese, eijschers ten eenre ende Adriaen Clauwaertss voorleden getrout hebbende der voorss eijschers moeder zaliger verweerder ten andere zijden.
Aenroepende seckere divisie, scheijdinge ende deelinge vandes voorss eijsschers moeders ende susters wegen met allen andere appendentie dijen aengaende geen uutgesondert. So hebben die voorss partijen naer langs voorgaende litispendentie haere differenten sticksteets ende irrevocabel gesubmitteert aen handen van Adriaen Adriaen Peters, Bartholomeus Adriaenss ende Jan Zegers alle heemraders des ambacht van Raemsdonck ter beijde sijden geacquireert tot hunnen arbitrale richteren den selven met behoirlijcke compromisse voorgaende auctoriserende ende volcomen macht verleenende om daer van te hebben arbitrale sententie naer behoiren ende hunnen besten verstant ende wetenschap. So ist dat die voorss arbiters die schrifturen stucken ende minuten(?) van beijde zijden met allen anderen verbalen met alder neersticheijt hebben gevisiteert ende geincorporeert ende volcoemen informatien hebben genoemen opte difficiliteijt van desen, hebben verclaert ende uutgesprocken, verclaeren ende sprecken uut mits desen bij arbitrale sententie als dat allen voorgaende deelinge voorden gerechte van Raemsdonck gepasseert tusschen partijen voorss sullen blijven in effecte ende allen anderen obligatien beijden voorss Adriaen Clauwaertz gepasseert ende verleden als aen Aentgen Willem Cornelis wedue die sullen d’eijsschers betaelen jegens die ander obligatien die den verweerder aen heer Paulus Peterss gelost ende betaelt heeft ende daer beneffens so sal Adriaen Clauwaertss gehouden wesen strictelijck te betaelen op uutlegginge vanden heer aen handen vanden voorss eijsschers die somme van drie ponden grooten vlaems eens ende dat voor allen andere buijten questien breder gemoveert inde verbalen van desen die mits desen geheelijck sullen worden geaccordeert doot ende teniet gedaen van alles wes partijen voors tot desen daegen metten anderen uutstaende hebben gehadt, deselve penningen te betaelen tot Sinte Laureijs dage ierstcoemende anno tachtich. Ende aengaende die verteerde costen hier omme gevallen so sal Adriaen Clauwaertz betaelen die twee deelen ende d’eijsschers ‘t derdendeel. Des t’oirconden so hebben arbijters voors tot vasticheijt geteijckent desen xxvje julij 1580.
Dits Jan N Zegerss merck.
Fol. 137 r.
Links in de hoek: 1577, secretarius Melis Cornelisz.
Verlije; Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue; Staes Huijben.
Op huijden desen xve januarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss vanden Rijen als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue ende gaven over gesamenderhant met eenen verlije zo als recht is Staes Huijbrechtz een huijsinghe metten erve daer aen geleghen opt Hooge Veer tusschen die erfenisse Gerit Janss wedue met haeren erve oostwaert ende Tuenis Tueniss Cloostermans westwaert. Streckende van Alit Jan Buijsen wedue erve aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter Donga toe. Ende dit voirss erve geloefden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss den voirgenoemde Staes Huijbrechtz te vrijen ende te waren van allen dorps lasten tot Lichtmisse toe ierstcoemende. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Adriaenss.
Eodem anno et die compareerden Staes Huijbrechtz ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue gesamenderhant schuldich te wesen die somme van twee hondert philippus guldens eens den gulden voor xxv stuijvers vvv te betaelen op drie Lichtmis daghen sonder middel vervolgende waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Lichtmisse anno Lxxvij ende is geconditioneert als dat Staes Huijbrechtz so die erfrenten als die losrenten sal corten duer die daghen voirss ende niet aenden iersten. Spruijtende dese penningen voirss ter causen van een huijs metten erve daer toe behoirende het welck ick Staes Huijbrechtz hier onder verobligeer ende voirss alle mijne andere goederen, moble ende immoble, present ofte toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.
Hier op kenne ick Jan Meeuss ende Tomas Corneliss ontfanghen te hebben een pont vlaems gereet ende noch een somme van elff ponden groten vlaems ende xxvj stuijvers den iersten dach.
Noch bekenden Jan Meeuss ontfanghen te hebben uut handen van Staes Huijbrechtss die somme van twaelf ponden groten vlaems op Lichtmis dach anno 78 in presentie Jan Zegerss ende mij present.
Bekenden Jan Meeus noch ontfangen te hebben van Staes Huijbrechts die somme van vijf rijns guldens xv stuijvers.
Noch bekenden Jan Meeuss vier ponden vlaems ontfanghen te hebben den xije novembris anno 78.
Noch bekenden Jan Meeuss ontfanghen te hebben vier ponden vlaems den xiije novembris 78 ter presentie Adriaen Aertz … … …(niet meer leesbaar).
Bekenden Jan Meeuss desen bovengeschreven wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten ende sijn die renthen affgeteegen. Actum desen xiij octobris anno Lxxix.
Akte is doorgestreept.
Fol. 137 v.
Verlije.
Op huijden desen xve januarij seven ende tzeventich compareerden Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue gesamenderhant ende gaven over met eenen verlije zo als recht is Jan Stoffels, Staes Huijbrechtz ende Commer Huijbrechtz tzamen gebroeders een stuck lants alzo groot ende cleijn als Henrick Ariaenss met zijnder huijsvrouwe daerinne gericht ende geërft zijn geweest. Streckende vanden Geijlsloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe. Jan Mathijs erfgenaemen met haeren erve gelegen oostwaert ende Joost Lauwereijs int selver weer westwaert. Ende dit voirss erve geloefden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss te vrijen ende te waren van allen beden ende onraet tot Lichtmis toe ierstcoemende. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Ariaenss.
Eodem anno et die compareerde Jan Stoffels, Staes Huijbrechtz ende Commer Huijbrechss gebroeders ende hebben gesamenderhant geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Cornelisz als gemachtich van Mariken Henrick Ariaens wedue die somme van twee hondert philipus guldens den gulden xxv stuijvers vvv gerekent ende xxxv karolus guldens het stuck veertich groten vlaems gerekent te betaelen op drie Bamis daghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno Lxxvij stilo edicti ende den voirts twee Bamis daghen continuelijcke sonder middel vervolgende. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van selver hoijlant ende weijlant het welcke wij comparanten voirnoemt hier onder sijn verobligerende ende voirts allen onsen anderen goederen, ruerende ende onruerende, present ofte toecomende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende is voirwaert dat die obligatie die erfrenten ende losrenten sullen corten duer die daghe ende niet ten enenmael. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.
Akte is doorgestreept.
Bekenden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss hier op betaelt te wezen die somme van seventhien ponden groten vlaems dezen xviiije octobris anno 77.
Desen xve maij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck compareerde Tomas Cornelis als gerechte voicht van Jan Meeusz weeskijnderen ende Peter Adriaensz getrout hebbende Jan Meeusz voirs dochter ende bekenden desen voirss wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten pennink metten lesten voir haerer alder nacoemelingen desen xve meij voirss. Mij present Melis Cornelis.
Dits Tomas * Cornelisz merck tot sekerheijt gestelt.
Dits Peter Adriaenssz merck.
Fol. 138. r
Aenneminghe van Ghielghen Govaert Evaertz onmondige weeskijnderen vanden selven Govaert Evaertz verweckt.
Op huijden desen xxiije januarij anno xvC seven ende tzeventich zijn de wedue van Govaert Evaertss met den voicht Jan Ariaen Ghijsbertz ende Joachim Clawaertss als toesiender, lieflijcke ende minnelijcke veraccordeert als dat die wedue die achtergelaeten onmondighe weeskijnderen namelijck Thoenghen Govaertsdochter ende Adriaen Govaertss eenen tijt van ses jaeren sal onderhouden in eeten ende drincken, in cleeden, in reeden, zo lijnden als wullen, sieck ende gesont egeen perculoose sieckten uutgesondert ende oick mede ter scholen te stellen als een goede moeder toebehoirt. Ende dat om ende voir die haeffelijcke goederen, huijsraet, imboel ende om die bruijckweringhe van de erffgoederen. Mits conditien dat Gieltghen die wedue voirnoemt sal betaelen die schulde so wel aen den biersteker (= biertapper, kastelein; GAvS) als aen verloepen renten ofte andere quakel schulden ende die kijnderen ten mondighen daghen ofte over ses jaeren na datum van desen dit goet vrij te leveren uutgescheijden rentbrieven die Govaert Evaertss saliger achtergelaeten heeft waer voir die wedue in so verre sij eenighe redimeert ofte afleijt sal moghen corten die voirss kijnderen ofte erfgenaemen daer in gerecht sijnde die somme die sij wedue voir die kijnderen afgeleijt sal hebben. Ende is geconditioneert dese voirss kijnderen na desen ses jaeren haere moeder moeten uutreijcken vier ponden grooten vlaems eens ende oft gebuerde dat een van deze twee kijnderen binnen tijde voirss afflijvich worden sal wesen tot profijt den wedue voirnoemt ende ist dat sij beijde aflijvich worden binnen desen tijde sal wesen half ende half naeden zuijthollantschen recht. Ende is noch voirwaert dat die voicht ende den toesiender die schult ende wederschult nu ter tijt vervallen sijnde die wedue sullen helpen inmanen ende opbueren zo buijten dorps als binnen dorps tot die wedue profijt ende tot op der weeskijnderen last ende cost. Noch ist ondersprocken dat die wedue dese hare kijnderen tot houwelijcke staet gecoemen sijnde sal moeten uutreijcken iegelijcke een coe met een bedde ende die huijsinghe repareren beter leverende ende niet erger dan se nu ter tijt is. Aldus gedaen bij Jan Adriaenss als gerechten bestorven voicht ende Joachim Clauwaertsz als toesiender. Ter presentie van den stathouder Frans Geritz. Ariaen Peter Schoenmakers ende Dick Ariaenss beijde als heemraeders ende mij present.
Fol. 138 v.
Erffdeijlinghe aengebrocht tusschen Willem Geritss ende sijn onmondich weeskijnt bij Mariken Wouter Thijsdochter verweckt desen xije februarij anno xvC ende Lxvij.
Inden iersten is Willem Geritss geloot ende geërfdeelt op vijftalff geerden lants geleghen aen die westzijde van Geerikens Zijle onbedeelt. Streckende vanden Dijcksloot aff aent zuijden eijnde binnendijcx noirtwaert op ter halver Maesen toe. Met het derdendeel in een dijck te onderhouden.
Met noch die stede inden Moelenpat alzo groot ende cleijn als die daer geleghen is. Met noch vijff stuijvers renten oft chijnsen jaerlijcx geldende ende uutgevende oft na uut wijsens des brieffs. Mits conditien dat men malcanderen sal helpen vrijen ende waren tot desen daghen toe.
Aldus gedaen in presentie van Ffrans Geritss stathouder. Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Janss Vendricht beijde als heemraeders.
Nu het weeskint met sijnen gerechtichen aenbestorven voicht Wijt Wouters geloot ende geërfdeelt op vijff geerden lants geleghen gemeen met Leonaert Corneliss inden ambacht van Groot Waspick. Gerrit Vassen met sijnen erve westwaert ende Aentghen Ffrans Janss met haeren erve oostwaert. Streckende vanden Kasloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe.
Met noch het achtendeel in Wouter Thijs stede gelegen op die Berghen ende int lant daer aen geleghen.
Het sestiendendeel met achtalven stuijvers renten jaerlijcx geldende oft na uutwijsens des brieffs daer van sijnde. Mits conditien dat den eenen den anderen dit goet sal helpen vrijen ende waren tot desen daghen toe. Heemraeders als boven.
Item noch blijft hier onbedeelt eenen halven acker geleghen in Henrick Luijen Ambacht achter Peter Janss de Bont gecoemen van Henrick Peterss Maet met die schauwe ende alle gebuerlijcke rechten te onderhouden.
So sijn Wijt Wouters als rechte bestorven voicht van Willem Geritss weeskijnt ende Wilm Geritss veraccordeert als dat Wilm Geritss voirss sal hebben eeuwelijc ende erflijc desen geheelen acker mits … doot ende te niet dat het kijnt Wilm Geritss uutreijcken na uutwijsens des wilcuers ende sal Wilm voirss dit weeskijnt … ende … vijff ende veertich rijns ? guldens. Heemraeders voirss. Tekst staat hier deels in de kantlijn en tussengekrabbeld en is daardoor niet goed te lezen.
Vrijgift; Dirck Ariaens Roever; Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx.
Op huijden desen vje februarij anno xvC ende seven ende tzeventich compareerden voir stathouder ende heemraeders Dirck Ariaens Roever ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx gesamenderhant sijn aengedeelt in een stuck lants geleghen in Engelant geheeten Schuermans lant. Streckende vanden halven Gat aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver brauwetheringhen toe. Die cloosters van Santrosen met haeren erve westwaert ende Ariaen Andries met den kerck van Raemsdonck oostwaert. Mits conditien dat desen comparanten sullen stegen
Fol. 139 r.
ende weghen over het voirss erve van nu aff ten eeuwighe daghen toe sonder toeseggen van iemanden. Welcke voirss erve geloefden Dirck Ariaenss voirss te vrijen ende te waren van alle lasten ende commer tot Bamisse toe anno ses ende tzeventich ende langer niet. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Segerss, Ariaen Aertss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Ariaensz.
Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx; Dirck Ariaens Roever.
Eodem anno et die compareerde Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx ende hebben gesamenderhant geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wezen Drick Ariaens Roever die somme van acht hondert karolus guldens ende acht ponden groiten vlaems eens, te betaelen op acht Lichtmis daghen waer aff den iersten is ende verschijnt Lichtmisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien te vollen betaelt. Voir welcke termijnen te betaelen wij comparanten voirnoemt dese voirss goederen ende allen onsen anderen goederen sijn verobligerende, rurende ende onrurende, teghenwoordighe ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.
In de kantlijn:
Bekende Dirck Ariens van Emmen Rossoms (sic! er staat geen “Hendrikx”!) voldaen te wezen vanden tweeden dach Lichtmisse anno 78.
Hier op kenden Dirck Ariaens ontfanghen te hebben uut handen van Rubben Janss ende Emmen Henrickx iegelijcken haer portie vanden iersten dach.
Noch bekenden Dirck Ariaenss voldaen te wesen van Brievinck Huijbrechts te weten den iersten dach.
Noch bekenden Dirck voirss betaelt te wesen van Rubben Janss aengaende den tweeden dach ende mede van Brievincks …
Noch bekenden Dirck Ariaenss voldaen te wezen van Jan Rubbensz te weten van vierden dach zijn portie blijckende bij quitantie.
Van bovenstaande betalingen zijn ook 3 briefjes van Dirck Adriaenss die Rover:
Ick Dirck Adriaenss die Rover kenne ontvangen te hebben van Jan Rubben den verden dach van den lant dat harer vader van mij ghecoft heft, dat verschenen was Lichtmis anno 1580, stele Emmen in kennisse der waerhet, soe hebbe ick Dirck Adriaensz mij ghewonelike handt hier onder gheset.
Dirck Adriaenss die Rover.
Ick Dirck Adriaenss kenne ontvangen te hebben van Eemmen Rosscum(?) den twede dach van alsulcken lant als hij van mij ghecoft heft, dat overschenen was Lichtmis anno 1578, stiele….
Dirck Adriaenss die Rover.
In de kantlijn voor de volgende Verlije:
Hendrick Ghijskenssoens weeskijnt.
Wij haighemeesters(?) des dorpes van Raemsdonck namelick Ariaen Gheritssoon van Bommel ende Ja.. ….(?) ende Dierick Ariaenssen bekenne ontfanghen te hebben ut handen van Jan Stoffelsson, die somme van twee rijnsgulden ende xv stuivers. Ende dat van …. (niet door mij te lezen, GAvS)
Bij mij Dierick Ariaenssen.
Verlije; Gerit Vassen; Ffrans Dirck Geritss tot Geertruijdenberghe.
Op huijden desen xxe februarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Gerit Vas Tomassen mede vervangende Aentgen Vas Tomas wedue ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Ffrans Dirck Geritss een huijsinghe ende schuren metten erve te weten van die halver straeten voir aen den werff diemen rijt nae’t cloosters goet toe aent noirden eijnde. Streckende suijtwaert op ter halver Achter straeten toe. Alzo groot ende cleijn als Vas Tomas dat gebruijckt ende beseten heeft. Waer neven ten naesten gelandt is Joachim Meeuss met sijnen erve aen die westzijde ende Baijen Janss erfgenaemen aen die oostzijde. Ende dit voirss erve geloefden Gerit Vassen als gemachtich van Aentghen Tomas wedue te vrijen ende te waren naede lantrecht tot Sint Peter toe, ad cathedram ierstcoemende. Hij Gerit Vassen geloeft Ffrans Dircks Geritss dit voirss verlije te lossen ende aff te quijten tot sijnen vermaene ende zo haest als hij can op sijnen last ende cost. Heemraeders Jan Segerss ende Ariaen Aertss.
Fol. 139 v.
Frans Dirck Geritss; Gerit Vassen.
Eodem anno et die compareerden Frans Dirckz ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Gerit Vassen ende Aentghen Vas Tomas wedue die somme van vijf hondert karolus guldens te betaelen op ses Bamis daeghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno Lxxvij op welcke termijn Ffrans Dirckz sal betaelen hondert karolus guldens in mindernisse der somme, ende die reste op vijff Bamis daeghen contienuelijck sonder middel vervolgende. Ende spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een seker stede als boven welcke ick Ffrans Geritss hieronder ben verobligerende ende voirts allen mijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders Jan Segerss ende Ariaen Aertss.
Desen ixe septembris anno 77 bekenden hem Gerit Vassen ontfanghen te hebben hondert rijnsche guldens die gereet geloeft waren te weten den iersten dach in presentie van den schout ende mij present.
Noch zo bekenden Gerit Vassen ende Aentghen Vas Tomas wedue tachtentich Karolus guldens ontfanghen te hebben verschenen Bamis anno 78.
Noch zo bekenden Aentghen Vas Tomas weeu viertich rijns guldens ontfanghen te hebben waer mede sij aenden rentbrieff opt voirss goet geconstitueert, gelost heeft te weten haer portie vanden termijn anno …negen ende tzeventich.
In de kantlijn:
Dezen xxxe januarij anno Lxxxij bekenden Huijbrecht Jansz Nuijssen als gemachtich van Aentghen Vas Tomas weeu van Ffrans Dirckx ontfangen ende afgereckent te hebben die twee Bamiss daghen verschenen Bamis anno Lxxx ende Lxxxj, die hij bekent ten volle betaelt te wezen. Mij present … ende Zeger Ghijsbrechts.
Dezen xixe februarij xvC Lxxxiij bekenden Gerit Vasse ende Huijbrecht Jansz Nuijssen als gemachtich van Aentghen Vas Tomas wedue dezen wilcuer voirss ten vollen betaelt te wezen. Voir haer ende haerer nacoemelinghen. Mij present Melis Cornelisz.
Vrijgift; Peter Joachims; Merten Denis
Op huijden desen xxje ffebruarij anno xve seven ende tzeventich compareerde Peter Joachims voir hem selven ende mede vervangende Anneken Gerit Janss wedue sijnder huijsvrouwen, Mariken Gerits, moeder ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Ariaen Peter Schoenmakers tot behoeff van Merten Denis woonachtich tot Breda halff een huevel geleghen inden ambacht van Raemsdonck bij het Gat waer neven die Kae haeren ganck heeft aen de westzijde ende Anniken Gerit Janss wedue met haeren consorten aen die oostzijde. Streckende vander halver Hanck sloot aff aent noirden eijnde suitwaert op ter halver Kae toe. Ende dit voirss erve geloefden Peter Joachims ende Anniken Gerit Janss wedue desen voirss Ariaen Peter Schoenmakers te vrijen ende te waren tot desen daghen toe. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Aerts Schouten ende Ariaen Janss Vendricht.
Hierop kenne ick Peter Joachims ontfanghen te hebben uut handen van Merten Denis voirss een sekere obligatie luijdende opt corpus ende dorpe van Raemsdonck inhoudende van drie ponden groten vlaems een jaerlijckx te betaelen tot Lichtmisse ende het hootgelt twee hondert karolus guldens eens.
Ende noch hieren boven vijfftich karolus guldens … somma. Kenne ick Peter Joachims ende Anniken Gerits wedue te vollen ende al geheel betaelt. Heemraeders als boven.
Fol. 140 r.
Verlije; Jan Bogaerden; Peter Janss die Bont.
Op huijden desen xxe februarij anno xvC seven en tzeventich compareerde Jan Bogaertz, mede vervangende Claes Claess sijnen swager, ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Peter Janss die Bont sijn aengedeelt alzo groot ende cleijn als hem dat van Henrick Wilmss aenbestorven ende aengecoemen is. Streckende van den sloot aff binnendijcx aen den Diefdijck aent noirden eijnde suijtwaert op ten sloot toe aen die Leech Veensche Hoijcht. Cornelis Gijsbrechtss cum suis met sijnen erve geleghen aen die oostzijde ende Ffrans Geritss ende Ariaen Ariaenss Lueskijnt aen die westzijde. Ende dat voirss erve geloefde Jan Bogaerts met sijnen swager te vrijen ende te waren tot dezen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Aertss.
Peter Janss die Bont; Jan Bogaerden met sijnen swager
Op huijden anno et die als boven compareerden Peter Janss die Bont ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen ende te betaelen Jan Bogaertss ende Claes Claess sijnen swager die somme van twintich ponden groten vlaems eens te betaelen op vier Bamis daeghen waer aff den iersten wesen sal Bamisse anno xvC seven ende tzeventich ende die reste in gelijcke portien te vollen betaelt. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een stuck lants als boven, het welck ick Peter Jans hieronder ben verobligerende ende voirts allen mijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Aertss.
Bekenden Jan Bogaerden ende vervangende Claes sijnen swager hier op desen voirss wilcuer ontfanghen te hebben uut handen van Peter Janss de Bont de somme van vijff ponden groten vlaems aengaende den iersten dach dezen xve decembris anno 77.
Bekenden Jan Bogaerden ende Claes Claessen ontfanghen te hebben vijff ponden groten vlaems te weten den tweeden dach. Actum dezen xvije octobris anno 78.
Bekenden Jan Bogaerden noch ontfanghen te hebben vijff ponden groten vlaems verschenen Bamisse anno Lxxix te weten den derden dach.
Item Jan Bogaerden bekenden zijn deel vanden voirss wilcuer ten vollen betaelt te wezen ende dat Staes Huijben noch betaelt heeft aende kerckmeesters van Raemsdonck van wegen Claes zijne swager die somma van vijff rijns guldens. Actum den viije decembris 1587.
Fol. 140 v.
Ariaen Ariaen Lueskijnt ; Ariaen Joachims
Desen xxe februarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Ariaen Ariaenss Lueskijnt als gerechte bestorven voicht van Jan Ariaen Janss Staesenz ende Ariaen Joachims als toesiender ende hebben geconsenteert ende begeert, consenteeren ende begeren mits desen als dat alsulcke vier geerden lants gemeijn met Frans Dirckz geleghen tot Cappel ende noch drie geerden min een vierendeel gemeen metten selven Frans Dirckz geleghen boven kerck tot Wasbeeck als Roel Ariaenss saliger ende Jan Ariaens eertijts bij houlijcxe voirwaerde van des gemeen goet voeruutgemaeckt sijn na uutwijsens des geldenden brieffs daer van sijnde. In so verre oick den voirnoemden Jan Ariaenss sonder wittachtighe (=wettige) geboorten afflijvich wordt sullen succederen, erven ende besterven halff ende halff naden suijthollantschen recht. Aldus gedaen voir den stathouder, Ariaen Peters Schoenmakers ende Jan Segerss beijde als heemraeders.
Erfdeijlinge aengebrocht tusschen die gemeen erfgenaemen van Baijen Mathijss ende Neltghen sijnder huijsvrouwe saliger desen xxve februarij anno xvC 77.
Inden iersten die van Dordrecht met Ffrans Geritss den stathouder als gemachtich van mr. Denijssen tot Antwerpen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het huijs metten erve daer aen geleghen met half den acker bedeelt opten oosten cant. Streckende vander cooltuijn aff aent noirden eijnde suijtwaert op totten watersloot toe voir aen Vlendonck.
Met noch een vierendeel inde ander helft vanden acker. Streckende vanden cooltuijn suijtwaert op tot het slootken toe binnen dijcx aen den Diefdijck.
Met noch eene geer gecoemen van Jan Lemmenss. Met alle gebuerlijcke rechten hier toe behoirende.
Nu Ariaen Mathijs, Ariaen Denis, Cornelis Ariaenss, Jan Mathijs erfgenaemen ende Marij Thijsdochter geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het binnendijcx lant meder geleghen achter Cornelis Hermanss. Streckende vanden werf aff aent zuijden eijnde noirtwaert op totten sloot toe aen die noirtzijde van den dijck.
Met noch een halff weer lants geleghen met Ghijb Segerss bedeelt opten westen cant. Ghijb Segerss
Fol. 141 r.
met sijnen erve ooste ende west. Streckende vanden halven Ghijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ten halven Broecxken toe.
Met allet gheene datter metten recht toebehoirt is voirwaert oft op dit voirss erve ende huijsinge bovengeschreven eenighe commer ofte onraet bevonden mochten worden sullen partijen malcanderen helpen gelden want alle dese goederen nu vrij getaxeert worden.
Item noch blijft onbedeelt den cleijnen geer alzo groot ende cleijn als die gecoemen is van Cornelis Jan Roelen gemeen metten Heijlichen Geest van Raemsdonck tusschen die erfnissen Jan Clauwen erfgenaemen west ende Neeltghen Geritss wedue oost.
Aldus gedaen voir den stathouder ende heemraeders Ariaen Peterss ende Ariaen Janss Vendricht ende verpeijnt op een boete van seven gouden realen goet van gout sware gewichten hier jegens wettelijcken verteghen ende haer tzamen bedanckt der goeder deijlinghe.
Eodem anno et die compareerden voir den heemraedt van Raemsdonck Ariaen Mathijs, voor hem selven ende mede als voicht van Marij Mathijsdochter ende gerechte bestorven voicht van Jan Mathijs achtergelaeten kijnderen, Ariaen Deniss als man ende voicht sijn wijfs Alitghen Mathijsdochter ende Cornelis Ariaenss ende hebben gesamenderhant verkocht Frans Gerits stathouder van Raemsdonck als gemachtich van mr Denijssen t’Antwerpen die gerechten bestorven voicht van Aentghen Jansdochter, Cornelis ‘tHoof, Bastiaen Dirkxz, Jacob die Ram van Dordrecht ende Jan Janss van Breda haer besterft, schult met weerschult, haef ende erve zo groot ende cleijn, so veel ende luttel als dese voirss comparanten van Lijntghen Jansdochter die huijsvrouwe van Jan Jacobsz aenbestorven ende aengecoemen is. Ende hebben comparanten voirss hier van gerenuntiert ende verteghen haer egeen eijgendom ende recht daer aen te behouden ofte vermeten in eeniger manieren nu oft ten eeuwighen daghen. Heemraeders als boven.
Fol. 141 v.
Eodem anno et die compareerden Frans Gerits als gemachtich van mr Denijssen die gerechten voicht van Aentghen Jansdochter, Cornelis ‘tHoot, Bastiaen Dirkxz de Cuijper, Jacob de Ram ende Jan Janss van Breda ende hebben rechtelijck geloeft ende verwilcuert zo als recht is te betaelen Ariaen Mathijs, Jan Mathijs kijnderen, Ariaen Deniss, Cornelis Ariaenss ende Marij Mathijsdochter die somme van vier ende veertich karolus guldens ende thien stuijvers te betaelen tot meije ierstcoemende oft so haest als sij hier eenighe penninghen ontfanghen. Onder ‘t verbant van allen haeren goederen, rurende ende onrurende, present ende toecoemende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders Ariaen Peters Schoenmakers ende Ariaen Janss Vendricht.
Hierop bekenden Ariaen Mathijs xv karolus guldens ontfangen te hebben voir haer vier partijen.
Noch bekent Ariaen Mathijs ontfangen te hebben vijff karolus guldens van die van Dordrecht aengaende Bastiaen Corneliss de Scrobber. Desen xe aprilis anno xvC 77.
Hierop bekenden Marij Thijs ontfangen te hebben uut handen van Frans Geritss die Coninck die somme van viij karolus guldens den ije junij anno 77. Mij teghenwoordig.
Bekent haer Marij Thijsdr van desen wilcuer vol ende al betaelt den iersten penninck metten lesten in presentie van Ariaen Deniss den 29e decembris anno 77.
Haesken Jan Mathijs weeu bekenden van haer portie vollen ende al betaelt van Frans Geritss den schout den iersten penninck metten lesten desen vje septembris anno 77.
Cornelis Ariaens bedanckt hem volder ende goeder betalinghen den iersten penninck metten lesten van bovengeschreven, desen xvije septembris anno 77
In de kantlijn:
Desen xxixe decembris anno 77 zo hebben Cornelis ‘tHoot, Frans Geritss, Jacob de Ram ende Damus Joriss Backer affgereckent den ontfanck jegens den uutgeef al affgereckent zo hebben Cornelis ‘tHoot, Jacob de Ram ende Damus voirss noch ontfangen tzaemen die somme van vierenveertich karolus guldens. Heemraeders Jan Zegerss ende Adriaen Janss Vendricht.
Erfdeelinghe aengebrocht tusschen Meeus Ariaenss kijnderen verweckt bij Marijken Janssdochter desen xxviije februarij anno xvC 77
Inden iersten Aentghen Meeusdochter geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een block moers alzo groot ende cleijn als van Ariaen Jaenss haeren oom gecoemen is egginghe ende rugginghe Peter Janss aen die oostzijde ende Rob Wouters erffgenamen aen die westzijde.
Nu Jan Meuss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een vierendeel inden Ronden Put. Streckende vanden Bau wech aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Dongha toe. Joachim Meuss met een vierendeel aen die oostzijde ende Meuss Ariaenss metten halven weer aen die westzijde. Meuss Ariaenss coempt te geven xxviij guldens erffgelts tziaers die Tuenis Jacobz opden Ronden Put heffende is.
Fol. 142r.
Nu Marijken Meusdochter geloot ende geërfdeelt op derdalf geerden lants geleghen inde Hoghe Donck luttel min oft meer, Meus Ariaenss aen die oostzijde. Streckende vander halver killen aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe.
Met noch ses geerden lants in twelff geerden onbedeelt. Streckende vander halver Veerscher Straeten aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver killen toe. Joachim Meuss met sijne erve west ende Ariaen Gijsels cum suis oost.
Met noch een halff achtendeel rogs jaerlijckx daer uutgaende en heffende is den Heijlighen Geest van Raemsdonck.
Aldus aengebrocht voir Jan Segerss, Ariaen Janss den Vendricht ende Dirck Ariaenss ende hier jegens verteghen bedanckende den vader van alle die lieden schulden der goeder betalinghen tot desen teghenwoirdichen daghen toe.
Dit is alsulcke uutcoop als Lauwerijs Corneliss gerechte bestorven voicht van Jasper Ariaenss weeskijnt ende Marijke Jansdochter over gegeven heeft Aert Janss van Iersel desen ije martij anno xvC seven ende tzeventich.
Compareerden voir den heemraet van Raemsdonck Lauwereijs Corneliss als gerechte bestorven voicht van Jasper Ariaenss weeskijnt ende Marijke Jansdochter met haeren gecoren voicht Jasper Ariaenss ende hebben gesamenderhant overgegeven Aert Janss van Iersel alle die goederen, have ende erve, huijsraet ende inboel zo groot ende cleijn, zo veel ende luttel, niet vuijtgesondert, als haer comparanten voirnoemt dit aengecoemen ende aenbestorven is van Thoentghen Jansdochter. Mede geloevende dese voirss comparanten voir haer ende haerder aller nacoemelinghen egheen rechte oft eijghendom hier meer aen te behouden oft vermeten in eenigher manieren nu oft ten eeuwighe daeghen toe ende alle oude crackeelen gans doot ende te niet. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Dirck Ariaenss daer jeghens verteghen ende haer alle bedanckt der goeder accordatie. Actum et supra.
Eodem anno et die compareerden Aert Janss van Iersel ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Lauwereijs Corneliss als gerechte bestorven voicht van Jaspaer Ariaens weeskijnt ende Marijken Jansdochter die somme van xiij ponden groten vlaems, ‘tpont ses karolus guldens gereckent. Te betaelen op drie Sint Jans daeghen midsomer achtereen vervolghende, waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal op Janssmisse anno xvC seven ende tzeventich. Onder verbant van allen sijnen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.
Hierop bekenden den schout van weghen het weeskijnt ende Marijken Jans ontfangen te hebben een somme van xxvj karolus guldens den iersten dach desen iije meij anno 77.
In de kantlijn:
Sijn Aert Janss ende Marijke Jansdr veraccordeert dat Aert Janss, Marijke Jansdochter Sint Jan anno 80 sal betaelen die derthien rijns guldens die verschenen zijn Sint Jan anno 79 ende moet geven van intrest xx stuijvers. Ergo rest Aert Janss voirss te betaelen op midsomer anno 80 die somme van veerthien rijns guldens ende is daer mede de wilcuer vol ende geheel betaelt.
Fol. 142 v.
Desen xxiiije februari anno 78 zo heeft Marijken Jansdr getransporteert ende overgedragen uut den wilcuer voirss den schout tot behoeff van het weeskijnt die somme van veerthien karolus guldens te ontfangen Sint Jansmisse ierstcoemende. Heemraeders Jan Zegerss ende mij present Melis Cornelisz.
Rest Marijken Jansdr ‘t kijnt noch te geven xx stuijvers vanden intrest.
Bekenden den schout als voicht van Lijnken Jans ende in presentie vanden voirss weeskijnt die ‘t gelt selve ontfangt die somme van xxvj karolus guldens verschenen op Jansdach anno 78. Desen lesten februarij anno 79.
Bekenden Janniken Jaspersdochter met den schout haeren gecoren voicht haer vol ende geheel betaelt van Aert Janss den iersten penninck metten lesten. Desen xvje septembris anno 79.
Vrijgift; Govert Ariaenss int Broeck; Brievinck Huijbrechtz.
Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerde voerden heemraet Govaert Ariaenss ende gaff over met vrijer giften zo als recht Brievinck Huijbrechtz eenen halven acker weijlants onbedeelt. Streckende van Bastiaen Corneliss ende Ans Corneliss cooltuijnen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op tot Henrick Govaertz erve toe. Gerrit Janss weduwe cum suis met haeren erve geleghen oostwaert ende Peter Ariaen Ghijben erfgenaemen westwaert. Ende dit voirss erve geloefde Govaert Ariaenss Brievinck Huibrechtz te vrijen ende te waren tot desen tegenwoirdighen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss, Ariaen Aertss Schouten ende Dirck Ariaenss.
Eodem anno et die compareerde Brievinck Huijbrechtz ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als rechts is schuldich te wesen Govaert Adriaenss ene somme van seven hondert lichter guldens den gulden tot tien stuijvers bbb gereckent. Te betaelen op drie Bamis daeghen achtereen sonder middel vervolgende waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien ten vollen betaelt. Mits wel geconditioneerde voirwaerde dat Brievinck Huijbrechtz voirnoemt tot sijncxten ierstcoemende sal betaelen aen handen van Govaert Ariaens die somme van vier ponden groten vlaems ende dat in mindernisse der somme voirss spruijtende desen wilcuer voirss ter causen van een stuck lants boven inde gifte gementioneert. Het welcke Brievinck Huijbrechtz hier onder is verobligerende ende voirts alle sijnen anderen goederen, moble et inmoble, present ende toecoemende, geen uutgesondert voor den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.
Fol. 143 r.
Item Govaert Adriaenss bekenden desen voirss wilcuer ten vollen betaelt behalven xxx2 kaolus guldens die verschenen sijn Bamisse anno 78 ende noch jC ende xxxvj karols guldens die verschijnen sullen Bamisse anno 79. Ergo rest in toto jC Lxvj2 karolus guldens.
Desen voirss wilcuer bekenden Govaert Adriaens vol ende geheel betaelt te wesen bij Huijbrecht Jansz de Bosscher voir hem ende zijnen nacoemelinghen, den lesten penninck metten iersten. Desen xxxe meij anno 1582 in presentie Ariaen Peterss Schoenmakers, Jan Zegerss, Ariaen Aertsz ende Dick Adriaenss als heemraeders.
Vrijgift; Ariaen Aertss Schouten; Ariaen Peterss.
Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerde Ariaen Aertss Schouten ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Ariaen Peterss thien geerden lants geleghen int Leech Veen. Streckende vander halver creecken aff aent noirden eijnde suijtwaert op ter halver Kae toe. Lemmen Janss met sijnen erve westwaert ende Jan Beerten cum suis oostwaert. Ende dit voirss erve geloefden Ariaen Aertss den voirss Ariaen Peterss te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen teghenwoirdighen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss ende Dirck Ariaens.
Eodem anno et die compareerden Ariaen Peterss ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Adriaen Aertss Schouten die somme van seven ende twintichtalff pont vlaems. Te betaelen op drie Bamis Daeghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien sonder middel daer aen vervolgende. Spruijtende desen wilcuer ter causen van een stuck lants als inde gifte boven gementioneert is. Het welcke Ariaen Peterss voirnoemt hier onder is verobligerende ende voirts allen sijnen goederen, roerende ende onroerende, teghenwoirdighen ende toecoemende geen uutgescheijden voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.
Bekenden Adriaen Aertss desen wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten. Desen xxxiije decembris anno 79.
Fol. 143 v.
Vrijgift; Andries Janss; Ariaen Aertss.
Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Andries Janss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Ariaen Aertss Schouten een halff stuck goets onbedeelt geheeten die Wijntberghen. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aentt noirden eijnde zuijtwaert op uutwijsende der halver creeck. Gijb Segerss met zijne erve westwaert ende Peter Segerss erfgenaemen oostwaert. Met alle gebuer rechten daer toe behoirende. Ende dit voorss erve geloefden Andries Janss, Adriaen Aertss voorss. te vrijen ende te waren tot desen jeghenwordighen daghen toe. Heemraeders Adriaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss ende Dirck Adriaenss.
Eodem anno et die compareerden Ariaen Aertss Schouten ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is te betaelen Andries Janss die somme van vier ende dertich ponden groten vlaems eens te betaelen op drie Bamis daghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich zo voirts drie Bamissen sonder middel vervolgende. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een stuck erffs als die gift vermelt. Het welck Adriaen Aertss voirnoemt hier onder is verobligerende ende voirts alle sijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.
Vrijgift; Joachim Janss Schout; Adriaen Aertsz Schouten.
Desen xvje septembris anno Lxxix compareerden Joachim Janss Schout ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Aertz Schouten een stuck lants geheeten die Wintberghen geleghen onbedeelt met Adriaen Aertz, Peter Zegers erffgenaemen oostwaert ende Gijb Zegers erffgenaemen westwaert. Streckende van die halver kreeck aff oft nae vuijtwijsen der selver kreeck noirtwaert op ten halven Geijlsloot toe. Met alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende geloefden Joachim Janss dit voirss halff weer lants te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraeders Meeus Adriaenss ende Jan Meeuss.
Fol. 144 r.
Erfdelinge aengebrocht tusschen Ariaen Janss Vendricht, Steven Aertss met Anniken Jansdochter, daer sij haer sterck voor maecken ende Bastiaen Aerts desen xje martij anno xvC ende 77.
Inden iersten Ariaen Janss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een half weer lants met Steven Aertss ende Anniken Jans, haer beijer suster, ghegeetet (sic) het Aeng(?) weer, streckende vande halven dwersloot aff aent noorden eijnde buijten den Veerschen dijck zuijtwaert op totten halven dwersloot toe die over die suijen sijde leet van Donxen binnendijck vanden Ouden Polder.
Noch vander halven noetboom aff aent noorden eijnde int selve weer suijtwaert op totten halven sloot toe die aen die noertzijde vanden Schedeldijck leet, mits wel geconditioneerde voerwaerde dat Ariaen Jans ende Anniken sijn suster haer blockinghe altijt tzamen hebben sullen. Ende Steven Aertss sijn blockinghe met Jijken Vas Peters wedue met haerder complicijen ende den houtwas staende op dit selve halff weer een ieghelijcken sal hebben sijn portie.
Nu Bastiaen Aertss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op eenen halven werff int selve weer als boven aenden oosten cant bedeelt, streckende vanden Donxen binnendijck aff vanden Ouden Polder aent noirden eijnde suijtwaert op ter halven noetboom toe.
Noch op een vierendeel in een weer lants onbedeelt, gecoemen van Willem Ariaen Peters dochter. Streckende vanden halven dwersloot aff aen die zuijden sijde vanden Doncksen dijck vanden Nieuwen Polder aent noerden eijnde suijtwaert op ter halven Poelsloot toe. Bastiaen Aerts cum suis met haren erve westwaert ende Lijsken Jan Wilm Wouter wedue cum suis oostwaert met allet geene der metten recht toebehoirt.
Noch met xxv stuivers jaerlijcxe losrenten te opbueren ende te ontfangen, gecoemen van de selfde Wilmken Ariaen Peterss Schoemakers ende Ariaen Aertss Schouten.
Fol. 144v.
Testamentum Neeltghen, Mariken en Jacobxken Ariaen Ariaen Wilms dochteren.
Desen xiiije martij anno xvC seven ende tzeventich compareerden voorden heemraet van Raemsdonck Neltghen Ariaens, Marijken Ariaens ende Jacoba Ariaen Ariaen Wilms dochteren met haren gecoren voicht die sij koisen metten mont ende haer die heer gaff metter handt zo als recht was. Ende hebben tzamen ende ieghelijcken bijsonder met vrijer deliberatie van rade, gaende ende staende, haer vijf sinnen wel machtich sijnde, reciproce, over ende wederover gegundt ende gemaeckt ende begeerdt, gunnen maicken ende begeeren mits desen offer een ofte twee van hem allen sonder wettighe ooren achter te laten afflijvich wordt, dat die lanckxe van hem allen int leven blijvende haere goederen, zo have als erve teghenwoordighe ofte toecomende sullen hebben ende gebruijcken, eewelijck ende erffelijck sonder toeseggen van iemanden.
Noch hierenboiven begeeren dese voors testamentaires oft sij alle drie sonder wettighe geboerten achter te laten afflijvich woirden dat alsdan Dinghen haerder alder moeder van dese haere achtergelaten goeden sal hebben ende genieten die bruijckweer ende bladinghe. Ende nae die doot van Dingens voirss dese voirs goederen te succederen, erven ende besterven op die gerechtighe erfgenamen. Begeeren daer omme dat dit haere iegenwoordich testament ende uuterste wille sal worden gehouden voor goet, vast ende van vasder weerden als donatie ende municipael wel ad pias causas, gelijck dat volcomelijck sijn effect behout te sorteren. Al waert oick datter eenighe dipositie van gestreven rechten meer inne behouden te wezen, want sij verclaren het selffde te sijn haren utersten wille ende meijninghe. Sonder arch ende list.
Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Johan Segerss, Ariaen Aerts Schouten, Ariaen Janss Vendricht ende Dierck Ariaenss. Coram Ffrans Gerits den stadthouder tot Raemsdonck.
Ariaen Wiercken, Omghen zijn huijsvrou.
Eodem anno et die compareerde Ariaen Wircxen, gaende ende staende, sijn vijff sinnen wel machtich zijnde als dat cloeclijck voor ooghen bleeck ende heeft gewilt ende begeert als dat Omghen sijnder huijsvrouwe in zo verre hij ierst aflijvich wordt, sal hebben ende gebruijcken, haer leven lanck allen haere goederen die sij tzamen hebben, zo haeve als erve oft hier namaels duer besterven vercrijghende moeghen ende nae haer doot te wezen haefdelijck, halff ende halff, naden zuijthollantschen recht uutgescheijden het landt inde acker het welcke sullen hebben, houden ende gebruijcken Omghens voirs erfenaemen, nu ende ten eewighen daghen, sonder toeseggen ende meninge van iemanden. Ende oft gebuerde dat dese twee testamentuer eenighe quade fortuijnen ofte noot overquame, zo dat sij met haere deze goeden haer leven niet en zoude moghen sustenteren, zo sullen sij haer gerechticheijt inde acker moeghen aenverden ende verhantplichten tot haerder eighen nootruft. Begerende daeromme dat dit haer ieghenwoordighen testamente ende uutersten willen sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder werden. Actum als boven, heemraders als boven.
Dezen xije junij anno xcvjen (12-6-1596) heeft Adriaen Wircxz van dit testament gerenuntieert ende oversulcx begeert hij mij secretaris gecasseert te woorden (Het testament is ook doorgehaald).
Fol. 145r
Transport op datum: 20-3-1577.
Verkoper: Peter Diercken.
Koper: Bastiaen Dierckxz Groeijen.
Betreft verkoop (met verlije) van: Een stuk land.
Belend noord: halve Vlaeijkensstraet.
zuid: halve Broeckxen.
oost: Goest Zegersz c.s.
west: Adriaen Gijsbrechts Buijs c.s.
Koopsom: 43 ponden groten Vlaems (1 pond = 6 karolus gulden).
Te voldoen als volgt: Op 3 achtereenvolgende St. Jansdagen. De eerste St. Jansmis ’77.
Op St Jan. ’77 ontvangt Peter Diercken 15 pond. Hij zal de renthen en chijsen van ’78 voldoen. Daarna volgen nog wat ingewikkelde verrekeningen tot voldaan is.
Fol. 145v.
Transport op datum: 20-3-1577.
Verkoper: Peter Diercken.
Koper: Cornelis Diercken den Wever.
Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een sestendeel in een stuck lants gelegen aen Huijghen Sijlken, onbedeelt met Lijsken Diercken ende haere weeskijnderen.
Belend noord: halver groter Kil.
zuid: halven slootken buijten dijckx.
oost: Cornelis Tueniss.
west: Beris Cornelis cum suis met zijnen erve.
Eodem anno et die (op hetzelfde jaar en dezelfde dag) compareerde Peter Diercken en heeft overgegeven Cornelis Diercxs voirs. tot een bijpandt sijn aengedeelt, streckende van Meerten Diercken erve aff aent noirde eijnde zuijdwaert op ter halver Kae toe. Jan Gijben met zijne erve gelegen westwaert ende Cornelis Adriaens oostwaert. Ende dat ter tijt ende ter wijlen toe voor Peter Diercken dit bovengescreven erve gelost ende gevrijt heeft.
Koopsom: niet genoemd, maar is betaald op 30-3-1577.
Transport op datum: 20-3-1577.
Verkoper: Bauwen Joosten.
Koper: Commer Tuenis.
Betreft verkoop van: een half huijs met half het binnendijckx lant.
Belend noord: het slootken buijten den dijck.
zuid: eersten slootken buijten den Diefdijck.
oost: Ariaen Peters Schoenmaeckers met sijnen erve.
west: Commer Tonis int selve landt ende erve.
Koopsom: 32 ponden groten Vlaems min xx stuijvers.
Te voldoen als volgt: te betalen op 4 achtereenvolgende St. Jansdagen midzomer, waarvan de eerste St. Jansmisse ’77.
De volgende tekst staat ná de transportacte op fol. 146r.
Hierop desen wilcuer bovengescreven kenden Bauwen Joosten ontfangen te hebben acht pont Vlaems min vijff stuijvers den iersten dach.
Bekenden Bauwen Joosten noch ontfangen te hebben uut handen van Tuenis Anss van wegen ‘tweeskijnt die somme van vier ponden Vlaams min vijf groot half vanden tweeden dach. Actum 4-6-’78.
Bekenden Bauwen Joosten van Jan Peters Crol ontfangen te hebben vier ponden Vlaams min vijf groot ende bekent hier mede den wilceur ten vollen betaelt den iersten penck metten lesten dezen 2-11-’78
Bekenden Bauwen Joosten desen geheelen wilceur ten vollen betaelt te wezen zo van Tuenis Anss als voicht van Commer sijns soens weeskijnt als van Jan Crollen en iersten penninck metten lesten actum 8-3-’80
Fol. 146r.
Transport op datum: 20-3-1577 (eodem anno et die).
Verkoper: Commer Tuenis.
Koper: Bauwen Joosten.
Betreft verkoop van: sijn aengedeelt alzo groot ende cleijn in qualiteijt als hem dat ofte zijn huijsvrouwe, van Ariaen Janss de Bont aengecoemen ofte aenbestorven is, geleghen int Leechveen.
Belend noord: de Bancken.
zuid: Kae.
oost: Aert Ariaens wedue met haren erve
west: Ariaen Peter Schoenmakers.
Koopsom: niet genoemd, maar hangt mogelijk samen met de transactie hiervoor.
Fol. 146v.
Transport op datum: 21-3-1577.
Verkoper: Baeijen Mathijs ergenaemen: Ariaen Deniss voir hem selven, Cornelis Ariaenss voir hem selven, Ariaen Mathijss voir hem selven ende mede vervangende Jan Mathijs weeskijnderen, daer hij rechte bestorven voicht aff is, ende den stathouder als oppervoicht, Marij Mathijs dochter voir haer selven met haeren gecoiren voicht Ffrans Geritss stathouder, die haer metten recht gegeven was.
Koper: Willem Geritss.
Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een stuck lants gelegen achter Cornelis Hermanss
Belend noord: eerste slootghen buijten den dijck, waer neven ten naesten gelant is Dries Ariaenss cum suis met sijnen erve aen die oostzijde.
zuid: Cornelis Hermanss werff.
west: Lauwereijs Janss cum suis
Koopsom: 24 ponden groten Vlaems.
Te voldoen als volgt: de helft gereet, de andere helft half meert ierstcomende anno acht ende tzeventich scrijvens Luijck.
Verklaring van voldaan zijn op: De helft op bovenstaande datum. Verklaringen voor de andere helft zijn er van:
Marij Tijsdr 12-6-1579
Ariaen Mathijs 19-4-1580.
Cornelis Ariaens op de vervaldag.
Haesken Jan Mathijs weeu voir haer ende hairen kinderen.
De schout voir Cornelis Adriaenss 5-11-1579.
Fol. 147r.
Transport op datum: 21-3-1577.
Verkoper: Baeijen Mathijs ergenaemen: Ariaen Mathijss voir hem selven ende mede vervangende Jan Mathijs sijns broers weeskijnderen, ende den stathouder als oppervoicht, Cornelis Ariaenss voir hem selven, ende Marij Mathijs dochter met haeren gecoiren voicht Ffrans Geritss stathouder, die haer metten recht gegeven was.
Koper: Ariaen Deniss.
Betreft verkoop (met vrijer giften) van: een stuck lants gelegen int Geijl.
Belend noord: halve Geijlsloot.
zuid: den dijck
oost: Gijb Segers.
west: Gijb Segers.
Koopsom: 29 Karolus gulden oft
mits wel geconditioneerde voirwaerde als dat Ariaen Deniss voerss stil sal staen ende geen gelt ontfangen van eenighe andere goederen voir die ander vier bovengescreven partijen ieghelijcken ontfangen sullen hebben voir sijn portie die somme van xxix Karolus gulden ende als dan voirts mede te deijlen in als zo die ander vier erffgenamen sijn quoet, portie ende gerechticheijt.
Ende heeft op dit voirs lant ontfangen Ariaen Deniss drie Karolus gl., facit tsamen sijnen ontfanck xxxij Karolus gulden den iersten dach.
Fol. 147v.
Transport op datum: 9-4-1577.
Verkoper: Die gemeen erffgenamen van Baeijen Mathijs ende Neeltghen sijnder huijsvrouwe: Ariaen Mathijs voor hem selven ende mede vervangende Marij sijn suster ende Cornelis Ariaen Muelder ende mede als gerechte bestorven voicht van Jan Mathijs sijns bruers weeskijnderen, Ariaen Deniss voir hem selven, Frans Geritss, stathouder tot Raemsdonck, als gemachtich van mr. Deoniss(?) ende van die van Dordrecht ende Jan Janss van Breda.
Koper: Quijrijn Peter Henrickx ten Rijen.
Betreft verkoop van: een halven geer onbedeelt, te weten dat voirste block.
Belend noord: eerste dwerslootken
zuid: halven Leechenwech.
oost: Neeltghen Gerit Wouters wedue met haren erve
west: Dinghen Jan Clauwen met hare consorten.
Koopsom: vijff pont Vlaams als haer portie is aan de erfgenamen betaald op 18-2-1578.
Transport op datum: 15-4-1577.
Verkoper: Peter Ockerss voir hem selven ende Corstiaen Gijsbrechts als gerechte bestorven voicht ende toesiender van Mercelis Ruijseneers weeskijnt (verderop blijkt dit Lijsken Mercelisdr te zijn, zij blijkt in 1585 getrouwd met Willem Thomasz) ende Cornelis Mercelis voir hem selven.
Koper: Jan Ariaenss. (blijkens twee losse briefjes: Jan Ariaens Cleermaker).
Betreft verkoop van: een huijs ende erve daer aen gelegen.
Belend noord: halve wech voir die duere.
zuid: Cornelis Peterss erve.
oost: Peter Henricxz.
west: Jan Goeijerss Coens.
Koopsom: 23 ponden grote Vlaems, die helft Corstiaen Gijsbrechts ende die anderhelft Peter Ockers ende Cornelis Mercelis tzamen.
Te voldoen als volgt: op vier opvolgende meijdaghen.
Verklaringen van voldaan zijn op:
6-9-78, Cornelis Mercelis bekent hem volder betaelinge van Jan Ariaenss.
6-9-78, Corstiaen Gijsbrechts ontvangt van Jan Adriaens 25 Kar.gl. 172 st. als eerste termijn voor het weeskijndt en Peter Ockers is hiermede betaelt den eersten dach.
19-6-1579, Corstiaen Gijsbrechts ontvangt van Jan Adriaens 25 Kar.gl. 172 st.
21-6-1580, (apart briefje) Wij Henrick Stockman, schout indie Vrijhoeffve als oppervoicht van Lijsken Mercelis (zij ondertekent zelf als Lijsken Ceelen) dochter met Jacob Goijaerts als voicht ende toesiender van’t meijsken voirss bekennen 26 Kar.gl te hebben ontvangen van Jan Ariaenss.
Vuijt den voirss wilcuer draecht Peeter Ockerss over Corstiaen Gijsbrechtss tot behoeff Mercelis Janss weeskijnt zijn aenpaert ende gerechticheijt daer hij inne gerecht is, te weten die somme van thien Karolus guldens ende vermeet hem geen recht meer inde boven gescreven wilceur int groot ofte cleijn. Gedaen voir schout ende heemraet Dierck Adriaenss ende mij present.
18-12-1581, (Op een los briefje, niet in de acte terug te vinden:) Ariaen Jan Aerts bekent te hebben ontvangen van Jan Ariaens Cleermaecker 3 pont en nog een pont grooten Vlaems, in presentie van Lenaert Peters en Adriaen Corneliss.
8-3-1585, (Op een los briefje en in de tekst:) Willem Thomas den jonghen als man ende voicht van Lesken Mercelisdr, nu ter tijt woonachtich in ‘sGravenmoer, bekent ten vollen betaelt te zijn in presentie van Corstiaen Gijsbrechts en Claes Adriaenss ‘thooffs bode, ende Adriaen Cornelis, schrijver deses (van het losse briefje).
Fol. 148v.
Transport op datum: 2-5-1577.
Verkoper: Corstiaen Gijsbrechts als gerechte bestorven voicht van Mercelis Jansz Ruijseners’ weeskijnt ende Peter Ockers voir hem selven.
Koper: Jacob Jansz van Dongen.
Betreft verkoop (met eenen verleije) van: het portie ende aangedeelt van de verkopers (Corstiaen Gijsbrechts 1/4 en Peter Ockers een half vierendeel) inde wijntmoelen ende rosmoelen metten erve daer die voirs moelens op staen binnen onse dorpe van Raemsdonck.
Koopsom: 350 Karolus guldens ende vijff stuijvers (Corstiaen Gijsbrechts 2332 gld en Peter Ockers 117 min 5 stuivers). Een deel contant en een deel in termijnen.
Hierna volgt een waarbochstelling (die lijkt op de omgekeerde wereld, maar misschien is het een waarborg voor de inkomsten van de molens? GAvS):
Ende tot goeder ende seker warandt ende bewaernisse van die incomende penningen, competerende Corstiaen Gijsbrechtsz, stelt Corstiaen voirss tot eenen onversterfelijcken ende singulieren waerburch vijff geerden lants gelegen inden ambacht ende dorpe van ‘sGravenmoer gelegen neven sijn stede tusschen die erffnisse van Jan Jan Rielen met sijnen erve gelegen aen die zuijdzijde ende Corstiaen Gijsbrechtsz met zijnen huijse ende erve selffde gelegen aen die noortzijde. Ende Peter Ockers stelt tot waerborch die voirss Jacob Janss twee geerden lants voir sijn incomende penningen, gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck, gemeen met Ariaen Vassen, te vrijen ende waren tot desen daghen toe ende dese voirss tijt van waerburchschap sal dueren seeven jaeren lanck nae daten van desen ende langer niet. Datum, heemraders als boven.
Fol. 149v.
Aenneminge van Brievinck Huijbrechts sijnen drie onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Marijken Jansdochter, sijnder huijsvrouwe,
desen ixe meij anno xvC 77.
Desen ixe meij anno xvC 77 compareerden Brievinck Huijbrechtsz ende heeft aengenomen van Ariaen Jansz als gerechte bestorven voicht ende Cornelis Ariaens als toesiender met decreet ende advies vande gerechte van Raemsdonck als opervoichden, sijn drie onmondige weeskijnderen verweckt bij Marijken Jansdochter, sijnder huijsvrouwe zaliger te onderhouden voir het joncxte mondich wezen sal.
En dat voor het erfdeel van de kinderen. Na deze tijd zal Brievinck Huijbrechts zijn kinderen uitreiken 400 Karolus guldens. Brievinck stelt tot onderpand (van die 400 Kar gl) voor zijn kinderen: Den acker met het weijken daer aen gelegen int Broeck.
Belend noord: halve Broexer straet.
zuid: Peter Mertens
oost: Goost Zegers met zijnen erve.
west: Marijken Jan Andries erfgenamen.
Sijn aengedeelt inden acker opt Gat, gecomen van Lijntghen Brievincx.
Belend noord: Ans Cornelis ende Peter Diercxz Groeijen cooltuijnen.
zuid: Henrick Govaerts erve.
oost: Anneke Gerit Jansz wedue cum suis.
west: Peter Ariaen Gijben erfgenamen met haren erve.
Zijn aengedeelt in de breij achter zijn huijs
Belend noord: halver Brouwetering
zuid: Peter Diercxen Groeijen cooltuijn
oost: Peter Diercxen Groeijen cum suis met zijnen erve
west: Joost Gruijters kijnderen
Als een van de kinderen sterft gaat zijn aandeel naar de overige, sterven ze alle drie gaat 300 Karolus gulden naar de erfgenamen van zijn vrouw.
Fol. 150r.
Ariaen Gijsbrechtsz; Ariaen Emmen ende Wilm Ariaensz.
Desen xiiije meij anno xvC 77 compareerden Ariaen Gijsbrechts Buijs ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Emmen ende Wilm Ariaens gesamenderhandt een stuck lants geleghen inde Oorde. Streckende vander Kae aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Ariaen Gijsbrechtsz selve met zijnen erve geleghen westwaert ende Stoffel Jacobs met sijnen erve oostwaert. Ende dit voirss erve geloofden Ariaen Gijsbrechtz, Ariaen Embrechtz ende Wilm Ariaens voirss te vrijen ende te waren naden recht vanden lande. Heemraders Jan Segerz ende Ariaen Jans Venricht.
Dezen 8en januari anno 78 compareerden Ariaen Embrechts ende gaff over met vrijer giften als recht is Wilm Adriaens zijnen swager, een gerechte vierendeel in een weer lants.
Eodem anno et die compareerden Jan Embrechtz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Huijbrechtz een gerichte vierendeel in een weer lants gemeen met Wilm Ariaensz, bedeelt opten oosten cant, geleghen inde Oirde. Streckende vander Kae aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Gijsbrecht Jansz selve met zijnen erve geleghen aen die oostzijde en het selfde lant gelegen aen die westzijde. Ende geloefde Jan Embrechtz Ariaen Huijbrechtz dit voirs erve te vrijen ende te waren tot desen daghen toe. Heemraders als boven.
Vóór het hierboven weergegeven transport staat een doorgehaald stukje dat kennelijk een aanzet was tot hetzelfde transport. De tekst hiervan luidt:
Datum als boven et die compareerden Jan Embrechtz Cleijss ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Huijbrechtz een gerichte vierendeel (doorgehaald en verbeterd in een gerechte eenhelft) in een weer lants geleghen inde Oirde. Streckende vander ‘sGravenmoerse vaert aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Wilm (einde tekst)
Fol. 150v.
Vrijgift. Joost Zegerss; Jan Geritz van Bommel.
Desen xvije meij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Joost Zegerz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Jan Geritz van Bommel sijn steede metten erve daeraen geleghen int Broeck. Streckende vander Broecxer straten aff aent zuijden eijnde noortwaert op totten halven Geijlstraat toe, Marijken Jan Dries erfgenamen met haren erve geleghen westwaert ende Jacob Raesen oostwaert.
Gaff noch over den voirnoemde Joost Zegerz met vrijer giften zo als recht is Jan Geritz voirss het rietlandeken geleghen teijnden Michiel Aertz hopacker. Streckende vanden voirss acker aff aent noorden eijnde zuijtwaert ter halver Kreecken toe, Metghen Zegers cum suis geleghen oost ende Adriaen Janss Vender west.
Ende stelt noch tot bijpandt Joost Zegerz, Jan Geritz voirss een geerde lants gemeen ende onbedeelt in vier geerden. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe, Henrick die Brouwer met sijnen consorten geleghen westwaert ende Marijken Jan Dries erfgenamen oostwaert.
Te vrijen ende te waren naden lantrecht. Seven Karolus guldens tsiaers te betaelen alle jaeren tot halff mei anno acht ende tzeventich den iersten ende mach men dese voirs seven karolus gulden jaerlijcx lossen ende aff quijten met hondert Karolusgulden eens met gancbaer gelt, den penninck xiiij metten verschenen pachten daer bij, sonder argelist. Heemraders Ariaen Peter Schoenmaickers ende Dierck Ariaenss.
Eodem anno et die zijn Joost Zegerss ende Jan Geritsz voirs, veraccordeert als dat Jan Geritz dit eerste jaer anno 77 sal hebben ende sijnden alle dat riet dat teijnden Michiel Aerts hopacker wast ende voirts alle jaeren die gerechte eenhelft te moghen snijden totter Kreeken toe. Ende dat eenen tijt continuelijck geduerende voir Joost Zegerss voirnoemt die seven Karolus guldens gelost sal hebben. Heemraders als boven.
Fol. 151r.
Transport op datum: 18-5-1577.
Verkoper: Aelbrecht Geritz voir hem selven, Peter Jansz Roskam voir hem selven ende Marijken Govaerts dochter met Ariaen Janss Vendricht, haeren gecoiren voicht die sij koijs metten mondt ende haer die heer gaff metter handt zo als recht was.
Koper: Cornelis Jansz.
Betreft verkoop van: een huijs metten erve daer toe behoirende.
Belend noord: Ariaen Tueniss erve.
zuid: halve wech voir die duere.
oost: Willem Buijs met zijnen erve.
west: pastoorije
Koopsom: betaald, maar niet genoemd.
Delinge aengebrocht tusschen Joost Zegers ende zijne kijnderen, verweckt bij Truijken Tomasdochter zijnder huijsvrouwe, dezen xxixe meij anno xvC 77.
Inden eersten Joost Zegers geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die steede metten erve daer aen geleghen, streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op totter Kae toe. Brievinck Huijbrechts cum suis met zijnen erve geleghen aen die westzijde ende Peter Ariaen Gijsbrechts erffgenamen cum suis met haren erve geleghen aen die oostzijde, met allen gebuer rechten daer toe behoirende, met die haeflijcke goederen als peerden, koeijen, beesten, imboel ende huijsraet nu ter tijt wezende. Met noch een veldeken, geheeten Reijnen veldeken. Ende sal Joost Zegers sijn cavelinghe ende der kijnder cavelinghe vrijen tot desen daghe toe.
Nu hier jegens die kijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op vier geerden lants geleghen inden ambacht van Raemsdonck, onbedeelt in sestien geerden, waer neven ten naesten gelandt zijn die erfgenaemen van Marijken Jan Dries weeu met haren erve geleghen aen die oostzijde ende Henrick Cornelis cum suis met zijnen erve geleghen aen die westzijde. Streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe.
Ende is voirwaerde dat eenen ieghelijcken sal hebben, houden ende betaelen alle commercausen dat op haer erve ende cavelinghe metten recht verobligeert zijn.
Met noch een vierendeel in een weer geheeten Joachim Oomen lant. Streckende vander halver Vlaeijkens straet aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Broecxken toe. Gijb Zegers met zijnen erve geleghen aen die oostzijde ende Bastiaen Diercxz Groeijen met zijnen erve geleghen aen die westzijde. Aldus gedaen voir Ariaen Peterss, Jan Zegersz ende Ariaen Jansz Vendricht, waervoiren partijen hebben verteghen ende hem bedanckt der goeder deijlinghe.
Fol. 151v.
Eodem anno et die compareerden Segher Joosten ende gaff over met eenen verleije zo als recht is, Dierck Ariaenss, sijnen swagher, sijn portie ende aengedeelt alzo groot ende cleijn in qualitate en quantitate als hem dat aengecoemen ende aenbestorven is van sijn moeder. Ende heeft daer van erflijcken verteghen als zijn selven daer geen recht oft eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten in eenigher manieren van nu ten eeuwighen daghen voor haer beijder nacomelinghen. Dats te weeten sijn portie ende aengedeelt in vier geerden lants onbedeelt, met noch sijn aengedeelt in Joachim Oom lant alzo groot ende cleijn, egginghe ende rugginge als die erfdeelinghe aen die ander zijde claerlijcken inhout ende vercavelt. Heemraders als boven.
Eodem die bekenden Segher Joosten vol ende al betaelt te zijn van desen uutcoop, nu ende ten eewighen daghen hier niet meer nae te vraghen ofte omme hier voir heemraders bovengescreven.
Fol. 151v.
Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).
Verkoper: Frans Geritsz Coninck als gemachtich van mr. Deonijsen ende van die van Dordrecht, blijckende bij sekere procuratie.
Koper: Ariaen Deonijsen (=Denissen) ende Peter Clauwaertz gesamenderhandt.
Betreft verkoop van: eenen halven acker saeijlant
Belend noord: Baeijen Mathijs cooltuijn.
zuid: Watersloot voir aen Vlendonck.
en noch een vierendeel inde ander helft vanden acker.
Belend noord: Baeijen Mathijs cooltuijn.
zuid: het eerste slootghen buijten onder den Diefdijck
oost: Commer Tuenis cum suis met zijnen erve
west: Jan Peters Crol.
Koopsom: 38 Karolusgulden, te betalen op 2 achtereenvolgende Bamisdagen.
Verklaring van voldaan zijn op: eerste betaling ad 3 pond Vlaams op 18-12-1577. Bij de betaling van de tweede termijn staat geen datum (wel betaald dus).
Er is dan voldaan aan: Frans Gerits.
Fol. 152r.
Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).
Verkoper: Frans Geritsz Coninck als gemachtich van mr. Deonijsen ende van die van Dordrecht, blijckende bij sekere procuratie.
Koper: Bastiaen Aertsz.
Betreft verkoop van: eenen geer, gecoemen van Baeijen Mathijsz.
Belend noord: Jan Mathijs erfgenamen.
zuid: Roeloff Ariaenss erffgenamen.
oost: Jan Mathijs cum suis’ erve.
west: halve slootghen voir aen den Leechen wech.
Koopsom: 14 ponden groten Vlaams en 30 st. op 2 achtereenvolgende Bamisdagen.
Verklaring van voldaan zijn op: 12-6-1579.
Er is dan voldaan aan: Frans Gerits.
De volgende acte is geheel doorgehaald (Meestal wordt alleen de schuldbekentenis doorgehaald nadat betaald is. Mogelijk is de koop later teruggedraaid).
Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).
Verkoper: Cornelis Gijsbrechts.
Koper: Cornelis Jan Roelen.
Betreft verkoop van: een veldeken gelegen aan Vlendonck.
Belend noord: grote watersloot tussen de Diefdijck en Vlendonck.
zuid: Cornelis Gijsbrechts.
oost: Jan Zegers met zijnen erve en Peter Jans de … (niet leesbaar) eveneens oost!? NB: Hier moet een foutje staan één van de buren moet west liggen.
west:
Koopsom: 31 Karolus gulden. Geen vermelding van betaling.
Fol. 152v.
Transport op datum: 29-5-1577.
Verkoper: Cornelis Gijsbrechts voor hem selven ende Wilm Buijsen als man ende voicht van Jacob Buijsen, sijns bruers weeskijnt.
Koper: Ariaen Aerts Schouten als voicht van Ariaen Ariaens drie weeskijnderen (in de kop staat: “Ariaen Aertsz ende Ariaen Wircken” en in de wilkeur: “Ariaen Aerts Schouten als voicht van Ariaen Ariaens alias quaeij .ee.en??).
Betreft verkoop van: met vrijer giften het vrij en het onvrij met eenen verlije zoals recht is haer gerechte portie ende aengedeelt in Peer Snacken lant. (verderop: onbegrepen zowel in huijs, have, imboel als erve).
Belend noord: halve Westcampensche straet.
zuid: halve Kreecke.
oost: Castelijnen kijnderen cum suis.
west: die conventualen van Emsteijn.
Koopsom: 35 Karolus guldens.
Verklaring van voldaan zijn op: 26-10-1577.
Fol. 152v – 153r.
Transport op datum: 6-6-1577.
Verkoper: Beris Cornelisz als voicht van Cornelis Hermans weeskijnderen met decreet ende advijse vanden gerechte als oppervoichden, Ariaen Lenaertz voor hem selven, Frans Meuss voir hem selven ende also Wilm Geritz nu absent wezen wil, zo maickt hem het gerechte tot Raemsdonck daer voir sterck nae inhouden ende uutwijsen der coopcedulle.
Koper: Dierck Rutten.
Betreft verkoop met eenen verleije van: een huijs, schuere ende erve daer toe behoirende.
Belend noord: Wilm Geritsz.
zuid: halve Molenpatsche straete
oost: Commer Tonisz met sijnen erve.
west: Wilm Geritsz met sijnen erve.
Koopsom: 41 pond groten Vlaems min 15 stuivers.
Te voldoen als volgt: in 2 termijnen, waarvan de eerste nu bij levering.
Een deel van de wilceur wordt overgedragen aan Gerbrandt Claes, waar Cornelis Hermans eertijds dit huijs en erve van gekocht heeft en waarvan nog een deel verschuldigd is.
Verklaring van voldaan zijn op: 9-5-1581 en op 12-7-1584.
Fol. 153v.
Transport op datum: 12-6-1577.
Verkoper: Dingeman Henrick Vincx.
Koper: Peter Ariaenss tot behoeff van Gijb Wijnen.
Betreft verkoop van: die tweedeel in een block lants, onbedeelt geleghen op het Gat
Belend noord: Brievinck Huijbrechts acker.
zuid: iersten halven dwarsloot.
oost: Gerit Jans wedue.
west: Gijb Weijnen int selve lant.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 153v.
Transport op datum: 12-6-1577.
Verkoper: Dingeman Henrick Vincx.
Koper: Peter Ariaenss tot behoeff van Gijb Wijnen.
Betreft verkoop van: een stuck lants geheeten het fuijcken landt.
Belend noord: Peter Ariaenss erve.
zuid: de vaert.
oost: Gijsbrecht Weijnen voirs met sijnen erve.
west: de vaert.
Koopsom: niet genoemd.
Houwelijcxe voirwaerde.
Dezen xven novembris anno Lxxvij compareerden Cornelis Jan Roelen ende Dinghen Jansdr, zijnder huijsvrouwe met haeren gecoiren voicht, haer metten recht gegeven, beijde op gaende been, gesondt van lichame ende volcomen van verstande. Ende hebben voir ons scholteth ende heemraders ondergescreven bekendt (alzo haer houwelijcxe voirwaerde wezende in date den xxixen junij anno Lxviij gepasseert (alzo sij segghen) bij heer Pauwels den pastoor, Jan Roelen, Adriaen Janss Schers, Jan Janss Backoecken, Jan Janss Roelen ende mr. Jan den Schout) bij deze troubel verloeren is ende men niet gevijnden en can, dat die selffde was getracteert ende inhoudende dat Jan Roelen met Cornelis sijnen soen van stonde aen soude geven hondert lichter guldens ende een coe ofte bedde. Ende is oick bevoirwaert zo wie van hem beijden lanxte int leven is blijvende ‘tzij hij ofte zij dat die sal hebben voir vuijt vande gereetse goederen die somme van hondert Karolus guldens eens. Ende dat allen die goederen, zo wel in Brabant als in Hollant gelegen, sullen wezen haeffdeelich halff ende half naden recht van Zuijthollant, begerende dat deze hare voorwaerde sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder werden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken zo geestelijck als waerlijck, actum als boven coram (= in tegenwoordigheid van) heemraders Jan Zegers ende Adriaen Janss Vendricht ende mij present Melis Cornelis.
Fol. 154r.
Aenneminghe van Anniken Ffrans Claes wedue, haere onmondighe weeskijnderen, gegenereert bijden voirss Ffrans Claess.
Dezen xiijen junij anno xvC 77 compareerden Anniken Ffrans Claes wedue met Ariaen Ghijsbrechts, haeren gecoiren voicht. Ende heeft aengenomen van Ariaen Claesz als gerechte bestorven voicht ende Jan Gijsbrechts als toesiender ter presentie van Jan Geritsz met de raet ende advijs vanden gerechte als oppervoichden, haere twee onmondighe weeskijnderen, het een geboren, het ander ongeboren te almenteren in cost ende dranck ende te onderhouden enz. tot de kinderen volwassen zijn.
Moeder krijgt hiervoor alle goederen die de kinderen vanwege hun vader zijn aanbestorven.
Als de kinderen volwassen zijn moet moeder hen 14 pond groten Vlaams uitreiken. Als één van de kinderen sterft moet moeder het overblijvende kind 6 pond groten Vlaams geven. Als beide kinderen sterven moet moeder de erfgenamen van haar overleden man 6 pond groten Vlaams uitreiken. Als de kinderen nog iets erven van vaders kant krijgt moeder daarvan slechts het vruchtgebruik.
Op huijden den ixen feb. 1599 bekenden Jan Gijsbrechtss van wegen Frans Claesdr, dat Jan Meeuss deze vuijtreijckinge van xvj pondt Vlaems voldaen heeft. (De bovenstaande acte is doorgehaald).
Fol. 154v.
Transport op datum: 28-6-1577.
Verkoper: Jasper Maximiliaensz als man ende voicht van Dingen Michielsdr.
Koper: Ariaen Tuenisz tot behoeff van Seger Henricxz.
Betreft verkoop van: Een vierendeel in een stuck lants gelegehen inde Donck.
Belend noord: halve Doncxe straet.
zuid: halver Keen.
oost: Zeger Henricxz selve int selve lant.
west: Joost Tuenis erfgenamen.
Koopsom: 33 Karolus guldens, een deel gereet en een deel St Jansmis midzomer 1578. Volledig betaald op 9 october 1578.
Fol. 155r.
Transport op datum: 28-6-1577.
Verkoper: Floris Cornelisz als man ende voicht van Engel Gijsbrechtsdochter.
Koper: Cornelis Peter Ghijben.
Betreft verkoop van: een huijs metten erve daertoe behoirende, staende in Engelant.
Belend noord: Sloot achter het huijs
zuid: eerste sloot vanuit het huis.
oost: Ariaen vande Corput met zijne erve.
west: Gijsbrecht Henricxz.
Koopsom: 20 ponden groten Vlaems in termijnen.
Verklaring van voldaan zijn op: 9-11-1578.
Fol. 155v.
Transport op datum: 28-6-1577.
Verkoper: Floris Cornelisz.
Koper: Gerit Andriesz, sijnen swagher.
Betreft verkoop van: een gerechte derdendeel in de helft vande huijs, schuer ende erve daertoe behoirende, geleghen in Engelant.
Belend noord: eerste sloot achter het huis.
zuid: eerste sloot voor het huis.
oost: Cornelis Peter Ghijben.
west: de erfnissen Schuerman tot Alphen met zijnen erve.
Koopsom: voldaan, niet genoemd.
Lesseninghe
Dezen xxviij junij anno xvC 77 zo heeft Gijsbrecht Henricxz als voicht van Henrick sijns soens weeskijndt rekeninghe gedaen op sijnen eedt zo recht is van nieuts ende outs al affgerekent. Summa(?) zo coempt het weeskijndt van Gijsbrecht Henricxz die somme van acht Rijns gulden eenen stuiver. Dies sal Gijsbrecht voirs die lanthuer inbueren, verschenen meij anno xvC 77 ter presentie van Lauwereijs Jacobsz den toesiender voir den schout ende heemraders Adriaen Peterss, Jan Zegers, Ariaen Aertsz.
Hier op betaelt aen Ghijb Weijnen van het weeskijnts weghen die somme van acht Rijns gulden min drie stuiver ende den schout v st. van reechtgelt. Somma zo heeft Gijsbrecht j st overgegeven.
Ende hiermede zijn alle oude crackeelen doot ende te niet, behoudelijcken dat het kijnt noch coempt die somme van iij Rijns gulden. Heemraders ten date als boven.
Welcke iij Rijns gulden toecomen van mis ende lande huer vanden acker van ….
Hier op den clerck betaelt iiij st. Welcke voors iij Rijns gulden vol ende geheel betaelt zijn ende affgereeckent inde lestleden/toecomende reeckeninghe als hier nae volcht.
Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen die gemeen erfgenamen van Huijbrecht Berthout Claeszoon, dezen iij julij anno xvC 77.
Wij Jan Zegers ende Ariaen Geritsz van Boemel, heemraders tot Raemsdonck oirconden ende kennen dat voir ons quamen die erfgenamen wijlen Huijbrecht Berthout Claeszoon, te weeten
Jan Beerten die broeder voir hem selven ende als voicht van
Volcxken Cleijs Berthouts dochter,
Jan Andries als man ende voicht van Marijken Berthouts dochter,
Jan Zegerss als gecoren voicht van Margriet Berthout Claesdochter,
Mr Ariaen Cornelis Coels als voicht van Anna Berthout Claesdochter,
Ariaen Aert Schouten als man ende voicht van Aentghen Berthout Claesdochter,
Ariaen ende Peter Joachims zonen, elcx voir hem selven ende
Jan Ariaen Gijsbers als voicht van Peter Mathijs Jans weeskijndt vanden welcken respective moedere ende grootmoedere was Neltghen Bertout Claesdochter,
kennen ende lijden van haer ende haren nacomelinghen wel ende wettelijcken jeghens malcanderen gescheijden ende geerfdeijlt te wezen vanden goeden henluijden mits de doot den voirgenoemden Huijbrecht achter gelaeten.
Inden iersten is den voirgemelden Jan Berthoutsz gedeelt op het gerechte vierendeel in een stuck lant leen zijnde onder de grave van Hollant, int Molenweer, groot int geheel neghen geerden, waer inne de tafel des heijlighen geests tot Raemsdonck toebehorende twee geerden. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noordewaerts op ter halver Mazen toe. Noch op een gerechte vierendeel uit een vierendeel in een stuck lants geleghen inden ambacht van Raemsdonck, streckende vanden halven slootghen aff binnen over den Diefdijck aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Peter ….. (?) die Bont cum suis met zijnen erve geleghen oostwaert ende Ffrans Gerits den schout int selve Lant westwaert.
Hier jeghens zijn die voirgenoemde Jan Andries met Adriaen ende Jan Berthout inde qualiteijt vande weeskijnde van Claes Berthout elcx inder qualitijt voirss gescheijden ende geerfdeelt op gelijcke contingent ende partagie vanden landen voirs, gelijck den voirnoemden Jan Berthout Claessen in sijnen prive (=eigen) name gedeelt is.
Item die voirgenoemde Jan Zegers ende Adriaen Aerts inden name als voiren zijn gescheijden ende geerfdeelt tzamen op die tweedeelen van seven geerden lants liggende in Grootwasbeeck. Streckende vande oude Straet aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe, Joost Baeijens met zijnen erve geleghen westwaert ende den Heijlighen Geest tot Wasbeeck aen die oostzijde.
Noch op die helft scheijdinghe in een stuck lants geleghen inde ackerkens. Streckende vant halff slootken aff aenden gebranden werff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, die vicarijsen met haren erve geleghe westwaert ende Cornelis erfgenamen int selve lant oostwaert.
Item die voirgenoemde Adriaen ende Peter Joachims met Jan Ariaen Gijbens inder qualiteijt voirss zijn tzamen geerfdeelt op twee geerden geleghen inden ambacht voirss, streckende van Ariaen Ariaens alias Lueskijndt cooltuijn aff aent zuijen eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe.
Noch op een geerde ofte weijnich min geleghen inden Ambacht van Groot Wasbeeck, streckende vander ouder straet aff aent zuijden eijndt noirtwaert op ter halver Maezen toe.
Allen dezen voirs perceelen onbegrepen der maten ende zo groot ende cleijn als zij geleghen zijn te vrijen ende waren met den heerlijcke ende andere erfchijnse die op sommige vanden perceelen voirss staen. Hier mede bedanckten hem die voirgenoemde partijen goeder scheijdinghe ende deijlinghe ende hebben op malcanderen gedaen behoirlijck verticht met rechte. Oircondt van deze hebbe ick Ffrans Geritsz de Coninck, schouteth tot Raemsdonck mijne zegele (dien ick in saecken van partijen zij gebruijckende) den derden julij anno xvC 77.
Ende is in deze bovengeschreven deijlinghe voirwaert ende expresselijcken ondersproken in enighe voirmelde parceelen, zo wat renthen zo los als erve metten rechte verobligeert zijn sullen malcanderen partijen helpen draghen ende afflegghen.
Die voirgenoemde Jan Beerthen, Jan Andriess, Adriaen Joachims cum suis ende het weeskijnt van Cleijs Berthen moeten tzamen uutreijcken Adriaen Aerts ende Jan Zegers tot behoef Maergriet Berthout Claesdr die somme van xx Rijnsche gl eens verschenen meij anno 77.
Bekenden Adriaen Aerts van Frans Beijens van weghen Volcxken Cleijsdr vol ende geheel betaelt voir haer part.
Die voirnomede Ariaen Joachims cum suis moeten boven dezen noch uutreijcken den selven Adriaen Aerts ende Jan Zegers inden name voirss xvj Rijnsche gulden eens verschenen meij anno 77.
Ende boven allen dezen beloven dese voirnoemde erfgenamen tot een leengoeden den geenen die daer op gedeelt zijn, ten versoecke ende ontfanghe van dien te helpen, elcx pro rato. Ten date als boven.
Fol. 157r.
Transport op datum: 4-7-1577.
Verkoper: Adriaen Janss Vendricht voir hem zelve ende mede vervangende Steven Aertsz, Bastiaen Aerts, sijn swagers ende Anniken Jansdochter, sijnder suster, daer hij hem sterck voir maeckt.
Koper: Damiaen Bartholomeusz.
Betreft verkoop (met ene verleije) van: een stuck lants gelegen op die Kille inden ambacht van Raemsdonck
Belend noord: halver Vaert.
zuid: Donga.
oost: Damiaen voirs met zijnen erve.
west: Mr. Henrick van Asten cum suis.
Koopsom: 300 rijnsgld.
Te voldoen als volgt: helft op datum koop, andere helft Lichtmis daeraenvolgend.
De helft is voldaan op datum koop. Van de rest geen vermelding.
Fol. 157v.
Transport op datum: 4-7-1577.
Verkoper: Cornelis Gijsbrechts.
Koper: Cornelis Jan Roelen
Betreft verkoop van: een stucxken erfs geleghen aen Vlendonck.
Belend noord: Watersloot.
zuid: halve sloot voor aan Vlendonck daer die willighen op staen.
oost: Jan Zegers met zijnen erve.
west: Peter Jans de Bont.
Koopsom: 31 Karolusgulden te betalen Lichtmis naestkomende.
Verklaring van voldaan zijn op: 10-2-1578.
Transport op datum: 4-7-1577.
Verkoper: Peeter Dircxen voir hem selven ende mede vervangende Ariaen Diercxen, zijnen broeder ende Lijsken zijnen suster met Bastiaen Beerthen haer twee weeskijnderen daer hij hem sterck voir maeckt.
Koper: Damiaen Meeus.
Betreft verkoop van: een stucxken lants geleghen int Rijsbroeck.
Belend noord: de Vaert.
zuid: de Kille
oost: die Vaert.
west: Damiaen Meus.
Koopsom: voldaan maar niet genoemd.
Fol. 158r.
Transport op datum: 11-7-1577.
Verkoper: Jacob Andriess voir hem selven ende vervangende Sijken Andries, Huijbken Andries, Ariaenken Andries ende Peter Jacobs als man ende voicht van Claesken Andriesdochter, voir welcke comparanten hij hem sterck maickt ende Jacob Cornelis voir hem selven als man ende voicht voir Hilliken Andriesdr. (blijkens quitantie erfgenamen van Andries Adriaens).
Koper: Jacob Raesen.
Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen op die Vlaeijkens, bedeelt opten westencant met het ander vierendeel.
Belend noord: halve Poelsloot.
zuid: halve dwersloot voir aen Peer Jan Lemmens erve.
oost: Ariaen Peters int selve lant.
west: Jacob Raes voirss met zijnen erve.
Koopsom: 15 ponden groten Vlaams.
Te voldoen als volgt: 5 pond gereet, de rest op twee St Jansdagen midzomer achtereen zonder middel vervolgende.
Verklaring van voldaan zijn (=laatste termijn) op: 6-3-1580.
Er is dan voldaan aan: Huijbrecht Cornelis voir hem en voir allen Andries Adriaenss erfgenamen. (Hier is een aparte quitantie van aanwezig).
Fol. 158v.
Transport op datum: 18-7-1577.
Verkoper: Jan Adriaens.
Koper: Dierck Gruijters tot behoeff des rentmeesters vrou (volgens de kop); Dierck Gijsels tot behoeff van die wedue vande rentmeester Jan vanden Berch (volgens de tekst)
Betreft verkoop van: vijff geerden lants gelegen met vier geerden lants bedeelt opten westen kant.
Belend noord: halver Maese.
zuid: Ariaen Tuenisz cooltuijn.
oost: Huijbrecht Jans de Bonts wedue met haren erve.
west: de wedue voirss selve int selve lant.
Koopsom: betaald, niet genoemd.
Fol. 158v – 159r.
Transport op datum: 25-7-1577.
Verkoper: Ariaen Mathijsz voir hem selven ende mede als voicht van Jan Mathijs zijns bruers weeskijnderen Ariaen Denisz voir hem selven ende Ffrans Gerits den schout uuten naeme van Cornelis Ariaens ende Maerijken Mathijsdr daer hij hem sterck voir maickt.
Koper: Gijsbrecht Zegerss.
Betreft verkoop van:
Belend noord: straet binnendijcx.
zuid: halve Broecxken.
oost: Gijsbrecht Zegers selve met zijnen erve.
west: dezelve Gijsbrecht cum suis.
Koopsom: 10 ponden grooten Vlaems min 30 stuivers te betalen op twee St Jansdagen achtereen, te beginnen ’77.
Verklaring van voldaan zijn op: 24-9-1578.
Er is dan voldaan aan: Ariaen Mathijss, Ariaen Deniss, Cornelis Adriaenss, Marij Mathijsdr ende Haesken Jan Mathijs weeu.
Hebben oick opten selven dach Ariaen Deniss den schout ende Ariaen Mathijs aff gerekent zo hebben zij bij rekeninghe bevonden dat Ariaen Mathijs met sijnder complicien tzamen ontfangen hebben die somme van xij Lx gulden dat Ariaen Deniss stil heeft gestaen.
Fol. 159v.
Transport op datum: 11-8-1577.
Verkoper: Neltghen Huijbrecht Jansz weeu met Peeter Jansz de Bont, haren gecoren voicht die sij kois metten mondt ende haer die heer gaff metter handt zoal recht was.
Koper: Dierck Gijselsz tot behoeff van die wedue van Jan van den Berch
Betreft verkoop van: vier geerden lants geleghen achter Ariaen Tuenisz, bedeelt opten oosten candt.
Belend noord: halver Maese.
zuid: Ariaen Tuenisz cooltuijn.
oost: Stoffel Willemsz cum suis met zijnen erve.
west: de rentmeesters wedue selve int selve lant.
Koopsom: betaald, maar niet genoemd.
Fol. 160r.
Transport op datum: 4-9-1577.
Verkoper: Lijsken Jan Wilm Wouters wedue met Dierck Ariaensz, haren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende Wouter Wilmss als voicht van Jan Wilmss (zijns bruers) weeskijnt ende Peter Diercxen als voicht van Bastiaen Beerten weeskijnderen.
Koper: Frans Dierck Geritsz vanden Berghe.
Betreft verkoop van:
Belend noord: Adriaen Verkerc (?) goet.
zuid: halve Poelsloot.
oost: Marijken Jan Andries erfgenamen met haren erve.
west: Ariaen Peter Schoenmakers met zijnen consorten.
Koopsom: betaald, niet genoemd.
Transport op datum: 4-9-1577.
Verkoper: Willem Cornelisz.
Koper: Cornelis Petersz, zijnen neve.
Betreft verkoop van: een half ackerken saeijlants min een vierendeel
Belend noord: Aentghen Jan Mathijs wedue cooltuijn.
zuid: het slootghen buijten onder de Diefdijck.
oost: erfenisse Peter Clauwaerten ende Ariaen Denisz.
west: Jan Peters Crollen.
Koopsom: betaald, maar niet genoemd.
Transport op datum: 4-9-1577.
Verkoper: Cornelis Peeters.
Koper: Ariaen Deniss ende Peter Clauwaerts.
Betreft verkoop van: hetzelfde stuk land als hij hiervoor juist gekocht heeft.
Koopsom: 17 Karolus gulden ende 10 stuivers.
Te voldoen als volgt: 4 gld gereet, de rest mei ’78. De 4 gld worden gelijk betaald, vervolgens staat er:
Bekenden Cornelis Peters van Adriaen Denis hem vol ende geheel betaalt voir zijn portie den iersten penck metten lesten dezen 27e septembris anno 78.
Bekenden Cornelis Peters van Peter Claess (sic!) vol ende geheel betaalt den iersten penck metten lesten, actum den xvije octobris anno 78.
Fol. 160v.
Erfdeelinghe aengebrocht tusschen die wedue ende erfgenamen van Andries Stoffels, dezen iiije september anno ’77.
Inden iersten die wedue, geloet, gecavelt ende geërfdeelt op die stede geleghen opt hooch veer tussen die erffenisse Tuenis Tueniss Clostermans met zijnen erve geleghen oost ende Peter Sconincx west, streckende van Jan Meeuss erve aff aen ‘tzuijt eijnde noortwaert op ter Donga toe.
Hier jegens die gemeen erfgenamen geloot ende geerfdeelt op een geerd lants geleghen in Aen Eris weer, onbedeelt int half weer opten oosten cant. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe, Jan Thijs erfgenamen geleghen oost ende Jan Andries erfgenamen west, met x st. losrenten daer jaerlijcx uut gaende. Met noch op een perceelken erfs, Jacob Fasen west ende Ariaen Peterss int selffde weer west, streckende vanden halven Poelsloot aff zuijtwaert op tot den dwersloot toe aen Peer Jan Lemmens erf. Alzoo groot ende cleijn als haer dat van Andries voirs aenbestorven is.
Dies sal die wedue die erfgenamen hierenboven noch uutreijcken die somme van achtalff ponden groten Vlaams, te betalen op twee St Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolgende, waeraff den iersten wezen sal St. Jan anno acht ende tzeventich ende negen ende tzeventich den lesten.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘tsHeeren handt te onderhouden op een boete van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewicht, te gaen nae peijnen recht. Aldus gedaen voir Ariaen Peters, Jan Zegers, Ariaen Aertss ende Ariaen Jansz, waer voren partijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.
Fol. 161r.
Transport op datum: 4-9-1577 (eodem anno et die).
Verkoper: Cornelis Diericxz voir hem selven ende Ariaen Jans Reool voir hem selven.
Koper: Jan Stoffelen, Staes Huijben ende Commer Huijbrechts.
Betreft verkoop met (verlije) van: haer gerechticheijt in een geer lants geleghen in Ariaen Andries weer
Belend noord: halve Geijlsloot.
zuid: halve Maze.
oost: Jan Mathijs erfgenamen.
west: Jan Andries erfgenamen.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 4-9-1577.
Verkoper: Cornelis Diericxz voir hem selven, Jan Stoffelen voir hemselven, Ariaen Jans Reool voir hem selven, Staes Huijben voir hem selven ende Commer Tuenis voir hem selven.
Koper: Jacob Raesen.
Betreft verkoop van: een gerechte vierendeel in stuck lants geleghen op die Vlaeijkens.
Belend noord: halve Poelsloot.
zuid: dwaersloot over de Geijldijck, die voir Aen Peer Jan Lemmens erve leijt.
oost: Ariaen Peter Schoenmakers oost.
west: Jacob Raes selve int selfde lant.
Koopsom: 10 ponden groten Vlaems te betaelen op twee Sint Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolghende. De eerste St. Jan 78.
De eerste betaling op 23-9-78. Bij de tweede en laatste staat geen datum.
Fol. 161v.
NB: De volgende wilcueren houden evenenals de voorgaande 2 transporten verband met de erfdeling daaraan voorafgaande. Zie ook de daarin genoemde uitreiking.
Tuenghen Peetersdr.; Staes Huijbrechts.
Compareerden Tuentghen die wedue van Andries Stoffelen met Jan Stoffelen, haeren gecoiren voicht ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wezen Staes Huijbrechts achtalff ponden groten Vlaams, te betalen op twee St Jansdaghen, waeraff den iersten wezen ende verschijnen sal St. Jan midsomer anno acht ende tzeventich ende den tweeden anno neghen ende tzeventich onder ‘tverbant van allen haren goeden geen uutgesondert, voir den iersten peninck metten lesten betaelt sal wezen, heemraders als boven.
Desen xjen maij xvC Lxxxiij bekende Staes Huijbrechts desen voirs wilceur vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten in presentie van Frans Gerits, schout, Jan Zegers ende Adriaen Aerts als heemraders met meer andere ende mij present ………
Staes Huijben, Commer Huijben; Cornelis Diercxs.
Eodem die compareerden Staes Huijbrechts voir hem selven ende Commer Huijbrechts voir hem selven ende hebben rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is, schuldich te wezen Cornelis Diercxen, haren swager, die somme van een en dertich rijnsche gulden iiij st. te betaelen op twee St. Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolgende waer aff den iersten wezen ende verschijnen sal St. Jan anno acht ende tzeventich onder ‘tverbant van alle haren goeden, hebbende ende vercrijgende, geen uutgesondert, voir de iersten penck metten lesten betaelt sal wezen. Heemraders als boven.
Staes Huijben heeft Cornelis Diercxz voir sijn portie betaelt, die helft vande iersten dach ende op den lesten dach gl vijff (sic!) ….
Cornelis Diercxz bekenne hem vol ende geheel van Staes Huijbrechts betaelt te wesen den iersten penck metten lesten, desen xijen meij Lxxxj.
Fol. 162r.
Erfdeelinghe aengebrocht tusschen die wedue van Commer Tueniss ende haer onmondich weeskijndt verweckt bij den Commer Tueniss voirss. dezen vijen septembris anno xvC.
Inden iersten het weeskijndt, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op halff den acker geleghen inden Molenpadt, bedeelt opten oostencandt, streckende van het slootghen buijten over den Diefdijck aff aent zuijden eijnde noirtwaert op tot Aen Beris erve toe oft als den westen acker streckt, met noch die werffkens halff streckende vanden halven Poelsloot aff noirtwaert op totter halver Verscher straet toe. Ffrans Geritss cum suis west ende Bastiaen Aertss cum suis oost. Met noch halff het binnendijcx lant sttreckende vanden werff aff noirtwaert op totten iersten slootghen toe buijten over den dijck bedeelt opten oostencandt, Ariaen Peters Schoenmakers oost ende Dries Ariaens int selve landt west. Met alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende.
Hier jeghens die wedue geloot, gecavelt ende geërfdeelt op halff den acker geleghen inden Molenpadt, bedeelt opten westencandt. Peter Claess cum suis west ende het voirss weeskijndt oost. Streckende van het slootghen buijten over den Diefdijck aff aent zuijden eijnde noirtwaert op tot Aen Beris erve toe. Met noch die Vlaeijkens streckende vander halver Vlaeijkens straet aff noirtwaert op totten halven Poelsloot toe. Jan Ariaen Peters geleghen west ende Gijsbrecht Zegers cum suis oost. Met vier stuivers …. erfgelts die den Heijlighen Geest tot Raemsdonck daer jaerlijcx op heffende is ende alle gebuerlijcke rechten mede te onderhouden.
Ende blijft hier noch onbedeelt die stede inden Molenpat, streckende vanden acker aff als boven noirtwaert op ter slootghen toe t’eijnden de werff, Ariaen Peters oost ende Dierck Rutten west. Met noch het gerechte vierendeel in Tuenis Anss steede, Cornelis Tomass oost ende Ariaen Jochems west met noch het gerechte vierendeel in acker inde Hoeve, Wilm Geritss cum suis geleghen noirden ende Lauwereijs Janss zuijden met noch halff die rouwer (=slootje) onbedeelt. Streckende van Joost Baeijens erf aff zuijtwaert op totter Ouder Vaert toe, Beris Cornelis West ende Ariaen Joachims oost. Met noch ses geerden onbedeelt in twelff geerden, Ariaen Peters cum suis oost ende Govaert Everaerts weeu cum suis west.
Aldus aengebrocht voir Ariaen Peters, Ariaen Aertss, Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss als heemraders, waer voren partijen hebben verteghen ende bedanckt der goedere schifftinghe ende deijlinghe. Mij aldus condich. Melis Corneliss.
Fol. 162v.
Desen xxiijen septembris anno 77 compareerden Cornelis Wilmss ende heeft hem bedanckt goeder betaelinghen van Bastiaen Diercxen Groeij den iersten penninck metten lesten van het gerechte derdendeel, te weeten zijn portie van alsulcken rentbrieff als hij met zijnder complicien op den voirss Bastiaen Diercxz erven hebbende is, te weeten het gerechte derdendeel van het hootgelt metten vrijgift al affgelost ende afgequeten in presentie vande schout Peter Janss de Bont, Peter Wouterss ende mij present Melis Cornelis.
Transport op datum: 25-9-1577.
Verkoper: Aerdt Mertens.
Koper: Adriaen Claess tot behoeff van Ffrans Dierck Geritss
Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Cleijn Donghe
Belend noord: halve dijcksloot
zuid: halve Keen.
oost: Sander Tuenisz.
west: Frans Diercxz voirss.
Koopsom: niet genoemd.
Desen xijen novembris anno Lxxviij compareerden Steven Aertsz ende Aerdt Mertens ende hebben elcx bijsonder Ffrans Dierck Geritz geconstitueert ende tot eenen onsterfflijcken waerburch gestelt, te weeten Steven Aertz voir die eenhelft een geerd lants in achtalff geerden geleghen inde Donghe, streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Steven Aertz gelegen cum suis oost ende Met Huijben cum suis west, ende Aerdt Mertenss voir d’ander helft stelt oick een geerd lants geleghen int selffde weer, streckende als voiren, Joachim Meeus oost ende Joost Lauwereijss west. Spruijtende dese waerburchtocht vuijt saicke datter niemant vuijt Frans Dircxz voirs erve d’welck hij van Aert Mertens gecoft heeft als boven sal dijcken, straeten maicken oft dinghen eerd hailen, ‘tselfde goet aengaende, oft datter binnen dijcxs teijnden leijt uutgescheijden die gemeijnt.
In de kantlijn:
Bekende Aerdt Mertens hem vol ende geheel betaelt van Ffrans Dircx den iersten penck metten lesten. Actum xijen novembris anno 78. Heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aertss Schouten.
Fol. 162v.
Transport op datum: 30-10-1577.
Verkoper: Frans Geritsz den schout als gemachtich van die van Dordrecht, blijckende bij procuratie die hij ons heemraders gethoont heeft.
Koper: Jan Adriaen Gijben tot behoeff van Aentghen Jan Mathijs wedue.
Betreft verkoop van: huijs metten erve.
Belend noord: halve Molenpatsche straet
zuid: Peter Claess ende Adriaen Deniss erve.
oost: Aentghen Huijbert Berten wedue.
west: Jan Peters Crol.
Koopsom: achthien ponden grooten Vlaams, te betalen in termijnen.
Verklaring van volledig voldaan zijn op: 6-8-1580.
Fol. 163r.
Testamentum.
Dezen ven novembris anno xvC 77 compareerden voir schout ende heemraders hier ondergeschreven, Dinghen Adriaensdochter met Cornelis Jan Roelen, haren gecoren voicht ende heeft begeerdt dat Anniken Adriaen Versteechs dochter, haer nichte, sal hebben ende behouden voiruut nae haerder doet, die somme van vijfftich Karolus guldens ‘tstuck tot veertich groten gereeckent. Ende dan noch mede te deijlen haer portie ende gerechticheijt van ‘tselffde dat alsdan resteeren sal. Ende dat duer hairen goetwillichen ende getrouwen dienst die zij Dingen haer moeije altijts zonder loon gedaen heeft. Heemraders, Jan Zegerss Adriaen Aertss ende Adriaen Janssen.
Mij aldus condich ende jegenwoordich Melis Cornelis.
Cornelis Janss Roelen bekent die voirs vijfftich Karolus guldens ten vollen ontvangen te hebben van Willem Emmen, desen xviij januarij anno Lxxxj.
Fol. 163v.
Transport op datum: 7-11-1577.
Verkoper: Pauwels Adriaenss als man ende voicht van Peeterken Beert Adriaensdr.
Koper: Peeter Adriaens Sconincx.
Betreft verkoop (met verlije) van: twee geerden lants ende een vierendeel van een geerd lants, geleghen in achthien geerden, bedeelt opten westen candt met Adriaen Gijben.
Belend noord: halver Maese.
zuid: halve Kreecken
oost: Jan Beernaertss cum suis int selffde landt
west: Jan Ariaen Ghijben met zijnen consoirten.
Koopsom: achtien ponden groten Vlaems vijffthien stuivers te betalen in 3 termijnen.
Na de eerste aanbetaling draagt Pauwels Adriaens de restant vordering ad 14 pond over aan Jan Wouters. Deze wordt voldaan op 7-11-1581.
Fol. 164r.
Transport op datum: 7-11-1577.
Verkoper: Pauwels Adriaens als man ende voicht van Peeterken Beert Aertsdr.
Koper: Michiel Aerts.
Betreft verkoop met een verleije van: een huijs metten erve daer aen behoirende zo groot ende cleijn als Beert Aerts dat gebruijckt ende bezeten heeft, geleghen op het Gat.
Belend noord: Casteleijnen erve, te weeten twintich roeijen geneffens den elsacker.
zuid: halver Kae.
oost: Cornelis Diercx Groeij.
west: Adriaen Adriaenss alias Casteleijn.
Koopsom: 509 Karolusguldens te betalen op vier Bamisdagen, waarvan de eerste in 1578. Als borg stelt Michiel Aerts, behalve al zijn roerende goederen een acker saeijlants gekomen van Pauwels Diercx.
Idem vuijten desen voirss wilceur heeft Pauwels Adriaensz overgedragen Jan Woutersz die somme van ses ende veertich ponden groiten Vlaems tot ses Karolus guldens ‘tstuck gerekent te betaelen nae vuijt wijsens den wilceur. Actum den xvjen junij anno xvC Lxxx voir heemraden Adriaen Peters ende Adriaen Aertsz.
Jan Wouters bekende desen voirss ten vollen betaelt te wesen op drientwintich ponden groten Vlaems ende twee Karolus guldens nae, blijckende bij sijn eijghen handt gescreven den xxvijen januarij anno Lxxx.
Verder blijkt nergens een finale afrekening! Ook is de wilceur niet doorgehaald.
Fol. 164v.
Erfdelinghe aengebrocht tusschen Bastiaen Aerts ende Anniken Jansdochter, dezen xjen novembris anno xvC 77.
Inden iersten Bastiaen Aertss geloot, gecavelt ende geerfdeelt op een stuck lants geleghen t’eijnden ‘tLanck Weer. Streckende vanden halven sloot aff die aen die noortzijde vanden Schenckeldijck leijt zuijtwaert op ter halver Kae toe, Brievinck Huijbrechtss cum suis geleghen oostwaert ende Lijsken Diercken dr. cum suis westwaert. Noch die selffde geerfdeelt op een half weer geleghen inde Oirde. Streckende vander halver Kae aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Donga toe, off altijt die gerechte eenhelft vant selfde alst Marijken Jan Andries altijt gebruijckt ende beseten heeft. Noch op sesthien geerden int Leenweer. Streckende vander halver Kreeck aff aent noerden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, alzoo groot ende cleijn alst Marijken Jan Andries altijt gebruijckt ende beseten heeft.
Nu Anniken Jans dr. geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die steede, huijsinge ende erfnisse daer aen liggende. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, daer van Adriaen Gijsbrechts geleghen is oost ende Ffrans Gerits cum suis west. Iegelijck met zijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Aldus gedaen voir Adriaen Peterss, Adriaen Aertss Schouten ende Adriaen Janss Vendricht, wair voiren partijen hebben vertegen ende hair bedanckt der goeder schiftinghe ende deijlinghe ten date als voiren.
Transport op datum: 13-11-1577.
Verkoper: Pauwels Adriaens als man ende voicht van Peeterken Beert Aertsdr.
Koper: Tuenis Jans van Alphen.
Betreft verkoop (met vrijer gifte behoudens cloostercijns) van: een stuck lants geleghen int Rijsbroeck in een block geheeten die Hoeckampen alzo groot ende cleijn alst Peeterken Beert Aertsdr., zijnder huijsvrouwe altoos gebruijckt, beseeten ende toebehoirt heeft.
Koopsom: 200 Karolus guldens.
Te voldoen als volgt: nu 100 gereet op die veste, de rest St Meerten ierstcomende anno ’78.
Fol. 165r.
Transport op datum: 13-11-1577.
Verkoper: Adriaen Huijbrechts.
Koper: Peter Jans Roscam.
Betreft verkoop (met verleije) van: een huijs metten erve daer aen.
Belend noord: Jan Mathijs erfgen. erve.
zuid: halve Mulenpatsche straet
oost: Ariaen Tueniss met zijnen erve
west: Adriaen Geritss Muelders wedue
Koopsom: 13 ponden groten Vlaams.
Te voldoen als volgt: op 3 achtereenvolgende St. Jansdagen midsomer, te beginnen St. Jan eerstkomende in ’78.
Adriaen Huijben draagt een deel van deze vordering, te weten 14 Kar. gld over aan Willem Cornelis.
De laatste betaling vindt plaats aan Baetghen Tomas dr. (die ontvangt namens Aen Huijben) op 11-5-1582.
Fol. 165v
Transport op datum: 13-11-1577.
Verkoper: Joachim Claess als voicht van Peter Adriaens weeskijndt.
Koper: Adriaen Peters tot behoeff Aentghen Cornelisdr. (in de wilcuer staat: Adriaen Cornelisdr, misschien is dit fout, misschien is het Aentghen Adriaen Cornelisdr.)
Betreft verkoop van: huijs metten erve daertoe behoirende.
Belend noord: halve Muelenpatsche straet.
zuid: Jan Peeterss boomgaert.
oost: Jan Peters voirss.
west: Aentghen Jan Mathijs wedue.
Koopsom: 18 ponden groten Vlaams en 3 Karolus gulden, te betaeln op 3 achtereenvolgende St. Jansdagen, de eerste St. Jan 1577.
Transport op datum: 13-11-1577.
Verkoper: Adriaen Peterss voir hem selven, Steven Aerts voir hem selven, Bastiaen Aerts voir hem selven ende Adriaens Janss voir hem selven, mede vervangende Anneken Jansdr. sijn suster.
Koper: Jan Cornelis Meliss ende Cornelis Cornelis Meliss.
Betreft verkoop (vrij behoudens cloosters cijns) van: 4 merghen lants, geleghen int Rijsbroeck. (2 mergen voor Adriaen Peterss en 2 mergen voor Steven en Bastiaen Aerts en Adriaens Janss en Anniken sijn suster). Gelegen inde Haickampen, in acht(?) mergen onbedeelt met steginghe ende weginghe van vijfthien luepensaet lants geleghen inde Garenstrick toebehoirende de erfgenamen van Aechtken Wilm Jacobs off nae uutwijsen ende spreecken des coopcedulle daer van zijnde
Belend noord: Cloosterswater.
zuid: Gebuerwech.
oost: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen met zijnen adherenten.
west: ingelanden van Oosterhout.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 166r.
Transport op datum: 13-11-1577.
Verkoper: Adriaen Peterss voir hem selven, Steven Aertss voir hem selven, Bastiaen Aertss voir hem selven, Adriaen Janss voir hem selven ende mede vervangende Anniken Jansdr., zijn suster.
Koper: Peter Mertenss
Betreft verkoop (vrij behoudens cloosters cijns) van: een half weer lants, geleghen int Rijsbroeck, te weten drie merghen in ses mergen onbedeelt na inhout ‘tcloosters chijnsboeck ofte zo groot ende cleijn als zij daer geleghen zijn.
Belend noord: Gebuer wech.
zuid: Donga.
oost: Huijbrecht Jacobs wedue cum suis.
west: Wilm Janss Snellen.
Koopsom: niet genoemd.
Rentbrieff
Cornelis Adriaenss, Dierck Adriaenss, Antonis Jacob Reijnen.
Dezen xxen novembris anno xvC 77 compareerden Cornelis Adriaenss voir hem selven ende Dierck Adriaenss voir hem selven ende gaven over met eenen verleije zo als recht is Antonis Jacob Reijnen tot behoeff Marijcken Cornelis Wouterss dr vijff geerden lants geleghen inde Acker, streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe, Jan Dries erfgenamen met zijnen erve int selve landt oost ende Reijn Jacobsz oick int selve lant west. Ende geloven comparanten voirnoemt Tuenis Jacobsz dit voirs erve te vrijen ende waren naden lantrecht. Dies heeft Antonis Jacobss uuten name van Marijke Cornelis Woutersdr., Cornelis Adriaenss ende Dierck Adriaenss wederom verleden met eenen verlije zo als recht is deze voirss vijff geerden lants te moghen bruijcken ende oirbaren tot hairen profijt, nut ende oirbaer van vijff Karolus guldens ende vijff stuijvers ‘tsiaers te betaelen alle jaren tot kersmisse, anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den penninck sesthien, ganckbaer gelt metten verloop daer bij mits voirwairde off Cornelis Adriaenss ende Dierck Adriaenss binnen jaers ofte voir den tijde dat den iersten dach verschijnen sal eenighe penninghen schooten om die voirss rendt aff te quijten, dat die selfde sullen affgetoghen ende gereckent worden nae advenant.
Desen rentbrieff is gelost ende gequeten aen handen van Lauwereijs vanden Kieboom ende Aert Diependaele als erffgenamen van Anniken Jacobs onder den Wijngaerd. Daerom geroijeert den eersten novembris 1616(?)
Fol. 166v.
Rentbrieff Govaert Evaerts weeu; Antonis Jacobs Reijnen.
Dezen xxen novembris anno xvC seven ende tzeventich compareerden Joachim Claess als ghereghte bestorven voicht van Govaert Evaerts weeskijderen ende Michiel die wedue vanden voirss Govaert Evaerts met Dirck Adriaenss haren gecoren voicht ende gaven over met eenen verlije zo recht is Antonis Jacob Reijnen tot behoeff van Marijken Cornelis Wouterssdr., vier geerden lants geleghen tusschen die erfnissen Wilm Gerits cum suis met zijnen erve oostwaert ende Adriaen Adriaenss int selve lant met zijnen consorten westwaert. Streckende vander halver Muelenpatsche straet aff noirtwaert op ter halver Masen toe. Ende geloefde deze voirss vier geerden lants te vrijen ende te waren naden lantrecht. Dies heeft Antonis Jacobs, Joachim Claess ende die wedue met haren gecoren voicht wederom verleden met een verlije zo recht is die bruijckweer ende beternis vanden voirs vier geerden lants om twee Philips guldens ‘tsiaers te betaelen alle jaren tot St. Andries anno acht ende tzeventich, den iersten te lossen den penninck xvj ganckbair gelt metten verschenen pachten dair bij mits voirwaerde ofte comparanten voirnoemt dese voirss twee Philips guldens binnen jaers losten ofte aflaeijde dat zij vanden wijnst vandeze selven jaere quijt ende vrij sullen wezen.
Rentbrieff Adriaen Adriaenss; Antonis Jacobs Reijnen.
Vrijgift Dezen xxen novembris anno 77 compareerden Adriaen Adriaenss den jonghen ende gaff over met vrijer giften zo recht is Tuenis Jacobss Reijnen tot behoeff Marijken Cornelis Wouterss dr., een geerd lants geleghen in Bacx weer onbedeelt. Wilm Geritss cum suis geleghen oost ende Adriaen Jans Leeuwerckeneijck west. Streckende van Adriaen Adriaenss voirs erve aff noirtwaert op ter halver Maese toe. Ende geloefde te vrijen ende te waren van schot, lot, croongelt tot dezen iegenwoordighen dage toe. Dies heeft Antonis Jacobs uuten name van Marijke Cornelisdr voirss, Adriaen Adriaens wederom verleden deze gerd lants te moghen bruijcken ende besighen om vijfentwintich stuijvers ‘tsiaers, te betalen alle jaren St. Andries dach anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den pennick sesthien ganckbaer gelts, mits voirwaerden off Adriaen voirss deze vijffentwintich st. tsiaers lossen tusschen dit ende St Jansmisse ierstcomende dat hij vanden winst quijt ende vrij sal weezen. Noch isser expresselijcken ondersprocken off int affleggen ende betalen eenighe partijen daer in geoirsaeckt sijnde haer contingent, portie ende deel niet bij en leende dat die costen daer daer om gedaen sullen vallen ende tot achterdeel wesen vanden geenen daer die schade duer coempt. Mitsgaeders geloven oick parthijen in het voirss weer lants ofte renthe daer dese gift aff spruijt, gericht ofte georsaickt sijnde den voirss Adriaen Adriaenss dese voirss rendt aff te legghen ende hem altijts daer costeloos ende schadeloos aff te houden, behoudelijcken zijn contingent, wandt hij deze zijne voirss geerd tot eenen hijpoteque voir haer allen stelt. Al sonder argelist, gedaen aldus ten date als boven, coram heemraders Jan Zegerss, Adriaen Janss ende Dierick Adriaenss.
In de kantlijn:
Idem desen brieff van xxv st. ‘tsiaers hoewel hij deur gedan ende gedoot is moet nochtans jaerlijcx betaelt worden want hij geannulleert is onwetende meijnende te zijne den bovengeschreven brieff van twee Philips gulden ……. Peeterss ….. bekent van Willem Buijssen ende derft (?) gulden van Margriet Cornelis Ariaen Ariaenss de Jongen huijsvrou cappitael metten intreste van desen ten vollen ende al betaelt te wesen. Actum den ven julij 1617. Quod attestoir Cornelis Melis secretaris.
Fol. 167r.
Transport op datum: 11-12-1577.
Verkoper: Zeger Henricx voir hem selven ende mede als voicht van Bastiaen Aertss weeskijnderen, Adriaen Janss Vendricht voir hem selven ende mede als toesiender vander voirscreven kijnderen. Iegelijck zijn portie, besterff ende gerechticheijt inde te verkopen stede metten erve.
Koper: Sebastiaen Aerts.
Betreft verkoop van: een huijs metten erve zo groot ende cleijn als Marijken Henrick Adriaenss wedue zaligher dit altijt gebruickt ende bezeten heeft,
Belend noord: Zeger Henricx voirss erve.
zuid: halve Poelsloot.
oost: Adriaen Janss Reool.
west: Meeus Adriaen cum suis.
Koopsom: 300 Karolus guldens (Zeger Henricx en Adriaen Janss Vendricht ieder de helft), te betalen op 4 Bamisdagen, waarvan de eerste 1576 (reeds verlopen dus), plus nog 40 ponden groten Vlaams aan het eind van de periode.
Verklaring van volledig voldaan zijn op: 3-2-1580.
Op een los briefje:
Ick Jan Petersz Crollen kenne ende lijde mits deze mijnder quitantie ten vollen ende al betaelt te wezen van Melis Cornelis, den iersten penninck metten lesten van alsulcken half huijs ende erve daer aen staende ende gelegen inden Meulenpat als hij ten anderen tijde van mij gecoft heeft voir die somme van twee hondert sessenvijftich rijnsgulden. Alles nae inhoudt den wilceur die den voirss Melis Cornelis in date den xvjen aprilis 78 mij daer van verleden heeft d’welcken ick begere mits dezen geannuleert, gedoot ende deurgedaen te worden voir hem ende zijnen naecomelinghen. Oircondens mijn eijghen handtmerck hier onder tot vasticheijt gestelt opten iiijen octobris anno xvC Lxxxiiij. Dits Jan Petersz handtmerck.
Fol. 167v.
Bastiaen Aertss; Zeger Henricxs; Adriaen Janss.
Compareerden Bastiaen Aertss ende Zeger Henricxs als gerechte bestorven voicht van Bastiaen Aertss weeskijnderen ende Adriaen Janss als toesiender ende zijn tzamen minnelijcken veraccordeert. Dat is te weten dat Bastiaen Aertss zijnde weeskijnderen uutreijcken sal over vier jaren nae date van dezen die somme van hondert Karolus gulden eens ter cause vanden coop vanden huijse daer Marij Henrick Adriaens wedue uut gestorven is. Ende ist dat Bastiaen ten daghe voirss niet en betaelt, dat hij die penninghen mach onderpanden, den penninck veerthien. Is oick voirwaert off Bastiaen voirss eenighe honten, ‘tzij willich oft els, vanden voirs steede uutroeijde dat hij die plaets wederom met jonghe willighen oft els sal beplanten. Heemraders als voren en daten als voren.
Rentbrieff Gijsbrecht Henricksz gaff over metter eenen verleije als recht is Antonis Jacobss Reijnen een stuck lants geheten De Heuvel, geleghen in Engelant tusschen die erfnissen Jan Joost Neelen cum suis oostwaert ende Schuerman westwaert, streckende vander halver brantwetering aff zuijtwaert op ten halven Gadt toe. Te vrijen ende te waren naden lantrecht, om vijff schelling tsiaers te betaelen alle jaren op kersavont anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den penninck sesthien. Heemraders Jan Zegers, Adriaen Aerts ende Adriaen Jans Vendricht. Actum als boven.
Brievinck Huijbrecht, Rub Jans, Emmen Rossoms.
Eodem die compareerden Brievinck Huijbrecht ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Rubben Jans ende Emmen Rossoms, zijn portie ende gerechticheijt in een stuck lants geleghen in Engelant, geheeten Schuermans lant, alzo veel ende luttel, groot ende cleijn als hij ‘tselffde van Dierck Adriaen Rover gecocht ende ontfangen heeft, geleghen tusschen die erfnissen als voirss staet. Ende geloevet ‘tzelffde te vrijen ende waren naden lantrecht, heemraden als voren.
Eodem die hebben Rubben Jans ende Emmen Rossoms over haer genoemen alsulcken wilceur als Brievinck Huijbrecht ten anderen tijde Dierck Adriaens Rover verleden heeft. Ende geloven den voirss Brievinck Huijbrechts daer van te indempneren, costeloos ende schadeloos altijt daer van te houdene. Aldus gedan voir heemraders Jan Zegers, Adriaen Aerts ende Adriaen Jans Vendricht.
Fol. 168r.
Erffdelinghe tusschen Peeter Claess ende Ariaen Deniss van Baeijen Mathijs acker geleghen achter Aentghen Jan Mathijs weeu.
Inden iersten Peeter Claess geerfdeelt opten oostencandt naest Commer Tuenis acker ende Ariaen Deniss opten westen cant naast Jan Peters Crol. Ende is voirwaerde dat Adriaen Deniss sal altijt, nu ende ten eewijghen daghe die straet ende den Dieffdijck teijnden den voirss acker onderhouden ende maicken zonder Peeters voirss last ende cost. Ende sal noch uut moeten reijcken nu tot meij eerstcomende den selven Peeter Claess een pondt Vlaams. Dies zal Ariaen voirss altijt hebben eewelijck ende erlijck Peeter Claess gerechticheijt int buijtendijcx lant teijnden den voirss acker. Gedan dezen xjen decembris anno 77. Heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aerts.
Desen xviije augusti anno 78 bekenden Peter Claes dit voirs pont Vlaams dat Adriaen Deniss vuijt most reijcken vol ende geheel betaelt te wesen.
Rekeninghe van Joachim Claess als toesiender van Aenghen Beert Gerbrandtsdr. ter presentie van van Adriaen Adriaenss Casteleijn als gerechte bestorven voicht.
Is deze rekeninghe gepasseerdt ende van schout ende heemraders ondergescreven gelandeert ende van volder weerden gehouden ende is den ontfanck ende uutgeeff jeghens malcanderen affgerekent tot dezen ieghenwoirdighen daghe toe. Zo is bij rekeninghe gevonden dat den uutgeef meerder is dan den ontfanc die somme van vierendertich Karolus guldens ende vierdalven stuijver. Coram heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aerts. Dezen xjen decembris anno 77.
Fol. 168v
Transport op datum: 18-1-1578.
Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.
Koper: Jan Meeus Janss.
Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, onbedeelt opten oostencandt, gelegen int Muelenweer in achtiendalve (=172) geerde.
Belend noord: iersten sloot aan die noortzijde vande hootdijc aen die kercke
zuid: halver Kreecken.
oost: vicarissen met den kerckdijck.
west: Ariaen Gerits van Boemel c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 18-1-1578.
Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.
Koper: Jan Meeus Janss.
Betreft verkoop van: een stuck lants achter den Diefdijck.
Belend noord: halven sloot buijten den Diefdijck aan het zuijdeneinde.
zuid: halver Kreecken.
oost: Ariaen Ariaenss Leuskijndt c.s.
west: Frans Gerits den schout c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 169r. NB: de volgende acte lijkt sterk op de voor voorgaande, maar is geheel doorgehaald.
Transport op datum: 18-1-1578.
Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.
Koper: Cornelis Govaertss, Peter Meeus te Hulten.
Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, geleghen int Leech Veen onbedeelt opten oostencandt, gelegen int Muelenweer, zoals Cornelis Govaerts voirss langhen tijt in huren gehadt heeft, onbegrepen der mate.
Belend noord: halver Kreecken.
zuid: ouder Donga.
oost: vicarissenlant.
west: Ariaen Aerts (doorgehaald: Ariaen Gerits van Boemel) c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 18-1-1578.
Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.
Koper: Thijs Jan Giele (=Mathijs Jan Michielss).
Betreft verkoop (met eenen verlije) van: een half weer lants achter Jan Peeterss Crol.
Belend noord: iersten sloot buijten den dijck.
zuid: halven Peerboom.
oost: Ariaen Ariaenss Casteleijn c.s.
west: Ariaen Gerits Muelders wedue int selfde lant.
Koopsom: niet genoemd.
Ende alzo op dit voirss erve vijff Rijnsche gulden metten recht verobligeert zijn, transporteert Ariaen Ariaenss voirss Mathijs Jan Gieless wederom eenen brieff van vijff Rijnsche gulden, welcke brieven beijde zijn te lossen de penninck vijfthien ofte in zo verde zij anders worden bevonden sal den vercoper Mathijs Jans bijlegghen. Ende voirts sal Mathijs Jan Gieless onderhouden alle gebuerlijcke rechten als recht is. Heemraders als boven.
Fol. 169v. (NB: zelfde acte als de doorgehaalde boven aan 169r).
Transport op datum: 18-1-1578.
Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.
Koper: Cornelis Govaert Peter Meeus.
Betreft verkoop van: een perceel lants, geleghen int Leech Veen in een weer lants geheeten het Meulenweer, onbedeelt int half weer opten oostencandt min noch meer als den selven Cornelis Govaert Peeter Meeus langhen tijt in hueren gehadt heeft. onbegrepen der maten.
Belend noord: halver Kreecken.
zuid: Donga.
oost: vicarissenlant.
west: Ariaen Aerts c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Eodem anno et die heeft Ariaen Ariaenss van Gils voirss(?) presentatie gedaen die voirss comparanten namelijck Jan Meeus ende Mathijs Jan Michielss ende Cornelis Govaert Peter Meeus voirss te giften ende eijgendom te geven inde voirscreven perceelen zijn nae uutwijsen zijnder coopcedulle ende weijgerlijck zijn zijn (sic) gevallen. Coram heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aerts Schouten ende mij present geheel(?) den heemraet voirss viij2 st tot eenen helen penninck.
Fol. 170r.
Transport op datum: 27-1-1578.
Verkoper: Jan Ariaens van Gestel voir hem selven, Peeter Ariaenss voir hem selven, Joost Adriaenss voir hem selven ende mede alle drie vervangende Jenniken Ariaen Jan van Gastel huijsfrouw haer moeder.
Koper: Jan Jan Gieliss.
Betreft verkoop (met verlije) van: een stuck lants geleghen inde Oirde te weeten Jan Ariaens van Gestel die gerechthe eenhelft int voirss stuck erfs ende voirts die ander helft daer van geeftven comparanten van weghen haer moeder voirss die helft ende die hander helft vanden voirss half stuck lants geven comparanten tzamen over hair portie, besterff ende gerechticheijt. (sic! mij is het ook niet geheel duidelijk, GAvS)
Belend noord: Kae.
zuid: Ouder Dongha
oost: Merten Wagemakers met zijnen erve cum suis.
west: Jan Jan Gieliss met zijnen consorten.
Koopsom: niet genoemd; wel genoemd: met vier Karolus gulden tsiaers losrenten die den cooper tot zijnen last hout ende voirt met allen anderen gebuer rechten die daer metten recht toe behoiren, alzo groot ende cleijn als zij (verkopers) dat ten anderen tijden van Matijs Otgens ontfangen hebben.
Waerburchtocht
Eodem anno et die compareerden Mechelt, wedue wijlen Govaert Evaertss met Dirck Adriaenss, hairen gecoren voicht ende Joachim Claess den gerechten bestorven voicht van Govaert Evaertss twee onmondighe weeskijnderen ende hebben rechtelijcken geloeft Goetschalck Diercxss ende zijnen nacomelinghen altijts, nu ende ten eewichen daghen te indempneeren, costeloos ende schadeloos te ontheffene van alsulcke erfchijns als Gielis Mathijss op zijn erve heffende is, daer Govaert Evaerts ende Vas Wouters saligher enighe (onleesbaar, vlek) geworden zijn, bedraghende jaerlijcx iiij st. een oirt ofte zomen dit noch minder gerekenen(?) mach voir zijnen waerburchtocht. Ende is hiermede die waerburchtocht van Govaert Evartss weghen den viij februarij anno Lxxij gepasseert doot ende te niet mits voirwaerden dat sij comparanten voirss gehouden zijn van stonden aen Goetschalck Diercxs te restitueeren zekere uutgeleijde penningen aen oncosten gelaeten, bedraegende die somme van sesthien st. eenen halven braspenninck, gedaen ter presentie den schout Bertelomeeus Adriaenss ende Adriaen Aertss.
Fol. 170v.
Testamentum Peeter Jans de Bont ende Anniken zijn huijsvrou.
Dezen ven februarij anno xvC acht ende zeventich compareerden voir schout ende heemraders ondergescreven Peeter Janss de Bont ende Anniken Cornelis dochter sijnder huijsvrouwe met Melis Corneliss haeren gecoren voicht die zij kois metten mondt ende hair die heet gaff metter handt als recht was. Beijde op gaende beenen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande. Ende hebben malcanderen met hairen vrijen eijghen wille ende rijpe deliberatie van rade getransporteert ende in forma van testamente over ende weder over gegeven, gegundt ende gemaickt, geven, gunnen ende maicken mits dezen den lancxten van hem beijden int leeven blijvende, allen hairen goederen zo have als erve, hebbende ende vercrijghende, schult met weerschult, huijsraet ende imboel, niet uutgesondert ende daer mede te roere haren vrijen eijghen wille tot sustentatie haers levens sonder toesegghen van iemanden. Mits voirwairden oft gebuerden dat Anniken Cornelisdr. ierst afflijvich werden ende Peeter Janss wederom houwelijck dede ‘tzij oft hij willighe oiren procreert oft niet, zo is geconditioneert ende expresselijcken ondersproicken dat Peeter Janss die goederen niet en sal moghen veraliemeeren, verhantplichten, noch verminderen, mair genieten alleenlijcken daer van die bruijckweer ende affbladinghe van gelijcken oick en zal Anniken voirs die erfgoederen moghen veralueren in zo verde zij lancste sal leeve ende houwelijck doet. Dies zo sullen die erfgenamen van Anniken Cornelisdr naer haer doot moghen van stonden aen hailen haire cleederen ende ornamenten tot hairen lijve toebehoirende. Ende naeder lester doot van hem beijden sullen alle die resterende goederen succederen, erven ende besterven aen die rechte lienie, volghende ‘tzuijthollantsche recht. Willen ende begeeren dairomme testatoeurs voirnoemt dat dit hair iegenwoirdich testament ende uutersten wille sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pras causas gelijck dat volcomelijc sijn effect behoirt te sorteren, alwaert oick datter eenighe clausulen ofte puncten naden geestelijcken recht meer inne behoirden te wezen dan voirss staet oft datter oick eenighe solemniteijt van gescreven rechten vergeeten oft versuijmpt mochte wezen van zij verclarent selffde te zijne hairen uutersten wille alle argelist uutgescheijden. Heemraders Adriaen Peterss ende Adriaen Aertss.
Fol. 171r.
Transport op datum: 1-2-1578.
Verkoper: Cornelis Adriaenss van Gils.
Koper: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen.
Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants onbedeelt int halff weer opten oostencandt.
Belend noord: halver Maes.
zuid: iersten dwersloot, noort vanden Hootdijk.
oost: Ariaen Ariaenss Casteleijn cs met zijnen erve.
west: Willem Geritss c.s.
Koopsom: niet genoemd. Wel de volgende voorwaarde:
Mits voirwaerde dat Gijsbrecht Weijnen altijts zuijtwaert op ter Heerstraten toe over het voirss weer lants zowel binnen al buijten sal steghen ende weghen, nu ende ten eewighen daghen.
Transport op datum: 1-2-1578.
Verkoper: Cornelis Adriaenss van Gils.
Koper: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen.
Betreft verkoop (met verlije) van: een perceel lants geleghen int Leech Veen, gemeen met Jan Janss vander Nouwelijn weeskijnt, min noch meer als hij daer in gericht is ende hem aenbestorven nae die doot van zijn vader.
Belend noord: halver Kreek.
zuid: Donga.
oost: Frans Geerts Conninck c.s.
west: Vicarissen.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 171v.
Dezen xijen februarij anno xvC 78 bekenden Ariaen Tueniss van weeghen Peeter Janss de Vet ontfangen te hebben uut handen die wedue Jan vanden Berch, rentmeester saliger, die somme van vier ponden groten Vlaems ter causen van sekere beleende penninghe die Joachim Aerts ten anderen tijde beleent heeft op een stuck lants geleghen int Leech Veen ende noch uut handen van Beris Cornelis die somme van vier ponden groten Vlaams die Beris Cornelis voirss voir Cornelis Tomass schiet ende betaelt oick ter cause van sekere beleende penningen die Tomas Cornelis hier voirmals beleent heeft op een stuck lants oick geleghen int Leech Veen int selfde lant. Actum als boven mij present Melis Corneliss.
Transport op datum: 19-2-1578.
Verkoper: Govaert Peeterss van Bavel, Jan Adriaenss van Gils ende Deonijs (=Nijs) Adriaenss, zijnen broeder.
Koper: Pauwels Jan Pauwelss opden Haensberch.
Betreft verkoop van: 15 geerden lants oft alzo groot ende cleijn, veel ofte luttel, als zij comparanten voirss daer inne gericht zijn, onbegrepen der maeten, te weeten Govaert Peeterss voirss die gerechte eenhelft ende Jan Adriaenss ende Denijs Adriaenss tzamen die anderhelft, geleghen dit voirss stuck erfs int Leech Veen.
Belend noord: dwersloot die aent zuijden eijnde vande Bancken leijt.
zuid: Dongha
oost: Antonis Anss.
west: Adriaen Peterss c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 172r.
Transport op datum: 19-2-1578.
Verkoper: Joost Zegerss.
Koper: Rubben Janss ende Jan Lauwereijss.
Betreft verkoop (met verlije) van: een stuck erfs op die Kille.
Belend noord: Joost Zegerss voirss. goet ende erve.
zuid: drie block lencken vande halve vaert.
oost: Peter Adriaen Gijben erfgenamen met hairen consorten.
west: Peter Merten Staps met zijnen erve.
Koopsom: niet genoemd. Wel:
Mits voirwaerden dat Rubben Janss ende Jan Lauwereijss nu ende ten eeuwighen daghe noirtwaert op ter Heerstraten toe indien het noot zij altijts ter minster schaij sullen steghen ende weghen.
Fol. 172v.
Transport op datum: 26-2-1578.
Verkoper: Adriaen Joachimss.
Koper: Henrick Tueniss ende Govaert Joosten tot behoeff van Tuenis Sijmonss van Son wonende tot Alphen (hairen vader).
Betreft verkoop van: behalve ‘tcloosters chijns sijns rechts, anderhalve merghen lants ofte zo groot ende cleijn als Adriaen Joachimss voirss daer inne gericht is, onbegrepen der maeten, gelegen int Rijsbroeck inde Hoeckampen.
Belend noord: ‘tcloosters water.
zuid: de wech.
oost: de wech voirss.
west: Bastiaen Corneliss ende Cornelis Corneliss met hairen consorten
Koopsom: 280 Karolus guldens.
Te voldoen als volgt: 100 op de gifte en de rest Lichtmis ’79.
Verklaring van voldaan zijn op: 4-6-1612 (!)
Er is dan voldaan aan: Jan Hendricxz als man ende voicht van Peterken Adriaen Joachimsdochter. (secretaris is inmiddels Cornelis Melisz, de zoon van Melis Cornelisz).
Fol. 173r.
Copie vuijten registere autenijcke der schepenen in Baerl ‘tslants van Breda.
Wij Joost Henricxss van Gils ende Henrick Janss de Jagere, schepenen in Baerl ‘tslants van Breda oirconden dat voir ons quamen Mechelt Henrick Cornelis van Eijntsdr. wettige huijsvrouwe Adriaen Adriaenss vander Corput met Gorissen Peter Antoniss hairen soene van hairen ijersten houwelijcke, hueren voicht, hair met consente van hairen man voirss tot dezer saicken met recht gegeven, ter eenre, ende de voirgenoemde Adriaen Adriaenss vander Corput ter anre zijden, kennen ende lijden dat sij hem ende haire naecomelinghen sonderlinge wel ende wettelijcke bij manieren van scheijdinghe ende deijlinghe geaccordeert zijn van ende aengaende die erffgoeden hier nae gespecificeert.
Te weetene dat die voirgenoemde Mechelt Henrick Cornelis van Eijntsdr. ende hare nacomelinghen nae huer sullen volghen het gedeelte ende pairte d’welck dat de vorgenoemde Adriaen Ariaenss vander Corput jegens die kijnderen Peeter Antoniss Jan Peeter Michiels ende inde steede alle die erfnisse met hair toebehoirten tot Bairle ende tot Cleijn Bedaff geleghen met noch sekere stuck erfs, geheeten ‘tGurken daer ontrent geleghen, met een stuck erfs moer tot Bedaff geleghen met noch een stuck erfs geleghen tot Raemsdonck in Engelandt geheeten die grintbedden comende noirtwaert op aenden hof vanden huijse aldaer getimmert sijnde, met noch alsulcken fogpachten(?) ende chijnsen bijden voirgenoemde Adriaen vanden Corput vander voirss steede ende erfnisse gelost ende gequeten.
Tegens welcke goeden voirss den voirgenoemden Adriaen vander Corput ende zijnen nacomelinghen sullen volghen ‘tvoirss getimmert huijs met andere erfnissen tot Raemsdonck geleghen. Ende sullen schoten ende lasten opde voirs goeden tot Raemsdonck geleghen comende, gehouden zijn tzamen te draghen, te weten Mechelt voirss ende huere nacomelinghen d’een derdendeel ende Adriaen vander Corput ende zijnen nacomelinghen die twee derdendeel. Ende die voirss Adriaen vander Corput sal sijn leven lanck gedurende zijn gebruijck inde timmercamere vanden huijse houden ende oick zijn notruft vande borninghe int moer tot Bedaff voirss moghen halen ende dezen achtervolgende. Ende hebben die voirss comparanten verticht gedaen ende verthijen mits dezen met behoirlijcke renunciatie voir hem ende haren nacomelinghen d’een op des anders gedeelte vanden goeden boven gespecificeert, nu ende ten eewighen daghen, om nimmermeer brueder daer nae te thalen in enigher manieren, sonder argelist. Actum den sevensten meert anno xvC Lxxvj. Aldus getransfereert ende overgesedt bij Meeus Adriaenss, Adriaen Peterss, Adriaen Aertss als heemraders bij mij gesworen clerck Melis Corneliss.
Gecollationeert aent registere auctentijck ende bevonden accorderende bij Goetschalck van Gils.
Fol. 173v.
Transport op datum: 5-3-’78
Verkoper: Dingeman Henrick Damen als gerechte voicht Jan Adriaen Wouter Sprangers die selve present is.
Koper: Damiaen Meeuss.
Betreft verkoop van: een vierendel in een weer lants geleghen inde Oirde, te weten in Rijck Emmen lant, onbedeelt.
Belend noord: Kae.
zuid: Donga.
oost: Jan Lauwereijs.
west: Lenaert Huijben weeu.
Koopsom: (staat op fol. 174r ná de volgende tekst) 15 pond groten Vlaams te betalen Lichtmis 1578. Tot borg voor de verkoper stelt zich Jan Meeuss, wonende te Rijen. Damiaen stelt daarom dit erve in handen van Jan Meeuss.
Transport op datum: 5-3-1578.
Verkoper: Tuenis Cornelis voir hem selven, Jan Matheeuss voir hem selven ende mede vervangende Peeter Bernaertss sijnen swager ende Servaes Janss als voicht van sijn weeskijnt, verweckt bij Lijnken Bernaertdr, zijnder huijsvrouwe was.
Koper: Gerit Andriess.
Betreft verkoop van: een vierendeel min een sestiendendeel int halff weer in een stuck lants, geheeten Schuermanslant, gelegen in Engelant, zo groot ende cleijn, veel ende luttel als zij comparanten daer inne gericht zijn ende aengecoemen is nae die doot van Sijken Jan Willem Wouters weeskijnt, mits conditie dat Geerit Andriess daer jaerlijcx uut sal blijven gelden drie stuivers erflijck die die kercke oft Heijlighen Geest van Raemsdonck heffende is.
Belendingen niet genoemd.
Koopsom: 16 ponden groten Vlaams en 2 Karolus gulden vrij geld, te betalen op 2 Lichtmisdagen.
Verklaring van volledig voldaan zijn op: 21-11-1579.
Er is dan voldaan aan: verkopers. Faes Janss treedt hier op voir hemzelven ende voir Lijnken sijn dochter. (Kennelijk heet zowel zijn overleden vrouw als zijn dochter Lijnken òf maakt de schrijver een vergissing?)
Fol. 174r.
Eodem die heeft Gijsbrecht Henrickxss hem selven geconstitueert ende tot burge gestelt Antonis Cornelis dat Antonis voirss gegift ende gevest sal worden van Gerit Andriess in drie geerden lants ende een half vierendeel geleghen in Groot Waspijck ende den halven braspenninck daer van uutgaende aff gedaen te worden ende noch twee blancken affgedaen te worden die den Heijlighen Geest tot Raemsdonck jaerlijcx heffende is op eenen halven acker saeijlants die Tuenis Cornelis van Gerit Andries gecocht heeft ende noch dat den wilceur vanden voirss acker gelegen in xj2 hoeve die Tuenis Cornelis, Gerit Andriess ten anderen tijde verleden heeft uutgedaen ende gedoijt sal worden. Heemraders als voiren.
Fol. 174v.
Rekeninge van Willem Geritsz ende Wijt Wouterss als voicht van Wilm Geritss weeskijnt.
Die rekeninghe tusschen Wilem Geritz als vader van zijn weeskijnt ende Wijt Wouterss als gerechte bestorven voicht is gepasseert ende gelaudeert (=geprezen) van schout ende heemraders ondergescreven van allet geene zij comparanten voirss tot dezen dage toe van weghen ‘tkijnt voirs gehandelt hebben. Zo is bij rekeninghe bevonden dat Willem Geritss noch het kijnt uut moet reijcken twee Kar. gulden xij st. ende drie blanken ende Wijt Wouters van het kijnt voirss noch coemt acht stuivers eenen halven. Aldus gepassert bij heemraders Adriaen Peterss, Adriaen Aertss ende Adriaen Janss Vendricht. Ende is hiermede al aff gereeckent ende alle commercausen doot ende te niet ende die vijftich Karolus guldens die ‘tkijnt voirss Adriaen Geritss saliger schuldich was van ‘thuijs inden Muelenpat die sijn af gerekent jegens den acker die Willem voirss van Wijt Wouterss als voicht ende den schout als oppervoicht, gecocht heeft. Actum desen ven meert anno xvC acht ende tzeventich.
Den heemraet boven gecreven kent dat alsulcken goederen als Bauwen Joosten van Jan Bernaerss gecocht heeft, gelegen in Groot Waspijck, drie sondaechse geboden in volder kerken gehadt heeft, waer aff den lesten geweest is den tweeden meert anno acht ende tzeventich ende dat zij niet gestoort en zijn geweest. Actum als boven.
Fol. 175r.
Peeter Jacobsz renuntieert vande vochdie van Tuenis Goris Michielss weeskijnt.
Desen vjen meert anno xvC acht ende tzeventich compareerden Peter Jacob Peterss als gerechte bestorven voicht van Tuenis Goris Michielss weeskijnt, verweckt bij Metgen Sijmonsdr, sijnder wettighe huijsvrouwe was ende heeft voirden schout ende heemraders ondergescreven verticht gedaen ende verthijt mits dezen met behoirlijcke renuntiatie voir hem ende zijnen naecomelinghen vande voichdie vanden voirss weeskijnt als int ontfangen ende uutgeven ende voirts in als wat hem nade doot vanden voirss kijnde soude moghen succederen ende aencoemen naden Zuijthollantschen recht. Dies zo geloeft Tuenis Goris Michielss als natuerlijcke vader vanden voirss achtergelaten weeskijnt sijne voirss kijnde te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden in reeden zo lijnden als wullen, schoeijen ende cousen, sieck ende gesont, geen tijt van pericle uutgesondert ende oick mede ter scholen te stellen als eenen goeden vader sijnen kijnde schuldich is te doene.
Is geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken alzo Peter Jacobz renuntieert vande voichdije ende van ‘tgene hem vanden voirss kijnde soude moghen succederen dit voirss kijnt oft iemant van zijnen twegen na zijn doot oick niet en sullen deijlen noch genieten. Datum als boven, coram heemraders ende getuijghen daer toe gerequireert ende mij present Melis Cornelis.
Heemraders: Adriaen Peterss, Meeus Adriaenss, Jan Zegerss, Adriaen Aertss, Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.
Fol. 175v.
Wilceur. Adriaen Peeterss, Jaspar Reumerss.
Desen xijen meert anno acht ende tzeventich compareerden Adriaen Peter Schoenmaickers ende heeft gelooft ende verwilceurt schuldich te wezen Jaspar Ruemerss, die somme van twintich ponden grooten Vlaams min veertich st. eens, te betaelen op twee Sinterclaes daghen achtereen vervolghende, waer aff den iersten wezen sal St. Claesdach anno acht ende tzeventich onder ‘tverbant van allen sijnen goederen, geen uutgesondert, welcke penningen spruijtende sijn ter causen van sekeren rentbrieven die op Ariaen Peeterss erve verhijpotequeert staen ende bijden troubel (alzo Jaspaer seijt) verbrant ende verloren zijn. Is voirwaerde bij soe verde noch eenighe brieven gevonden oft int licht coemen die op Ariaen Peeterss erve soude moghen staen, zo vertijt Jaspaer Ruemerss voirss daer van mits dezen voir hem ende zijnen nacomelinghen, nu oft te eewighen daghen daer mede Adriaen Peters ofte sijnen nacoemelinghen niet uter te maenen ofte te molesteren in eeniger manieren. Actum als boven, Adriaen Peterss mede als heemraet ende Adriaen Janss Vendricht.
Hierop bekenden Jaspaer Reumerss voirss ontfanghen te hebben vuijt handen van Adriaen Peterss de somme van achtenvijftich Karolusgulden op desen xven januarij anno tachtentich, mij present Melis Cornelis.
Desen xxven meij anno xvC Lxxxi bekenden Jaspaer Roemerss desen voirss wilceur vol ende geheel betaelt te wezen op achtentwintich Karolus gulden nae.
Noch bekenden Jaspaer Reumerss ontfanghen te hebben vuijt handen van Adriaen Peterss op die resterende xxviij Karolus gulden die somme van achtien Karolus gulden xvij st., blijckende bij twee verscheijden quijtantie bij hem geschreven dezen xxen octobris 82.
NB: in de losse quitanties wordt Ariaen Peters een keer genoemd: Ariaen Peter den Schoenmaker en de andere keer Ariaen Per Huiben!!
Fol. 176r.
Uutcoep van Huijbert Stazen.
Dezen xxiijen meert anno xvC acht ende tzeventich zijn metten anderen veraccordeert ende overcoemen Huijbrecht Stasen ter eenre ende Andries Adriaenss vande Veeken als gerechte bestorven voicht van Marij Roelendr ende Jan Roel de Meijnaersz als toesiender vanden selven weeskijnde ter anre zijden. Dats te weeten dat Huijbrecht Stasen sal hebben ende behouden allen die goederen beijde have ende erve, schult ende weerschult, niet vuijtgesondert die binnen Raemsdonck ofte onder zuijthollant geleghen zijn. Ende die onder Brabant geleghen zijn zal Huijbrecht Staesen mede hebben ende deijlen, soo diep ende breet als Marijken Roelendr voirss bij soe veerde hij daer inne gericht ofte bij Marijkens sijnder huijsvrouwen leven aenbestorven soude moghen wezen. Ende verthijen hier mede den voicht ende toesiender vanden weeskijnder voirnoemt voir haer ende haerder aller naecoemelinghen vanden Zuijthollantschen goederen haer ofte de voirss kijnde daer egeen paert, deel, noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeeten int groot ofte int cleijn. Dies moet Huijbrecht Stasen voirss nu van stonden aen uutreijcken een bedde met een hooft polie, eenen bouwen, eenen rock en een heijck ende daerenboven noch thien ponden groten Vlaems vrijts gelts te betaelen op twee Lichtmis daghen continuelijck achter een vervolgende, waer aff den iersten wezen sal Lichtmis anno neghen ende tzeventich. verbijndende daer voiren allen zijnen goederen, moble ende immoble, present ende toecomende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wezen. Actum als boven ter presentie vanden schout, Adriaen Peterss ende Adriaen Aertss, beijde als heemraders hier over geroepen ende gebeden.
Idem deze voirss thien ponden groten Vlaems bekenden Michiel Adriaenss Spranger als man ende voicht van Mariken Roelen ten vollen ontfanghen te hebben den iersten penninck metten lesten tot Geertruijdenberge inde Croon in presentie van mij
Melis Cornelis.
Fol. 176v.
Dezen 3en aprilis anno 78 compareerden voir ons scholteth ende heemraders ondergescreven Peterken Vas Tomasdr als wettighe huijsvrou van Leonaert Corneliss ende heeft duer bevel ende begeeren van Leonaert Corneliss, haren man voirss, gewilt ende begeerdt dat alsulcke testamente ende maickagien als sij kenne(?) Marijken Ariaen Jan Maezendr ten anderen tijden hebben doen maicken ende nu die selfde tot discretie van hairen jaeren gecoemen zijnde rechtelijcken in aen ge…. (er is iets onleesbaars tussengekriebeld) gerenuntieert ende herroepen heeft, sullen mits dezen gedeeleert, gedoijt ende gansch tot niet gedaen worden. Ende dat Jan Bernaertss hairen wettighen man met allen die goederen daer Marijken Ariaensdr voirs inne gericht is ende toebehoiren, zo onder die jurisdictie van Raemsdonck ende Waspick als alder sins geleghen, sijnen vrijen eijghen wille meede sal doen in coopen, vercoopen, verlichten ende beswairen sonder teghen segghen van iemanden. Des t’oirconden hebben wij scholteth ende heemraders deze tot vasticheijt met ons eijghen signaeteure ende naeme onderteijckent ten date als boven. Mij gesworen clerck iegenwoirdich aldus mede condich. Dit is Adriaen Peterss merck │││.
Dits Jan N Zegerss merck. Melis Corneliss.
Vrijgift Floris Corneliss; Jan Joost Neelen tot Alphen.
Dezen 9en aprilis anno 78 compareerden Floris Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Jan Joost Neelen tot Alphen, sijn gerechticheijt in een stuck lants geleghen int Rijsbroeck bij ‘tGat, te weten zo groot ende cleijn, veel ende luttel als zijn huijsvrouwe dat aenbestorven is, onbegrepen der maeten, Jan Joost Corneliss selve geleghen oostwaert ende d’erfgenaemen van Cornelis Joost Corneliss met hairen erve westwaert. Streckende vande halven Rijsbroecsen wech aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ten halven Gat toe. Ende geloefden Floris Corneliss dit voirss perceel lants te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders Adriaen Aertss ende Dierck Adriaenss.
Fol. 177r.
Aenneminghe van Adriaen Huijben zijnen twee onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Truijken Tomasdr, zijnder huijsvrouwe was. Dezen xvjen aprilis anno acht ende tzeventich.
Compareerden Adriaen Huijbrechts ende heeft bij consent ende advijs vanden gerechte aengenoemen van Cornelis Tomas, den gerechten bestorven voicht zijnen twee onmondighe weeskijnderen, naemelijck Huijbken Ariaenss ende Tuenis Adriaenss, verweckt bij Truijken Tomasdr, zijnder huijsvrouwe was, te almenteeren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, in reeden, zo lijnden als vullen, schoeijen, cousen, sieck ende gesondt, geenen tijt van pericle uugesondert, ter tijt tot dat het joncxte mondich wezen sal. Ende dat om ende voir allen die goederen, zo have als erve, den voirss kijnderen van hair moeder aenbestorven. Mits conditie ende wel besproicken voirwairden dat Adriaen Huijbrechtss die kijnderkens voirss ten mondighen daghen gecoemen sijnde sal moeten uutreijcken eens die somme van vijftich Karolus gulden. Is noch voirwaert oft een van deze voirss twee kijnderen binnen middelen tijden aflijvich worden, sal weezen tot profijte vanden anderen overbijvende kijndt. Ende bij so veerde zij beijde binnen middelen tijden aflijvich worden, zo is wel expresselijcken ondersproicken dat Adriaen Huijbrechtss den erfgenamen vande kijnderen voirss niet gehouden is iets uut te reijcken, int groot ofte int cleijn, nu ofte ten eewighen daghen. Actum als boven ter presentie ende bij consent Cornelis Tomass voir hem selven ende mede vervanghende Baetghen, sijn suster ende Willem Corneliss als voicht ende man van Dinghen Tomasdr. Heemraders Adriaen Peterss, Jan Zegerss ende Dierck Adriaenss.
Fol. 177v.
Aert Janss van Iersel cum suis; Willem Corneliss.
Dezen xxijen novembris anno Lxxviij compareerden Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken aengenoemen Dinghen Tomasdr, sijn huijsvrouwen voirkijndt, verweckt bij Saul hairen iersten man te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten, in drincken, cleeden ende reeden, zo lijnden als vullen, eerlijcken nae sijnen staet zo langhe voir ‘tvoirss weeskijndt mondich wezen sal ende dat voir allen die goederen ‘tvoirss weeskijndt van sijnen vader aenbestorven. Dies moet Willem Corneliss Saul Saulz tot sijnen monighen daghe gecoemen sijnde, noch vuijtreijcken die somme van xxv Karolus gulden eens oft een coe daer voir. Begeerdt oick Willem Corneliss voirnoemt ende maickt Dinghen sijn huijsvrou in forma van testamente nae sijn doot bij so verde hij geen wittighe geboirten aen haer en verweckt allen zijnen goederen geen vuijtgesondert. Salvo sal Dinghen Tomasdr sijnen erfgenamen eens vuijt moeten reijcken die somme van ses Karolus gulden ende meer niet. Actum ut supra, coram heemraders Adriaen Peterss Schoenmacker ende Adriaen Janss Vender ende mij present Melis Corneliss.
Fol. 178r.
Transport op datum: 16-4-1578.
Verkoper: Antoniss (Tuenis) Anss als gerechte bestorven voicht van Commer Tueniss sijns soens weeskijnt ende Jan Peeterss Crol.
Koper: Melis Cornelisz
Betreft verkoop van: een hofstat geleghen inden Muelenpat. Mits besproicken voirwaerden dat Melis Cornelisz in geen dijckagien gehouden en is dan alleenlijck inde Dierfdijck, ten waere dat Jan Peeterss jeghens den halven acker, te weten die westzijde gehouden waere inde uutkae iets te onderhouden.
Belend noord: eerste dwersloot teijnden den werff.
zuid: eersten sloot over den Diefdijck.
oost: Adriaen Peter Schoenmaeckers met zijnen erven.
west: Dierck Rutten c.s.
Koopsom: Twee maal 231 Karolus gulden te betaelen op 5 meijdaghen achtereen zonder middel vervolgende, waarvan de eerste meij 79. (aan elke verkoper)
Verklaring van voldaan zijn op: eerste termijn ontvangen door Tuenis Anss. De laatste termijnen zijn ontvangen door Lauwereijs Jans als voicht van Commer Tuenis weeskijnt. Volledig voldaan op de laatste mei 1592 (in aanwezigheid van Michiel Mathijss, de schout van Waspijck). Op een los vel een aparte quitantie van Lauwereijs Jansz. Aan de tweede verkoper (Jan Peeters) is al voldaan op 4-10-1584.
Fol. 178v.
Transport op datum: 19-4-1578.
Verkoper: Peter Joachimss voir hem selven ende mede vervangende Anniken Gerit Janss wedue.
Koper: Bastiaen Cornelis Wilms.
Betreft verkoop van: 2 mergen lants gelegen int Rijsbroeck in een block lants geheten die Hoeckampen, alzo groot ende cleijn als ‘tcloosters cijnsboeck dat claerlijck inhout. Met steginge ende weginge van vijftien leupensaet lants geleghen inden Garenstrick, toebehoirende de erfgenamen van Aechtken Wilm Jaecobs.
Belend noord: Cloosterswater.
zuid: Gebuerwech.
oost: Gijsbrecht Weijnen met zijnen consorten.
west: de ingelanden van Oosterhout met hairen erve.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 179r.
Transport op datum: 19-4-1578.
Verkoper: Peter Joachimss inde qualiteijt als voiren.
Koper: Jan Cornelis Aertsz.
Betreft verkoop van: 12 mergen lants gelegen int Rijsbroeck.
Belend noord: Gebuerwech.
zuid: Dongha.
oost: Huijbrecht Jacobs weeu cs.
west: Willem Jans Snellen.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 30-4-1578.
Verkoper: Marijken Jan Cornelis weeu met Dierck Adriaenss hairen gecoiren voicht die hair metten recht gegeven was.
Koper: Adriaen Jan Aertsz.
Betreft verkoop van: 2 weer lants gelegen inde Oird.
Belend noord: halver Kae.
zuid: Dongha.
oost: Ariaen Ariaen Casteleijn int selve lant.
west: Rijck Emmen.
Koopsom: niet genoemd.
Eodem anno et die compareerden Ariaen Jan Aertsz ende heeft bekendt, gewilt ende begeert dat alsulcke waerburch tocht ende warandt als Marijken Jan Corneliss weeu hier voirmaels den voirs Ariaen Jan Aertsz gedaen heeft, te weeten vier veertelen rogs tsiaers voir sijnen verhale vande beswaernis ende commer die opt voirss stuck erfs metten recht verobligeert is geweest en die sal worden gedoit ende geheel gecanceleert ende mits dezen doot ende tot niet sal wezen voir haerder beijder nacomelinghen.
Op een los vel van 31-1-1572 van notaris Templers, voor schepenen van Gilze, staat de borgstelling van Maria Jan Berten (kennelijk dezelfde als Marijken Jan Corneliss weeu)
Fol. 179v
Transport op datum: 30-4-1578.
Verkoper: Ariaen Jan Aertsz.
Koper: Henrick Pauwelsz. (Vermeulen)
Betreft verkoop van: 2 weer lants gelegen inde Oird.
Belend noord: halver Kae.
zuid: Dongha.
oost: Ariaen Ariaens Casteleijn int selve lant.
west: Rijck Emmen. Koopsom: niet genoemd.
Henrick Pauwelss; Ariaen Ariaenss Casteleijn.
Eodem anno et die heeft Henrick Pauwelss dit voirss perceel lants overgegeven Ariaen Ariaenss, in vueghen, manieren groot ende cleijnt als hij ‘tselfde hier boven van Ariaen Jan Aertsz ontfangen heeft. Heemraders als boven.
Ariaen Ariaenss Casteleijn; Wilm Pauwelss tot Gils.
Eodem anno et die heeft Ariaen Ariaenss Casteleijn dit voirss perceel lants overgevest Wilm Pauwelss zo groot ende cleijn als hij ‘tselfde hier boven van Henrick Pauwelsz ontfangen heeft. Heemraders als boven.
Op een los vel van 31-1-1572 van notaris Templers, voor schepenen van Gilze, staan de voorgenoemde transporten beschreven, met de bedoeling ze in dit register van Raamsdonk in te laten schrijven.
Ariaen Ariaens Casteleijn, Cornelis Adriaenss, Bastiaen Adriaenss, Marijken Adriaenss, Wilm Pauwelss tot Gils.
Eodem anno et die compareerden Ariaen Ariaens voir hem selven, Cornelis Adriaenss voir hem selven, Bastiaen Adriaenss voir hem selven ende Marijken Adriaensdr. met Ariaen Ariaenss hairen vader, hairen gecoren voicht ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften als recht is Wilm Pauwelss drie deelen in een stuck lants geleghen inde Oird, tusschen Wilm Pauwelss voirss erve oostwaert ende Rijck Emmen westwaert, streckende vander halver Kae aff zuijtwaert op ter Donga toe ende geloven comparanten voirss Wilm Pauwelss dit voirss stuck lants te vrijen ende te waeren tot dezen dage toe. Heemraders als boven.
Op drie kleine losse briefjes staan korte teksten die niet erg te plaatsen zijn. Een waar een naam in voorkomt geven we weer:
Item dit is buijtendijcx metten Wijndckens Bancken metten Leghe Veen teijnden die Bancken met xxxv stuivers heffende op Wouter Staessen met een gedeeltken in Bontengers wer in Rijsbroeck metten Werfcampen.
Fol. 180r.
Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen d’erfgenamen van Iken Beerdt Jansdr, Ariaen Ariaenss Casteleijnen huijsvrou was. Dezen lesten aprilis anno ’78.
Inden iersten Adriaen Adriaenss ende Cornelis Adriaenss tzamen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op een vierendel in Claes Janss landt, onbedeelt. Streckende vanden Achterdijck zuijtwaert op ter Donga toe.
Noch zijn die selfde bedeelt op het derdendeel van vijff geerden geleghen tot Waspijck boven Kerck aent cruijs.
Noch die selfde bedeelt op het vierendeel in een weer lants geleghen binnen den ban van Raemsdonck aen Geerkens Zijl, bedeelt op den westen candt met Adriaen Adriaenss Casteleijn haer vader.
Noch op een half weer lants geleghen inde Acker, streckende vanden iersten sloot aff buijten den Diefdijck noirtwaert op ten iersten sloot toe over den dijck, gemeen met Adriaen Lambrechtsz Drossert, bedeelt op den westen candt.
Noch op een hoecxken aende Zijl met Piersens, bedeelt op den oosten candt.
Noch die selfde bedeelt op de helft in Moeijken Marijen acker, elck zijn vierendeel onbedeelt.
Ende geloeft Adriaen Adriaenss voir hem ende sijnen naecomelinghen, Cornelis Adriaenss, Bastiaen Adriaenss ende Marijken Adriaensdr zijn broeders ende suster nu ende ten eewighen voirt vrij te houden van alsulcke vierdalven Karolus gulden ‘tsiaers als opt landt aen Gerijckens Zijl verhijpotequeert staen.
Hier jeghens Bastiaen Adriaenss geloet ende geerfdeelt op een half weer lants geleghen inden Amercamp, vrij ende vranck, onbedeelt.
Noch op die helft van ses geerden lants min een vierendeel geleghen in Peersnacken weer, onbedeelt, streckende vander halver Kreeck af ter halver Mazen toe.
Noch die selfde bedeelt op een vierendeel in Moeijken Marijen acker, onbedeelt.
Hier jeghens Marijken Adriaenssdr geloet ende geerfdeelt op die helft van Heijlken Beerthen steede, streckende vanden halven Hanck aff ten Achterdijck toe, onbedeelt.
Noch op een stuck lants geleghen inde Brandt, streckende vander halver Achter straet aff ter Brandtweteringe toe.
Noch op een vierendeel daer beneffens geleghen.
Dies zo me.. (? vlekje) Marijken Adriaens dr ende beloeft Adriaen Adriaenss, Cornelis Adriaenss ende Bastiaen Adriaenss, haer broeders, altijts costeloos ende schadeloos te houden nu ende ten eewighen daghen van drie verscheijen uutgaende renthen, als een van xxxv st., een van xv st. ende een van xij2 st. tziaers, nae uutwijsen der brieven van constitutien daer toe dienende.
Noch is de selfde geërfdeelt op ‘t vierendeel in Moeijken Marien acker, onbedeelt.
Aldus aengebrocht ende verpeijndt aen ‘sHeeren handt op een boete van twintich gouden realen te verbueren. Heemraders Adriaen Peeter Schoenmakers ende Adriaen Janss Vendricht.
Is oick voirwaert oft hier noch commerkausen op de voirss percheelen lants quamen diemen nu niet en weeten oft niet verhaelt en zijn, sullen partijen malcanderen helpen draghen.
Fol. 180v.
Dezen ven meij anno xvC Lxxviij compareerden die wedue van Govaert Evaertsz met Dirck Adriaenss, hairen gecoren voicht ende Joachim Claess als gerechte bestorven voicht van Govaert Evaertsz weeskijnderen ende hebben ondergenoemen van Peeter Ariaen Gerit Hermanss ten Rijen die somme van vijftich Karolus gulden ‘t stuck tot veertich groten Vlaems gereeckent. Ende sal Peeter Ariaen Gerit Hermanss daer voiren hebben ende gebruijcken achtalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groot Waspijck, tusschen d’erfnissen die wedue metten erfgenamen van Govaert Evaertz westwaert ende Mathijs Janss weeskijnt oostwaert. Streckende vande dwarsloot aff noirtwaert op ten iersten dwerssloot toe voir den dijck. Ende geloeven Dirck Adriaenss ende Joachim Claess inde qualiteijt als voiren Peter Adriaen Gerit Hermanss deze voirss achtalff geerde lants vrij te houden als in dijcken slooten schauwen ende alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende, te weten hemelvrij, mits wel geconditioneerde voirwairde dat Peeter Adriaenss voirss, dit voirss stuck lants sal moghen bruijcken, hoijen ende weijen als zijn eijghen goet van jare tot jare tot zijnder nutschappe ende oirbaer ter tijt ende ter wijlen toe voir die wedue metten erfgenamen voirss die voirss vijftich Karolus gulden gerestitueert ende ten vollen betaelt sullen hebben.
Dies zo sal Peeter Adriaen Gerit Hermanss die wedue metten ergenamen alle jaren moeten vuijtreijcken die somme van veertich Groten Vlaems. Ende is noch wel expresselijcken ondersproicken dat die voichden voirss noch die wedue ofte erfgenamen dit voirss stuck erfs niet en sullen moghen belasten ofte beswaren int groot ofte cleijn ende in geender manieren, maer houden ‘tselfde hemelvrij zo lange als Peeter Adriaen Gerit Hermanss inde bruijckweer staet welcke bruijckweering ingegaen is Sinte Peeter ad cathedrum lestleden anno acht ende tzeventich.
Fol. 181r.
Transport op datum: 28-5-1578.
Verkoper: Willem Pauwels Jansz.
Koper: Jan Lauwereijs Hoefkens
Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Oirde.
Belend noord: Kae.
zuid: Dongha.
oost: Jacob Jan Gieliss.
west: Rijck Emmen erfgenaemn c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 28-5-1578.
Verkoper: Tuenis Anss als gerechte bestorven voicht van Commer sijns soens weeskijndt.
Koper: Jan Gijben.
Betreft verkoop van: halff die Geestkens onbedeelt met Jan Gijsbrechtsz ende Anniken Gijsbrechtsdr zijn suster.
Belend noord: halve Veerscher straet.
zuid: halve Poelsloot.
oost: Bastiaen Aertsz met Tuenis Adriaenss weeu.
west: Frans Geritsz den schout met Jan Adriaensz.
Koopsom: 14 ponden Groten Vlaams.
Te voldoen als volgt: mei ’79.
Verklaring van voldaan zijn op: 11-4-1581.
Fol. 181v.
Transport op datum: 28-5-1578.
Verkoper: Peter Diersxz Groeij.
Koper: Cornelis Adriaens ende Dierck Adriaensz.
Betreft verkoop (met verleije) van: ‘tzevende deel in eenstuck lants geheeten ‘t leech lant, alzo groot ende Cleijn als hij van Aentghen Knapen ten anderen tijde ontfangen heeft.
Belend noord: Heijlken Beerten erfgenamen erve.
zuid: halve Kae.
oost: Cornelis Adriaens en Dirck Adriaenss int selve lant.
west: Adriaen Lambrechtss int naeste lant.
Koopsom: voldaan, niet genoemd.
Transport op datum: 12-6-1578.
Verkoper: Adriaen Peterss Schoenmaecker.
Koper:
Betreft verkoop (met vrijer gifte behalve cloosters chijns) van: derdalven mergen lants geleghen int Rijsbroeck, gemeijn metten erve vande Santroesen clooster.
Belend noord: Gebuerwech.
zuid: Dongha.
oost: Santroesen clooster int selve lant.
west: Santroesen clooster int selve lant.
Fol. 182r.
Transport op datum: 12-6-1578.
Verkoper: Brievinck Huijbrechtsz.
Koper: Gijb Zegerss.
Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen opde Vlaeijkens.
Belend noord: halve Poelsloot.
zuid: halve Vlaeijkensstraet.
oost: Gijb Zegerss kijnder.
west: Adriaen Gijsbrechtss c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Eerfdelinghe aengebrocht tuschen d’erffgenamen van Janniken Adriaen Andriesdr, dezen 22en septembris anno 78.
Inden iersten d’erfgenamen van Andries Adriaenss tzamen gecavelt ende geerfdeelt op halff die coeijweij met seven duijten(?) erfflijck tziaers daer uutgaende. Geleghen tusschen Adriaen Jansz Venders erve oost ende ‘tLanckweer west, mits uutereijcken die somme van sestalve ponden grooten Vlaams eens op twee St Jansdaghen ierstcomende, te weeten Alit Jan Buijsen ende d’erfgenamen van Huijbken Adriaen Andriesdr tzamen vijff ponden Vlaams op die drie geerden ende Jan Meeuss die somme van drie Karolus gulden op gelijcke termijnen.
Nu Jan Meeuss ten Rijen geerfdeelt op vijff geerden lants ofte soveel als Janniken Adriaen Andriesdr saliger dat gebruijckt ende toebehoirt heeft, geleghen int Breet Weer, geheeten Den Els, streckende vande halve Keen aff noirtwaert op ter Doncxer straet toe. Huijb(?) Jacob erfgenamen oost ende Aert Mertenss int selve lant west.
Hier jeghens is Aert Jan Buijs ende d’erffgenamen van Huijbken Adriaen Andriesdr tzamen t’zamen geerfdeelt op drie geerden lant gelegen in Ariaen Andries weer plach te wezen, met thien st. losrenten daer jaerlijcx uutgaende met noch ‘tgeene die kercke daer op heft. Streckende vande halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Staes Huijben met zijn broeder geleghen oost ende west.
Is voirwaerde wat commercausen op dees voirss perceelen oprijsen die men nu niet en weet, dat partijen die selffde sullen helpen draghen, vertijende hier van jeghen Adriaen Peeterss ende Adriaen Janss Vendricht als heemraders deze t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren.
Fol. 182v.
Transport op datum: 1-10-1578.
Verkoper: Aert Mertenss.
Koper: Cornelis Reijnaertsz (Iccome…..??)
Betreft verkoop (met een verleije) van: Een huijs metten erve daer toe behoirende alzo groot ende cleijn alst Aert Mertenss voirnoemt van Adriaen Tueniss Swack ten anderen tijde gecoft heeft.
Belend noord: Meeus Adriaenss erve.
zuid: Cornelis Reijnaertz voirs erve.
oost: Zeger Henricks.
west: Meeus Adriaens.
Koopsom: 14 ponden grooten Vlaams min 20 st.
Te voldoen als volgt: 5 pond gereet, de rest op 2 Bamisdaghen achtereen.
Verklaring van voldaan zijn op:
De gereet beloofde penningen worden gelijk voldaan.
Juetghen Aert Mertens huijsvrou verklaart 5 pond te hebben ontvangen, verschenen Bamis anno ’79.
Aert Mertens verklaart voldaan te zijn op 11-10-1580.
Fol. 183r.
Transport op datum: 6-10-1578.
Verkoper: Jan Meeus Jansz. vande Rijen.
Koper: Peter Jan Lemmensz.
Betreft verkoop van: een stuck lants achter den Dieffdijck.
Belend noord: halve sloot buijten den Dieffdijck.
zuid: halve Creeck.
oost: Adriaen Adriaen Leuskijnt.
west: Frans Gerits cum suis.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 6-10-1578.
Verkoper: Jan Meeus Jansz. van de Rijen
Koper: Melis Cornelisz.
Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, geleghen int Meulenweer, onbedeelt int half weer opten oost cant.
Belend noord: van ondergenoemde zuidgrens af, noordwaarts op tot de eerste sloot aan de noordzijde vande Hootdijck, aende kerck.
zuid: halve sloot buijten den Dieffdijck.
oost: die vicarissen met kerckdijck
west: Adriaen Gerits van Boemel cum suis int selve lant.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 183r
Transport op datum: 6-10-1578.
Verkoper: Mathijs Jan Michielss.
Koper: Jacob Janss
Betreft verkoop van: een half stuck lants genaampt den Peerboom, geleghen binnen dijcx, gemeen met Adriaen Geritz Muelders weeu. De kerke tot Cappel heft op dit land jaarlijks ‘t derdendeel van 8 stuivers.
Belend noord: eerste dwersloot buijten over den dijck.
zuid: Halve Peerboom
oost: Adriaen Adriaenss Casteleijn cum suis
west: Adriaen Gerits wedue.
Koopsom: 15 ponden groten Vlaams, te betalen op 2 Bamisdagen.
Eerste termijn betaald op 28-12-1578. Daarna vermelding van volledige betaling, maar zonder datum.
Fol. 183v.
Transport op datum: 7-10-1578.
Verkoper: Commer Claesz voir hem selven, Truijken Vas Adriaensdr voir hair selven ende Adriaen Huijbrechtsz als gerechte bestorven voicht van Adriaen Vassen achtergelaeten weeskijnt.
Koper: Peeter Joachims
Betreft verkoop van: een stucxken erfs (volgens de kwitanties een “hofstede”).
Belend noord: schauwsloot aende straet in Groot Waspijck.
zuid: Peeter Joachimss erve
oost: Peter Joachims voirs.
west: Lauwereijs Janss.
Koopsom: 92 ponden groten Vlaams
Te voldoen als volgt: de helft gereet, de andere helft Bamis ’79.
Verklaring van voldaan zijn op: 25-10-1579.
NB: de kwitanties suggereren dat ze door Commer Claess zijn ondertekend. Het zou betekenen dat hij (ook nog goed) kon schrijven.
Fol. 184r
Aenneminghe van Adriaen Vassen weeskijnt, verweckt bij Huijsken Jansdochter, nu getrout hebbende Jan Joass(?), dezen vijen octobris anno 78.
Compareerden Jan Peeterss ende heeft met decreet ende advijs vande gerechte als oppervoichden aengenomen van Adriaen Huijbrechtsz den gerechte bestorven voicht ende Commer Claess den toesiender, Adriaen Vassen achtergelaeten weeskijnt te alimenteren in cost ende dranck, den tijt van ses jaeren ende t’onderhouden in cleeden, in reeden, zo linden als vullen ende in als wes ‘tvoirss kijnt binnen tijde voirss, noodich wezen sal, eerlijcken naer zijnen staet. Welcken tij ingegaan is op Sinchen dach lestleden ende dat om ende voir alsulcken geerde lants als ‘t voirss kijnt heeft liggende in Truij Gerit Buijs weer, gelegen inde ambacht van Groot Waspijck, tusschen d’erfnissen die wedue vande rentmeester Jan vande Berch gelegen int selve lant oostwaert ende Matijs Janss weeskijnt westwaert. Streckende vande Kaesloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maezen toe. Ende zijnde hiermede allen ‘tvoirss kijnts goederen verteert uutgescheijden sijn portie inde penningen die Peter Joachimss toecomen, te geven vanden erff aende Schans. Aldus gedaen voir Meeus Adriaenss, Jan Zegerss, Adriaen Aertss ende Dierc Adriaenss. Ende is voirwaerde ast voirss kijndt binnen middelen tijde afflijvich worden, ‘tzij wanneer het is, dat Jan Peeterss voirss niet te min die voirss geerd lants behouden sal. Actum als boven, heemraders als boven.
Dezen xxviijen decembris heeft Ffrans Gerits den scholteth hem selve geconstitueert tot borghe Jacob Janss voir alsulcken onraet als opt landt d’welck Jacob Janss van Mathijs Janss gecoft heeft hier naemaels soude moeghen oprijsen ende selve Jacob Janss daer van costeloos ende schadeloos te houden. Des geloeft den voirss Tijs Janss den schout voirss ende stelt hem tot borghe alsulcke penningen als hem van Jacob Janss verschijnen sullen tot Bamisdach anno 79. Mede geloevende den voirss Tijs Janss den schout alsdan vande borchtocht te ontslaan ende stellen Jacob Janss een singulieren ipoteque tot eenen onversterfflijcke waerborch binnenslans(?) tot sijnen verhael, nu ende ten eewighen daghe. Actum als boven, mij present.
Fol. 184v.
Transport op datum: 8-10-1578.
Verkoper: Adriaen Aertz als voicht van sijn moeder.
Koper: Dirck Pauwelz.
Betreft verkoop van: een half weer lants, geleghen inde Bancken onbedeelt metten Leechen Veen daer Dirck Pauwelss voirss dat halff weer in heeft.
Belend noord: halve Kreeck.
zuid: Dongha.
oost: Jan Corneliss c.s.
west: Jan Zegerss.
Koopsom: 24 ponden groten Vlaams, te betalen op 3 Bamisdagen achtereen vervolgende, waarvan de eerste Bamis ’78.
Adriaen Aerts bekent vervolgens eerst 5 pond ontvangen te hebben, dan op 8-5-’79, 3 pond.
Op 20-4-’80 bekent Aentghen Schouten (vermoedelijk de moeder van Ariaen Aertz) met Ariaen Aertz, hairen voicht, 8 pond te hebben ontvangen.
Op 14-11-’80 bekenden Jan Adriaen Peterz ende Aertken Artsdr van weghen Aentghen haer moeder, de wilceur geheel voldaan te zijn.
Dezen xiiijen octobris anno Lxxviij compareerden Adriaen Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Seger Peterss zijnen broeder een huijs metten erve daertoe behoirende, geleghen opt Gat, zo groot ende cleijn als zij geleghen is tusschen d’erfnissen Ans Corneliss oost ende Cornelis Diercxz cum suis west. Streckende van Peter Adriaen Meeuss erve aff zuijtwaert op totten Rijsbroecxen wech toe. Ende geloeffden Adriaen Peterss dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders Meeus Adriaenss ende Jan Zegerss.
Fol. 185r.
Seger Peterss; Adriaen Peterss.
Eodem anno et die compareerden Seger Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Peterss zijnen broeder drie geerden lants. Streckende vanden iersten sloot die buijten den Dieffdijck leijt aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Gaff noch over Zeger Peterss, Adriaen Peterss zijnen broeder neghen geerden lants, geleghen int selffde weer. Streckende vander halver Kreeck aff, voirts zuijtwaert op ter Kae toe. Adriaen Peterss cum suis geleghen ooswaert ende Beris Cornelis cum suis westwaert. Ende geloeft Zeger Peterss deze voirss perceelen te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders als boven.
Eerfdelinghe aengebrocht tuschen die wedue van Jan Buijs ende hairen kijnderen, dezen xiiijen octobris anno 78.
Inden iersten Alit Jan Buijs gecavelt, geloet ende geerfdeelt op halff die steede onbedeelt, zo groot ende cleijn als die daer geleghen is tusschen d’erfnissen Steven Aerts oost ende Jan Meeuss west. Streckende van Staes Huijbrechtz erve aff aent noirden eijnde zuijtwaert op tot Adriaen Peterss erve toe. Met allen gebuerlijcke rechten daer toe staende.
Noch op het vierendeel aen die oostzijde ende opt sestendeel aen die westzijde van het weer geleghen aen die westzijde vande Berchenwech. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Dongha toe, de Berchen wech geleghen oost ende Peter Joachimss west.
Noch op een halff ackerken geleghen tusschen Adriaen Wouterss oost ende Peeter Huijbrechtz west, onbedeelt met de kijnderen. Dies is voirwairt dat Alit Jan Buijs de wedue voirss sal besitten ende gebruijcken allentgeene wat in huijs is, ‘tzij peerden, coeijen, calveren, hoij, stroij ende anders den huijse toebehoirende. Waer voiren zij gehouden is t’onderhouden Jan Janss ende Marijken Jansdr haer leven lanck in als eerlijcken nae hairen staet. Ende begeert dat Jan Janss hairen soen naer hair doot sal hebben voir uut die somme van hondert Karolus gulden eens. Ende dan voirts mede te deijlen kijnt gedeelt nae behoiren.
Hier jegens Jacob Janss, Zeger Peterss ende Marijken Jansdr zamen gecavelt ende geerfdeelt op die halff steede, zo groot ende cleijn, veel ende luttel als die moeder aend d’ander zijde op d’ander helft van dien bedeelt is. Met noch halff t’ackerken oick geleghen ende zo groot ende cleijn als die moeder daer jeghen geerfdeelt is, geleghen in Henrick Luijen Ambacht.
Ende Henrick Janss, Cornelis Janss ende Jan Janss zijn geerfdeelt op vier geerden lants geleghen in Aen Eris weer, oft zo groot ende cleijn, luttel ende veel als Jan Buijs daer inne geacht is geweest. Streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Jan Meeus cum suis geleghen oost ende Jan Mathijs erffgenamen west. Ende wat commercausen op eenighe vande voirss perceelen, nu niet wetende, nae datum van dezen oprijsen, sullen partijen malcanderen helpen dragen. Aldus aengebrocht voir heemraders Meeus Adriaens ende Jan Zegerss, waer voir partijen hebben verteghen deze t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren.
Eodem die compareerde Zeeger Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jacob Janss sijn poirtie ende aengedeelt inde steede boven geschreven, zo groot ende cleijn als die boven gespecificeert staet. Heemraders als boven.
Eodem die heeft Jacob Janss geloeft ende verwilceurt zo recht is schuldich te wezen Zeger Peterss die somme van twintich ponden grooten Vlaems, te betaelen op drie Jans daghen ierst coemende, waer aff den iersten wezen ende verschijnen sal St Jan anno neghen ende tzeventich onder ‘tverbant van dezen goeden daer dezen wilceur aff spruijt ende allen zijnen anderen goederen, geen uutgesondert voir den iersten penck metten lesten betaelt sal wezen. Heemraders als boven.
Losse blaadjes:
Ick Jan Wouterssen kenne betaelt te sijen van Michyel Aertssen van alsulcken wijlker (wilkeur) als Pauels Aryaenssen, Jan Wouters over ghetranspoerteert heft ende is betaelt op xxiii ende twyntych ponde ghroete Vlems ende ii Karolus ghulden.
In kennysse der waerheyt soe hebben Jan Wouterssen dyt onder tekent met myen ghewoenlyck hanteken anno xv hondert ende Lxxxi ende tachtentych, gescreven den xxvii januarij. Jan Woutersen.
Op heden desen iijen septembris anno xvC Lxxx soe willen Anthonis Aertz ende Mathijs Claesz volgende overgeven ende consent van Adam Meeus van Gilze vercoopen des selffs Adams erffgoederen die hij binnen Raemsdonck heeft liggende aen te veerden ter stondt ‘tgeene daer op staende bevonden mach worden te corten(?) erfflijcken den penninck xx .. los volgende de brieffven, te vrijen totter gifte toe te weghen ende te steghen ende allen anderen gebuerlijcke rechten alzoot behoiren sall.
Inden iersten een perceel genaempt ‘tGrindtlandt zo groit ende cleijn als dat van Jan Andriesz erffgenamen gecoemen is vuijtwijsende ‘tregister.
Ten tweeden een perceel inde oirde ontrent eenen merghen geleghen gemeen met Rijck Emmen.
Ten iiien eenen hoeck erffs ertijts gecoemen van Peter Diercxz genaempt Zeepkens Killeke, vuijtwijsens ‘tregister.
Idem die vercoopers de voirss perceelen sullen vercoopen met gereet gelt te corten als voiren.
Den wijncoop hier op geconsenteert bijden cooper te verlegghen en ‘tiije deel te corten te giften terstont naden slach.
Idem oft iemandt ‘tvoirss landt cofte ende sijne penningen niet gereet bij hem heeft ende betaelt sullen vercoopers die voirss percheelen daarvan sij den slach gegeven sullen hebben ten selven daeghe oft alst haer gelieve sall wederom moighen vercoopen, geldet meer dat en sal den gebreeckelijcke geen prouffijt aff hebben, geldet min dat sullen sij aen den gebreeckelijcken verhalen met alsulcken recht alst haer vercoopers gelieven salt.
Sullen oick moighen houden ien ijen ofte meer coopdaeghen naer hairen gelieven.
andere kant:
Sullen oick moighen houden hairen schoonsten coopman den minsten meesten oft die haer gelieven sal zonder contradicte.
Ten laetsten sullen de vercoopers de coopers de voirss percheelen garandeeren volgende de voirgenoemde conditien. Welverstaende indien hem eenighe ontneminghe met beter brieven ofte bescheijt geschiet dat de voirss vercoopers houden huere acke gereserveert opden voirss Adam Meeusz ende sijnen goederen volgende huere bescheijt obligatien ende borchtochten daervan sijnde. Aldus sine fraude oft bedroch.
Op huijden desen iijen septembris voirss zo heeft Otto Geritz die voirss drie percheelen hier inne geroert, ingesedt volgende ‘tinhouden deser cedule voir de somme van drie hondert Karolus gulden van xx st. ‘tstuck, ter presentie vande schout, Adriaen Aertz ende Dierck Adriaensz, beijde als heemraet met meer andere luijden ten huijse vande schout ende ter presentie van Adriaen Meeusz voirss
ende mij secretarius Melis Cornelisz 1586.
Desen vijen septembris anno xvC Lxxx soe hebben Anthonis Aertz ende Mathijs Claesz volgende haere bescheijt duer bede ende ter presentie van Adam Meeus voirss gehouden den ijen ende den lesten coopdach van alsulcken drie percheelen erffs voiren genomineert als den voirnoemde Adam Meeus alhier heeft liggen. Ende alzo niemant dit gebot opden iersten coopdach van Otto Geritz gedaen en heeft willen verbeeteren ende die voirss Antonis Aertz ende Mathijs Claesz egeen coopdaeghen meer en begeerden te houden zo heeft Adam voirss op conditien ende dilaeij hair nae volghende den voirss Otto Geritz volgens de coopcedulle mits gaders volgende de vercoopers begeeren den slach gegeven voir de voirss somme, ter presentie den schout, Adriaen Aertz ende Dierck Adriaensz met meer andere. Toirconden hebbe ick Adam voirss tot sekerheijt van dese dit met mijn eijghen handt onderteijckent ten dage boven verhaelt. Aldus bij mij
Desen vijen septembris anno xvC Lxxx compareerden Adam Meeusz wonachtich tot Gilze ende gaff over het vrij met vrijer gifte ende het onvrij met een verlije zo als recht is Otto Geritz, drie perchelen lants hier voiren inde cedulle verhaelt, te weten een percheel lants gecoemen van Jan Andries erffgenamen, noch ontrent eenen mergen geleghen inde Oirde, gemeen met Rijck Emmen ende een perceel genaempt Seepkens Killeke. Alle gelegen inden Ambacht van Raemsdonck zo groit ende cleijn als de voirss Adam daer inne gericht is, elcx met sijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende beloeffde dese voirss perceelen lants voirts te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen iegenwoirdighen daghen toe. Heemraders Adriaen Aerts ende Dierck Adriaensz, beijde hier toe gerequireert.
Ten daghe voirnoemt compareerden Otto Geritsz ende heeft rechtelijcke geloeft den voirss Adam Meeusz dese voirss percheelen erfs inder qualiteijt voiren verhaelt wederom te restitueren binnen acht ofte veerthien daeghen ofte ten langhen Bamis dach ierstcoemende op conditien bij aldien Adam Meeus voirss alsdan ofte binnen dien tijde voirss, betaelen moet aen hem den van Mathijs Claesz sijnen burch die somme van vier ende vijftich Karolus gulden ende voir costen om sijnen twille zo rechtelijcken als anders gedaen ende geleden die somme van negen Karolus gulden twee st. ende aen handen van Antonis Aertz de somme van twee ende vijftich Karolus gulden ij st., vuijtwijsende d’obligatie ende drie Karolus gl vuijtgegeven costen, mitsgaders die costen tot Raemsdonck opde coopdaeghen gevallen ende gedaen, te weten aende secretaris van scrijven ende aende schout met sijnen heemraet. Ende Adams voirss burgen ende crediteurs tzamen verdroncken ende verteert beloopt de somme van vijf Karolus gld. iij groit. Ende in gevalle den voirss Adam Meeusz die voirn penningen niet en voldoet ende betaelt tot Geertruijdenberge aen handen ende op Bamis dach ten lanxten zo voirss is, blijft Otto Gerritz geërft ende gevest inde voirs erfnisse ende ten eewighen sonder iemants iegenseggen (in een tussenzinnetje in de kantlijn staat volgens mij ongeveer: ende voldoet hij aan het voirs, dan moet Otto afstand doen).
Aldus voir heemraden Adriaen Aerts ende Dierck Adriaens rest onleesbaar.
andere kant van het velletje:
Ten daghe voirss consenteerde Tuenis Aerts de wet ofte iemant anders van sijnen tweghen bij aldien Adam Meeus hem absent ofte van huijs wesen gift begeerden dat hij vuijt sijnen naemeden voirss Adam giften sal nae sijne gerichticheijt. Te weten int gene daer Meus voirss van Cornelis Casteleijnen twegen inne gericht ofte besterven soude moeghen wesen ende meer niet bij Adriaen Adriaens de jonge Casteleijn gecoft den voirss Adam Meeusz.
Oirconden mijn eijghen hant hier onder gestelt. Bij mij Antonius X Aertss
Het volgende losse velletje zat bij fol. 147, maar hoort daar niet. Er is veel in geknoeid. De definitieve tekst staat in RA 56, fol. 89r.
Op huijden desen xxvijen septembris anno xvC xciiij zoo zijn wel ende minnelijcken overcomen ende veraccordeert in presentie van Frans Geritss schout van Raemsdonck, Jan Zegerss ende Dirck Adriaenss beijde als heemraeden die gerechte erffgenaemen ende wedue van Ariaen Ariaenss den ouden Casteleijn ende mr Henrick van Asten eertijts voirster tot Alphen van 3 geschillen van’t lant gelegen int Rijsbrouck, dwelck den voirss Henrick Lauwereijs ten anderen tijde gecoft heeft vande voirs ouden Casteleijn, in vueghen dat den voirss Henrick van Asten dat voirss lant ten vollen ende al betaelt heeft op vijrentwintich rijnsgulden ende thien st. nae, die welcke resterende in volder betalinghe vande voirss gecofte erffnissen ende betaelde contributie. Ende gelooft die voirss reste somme van penningen te betaelen op d’Oosterhoutsche merckdach Alderheijligen ierstcomende 1594. Ende bij gebreecke van dijen zoo weert den voirss Van Asten verbonden duble gelt daer voiren te geven verbindende daer voiren zijnen goederen geen vuijtgesondert.
Fol. 186 r.
Desen xven octobris anno Lxxviij, soo hebben d’erffgenamen van Adriaen Dirck Peterss ter eenre ende die erffgenamen van Marijken Gijsbrecht Henricxdr ter anre zijden, haer geschillen, questien ende quereken, stick steegs, sonder wederoepen gesubmitteert ende aen mont ende vuijtspraick gebleven van arbijters, naemelijck Frans Geritz, scholteth tot Raemsdonck, Peter Willemss, scholteth van xj 2 Hoeven ende Groit Waspijck ende Adriaen Aertsz, Schouten, van beijde zijden daer toe geeligeert.
Soe is dat sij arbijters voirnoemt (die saecke ernstelijcke gescruteert(?) hebbende), hebben vuijtgesprocken ende spreecken vuijt mits dezen, haerlieder arbitrale sententie dat die erffgenamen van Adriaen Dirck Peterss nu tot kersmisse ierstcoemde sullen betaelen aen handen van Marijken Gijsbrecht Henricxdr, die somme van twintich Karolus guldens eens, off bij faulte van dien dat die heer vuijtlegghen sal twee schat aen gelt ende vierschat aen pandt. Ende sullen noch verbetert wezen het achtendeel van een weer lants, zo groot ende cleijn als hair ‘tselffde van Jenniken Dirck Adriaenss huijsvrou aenbestorven is met xvij 2 st. losrenten daer vuijtgaende ende woirdt geheten ‘tLeechlant, geleghen onbedeelt met Casteleijnen kinder.
Ende zijn hier mede hairlieder difficulteijten ende geschillen gansch ende geheel doot ende tot niet ende hier nimmermeer egeen questie meer vuijt te hailen ofte smecken met eenighen recht, nu ofte ten eewighen daghen voir hair alder naecomelinghen.
Ende die costen hier omme gedaen sullen d’erffgenaemen van Adriaen Dirck Peeterss nu betaelen. Ende sullen die eenhelft corten aende penningen. Is oick voirwaert zoe wat schulden, tzij prouffijtelijcke oft onproffijtelijcke, datter noch sijn die Adriaen Dircxz ende Marijken Gijsbrechtsdr sa. g.. (?) aengegaen soude moghen, sullen d’erffgenaemen van Adriaen Dircxz moghen opbueren ende betaelen. Alles sonder argelist, aldus gedaen bij arbijters bovengeschreven, waer voiren partijen aende beijde zijden hebben beloeft haerlieder arbitrale sententie t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren te gaen nae peijnen recht. Actum ut supra, mij present Melis Cornelis, 1578.
Fol. 186 v.
Gijsbrecht Henricxz; Tuenis Corneliss.
Desen xxixen octobris anno 78 compareerden Gijsbrecht Henricxz ende heeft Tuenis Corneliss geloeft nu ende ten eewighen daghen schadeloes te houden van alsulcke twee blancken als jaerlijcx den Heijlighen Geest tot Raemsdonck erflijck op alsulcken acker heffende is, geleghen in xj 2 Hoeven, als Tuenis Cornelis ten anderen tijden van Gerit Andriess, sijnen swagher gecoft heeft, nimmermeer Tuenis Corneliss daer van gemolesteert te worden, oft anders sulcke costen, schaden ende interesten daerom gedaen ende vervallen, sullen alleenlijck wezen tot last van Gijsbrecht Henricxz voirss. Coram heemraders Meeus Adriaenss, Adriaen Aertz ende Dirck Adriaenss.
Transport op datum: 31-10-1578.
Verkoper: Aert Janss voir hem selven, Jan Janss voir hem selven, Adriaen Geritsz voir hem selven, vervanghende Anniken ende Alitghen Geritzdrs, zijn susters.
Koper: Willem Corneliss.
Betreft verkoop van: een huijs metten erve daeraen geleghen, zo groot ende cleijn alst Gerit Sijmonss saligher gebruijct ende beseten heeft.
Belend noord: halve Bergensche straet.
zuid: iersten slootghen teijnden den coolhof.
oost: Adriaen Deniss.
west: Tuen Wouterss c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Dies zo moet Willem Corneliss altoos daer een steghe laeten om ‘tgoet vander kerck aff ter Herstraeten toe te voeren, nu ende ten eewighen daghe, ist noot.
Willem Corneliss; Adriaen Gijsbrechtsz Buijs.
Eodem die compareerden Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt Adriaen Gijsbrechts nu tot Paschen ierst coemende oft tot meij daeraen wel betaelt, die somme van vierthien Karolus gulden ende thien stuivers, onder ‘tverbant van allen zijn goederen, geen uutgesondert, voirden iersten penninck metten lesten betaelt sal wezen, heemraden quiby supra.
Fol. 187r.
Transport op datum: 12-11-1578.
Verkoper: Jan Adriaensz.
Koper: Goetschalck Cristoffelsz.
Betreft verkoop van: een huijs metten erve daer toe behoirende.
Belend noord: halve wech voir de deur oft tot Cornelis Jansz erve.
zuid: Cornelis Peters erve.
oost: Peter Henrichz.
west: Jan Govaertsz Coensz.
Koopsom: 26 ponden Groten Vlaems eens te betaelen op drie Bamisdaghen achtereen volgende, waarvan de eerste Bamis ’79. Op de koopdag is 6 Karolusgulden betaald.
Hierna vinden enkele betalingen plaats, maar vervolgens overkomt Goetschalck de nodige trouble: door vreemde legers wordt zijn huis afgebrand. Uiteindelijk komen partijen overeen dat Goetschalck de verkoper het huis weer laat tegen de resterende penningen (die hij nog schuldig is).
Fol. 187v.
Transport op datum: 13-11-’78.
Verkoper: Jan Meeus te Rijen.
Koper: Staes Huijbrechts.
Betreft verkoop van: vijff geerden lants inden Hoich Dong, onbegrepen der maete ende in alder manieren als Jan Meeus voirss daer op bedeelt is.
Belend noord: halve straet
zuid: halve Kil.
oost: Huijbrecht Jacobsz erfgenaemen int selve lant.
west: Aert Mertens.
Koopsom: 192 ponden Vlaams, te betalen op 3 Bamisdagen, waarvan de eerst anno ’80.
Desen xven octobris anno Lxxix compareerden Jan Meeus ende heeft vuijt desen voirss wilceur getransporteert ende overgedraegen Adriaen Peterss die somme van seventhien ponden grooten Vlaams ende twee Karolus gulden te betaelen nae vuijtwijsens den wilceur, enz.
Een jaar later renuntieert Jan Meeus volledig van deze wilkeur tot behoef van Adriaen Peters. In ’83 is de wilkeur volledig voldaan.
Fol. 188r.
Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen Cornelis Janss Roelen ende d’erffgenamen van Dinghen Adriaensdr, sijnder huijsvrouw was, dezen lesten januarij anno ’78.
Inden iersten Cornelis Jan Roelen geerfdeelt op die drie deelen in de steede, geleghen op Vlendonck, zo groot ende cleijn als Dinghen Adriaenssdr daer vuijt gestorven is ende toebehoirt heeft met die driedeelen van xxxv stuijvers jaerlijcx daervuijtgaende met noch een veldeken oick gelegen op Vlendonck zo groot ende cleijn als zij ‘tselffde ten anderen tijde van Cornelis Gijsbrechts gecoft heeft.
Hier jeghens die erffgenamen van Dinghen Adriaenssdr., namelijk Ariaen Adriaenss Versteech voir hem selven ende vervanghende Henrick den Smit, Grietghen sijn suster, Adriaen Peter Maess ende Janniken Jansdr ende Crijn Adriaenss voir hem selven ende vervanghende sijnder complicien, sijn gesamenderhandt geerfdeelt op eenen halven geer geleghen binnen Raemsdonck, onbedeelt metten Heijlighen Geest, Gerrit Wouters Weeu oostwaert ende Jan Clauwen erffgenamen west, met dertich st. jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende. Ende met allen gebuerlijcke rechten daer toebehoirende. Aldus aengebrocht voir Adriaen Janss ende Dierck Adriaensss, waer jeghen partijen hebben verteghen ende hem bedanckt der goeder deijlinghe, geloevende de selffde t’onderhouden op een pene van vijfftich Karolus gulden te verbueren te gaen peijns recht.
Copie
Ick Goetschalck Christoffelsz ende Jan Adriaensz zijn minlijcken veraccordeert van alsulcken erve als ick Goetschalck eertijts van Jannen voorscreven gecoft hebbe, geve hem volcomen macht het zelffde erve te moghen vercopen tot allen tijde, zoe wanneer dat hem gelieven zal zonder iemants toeseggen. In kennisse der waerheijt heb ick Goetschalck Christoffelsz dit met mijn eijghen handt onderteijkent, is geschiet den xxijen aprilis 1584 ende was onderteijkent.
Goetschalck Christoffelsz van Sprangh.
Fol. 188v.
Transport Michiel Adriaenss Sconincx; Antonis Joosten.
Desen xjen februarij anno Lxxix compareerden Michiel Adriaenss Sconincx ende Aerdt Adriaenss van Berghen ende hebben rechtelijcken getransporteert, gecedeert ende overgedraghen, tranporteerden, cedeerden ende droeghen over mits desen, Antonis Joosten, alsulcke veerthien dalff ponden groten Vlaems als Cornelis Huijben haer ten andere tijde van Peeter Diercks tweghen beleden heeft, mitsgaders stellende den selven Antonis Joosten mits desen inden selven recht als sij comparanten opden voirss Cornelis Huijben (nae vuijtwijsens der taefel) hebbende sijn. Vertijen hier van met behoirlijcke renuntiatie tot behoeff der voirss Antonis Joosten, haer daer egheen recht meer aen te behouden ofte vermeeten in eenighen manieren, nu ofte ten eewighen daghen voir haerder alder naecomelinghen. Heemraders Adriaen Janss ende Dirck Adriaenss.
Item dese voirs xiij2 ponden groten Vlaams bekenden Antonis Joosten van Cornelis Huijbrechts ontfangen te hebben den iersten penninck metten lesten den 14e augustij 1579.
Erffdelinghe aengebrocht tusschen Lauwereijs Janss ende Peterken Dierck Claesendr dezen iije mert anno Lxxix.
Inden iersten Lauwereijs Janss gecavelt ende geerfdeelt op die stede aen de schans, streckende vanden ambacht van Grootwaspijck aff zuijtwaert op tot Tuenis Anss erve toe, Peter Joachimss geleghen oost ende Willem Geritz west. Noch op die hoeve, streckende van Peter Joachimss ende Ariaen Janss Bernieren erve aff zuijtwaert op tot Aentghen Berthen erve toe, Jan Zegerss oost ende Peterken Dierck Claesdr west. Noch op een rouwer, geleghen teijnden Ariaen Zeveren, Peter Emmen cum suis geleghen oost ende Ans Corneliss cum suis west. Noch op anderhalff geerd lants geleghen in Ariaen Bert Vassen weer inden ambacht van Grootwaspijck, streckende vanden schauwsloot aff aen de Kae noirtwaert op ter halver Maes toe, Ariaen Aertz cum suis oost ende Cleijs Jacobsz west. Noch op eenen halven acker saeijlants onbedeelt gelegen in xj2 Hoefven, streckende vander halver straet aff zuijtwaert op tot Beris Huijben erve toe, Lenaert Corneliss oost ende Adriaen Diercxz cum suis west, met xxv st. jaerlijcx daer vuijtgaende.
Hier jeghens Peterken Dierck Claesdr met hairen voight geerfdeelt op die weste hoeff, streckende van Peter Joachimss erve aff zuijtwaert op tot Aentghen Berthen erve toe, Lauwereijs geleghen oost ende Tuenis Anss west, mits voirwaerden dat Lauwereijs Janss voirss hoeff sal steghen ende weghen over dese tot sijn stede toe ende dat dese weste hoef sal moeten steghen ende weghen over Lauwereijs Janss stede noirtwaert op ter Herstraeten toe. Noch de selffde geerfdeelt op eenen acker saeijlants geleghen inde Hoeff, streckende van Jan Zegerss erve aff oostwaert op tot Halffburen erfgenaemen erve toe. Tuenis Anss cum suis suijden ende Jan Mathijs wedue noirden. Noch op die drie deelen in eenen geer, Willem Joosten noirden ende Cleijs Jacobsz met meer ander zuijden. Noch op eenen halven acker in Grootwaspijck, streckende vander halver straeten aff zuijtwaert op tot Beris Huijben erve toe, Lenaert Cornelis oost ende Ariaen Dircxz west met xxv st. jaerlijcx daer vuijtgaende. Noch op anderhalff geerd lants geleghen in Ariaen Bert Vassen weer, Ariaen Aertsz oost ende Cleijs Jacobsz west, streckende vande Kaesloot aff ter Maes toe, elck met zijn schouwen ende gebuer rechten t’onderhouden.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt nae ‘sHeeren handt t’onderhouden op een boete x Karolus gulden te verbueren te gaan nae peijnenrecht voir hemraders Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss ende getuijghen daer toe gerequireert.
Fol. 189v.
Verleije Cornelis Mercelis; Ariaen Janss Jonghen vander Heijden.
Desen xijen meert anno xvC Lxxix compareerden voir ons heemraders ondergescreven, Cornelis Mercelis ende gaff over met vrijer giften het vrij ende het onvrij met eenen verleije zo recht is Adriaen Janss Jonghen vander Heijden, zijn gerechticheijt, poirtie ende aengedeelt in beijde die muelens, wintmuelen ende rosmuelen, staende binnen den ban van Raemsdonck. Ende geloeffden Cornelis Merceliss Adriaen Janss voirnoemt, dese voirss twee muelens te vrijen ende te wairen naeden lantrecht tot kersmisse toe lestleden anno ’78 ende langer niet. Welverstaende dat die werffen daer die voirss muelens op staen met der muelens toebehoirten sijn mede inden coep vande voirss muelens begrepen ende gecoft zo groot ende cleijn als die aldaer geleghen zijn. Waervan Cornelis Merceliss voirnoemt mits desen vertijt met behoirlijcke renuntiatie, hem aen die voirss muelens ende erve daer sij op staen egbeen recht noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten, int groot ofte cleijn voir hem ende hunder beijder naecomelinghen. Alles sine froude oft bedroch, actum als boven, heemraders Ariaen Janss Vendricht ende Dierck Adriaenss.
Bekenden hem Cornelis Merceliss vol ende geheel betaelt van Adriaen Janss Jonghen vander Heijden vande voirss coep vande Muelens voirnoemt den iersten penninck metten lesten, actum als boven, heemraders als boven.
Fol. 190r.
Ariaen Janss Jonghen vander Heijden; Jacob Janss van Donghen.
Ten die en date als voiren compareerden Adriaen Janss Jonghen vander Heijden ende gaff over het vrij met vrijer giften ende ‘tonvrij met eenen verleije zo recht is Jacob Janss van Donghen zijn gerechticheijt in den muelens, beijde staende binnen Raemsdonck metten erve daer die voirss muelens op staen, zo groit ende cleijn alst daer geleghen is. Ende geloeffden Adriaen Janss voirnoemt, Jacob Janss voirss deze voirss muelens metten erve daer zij op staen, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot dezen daghen toe. Welverstaende zo wat renten oft zijnsen op dit voirss deel inde voirss muelens met recht oft met enighen anderen obligatien rechtelijcken verobligeert zijn, sullen Jacob Janss weesen affcorting aende principael hootpenningen, heemraders als voiren.
Desen xijen meert anno xvC Lxxix compareerden Adriaen Janss Jonghen vander Heijden ende heeft geloeft ende hem selven gestelt tot eenen verhaile oft eenighe van zijnen goeden Jacob Janss van Donghen, voir alsulcken verhailen renthen oft schulden die uut den voirss muelen vuijtgaen ende men nu niet en weet, dat hem Jacob Janss daer voiren mach houden ofte arresteren ofte eenighe goederen daer goet genoch voir sijnde alles zine fraude oft bedroch.
Eodem anno et die geloefden Cornelis Merceliss den voirss Adriaen Janss vande voirss waerburchtocht te indempneren, costeloos ende schadeloos te houden voir hem ende zijne nacomelinghen, alles zonder argelist.
Bekenden Adriaen Janss ontfangen te hebben vuijt handen van Jacob Janss, die somme van sesthiendalff ponden groten Vlaams in volder betaelinghen vanden voirss muelens ende zijn die hootpenningen vande rent affgetoghen, actum als boven, ter presentie als boven.
Fol. 190v.
Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen d’erfgenamen van Aentghen Cornelisdr dezen xxxjen meert anno xvC Lxxix.
Inden iersten Cornelis Jorisz ende d’erfgenamen van Tomas Cornelis tzamen gecavelt ende geerfdeelt op vijfftalff geerd lants geleghen int Muelenweer, bedeelt opden oostencant, streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ten iersten dwerssloot toe buijten den dijck aen die kerck. Noch op twee gerden ende een vierendeel int selve weer, streckende vande voirss dwerssloot aff noirtwaert op ter halver Kil toe ende vander halver Kil voirts noirtwaert op ter halver Maes toe op vijfftalff gerd lant oick opden oosten cant, die vicarissen geleghen oostwaert ende Beris Corneliss met Herman Corneliss erffgenamen int selve lant westwaert. Van welcke voirss bedeelt Tomas Cornelisz erffgenamen geerfdeelt zijn duergaende op die oostzijde ende Cornelis Joriss op die westzijde. Noch zijn die selffde tzamen geerfdeelt op twee geerden min een achtendeel in ‘tleengoet bedeelt op die westzijde, streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Beris Corneliss ende Herman Corneliss erffgenamen met gelijcke twee geerden min een achtendeel, geleghen oostwaert ende Ariaen Lennaertz cum suis westwaert. Van welcke twee geerden min een achtendeel Cornelis Janss geerfdeelt is aen d’oostzijde ende Tomas Corneliss erffgenamen aen die westzijde. Een iegelijcke met sijn schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.
Hier jeghens Beris Cornelis ende d’erffgenamen van Herman Corneliss gecavelt ende geerfdeelt t’zamen op vijftalff geerd int nieue(?) lenweer, zo groot ende cleijn ende streckende als boven, te weten die westzijde Cornelis Joriss ende Tomas Cornelis erffgenamen geleghen oost ende die Leeuwercken eijcx erfgenamen cum suis west. Noch die selffde t’zamen geerfdeelt op twee geerden lants int Leengoet min een achtendeel te weten d’oostzijde, streckende als boven, Cornelis Joriss ende Tomas Cornelis erffgenamen met gelijcke twee geerden min een achtendeel geleghen west ende die rentmeesters weeu oost. Een ieder met schauwe ende gebuer rechten t’onderhouden. Ende blijft noch onbedeelt die stede inden Muelenpat ende halff die schans ende int comuijn. Is oick voirwaert wat renthen oft chijnsen op enighe vande voirss goeden metten recht verobligeert zijn sullen partijen malcanderen helpen draghen, want nu even vrij gedeelt is ende sullen oick malcanderen ‘tleen te vers…. (?) ende becostighen, een ieder voir sijn poirtie ende contingent helpen draeghen.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘tHeeren hant deze t’onderhouden op een boete van seven gouden realen te verbueren te gaen peijns recht voir Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss als heemraders waer voiren partijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.
Fol. 191r.
Transport op datum: 31-3-1579.
Verkoper: Andries Joriss ende Peter Peterss.
Koper: Lenaert Corneliss
Betreft verkoop van: huijs metten erve daertoe behoirende.
Belend noord: ambacht van Groitwaspijck
zuid: Cornelis Tomass erve.
oost: Tijs Janss.
west: Cornelis Tomass.
Koopsom: 25 Karolus gld 10 st. te betalen op 2 paasdagen, waarvan de eerste anno ’80.
Verklaring van voldaan zijn op: 28-3-1581 verklaart Peter Peters volledig voldaan te zijn; op 20-7-1581 verklaart Andries Joris als voicht van Marijke Petersdr (!) volledig betaald te zijn.
Transport op datum: 21-4-1579.
Verkoper: Lenaert Corneliss
Koper: Merten Wouters.
Betreft verkoop van: bovengenoemd huijsken en erve, zoals hij van Andries Joris en Peter Peters ontvangen heeft.
Koopsom: 72 pond groten Vlaams (= 45 gld!), waarvan te betalen 4 pond Bamis ’79 en de rest Bamis ’80. De betaling staat wel vermeld, maar zonder datum.
Fol. 191v.
Aenneminghe van Heijlken Brievinch huijsvrou was.
Desen ixen meert anno Lxxix compareerden Heijlken Govaertsdr, wedue wijlen Brievinck Huijbrechten met Ffrans Geritz den schout, haren gecoren voicht ende is rechtelijcken veraccordeert in plaetse van erffdelinge met Huijbrecht Janss de Bosscher, den gerechten bestorven voicht ende met Cornelis Adriaenss den toesiender van Brievinck Huijbrechten achtergelaten weeskijnder.
Dats te weeten dat sij wedue voirnoemt sal almenteren in cost ende dranck Brievinck Huijbrechtz twee onmondighe weeskijnderen, namelijck Huijbken Brievinchx ende Lijsken Brievinchdr. ende onderhouden in cleden, reden, zo lijnden als vullen, sieck ende gesondt, geenen tijt van pericle vuijtgesondert ende oick mede ter schoelen te stellen, want men hier schoel hout. Ende voirts in alles te doene den voirss kijnder nodich wesende, eerlijcken nae hairen staet, geduerende continuelijck voir het joncxe mondich wesen sal. Waer voiren die wedue sal hebben ende genieten den tijt van d’aenneminge die affblaedinge vande erfgoeden die resteren sullen nae die vercopinge vande gereetze erfgoeden die vercoft sullen worden omme die vuijtgaende schulden (nu ter tijt wesende) daer mede te betaelen. Gereserveert dat die aenneming bij Brievinck Huijbrechten saliger gepasseert hair volcoemen effect sal sorteren. Dies is geconditioneert oft Heijlchen die wedue voirss wederom houwelijck doet oft niet, zo dat gebuerden dat die voirss twee kijnderen verstocken worden, dat die voicht ende toesiender vande voirss kijnderen den kijnderen sullen moeghen besteden op Heijlken voirs cost ende t’haren last. Ende bij faulte van dien stelt Heijlken Govaertsdr voirss met Ffrans Geritz, haren gecoren voicht tot eenen verhaele den voirss voicht ende toesiender tot behoeff vande voirss kijnderen allet ‘tgeene ‘tzij haeff oft erff, niet vuijtgesondert, sij binnen slants oft elders soude moghen hebben.
Is noch in dese expresselijcken ondersprocken oft een van dese voirss kijnderen binnen tijde voirss aflijvich worden, sal de wedue niet te min de bruijckweer hebben vande erfgoeden voirss. Ende allen die resterende goeden, den tijt van aenneminghe omgegaen sijnde, sullen wessen haefdelich, halff ende halff volghende ‘tzuijthollantsche recht. Welverstaende die wedue ofte kijnderen int erfhuijs oft anders meer genieten soude moeghen hebben dan elcx zijne portie sal inde selve resterende goeden pessent ende geleken worden naer behoiren. Actum als boven, coram heemraden Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss ende mij present. Melis Cornelis 1579.
Fol. 192r.
Erfdeling tusschen Adriaen Wircxz ende Ariaen Ariaen Wilmss kijnderen aengebrocht desen xiije meij anno xvC Lxxix.
Inden iersten Adriaen Wircxz gecavelt ende geerfdeelt op die steede op die Berghen, streckende vanden halven Geijlsloot aff zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Jan Gertisz cum suis met sijnen erve geleghen oostwaert ende Ariaen Wilmss cum suis westwaert, met twee Karolusgulden jaerlijcxe losrenten ende thien stuijvers erflijck tsiaers daer vuijtgaende. Noch op halff die acker onbedeelt streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver straet toe. Frans Geritz met zijnen consorten geleghen oostwaert ende Joachim Meeuss erffgenaemen westwaert. Noch op een halff eijnt ackers geleghen in xj2 hoeven onder Waspijck, streckende vanden halver straet aff zuijtwaert op tot Willem Wouterss erve toe, Beris Corneliss gelegen oost ende Adriaen Huijbrechten west. Elck met zijn schouwen ende gebuer rechten daer toe staende.
Is oick besproicken voirwaerde dat Adriaen Wircxz sal behouden allen die ruerende haeve, zo peerde, waghen als coe en calveren, verckens ende andere levende haeve.
Des moet hij de kijnderen vuitreijcken ten houlijcken staet gecomen sijnde elck een coe oft drie ponden Vlems daer voiren.
Hier jeghens Neltghen Adriaens, Marijcken Ariaens ende Jacob Ariaens dochteren gecavelt ende geerfdeelt op neghen geerden lants geleghen inde Dong gemeen met Jacob Buijssen sijn erffgenamen bedeelt opden westen cant, te weeten het halff weer, Jacob Buijssen erfgenamen voirss cum suis gelegen int selve lant oost ende Jacques Schol west. Streckende vanden halver Keen aff noirtwaert op ter halver Werffcampensche straet toe, met twee Karolus gulden jaerlijcxe losrente daer vuijt gaende. Noch de selffde bedeelt op halff die acker onbedeelt met Ariaen Wircxen, streckende, eggende ende ruggende als boven. Noch op een halff eijnt ackers geleghen in xj2 hoeven onder Waspijck, onbedeelt met Ariaen Wircxz streckende ende eggende als boven elck met zijn schauwe ende gebuer rechten daer toe staende.
Ende blijven noch int comuijn alle incomende ende vuijtgaende schulden, halff ende halff, vuijtgescheijden d’acht ponden grooten Vlaams die die voirss kijnderen voir aff moeten doien, spruijtende van geleende gelde. Ende voirts allen den huijsraet nu ter tijt wesende blijft halff ende halff, mits voirwairden oft enighe vande kijnderen voir hairen houwelijk sieck oft cranck worden dat sij hairen consugire(?) ende opstal hebben sullen tot Ariaen Wircxen, ten ware zij sieck waren van eenighe periculoese sieckten. Heemraders Meeus Ariaenz, Ariaen Aertz ende Dierck Ariaenss.
Fol. 192v.
Rekeninghe van Joachim Claess aengaende Aentghen Beert Gerbrantsdr.
Desen xiije meij anno Lxxix compareerden Joachim Claezen ende heeft bij sijnen eedt rekeninghe gedaen voir schout ende heemraders. Ende is den ontfanck jegens den vuijtgeeff affgerekent, zo is bij liquideren ende affrekeninghe bevonden dat den vuijtgeef meerder is dan den ontfanck die somme van drie ende dertich Karolus gulden ende thien stuijvers. Aldus gepasseert bij heemraders Meeus Adriaenss ende Adriaen Aertz ende mij present.
Ariaen Beijenss, Gerit Vassen.
Eodem anno et die compareerden Gerit Vass ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Beijens ende Frans Beijenss een half stuck lants, geleghen inde Nieuwen Polder, zo groot ende cleijn als Vas Tomass saliger dat altoos beseten heeft, onbedeelt, te weten een helft van dien. Streckende vande halver straet aff diemen nuet Clooster Zijl noirtwaert op ten halven schousloot toe tot aen Jan Meeus lant, Ariaen Beijenss ende Ffrans Beijens geleghen oost ende Zeger Henrichs int selve lant geleghen west. Ende geloofen Gerit Vassen dit voirss goet te vrijen ende te waren tot naden lantrecht. Heemraden Meeus Ariaenss ende Dierick Ariaenss.
Hiervan bekenden Gerit Vass vol ende geheel betaelt te wesen van Ariaen Beijens, den iersten penck metten lesten. Heemraden Meeus Ariaenss ende Dierick Ariaenss.
Los velletje.
Wij Bert Cornelisz ende Cornelis Tomasz ende vervanghende beijde allen die erffgenamen van Aentghen Cornelisdr daer wij ons sterck voir maicken kennen ende lijden mits deser onser quijtantie vol ende geheel betaelt te weesen van Jan Woutersz van alsulcken half erve geleghen inde Schans als den voirss Jan Wouters ten anderen tijden van allen ons erffgenamen gecoft ende ontfangen heeft, schellende den selven daer van quijt ende allen den geenen die dese onse quijtantie behoevende zijn.
Oircondens ons eijghen handt hier ondergestelt. Desen viije maeij anno xvC Lxxxi bij ons.
bedraeghende int geheel die somme van drieendirtich karolusguldens.
Dits Beris ├ Cornelisz handmerck.
Los velletje.
Ick Bert Cornelisz ende Cornelis Tomasz kenne ende lijde midts deese onser quijtantie ontfangen te hebben uut handen van Jan Wouterss die somme van seventhien Carolus Rijnsge min thien st., die welcke verschoiten sijn St Jansmis anno ’79. Ende dat van alsulcken goede als den voorscreven Jan Wouterss gecoft heeft van die erfgenamen van Beris. Ende bedancke ons der goedere betalinge. Dus gedaen den negenthien augusto. In kennis van deesen soe hebbe ick Beris Cornelisz ende Cornelis Tomasz deese quijtantie onderteekent met ons gewoonlijck handmerck.
Beris ├ Cornelisz merck, Cornelis + Tomass merck.
Fol. 193r.
Transport op datum: 27-6-1579.
Verkoper: Cornelis Lemmen de Backer als gerechte bestorven voicht van Jan Ariaen Henricxz Verhoeven’ achtergelaeten weeskijnderen ende Adriaenken, wedue wijlen Jan Adriaenss voirss met Bastiaen Henricxz vande Schoot, haeren broeder ende gerechte voicht, haer metten recht gegeven ende mede als toesiender vande voirss weeskinderen.
Koper: Adriaen Gerit Jan Swillen.
Betreft verkoop van: Een stuck lants geleghen int Rijsbroeck opden Vaercant, also groot ende cleijn ende in allen manieren als Jan Adriaenss voirss ten anderen tijde van Pauwels Dercxz dat ontfangen heeft.
Belend noord: Vaert.
zuid: Vaert.
oost: Vaert.
west: H. Geest.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 28-7-1579.
Verkoper: Huijbrecht Janss de Bosser als gerechte bestorven voicht van Brievinck Huijbrechts’ achtergelaeten weeskijnderen.
Koper: Peter Wouterss.
Betreft verkoop (met verleije) van: negen geerden lants geleghen opde Vlaeijkens.
Belend noord: halve Poelsloot.
zuid: halve Vlaeijkens straet.
oost: Jacob Raesen.
west: Adriaen Jans Vender.
Koopsom: 12 ponden grooten Vlaems, waarvan nu gereet aan handen van Govaert Adriaens 5 pond en noch een rente van 27 Karolus gulden, de rest op Bamisdag eerstkomende.
Fol. 193v.
Accordatie.
Desen xxviije junij anno xvC Lxxix zijn veraccordeert Huijbert Jan de Bosscher als gerechte bestorven voicht ende Cornelis Adriaens als toesiender van Brievinck Huijbrechts’ achtergelaeten weeskijnderen met decreet ende advijs vande gerechte ende bij consent vande vrinden, nemelijck Gijsbrecht Zegers ende Adriaen Wilmss ter eenre ende Adriaen Peterss van ‘sGravemoer als man ende voicht van Heijlken Brievinck Huijbrechten wedue ter anre zijden, aengaende die aennemingen vande kijnderen hiervoir gepasserdt. Dats te weten dat hij affscheijden sal ende scheijt aff mits desen vande kijnderen ende van allen proffijtelijcke ende onprofijtelijcke schulden mits die huijsinge ende erve, zo acker als hoij- ofte weijlandt die Brievinck Huijbrechts sa. achtergelaeten heeft ende bekende hem daer egeen recht meer aen. Salvo dat Adriaen Peterss, als man ende voicht voirss, sal hebben ende behouden vrij ‘tgene Heijlken, wedue voirss sijn huijsvrou int erfhuijs gemijnt oft gecoft heeft ende sal noch daerenboven ontfangen die somme van acht (er stond “twaalf” maar dat lijkt later veranderd) ponden grooten Vlaams eens, te betaelen nu tot Bamisse ierstcomende anno 79 als wilceur de schult die eenhelft ende die reste tot meij daer aen anno 80, mits voirwaerde dat Adriaen Peters sal gebruijcken tot meij ..(?) het huijs ende die kijnderdeel vande breij dit jaer ende langer niet. Des en is Adriaen Peterss niet gehouden eenighe penningen t’ontfangen noch vuijt te geven verschenen voirde lest aeneminghe vande kijnderen ende voirden tijt van het erffhuijs welcke voirss aenneminghe mits desen is geannuleert, doot ende tot niet. Actum als boven, heemraden Jan Zegerss ende Jan Meeuss ende mij present, Melis Cornelis, 1579.
Aenneminghe van Peter Adriaenss weeskijnt metten heer.
Eodem anno et die als boven heeft Adriaen Lenaertz rechtelijck aengenomen Janniken Peter Adriaenss dr. te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, reeden, zo linden als vullen, schoijen, cousen, te leeren neijen ende ter schoolen te laeten gaen, sieck ende gesondt ende voorts allet geene te doene eerlijcke nae vuijtwijsen sijnen staet, vijff jaere lanck geduerende, waervan den tijt ingegaan is op desen dach anno Lxxix ende finneren sal anno Lxxxiiij, meijdach incluijs. Waer voiren Adriaen Lenaertz sal hebben die bruijckweer ende affblading vande erffgoden den tijt vande aenneminghe ende langer niet. Des is hij gehouden den voirss tijt te betaelen allen renthen ende schattinghen die op des voirss kijndts goeden vallen sullen ende langer niet, behalve die iij 1/2 Karolus gulden tsiaers die Adriaen Lenaertz op den buijtendicxen werf heft, die ‘t kint buijten moet betaelen. Ende oft gebuerde dat voirss kint binnen den tijt vande aenneminghe aflijvich worden, sal die bruijckwer wesen tot Ariaen Lenaertz proufijt vande selve jaeren daer kijnt in sterft. Aldus gedaen bijden schout ende heemraden Jan Zegerss, Adriaen Peterss ter presentie van Peter Adriaenss met Marij Maes(?) sijn huijsvrou ende Joachim Claess ende mij gesworen clerck als ..(?)
Fol. 194r
Is dese rekeninghe gepasseert bij Joachim Claess van wegen Halfbieren weeskijndt. Ende is den ontfanck jegens den vuijtgeeff afrekent zo is bij rekeninghe bevonden dat het weeskijnt van Joachim Claess noch coemt de somme van ij Karolus gulden xv st. Dies zo sal Joachim Claes ontfangen ende opbueren allen die hueren nu tot meij anno Lxxix verschenen ende moet oick betaelen allen onprofijtelijcke schulden voir desen tijt vervallen. Actum desen xxviijen junij anno xvC Lxxix bij probatie van schout ende heemraders Jan Zegerss ende Adriaen Aerts.
Testamentum.
Desen ven augustij anno xvC Lxxix compareerden Cornelis Janss de Leeu ende Philippa Jan Copdr (sic. in de rest van het stuk staat Philips Jansdr!!) sijn wettige huijsvrou, beijde onder den blauwen heemel op gaende beenen, Philipps Jan Copdr voirss cranck van lichaeme, maer volcoemen van verstande. Ende hebben malcanderen met hairen vrijen eijghen wille ende nae rijpe deliberatie van raede getransporteert ende reciproce over ende wederover gegeeven, gegundt ende gemaeckt, geeven, gunnen, maecken mits desen den lancxen van hem beijden int leven blijvende allen haeiren goeden, have ende erve, niet vuijtgesondert te vermeerderen ende te verminderen, daer mede te doen haren vrijen eijgen willen tot sustentatie ende onderhout hairs leven. Des is voorwaerde bij so verde Philipps Jansdr voirss ierst afflijvich wordt zonder wettighe oiren achter te laeten, dat Cornelis Jans, haeren wettighen man sal hebben ende behouden hair heijcken ende pandt of overschot vande fock ende voirts allen hairen cleederen, hemden ende reoirnamenten tot haren lijve toebehoirende sal hebben ende behouden Philipps Jansdr haire moedere behalve tdugelijcx sulcken dat Cornelis Janss tot die heijcke ende stuck vande fock behouden sal om hem daer mede te cleeden. Ende dat die resterende goeden naer haerder beijder doot sullen wesen haefdelich, halff ende halff, volgende ‘tZuijthollantsche recht. Willen ende begeeren testateurs voornoemt dat dit haere iegenwoordighe testament ende vuijtersten wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken, geen vuijtgesondert. Want sij verclaeren ‘tselffde te zijne hairen vuijttersten wille ende meijninghe, alles sonder argeliste. Actum als boven, voir Adriaen Peterss Schoenmacker als heemraden, Beris Cornelis als buerman ende getuijche daetoe gerequireert ende mij gesworen clerck iegenwoordich ende aldus mede condich.
Melis Cornelis 1579.
Later bijgeschreven:
Idem nae die doot van Philips Jansdr. is in erff gebleven die Schans daer ‘thuijs plach te staen ende het erffken dat Cornelis Jansz van Aelbrecht Geritsz gecoft heeft, d’welck hij wirde vercoft heeft voir die somme van xiiij rijnsgulden ende daer van xiiij st. quijtgeschouden. Blijft dat hij ontfangen heeft xiij rijsgulden vj stuijvers.
Noch zoe heeft Cornelis naden doot van Phillips Jans betaalt van ‘terffken in de Schans thien rijnsgulden, waarmede ‘tzelffde betaelt is (Onderste stukje papier vergaan; niet meer te lezen).
Fol. 194v.
Desen xjen septembris anno 79 heeft Frans Geritss, scholteth rekeninghe gedaen voir Aerdt Henrick Wijten, zoe met zijn broeder ende zusters, voir Peter Henricx ende sijn susters voir Huijbrecht Peters ende voir Willem Buijsen met sijnder complicien, allen te zaemen gerechte erfgenamen van Aentghen Wilm Ariaen Diercxendr, dats te weten dat sij erffgenamen voirss affgereeckent hebben metten schout van zijn vuitgegeven penningen ende anders van Aentghens voirss verschoten, zo is bij rekeninghe bevonden dat den schout noch coempt vande voirss erffgenamen die somme van xxi Karolusgulden viij 2 st. Actum als boven, heemraden Ariaen Janss ende Aert Adriaenss. Dies heeft den schout het coeijken van Aentghen Willemsdr voir sijn vuijtgeleijnde peningen waer mede hij te vreden moet weesen.
Transport.
Desen xijen septembris anno xvC Lxxix compareerden Lijsken Henrick Wijtendr. met Adriaen Janss Vendricht, hairen gcoiren voicht, hair metten recht gegeven ende heeft rechtelijcken getransporteert ende overgedraeghen Willem Jacobsz Knijp allen alsulcken goederen, zo haeve als erv,e tot wat plaetse die gelegen soude moghen wesen, als haer van Aentgen, wijlen wedue Henrick Corneliss Pluijm, haer moeije gesuccedeert ofte aenbestorven soude moghen wesen, geen vuijtgesondert. Dies so moet Willem Jacobz voirnoemt betaelen ende genieten allen prouffijtelijcke ende onprouffijtelijcke schulden die van Aentghen Henricxz weeu voirss tweghen Lijskens voirss soude moeghen aencoemen hair quote ende voirder niet. Ten waere dat Frans Diercx burgemeester eijschende waer die somme van vier Karolus gulden thien st, die Wilm Jacobz voirnoemt gehouden is te voldoen ende meer niet. Renuntierende met haren gecoiren voicht voirss hiermede vande voirss besterft tot behoeff van Willem Jacobz voirss haer haire naecomelinghen nu ende ten eewighen daghen daer met egeenen recht meer ofte breed nae te taelen in eenighe manieren, ten eijnde dat Willem Jacobz langhen tijde voorleden voir hair ende haire wittigen man saliger die penningen verschooten ende betaelt heeft. Alles sonder arg ofte list. Actum als boven, coram heemraders Jan Zegers ende Dierck Adriaenss.
Fol. 195r. (Rechterdeel van de bladzijde deels vergaan. Daar worden de regels weergegeven als in het origineel).
Erfdeling aengebrocht tusschen Ariaen Huijben ende Peter Zegerss erffgenamen, desen xxjen septembris anno xvC Lxxix.
Inden eersten Adriaen Huijben gecavelt ende geerfdeelt op eenen halven acker saijlants, gelegen in xj 2 Hoeve, tusschen Adriaen Wiercken gelegen oost ende Willem Geritz west. Noch op een half weer lants bedeelt op den oostencant, streckende vande Dieffdijck aff ter halver Kreeck toe, Beert Cleijs erffgenamen gelegen oost ende Jan Jan Gerits cum suis int selve lant west. Noch op een stuck lants, geleghen teijnde Gijb Zegers cooltuijn. Streckende voorts zuijtwaert op ter halver creeck toe, Tijs Wouters gelegen oost ende Adriaen Aerts west. Een ieder met sijn schouwen ende gebuer rechten daer toe staende.
Hier jeghens zijn Peter Zegers erfgenamen gecavelt ende
gebleven. Voirts bij allet geene dat Peter Zegerss ende
Griet, zijn huijsvrou nae haerder doot aenbestorven is
achtergelaten hebben mits die doot van Huijbrecht Beert
Een ieder met sijn schauwen ende gebuer rechten daer toe be-
hoirende. Welverstaende offer eenighe van allen die
goederen belaest ofte beswaart waeren int groot ofte int
cleijn, sullen partijen een ieder tot sijnen last houden,
sonder argelist. Actum als boven bij Joost Zegers als
voicht ende Jan Berthen als toesiender vande voirss kijnder.
Voir Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraden.
Vrijgift Jan Meeus; Melis Corneliss.
Desen xiiijen octobris anno xvC Lxxix compareerden Jan Meeus Janss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Melis Cornelis een halff weer lants gelegen int Meulenweer. Streckende vande Dieffdijck aff zuijtwaert op ter halver …
Aen Beris erffgenamen gelegen int selve lant oost ende Ariaen Geritss van Boemel cum suis west. Ende geloefden Jan Meus dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Voir heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss. Bedankten hem Jan Meeus volder betaelinghe van Melis Corneliss, den iersten penck metten lesten. Heemraden als voiren.
Fol. 195v.
Vrijgift Melis Corneliss; Jan Meeus.
Eodem die compareerden Melis Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Meeuss, iij 2 geerde lants gelegen int Leech Veen. Streckende vander Bancken aff zuijtwaert op ter ouder Vaart toe, gelegen onbedeelt met Adriaen Peterss ende die kerck van Raamsdonck zo groot ende cleijn als Melis Corneliss voirnoemt daer in gerichtis. Ende geloeffden voirts ‘tvoirss erve te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Heemraden als voiren.
Bedankten Melis Corneliss hem hier van geheel betaelt.
Vrijgift Adriaen Peterss; Jan Meeus Janss.
Desen xven octobris anno xvC Lxxix compareerden Adriaen Peter Schoenmaickers ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Meeuss Janss, seven geerde lants gelegen int Leech Veen. Streckende vander Bancken aff zuijtwaert op ter ouder Vaart toe, zo groot ende cleijn als hem dit van Cleijs zoo (dit woordje is tussengekriebeld) Bert Vassen aenbestorven is, onbedeelt met S(?) Peeter ende geloeffden Adriaen Peterss dese voorss seven geerden lants te vrijen ende te waren to desen daghe toe. Heemraden Adriaen Janss ende Dirck Adriaenss.
D’erffgenamen van Aen Beris; Jan Wouterss.
Desen xviijen octobris anno xvC Lxxix compareerden Beris Corneliss voir hemselven ende vervangende Cornelis Joriss ende Herman Cornelis erffgenamen, Cornelis Tomass voir hemselven ende mede als voicht van Ariaen Huijben kijnder, Teeus(?) Janss voir hem selven ende Willem Cornelis voir hem selven.
Ende gaven over met vrijer giften zo recht is Jan Wouterss een halff steede, gelegen onbedeelt met Huijbrecht Beerten erffgenamen, zo groot ende cleijn als Huijbrecht Beerthen ende Aentgehn Corneliss dr. die in hairen leven gebruijckt hebben. Den Leechen wech gelegen oost en Jan Mathijs erffgen west. Ende geloofden comparanten voirnoemt dese voirss halff hoffstede Jan Wouterss te vrijen naden lantrecht. Heemraden Jan Zegerss ende Ariaen Aerts.
Desen viijen meij anno xvC Lxxxi bekenden Beris Corneliss ende Cornelis Tomass, zoo voir hem selven als mede voir allen die gerechte erffgenamen van Aen Beris dat Jan Wouterss dese voirss halff stede ten vollen betaelt heeft voir hem ende allen zijnen naecomelingen.
Fol. 196r.
Gezien hebbende die littenen(?) ons overgeschreven bij Antonis Adriaenss vande Langrijt, vorster tot Gilze, hoe dat hij die erffgoederen alhier tot Raemsdonck geleghen ende twee grauharighe meripeerden, bij Adriaen Aerts onze mede heemraet in arrest gehouden, altezaemen competerende d’erffgenaemen van Adriaen Govert Meliss, drie sondaechse geboeden gegeven heeft tot Gilze in volder kercken ten generaelen ende gemene gehoire, allen verleden ende gepasseert den xiiijen novembris anno Lxxix lestleeden ende niemant vande voirss erffgenamen noch voichden ofte toesienders den voirss Adriaen Aertss van zijn achterweesen, te weeten die somme van twintich ponden grooten Vlaams cum expensis, niet gecontenteert en hebben, soe stellen wij scholteth ende heemraden ondergeschreven den voirss Adriaen Aerts vande twee peerden ende erffgoederen als eijgenaer nae onser blancken recht die selffde te moeghen verkopen, veralueeren ende te verhantplichten als zijn eijgen goet. Mitsgaeders dat den voirss Adriaen Aerts die voirss goederen publice ende openbaerlijcken veijlen ende vercoepen sal ten eijnde oft vande voirss goederen int vercoopen eenighe penningen overschooten, sullen weesen tot behoeff vande voorss weeskijnderen nae behoiren. Al zonder arch oft list. Aldus gedaen bij Frans Gerits, scholteth, Meeus Ariaenss, Jan Zegerss ende Adriaen Jan Andriess, heemraden binnen Raemsdonck. Desen xviijen novembris anno xvC Lxxix.
Vrijgift Willem Corneliss; Corst Roelen.
Desen xxen novembris anno xvC Lxxix compareerden Willem Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo recht Corstiaen Roelen een huijs metten erve daer aen geleghen, zo groot ende cleijn ende in alder manieren als Willem Corneliss dat selffde ontfangen heeft. Gelegen Adriaen Deniss oost ende Wouter Tijs erffgenamen west. Met allen gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende geloeffden Willem Corneliss dit voirss huijs ende erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraden Adriaen Aerts ende Adriaen Janss.
Fol. 196v.
Corst Roelen; Willem Corneliss.
Eodem die compareerden Corst Roelen ende heeft gelooft ende verwilcuert zo recht is Willem Corneliss die somme van twaalff ponden grooten Vlaams, te betaelen die een helft op die gifte ende die reste op twee Bamisdaeghen ierstcomende, waer van den iersten weesen sal Bamiss ano tachtentich. Elcken Bamis achthien Karolusgulden. Verbijndende daer voiren allen zijn goeden, geen vuijtgesondertvoir den iersten penck metten lesten betaelt is. Heemraden als voiren.
Een deel van de vordering transporteert Willem Cornelis vervolgens aan Huijbrecht Janss (die nog meer van hem te goed heeft). Dan bekent Beris Cornelis (kennelijk voor Huijbrecht Jans) een deel van de betaling ontvangen te hebben. Op 26-5-1582 heeft Corst Roelen volledig voldaan in presentie van de schout, Beris Cornelis en meer anderen.
Waerburchschap.
Desen xjen octobris anno xvC Lxxix compareerden Jan Meeus Janss ten …..
ende stelden Jacob Janss van Donghen tot eenen onversterfflijcken waerburch een stuck lants geleghen inden Leechen wech, zo groot ende cleijn als hij dat van Melis Cornelis ontfangen heeft. Ende noch iij2 geerde lants geleghen in’t Leech veen, oick zo groot ende cleijn als dat vande voirss Melis Corneliss gecoemen is ende dat voor Thijs Jacob Michiels ten Rijen, alzo hij hier onder Raemsdonck niet gegoeijt en is.
Spruijtende dese voirss waerburchschap ter causen van alsulcken onraet van verhoelen renthen ende commer als soude moeghen coemen op half den peerboom die Jacob Janss vande voirss Tijs Janss gecoft heeft, behalve ‘tgeen die kerck oft Heijlighen Geest van Cappel daer op heffende is ende Jacob Janss tot sijnen last moet houden. Ende ingevalle de onraet hoiger oft meer liep oft bedroech dan dese voirss twee perceelen lants weerdich sijn mochten, soe stelt Tijs Janss den voirss Jacob Janss tot eenen verhaele sijn eijghen persoen ende voirts allen zijnen goeden, rurende ende onruerende, present ende toecomende, hoedanich oft tot wat plaetse voor wat gerichten, onder wat iurisdictien, ‘tzij te water ofte lande ende sijn persoen ofte eenighe van sijnen goede bevonden mochten woirden. Stellende die selfde alnoch tot Jacob Janss verhaele voir sijn costen, ….. ver… ende ……
hij daer duer soude moeghen vercort worden. Heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss.
Fol. 197r.
Eerfdelinghe aengebrocht tusschen Frans Gerits, schout, ende zijne kijnderen verweckt bij Peterken Adriaensdr.
Inden iersten Ffrans Gerits, schout, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants, streckende vanden iersten dwerssloot aff buijten den dijck noirtwaert op ter halver Maes toe, Ariaen Janss Vender int selve lant geleghen oost ende Frans Geritsz kijnder int selve lant west, met twee Karolusgulden jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende. Noch op drie geerden lants geleghen bedeelt opden westen cant in Peerken Tomass weer. Streckende vander Donga aff noirtwaert op ter Maes toe met xv st. losrenthen daer vuijtgaende. Noch op seven geerden lants geleghen opde Geestkens(?) onbedeelt met Adriaen Peters. Streckende vande halve Poelsloot noirtwaert op ter halver Kil toe.
Noch op eenen halven acker saeijlants, geleghen bij Marij Jan Teeuwen, onbedeelt met Adriaen Adriaenss met halff die ronwer(?), streckende vander halver straet aff zuijtwaert op ter Ouder Vaert toe. Noch op anderhalf geerd lants geleghen in Casteleijns lant, zo groot ende cleijn als dat daer gelegen is. Streckende van Peter Zegers erve aff noirtwaert op ter halver Mase toe. Noch dieselffde geerfdeelt op die steede, zo groot ende cleijn ende in alder manieren als hij die langhen tijt gebruijckt ende beseten heeft.
Dies moet hij Gerit Franssen, Jan Franssen, Ariaen Ffranssen ende Marijken Fransdr, sijne kijnderen, alimenteren in cost ende dranck ende onderhouden in alles hair nodich weesende, eerlijcken nae sijnen staet, eenen tijt van vijff jaeren, ingaende Bamisse anno xvC Lxxix, welcken voirss tijt lanck Ffrans Gerits voirss sal betaelen ende ontfangen allen incoemende ende vuijtgaende peningen ofte schulden.
Hier jeghens die voirss weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants, streckende als boven, Frans Gerits hairen vader, int selve lant gelegen oost ende Peter Joachimss cum suis west, met twee Karolus gulden jaerlijcx daer los vuitgaende. Noch op drie geerden lants in Peerken Tomas weer, bedeelt op den oosten cant, Willem Buijse cum suis oost ende Frans Geritz west, met xv st. jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende.
Noch de selffde geerfdeelt op vijftalff geerd lants geleghen inde Oude straet met Merten Lauwen erffgenaemen bedeelt opden oostencant. Noch op een vierendeel in een acker saeijlants onbedeelt met Ariaen Adriaenss, gelegen bij Jan Huijghen, streckende vander halver straet aff zuijtwaert op ter halver Ouder Vaert toe, Gijb Zegers kijnder oost ende Jan Vassen west met negen st. erfflijck daser vuijtgaende. Noch op een vierendeel in een weer lants gelegen int Leech Veen, streckende vant ierste dwerslootken aff buijten den Dieffdijck zuijtwaert op ter Donga toe, Peter Janss de Bont gelegen oost ende Leeuwercken eijcx erffgenamen west. Een ieder met zijn schauwen ende gebuerrechten daer toe behoirende. Aldus gedaen bij Frans Gerits Schout, Adriaen Adriaenss als voicht ende Adriaen Geritz van Boemel als toesiender vande voirss vier kijnderen. Desen ven octobris anno xvC Lxxix bij heemraden Meeus Adriaenss ende Adriaen Aertz.
Fol. 197v.
Transport op datum: 14-11-1579.
Verkoper: Peter Adriaenss Sconnincx, als gerechte bestorven voicht van Adriaen Adriaenss, sijns bruers weeskijnderen.
Koper: Frans Diercx.
Betreft verkoop (met verlije) van: een achtendeel in de coeweij, gelegen onbedeelt metten voirss Frans Diercx ende Cornelis Adriaenss.
Belend noord: halve Dijckamp.
zuid: Henrick Corneliss erve.
Ende gelooffde Loefken Peter Adriaenss inde qualite als boven dat voirss erve te vrijen ende te waeren naden lantrecht.
Koopsom: betaald, niet genoemd.
Peter Adriaens stelt zich voorts garant voor eventuele swaricheden waarvan men nu niet en weet.
Fol. 198r.
Erfdelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Metghen Zeger Gijben wedue saliger. Desen xxviijen decembris anno Lxxix.
Inden iersten Joost Zegerss met Peter Zegerss weeskijnderen, gecavelt ende geerfdeelt op Metghen Zegers stede zo groot ende cleijn als zij geleghen is.
Noch die selfde geerfdeelt op het lant int Leech Veen. Noch die selfde tzamen geerfdeelt op een stuck lants geleghen aenden Geijldijck, streckende vant noirden eijnt aent Lanck Bos aff zuijtwaert op ten halven Broexken toe.
Hierjegens Gijb Zegers ende Jan Zegersz gecavelt ende geerfdeelt op het lant in Henrick Luijen Ambacht ende op het lant geleghen op de Killen, zo groot ende cleijn als zij aldaer geleghen zijn. Noch die selffde tzamen bedeelt op een halff weer lants achter Cornelis Adriaenss geleghen, met noch een stuck lants geleghen int Geijl, streckende vant zuijden eijnt aent Lanc Bos noirtwaert op ten halven Vlaeijkens straet toe.
Noch Gijb Zegerss bedeelt op vierdalven Karolusgulden tsiaers ende Jan Zegers bedeelt op xxx stuijvers tsiaers.
Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeeren hant dese t’onderhouden ende t’achtervolghen op een pene van xx gouden realen te verbeuren te gaen nae peijnenrecht voir heemraden Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.
Transport op datum: als boven (28-12-1579).
Verkoper: Joost Zegers voir hem selven ende mede als voicht van Peter Zeegerss weeskijnderen, Gijb Zegerss voir hem zelven ende Jan Zegers voir hem selven.
Koper: Joost Daniels.
Betreft verkoop van: een derdendeel in weer lants gelegen gemeen met Adriaen Peterss ende Peter Aen Gijben erffgenaemen, onbedeelt met de voirss erfgenamen op den westencant.
Belend noord: eerste sloot aan de zuidzijde van de Dieffdijck.
zuid: halve Kreek.
oost: Adriaen Peters voirss.
west: de wedue van de rentmeester c.s.
Fol. 198v.
Transport op datum: 28-12-1579.
Verkoper: Henrick Janss Buijs als man ende voicht van Lijsken Peter Gijbendr.
Koper: Peter Jan Roelenss alias Scheerder.
Betreft verkoop van: een stuck lants in de Oirde, zo groit ende cleijn als Jasper Roelensz dat in huere gehadt heeft.
Belend noord: Kae.
zuid: Donga.
oost: Adriaen Pauwels wedue met haren kinderen.
west: Peter Jan Jacobsz erfgenamen.
Koopsom: 48 ponden Grooten Vlaams.
Te voldoen als volgt: Op drie achtereenvolgende Lichtmisdagen. Eerste betaling Lichtmis 1581.
Verklaring van voldaan zijn op: 27-2-1586 door Henrick Jansz.
Fol. 199r.
Transport op datum: 8-10-1579.
Verkoper: Ffrans Meeus als man ende voicht van Marijcken Herman Cornelisdr
Koper: Huijbrecht Janss (op een los briefje: Huibert Jans van den Berch)
Betreft verkoop van: alsulcken besterff als hem (verkoper) van Aentghen Cornelis van Dalen dochter (op genoemd los blaadje: Aenken Cornelis weeu) aenbestorven is, te weten een huijs ende erve, uutgescheijden incoemende ende vuijtgaende penningen, die Ffrans Meeuss voirss aen hem hout.
Ende alzo Frans Meeuss dit voirss besterff vrij over transporteert, zo stelt hij Huijbrecht Janss tot waerburch allen sijnen goederen alhier binnen Raemsdonck geleghen, den tijt van twee jaren ende langher niet. Actum ut supra voir heemraden Jan Zegers ende Adriaen Janss.
Verder geen koopsom of iets dergelijks genoemd.
Transport. Willem Corneliss; Huijbrecht Janss.
Den vjen novembris anno xvC Lxxix Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken getransporteert ende overgedragen Huijbrecht Janss tiendalff Karolus gulden vuijt alsulcken wilceur als hem Corst Roelen nu onlangs verleeden heeft, die verschijnen sullen op Bamisdach ierstcoemende anno tachtentich, spruijtende ter causen het gerechte deel dat Huijbrecht Janss hem in Aenbers(?) huijs vercoft heeft ende gecoemen is van Frans Meeus ende mer niet. Heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Janss Vender.
(acte is doorgehaald ter voldoening).
Fol. 199r.
Transport op datum: 8-11-1579.
Verkoper: Cornelis Joriss als man ende voicht van Truijken Goosens dr.
Koper: Adriaen Lenaertz ende Huijbrecht Janss.
Betreft verkoop van: allen sijn besterf zo groot ende cleijn als hem dat van Aentghen Cornelis van Dalen dr aenbestorven is, niet vuijtgesondert.
Koopsom: 28 ponden Grooten Vlaams ende vierdalven Karolusgulden
Te voldoen als volgt: De helft gereet, de andere helft over een jaar.
Verklaring van voldaan zijn op: Op 1-10-1583 is alles vereffend.
Op een aantal losse briefjes, grotendeels slecht leesbaar, de volgende teksten:
xvij jaren geleden gecoft van Ariaen Peer Huijben een weer ofte halff int Rijsbrouck Ariaen Bertholomeus Canters ende Willemken zijn suster.
andere kant: Weet heer schouteth ick sou het al begeeren op.. .. dat heij .. Claes C…
…….. den vest brengen van desen hoijlant
…………………
…… dese overleden persoonen
Ariaen Bartholomeeus Canters ende Willemken sijn suster ende Jacop
…..
In manieren nae bescreven soe hebben die naebueren van Raemsdonck gehuert van Jan Cornelissoen Jan Berthen straetken vijf ende twintich jaeren lanck duerende voor die somme van twe Karolusgulden tsiaers te betaelen alle jaer Sint Jansmis natuutatis te mitsomer als verwilcoerde schult die gesworen vanden dorpe te moghen panden off sijn schatting daer aen te corten.
Ende beloeft Jan Cornelissoen voorscreven dit voorscreven straetken te maken ende te onderhouden datmen dat wijnter ende zomer gebruijcken mach. Ende bij gebreck van dijen dat die here besteden sal ende doen maken op Jan Cornelissoens voorscreven cost. Ingaende die eerste huijre anno xvC Lxiiij ende soe voort xxv jaeren achtereenvolgende. Sonder arch ofte list.
Desen ven octobris anno 79 ……….
gecoft Huijbert Janss vanden Berch al sulcken besterf als Frans Meuss aenbesorven is van Aenken Cornelis weeu ofte Aen Beris * gheen vuijtgescheijden. Dies hout Frans Meeuss aen hem selven die oude schult aen hem selven. Ende moet Huijbert Janss hebben sijn besterff int landt ende in Aen Beris huijs. Ende moet Huijbert Janss betaelen Jan Meeuss van den Berch die somme van xij ponden groiten Vlaemsch ende twee Carolus gulden. Ende Huijbert Janss noch ij Carolus gulden int ghelach ende den goots penninck ij st eenen halven in ..sentien den schout ende Willem Geerite ende Ariaen Adriaenss ende Jan Adriaens Ghijben Ende de cooper ende de vercooper present.
Adriaen + Adriaens merck. Bij mij Frans Gherssoen schout ondertekent.
Ick Vas Willemss bekenne vol ende al betaelt te weesen van Adriaen Leenaertss, spruijtende van den wilcker van Frans Mieuss van het selfde lant dat Ariaen Leenaertss van Frans Mieuss ghecoft heeft. In kennisse der waerheijt soe hebbe ick Vas Willemss dit onderteekent op datum den xxi september anno drientachtich, in presentie van Michiel Adriaenss.
Dit is Vas Willemss hantmerck.
Weet heer vorster tot Giels (=Gilze) als dat ghij een weete wilt doen omme u behoorlijcke solaris aen die voichden off d’erffgenamen ofte den schout als opervoocht van weeskijnderen van Adriaen Gheerit Meliss als dat hier peerden ende haer erffgoederen beset ende beslaegen sijn van eenen genaempt Adriaen Aerts tot Raemsdonck ende noch meer andere, voor een som van xx ponden grooten Vlaemsch ende doet hem drie weeten (hier is iets onleesbaar tussengekrabbeld) ende geeft hem drie sondaechs geboden ten volder kercke off daermen ghewoonnelijck publicatie is te doen. Ende aldan te lesten gebots ommegaen .. de heer met de schuldenaers ‘swoondaechs daer aen vercoopen sullen. Ende schrijff mij off ofte seijndt mij dat brieffken wederomme ende schrijft dat ghij drie geboden ende weeten ghedaen hebt ende met eer(?) voor lest gebodt.
Geschreeven vant Raemsdonck deessen xxxjen octobris anno 1579. Bij mij Frans Geerits, schouth to Raemsdonck.
In de kantlijn staan enkele slecht leesbare stukjes tekst die ik bovendien niet in de tekst kan plaatsen (GAvS).
Het stukje is kennelijk teruggezonden met de volgende tekst:
Dese laetste weijlinge aldus gedaen ende weeten, achtervolghende de begerte. Bij mij vorster ondergeschreven opten xiiijen novembris anno 1579. Anthonis Adriaenss vande Langrijt, vorster tot Ghilze.
Fol. 199v.
Erfdeling aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Willem Meeuss, desen viijen decembris anno xvC Lxxix.
Inden iersten Merten Wilmss gecavelt ende geerfdeelt op die steede met noch twee geerden lants, streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe, geleghen onbedeelt met Ans Cornelis cum suis int halff weer, opden westen cant. Noch die selffde bedeelt op vijff geerden lants min een vierendeel, gelegen inde Donck, Jan Vassen int selve lant oost ende Aert Mertenss west int selve lant. Streckende vander halver Werfcampense straet af noirtwaert op ter halver Maes toe.
Hier jeghens Meeus Wilmss gecavelt ende geerfdeelt op den Broeckhoevel, streckende van Joachim Aertz stede aff zuijtwaert op ter Kae toe. Noch dieselffde geerfdeelt op die Vlaeijkens, zo groot ende cleijn als zij daer inne gerecht zijn, gelegen inde helft op den westen cant, streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Kil toe. Noch die selffde geerfdeelt op vijf geerden lants geleghen inde Hochdonck, streckende vander halver Kil aff noirtwaert op ter halver Maes toe, onbedeelt inde weste helft vande lande.
Mits conditen zo wat renthen ofte chijnsen vuijt eenighe vande voirss goederen jaerlijcx vuijtgaen sullen parthijen malcanderen helpen gelden ende draeghen, maer geen oncosten van schauwen.
Aldus aengebrocht ten date als boven voir heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Aertz ende getujghen daer toe versocht.
Fol. 200r.
Transport op datum: 3-12-1579.
Verkoper: Cathelijn (Lijnken) Stevens, wedue met Michiel Aertz, haeren broeder ende gecoiren voicht, hair metten recht gegeven.
Koper: Joris Janss Vermeer.
Betreft verkoop van: een stuck lants gelegen inde Oirden; zo groit ende cleijn als gelegen is teijnden Joachim Aertz neder ende van haer vader ende moeder gecoemen is.
Belend noord: Kae
zuid: Donga.
Koopsom: 170 Karolusgulden, 10 st.
Te voldoen als volgt: 11 pond Grooten Vlaams gereet, de rest op 8 Lichtmisdagen.
Verklaring van voldaan zijn wordt niet genoemd. Alleen betaling van het gereed geld wordt genoemd. Wilcuer is ook niet doorgehaald.
Fol. 200v.
Beleeninghe. Den xviijen januarij.
Ten date als voiren compareerden Tijs Jan Michiels met hem wesende als eijscher desere saecken naemelijck Jan Meeuss vanden Rijen ende bekenden ontfangen te hebben vande voirss Mathijs Janss die somme van vijftich Karolusgulden eens. Mits besproicken voirwaerden dat den voirss Tijs Jan Michielz zal hebben ende genieten die affbladinghe ende bruijckwert vanden voirss Jan Meeuss erffgoeden alhier binnen Raemsdonck geleghen int Veen, te weeten op x2 geerde lants gecoemen eertijts van Adriaen Peters ende Melis Corneliss, zo groot ende cleijn als hij die selffde ontfangen heeft, onbegrepen der maeten. Ende renuntiert den voirss Jan Meeus mits desen vande voirss bruijckwer voir hem ende sijnen naecomelinghen ter tijt ende te wijlen toe voir den voirss Jan Meeuss die voirss vijftich Karolus betaelt ende gerestitueert sal hebben. Mits geconditioneert de voirwaerde dat men altois tot Lichtmisse naede leste bruijckweer dese beleeninghe op sal seggen ende restitueeren oft andersins dat Mathijs Janss voirnoemt vervallen is op die bruijcweer vande naestvolgende jaer ofte gebruijck vant Jan Meeus voirss die voirss vijftich Karolusgulden niet en voldoet als voiren. Ende om de selffde bruijckweer vande voirss goeden rustelijcken ende vredelijcken te gebruijcken, zo stelt Jan Meeuss voirss Mathijs Janss voirnoemt tot eenen verhaele ende mee hant drie Langenstraets lants als de selfde vande voirss Melis Cornelis gecoemen zijn, geleghen int Leech Veen. Aldus gedaen voir Adriaen Peter Schoenmaecker ende Adriaen Aerts Schouten als heemraden ende getuijghen daertoe versocht.
Fol. 201r.
Transport op datum: 20-1-1580.
Verkoper: Jan Emmen Cleijs.
Koper: Adriaen Henrickx Verheijden.
Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck met vrijer giften behoudelijck Cloosterchijns, gelegen onbedeelt int heel weer met Claes Emmen
Belend noord: Jan Meeus ende Dries Willems.
zuid: Willem Adriaenss ende Peter Cornelis Pauwelss, Bartholomeus Pauwels erffgenamen (NB: Uit de tekst is niet op te maken of de eerste twee een deel in het weer bezitten of er ten zuiden van liggen.)
oost: ‘tsHeeren Oirt.
west: Rijsbroexen wech.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 29-1-1530.
Verkoper: Jan Peters de Jonghen voir hem selven ende mede als voicht van Alit Henrick Adriaen Oom, zijn moedere, die zelve voir ons heemraden ondergeschreven in propere persoenen gecompareerdt is.
Koper: Joncker Wolfaert van Borselle.
Betreft verkoop van: een gerechte derdendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck, vrij behoudens cloosters chijns.
Belend noord: Gijb Ariaen Jan Jacobz.
zuid: Aert Janss de Hoevenaer.
oost: ‘sHeeren Oirdt.
west: Rijsbroexen wech.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 201v.
Rekeninghe gedaen bij Gijsbrecht Henricx van weghen Henrick Gijsbrechts weeskijnt bij Lauwereijs Jacobz als toesiender vande voirss kijnde ende Jan Ariaen Heijnen ende Gerit Andriess als toesienders. Deser rekeninghe gepasseert voir heemraden ondergescreven desen xen februarij anno Lxxx.
Compareerde Gijsbrecht Henricxz ende heeft rekeninghe gedaen op sijne eedt, zo recht is van weghen Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt vande rekening lestleden gepasseert, wesende inden date den xxviijen junij anno Lxxvij van dien affgerekent. Zo is bij ons heemraden ondergescreven den ontfanck ende vuijtgeeff jeghens malcanderen affgerekent. Zo is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat het weeskijnt noch coempt van Gijsbrecht Henrickz de somme van drie Karolus gulden xvij st. een oirt. Des zijn de drie Karolusgulden inde rekeninge lestleden gementioneert die Gijsbrecht Henricxz ‘tkijnt vuijt most reijcken, mits desen doot ende te niet. Heemraden Adriaen Peters Schoenmaecker ende Adriaen Aerts Schouten.
Hier op dese rekeninghe verdroncken met haer achten xxviij2 st. noch gegeven den schout ende heemraden voir die ……tie van desen ende van scrijven, xx st. facit ij Karolus gulden viij2 st. hier op gegeven.
Transport op datum: 10-2-1580.
Verkoper: Peter Diercxz Groij.
Koper: Adriaen Adriaens de Jongen Casteleijn.
Betreft verkoop van: een half weer lants.
Belend noord: iersten sloot aan de zuidzijde van de Voirdijck.
zuid: halve dwerssloot.
oost: Heijlken Beerthen erfgenamen.
west: Casteleijnen erfgenamen c.s.
Koopsom: 4 pond Grooten Vlaams.
Te voldoen als volgt: op vier Bamis dagen waarvan de eerste geweest is in 1579.
Verklaring van voldaan zijn op: 22-11-1580. NB: Er is dus óf eerder betaald dan was afgesproken (dat ben ik nog niet eerder tegen gekomen, GAvS), óf er staat iets fout.
Fol. 202r.
Transport op datum: 16-2-1580.
Verkoper: Zeger Henricxz voir hem, Adriaen Janss voir hem selven ende Bastiaen Aertz voir hem selven ende mede voir zijn twee onmondighe kijnderen, verweckt bij Dinghen Henricx dr. sa.
Koper: Jan Jansz Smeets (in de kop: Smits).
Betreft verkoop (met verleije) van: 18 geerden lants gelegen inde acker.
Belend noord: eerste dwarssloot buijten over de dijck.
zuid: halve Bergensche Straet.
oost: Wouter Tijs erffgen. metten Heijligen Geest int selve lant.
west: Emsteijne lant.
Koopsom: 32 ponden Grooten Vlaams.
Te voldoen als volgt: Nu gereet 10 Kar. gld aan Zeger Henricxz. De rest op drie achtereenvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste 1580. De 10 Kar. gld worden gelijk betaald.
In de kantlijn:
Op dezen voirss wilceur heeft Adriaen Jansz ontfangen die somme van zeven ponden grooten Vlaams ende Zeger Henricxz gelijcke zeven ponden ende Bastiaen Aertsz drie Rijnsgulden eens.
Onder de tekst:
Op huijden dezen xxvjen novembris 1584 hebben partijen dezen voirss wilceur affgereeckent ende affgetoighen zijnde ‘tgeene hier op betaalt is, mitsgaders xxxiij st. erffgelts opt landt staende daer dezen wilceur aff spruijt. Is in slot van goede rekeninghe bevonden dat vuijt dezen wilceur voirss noch suijvers gelts staet t’ontfangen de somme van drijenveertich rijnsgulden. Welverstaende dat d’erffgenamen van Wouter Tijs cum suisden voirss Bastiaen Aertsz met zijne complicen gehouden waren te voldoen haer contingent inde voirss erffgelt, alzoo het zelffde hem luijden alhier ten vollen aengereckent woirdt. Actum als boven, mij present. Melis Cornelisz.
Jan Jansz Smeets.
Fol. 202v.
Adriaen Maes Lemmenss; Jan Jansz
Dezen xvijen anno tachtentich compareerden Adriaen Maes Lemmensz ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Janss die gerechte een helft van een stuck lants gelegen inden Leechen Wech onbedeelt streckende vande halven Leegen wech aff zuijtwaert op ter ouder vaart toe, Grietken Raesen erffgenamen gelegen oost ende Anneke Godtschalcx west. Ende geloofden Adriaen Maessen dit voirss erve te vrijen ende te waeren tot desen dage toe. Heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Janss.
Fol. 203r.
Testamentum Jan Bogaerd.
Desen xxiiijen februarij anno tachtentich compareerden voir heemraders tot Raemsdonck Jan Bogaerde ende Lijsken Henrick Wilmsdr sijn wettighe huijsvrou met Peter Janss de Bont, hairen oom ende gecoiren voicht haer metten recht gegeven. Ende hebben met hairen vrijen eijghen wille ende met rijpe deliberatie van raede malcanderen reciproce gegundt, gegeven ende gemaeckt, gunnen, geven ende maicken mits desen de lancxen int leven blijvende (bij so verre zij geen wittige oiren bij malcanderen gegeven achter en laiten) allen hairen goederen beijde have ende erve, hebbende ende vercrijghende, geen vuijtgesondert, ende daer mede te doene, zo int vermeerderen ende verminderenhairen eijghen wille tot sustentatie ende onderhout hairs leevens. Mits conditien oft den lancxen van hem beijden int leven blijvende, wederom houwelijck dede, zo sal hij offer zij te vreede moeten wesen genietende alleenlijcken die bruijckweer ende affbladinghe vande erffgoederen ende verder niet. Ende naeder lester doot van hem beijden sullen die resterende goederen wesen haeffdeelich, halff ende halff naden suijthollantschen rechte. Wil ende begeert noch in dese den voirss Jan Bogaerde dat sijne voirkijnderen, verweckt bij Janniken Zegersdr, zijn wettighe huijsvrou was, nae sijnder doot in sijne goederen, hoedanich zij zijn, mitdeijlen ende sullen bij zo verde hij wittighe geborten bij Lesken Henrick Wilmsdr verweckt ende achter laet, maer sullen te vreeden wesen met ‘tgeene hij haer tot vuijtreijckinghe beloeft heeft naer vuijtwijsen der registere. Ende dat duer oirsaicke dat hij haer niet geloeft heeft vuijt te reijcken dan behouden heeft. Al sonder arch ofte list.
Willen ende begeeren testateurs voirnoemt dat dit haire iegenwoirdich testament aende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken, ‘tzij geestelijck ofte waerlijck. Actum als boven voir Adriaen Peter Schoenmaicker ende Adriaen Jan Andriess als heemraders ende getuijghen hier na versocht.
Fol. 203v.
Die wedue ende erffgenamen van Adriaen Jan Peter Oomen saligher;
Jonckheer Wolfaert van Borsselen.
In de kantlijn, zonder dat duidelijk is waar precies die tekst ingepast zou moeten worden:
alsulcken goederen als Jan Petersdr. vanden Vorsboch(?) met haire kijnderen ende complicen toebehoirt, gelegen int Rijsbroeck, genaempt den Elscamp.
Desen xxijen februarij anno tachtentich compareerden voir schout ende heemraders tot Raemsdonck Jan Adriaen Henrick Oomen zoone ende Adrianuz Benedicti als gesubsitueerde ende volcoemen macht hebbende te giften, vesten ende te erven
Jonckheer Wolffaert van Borsselen, blijckende bij procuratie van schepenen in Oosterhout, wesende in date den xxijen februarij anno tachtentich, die welkce wij schout ende heemraden ondergeschreven, gesien hebben ende hoiren leesen. Ende gaven duer crachte van dien over met vrijer giften zo recht is, behalve ‘scloosters chijns, sijns rechts, jonckheer Wolffaert van Borssele neghen leupensaets lants ofte so groot ende cleijn als die geleghen sijn inde Elscampen int Rijsbroeck, streckende oostwaert op de Ka, die gebuerwech westwaert ende Aert Jan Pauwelss zuijtwaert ende Gijsbrecht Adriaen Janss noirtwaert. Ende geloeffden Jan Adriaen Henrick Oomen ende Adrianus Benedicti inde qualite als boven den voirss jonckheer Wolffaert van Borsselen dit voirss erve te vrijen ende te waeren naden Zuithollantschen recht tot desen daege toe. Vertijende dese voirss gesubstitueerde van weghen hairen constituenten voir haerder alder nacoemelinghen van dese voirss erffnisse met behoirlijcke renuntiatie tot behoeff van jonckheer Wolffaert voirnoemt, egheen van de voirss constituanten haer recht ofte eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten, int groot ofte int cleijn, in eenige manieren, nu ofte ten eewighen daghen. Actum als boven voir Ffrans Geritz, schout tot Raemsdonck, Adriaen Peter Schoenmaickers ende Adriaen Janss Vendricht als heemraden ende getuijgen hier toe versocht.
Fol. 204r.
Transport op datum: 3-3-1580.
Verkoper: Peter Govaertz voir hem selven, Jacob Cleijs Lauwereijsz, Lambrecht Pauwels Janss, elcx voir hem selven.
Koper: Jan Cleijs Lauwereijsz.
Betreft verkoop van: een mergen lants ofte zo groot ende cleijn als zij geleghen is inde Leeghen wech. Het erve zal noirtwaert op steghen ende weghen ter Herstraeten ofte Leeghen wech over Peter Mertens erve ende die daer met Em geerft zijn.
Belend noord: Bert Gerbrants erffgenaemen erve.
zuid: Pauwels Janss.
oost: Peter Merten Staps.
west: het out Vaertken.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 3-3-1580.
Verkoper: Peter Adriaen Sconincx.
Koper: Hendrick Janss Buijs.
Betreft verkoop (met verleije) van: een huijs metten erve daertoe behoirende geleghen opt Veer, zo groit ende cleijn als Peter Adriaens voirss dit gebruijckt ende toebehoirt heeft, met vij2 st. daer jaerlijcx die kerck vuijt reijckende.
Belend noord: Dongha.
zuid: Jan Geritz erve.
oost: Aentghen Peters.
west: Jan Geritz.
Koopsom: niet genoemd. Er staat ook geen wilceur, maar wel een verklaring van Peter Adriaens van 20-8-1588, dat dan de koopsom volledig voldaan is.
De nu volgende koop is doorgehaald, blijkens de daaropvolgende tekst geannuleerd.
Merten Wilmss; Jan Colaber (NB: in de volgende acte Hans Colaber genoemd).
Eodem die compareerden Merten Wilmss ende gaff over met eenen verleije zo recht is Jan Colaber vijff geerde lants min een halff vierendeel, geleghen inde Hoich Dong, ofte zo groot ende cleijn als hij daer inne gerecht is geweest. Streckende vande halver Werffcampsen straet aff noirtwaerts op ter halver Maes toe. Metken Huijbrecht Jacobs wedue geleghen int selve lant oost ende Aert Mertenss int selve lant west. Ende geloefden Merten Wilmss voirss dit erve te vrijen ende te waeren tot desen daeghe toe. Heemraden als boven.
Fol. 204v.
Eodem die compareerden Hans Colaber ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wesen Merten Wilmss die somme van verder niet afgemaakt, in plaats daarvan doorgehaald en de volgende tekst:
Desen xxvijen aprilis anno xvC Lxxxiij compareerden Jan van Ipelaer ende heeft vuijten naeme vande weeskijnderen Hans Colaber bekent dat deze voirss veste ofte transpoirt geheelijcken is geannuleert ende gerenuntieert van die vuijten naeme voirss tot behoeff van Merten Wilmsz, eegheen vande voirss Hans Colaber haer daer geen recht ofe eijgendom meer aen te behouden ofte vermet, int groit ende cleijn, nu ofte ten eeuwighen daghen. Ende dat vuijt saecke dat den voirss Merten Wilmsz die gegeven penningen bij accorde gerestitueert heeft op vier ponden groiten Vlaams nae, die hij genoten heeft deur d’intressement, hij dese den voirss coop vande lande gehadt heeft.
Fol. 204v.
Transport op datum: 3-3-1580.
Verkoper: Cornelis Peter Gijben (Cornelis Peters).
Koper: Jan Janss Tempeler ende Willem Cornelis Deniss.
Betreft verkoop van: 18 geerden lants int Leech Veen
Belend noord: halve Kreeck.
zuid: Kae.
oost: Lemmen Jan Lemmenss.
west: Adriaen Peters c.s.
Koopsom: (de wilceur staat 2 bladen verder) 196 Karolusgulden.
Te voldoen als volgt: 6 pond Grooten Vlaams gereet. De resterende 160 Karolus gulden op eerst komende Bamisdag.
Verklaring van voldaan zijn op: 18-10-1580.
Fol. 205r.
Transport op datum: 3-3-1580.
Verkoper: 1. Huijbrecht Janss voir hem selven ende mede vervanghende Adriaen Lenaertz. 2. Huijbrecht Janss voir hem selven.
Koper: Willem Cornelisz.
Betreft verkoop van: 1. het gerechte vierendeel in Aen Beris huijs ende erve, daer aen, zo groot ende cleijn als Aen Beris daer vuijt gestorven is ende als hij dat van Cornelis Joriss ontfangen hebben. 2. Franss Meeuss aengedeelt int voirss huis ende erve zo groit ende cleijn als hij (Huijbrecht Janss) dat vande voirss Frans Meeus ontfangen heeft, geleghen inden Meulenpat.
Belend noord: halve straet.
zuid: eerste dwarssloot die voor Melis Corneliss boomgaert leijt.
oost: Melis Cornelis.
west: Jan Matthijs weeu.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 4-3-1580.
Verkoper: Jan Vas Wouterss.
Koper: Jan Cornelis Aertss
Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer in het Rijsbroeck, onbedeelt met Jan Corneliss voirss ende Peter Mertenss.
Belend noord: Rijsbroecxe weg.
zuid: Donga.
oost: Huijbrecht Jacobs weeu ende Anniken Gerrit Janss weeu.
west: Willem Janss Snellen.
Koopsom: hondert Conincxdaalders en 12 Karolus gulden, de Conincx daalder tot 35 stuijvers gerekent ende de gulden tot 40 groten Vlaams.
Te voldoen als volgt: een deel gereed en de rest op 2 Bamisdagen, te beginnen op Bamis 1580.
Verklaring van voldaan zijn op: 19-7-1597, door de erfgenamen van Jan Vassen.
Fol. 205v.
Transport op datum: 5-3-1580.
Verkoper: Bastiaen Aertsz.
Koper: Jan Govaertsz.
Betreft verkoop van: 16 geerden lants int Leech Veen en inde Oirde
Belend noord: halve Kreeck.
zuid: Donga.
oost: conventualen van Santroisen (Karthuizers).
west: Metghen Zegers erffgen.
Koopsom: 100 Karolus gulden en 30 st. waarvan 6 pond Groten Vlaams gereet, de rest op de 2 eerstkomende Bamisdagen.
Verklaring van voldaan zijn staat er wel, maar zonder datum.
Transport op datum: 10-3-1580.
Verkoper: Adriaen Jan Andriess ende Steven Aertsz.
Koper: Anthonis (Tuenis) Jacob Reijnen tot behoeff van Adriaen Corneliss ende Marijcken zijn suster.
Betreft verkoop van: 7 2 geerd lants in de Hoich Donck.
Belend noord: Maes.
zuid: halve Keen.
oost: Adriaen Janss Bernieren c.s.
west: Jan Vas Wouterss int selve lant.
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 206r.
D’erffgenamen van Aentken Wilm Aen Dircx; Die joncfrou vande rentmeester ende Huijbrecht Peterss.
Desen xviijen meert anno xvC Lxxx compareerden d’erffgenamen van Aentken Wilmsdr., naemelijck Peter Henricx voir hem selven ende vervanghende Meeus Michielsz, Heijlken Henricxdr voir haer selven met hairen gecoiren voicht, Willem Buijs Willemss voir hem selven ende mede als voicht van Peter Jacobsz zijn broers weeskijnt, Staes Huijbrecht voir hem selven, Huijbrecht Peters voir hem selven, Anniken Henrick Adriaenssdr met hairen gecoiren voicht voir haer selven ende Adriaen Henrick Ariaenss voir hem selven ende mede als gemachtich van sijn susters ende broeders, blijckende bij procuratie, ons gebleeken
ende hebben gesamenderhandt overgegeven met vrijer giften zo als recht is, Charles de la Ruelle tot behoeff van joncvrou Isabelle, wedue wijlen Johan vanden Berch, sijnde met Antonie vanden Berch tot behoeff van hem ende sijnen susters ende broeders ende Huijbrecht Peters, tzamen seven geerden lants, te weeten Huijbrecht Peeterss iij2 geerd ende den voirss Charles met Antonie vanden Berch iij2 geerd tot behoeff voirss, geleghen in eenentwintich geerden, bedeelt in middel Huijbrecht Peterss voirss geleghen oistwaert ende die jonckfrou Jan vanden Berghe met haeren kijnderen westwaert. Streckende van Peter Durichz werff aff plach te weesen, noirtwaert op ter halver Maezen, soe met steginghe ende weginge over den werff ter Herstraeten toe. Ende geloeffden comparanten voirss dese voirss seven geerden lants te vrien ende te waeren ende allen voircommer aff te doen van schot, lot ende allet geene daer voir date van desen metten recht opgecoemen soude moghen wesen tot desen dage toe, onder ‘tverbant van hairen persoenen ofte elcx van hair bijsonder. Al sonder argelist, actum als boven, heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss.
Fol. 206v.
Rekeninghe gedaen bij Joost Zegerss van weghen Peeter Zegerss weeskijnderen desen xxen aprilis anno xvC Lxxx gepasseert voir schout ende heemraders ter presentie van Jan Berthoutz ende Adriaen Aertz als toesienders vandien(?) met Joachim Petersz ende Marijken Peter Zegersdr.
Ten date als boven compareerden Joost Zegersz als gerecht bestorven voicht van Peter Zegersz achter gelaten weeskijnderen. Ende heeft bij zijnen eedt rekeninghe gedaen zo recht is van allet geene hij van weghen der voirss weeskijnderen ontfanghen ende vuijtgegeven heeft, van nieuws ende outs, al affgerekent tot desen iegenwoorighen daege toe. Ende sijn veertich Karolusgulden die Joost Zegersz vande kijnder quamen op die oude stede, mits desen ten vollen betaelt met noch dertich Karolusgulden die hem oick vande kijnder voirss quamen vande visschereije ende moet noch den voirss Joost Zegers allet geen betaelen dat Joost Daniels van vroukens t’onderhouden eijschende is, te weeten die kijnder poirtie in dien zo dat die voirss kijnderen daer niet meer aff gemolesteert worden. Dies moet den voirss Joost Zegerss ontfangen allen incomende schulden, zo inde erfhuijs ceele, als in den rekeninghen boeck gespecificeert ende gescreven mits wat costen om die selffde te innen gedaen worden staen alleenlijcken tot last vande weeskijnderen voirss. Ende alle ingebuerde ende vuijtgegeven penningen jegens malkanderen geliquideert zijnde, is bij goede rekeninghe bevonden dat die weeskijnderen voirss van Joost Zegersz noch coempt eens de somme vaq achthien Karolusgulden xiiij2 st. (hierin is wat geknoeid, in de kantlijn staat: somma 18 gl 13 st. 2 oirt). Ende ist hier mede van nieuws ende outs al affgerekent ende vereffent voir haeren alder nacoemelinghen tot desen dage toe ten date als boven met consent van Frans Gerits, schout als oppervoicht voir Jan Zegersz, Adriaen Aerts ende Dirck Adriaensz als heemraden daer toe verweckt. Mij iegenwoordich Melis Cornelis (1580).
Fol. 207r.
Rekeninghe gedaen bij Willem Buijsen van weghen Jacob zijns broeders weeskijnderen gepasseert voir schout ende heemraders als oppervoichden ter presentie van Adriaen Aertz ende Staes Huijbrechts als toesienders vande voirss kijnderen desen lesten aprilis anno tachtentich.
Is dese rekeninghe bij Willem Buijsen gepasseert ten date als boven te weeten van vijff jaeren ende van schout ende heemraders geprobeert ende gelandeert den vuijtgeeff ende den ontfanck jegens malcanderen geliquideert ende affgereeckent sijnde, soe is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den vuijtgeeff ende ontfanck metten anderen accorderen ende is affgerekent van nieuts als outs tot desen jegenwoirdighen daghe toe. Salvo coemp den kijnderen voirss t’ontfangen die heuve(?) die verschijnt anno Lxxx inden meij vanden bruickweer anno Lxxix. Aldus gedaen bij toesienders ende ten date als boven voirden schout ende Adriaen Peterss Schoenmaicker met Adriaen Janss Vendricht, beijde als heemraden hiertoe gerequireert. Mij present.
Fol. 207r. (acte loopt door in 207v)
Accoordt.
Desen ijen meij anno xvC Lxxx sijn metten anderen minlijcke vergaidert ende veraccordeert die gerechte erfgenamen van Tuentgen Cornelis Ansz dr sa., namelijck Peter Adriaens Sconincx, Anx Cornelisz ende Jan Corneliss, beijde vervangende Claes Cornelisz hairen broeder ende Cornelis Petersz Vervoirt met Alit Goosens vuijten naeme ende vanweghen Jan ende Huijbken Adriaen Janss Potbackers achtergelaeten weeskijnderen, dats te weeten dat Peeter Adriaensz voirnoemt der voirss Tuentgens achtergelaeten goederen altgeen vuijtgesondert hebben ende behouden sal in eijgendom ende erflijcke possessie sonder toeseggen van iemants waer voren hij Peeter voirss betaelen sal op twee ierstcomende Bamisdaeghen sonder middel daertussen die somme van driendertichstalff ponden groiten Vlaems eens vrij, te weeten Adriaen Janss Potbackers erfgenamen xvij2 pont Vlaams ende Anx Cornelisz, Jan Corneliss ende Claes Cornelisz vijfthien gelijcke ponden. Ende bij aldien dat Peeter Adriaensz voirss die voirss penningen ten voirss daghe niet betaelen en mach, zo is geconditioneert ende wel expresselijcke oindersproicken dat hij die verschenen penningen mach onderhouden, den penninck veethien, van Adriaen Jans Potbackers kijnderen. Des sijn die voirss kijnderen ofte haere voichden gehouden den los van ondergehouden penningen altijt een halff jaer te voiren op te segghen want sijt van doene he …… ende sijn hier mede die voirss erffgenamen van Tuentghen Cornelisdr vereffent ende veraccordeert den eenen den anderen nimmermeer ter saicken van dien te molesterenmet eenighen recht, zo geestelijck als weerlijck, renuntierende hier meede vande voirss besterff tot behoeff Peter Adriaenss voirnoemt haer noch hairen naecomelinghen daer geen recht noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeeten, int groit ofte cleijn, ofte in eenighe anderen daer nimmermeer nae te taelen, nu ofte ten eewighen dage.
Alles sonder arch ofte list. T’oirconde hebben wij erfgenamen voirss dese elcx bijsonder met onse signaturen ende gewoonlijcke hantmerck ondeerteijckent ten daege als voiren voir heemraden Meeus Adriaens ende Adriaen Jans Vendricht.
Peeter Adriaens merck, Cornelis Peters Vervoirs merck, Ans Cornelisz merck, Jan Cornelisz merck.
Fol. 208r.
Ten daghen als voiren (ijen meij) compareerden Ans Cornelisz voir hem selven ende mede als voicht van Ariaen Janss Potbackers kijnderen met den schout als oppervoicht, ter presentie van Cornelis Petersz Vervoirt ende Jan Cornelis Anss voir hem selven ende vervangende Claes Cornelis sijn broeder ende gaven gesamenderhant over met vrijer giften het vrij ende het onvrij met een verleije zo recht is Peeter Adriaensz Sconincx allen haer poirtie, besterff ende aengedeelt, zo groot ende cleijn als haer comparanten voirss dat van Tuentghen Cornelis dr gesuccedeert ende aenbestorven is, nimmermeer daer meer nae te thaelen. Ende geloefden dat te vrijen ende te waeren tot desen daeghen toe. Heemraden Meeus Adriaensz ende Adriaen Janss.
Ten daghen als voiren (ijen meij) compareerden Peeter Adriaens Sconincx ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo recht is schuldich te weesen Cornelis Petersz Vervoirt tot behoef Ariaen Janss Potbackers kijnderen, die somme van achtiendalff ponden grooten Vlaams ende Anx Cornelisz, Jan Cornelis ende Claes Cornelis gebroeders, die somme van vijfthien gelijcke ponden grooten Vlaams, te betalen die voirs sommen op twee ierstcomende Bamis daeghen zonder middel vervolgende, waer aff den iersten wesen sal Bamis anno Lxxx, onder ‘tverbant van allen sijn goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Mits conditien dat Peeter voirss der voirss weeskijnderen penningen onderhouden mach, den penninck veerthien ende wat sij die penningen van doen hebben sijn sij ofte hairen voichden altijts den los een halff jaer te voiren op te moeten seggen. Heemraden als voiren.
Op huijden dezen xven meert 89 bekenden Dingen Rosen, wedue wijlen Jan Cornelisz van die twee delen ende Lesken Ans Cornelisz voir ‘t derdendeel dat d’erfgenaemen van Peter Sconincx dezen naevolgende (dit stukje staat boven de wilceur) wilceur haer ten vollen betaelt hebben den iersten penninck metten lesten.
Dezen xven meert 89 bekenden Jan Adriaensz Potbacker (inmiddels kennelijk volwassen!) dezen voirss wilceur metten intrest vandien ten vollen betaelt te wezen, den iersten penck metten lesten ende dat deur handen van Ariaen Petersz ende Jan Petersz (“Conincx” mogen we aannemen) In presentie van Aelt Goesens, Frans Geritsz, schout ende Jan Zegers, mij present Melis Cornelisz.
fol. 208v.
Pachtinghe van aanwas.
Desen ven februarij anno xvC Lxxx zo heeft gepacht Jacob Woutersz van Ariaen Beijensz Peeter Huijbrechts ende Jan Gijsbrechtsz als Heijlich Geest meesters tot Raemsdonck, bij consent vande schout, heemraden ende naburen, vier geerden aenwas geleghen in sesthien geerden inde ambacht van Groot Waspick omme met grinden rijs te beplanten tslants profijt ende toirbaren tot mitschap ende oirbaer vanden landt. Streckende vanden iersten dwersloot aff die voir aen den grindt leijt aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maes toe, twintich jaer lanck geduerende, jaerlijcx voir de somme van vier Karolus gulden vrijts gelts, ingaende d’eerste jaar Sinte Peeter ad cathedram Lxxx. Te betaelen alle jaeren op meijdach anno Lxxxj den iersten, mits geconditioneerde voirwaerde oft bevonden werde datter iemant tot deser tijt meer voir gelijcke geerden inden selven ambacht tsiaers geeft, zo is Jacob voirss gehouden oick meer te geeven. Aldus gedaen als boven voirden schout ende Adriaen Aertsz met Adriaen Janss, beijde als heemraden ende bij gemeijne nabueren, namelijck Ariaen Gerits van Boemel, Bastiaen Aertsz met meer ander, mij iegenwoordich, Melis Cornelis.
Contract tusschen Peeter Jansz de Bont en Heijlich Geestmeesters metten gemeijne nabueren van Raemsdonck.
Desen vijen novembris anno xvC Lxxxix (sic! mogelijk vergissing.) compareerden Peeter Janss de Bont als gerechte bestorven voicht ende Jan Meeuss als toesiender van Janniken Ariaen Janss de Bonten dr. voir schout, heemraden ende gemeen nabueren van Raemsdonck ende hebben gegeeven den Heijlighen Geest van Raemsdonck allen Jannikien Adriaens drs goederen die sij nu ter tijt heeft ende hier naemael vercrijghen sal, geen vuijtgesondert. Dies sijn die Heijligeestmrs inder tijt sijnde gehouden dat voirss Janniken t’onderhouden haer leven lanck in alles wat haer noidich wesen sal. Alles sonder argelist. Actum ten dage als boven voir den schout, heemraden ende nabueren, namelijck Ans Corneliss, Cornelis Adriaensz, Adriaen Adriaensz ende Jongen Joachim Claesz, Steven Aerts, Andries Jansz en niet meer. Mij present Melis Cornelis.
Fol. 209r.
Vuijtcoop.
Op desen xxvjen maeij anno xvC Lxxx soo heeft Corstiaen Adriaensz gecoft vande schout ende heemraders tot Raemsdonck als oppervoichden in presentie het kints moeder, allen alsulcken besterff, poirtie ende aengedeelt, zo groit ende cleijn, veel ende luttel als Adriaen Adriaensz sijns bruer onmondich weeskijnt van Job Adriaens dr sijn moeije aengecoemen ende aenbestorven is, zo ‘tgedeelte inden acker in xj2 Hoeffen achter Lauwereijs Merten als int ackerken inde Hoeff ende anders niet vuijtgesondert. Wes ‘t voirss weeskijnt van sijn moeij aenbestorven soude moichte wesen. Ende dat tot sustentatie ende ondehout van het voirss weeskijnt, gemerckt ‘tzelffde niet aff te leeven en heeft. Heemraden als voiren.
Ten daeghe als voiren compareerden Corstiaen Adriaensz ende heeft geloeft ende verwiceurt zo als recht is schuldich te wesen den gerechte van Raemsdonck tot behoeff Adriaen Adriaensz sijns bruer onmondich weeskijnt die somme van veertich Karolus gulden drie stuijvers en een blanck, te betaelen tot meij anno drieen tachtentich onder ‘tverbant van allen sijnen goederen, geen vuijtgesondert voirden iersten penck metten lesten betaalt sal wesen. Dies is den voirss Corstiaen gehouden binnen middelen tijde te betaelen aen Dinghens, het weeskijnt moeder wat tsiaers ………
nae vuijtwijsens der aenneminghe …..
Heemraden als voiren.
Hierop heeft Corst Adriaens betaalt ij Karolusgulden vier stuivers die verdroncken worden bij schout ende heemraden ….
versocht int besteden aennemen ende ‘tweeskijnt ten …… te betaelen
noch gegeven den schout vande …….
noch gegeven den secretaris vande rekeninghe te maecken
Bekennen Dinghen Adriaensz van Corst Adriaensz ontfangen te hebben die somme van xxxiij st. wair voiren zij haer kijndt, verweckt bij Adriaen Adriaensz, een jaer lanck gehouden heeft. Actum desen ixen meij anno Lxxxj.
Noch bekenden Dinghen van Corst Adriaensz ontfangen te hebben die somme van xxxiij st. wair voiren zij haer voirss kijndt een jaer gehouden heeft. Actum desen xxven julij anno Lxxxij.
Fol. 209v.
Beris Cornelisz; Cornelis Tomasz; Ariaen Lenaertsz.
Desen vjen julij anno xvC Lxxx comareerden Beris Cornelisz ende gaff over met eenen verlije zo recht is Ariaen Lenaertsz. een vierendeel ende een halff vierendeel int Muelenweer ende int Leengoet, zo groot ende cleijn als Aentgen Cornelis van Dalen dochter daer ine gerecht is geweest. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waren tot desen dage toe. Heemraden Jan Zegersz, Meeus Adriaensz, Jan Meeus ende Adriaen Aertsz.
Eodem die compareerden Cornelis Tomasz ende gaff over met eenen verlije zo recht is Ariaen Lenaertsz een sesthiendendeel in alsulcken goederen als Aentgen Cornelisdr int Muelenweer ende Leengoet gerecht is geweest ende achtergelaeten heeft als boven. Heemraden als voren.
Matheus Jansz, Willem Cornelisz; Beris Cornelisz.
Desen vjen julij anno xvC Lxxx comareerden Matheus Jansz ende Willem Cornelisz ende gaven tzamen over met eenen verlije zo recht is Beris Cornelisz. elcx haer portie besterff ende aen gedeelt, zo groit ende cleijn als haer van Aentgen Cornelis aen bestorven is, niet vuijtgesondert. Ende hebben haer van gerenuntieert voir haerder alder nacomelinghen voir heemraden Ariaen Petersz ende Adriaen Aertsz.
Testamentum.
Desen xvjen meert anno xvC Lxxx compareerden voir schout ende heemraden ondergeschreven Gijsbrecht Henrickxz ende heeft met sijn vrijen eijgen wil, gegeven, gegundt ende gemaickt, gaff, gunde ende maickte mits desen in forma van testamente ende om godts wille die kercke van Raemsdonck een achtendeelt in Cleijs Janss lant, zoe groit ende cleijn als dat van Ariaen Dirck Petersz gecoemen is, streckende vande Achterdijck aff zuijtwaert op ter Kae toe. Ende dat tot reparatie vande voirss kerck. Salvo sijn leven lanc wilt ende begeert dat dit sijne iegenwoirdighe testament ende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pias causas, gelijck ende volcoemelijck sijn effect behoirt te sorteren, alle dinck sonder arch ofte list. Actum als voir, den schout, Adriaen Petersz, Ariaen Aertsz, Adriaen Jansz ende Dierck Adriaensz als heemraders ende getuijgen hier toe versocht.
fol. 210r.
Testamentum.
Desen vjen julij anno xvC Lxxx compareerden Cleijs Jacobss, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende heeft met sijnen vrijen eijghen wille en met rijpe deliberatie van raede, gegeven, gegundt ende gemaickt, gaff, gunde ende maickte mits desen in forma van testamente Dinghen Jansdr sijn wetttighe huijsvrou nae sijnder doot allen sijnen goederen zo have als erve, hebbende ende vercrijghende, gheen vuijtgesondert ende met dieselffde alle te moghen doen hairen hairen vrijen eijghen wille, nu ende ten eewighen daeghen, sonder toesegghen van iemants. Ende dat deur oirsaicke hem daertoe moverende. Wil ende begeert daeromme dat dit sijne iegenwoirdighe testament ende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pias causas, gelijck ende volcoemelijck sijn effect behoirt te sorteren, alwaert oick zo datter eenighe solemniteijt van gescreven rechte hier inne vergeeten ofte versuijmpt mochte weesen. Want hij verclaert ‘tzelffde te zijn sijnen vuijtersten wille ende meijninghe alsonder arch ofte list. Gedaen als boven, voir heemraders Jan Zegersz, Meeus Adriaenss, Adriaen Aertsz Schouten, ende Jan Meeusz.
Testamentum.
Desen xven septembris anno xvC Lxxjx compareerden Cornelis Gijsbrechtz ende Iken Claes dr, sijn wittighe huijsvrou, beijde op gaende beenen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende hebben met rijper deliberatie van raede ende met haeren vrijen eijghen wille begeerdt, inso veerde dat sij geen wettighe geboirten bij malcanderen geprocreert achter en laeten dat Ikens voirss vrinden alhier (nae hair doot) inde Zuijthollantsche goederen niet en deijlen en sullen, ‘tzij have ofte erve, niet vuijtgesondert. Dan wil ende begeert Iken voirss dat haer moeder sal hebben hailen ende behouden, hairen rock ende ornamenten tot hairen lijve toebehoirende. Ende oft gebeurde dat Cornelis Gijsbrechtz ierst aflijvich worde, so sal Iken voirss behouden het derdendeel van allen die goederen, haer leven lanck ende nae haer doot wederom erven ende sterven op Cornelis Gijsbrechtsz erffgen. Willen ende begeeren voirss testateurs dat dit haire iegenwoirdighe testament ende vuijterste wille sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken waer sij verceeren ‘tzelfde te wesen hairen vrijen eijgen wille ende meijninghe alsonder arch ofte list. Actum als boven, voir heemraders Jan Zegersz ende Adriaen Jansz.
Fol. 210v.
Transport op datum: 13-7-1580.
Verkoper: Cornelis Pauwels voir hem selven, Jan Janss van Schoonhoven als man ende voicht van Marijken Pauwels, nu absent sijnde, zo heeft Marijken voirss gecoiren tot hairen voicht Cornelis Pauwelsz, hairen broeder, die hem sterck daer voiren maickte ende Peter Mertens als voicht van Iken ende Dingen Pauwels Wiercxz dochteren.
Koper: Matheus Woutersz.
Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Bancken.
Belend noord: halve Kreeck.
zuid: halve dwersloot die aent Leech Veensche hecken leijt.
oost: Leechen Weg.
west: Cornelis Anss erfgenamen.
Koopsom: 20 ponden Grooten Vlaams en 5 karolus gulden te voldoen op Lichtmis 1581. In dat geval moet er echter rente bijbetaald worden. Bij betaling binnen 14 dagen niet.
Er is geen verklaring van voldaan zijn.
Los klein briefje (zonder datum of iets, dus mogelijk ergens geheel anders thuis horend):
Ick Pauwels Adriaenss kenne ontfangen te hebben van Pieter Adriaens die somme van vijfentwintich gulden ende dat van eenen wilker ende dat vandie eerste paije ende dat duer gedaen zij mij Pauwels Adriaenss.
Fol. 211r.
Transport op datum: 13-7-1580.
Verkoper: Jan Berthen voir hem selven, Jan Andriess voir hem selven, Aert Tueniss als groitvader ende voicht ende den schout als oppervoicht van Anniken Bert Cleijs drs erfgenaam, Ariaen ende Peter Joachimss voir haer selven ende vervangende Peter Mathijs ende Frans Beijenss als toesiender van Volcxken Cleijs Berthendr ende Joost Zegersz als voicht van Peeter Zegersz achtergelaeten weeskijnderen ende Adriaen Aertsz voir hem selven.
Koper: Jan Wouters.
Betreft verkoop van: een half hoffstat metten erve daer aen, onbedeelt zo groit ende cleijn als haer comparanten die van Huijbrecht Berthen aengecomen ende aenbestorven is.
Belend noord: halve straet.
zuid: Aentghen Roelen.
oost: den Leegen ofte Gebuerwech.
west: Jan Mathijs erffgenamen.
Desen xxiiijen junij anno xvC Lxxxij compareerden Adriaen Aertsz Schouten ende Jan Andriesz voir haer ende den erffgenamen van Huijbrecht Berthen ende bekenden van Jan Woutersz dezen voirss hoffstede metten erve daer ten vollen betaelt te wezen, die volle somme bedraghende seven ponden groiten Vlaams eens, waermede zij allen tzamen vernuecht ende betaelt zijn. Welcke voirss penningen de voirss Jan Andriess ende Adriaen Aertsz gegeven hebben Peter Joachimsz ende Jacob Jansz van Donghen tot quijtinghe van twee rentbrieven geconstitueert den eenen op Huijbrecht Berthen goet ende den anderen op Adriaen Aertsz goet ende tzamen die gerechte erfgenamen van Huijbrecht Berthen jaerlijcx vuijtgeven mosten.
Eodem die zo heeft Willem Gerits geconstitueert ende tot waerborch gestelt het gerechte tot Raemsdonck van wegen Dierck Rutten drie geerden lants geleghen buijten dorp met Jan Meeuss ende Ariaen Claess cum suis, streckende vande dijck aff noirtwaert op ter halver Maesen toe, geleghen in Clauwert de Backers weer. Ende dat voir alsulcken penningen als hem van Dierck Rutten voir sijn poirtie vanden huijse, schuere ende erve daer toe behoirende Dierck voirss van hem gebruijckende is, soude moeghen toecoemen ende verschenen soude moghen wesen. Aldus gedan voir Meeus Ariaensz en Jan Meeus als heemraders. Michiel est. (acte is doorgehaald).
Fol. 211v.
Desen xxen julij anno xvC Lxxx compareerden Willem Cornelisz ende heeft tot waerborch gestelt Cornelis Grans(?) tot behoeff Ffrans Diercxz sijn vader allen sijnen goederen, te weten vier geerden lants geleghen binnen dijcx streckende van Aen Gijben acker aff noortwaerts op ten iersten buijtendijcxe sloot toe over den dijck, Ariaen Huijben gelegen oost int selffde lant ende Peter Ariaen Gijben erfgenamen west. Ende dat voir allen alsulcken actie als Frans Diercxz voirss soude moeghen aencoemen ende moeghen aen gedaen worden voir ende van weghen Anniken sijnder suster ende Tuenis Corneliss sijnen broeder aengaende sulcken rentbrieff van seven Karolus gulden tsiaers als Tuenis ende Aniken Cornelis Jan de Comans dr ten anderen tijde heffende sijn geweest luijdende op een stuck ackerlants bijde hant nae vuijtwijsens haerders brieffen ende tot vasticheijt van desen hebbe ick Willem Corneliss dese zo(?) voir het weeskijnt voirss ende Anneken mijn suster voirss dit tot vasticheijt onderteijckent ten dage als boven ende nimmermeer van wegen als voren daer naer te thalen nu ofte ten eewighen dagen
Bij mij X Willem Corneliss.
Fol. 212r.
Desen vijen augustij anno xvC Lxxx soe heeft Ariaen Henrick Wijten voir hem ende sijnen susters ende broeders, Peer Henricxz voir hem selven ende mede oick voir sijn susters ende swager, Willem Buijsen ende Staes Huijben, elcx voir haer selven ende mede vervangende Jacob Buijsen weeskijndt ende Huijbrecht voer hem selven, alle erffgenamen gerechtige van Aentghen Wilm Aen Diercxzdr, bekennen ende bedancken haer volder ende goeder betaelinghe voir haer ende haerder aller nacomelinghe, van Ffrans Geritsz schouth tot Raemsdonck van alsulcken administratie ende dienst als hij schout voirss als voir haer van Aentghen Wilm Aen Diercxzdr voirss altois bedient, geadministreert heeft. Gedaen als boven bij heemraden Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.
Fol. 212v.
Transport op datum: 2-9-1580.
Verkoper: Frans Meeusz.
Koper: Adriaen Lenaertsz.
Betreft verkoop van: drie geerden lants ende een derdendeel van een vierendeel, geleghen int leengoet (het blijft wel een leengoed)
Belend noord: halve Maas.
zuid: Donga.
oost: Adriaen Lenaertz ten naeste geland int selve weer, cum suis.
west: Cornelis Hermans int selve lant.
Koopsom: 32 ponden Groten Vlaams min 2 stuivers. 100 Kar. gld gereet; de rest op 2 achtereenvolgende meidagen (de eerste anno 1582). De 100 Kar. gld gereet worden vervolgens betaald.
Den voirss daege heeft den voirss Ffrans Meeuss desen voirss wilceur in handen gestelt van Beris Cornelis ter tijt ende wijlen toe voir Beris Cornelisz voirss vier ponden groiten Vlaams ierst ende voir al vanden iersten dach ontfangen sal hebben die hij verschieten moet aen Ariaen Aertsz Herselois (dit lijkt er echt te staan!) van wegen den voirss Frans Meeus. Heemraden als voiren.
Desen xxiiijen februarij anno xvC Lxxxj heeft Frans Meeusz getransporteert ende rechtelijcken overgedraeghen Vastaert Willemsz alsulcke vijfthien ponden groiten Vlaams ende achtendertich stuivers als noch inden voirss wilceur t’ontfangen is ende te betaelen sijn, nimmermeer hem daer meer rechts ofte eijgendom aen te vermeeten, int groit ofte cleijn oft in eenighe manieren, nu ofte ten eewighen daghen. Voir heemraders Adriaen Aertsz Adriaen Jansz.
Hierop bekenden Vas Willemsz ontfangen te hebben vuijt handen van Adriaen Lenaertsz die somme van eenentwintich Karolusgulden, blijckende bij zijn eijghen quitantie in date den xijen junij anno xvC Lxxxij, mij gebleecken.
Dezen xxjen septembris anno xvC Lxxxij bekenden Vas Willemsz dezen voirss wilceur van weghen ende tot behoeff van Ffrans Meeus verleeden, ten vollen betaelt te wezen, den iersten penninck metten lesten, voir Adriaen Lenaertsz ende haerder aller naecomelinghen.
Los blad:
Ick Jan Aertss kenne ontfangen te hebben vuijt handen van Willem Stoffelen, die somme van veerthien Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams. Ende dat op cortinghe van een sekere veertich Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams, die welcke dese voorgaende Willem Stoffelen bekent schuldich te weesen van sekeren opgenoemen goeijen alst blijck ende de somme van dese selve voorgaende blijft in rest de somma van ses ende twintich Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams. Soe sal desen selve voirgaende Willem Stoffelen dese veertien gulden opt register vvijt laten doen als dat hijse betaelt est. Ende dat noch ses ende twintich Carolus gulden blijft. Ende dese ses ende twintich Carolus gulden moet betaelt worden op twee Corsmisse, te weeten vier ende tachtich ende vijf ende tachtich. Anno 1584 op den ijen februwarij. In kennisse der waerheijt oft presencie van Gerit Janssen, Hendrick Janss. Jan Aertssen (handmerk).
achterkant: Willem Stoffels quitantie.
Los blad:
Accordatie tusschen Aentghen Jan Mathijs ende Jan Mathijs erffgenamen ende die waerburchschap van Mathijs van Clootwijck.
Dezen xxviijen aprilis anno xvC Lxxxv soe zijn metten anderen minnelijcken veraccordeert Aentghen Jan Mathijs wedue met haren gecoren voicht, Michiel Meeusz ende Govaert Jacobsz met zijnen consorten als gerechte erfgenamen van Jan Mathijsz van allen differenten, questien ende geschillen die zij voir date van desen metten anderen gehad hebben, nopende het dlandt inde Werffcampen ende die tocht van dijen die Aentghen, wedue voirss pretendeerden daer aen te hebben. Waer jegens d’erffgenamen voirss allegeerden dat haer quam die somma van twaelff ponden Vlaems vande voirss wedue. Dwelck is veraccordeert voir haerder beijder naecomelinghen nu ende ten eewighen daghe dat d’erffgenamen voirss in erfflijcke possessie hebben ende behouden zullen die voirss Werffcampen voirtsaen ende haren nacomelinghen zonder iemants iegenseggen, mits dat die wedue voirnoemt die huer vande bruijckweer de anno vijrentachtich zal ontfangen ende betalen die schattinghen tzelffde jaer zonder d’erffgenamen voirss vande voirss twaelff pondt iets vuijt te reijcken. Ofte oick d’erffgenamen voirss die voirss wedue vande voirss Werffcampen tocht van dijen ende ‘tgelt dat zij seijde totte mangelinghe van voirss Werffcampen vuijtgereijckt ende bijgeleijt te hebben iets te gelden ofte vuijtereijcken haer ofte haren naecomelinghen. Ende die stede daer Jan Mathijsz zaliger plach te woonen blijft halff ende halff ende alle danderen goeden volgende die vorighe deijlinghe. In oirconde van dezen zoo hebben partijen voirnoemt deze hare minnelijcke accordatie voir haerder alder nacomelinghe onderteijckent ten dage, maent ende jare voirss in presentie Tuenis Jacobsz onder den Wijngaert, Jan Adriaen Gijsbrechts, Mercelis Willemsz, Jan Jansz ende Melis Cornelisz,
bij Michgel Meijssen. Dits Govaert Jacobsz hantmerck.
Los vel:
Compareerden Govaert Jacobsz voir hem selven ende Peter Joachims als voicht van Mathijs Jansz weeskijndt ende heeft geconstitueert ende tot eenen singulieren waerburch gestelt Mathijs van Clootwijck een stuck vrij lants geleghen inde Werffcampen, gecoemen van Huijbrecht Petersz, Jan Adriaen Gijsbrechtsz cum suis geleghen oistwaert ende Melis Cornelisz cum suis westwaert. Ende dat voir de gerechte eenhelft van alsulcken commer als naemaels opt dit dlant dat den voirss Mathijs van hem comparant ende zijnen consorten gecoft heeft, bevonden mochte worden daer op metten recht voir datum van desen gehypotequeert. Noch zoe is gecompareert Aentghen Jan Mathijs weeu met Michiel Meeusz haren gecoren voicht ende heeft voir recht geconstitueert tot eenen waerburch den voirss Mathijs van Clootwijck eenen halven buijtendijcxen werff, vrij wezende van renthen, streckende vanden dijck aff noirtwaert op totten voirss Mathijs van Clootwijcx erve toe ende dat voir alsulcke verholen commer als namaels zoude moghen spruijten vuijt deen helft van lant dat den voirss Mathijs van haer comparante gecoft heeft. Actum den xxvjen aprilis xvC Lxxxv. Voir heemraden Jan Meeus ende mij present.
Fol. 213.
Eerffdeelinghe tusschen d’erffgenamen van Gijsbrecht Henricxz saligher, aengebrocht desen xixen septembris anno xvC Lxxx.
Inden iersten Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het smal weerken, streckende vande halven Gat aff noirtwaert op totten halven watersloot voir den werff, Gijsbrecht Henricxz erffgenamen geleghen oist ende Cornelis Diercx Groeij west. Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een weer lants streckende vande werff achter ‘thuijs noirtwaert op ter halver brandtwetering toe, Dinghen Jennis geleghen oistwaert ende Peeter Adriaen Meeus westwaert met sijn schouwe ende gebuer rechten daer toe staende. Welverstaende dat dit lot vuijt die gereetze incoemende penningen int commuijn wesende, sal genieten die somme van ses Karolus gulden sijn portie hier inne te innen.
Hier jeghens is Ffloris Cornelisz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het oosterwer. Streckende vande halve Gat aff noirtwaert op ten werff toe voir ‘thuijs ende voirts vande werff aff noirtwaert op ter halver Brandtweteringhe toe, Ariaen vande Corput cum suis geleghen oist ende Gijsbrecht Henricxz erffgenamen west met sijn schaouwe ende gebuer rechte daertoe behoirende.
Hier jegens Gerrit Andriesz gecavelt ende geerfdeelt op een stuck lants geheeten den Toemaet, streckende vanden halven Gat aff noirtwaert op ten halven watersloot voirden werff. Noch die selffde bedeelt op een weerken achter ‘thuijs streckende vande werff aff noirtwaert op ter halver Weteringhe toe Gijsbert Henricxz erffgenamen geleghen oistwaert ende Dinghen Jennis westwaert. Elcx met sijn schouwe ende gebuer rechten daertoe staende.
Ende aengaende het huijs, schuere ende werff ende cooltuijn is te weeten dat Gerit Andriesz is bedeelt inden huijs, schuere ende erfenisse daeraen op die westzijde ende Floris Cornelis met(?) Henrick Gijsbrechtsz weeskijndt op die oostzijde. Dis te wete op de camer met halff ‘tachterhuijs ende halff die schuere met d’erffenisse daer aen te weeten die oostzijde ende die westzijde achter buijten, elcx sijn gedeelt t’onderhouden als dat behoirt. Welverstaende dat het voirss weeskijnt bedeelt is op die twedeel vande oistzijde vande huijs, schuire ende erfenisse daer aen Ende Floris Cornelisz op het derdendeel vande oostehelft ende alle ‘tgeboompt als eijken, essen ende nete(?)boomen sal elcx genieten naer advenant dat sij inden huijs, schuijre ende erffnisse daeraen als voirschreven is geerft ende bedeelt is.
Mits conditien ende wel besproicken voirwaerde zo wat commercausen op eenighe vande voirsss perceelen oprijsen ‘tzij wetende of onwetende, alzo elcx even vrij geerfdeelt is, sullen partijen malcanderen helpen draeghen ende gelden, mitsgaeders d’een over den anderen altois te steghen ende te weeghen, nu ende ten eewighen daghen, alles sonder tegenseggen. Aldus aengebrocht den daete als boven voir den schout ende voir Jan Zegerss ende Dierck Adriaensz, beijde als heemraders waer voiren partijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder schiftinghe ende deijlinghe, mede beloevende dese t’onderhouden ende te volvoeren op een peijne van vijftich Karolus gulden te verbueren te gaen peijnenrechts.
Gerit Andriesz; Floris Cornelisz.
Ten daeghe als boven compareerden Gerit Andriesz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Floris Cornelisz, sijn swaeger, sijn gerechticheijt in Schuermanslant, te weeten, zo groit ende cleijn als den voirss Gerit Andriesz dit ten anderen tijde van Tuenis Cornelisz ontvangen heeft. Mits besproicken voirwaerde dat Floris Cornelisz vuijt dit voirss erffenisse altois sal blijven gelden drie st. erfflijck tsiaers. Ende geloeffden Gerit Andriesz Floris Cornelisz voirss dese voirss erffnisse te vrijen ende te waeren naden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraders Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz met sijn schauwen daertoe behoirende.
Floris Cornelisz; Gerit Andriesz.
Ten daeghe als boven ofte voiren compareerden Floris Cornelisz ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert Gerit Andriesz, sijnen swaeger te betaelen ses jaeren lanck geduerende jaerlijcx die somme van sesendertich Karolus guldens te betaelen alle jaeren op Sinte Lambrechtsz dach anno xvC een ende tachtentich den iersten ende zo voirts continuelijcken van jare tot jare daer aen volghende onder ‘tverbant van desen goederen daer dese wilceur aff spruijt ende voirts allen sijnen anderen goederen, ruerende
fol. 214r.
ende onrurende, present ende toecomende, geen vuijtgesondert, voor den iersten penninck metten lesten betaelt sal weesen, mits conditien dat Gererit Andriesz die voirss erffnisse dwelck hij Floris Corneliss vercoft heeft als die voirss gift vermelt, zal gebruijcken ende die affbladinghe daer van genieten den tijt van ses jaeren zonder iets daervan te wannieten(?) ofte vuijttegeeven, waervan die ierste bruijckweer wesen sal ende ingaen Sinte Peeter dach ad cathedram anno xvC eenentachtich ende zo voir ses jaren lang achtereen zonder middel daertussen. Gedaen ten daege als voiren ende heemraders als voir.
Ten voirss daeghe heeft Floris Cornelisz rechtelijcken geloeft ende verwilceurt, geloeft te betaelen Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Hendrick Gijsbrechtsz weeskijnt, die somme van neghen Karolus gulden, te betaelen alzo laest als hij Floris Cornelisz voirss eenighe penningen ontfangt ofte verschenen sijn sullen onder ‘tverbant van zijn goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert ende dat ter causen van alsulcken actie als ‘tvoirss weeskijnt soude moeghen vinden in het acht………….. Cleijs Janss lant zo groit ende cleijn als Gijsbert Henricxz dat ten anderen tijde die kerck van Raemsdonck gegondt ende gegeven heeft. Heemraden als voiren.
Item dezen wilceur bekenden Jan Stoffelsz ten volen betaelt te wezen ende heeft die penningen inden rekeninghe gebrocht den xxvije februarij anno Lxxxij scrijvens Luijck.
Fol. 214v.
Transport op datum: 20-9-1580.
Verkoper: Gerit Andriesz.
Koper: Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Henrick Gijsbrecht weeskijnt die tweedeelen ende Floris Cornelisz het derdendeel.
Betreft verkoop van: een stuck erffs geleghen int Rijsbroeck onbedeelt met Jan Joost Neelen. (vrij behoudens cloostercijns).
Belend noord: Jan Joost Neelen.
zuid: Lijsbeth Joost Neelen.
voorts liggend tussen halve Gat en Rijsbroecxen wech.
Koopsom: betaald, maar niet genoemd.
Transport op datum: 20-9-1580.
Verkoper: Jan Stoffelsz als voicht ende Lauwereijs Jacobsz als toesiender van Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt (voor 2/3) ende Floris Cornelisz voir hem selven(voor 1/3).
Koper: Gerit Andriesz.
Betreft verkoop van: half huijs, schuer ende erve daeraen (de oostzijde), gelegen in Engeland; uitgezondert zijn de negen grootste bomen, eiken, essen en notebomen.
Koopsom: niet genoemd; er is wel betaald. Van de opbrengst van de bomen moeten verkopers nog 4 Kar. gld aan Gerit Andriesz geven.
Transport op datum: 20-9-1580.
Verkoper: Jan Stoffelsz als voicht ende Lauwereijs Jacobsz als toesiender van Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt ende Floris Cornelisz voir hem selven.
Koper: Gerit Andriesz.
Betreft verkoop van: een derdendeel in een half weerken gelegen in Engeland, bedeelt op den westencant.
Belend noord: halve Brandtwetering.
zuid: de werff.
oost: Peter Ariaen Meeus, gelegen int selve lant.
west: Jan Cornelis Gijben c.s.
Koopsom: niet genoemd; er is wel betaald.
Welverstaende dat Gerit Andriesz aff doen moet ende tot sijnen last houdt alsulcken renthen als Tuenis Jacobsz onder den Wijngaert heffende is, te weeten ‘tkijnsdeel. Ende beloeft mits desen het voirss weeskijnt daer van altois costelois ende schadelois te houden ende nimmermeer daer van meer gemolesteert te worden, nu ofte ten eewighen daghe. Des zo moet Gerit Andriesz van’t voirss weeskijnts gereetse penningen die verschenen zijn ofte verschijnen sullen, ontfangen ofte inbueren op dese renthen die somme van vier Karolus gulden en meer niet. Actum ten daghe ende heemraden als voren.
fol. 215r.
Desen xxvijen septembris anno xvC Lxxx compareerden Tuentghen Peetersz dr. met Adriaen Aertsz, haeren gecoiren voicht, haer metten recht gegeven ende gaf over met vrijer giften zo recht is, Willem Cornelisz, een huijs metten erve daer aen geleghen opt Veer, streckende van Jan Meeusz erve aff noirtwaert op ter Dongha toe, Peeter Adriaen Sconnincx geleghen westwaertende Tuenis Tuenisz Cloostermans oostwaert, te vrijen ende te waeren naeden lantrecht om drie Karolus gulden ‘tsiaers te betaelen alle jaeren op Sint Tomas dach anno tachtentich naestcomende, den iersten vrije gelt van schot. lot croongelt ende van allet geene datmen daerop soude moeghen ordonneren te lossen met ganckbaer gelt, den penninck veethien metten verschenen pachten daer bij. Heemraden Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz, Adriaen Peetersz.
Deze acte is doorgehaald. In de kantlijn staat: quijt
dese verleije is betaalt ende voldaen bij Dinghen Broeders mette hootsomme ende verschenen pachten, blijckende bij den rentbrieff, mij onvergelevert den xxiiijen october 1605. Bij mij Cornelis Melis als secretaris. ergo betaalt.
Ten voirss daeghe heeft Aelbrecht Gerritsz geconstitueert ende gemachtich gemaeckt mr Willem Philipsz sijn schaeij te schutten ende staet(?) te wachten ende alles te doene daer den voirss Albrecht Geritsz van node soude moeghen wesen tot sijn kennelijcken wederseggen toe, onder behoirlijcke rekeninghe, bewijs ende reliqua. Actum als boven voirss Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz als heemraders.
In de kantlijn: Vrijgift Willem Stoffelsz.
Desen xien novembris anno xvC tachtentich compareerden Marijken Jacob Peetersz weeue als gemachtich van Margritken Henricx weeue, haer moeder met Frans Geritsz, haeren gecoiren voicht, ende gaf over met vrijer giften zo als recht is, Willem Stoffelsz een stuck lants geleghen binnen dijcx, streckende vanden halven dwarssloot aff noirtwaert op ten iersten buijtendijcxen dwersloot toe over den dijck die joncfrou vande rentmeester Jan vanden Berch sa. geleghen aen beijde zijden oost ende west. Ende geloefden Marijken met hairen gecoren voicht voirss dit voirss erve te vrijen ende waren naden lantrecht. Heemraders Jan Zegersz, Meeus Adriaensz ende Adriaen Aertsz.
Op 6-12-1581 verklaart Marijken, in hoedanigheid als boven volledig betaald te zijn. De hoofdsom bedroeg 8 pond grooten Vlaams.
fol. 215v.
Desen xxviijen septembris anno xvC Lxxx soe hebbe Jan Ariaens Robben als man ende voicht van Anniken Peter Janss Schoutendr als eijscher in desen ter eenre ende Ariaen Tuenisz als man ende voicht van Anniken Peter Janss wedue saligher als verweerder ter andere zijde, sick, sleets irrevocabel ende sonder wederroepen aen mondt ende vuijtspraeck gebleven van Adriaen Peetersz, mr Willem Phillips als arbiters in desen, dewelcke tot eenen overman genomen hebben Frans Gerritsz Schout tot Raemsdonck, die welcke dese difficulteijten tusschen partijen gemoveert zijnde niet en hebben gecomen veraccordeeren ofte vereffenen, zo hebben zij noch tot assistentie genomen in desen Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaensz, alle als heemraeders tot Raemsdonck.
Soe ist dat sij arbiteren met haere assistenten voirss, naer lange voirgaende suspendatie, communicatien ende auditien verbaelijcken vande beijde zijden gehoirt hebbende ende haire schriftueren over ende wederover gesien hebben ende hoiren lesen, gesaemenderhandt vuijtgesproicken hebben eendrachtelijcken ende spreecken vuijt mits desen, haerlieder arbitrialen sententie, hoe dat allen geschillen, questien ende difficulteijten tusschen de voirss Jan Adriaensz ende Adriaen Teunisz mits desen weleertich geschiet ofte vervallen sijnde, zo vande aenneminghe van Anniken Peter Jansdr bij hairen vader als ander questien, quereelen ofte swaricheeden die de voirss Ariaen Tuenisz soude moeghen voirtbrenghen ofte actie jeghens den voirss Jan Adriaensz ofte ten eewighen daghe soude moighen maecken die welcke mits desen allen sijn veraccordeert, gans ende geheel doot ende te niet aen beijde sijden den een den anderen nimmermeer te molesteeren, nu ofte ten eewighen daeghen in deser saicke ofte in eenigher manieren. Ende daerenboeven soe moet den voirss Jan Adriaensz vande voirss Adriaen Tuenisz noch ontvangen die somme van tien Karolus gulden vrijts gelts. Ende die verteerde costen ofte ten eijnde van dezen gedaen zijn blijft tot last vande voirss Adriaen Tuenisz, sonder iets te corten. Welcke voirss thien Karolus gulden den voirss Ariaen Tuenisz betaelen moet op Sinte Mertensdach ierstcomende ofte andersins op vuijtleggen vande heer. T’oirconden van desen hebben wij Arbijters ende heemraders voirss in desen versocht sijnde elcken bijsonder met ons eijghen handt ende handtmerck onderteijckent ten daghe als boven.
Bij mij Frans Geritsz schout tot Raemsdonck oinder…
Adriaen III Peetersz merck.
Dit Jan N Zegersz merck.
Dits Ariaen Aertsz merck
Dit Dierck Adriaensz merck.
Fol. 216r.
Erfdeelinghe tusschen Mechelt Govaert Everaerts wedue saligher aengebrocht desen xien octobris anno xvC Lxxx tusschen hairen kijnderen gepasseert.
Inden iersten Mechelt, wedue voirss, met den schout, hairen gecoiren voicht, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op achtalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groit Waspick, streckende van Henrick Luijen Ambacht noirtwaert op ten iersten dwersloot toe over den hootdijck. Tijs Janss erffgenamen geleghen ten naesten oost ende die wedue voirss cum suis west. Noch die selffde gecavelt ende geerfdeelt op drie geerden lants daer ten naesten geleghen streckende vanden ambacht van Henrick Luijen af noirtwaert op ten iersten buijtendijcxen dwersloot over den hootdijck. Die selffde Mechelt voirss selve geleghen oist ende Peter Zegerss erffgenamen met hairen consorten west.
Noch die selffde bedeelt op die steede zo groit ende cleijn als die nu ter tijt geleghen is, Lauwereijs oist ende Jan Mathijs Adriaen (doorgestreept?) Gijsbrechtsz erffgenamen west. Elck perceel met sijn renthen ende lasten ende met sijn schouwen ende gebuerlijcke rechten daertoe behoirende.
Hier jegens die twee weeskijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op vierdalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groit Waspick, te weten in Peer Fraenen weer plach te wesen, zo groit ende cleijn als Govaert Everaertsz saliger daer inne gerecht is geweest, Tuenis Anssen geleghen oistwaert ende Gerit Jansz erfgenamen cum suis westwaert met altgeene daer metten recht op verobligeert is ende voirts met sijn schauwe ende gebuer rechten daer toe staende. Streckende dese voirss erffenisse vanden halve Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Des ist voirwaerde dat die wedue voirss., met den schout, hairen gecoiren voicht allen die voirss goederen, geen vuijtgesondert, moet vrijen ende waeren ende allen voircommer aff doen tot desen iegenwoirdighen daeghe toe ende voirts mede zo langhe als die aenneminghe voiren inden registere geroirt claerlijcken inhout ende vuijtwijst ende langer niet. Aldus aengebrocht ende gepasseert voir Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz, beijde als heemraeders. Waervoiren Mechelt voirss met hairen gecoiren voicht ende Joachim Claesz als voicht ende ter presentie van Ariaen Govaert Everaersz vuijten naeme van Govaert Everaersz achtergelaeten weeskijnderen. Waervoiren sij partijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder schiftinghe ende delinghe. Geloven dese t’onderhouden op peijne van vijftich gouden realen te verbeuren te gaen peijnsrecht. Heemraders als voiren.
Fol. 216v.
Transport op datum: 12-10-1580.
Verkoper: Die wedue van Govaert Everaertsz (hierboven heet ze Mechelt, onder de wilcuer heet ze een keer Mechelt en een keer Michiel) met Frans Geritsz de schout hairen gecoiren voicht ende Joachim Claesz als voicht ende toesiender ende ter presentie van Govaert Everaerts’ achterglaeten weeskijnderen.
Koper: Adriaen Adriaensz Leuskijnt.
Betreft verkoop (met eenen verleije) van: vier geerden lants ofte zo groit ende cleijn als Govaert Everaertsz sa. daerinne gericht is geweest.
Belend noord: halve Maes.
zuid: halve Meulenpatsche straet.
oost: Willem Geritsz.
west: Tuenis (int selve lant) (geen toenaam genoemd, maar vermoedelijk is dit Tuenis onder de Wijngaert, die komt nl ook in wat onderlinge verrekeningen voor).
Koopsom: twee maal 18 pond Groten Vlaams en 50 st. te betalen aan de weduwe (een keer) als aan de kinderen (hetzelfde bedrag), op 4 Bamis dagen waarvan de eerste vervallen is Bamis 1580.
Verklaring van voldaan zijn op: na wat ingewikkelde verrekeningen is op 17-7-1584 de zaak vereffend.
Fol. 217r.
Dierck Adriaensz als voicht van Giel Govaertsz wedue.
Desen xijen octobris anno xvC Lxxx compareerden Mechelt, wedue wijlen Govaert Everaertsz met Frans Geritsz den schout, hairen gecoiren voicht, ende heeft rechtelijcken geloeft zoals recht is, Gerit Vassen die somme van vier ponden Groiten Vlaems te betaelen op twee ierstcomende Bamis daeghen, waeraff den iersen wesen sal Bamisse anno xvC een ende tachtentich, onder ‘tverbant van allen hairen goederen, geen vuijtgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraden als voiren.
Bekenden Gerit Vassen hier op ontfangen te hebben die somme van elff Karolus gulden ende .. st. Desen xxjen maij anno xvC Lxxxij.
Desen ixen octobris anno xvC Lxxxij bekenden Gerit Vassen dezen wilcuer vol ende geheel betaelt te wezen, den iersten penninck metten lesten.
Eodem anno et die compareerden Merten Wouterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Frans Geritsz duer begeerte vande wedue wijlen Govaert Everaerts saligher een huijsken metten erve daeraen gelegen, streckende vande ambacht van Groit Waspick aff zuijtwaert op tot Cornelis Tomasz erve toe, Tijs Jansz geleghen oist ende Cornelis Toemasz west. Ende geloefden dit voirss erve te vrijen ende waeren naden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraden als voiren.
Transport op datum: 7-11-1580.
Verkoper: Cornelis Mathijsz.
Koper: Dirck Adriaensz tot behoeff van Gerit Dierck Geritsz.
Betreft verkoop van: een stucxken lants binnendijcx. Op dit stuk zijn bij iedere Koningsbede 2 blanken verschuldigd. Daarnaast hief Gerit Diercx op dit stuk jaarlijks 4 Karolus gulden; deze laatste zijn bij deze koop verrekend.
Belend noord: ierste dwersloot aan de zuijtzijde vande hootdijck (binnendijcx).
zuid: gebuer erve daer die schoel plach te staen.
oost: Peerken Tomas erfgenamen.
west: kerckdijck.
Koopsom: betaald, maar niet genoemd.
Fol. 217v.
Houwelijcxe voirwaerde tusschen Lauwereijs Jacobsz ende Grietghen Cornelis Jan Maeszdr.
Desen xxvijen octobris anno xvC Lxxx compareerden voir heemraders in Henrick Luijen Ambacht, Lauwereijs Jacobsz als bruijdegom ter eenre ende Grietghen Cornelis Jan Maeszdr. als bruijt met Dinghen Cornelis huijsvrou was saliger haerder moeder ende Willem Jacobsz, hairen oom ter andere zijden. Ende zijn beijde ongedwongen minnelijcken in dese haire houwelijcxe voirwaerde veraccordeert ende geslooten. Ingevalle dat Grietghen, bruijt voirss ierst afflijvich worde zonder wettighe geboirte vanden voirss Lauwereijs Jacobsz, bruijdegom, achter te laeten, dat alsdan haire erffgenamen ofte de geene die daer toe geoorsaeckt sullen weesen te vreeden moeten zijn met het geene sij nu ter tijt bijden anderen brenghen, te weeten, dat van haer zijde coempt, mits conditien ofte dat duer nootlijcken saecken veralueert ofte vermindert wordt, sal wederom gekeeken worden met gelijcke goederen. Ende oft gebuerde dat Lauwereijs Jacobsz, bruijdegom voirss ierst afflijvich worde zonder wettighe geboirten bij malcanderen vercreeghen te hebben sullen alle die goederen beijde haeve ende erve weesen haefdelich, halff ende halff volgende ‘tzuijthollantsche recht. Is noch voirwaerde oft gebuerde dat Lauwereijs ende Margrietghen voirss wittighe geborten vercrijghen ende die selffde naer Grietghen Cornelis doot afflijvich worden sullen haren erffgenamen te vreden moeten wesen zo voirss is offer geborten geweest en waren vuijtgescheijden vercreghen goederen, halff ende halff. Ende naede doot vande voirss Lauwereijs Jacobsz sal Grietghen (bij zo verde zij int leeven is) ofte zij tzamen wittighe oiren vercrijghen ofte niet niet te min hebben ende behouden alle die goederen halff naeden zuijthollantschen recht. Alle dinck sonder arch ofte list. Aldus gedaen als voiren, voir heemraders Peeter Huijbrechtsz ende Willem Wouters als getuijghen hiertoe versocht. Mij present Melis Cornelis.
Los vel (klungelig en dus slecht leesbaar schrift):
Ick Ariaen Ariaenss Shemaeij(?) die bekent hem te voellen betaelt van Wellem Emmen an die erfgenaemen van Merten Lauwereijsoen oock te vollen betaelt van Welhem Emmen van die erfgoeden vanden geet(?)
Nu Cornelis Merthens van Gaeken(?) Ariaens Verkerck, Ariaen Peter Maes kenne Cornelis Mertens te voellen betaelt te sijn all dat ghene dat sij van Dinghen Ariaens soe groet, soe cleijn ghedelt hebben.
Gescreven den seventhijnden dach van janwaris
bij mij …………. Ariaen Wouterss
Nu die kijnder van Jan Mertens als Lauweris Mertens als vocht Jan Bhijaijens(?)
Bij mij Ariaen Aersoen …….
Bij mij Cornelis Mertenss,
Janneken Jans te vollen bethaelt,
Lauwerijs Mertens,
Crijn Ariaenss,
Mathijs Janss.
Los vel (klungelig en dus slecht leesbaar schrift):
Op huijden desen iiijen januari anno m vC Lxxxj soe kenne ic Bastiaen Ariaens ontfangen te hebben uut handen van Frans Sijmons die somme van sesthijen pont groot Vlaams van weghen van eene coop van lant dat ic Frans Sijmons gecoft hebbe van Bastiaen Ariaens, welcke penninghen voirscreven waren tot Bamis 80 in kennisse van Frans Gherit den schout en Jan Segerss. Soe hebbe ick Bastiaen Ariaenss dit ondertekent (handmerk).
Ic Bastiaen Ariaenss beloove Frans Sijmusz dat wij hier een hecken voor doen ende ooft daer ijmant quaem ende daer enigh guet(?) dede dat Frans daer toe sien sal ende wat coosten maecken die beloove ic Bastiaen hem wel tedragen uut wijsen alle rechten.
Los vel
Ic Bastiaen Ariaenss kenne ontfangen te hebben uut handen van Frans Sijmonssen, spruijtende van een stuck lans, de somme van viij ponde groot, welck verschenen is te bamisse in presentie van een …… (?)
(handmerk) Bastiaen Ariaenssen onderteekent.
Los vel
Ic Bastiaenssen (Blijkens het handmerk onder het briefje moet dit zijn Bastiaen Ariaenss) lide ende bekenne ontfangen te hebben uut handen Frans Sijmons, die somme van acht ponden groeten Vlaems, spruijtende van eenen cop van laent het welck verschenen te Bamisse lest leden te weten 1582 achtu(?) dit geschil siende ten huse Aert Simons ende ick Bastiaen Ariaenss hebbe dit selve ondertekent met mine ghewoenlicken hanteken in presentie Ludovick Handrick die Bije, coster deser stede.
Fol. 218r.
Pachtinghe van aenwas; Herman Huijmansz.
Desen vijen novembris anno xvC Lxxx soo heeft gepacht Herman Hermansz (sic, vergelijk kop) van Cornelis Tijs Huijmansz (sic) een half weer aenwas geleghen gemeen met Peter Jansz vande Werck bedeelt opten westen cant, den voirss Peter Janss gelegen int selve lant oost ende die rentmeeesters wedue west, streckende vande hoijlant aff ofte vanden iersten dwersloot aff die voir aende zuijtzijde vande ouden grindt leijt noirtwaert op ter halver Maes toe, achthien jaren lanck geduerende waer van dit ierste jaer ingegaen is meijdach anno tachtentich, jaerlijcx voir de somme van vijff Karolus gulden vrijts gelts te betalen alle jairen op Bamisdach anno tachtentich den iersten ende zo voirts van jaren tot jaren continuelijcken achtereen vervolgende. Mits conditien dat Huijman voirss gehouden is den resloot aenden westzijde vant weer te graven ende t’onderhouden vanden ….. ouden grint af noirtwaert op zonder iets daer ieghen te corten ende vanden ouden grindt af zuijtwaerts zo verde alst orbaer is te graeven m… hij oick graven ende corten hem dit naer behoiren. Actum ut supra, voir heemraders Meeus Adriaensz, Jan Zegersz ende Adriaen Aertz.
Dezen xijen junij 1582 bekenden Huijman Hermansz deze pachtinghe doot ende tot niet te wezen ende hem daer van te vollen betaelt voir zijn arbeijt. (bovenstaande acte is doorgehaald)
D’erffgenamen van Dinghen Wilm Goesses(?); Willem Emmen.
Desen xjen novembris anno xvC Lxxx compareerden Adriaen Adriaensz Verstech voir hem selven, Cornelis Mertensz voir hem selven ende vervangende Crijn Adriaensz sijnen swaeger, ende oick mede Grietken Adriaenszdr, sijn moeije, Jan Bastiaensz voir hem selven, Tijs Jansz voir hem selven ende vervanghende Lauwereijs Mertensz sijnen swager, Jan Mertensz voir hem selven, Henrick Petersz Smit voir hem selven, Adriaen Peter Maes voir hem selven ende Janniken Jansdr met hairen gecoiren voicht ende gaven gesamenderhandt over met een verleije zo recht is, Willem Embrechts een halven geer, geleghen gemeen metten Heijlighen Geest van Raemsdonck ende met Crijn Peterss, te weten after die driedeelen ende voir het vierendeel Gerit Wouterss weeu geleghen oist ende Dinghen Clauwen west. Streckende vanden halven Leechen wech aff noirtwaert tot Dierck Clauwen cum suis erve toe. Ende geloefden comparanten voirss dat voirss erve ende voirss Willem Emmen te vrijen ende te wairen tot desen daghe toe. Actum als boven voir heemraders Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Adriaen Jan Andriesz, den xvijen januarij anno Lxxx bedanckten haer d’erfgenamen van Dinghen Wilms voirss haer ten vollen betaelt te wesen van Willem Emmen den iersten Penck metten lesten, blijckende bij quijtantie.
Fol. 218v
Transport op datum: 11-11-1580
Verkoper: Peeter Ariaen Woutersz als man ende voicht van Lesken Jan Berthelomeus Jansz dr. en Tomas Cornelis Govaertz als gecoiren voicht van Jan ende Lijnken Jan Berthelomeusz onmondighe weeskijnderen.
Koper: Jan Jansz Tempels (Tempelaer) tot behoeff van Janniken Bertholomeus Geritzdr.
Betreft verkoop van: 102 geerden lants int Leech Veen zo groit ende cleijn als die van Ariaen Petersz ende Melis Cornelisz gecomen sijn.
Belend noord: de Bancken.
zuid: Ouder Dongha.
oost: Ariaen van Bavels weeu met haren kijnderen.
west: de kerck met Sinte Petersland.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 11-11-1580.
Verkoper: Bartholomeus Geritz kijnder: Dinghen Bertholomeus dr met Adriaen Wouter Woutersz hairen gecoiren voicht, Janneken Bartholomeus Geritsdr met Jan Janss Tempelaer hairen gecoiren voicht beijde metten recht gegeven, Adriaen Wouter Woutersz als voicht van Mechel Jan Wouter Woutersz’ onmondige weeskijnt daer moeder aff was wijlen Ariaenken Bertholomeus Geritszdr.
Koper: Cornelis ende Jan Adriaen Huijb Wouter Naes soenen, hare gebroeders vande halve bedde (kopers zijn dus halfbroers van de verkopers; GAvS).
Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen int Leech Veen.
Belend noord: Leegen wech
zuid: Ouder Dongha.
oost: Sijmon Willem Sijmons
west: Jan Cornelis Ansz
Koopsom: niet genoemd.
Fol. 219r.
Transport op datum: 23-11-1580.
Verkoper: Adriaen Adriaen de Jonge Casteleijn, Bastiaen Adriaensz voir hem selven, Huijbrecht Jansz voir hem selven,
Koper: Peter Dircx Groeij
Betreft verkoop van: stucksken lants geheeten het Hoecxken.
Belend noord: voirdijck
zuid: halve dwersloot.
oost: Heijlken Berghen erfgenamen.
west: Cleijs Jansz erfgenamen
Koopsom: Niet duidelijk. De hele tekst is hier moelijk te lezen, door verbleeking en slijt van het papier. Wel duidelijk is dat hiermee deels of geheel een oude schuldbrief van de verkopers wordt afgelost.
Adriaen Adriaensz de Jongen Casteleijn; Bastiaen Adriaensz.
Ten voirss daeghe compareerden Adriaen Adriaensz ende gaff over met vrijer giften zo recht is Bastiaen Adriaensz …. … het gerechte vierendeel in Moeijken Marien acker, onbedeelt heel’t weer. Peeter Ariaen Meeusz geleghen oist ende Michiel Aert met Jan Cornelis Gijben cum suis west. Streckende van Cornelis … erve af noirtwaert op tot cloosters goet toe. Ende geloeffde Aen Ariaenss voirss dit voirss vierendeel erfs te vrijen ende te waerentot desen dage toe. Heemraden als voiren.
Fol. 219v
Transport op datum: 24-11-1580.
Verkoper: Bastiaen Adriaensz de Jonghen Casteleijn.
Koper: Ffrans Sijmons.
Betreft verkoop van: een half stuck lants, geheeten Moeijken Marien Acker.
Belend noord: Cloosters goet.
zuid: Cornelis Diercx erve.
oost: Peeter Adriaen Meeusz.
west: de voirss Bastiaen Adriaensz ende Huijbrecht Jansz met Michiel Aertz.
Koopsom: 48 pond grooten Vlaams.
Te voldoen als volgt: 100 Kar. gulden gereet, de rest op 4 achtereenvolgende Bamisdagen.
Verklaring van voldaan zijn op:
4-1-1580: 16 pond.
2-6-1582: 8 pond.
25-10-1582: 8 pond.
26-11-1583: 28 Kar. gld + een koe ter waarde van 20 gld, maakt samen 8 pond. Deze keer ontvangen van Frans Bastiaens door de huijsvrou van Bastiaen Adriaensz. Verder staan geen betalingen vermeld.
Fol. 220r.
Erfdeelinghe tusschen Tuenis Ansz, Commer Tuenisz weeskijnt ende Jan Peeterz, te weten van twaelff geerden in Groit Waspijck, aengebrocht desen xvijen decembris anno xvC Lxxx.
Inden iersten Tuenis Ansz geerfdeelt op ses geerden aende oistzijde, te weeten opt halff weer op den oistencant ende Commer Tuenisz weeskijnt op drie geerden daer naest geleghen ende Jan Peeterz op drie geerden daer naest, te weeten opden westencant naest Gerit Jansz erfgenamen. (einde tekst!)
Testamentum.
Desen xxen decembris anno xvC Lxxx compareerden Huijbrecht Staesz ende Anniken zijn huijsvrou, beijde op gaende benen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende hebben met hairen vrijen eijghen wille ende met rijper deliberatie van raede, reciproce, over ende wederover, malcanderen gegeven, gegundt ende gemaickt, gaeven, gunden ende maickten mits dese in forma van testament den lancxten van hem beijden int leeven blijvende, hondert Carolus guldens voir vuijt vande gereetse goederen ende die beste coe ende het beste bedde. Ende dan voirts te deijlen halff ende halff naeden zuijhollantschen recht. Willen ende begeeren testateurs voirnoemt dat dit haire iegenwoirdighen testamente ende vuijterste wille sal worden gehouden voir goet vast ende van volder weerden voir allen rechten ende rechteren, geen vuijtgesondert.
Rekeninghe van Joachim Claesz van weghen Aentghen Beert Gerbrants dr, gedaen den xvijen januarij anno xvC Lxxxj in haire ieghenwoirdicheijt.
Compareerden ten daeghe voirss Joachim Claesz als voight van Aentghen Beert Gerbrants dr ende heeft in Aentghen Bert Gerbrants drs voirss presentie sijn rekeninghe gedaen bij sijnen eedt zo als recht is vande jaere Lxxviiij ende den ontfanck ende vuijtgeeff vande voirss jaere jeghens malcanderen affgerekent zoals bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den vuijtgeef den ontfanck meerder is die somme van derthien Karolus gulden xvj2 st. Des blijft die huere verschenen meij anno Lxxx noch suijver t’ontfangen. Mits bedanckende haer Aentghen voirss goeder voichdije van Joachim Claesz voirss van allet geene hij van hairen tweghen voir datum van desen gedaen ende gehandelt heeft. Actum als boven voir heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz den schout ende mij present Melis Cornelisz.
Fol. 220v.
Transport op datum: 27-12-1580
Verkoper: Peter Jacob Geritsz voir hem selven ende vervanghende Jan Meeus Brauwers ende Anna Peter Jacobs sijn dochter, Adriaen Peter Henricxz voir hem selven, Heijligher Peeter Henricxz voir hem selven ende Willem Lauwereijsz als gerechte bestorven voicht van sijn kijnderen ende Adriaen Govaert Leemans voir hem selven.
Koper: Jan Govaert van Gilze.
Betreft verkoop van: een achtendeel in vier buijnder hoijlants geleghen int Broeck inde Hoecampen onbedeelt, zo groit ende cleijn als die voirss comparanten daer in gerecht zijn
Belend noord: water.
zuid: Gebuerwech.
oost: Gebuerwech.
west: Jan Cornelis Melisz cum suis.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 7-2-1581.
Verkoper: Jan Meeus Hoevenaer als gerechte bestorven voicht ende Meeus Adriaensz als toesiender van Joachim Meeusz achtergelaeten weeskijnderen.
Koper: Joncker Wolfaert van Borssele.
Betreft verkoop (met verleije) van: 14 geerden lants inde Hoighe Donck in 21 geerden, te weeten 102 geerd geerfdeelt opden oistencandt en 32 geerd onbedeelt inde anderhelft opten westencandt.
Belend noord: halve Maes.
zuid: halve Keen.
oost: Aert Mertens c.s.
west: de conventualen van Santroisen.
Koopsom: 133 pond Grooten Vlaams. Te betalen 100 gld gereet en 50 Karolus gulden Bamis eerstcomende. Daarnaast neemt Wolfaert enige renten (schulden) die hierop staan over. Het restant te betalen in 2 jaarlijkse termijnen.
Fol. 221r.
In de navolgende tekst in 1613 (!!) bijgeschreven, wordt Jan Meeusz vooreerst als Jan Meeus Hoevenaer genoemd:
Desen wilceur bekent Jan Meeus Hoevenaer ende Meus Adriaensz van Jr. Borsselen ontfangen te hebben t’weeten drije hondert sesthien gulden vijfthien stuijvers in gelt. Ende Joncker Wolphaert heeft gerechte vier hondert xxvj gl. vijff st. eenen halffven voir de rentbrieffven metten verloopen vandien, breder vuijtwijsens de reeckeninge daer van sijnde in date den jen augustij xvC Lxxxvj waer in de selffve staet dat de weeskijnderen goet coempt vijff st. j oirt d’welck Adriaen Jansz Hoevenaer ten ondergeschreven daege betaelt heeft in handen van Lesken ende Neltken Joachimsdochteren. Actum den xxven novembris 1613. Daerom den wilceur gecasseert. Mij present secretaris Mandemaeckers. 1613.
Fol. 221v.
Transport op datum: 15-2-1581.
Verkoper: Adriaen Peter Raessen voir hem selven ende mede als voicht van Gerit Peter Raessen achter gelaeten weeskijnderen.
Koper: Cornelis Govaert Peeter Meeusz tot behoeff van Tuentghen Adriaenszdr., sijn wettighe huijsvrou.
Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen opde Killen, gemeen met Gerit Jans erffgenamen ende Truijken Burchgraven
Belend noord: halve Broecxe sloot.
zuid: halve Kae.
oost: Gerit Janss erffgen int selve lant.
west: Merten Denisz c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 15-2-1581.
Verkoper: Joachim Claesz vuijten naeme van Janniken Peeter Adriaenszdr.
Koper: Mathijs Jansz.
Betreft verkoop van: een ackerken zaeijlants geleghen bij de oude straet.
Belend noord: halve Kaesloot.
zuid: halve Dwersloot aen de noortzijde vande Hoeff.
oost: Jan Mathijsz erffgenamen.
west: Cornelis Tomasz.
Koopsom: 14 Karolus gulden.
Fol. 222r.
Erfdeelinghe tusschen die wedue ende erfgenamen ofte kijnderen van Adriaen Gijsbrechtsz Buijs saligher aengebrocht desen xviijen februarij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck.
Inden ierste die wedue met hairen gecoiren voicht geloet, gecavelt ende geerfdeelt opt halff weer neffens den Berchsen wech, zo groit ende cleijn, veel ende luttel als Adriaen Gijsbrechtsz daer inne gericht is geweest. Streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch de selffde geerfdeelt op een halff weer lants geleghen onbedeelt met Adriaen Jan Andriesz, streckende vander halver Kae aff noirtwaert op ter halver Veerscher straet toe.
Nu Adriaen Adriaensz de jonghen gecavelt ende geerfdeelt op die tweedeelen in een weer lants geleghen inde Donghe, gemeen met Peter Adriaen Sconnix, Emseijns lant oist ende Jan Mathijs erfgenamen west. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maesen toe. Noch de selffde geerfdeelt op een vierendeel in een weer lants geleghen inde Acker onbedeelt met Peter Jansz de Bonts erfgenamen, streckende vande halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch die selffde geerfdeelt op het Hopvelt, streckende vande halve Bergenscher straet aff noirtwaert op ter halver Geijlsloot toe, Adriaen Wircxz geleghen oistwaert ende Peter Zegersz erffgenamen westwaert.
Noch die selffde geerfdeelt op die stede op die Berghen, streckende vander halver Bergenscher straet aff noirtwaert op ter halver Geijlsloot toe, met halff die schuer onbedeelt met noch thien st. erflijcken ‘tsiaers die den Heijlighen Geest daer jaerlijcx op heft.
Nu Jan Adriaensz geloet, gecavelt ende geerfdeelt opt halff weer gemeen met Tuenis Cornelisz ende Jan Cornelisz. Streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ter halver Maesen toe, zo breet als Adriaen Gijsbrechtsz dat altijt toebehoirt heeft. Noch de selffde geerfdeelt op een veldeken buijten den Diefdijck, streckende vanden iersten dwersloot die aende zuijtzijde vande Diefdijck leijt, zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Het leengoet geleghen oistwaert ende Gerit Jansz erffgenamen cum suis westwaert. Noch die selffde geerfdeelt op die stede daer Ariaen Gijsbrechtsz plach te woonen, streckende vander halver Bergenscher straet aff zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, met thien st. erflijcken ‘tsiaers die den Heijlighen Geest van Raemsdonck daer jaerlijcx op heffende is.
Fol. 222v.
Nu Anniken Adriaenszdr met Frans Geeritsz, hairen gecoren voicht in desen, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op een halff weer lants geleghen inde Hoighe Donck, gemeen met Tuenis Tuenisz Cloosterman, bedeelt opten oistencandt. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch die selffde geerfdeelt op een gerecht vierendeel in Jan Maesz weer plach te wesen. Streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ter halver Mase toe. Noch die selffde geerfdeelt op een renthe van twee Philips guldens jaerlijcx die Wijt Floren tot Waspijck jaerlijcx vuijtgevende is ende noch op een renthe van twintich stuijvers tsiaers die Michiel Jansz tot Waspijck jaerlijcx vuijtgevende is.
Voorts in dese geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken, zo wat schulden zij profijtelijcke tot desen daeghe toe vervallen ofte verschenen sijn, weetende ende onwetende, sullen parthijen malcanderen helpen draeghen ende gelden. Welverstaende dat van nu voirtaen die wedue voirss met Adriaen Adriaensz ende Jan Adriaensz voirss ten eewighen daeghen toe tot hairen last gesamenderhandt neemen alle renthen op eenighe vande voirss percheelen rechtelijcke verhypotequeert. Ende dat Anniken Adriaensz dr voirnoemt van dien gansch ende geheel ontslaeghen ende vrij wesen sall, van nu voirtaen ten eewighen daeghe toe. Metten cortsen allen haer goet boven genomineert hemelvrij, vuijtgescheijden sconnincx beden ende anderen onraet van dijcken ende anders van weghen ons sconnincx daer op comende. Ende voirts elcx met sijn schauwe ende gebuerlijcke rechten t’onderhouden alst behoirt.
Aldus aengebrocht voir Jan Zegersz ende Adriaen Jan Andriesz, beijde als heemraders waer voiren parthijen hebben verteegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Mede gelovende deze t’onderhouden op een boete van twintich Karolus gulden te verbueren te gaen peijns rechts.
Fol. 223 r.
Vrijgift. Peeter Cornelis Pauwelsz; Jacob Aert Wilm Jacobsz; Gerit Janss Vermeer alias Vlam.
Desen xxjen ffebruarij anno xvC Lxxxj compareerden Peeter Cornelis Pauwelsz ende Jacob Aert Wilm Jacobsz ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften behoudelijcken cloosters grondtchijns sijn rechts soe als recht is Gerit Janss Vermeer een gerechte vierendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck onbedeelt met Em Cleijs Jansz, streckende vanden halven Rijsbroecxen wech aent noirtwest eijnde zuijtoostwaert op tot Zeebkens killeken toe. D’erffgenamen van Bertholomeus Pauwelsz geleghen aende noirtoostzijde ende die conventualen van Santroisen aende zuijtweste zijde. Ende geloeffden Peeter Cornelisz ende Jacob Aertsz voirss, dit voirss vierendeell inden weer alnts voirss te vrijen ende te waeren naeden landtrecht tot desen daeghe toe. Alles zonder argelist. Heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz.
D’erffgenamen van Tuenis Goossens; Cornelis Jan Lemmens.
Desen jen martij anno xvC Lxxxj compareerden Henrick Pauwels Jansz voir hem selven, Lauwereijs Jan Claes voir hem selven, Adriaen Anthonis Gosensz ende Jacob Claes van haren met … ende gaven gesamenderhandt over met eenen verlije zo als recht is Cornelis Jan Lemmens eenen geer geleghen inden ambacht van Raemsdonck bij het Leech Veensche hecken met eenen stooter erfflijcken daer jaerlijcx vuijtgaende, die den pastoor van Raemsdonck heffende is. Jan Willem Oomen geleghen aen die oostzijde ende die Gebuerwech aen die westzijde. Streckende vanden Leeghen wech aff noirtwaert op tot Peeter Aertsz geer toe. Ende geloeffden sij voirss comparanten voirss dit voirss erve te vrijen naden lantrecht tot desen iegenwoirdighen daghe toe. Heemraders Adriaen Peter Meeus Adriaensz ende Jan Meeusz.
Transpoirt.
Desen vijen martij anno xvC Lxxxj compareerden Frans Geritsz als gerechticht van Peeter Jansz Vermer als gerechte bestorven voircht ende Gielis Adriaen Oomen als toesiender van Gerit Janssz Vermer’ onbeiaerde kijnderen, blijckende bij procuratie voir schepenen in Oosterhout, gepasseert in date den xxjen februarij xvC Lxxxj ons heemraden geexhibueert ende voirgelesen. Ende gaff vuijt crachte van dijen over met vollen recht Peeter Cornelis Pauwels het bovengeschreven vierdepaert lants geleghen int Rijsbroeck in alder manieren als den voirss Peeter Gerit Jansz Vermer ten anderen tijde overgevest heeft gehadt, daer noijt gelt op en is gegeven, vuijtwijsens die procuratie. Actum als boven, heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Andries Jansz.
Fol. 223v.
Doorgehaald de volgende tekst: “rentbrieff. Desen xen martij anno xvC Lxxxj soe zijn gecoemen Frans Geritsz, schout met”
Vrijgift. Tuenis Jansz van Vijfhoeven; Adriaen Cornelis Woutersz.
Desen xxvjen februarij anno Lxxxj compareerden Tuenis Jansz ende gaff over met vrijer giften, behoudelijcken cloosters chijns sijns rechts als recht is Adriaen Cornelis Woutersz een stuck lants geleghen teijnden die Hoeckampen int Rijsbroeck, zo groit ende cleijn ende in alder manieren als die voirss Tuenis Janss dat ten anderen tijde van Pauwels Adriaensz gecoft ende ontfangen heeft. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen dage toe. Heemraders Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz.
Vrijgift. Cornelis Tuenisz; Adriaen Peeter Schoenmackers.
Desen xjen martij anno Lxxxj compareerden Cornelis Tuenisz ende gaff over met vrijer giften als recht is Adriaen Peeter Schoenmackers vijftalff geerd lants, streckende vanden iersten dwersloot aff die aende noirtzijde vande hootdijck leijt noirtwaert op ter halver groiter Kil toe. Adriaen Petersz voirss int selve lant oist ende Cornelis Tuenisz voirnoemt west. Edne geloefden Cornelis voirss dese voirss vijftalff geerd lants te vrijen ende te waeren tot desen dage toe. Heemraders Adriaen Janss ende Dierck Adriaensz. Des is voirwaerde dat den eenen den andere niet afgraven en sal ten zij bij haerder beijder wil ende begeeren, heemraeden als voiren.
Erffdeelinghe aengebrocht tusschen Willem Gerritsz ende Gijb Zegersz drie voirkijnderen desen ixen meert anno Lxxxj.
Inden iersten Willem Geritsz gecavelt ende geerfdeelt op het halff weer lants geleghen achter den Meulenpat, gemeijn met Gijb Weijnen bedeelt opten westen cant, streckende vanden binnendijcxen schausloot aff over den dijck noirtwaert op ter halver Maes toe zo groit ende cleijn ende in alder manieren als den voirss Willem Geritsz ende die voirss kijnderen daer tzamen ten anderen tijde op bedeelt sijn geweest met steginghe ende weginghe ende allen gebuer rechten daer toe staende.
Hier jeghens die drie voirss kijnderen geerfdeelt tzamen op ses geerden lants geleghen aen Hermans Sijl in Groit Waspijck, streckende vanden Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, zo groit ende cleijn ende in alder manieren als die van Adriaen Geritsz haren oom achtergelaten zijn met steghen ende weghen ende allen anderen schauwen ende gebuerrechten daer toe staende.
Des ist voirwaerde dat elck sijn geerfdeelde cavelinghe ter … aenveerden mach zo de selffde goederen nu geleghen sijn ende allen commer, zo renthen als chijnsen die op eenighe vande voirss percheelen nu ter tijt rechtelijcken verhypotequeert staen moeten partijen malcanderen helpen draghen ende gelden. Ende moeten die voirss drie kijnderen Willem Geritsz vuijtreijcken eens de somme van vijf Karolusgulden ende meer niet. Aldus gedaen ter presentie vande schout, Adriaen Jansz ende Jan Zegersz waer voren parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.
Fol. 224r
Erffdeelinghe tusschen Gijb Zegersz drie voirkijnderen, aengebrocht den ixen meert anno Lxxxj.
Inden iersten Zeger Gijben ende Dinghen sijn suster tzamen gecavelt ende geerfdeelt op het Liesbos, onbedeelt met Govaert Adriaensz, geleghen opde Vlaeijkens, streckende vanden halven Poelsloot aff zuijtwaert op ter halver Vlaeijkensstraet toe, Jan Peters geleghen oist ende Jan Zegersz west. Noch dieselffde tzamen geerfdeelt op eenen halven acker zaeijlants geleghen in xj2 Hoeffen, streckende vander halver nieuwer straet aff zuijtwaert op tot cloosters goet toe, Ariaen Ariaensz de Jongen oist ende Wouter Vassen west. Noch dieselffde tzamen geerfdeelt op ses geerden lants geleghen inden ambacht van Groitwaspijck zo groit ende cleijn als die van Adriaen Geritsz hairen oom gecomen zijn. Noch op het gerechte vierendeel van een stuck erfs gecoemen van Jochem Zegersz, te weten zo veel als Gijb Zegersz hairen vader daer in heeft, streckende vant zuijden eijndt vant bos aff noirtwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe. Elcx met sijn schauwen ende gebuerrechten daer toe behoirende.
Hierjegens is Aentghen Gijb Zegers dr gecavelt ende geerfdeelt op die Vlaeijkens, streckende vander halver Vlaeijkensstraet aff noirtwaert op ten halven Poelsloot toe, Adriaen van Waelwijck? gelegen oist ende Gijb Zegersz haren vader west. Met noch den acker gelegen inden Meulenpat, streckende van Willem Geritsz cooltuijn zuijtwaert op ten Diefdijck toe, met sijn schauwen ende gebuerrechten daertoe staende.
Dies is voirwaerde zo wat renthen op eenighen vande voirss percheelen rechtelijcken verhypotequeert staen, wetende ende onwetende, moeten parthijen malcanderen helpen draeghen ende gelden, zowel verschenen als noch souden moghen verschijnen. Ende moet Gijb Zegersz hairen vader het goet vrijen tot Sinte Peeter toe lestleden. Des sal hij alles wat verschenen ende vervallen is, inbueren ende ontfanghen. Ende bedancken parthijen hier mede haer goeder scheijdinge ende deijlinghe voir Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz als heemraders, waer voir zij hebben verteghen deen opden anderen gedeelt, mede beloevende dese t’onderhouden op een pene van xx Kar. gulden te verbueren te gaen naar peijns rechts.
Fol. 224v.
Rekeninghe van Huijbrecht Jansz de Bosscher aengaende Brievinck Huijbrechtsz drie weeskijnderen, verweckt bij Marijcken Janszdr.
Desen iiijen aprilis anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck, compareerden Huijbrecht Jansz de Bosscher als gerechte bestorven voicht van Brievinck Huijbrechtsz achtergelaeten weeskijnderen ende heeft op sijnen eedt zo als recht is rekeninghe ende bewijs gedaen voir den schout ende heemraders tot Raemsdonck in presentie van Cornelis Adriaensz den toesiender, Gijb Zegersz ende Adriaen Wilmsz, beijde oomen vande voirss weeskijnderen van alle ‘tgeene hij opgelicht, ontfangen ende vuijtgegeven heeft van weghen den voirss weeskijnderen tot desen daeghe toe ende alle profijtelijcke ende onprofijtelijcke schulden jeghens malcanderen affgetoighen ende affgerekent zijnde is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den ontfanck noch meerder is dan den vuijtgeeff, ses stuijvers eens. Ende moet Huijbrecht Jansz die erffhuijs ceel geheel ontfangen want die aen hem gereckent is maer allen die lanthueren vant gebruijck vanden jaere tachtentich lestleeden blijven suijver staen t’ontfangen tot behoeff vande voirss weeskijnderen, welcke voirss rekeninghe ende bewijs den schout, heemraders, toesiender ende oomen voirss geprobeert ende gelandert hebben, probeeren ende landeeren die selffde te weesen recht op ende sonder bedroch. Actum als boven. Heemraders Adriaen Adriaen Peeters ende Dirck Adriaensz, mij present.
Melis Cornelisz.
Erffdeelinghe tusschen de wedue wijlen Bauwen Joosten ende hairen kijnderen, verweckt bijden voirss Bauwen Joosten, aengebrocht den vjen aprilis anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck.
Inden iersten die wedue gecavelt ende geerfdeelt op een halff weer lants geleghen inde Cleijn Donck, onbedeelt met Jan Gijben, Bastiaen Aertsz cum suis gelegen oist ende Cloosterman cum suis west. Streckende vanden gemeenen dijck aff noirtwaert op zoe verde alst aen beijde zijden streckt met sijn schauwe ende gebuerrechten daer toe staende.
Hier jeghens die drie weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op seven geerden lants geleghen inde ambacht van Groit Waspijck. Streckende vanden Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Joost Baeijensz geleghen oist ende Jan Vassen west. Noch dieselffde geerfdeelt op een geerd lants geleghen aen Hermanszijl, gecoemen van Bastiaen Baeijensz, bedeelt op naest den Heijlighen Geest die gelegen is oist ende Adriaen Peter Gijben west, streckende als d’andere met sijnen schauwe elcx ende gebuerrechten daer toe.
Noch de selffde geerfdeelt op een halff eijndt ackers geleghen met Peeter Huijben in xj2 Hoeffen, streckende van Willem Geritsz erve aff zuijtwaert op tot Tuenis Ansz erve toe. Ariaen Joachimsz oist ende Joost Baeijens west met ‘tgeene den Heijlighen Geest van Raemsdonck daer jaerlijcx erflijcken op heffende is. Met steginge, weginge ende alle gebuerrechten daer toe behoirende.
Des blijft hier int comuijn ende onbedeelt het huijs metten erve daeraen zo dat van Tuenis Ansz gecoemen is, mitsgaders alle schulden, incoemende ende vuijtgaende voir date van dese vervallen, blijven te innen ende te betaelen halff ende halff. Actum als voiren voir heemraders Adriaen Peters, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaensz, waervoiren die wedue ende voichden ende toesienders vande voirss weeskijnderen hebben verteghen ende hair bedanckt der goeder deijlinghe, beloevende de selffde t’onderhouden op een boete van xv Karolus gulden te verbueren te gaen peijns rechts.
Fol. 225r.
Transport op datum: 14-4-1581 (stijl Luik).
Verkoper: Antonis Aertsz.
Koper: Gijsbrecht Adriaensz.
Betreft verkoop van: een achtendeel in een weer lants geleghen inden Meulenpat
Belend noord: halver Maes.
zuid: Willem Geritsz werf.
oost: Willem Geritsz c.s.
west: Jacob Jansz.
Koopsom: 75 gld.
Te voldoen als volgt: naden meijdach ierscomende 50 gld en 25 gld op Bamis eerstcomende. Bij gebreke het dubbele te betalen. Dit omdat de bedragen al betaald hadden moeten zijn.
De acte is niet doorgestreept en ook zijn er geen betalingen vermeld.
Fol. 225v.
Vroen ende gift vanden Heer.
Maeijken Adriaen Jansz dr ontfangt rechtelijcken die gifte vanden heer van Peeter Diercxz erve nae inhout haers brieffs.
Desen iersten martij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck compareerden Marijken Adriaen Janszdr met Mr. Willem Philipsz hairen gecoren voicht. Ende heeft versocht aenden gerechte van Raemsdonck te hebben gift ende eijgendom van een halff hoffstede gelegen Dingeman Driesz oistwaert ende Peeter Henricxz cum suis westwaert, competerende Peter Dierck Petersz die zij met recht ingewonnen ende gericht heeft naer gemeen costuijme van onser bancken recht vuijt crachte van eenen schultbrieff, inhoudende die somma van twee Karolus guldens tziaers, den gerechte genochsaem geostendeert ende gebleecken daer van bij behoirlijcke edicken ende publicatien ter volder kercken met openen deuren (alzome bij ons gewoonlijck is te doene) vuijtgeroepen is omme drie coepdaeghen daer van te houden, den meesten daer voir biedende, ten prouffijt ende meest oirbaer vanden proprietaris ten fine dat sij comparanten cum tutore daer van den slach vanden heer geobtineert ontfangen (daarboven geschreven: gehouden) heeft voir het inhouden ende achterwezen haers brieffs metten costen daeromme gedaen.
Ende alzo ons schout ende heemraders voirss kennelijck is dat die procedure van desen bij coopdaeghen ende allen anderen rechtvorderinghen naden lantrecht zijn volle leges ende hercoemen hebben gehadt ende daer toe langhen tijt veriaert ende verdaecht zijn ende op alle voirgaende citatien ende rechtelijcke weeten niemant gecoemen en is omme haer van hair achterweesen te contenteeren ofte gift ende eijgendom te geven met zegel ende brief daer van te verlijen. Soe ist dat wij schout ende heemraders voirss ten versoecke voirss in aensinninghe van continuatie die voirss Marijken Ariaen Jansdr met hairen voirss voicht inde voirss erffnisse hebben gevroendt ende geeijghent. Vroenen ende eijgenen mits desen naden lantrecht zo als recht is inde voirss erffnisse met zijne limitagie voirss in groit ende cleijndt als hairen schultbrief claerlijcken vuijtwijst, inhoudt ende begrijpt met steginghe ende weginghe ende alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende, vrijende ende warende die voirss Marijken met haer voicht voirss inde voirss erfnisse als in haer vrij eijghen goedt, zo dat haer nu vast ende zeker is naden recht vande lande, behoudelijcken den hoighen heer ende iegelijck zijns goets rechts gedaen als boven voir heemraden Meeus Adriaensz, Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaens.
Marijcken Adriaensdr; Willem Stoffelsz.
Dezen 20e maij 1582 compareeren Mariken Adriaen Jansdr met Mr. Willem Philipsz hairen gecoren voicht ende gaff over met vrijer giften zo recht is Willem Stoffelsz, hairen neeff eenen halven werff, bedeelt opden oistencandt. Dingeman Driesz gelegen oistwaert ende Peter Henricxz cum suis westwaert. Streckende van Stoffel Wilmsz erve aff noirtwaert op tot Huijbrecht Petersz erve toe met steginghe ende weginghe ende in alder manieren als Marijken voirss den voirss halven werff met allen rechten ingewonnen ende vanden heer ontfanghen heeft. Heemraden Ariaen Petersz Schoenmacker, Jan Zegers, Adriaen Aertsz Schouten ende Dierck Adriaensz.
Desen xiiijen novembris xvC Lxxxvj bekenden Marijken Ariaenszdr voirss dat haer Willem Stoffelsz dezen voirss halven werff ten vollen betaelt heeft voir haer ende haren nacomelinghen. In presentie van mij Melis Cornelissz (1586).
Fol. 226r.
Transport op datum: 20-4-1581.
Verkoper: Bastiaen Aertsz.
Koper: Adriaen Lambrechtsz Drossaert.
Betreft verkoop van: een half weer lants, gelegen inde Oirden.
Belend noord: Kae.
zuid: Donga.
oost: Jan Aerts den Ouden.
west: Adriaen Lambrechtsz voirss int selffde weer.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 20-4-1581.
Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.
Koper: Adriaen Huijben.
Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een stucxken lants geleghen opde Killen.
Belend noord: halve Broexken.
zuid: Kae.
oost: Metghen Zegersz erffgenamen c.s.
west: de wedue van Adriaen Gijsbrechtsz c.s.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 20-4-1581.
Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.
Koper: Adriaen Huijben.
Betreft verkoop (met vrijer gifte) van: een stucxken lants geleghen opde Killen.
Belend noord: halve Broexken.
zuid: Kae.
oost: Cleijs Jansz ende Neel Meelisz erffgenamen.
west: Metghen Zegers erffgenamen.
Koopsom: niet genoemd.
Transport op datum: 20-4-1581.
Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.
Koper: Jan Adriaen Peetersz.
Betreft verkoop (met eenen verlije) van: een half huijs, schuere ende erve.
Belend noord: halve dwersloot aende noirtzijde vande grint.
zuid: halve dwersloot voor aen de zuijtzijde vande coolhoff.
oost: Ariaen Claes cs.
west: Henrick Janss Buijs.
Koopsom: 238 Karolus guldens, te betalen op 4 Bamisdagen (de eerste anno 1581).
Op 8-2-1585 bekennen de erfgenamen van wijlen Aentghen Peters voirss betaald te zijn.
Fol. 226v.
Transport op datum: 20-4-1581.
Verkoper: Adriaen Jan Andriesz. (ook: Adriaen Janss Vender).
Koper: Steven Aertsz
Betreft verkoop van: een gerecht derdendeel inde helft vant Langelant, bedeelt het half weer opden oisten cant, onbedeelt int voirss halff weer.
Belend noord: iersten buijtendijcxen halven dwersloot aende noirtzijde vanden hoitdijck opt hoichveen(?)
zuid: naeste buijtendijcxen halven sloot die aende noirtzijde vanden Schenckeldijck leijt.
oost: Ariaen Andries erffgenamen.
west: Vas Petersz Kit ergenamen.
Koopsom: niet genoemd, wel de volgende afspraak: Des zo hout Steven Aertsz voirss tot sijnen last twintich st. losrenthen te lossen vuijtwijsens ‘tsbrieffs die welcke inde renthen tusschen haer beijder veraccordeert ende voir date van dese geerfdeelt.
Fol. 227r.
Houwelijcxe voirwaerde tusschen Wouter Woutersz ende
Leenken Roeloff Janszdr.
Desen lesten aprilis anno xvC Lxxxi compareerden Wouter Woutersz als bruijdegom met Peeter Huijbensz sijnen oom ter eenre ende Leenken Roeloff Janszdr als bruijt met Jan Roelen, hairen broeder ter andere zijde ende hebben e